Rapport. Visplan Veluwe Randmeren

Rapport

Visplan Veluwe Randmeren

VBC Veluwe Randmeren Oktober 2012


VBC Veluwe Randmeren

1 oktober 2012

Statuspagina

Titel


Uitgave Secretariaat

VBC Veluwe Randmeren Eveline van der Beek De Ruiter 33 8252 EB DRONTEN 06-13628395 [email protected] http://randmeren.visstandbeheercommissie.nl R.J.C. Weijman [email protected]

Telefoon E-mail Homepage Auteurs(s) E-mail Aantal pagina´s Trefwoorden

Visplan, VBC, Veluwe Randmeren, Nuldernauw, Wolderwijd, Veluwemeer, Drontermeer, sportvisserij, beroepsvisserij

Versie Datum

definitief 1 oktober 2012

Bibliografische referentie: Visplan Veluwe Randmeren 2012, VBC Veluwe Randmeren. Adviezen en redactie: Vastgesteld tijdens de VBC-vergadering van: De voorzitter

Naam:

Handtekening:

De secretaris

Naam:

Handtekening:

Voor akkoord getekend door de visrechthebbenden onder de condities zoals vermeld op de volgende pagina.

Handtekeningenblad

Ondergetekende verklaart hierbij akkoord te zijn met dit Visplan. Voor wat betreft hoofdstuk 3 (huidige situatie) stemt ondergetekende niet in met eventuele foutieve informatie die door andere partijen is ingebracht. Voor wat betreft hoofdstuk 4 (streefbeelden en maatregelen) gaat ondergetekende alleen akkoord met de streefbeelden en maatregelen die betrekking hebben op de eigen visrechten en visserijactiviteiten. Ondergetekende gaat niet per definitie akkoord met de in hoofdstuk 4 van dit Visplan genoemde streefbeelden en maatregelen van andere visrechthebbenden.

Sportvisserij MidWest Nederland

Naam:

Handtekening:

HSV de Snoek

Naam:

Handtekening:

HSV Hoop op Geluk

Naam:

Handtekening:

HSV de Poepenkolk

Naam:

Handtekening:

HSV Ons Stekkie

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf G. Heimensen

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf H. Timmer

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf M. Klaassen

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf P. Jansen

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf J. van Triest

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf J. Westerink

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf J. Foppen

Naam:

Handtekening:

Visserijbedrijf C. van Triest

Naam:

Handtekening:

Inhoudsopgave 1

Inleiding .................................................................................. 1

2

Gebied en beleid ...................................................................... 3

3

4

2.1

Gebiedsbeschrijving en begrenzing ..................................... 3

2.2

Beleid en beheer visstand, visserij en watersysteem ............. 5

Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand ....................... 8 3.1

Visrechten en visserijgebruik.............................................. 8

3.2

Visstand en viswatertype .................................................. 10

3.3

Visuitzetting.................................................................... 13

3.4

Visonttrekking ................................................................. 14

3.5

Vismortaliteit .................................................................. 16

3.6

Visserijkundig onderzoek, monitoring, registratie ................. 16

3.7

Regelgeving .................................................................... 17

3.8

Controle, handhaving en sanctionering ............................... 23

3.9

Bereikbaarheid en bevisbaarheid ....................................... 24

Gewenste situatie en streefbeelden............................................ 25 4.1

Visrechten en visserijgebruik............................................. 25

4.2

Visstand en viswatertype .................................................. 25

4.3

Visuitzetting.................................................................... 25

4.4

Visonttrekking ................................................................. 26

4.5

Vismortaliteit .................................................................. 26

4.6

Visserijkundig onderzoek, monitoring en registratie ............. 26

4.7

Regelgeving .................................................................... 27

4.8

Controle en handhaving.................................................... 27

4.9

Bereikbaarheid en bevisbaarheid ....................................... 27

5

Voortoets voorgenomen maatregelen ......................................... 28

6

Uitvoeringsprogramma ............................................................. 29

7

Communicatie en overige zaken ................................................ 30

8

Bijlagen.................................................................................. 31

- Inleiding -

1

Inleiding

Het voorliggende visplan is, met ondersteuning van Sportvisserij Nederland, opgesteld door de visrechthebbenden van het Nuldernauw, Wolderwijd, Veluwemeer, Drontermeer, Havens van Harderwijk en Havens van Elburg, die samenwerken in VBC Randmeren. Het visplan beschrijft het huidige en voorgenomen visserijbeheer en de daarop afgestemde visserij door de sport- en beroepsvisserij in het beheergebied van VBC Veluwerandmeren. Voor het visplan Veluwerandmeren 2012 zijn de volgende zaken kaderstellend en/of richtinggevend: • de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De Veluwerandmeren zijn KRW waterlichamen, de KRW-doelstellingen hiervoor zijn uitgewerkt door Rijkswaterstaat en opgenomen in het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren 2010-2015. • Beleid Binnenvisserij EL&I (VBC’s, Visplannen - brief minister van LNV, november 2009-, Regeling Grote vistuigen, voorwaarden c.q. aanwijzingen bij huurovereenkomsten voor het visrecht); • Nationaal Aalbeheerplan (LNV, 2009b); • Het Convenant VBC Veluwe Randmeren (2004) Dit visplan is een vervolg op het ‘Interim Visplan 2005-2006 Veluwe Randmeren’. Na het aanbieden van het interim visplan in 2010 aan EL&I zijn er door de waterbeheerder (RWS) aanbevelingen gedaan om het visplan aan te vullen. In de kern zijn zoveel mogelijk afspraken uit het oude visplan overgenomen en waar nodig bijgesteld en aangevuld. Vanaf het moment van het vaststellen en ondertekenen van dit visplan zijn de afspraken uit dit visplan dan ook vigerend. Hiermee vervalt het oude visplan. Dit visplan is in goed overleg tussen de visrechthebbende partijen en de waterbeheerder opgesteld. De visrechthebbende partijen verbinden zich aan de afspraken in het visplan door het visplan te ondertekenen. Indien een partij zich niet houdt aan de afspraken in dit visplan kan dat voor de andere partijen in de VBC aanleiding zijn om de samenwerking op te zeggen en dit aan de verhuurder van het visrecht (EL&I of gemeenten) te rapporteren. Werkwijze Bij het schrijven van het visplan is gebruik gemaakt van het landelijke ‘Sjabloon Visplan´ dat is opgesteld door Sportvisserij Nederland en de Combinatie van Beroepsvissers. Hierbij zijn zoveel mogelijk de bestaande afspraken uit het vorige visplan overgenomen. Daarnaast is de informatie in het visplan aangevuld en bijgesteld op basis van de actuele stand van zaken. Het is mogelijk dat in dit visplan nog zaken ontbreken omdat deze informatie niet voor handen is. Daarnaast is het ook mogelijk dat de visrechthebbenden m.b.t. een maatregel niet tot consensus kunnen komen. Deze onvolkomenheden zullen worden omschreven. Omdat het visplan wordt uitgebracht in een losbladige ringband kunnen tussentijds © 2012 VBC Veluwe Randmeren

1

- Visplan Veluwe Randmeren-

eenvoudig bijstellingen of aanvullingen worden gedaan. Het visplan krijgt hiermee het karakter van een groeidocument. Wijzigingen worden bijgehouden op een wijzigingenblad dat onderdeel is van het visplan. Wanneer het visplan gereed is zal het door de waterbeheerder worden getoetst en met advies aan EL&I ter goedkeuring worden voorgelegd. Doelstellingen Het doel van het visplan is meerledig: • • • • •

Transparante regelgeving visserij. Verkrijgen inzage in huidige bevissing. Verbeteren samenwerking tussen sport- en beroepsvisserij. Verduurzamen visserij. Voldoen aan de door het Ministerie van EL&I opgelegde verplichting een visplan op te stellen.

© 2012 VBC Veluwe Randmeren

2

- Gebied en beleid -

2

Gebied en beleid

2.1

Gebiedsbeschrijving en begrenzing De Veluwe Randmeren zijn ontstaan na de inpoldering van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Het zijn kunstmatige wateren die sinds hun ontstaan eigenlijk voortdurend in beweging zijn. Tot de Veluwe Randmeren worden gerekend het Wolderwijd/ Nuldernauw ( tezamen 2520 hectare) en het Veluwemeer en Drontermeer (tezamen 3580 hectare). Het water wordt gevoed vanuit de Flevopolders, enkele beken aan de oostelijke zijde en regenwater. De meren staan in open verbinding met elkaar en worden aan de noordzijde door de Roggebotsluis gescheiden van het Vossenmeer en aan de zuidzijde door de Nijkerkersluis gescheiden van het Eemmeer/Nijkerkernauw.

Kaart plangebied Veluwe Randmeren Vlak na het ontstaan werden de Veluwe Randmeren gekenmerkt door een grote mate van helderheid en de aanwezigheid van waterplanten, vooral fonteinkruiden, in de ondiepe delen. De eutrofiering in de jaren ‘70 heeft geleid tot algenbloei en het verdwijnen van de meeste waterplanten. Ook de visstand veranderde in de richting van een door brasem gedomineerd systeem. Hoewel de visstand ten gevolge van eutrofiering minder gevarieerd van samenstelling werd, nam de productie van brasem en © 2012 VBC Veluwe Randmeren

3


snoekbaars sterk toe. Ook de conditie van de paling verbeterde sterk ten gevolge van de overmaat aan voedingsstoffen. Vanuit de wens om de negatieve gevolgen van de eutrofiering tegen te gaan, zijn en worden diverse grootschalige projecten uitgevoerd. BOVAR en BEZEM zijn hier voorbeelden van. Voornaamste doel van deze projecten is het terugdringen van de belasting met voedingsstoffen teneinde de kwaliteit en het doorzicht van het water te verbeteren. Het project BOVAR heeft in het Veluwemeer en Wolderwijd geleid tot een structurele toename van het doorzicht en een daarmee samenhangende terugkeer van waterplanten. Ook in de overige randmeren is het systeem aan het veranderen door de afname van de belasting met eutrofiërende stoffen. Zijwateren Er zijn verschillende zijwateren die in open verbinding staan met de Randmeren. Dit betreffen havens en overige watergangen. De havens zijn onder te verdelen in gemeentelijke havens (Harderwijk, Harderhaven Zeewolde, Elburg, Kampen) en particuliere havens (jachthaven Nulde, jachthavens Zeewolde, jachthaven strand Horst, jachthaven Flevostrand, jachthaven Bremerbergse Hoek, jachthaven De Klink, jachthaven Spijkerstrand en jachthaven Veluwe Strandbad) De watergangen die in open verbinding staan met de Randmeren betreffen Noorderwetering, de Schuitebeek, Hierdensche Beek, Bijsselse Beek, Andhuizer Beek, Wijkwetering, Lummer, Nieuwe Kanaal. Dit visplan is ook van toepassing op een groot deel van de zijwateren. De VBC streeft ernaar alle zijwateren te betrekken bij het beheer van de Randmeren. Op de zijwateren is het Besluit Aanwijzing Zijwateren van toepassing, Rijkswaterstaat is hierdoor ook de waterbeheerder van deze zijwateren.


4


2.2

Beleid en beheer visstand, visserij en watersysteem Hoewel het beheer dus grotendeels bij Rijkswaterstaat ligt, ligt het visrecht echter bij de eigenaren van de grond onder deze wateren. De eigendomssituatie (2006) van de zijwateren treft u aan in bijlage I. De VBC wil inzetten op het betrekken van de eigenaren van genoemde wateren om mee te werken aan het visstandbeheer. Door de verwachtte verdere achteruitgang van de aalstand, krijgt de beroepsvisserij het steeds moeilijker. Om de beroepsvisserij in de toekomst toch bedrijfszekerheid te geven zal de visserij zich in de toekomst meer gaan richten op de schubvisvisserij. Dit is mogelijk wanneer de huidige bijvangst drastisch omlaag kan worden gebracht en wanneer blijkt dat er voldoende draagkracht is. Concreet zou dit op termijn kunnen betekenen dat de beroepsvisserij tijdens het zegenseizoen wordt toegestaan de met de zegen gevangen baars en snoekbaars te behouden. Verder is het beleid van de VBC om het huidige aantal huurovereenkomsten m.b.t. de aalvisserij op de Randmeren niet uit te breiden. Naast de reguliere bevissing is er in het verleden ook sprake geweest van beheersvisserijen. Deze visserijen maakten deel uit van ABB projecten of waren gericht op het verbeteren van de brasemstand (verminderen voedselconcurrentie).

2.2.1

Binnenvisserijbeleid Het kader voor de visserij op de binnenwateren is de Visserijwet van 1963. Hierin zijn de bevoegdheden van de visrechthebbenden beschreven. Het Ministerie van LNV heeft het binnenvisserijbeleid beschreven in een brief aan de Tweede Kamer (november 2009). De voor dit visplan relevante beleidspunten zijn: • De visserij moet passen bij de doelen die de waterbeheerder stelt op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De visrechthebbenden dienen daarom in VBC-verband afspraken te maken over de visserij en deze vast te leggen in het visplan. De waterbeheerder dient het visplan te toetsen op basis van de vastgestelde KRW-doelen voor de visstand. • De bestaande stroperijbestrijding, in regionale stroperijteams in de kerngebieden waar de stroperij zich concentreert, wordt voortgezet. Daarnaast wordt een wetsvoorstel voorbereid om visstroperij als misdrijf strafbaar te stellen in de Wet op de economische delicten (WED). • De lijst met vissoorten waarop de Visserijwet van toepassing is in 2010 uitgebreid zodat een aantal veel voorkomende en beviste soorten als roofblei en een aantal soorten rivierkreeft onder de werking van de Visserijwet komen te vallen. Verder worden een aantal Reglementen geactualiseerd. Hierbij zullen de gesloten © 2012 VBC Veluwe Randmeren

5


tijden en minimummaten voor een aantal vissoorten aan de recente bestandsontwikkelingen worden aangepast, en zal het huidige vergunningstelsels voor nachtvisserij en voor electrovisserij worden vervangen.

2.2.2

Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) Doel van de KRW is om de waterlichamen in de betreffende stroomgebieden in 2015 in een goede ecologische en chemische toestand te krijgen en/of te houden. Er is hierbij uitstel mogelijk van 2 x 6 jaar, dus de eindtermijn is 2027. Om in 2015 de waterlichamen in een goede staat te krijgen of te houden zijn maatregelenpakketten samengesteld. Deze zijn op landelijk niveau besproken en per stroomgebied zijn er voor de Rijkswateren door Rijkswaterstaat keuzes gemaakt in de voorgestelde maatregelen. Het voorkeursalternatief bestaat voornamelijk uit inrichtingsmaatregelen; maatregelen voor verbetering van de chemische kwaliteit moeten veelal landelijk of Europees niveau worden genomen (bijvoorbeeld voor het stikstofbeleid). KRW score voor de Veluwe Randmeren De Veluwerandmeren zijn voor de KRW ingedeeld in het type M14 ondiepe (matig grote) gebufferde plassen. Omdat de randmeren kunstmatige wateren zijn en daarom niet beoordeeld kunnen worden aan de hand van een natuurlijke maatlat is er een bijgestelde deelmaatlat bepaald waarbij de Veluwerandmeren worden beoordeeld als sterk veranderd water van het type M14. Op basis van deze (afgeleide) maatlat is de scoren de Veluwerandmeren 0.62 waarmee de beoordeling voor vis als Goed Ecologisch Potentieel (GEP) wordt beoordeeld. (Tauw, 2010)


6


2.2.3

Natura 2000 Natura 2000 is het samenhangende Europees ecologisch netwerk bestaande uit de gebieden aangewezen onder de Habitatrichtlijn. Dit netwerk moet de betrokken natuurlijke habitattypen en habitats van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval herstellen. Natura 2000 bestrijkt ook de onder de Vogelrichtlijn aangewezen gebieden. Alle randmeren welke onder dit visplan vallen zijn aangewezen als Natura 2000 gebied.

2.2.4

Europese aalverordening en Nederlands aalbeheerplan In 2009 is het Nederlands aalbeheerplan goedgekeurd door de Europese Commissie. Het plan zet in op een herstel van de Europese aalstand met behoud van een gereguleerde aalvisserij. Concreet houdt dit in dat sportvissers alle gevangen aal direct in hetzelfde water terug moeten zetten (deze regel is door Sportvisserij Nederland al per 1 januari 2009 ingevoerd) en dat de beroepsvissers vanaf 2010 niet meer op aal mogen vissen in de maanden september, oktober en november. In 2012 zal het effect van deze maatregel worden geëvalueerd.


7


3 3.1

Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand Visrechten en visserijgebruik Op de Veluwe Randmeren en de aangrenzende havens zijn de visrechten (aal- en schubvisrecht) aan meerdere visrechthebbenden uitgegeven. In totaal zijn er zeven beroepsvissers, vier hengelsportverenigingen en een hengelsportfederatie visrechthebbende op de Veluwe Randmeren. Voor de sport- en beroepsvisserij zijn de randmeren van groot belang. Voor de sportvisserij vanwege de goede witvis-, karper-, snoeken snoekbaarsstand maar ook vanwege de beleving van het vissen op dergelijk groot water vanaf de kant, wadend of vanuit de boot. Voor de beroepsvisserij vooral vanwege de palingvisserij en in mindere mate vanwege de visserij op pootvis. Een overzicht van visrechthebbenden en visrechten is opgenomen in bijlage II.

3.1.1

Sportvisserij Sportvisserij MidWest Nederland is schubvis visrechthebbend op het grootste deel van de Veluwe Randmeren. De Veluwe Randmeren zijn ingebracht in de landelijke lijst van viswateren die hoort bij de VISpas. Daarnaast hebben de vier hengelsportverenigingen visrechten in een aantal havens en langs enkele dijken. Sportvissers vissen er vooral op brasem, blankvoorn, karper, snoek en snoekbaars. De Veluwe Randmeren zijn onder sportvissers met name bekend om de goede snoekstand en de wintervisserij op blankvoorn in de havens. Bij de vier hengelsportverenigingen met visrechten op of aan de Veluwe Randmeren zijn bijna 7000 sportvissers lid, in het werkgebied van Sportvisserij MidWest Nederland zijn 119.000 sportvissers aangesloten en via de Landelijke Lijst van Viswateren hebben zo’n 570.000 sportvissers toegang tot de Veluwe Randmeren. Omdat de Veluwe Randmeren in een aantrekkelijk toeristisch en recreatief gebied ligt dat veel faciliteiten heeft te bieden rondom de Veluwerandmeren zijn er in de zomer veel sportvissers van buiten de regio actief op de Veluwerandmeren. Hoeveel bezoeken dit precies zijn is nog niet bekend. In 2012 is door de sportvisserijorganisatie een onderzoek gestart dat hier meer inzicht in moet gaan geven. Naar verwachting worden de uitkomsten van dit onderzoek eind 2013 bekend.


8

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand -

Vismethoden Zoals eerder genoemd zijn de Veluwe Randmeren van belang voor sportvissers. Omdat sportvissers zich in verschillende typen laat onderscheiden doordat ze verschillende technieken hanteren is hieronder uiteengezet welke verschillende typen sportvissers er van de Veluwerandmeren gebruik maken: •

•

•

•

3.1.2

Witvis-vissers: vissen vooral op blankvoorn, brasem en kolblei en winde. Dit type vist met vaste hengel of feederhengel, of match hengel vanaf de oever. Een kleiner aantal sportvissers vist op witvis vanuit een bootje. Onder de witvis-vissers wordt er ook op de Veluwe Randmeren in wedstrijdverband gevist. Vliegvissers: vissen met name blankvoorn en winde. Dit type vist wadend langs de oevers. Een kleiner aantal specialisten vist met de streamer ook op snoek. Karpervissers: gespecialiseerde vissers die uitsluitend op karper vissen, vissen ook regelmatig ’s nachts. Visserij vindt plaats vanaf de oever. Roofvis-vissers: gespecialiseerde vissers op baars, snoekbaars, snoek en roofblei. Visserij vindt plaats vanuit kleine bootjes (tot 5 meter) of vanaf de oever. Voor de roofvis-vissers geld een gesloten periode van 1 april tot de laatste zaterdag in mei.

Beroepsvisserij Aalvisserij De beroepsvisserij is aalvisrechthebbend op alle Veluwe Randmeren en vist met alle wettelijke toegestane aalvistuigen op aal. Er zijn zeven visserijbedrijven met aalvisrechten. Hiervan vissen er drie op het Veluwemeer en het Drontermeer en vier op het Wolderwijd/Nuldernauw. Voor de randmeren is het aantal hok- en schietfuiken (op vrijwillige basis en in overleg met het toenmalige ministerie van LNV) vastgesteld op maximaal 595 hokfuiken en 400 schietfuiken voor het Veluwemeer en het Drontermeer. Voor het Wolderwijd/Nuldernauw is een maximum aantal afgesproken van 380 hokfuiken en 580 schietfuiken. Tot ongeveer 1995 werd ook daadwerkelijk met deze aantallen gevist. Door economische omstandigheden en teruglopende vangsten is het gebruik van fuikenteruggelopen tot thans ongeveer 150 hokfuiken en 100 schietfuiken op het Veluwemeer en Drontermeer. En 100 hokfuiken en 150 schietfuiken op het Wolderwijd/Nuldernauw. Dit komt neer op een reductie van het aantal fuiken van 75%. Het staat de beroepsvissers echter geheel vrij om naar eigen inzicht het aantal fuiken te verhogen of te verlagen op een bepaald moment. De plaatsen van de vaste fuikenplaatsen (hokfuiken) zijn vastgelegd op kaart en bijgevoegd als bijlage VI. Om bijvangst van grote vis (met name snoek) te minimaliseren worden er gedurende een bepaalde periode van het jaar met keerwand met een gestrekte maaswijdte van ongeveer 100mm in de fuiken aangebracht. Het © 2012 VBC Veluwe Randmeren

9


mechanisch schoonmaken van de fuiken vindt uitsluitend plaats nadat de fuiken zijn geleegd. Dit wordt gedaan om de mortaliteit van de bijvangst te minimaliseren. Enkele gebieden zijn door de VBC aangewezen als paai- en opgroeigebieden waarin niet of slechts beperkt gevist wordt in een 250 meter brede zone langs de oever van de ‘oude landkant’ (Gelderland). Deze gebieden zijn eveneens op kaart vastgelegd en bijgevoegd als bijlage III. In de afgelopen jaren is door de overheid eveneens een gesloten tijd voor de aalvisserij ingesteld van september tot en met november (Nederlands Aalbeheerplan). Zowel vangsten als de inspanning van de visserij met betrekking tot de aalvisserij worden wekelijks gerapporteerd aan het ministerie van EL&I. Zegenvisserij Daarnaast wordt er met de zegen door vijf beroepsvissers op de Veluwerandmeren gevist op pootvis (brasem en blankvoorn >15 cm) in de periode 1 november – 15 maart. Deze zegenvisserij vindt plaats op basis van een schriftelijke toestemming die wordt uitgegeven door Sportvisserij MidWest Nederland. Daarnaast heeft één beroepsvisser de visrechten in de haven van Elburg en ontvangen drie beroepsvissers een schriftelijke toestemming voor de zegenvisserij in de havens van Harderwijk van de visrechthebbende hengelsportvereniging.

3.2

Visstand en viswatertype De Veluwe Randmeren hebben de afgelopen 20 jaar een spectaculaire verandering laten zien: van een troebel algenrijk water naar een water met een groot doorzicht en een uitbundige begroeiing met waterplanten. Ook de visstand in dit water is sterk veranderd. Naast een afname van de productie is de dominantie van brasem sterk afgenomen en is de soortendiversiteit toegenomen en is de visstand gevarieerder van opbouw. Opvallend is de sterkte toename van snoek en baars. Het overheidsbeleid voor het verbeteren van de waterkwaliteit heeft de afgelopen jaren zijn vruchten afgeworpen. Het nutriëntengehalte van het water is drastisch teruggelopen, wat ook effect heeft op de visstand. De draagkracht van het water vermindert, waarmee ook de vangsten teruglopen. Door de Europese Kaderrichtlijn Water is de visstand van belang als parameter voor de kwaliteit van het water. De aalpopulatie staat (internationaal) onder druk. Oorzaken zijn onder andere een verminderde glasaalintrek, ziekten, overbevissing, migratiebarrières, beschikbaarheid visvoedsel, klimaatverandering en aalscholvers De VBC streeft op de Veluwe Randmeren een duurzame visstand en visserij na. Dit visplan heeft tot doel de visserij zodanig te reguleren dat er een duurzame visstand en visserij is. De onttrekking van vis moet op ecologisch verantwoorde en duurzame wijze gebeuren; dat wil zeggen, rekening houden met de populatieopbouw en bescherming van de paaistand van verschillende vissoorten.


10


De VBC streeft ernaar de visserij te reguleren op basis van visstandgegevens. De visstandgegevens worden verzameld door vangstregistraties en meerjarige visstandmonitoring. In de visstandmonitoring welke voor het laatst in 2010 is uitgevoerd wordt de visstand op de Veluwerandmeren geschat op 36.8 kg/h. Daarbij is de aal (0.2 kg/h)en snoekstand (3.1 kg/h) mogelijk onderschat omdat de gebieden met waterplanten niet effectief bemonsterd konden worden. Op basis van een onderzoek naar schieralen (aalpilot 2007-2009) op de Veluwerandmeren wordt de totale biomassa vis geschat op 51.6 kg/h. Onderstaande figuren laten de verdeling zien van het totale geraamde visbestand op de Veluwe Randmeren op basis van biomassa (links) en aantallen (rechts). Bron RWS: Visstandsbemonstering Randmeren Oost 2010


11


In onderstaande figuren is aan de hand van de meerjarige visstandmonitoring het verloop van de visstand weergegeven op het Wolderwijd/Nuldernau en het Veluwemeer en Drontermeer. De diagonale lijn geeft de trend in de biomassa van de visstand weer en de stippellijn de ontwikkeling van het aantal soorten.

Meerzomerige vis

Visbestand Wolderwijd- Nuldernauw

200,0

20

150,0

15

100,0

10

R² = 0,4774 50,0

aantal soorten

Visbestand kg/ha

Broed

5

0

0,0 1991

1992

1993

Meerzomerige vis

1994

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2004

2007

2010

Visbestand Veluwemeer-Drontermeer

Broed

200,0

25

20

15 100,0 R² = 0,6259

10

50,0 5

0,0

0 1992

1993

1994

1996

1997

1998

1999


12

2000

2001

2002

2004

2007

2010

aantal soorten

Visbestand kg/ha

150,0


3.3

Visuitzetting

3.3.1

Sportvisserij De veranderende visstand op de Veluwe Randmeren heeft gevolgen gehad voor de verschillende typen sportvissers die van het viswater gebruik maken. Enerzijds betekent het dat voor bepaalde typen visserij de vangsten teruglopen, anderzijds biedt het ook kansen voor andere typen sportvissers. Spiegelkarperproject Een voorbeeld is dat de visserij op karper op een dergelijk groot water als de Veluwe Randmeren de afgelopen jaren sterk in populariteit is toegenomen. Om deze visserij extra aantrekkelijk te maken voor de sportvisser is er een variatie in het bestand aangebracht met spiegelkarpers. In 2005 is gestart met een zogenaamd spiegelkarperproject. Door de mogelijkheid om unieke exemplaren te herkennen worden vangsten terug gemeld waardoor groei en verspreiding kunnen worden gemonitord. In de periode van 2005 tot en met 2009 is er jaarlijks 450 kg spiegelkarper uitgezet. In totaal waren dit 1580 vissen. Voor de komende vijf jaar (2012 t/m 2016) zijn we voornemens om jaarlijks 500 kg spiegelkarper uit te zetten. Zeelt Sportvisserij Nederland wil door middel van onderzoek meer inzicht krijgen in de mogelijkheden om zeelt uit te zetten in Nederland. De Veluwe Randmeren maken onderdeel uit van dit onderzoek. De zeelt is een zeer geliefde sportvis die door vele sportvissers met plezier wordt gevangen. Vooral in het voorjaar en de zomer is deze vis vaak goed te vangen. Ook is de zeelt een gewaardeerde bijvangst bij andere vormen van visserij, zoals de karper- en wedstrijdvisserij. De zeelt hoort thuis in heldere, plantenrijke wateren en komt dan ook steeds vaker voor in Nederland. Dit is positief voor de vele sportvissers die graag op zeelt vissen, maar ook voor de waterbeheerders en de Kaderrichtlijn Water (KRW). De zeelt scoort hoog op de vismaatlatten en zorgt voor een hogere EKR-score. De aanwezigheid van zeelt heeft dus een positieve invloed op de KRW beoordeling van een water. Op de Veluwerandmeren komt de zeelt nog weinig voor. Door te onderzoeken of uitgezette zeelt kan overleven op de Veluwe Randmeren en of sportvissers uitgezette zeelt kunnen terug vangen kan bepaald worden of het uitzetten van zeelt een goede maatregel is om de sportvisserijmogelijkheden te verbeteren. In 2012 en 2013 wordt in totaal 1500 kg zeelt op de Veluwe Randmeren uitgezet.


13


3.3.2

Beroepvisserij In 2011 is in de Veluwerandmeren 164 kilo glasaal uitgezet (naar schatting 529.000 stuks) en 1400 kilo pootaal (naar schatting 187.000 stuks). In het verleden (2007) is nog meer aal uitgezet. Deze gegevens worden in een later stadium aan het visplan toegevoegd.

3.4

Visonttrekking Op de Veluwe Randmeren worden verschillende vissoorten onttrokken enerzijds voor consumptie en anderzijds voor gebruik als pootvis voor viswateren van hengelsportverenigingen. Vissoorten die onttrokken worden voor consumptie zijn paling door de beroepsvisserij en snoekbaars en baars door de sportvisserij. Voor pootvis worden brasem, kolblei en blankvoorn onttrokken.

3.4.1

Sportvisserij Sinds 2009 geldt er voor sportvissers een algeheel meeneemverbod van paling voor sportvissers. De onttrekking van deze soort door sportvissers achten we daarom erg klein. Snoekbaars en baars mogen wel worden meegenomen. De snoekbaars en baars onttrekking door sportvissers kan echter nog niet gekwantificeerd worden. Sportvisserij Nederland is in 2012 gestart met het tellen en enquêteren van sportvissers op de Veluwe Randmeren. Hiermee beoogt men een profiel van de sportvisser op de Veluwe Randmeren te kunnen maken, waarbij kan worden hoeveel er door sportvissers onttrokken wordt. Men verwacht eind 2013 de resultaten van dit onderzoek gereed te hebben. Globaal mag worden aangenomen dat met de verandering van de visstand die past bij heldere en plantenrijke omstandigheden er een afname is van onttrekking van snoekbaars. Sportvissers vissen niet op brasem, kolblei en blankvoorn ten behoeve van de pootvis visserij. Hiervoor wordt door de sportvisserij wel vergunningen uitgegeven aan beroepsvissers.


14


3.4.2

Beroepsvisserij De onttrekkingsgegevens van aal (vangsten en inspanning) worden wekelijks door de beroepsvissers aan het ministerie van EL&I gerapporteerd. Vanaf 2013 zal jaarlijks opgegeven worden hoeveel paling er in het voorgaande kalenderjaar is onttrokken door de gezamenlijke beroepsvissers in de Veluwerandmeren. Er wordt in de winterperiode (1 november t/m 15 maart) met de zegen gevist op pootvis. Dit gebeurt op alle randmeren en in enkele havens te weten: haven van Elburg, Lelyhaven, Vissershaven en Lorenzhaven te Harderwijk. Voor de Veluwe Randmeren gelden verschillende quota’s. De vangsten in de havens worden in deze quota’s meegerekend. Voor het Veluwemeer en Drontermeer geldt tezamen een quota van 96.250 kg brasen en kolblei en 57.750 kg blankvoorn. Voor het Wolderwijd/ Nuldernauw geldt een quota van 65.000 kg brasem en kolblei en 13.000 kg blankvoorn.

In werkelijkheid wordt er de laatste jaren veel minder vis onttrokken dan maximaal is toegestaan. In onderstaande tabellen staat weergegeven wat er per zegenseizoen is onttrokken. Tabel 3.1

Jaarlijkse onttrekking 2009-2012 Veluwemeer-Drontermeer

Veluwemeer-Drontermeer Vangst Quotum Vangst Quotum Jaar brasem brasem blankvoorn blankvoorn 2011-2012 27.950 96.250 7.500 57.750 2010-2011 15.220 96.250 0 57.750 2009-2010 23.680 96.250 0 57.750 Gemiddeld 22.283 96.250 2.500 57.750 (6,2 kg/ha) (26,9 kg/ha) (0,7 kg/ha) (16,1 kg/ha) Gevangen deel van het quotum 23% 4% Tabel 3.2

Jaarlijkse onttrekking 2009-2012 Wolderwijd-Nuldernauw

Wolderwijd-Nuldernauw Jaar 2011-2012 2010-2011 2009-2010 Gemiddeld Gevangen deel van het quotum

Totaal quotum Totaal quotum brasem brasem blankvoorn blankvoorn 17.670 65.000 2.000 13.000 20.520 65.000 0 13.000 32.200 65.000 0 13.000 23.463 65.000 667 13.000 (9,3 kg/ha) (25,8 kg/ha) (0,3 kg/ha) (5,2 kg/ha) 36%

5% © 2012 VBC Veluwe Randmeren

15


3.5

Vismortaliteit Onder vismortaliteit wordt de sterfte van vis verstaan welke ontstaan door stroperij, visetende vogels en dode bijvangst in fuiken. Stroperij Gegevens over stroperij zijn (per definitie) onbekend. Om hier zinnige uitspraken over te doen zullen met de controle-instanties afspraken gemaakt moeten worden over de terugkoppeling van stroperij en controlegegevens. Uiteraard is iedereen het meest gebaat bij een efficiënte bestrijding van de stroperij. De hengelsportfederatie heeft in het gebied met verschillende hengelsportverenigingen BOA’s in dienst welke worden ingezet voor de bestrijding van stroperij. Deze BOA’s maken onderdeel uit van een netwerk van BOA’s van andere organisaties en politie. Er worden acties opgezet waarbij onder andere gedregd wordt naar staande netten. De sportvisserij streeft naar het terugdringen van stroperij met de hengel1. Waar dit leden van de verenigingen betreft, wordt de VISpas ingetrokken op grond van overtreding van de voorwaarden. Sportvissers mogen geen vis aan de handel of horeca leveren, indien vis wordt meegenomen is dit alleen voor eigen gebruik. Bijvangst Een belangrijk uitgangspunt van de VBC is dat bijvangst in fuiken zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het terugdringen van bijvangst kan bijdragen aan een betere ontwikkeling van duurzame schubvisbestanden die ook een hogere commerciële waarde hebben. Fuiken zijn ontwikkeld om aal te vangen, maar vissen niet altijd selectief. Een aantal beroepsvissers vist vrijwillig met keerwant in de hok- en schietfuiken. Hiermee wordt voorkomen dat maatste schubvis in de fuik terecht komt. Keerwant beperkt de schade aan fuiken door grote snoeken en voorkomt dat watervogels in de fuik terecht kunnen komen. Om te zorgen dat zoveel mogelijk ondermaatse schubvis levend kan worden teruggezet worden de fuiken pas mechanisch geschoond nadat de fuik is geleegd.

3.6

Visserijkundig onderzoek, monitoring, registratie

3.6.1

Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat laat elke drie jaar de visstand op de Veluwe Randmeren monitoren. De laatste monitoring voor de Veluwerandmeren is gedaan in 2010. Enkele gegevens van deze monitoring zijn weergegeven in

1

Het vissen met de hengel met als doel de gevangen vis te verkopen.


16


paragraaf 3.2. De volgende monitoring zal naar verwachting plaatsvinden in 2013.

3.6.2

Sportvisserij Door de sportvisserij worden op verschillende wijze vangstgegevens verzameld. In het verleden konden sportvissers vrijwillig hun vangsten opgeven via www.vangstenregistratie.nl. Daarnaast worden ook bij viswedstrijden vangstgegevens verzameld. Bij viswedstrijden is het verplicht gesteld om de vangstgegevens van de deelnemers aan de federatie te rapporteren. Ook worden er via de spiegelkarperprojecten vangsten van spiegelkarpers bijgehouden. De hiervoor genoemde vangstgegevens worden verzameld en aan de VBC medegedeeld. Voor de komende jaren verwachten we naast de hiervoor genoemde vangstgegevens ook vangstgegevens te verzamelen uit nieuwe voorgenomen spiegelkarperprojecten, een onderzoek naar de mogelijkheid om zeelt uit te zetten, een sportvisserij onderzoek op de randmeren en via een nieuw digitaal systeem genaamd ‘mijnvismaat.nl’ waarop sportvissers via hun mobiele telefoon vangsten kunnen registreren.

3.6.3

Beroepsvisserij De beroepsvissers registreren hun zegenvangsten. Deze gegevens worden tweewekelijks overgedragen aan de federatie. Een registratieformulier voor de zegenvisserij is in bijlage IV opgenomen. De verzamelde zegenvangsten worden jaarlijks besproken in de VBC. In 2007-2009 is gewerkt aan een proef voor het aalbeheer, de zogenaamde ‘aalpilot’.

3.7

Regelgeving Voor de sport- en beroepsvisserij zijn naast de wettelijk geldende regels nog een aantal aanvullende regels en afspraken vastgesteld. Hiervoor is in het vorige visplan een ‘Reglement beroepsvisserij’ en een ‘Reglement sportvisserij’ gemaakt die eveneens in dit visplan worden opgenomen. De regels en afspraken maken onderdeel uit van dit visplan en zijn hieronder weergegeven.


17


3.7.1

Reglement beroepsvisserij Zegenvisserij (artikelen 1 t/m 14) Artikel 1, Seizoen Het zegenseizoen vangt aan op 1 november en duurt tot 15 maart. Bij langdurige ijsbedekking kan na advies van de VBC deze periode worden verlengd tot 1 april. Artikel 2, Vissoorten Met de zegen gevangen brasem, blankvoorn (>15 cm) en kolblei, mogen worden behouden. Overige vissoorten dienen direct na de trek levend te worden teruggezet. Artikel 3, Sortering vangst Na elke zegentrek dient de vangst te worden gesorteerd volgens de best beschikbare methode op de plaats van de vangst. Het sorteren is gericht op het behouden van brasem, blankvoorn en kolblei en het zo snel mogelijk levend terugzetten van de overige, mee gevangen vissoorten.

Artikel 4, Gebruik zegen •

•

• •

De lengte van de zegen gemeten over de bovenpees mag maximaal 600 meter bedragen. De treklijnen van de zegen mogen maximaal de lengte van de zegen zijn. De zegen mag niet over een grotere afstand door het water worden voortbewogen dan de lengte van de zegenlijn bedraagt. Het binnenhalen van de zegen dient vanuit een voor anker liggend vaartuig te gebeuren. De hoogte van de zegen mag niet meer dan 10 meter bedragen. De bovenreep dient drijvend te worden gevist. Het is niet toegestaan om tijdens de zegenvisserij een keernet te gebruiken.

Artikel 5, Aanlanding vis •

•

De met de zegen gevangen, te behouden vis dient op vaste locaties te worden aangeland. Dit zijn: - Harderhaven - strand Horst (jachthaven) - strand Nulde (jachthaven) - Bremerberg - Zeewolde - Harderwijk - Elburg Voor het aanlanden van vis is de ‘Procedure aanlanding zegenvisserij’ van toepassing. Dit document is opgenomen als bijlage V. Daarmee maakt de procedure tevens onderdeel uit van dit visserijreglement.


18


Artikel 6, Openstelling gebieden In principe zijn er geen restricties met betrekking tot de visgronden, tenzij hierop specifieke weten regelgeving van toepassing is. Vanuit natuuroverwegingen dient echter een afstand van minimaal 250 meter tot de oever in acht te worden genomen. Dit geld voor de oude land kant. In overleg met en na besluitvorming terzake in de VBC kan hiervan worden afgeweken. (Deze ‘oude’ afspraak zal worden verwijderd wanneer er duidelijkheid/overeenstemming is over fuikenvrije paai-, opgroei en doortrekgebieden) Artikel 7, Quota Met betrekking tot de in het winterseizoen met de zegen gevangen vis gelden voor het seizoen 2012/2013 de onderstaande quota. Deze quota zijn gebaseerd op de door het Ministerie van LNV genoemde quota in de zegenvergunningen voor de periode 2003/2004. De VBC zal trachten ook de vangstgegevens van de havens hierbij te betrekken, wanneer deze niet beschikbaar komen worden die op 0 gesteld. • •

Nuldernauw/Wolderwijd (inclusief havens): 65.000 kilo brasem en kolblei, 13.000 kilo blankvoorn. Veluwemeer/Drontermeer (inclusief havens): 96.250 kilo brasem en kolblei, 57.750 kilo blankvoorn.

Artikel 8, Beëindigen vergunning Bij het bereiken van de in artikel 7 vastgestelde quota eindigt de vergunning voor het seizoen 2012 -2013. Om het moment vast te stellen waarop de quota zijn bereikt dienen de vangsten conform artikel 12 tweewekelijks schriftelijk aan de secretaris van de VBC te worden gemeld. Op het moment dat het quotum is bereikt zal de secretaris van de VBC dit schriftelijk aan de beroepsvissers melden, waarmee de vergunning per direct is beëindigd.

Artikel 9, Verdeling quota De vastgestelde quota worden per deelgebied als genoemd in artikel 7 evenredig verdeeld over de uitgegeven vergunningen. Artikel 10, Vergunning De vergunning voor het vissen met de zegen wordt per water en op naam afgegeven. Artikel 11, Vistijden


19


Met de zegen mag worden gevist tussen één uur voor zonsopgang en twee uur na zonsondergang. Het tijdstip van twee uur na zonsondergang is in deze regelgeving opgenomen vanwege het nog kunnen sorteren van de vangst op het water. Artikel 12, Monitoring De hoeveelheid aangelande vis (in kilo’s) en de lengteverdeling dient dagelijks schriftelijk en op gestandaardiseerde wijze te worden vastgelegd (bijlage IV). Tweewekelijks dienen de hoeveelheden gevangen vis en de administratie van de handel te worden gerapporteerd aan Sportvisserij MidWest Nederland. Ten behoeve van monitoringsdoeleinden zal een maal per week een uitgebreidere vangstregistratie plaatsvinden. Leden van de VBC, dan wel daartoe door de VBC schriftelijk gemachtigde personen, zullen hiervoor worden ingeschakeld. Artikel 13, Controle zegenvisserij

• Naast de reguliere controle door BOA en AID is het VBC-leden en andere, via de VBC, door het federatiebestuur gemachtigde personen na legitimatie toegestaan om onaangekondigd aan boord te komen en de aangelande vis te controleren. • Om de controle op de zegenvisserij mogelijk te kunnen maken dienen de beroepsvissers te handelen volgens de gemaakte afspraken zoals omschreven in de ‘Procedure aanlanding zegenvisserij’ zoals opgenomen in bijlage V. Visserij met fuiken en hoekwant

(artikelen 14 t/m 17)

De artikelen 14 tot en met 17 regelen de visserij met fuiken en hoekwant. Deze visserij is gericht op de aal en wordt uitgevoerd door de beroepsvissers die hiervoor aalvisrechten hebben. Artikel 14, Behoud van met fuiken gevangen schubvis • •

In de aalfuiken gevangen brasem, kolblei en blankvoorn > 15 cm mag in de periode 1 maart t/m 30 september worden behouden. Eventueel met aalfuiken meegevangen snoek dient onverwijld te worden teruggezet en dient per visdag schriftelijk te worden geregistreerd.

Artikel 15, Beperking fuikenvisserij • • • •

De plaatsen van de hokfuiken staan vast en zijn beschreven door Rijkswaterstaat en zijn op tekening aangegeven in bijlage VI. De plaatsing van de schietfuiken wordt in goed overleg met de VBC bepaald. Zowel hok- als schietfuiken dienen uiterlijk twee maal per week te worden geleegd. Discards dienen naar vermogen te worden beperkt.


20


•

De hokfuiken en schiefuiken kunnen op vrijwillige basis voorzien worden van een keerwand.

Artikel 16, Controle fuikenvisserij • • •

Naast de reguliere controle door BOA en NVWA is het VBC-leden na legitimatie toegestaan om onaangekondigd aan boord te komen en de aangelande vis te controleren. Op de vlaggen van de schietfuiken moet duidelijk en herkenbaar worden aangegeven van welke visser de schietfuiken zijn. Locatie en tijdstip van de visserij met schietfuiken wordt voor uitvoering aangekondigd bij het secretariaat van de VBC en de controlerende instanties. Eventuele wijzigingen hierop dienen voor aanvang van de visserij aan het VBC-secretariaat te worden doorgegeven. Door het secretariaat van de VBC kunnen desgewenst personen aangemeld worden die aanwezig willen zijn tijdens de visserij. Deze opstappers mogen de werkzaamheden van de beroepsvissers niet hinderen, ze zijn voor eigen rekening en risico aanwezig en zij dienen zich te conformeren aan de gegeven veiligheidsinstructies van de schipper. (Deze ‘oude’ afspraak zal worden verwijderd wanneer er duidelijkheid/overeenstemming is over fuikenvrije paai-, opgroei en doortrekgebieden)

Artikel 17, Periode visserij met hoekwant •

Het vissen met hoekwant is toegestaan van 1 juni t/m 30 september. (daarbij wordt uiteraard de gesloten periode op aal vanaf 1 september in acht genomen)

Algemene bepalingen beroepsvisserij Artikel 18, Sancties • •

•

3.7.2

Bij overtreding van de afspraken uit dit visplan of bij overtreding van de vergunningvoorwaarden, wordt de vergunninghouder geacht zonder vergunning te vissen. Bij een of meerdere geregistreerde overtredingen van de vergunningvoorwaarden en na advies van de VBC is de vergunningverlener gerechtigd tot onmiddelijke intrekking van de vergunning voor een periode van een maand. Bij een herhaalde, door een opsporingsinstantie geregistreerde overtreding op basis van een proces-verbaal en na advies van de VBC is de vergunningverlener gerechtigd tot een definitieve en intrekking van de vergunning.

Reglement sportvisserij Artikel 19, Beperkingen sportvisserij •

Het is verboden de volgende vissoorten in bezit te hebben: snoek of karper. Genoemde vissoorten dienen na vangst direct in hetzelfde water te worden teruggezet. © 2012 VBC Veluwe Randmeren

21


•

Het is verboden per visdag meer dan 2 snoekbaarzen en 10 baarzen in bezit te hebben. Artikel 20, Registratie sportvisserij

•

•

Er is een website voor het bijhouden van hengelvangstregistratie. De verzamelde gegevens zullen bij Sportvisserij Nederland eenmaal per jaar worden opgevraagd en tijdens de VBC-vergadering worden besproken. Voor het houden van viswedstrijden geldt de voorwaarde dat de organisator van de wedstrijd de vangsten registreert en doorgeeft aan het VBC-secretariaat. Eenmaal per jaar zullen deze gegevens besproken worden tijdens een VBC-vergadering. Artikel 21, Gebruik sportvisserij Het gebruik van de randmeren door sportvissers wordt geïnventariseerd en op kaart vastgelegd.


22


3.8

Controle, handhaving en sanctionering Er zijn twee vormen van controle± publiekrechtelijke en privaatrechtelijk. Publiekrechtelijke controle wordt uitgevoerd door beëdigde ambtenaren (politie, NVWA of BOA). Privaatrechtelijke controle wordt uitgevoerd door vrijwilligers van de hengelsportverenigingen zonder strafrechtelijke bevoegdheid. De sanctionering is wettelijk geregeld. Per overtreding zijn boetebedragen vastgesteld. De publiekrechtelijke (visserij)controle op de Veluwerandmeren wordt uitgevoerd door KLPD, BOA’s in dienst van de sportvisserij of terrein beherende organisaties, provincie en ambtenaren van het NVWA. De BOA’s registreren hun activiteiten in het BOA-registratiesysteem. In 2011 zijn er alleen al volgens dit systeem 468 sportvissers op de randmeren gecontroleerd. Dit is een toename van 77% ten opzichte van 2010. In 8% van de gevallen is een waarschuwing gegeven en in 9% van de gevallen is een proces verbaal opgemaakt. De meest voorkomende overtreding waarvoor proces verbaal is opgemaakt is het niet in bezit zijn van een VISpas (63%). Daarnaast is ook proces verbaal opgemaakt voor het vissen met meer dan twee hengels (7%), niet tonen van VISpas op eerste vordering (7%), meerdere overtredingen (7%), het voorhanden hebben van ondermaatse vis (5%), vissen met levend aas (2%) en vissen met beroepsvistuig (2%). De meeste controles vinden plaats bij Elburg, Harderwijk en Nijkerk zoals onderstaand figuur laat zien. Bron: Rapport, controle van de sportvisserij in 2011, Sportvisserij Nederland.


23


3.9

Bereikbaarheid en bevisbaarheid Deze paragraaf zal in een later stadium door de visrechthebbenden nadere invulling krijgen.


24

- Gewenste situatie en streefbeelden -

4

Gewenste situatie en streefbeelden

Dit hoofdstuk zal in een later stadium door de visrechthebbenden nadere invulling krijgen.

4.1

Visrechten en visserijgebruik Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.2

Visstand en viswatertype Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.3

Visuitzetting Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •


25


4.4

Visonttrekking Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.5

Vismortaliteit Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.6

Visserijkundig onderzoek, monitoring en registratie Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •


26

- -

4.7

Regelgeving Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.8

Controle en handhaving Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •

4.9

Bereikbaarheid en bevisbaarheid Streefbeeld sportvisserij: • Streefbeeld beroepsvisserij: •

Maatregelen •


27


5

Voortoets voorgenomen maatregelen



28

- Uitvoeringsprogramma -

6

Uitvoeringsprogramma



29


7

Communicatie en overige zaken



30

- Bijlagen -

8

Bijlagen

Bijlage I

Eigendomssituatie Veluwe Randmeren ............................... 32

Bijlage II

Overzicht visrechtensituatie ............................................. 34

Bijlage III Paai- en opgroeigebieden................................................. 36 Bijlage IV

Registratieformulier zegenvisserij ..................................... 37

Bijlage V

Procedure aanlanding zegenvisserij.................................... 38

Bijlage VI

Fuikenkaarten ................................................................ 39


31


Bijlage I

Eigendomssituatie Veluwe Randmeren


32

- Bijlagen -


33


Bijlage II

Overzicht visrechtensituatie

Omschrijving visrechtgebied

kenmerk KVDB

document

verhuurder

huurder/ toestemminghouder

Visrecht

specifiek

Drontermeer, Veluwemeer, Wolderwijd en Nuldernauw. Drontermeer en Veluwemeer

60637

Huurovereenkomst

De Staat

schubvisrecht

nvt

60427

Huurovereenkomst

De Staat

Sportvisserij MidWest Nederland J. Foppen

aal

nvt

Drontermeer en Veluwemeer

60428

Huurovereenkomst

De Staat

H. Timmer

aal

nvt


60429

Huurovereenkomst

De Staat

J. van Triest

aal

nvt


60430

Huurovereenkomst

De Staat

J.H.W. Westerink

aal

nvt

Haven Elburg

H2009/0106/4178

Huurovereenkomst

Gemeente Elburg

C van Triest

Volledig

Drontermeer, voor zover H2000/00003/0367 Huurovereenkomst eigendom van Waterschap Veluwe Drontermeer en Veluwemeer Schriftelijke toestemming

Waterschap Veluwe

J.H.W. Westerink

Aal

zegenvisserij op brasem 1 november en blankvoorn (pootvis) t/m 15 maart nvt

Sportvisserij MidWest Nederland

H. Timmer

specifiek

zegenvisserij op brasem 1 november en blankvoorn (pootvis) t/m 15 maart

Wolderwijd en Nuldernauw

60437

Huurovereenkomst

De Staat

J. Foppen

aal

nvt


60415

Huurovereenkomst

De Staat

M.J. Klaassen

aal

nvt


60416

Huurovereenkomst

De Staat

P. Jansen

aal

nvt


60436

Huurovereenkomst

De Staat

G. Heimensen

aal

nvt

Schriftelijke toestemming Schriftelijke toestemming

Sportvisserij MidWest Nederland Sportvisserij MidWest Nederland

G. Heimensen

specifiek

M.J. Klaassen

specifiek

zegenvisserij op brasem en blankvoorn (pootvis) zegenvisserij op brasem en blankvoorn (pootvis)

Wolderwijd en Nuldernauw Wolderwijd en Nuldernauw


34

datum

1 november t/m 15 maart 1 november t/m 15 maart

- Bijlagen -

Omschrijving visrechtgebied

kenmerk KVDB

document

verhuurder

huurder/ toestemminghouder

Visrecht

specifiek

Schriftelijke toestemming Huurovereenkomst

Sportvisserij MidWest Nederland Gemeente Harderwijk

P. Jansen

specifiek

HSV De Snoek, Harderwijk

volledig

zegenvisserij op brasem 1 november en blankvoorn (pootvis) t/m 15 maart nvt

Lorentzhaven

Schriftelijke toestemming


H. Timmer

Specifiek


Lelyhaven, Vissershaven



H. Klaassen

Specifiek


Lelyhaven, Vissershaven



P. Jansen

Specifiek


Nuldernauw, voor zover eigendom H2000/0152/1181 van het waterschap Vallei en Eem

Huurovereenkomst

Waterschap Vallei & Eem

HSV Hoop op Geluk, Nijkerk

volledig

nvt

Wolderwijd en Nuldernauw Vissershaven, de Lorentzhaven, de H2002/0192/3914 Lelyhaven en de singel van de Wittenhagen te Harderwijk


35

datum


Bijlage III

Paai- en opgroeigebieden

Ten tijde van het vaststellen van dit visplan is er nog geen duidelijkheid over de gebieden welke ten behoeve van de visstand zullen worden ontzien van visserij. Hierover zal men in 2013 overeenstemming proberen te krijgen.


36

- Bijlagen -

Bijlage IV

Registratieformulier zegenvisserij

Algemene gegevens Naam water: .......................................................... Datum: .................................................................. Locatie: .................................................................. Tijdstip vangst : .................................................... Naam visser: ……………………………………………….

Aanlangingsplek: ………………………………………….

Inspanning visserij Vangsttuig

lengte

maaswijdte

hoogte

bevist oppervlak

aantal trekken

Zegen

Vangst (inclusief uitgesorteerde bijvangst) Soort

lengte

gewicht

aantal

Opmerkingen


37


Bijlage V

Procedure aanlanding zegenvisserij

1. Indien de beroepsvissers gaan zegenen stuurt de bemanning ’s ochtend voordat men uitvaart een SMS met bootnummer en te bevissen randmeer naar de controleur. 2. Voor aanlanding van de vangst geven de beroepsvissers per SMS een inschatting in kilo’s van de vangst per vissoort en geven zij de aanlandingsplaats door. Deze melding dient ruim voor de aanlanding te gebeuren zodat de controleurs de tijd hebben om naar de aanlandingsplaats te kunnen komen voor een steekproef voordat er vis is gelost. Het telefoonnummer van de controleur is te vinden op de schriftelijke toestemming. 3. Wanneer er geen vangsten tijdens de visdag worden gedaan wordt dit voor het binnenvaren aan de controleur per SMS gemeld. 4. Wanneer de vis bij aanlanding niet direct gelost wordt bij een afnemer maar de vis zogezegd in opslag wordt gehouden dient dit ook per SMS, inschatting kilo´s en opslagplaats, te worden gemeld. Wanneer bekend is wanneer de in opslag gehouden vangst wordt gelost/afgenomen dient dit ook ruim van te voren per SMS te worden gemeld om de controleur in gelenheid te stellen bij het lossen aanwezig te kunnen zijn 5. Vangsten inclusief teruggezette bijvangsten worden per dag ingevuld op het ‘registratieformulier zegenvisserij’ (zie bijlage IV). 6. Tweewekelijks dienen de formulieren en (een kopie van de) afleveringsbonnen aan de handelaar naar de federatie te worden gestuurd. Het adres van de federatie: Populierenlaan 78, 1911 BM UITGEEST. 7. Het afhalen van vis door de handelaar dient van te voren telefonisch te worden gemeld bij de controleur.


38

- Bijlagen -

Bijlage VI

Fuikenkaarten


39



40

- Bijlagen -


41



42

Rapport. Visplan Veluwe Randmeren

Recommend Documents