RAPPORT
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’ POM West-Vlaanderen
Rapport No.: PP099587, Rev. 2 Datum: 2014-12-31
Project naam:
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Titel Raport:
Roadmap FvT 1 ‘Voeding’
Customer:
POM West-Vlaanderen
Date of issue:
2014-12-31
Project No.:
PP099587
Organisation unit:
DNV GL Oil & Gas Solutions Belgium Duboisstraat 39 b1 2060 Antwerp Belgium Tel: +32 (0)3 206 65 40
Report No.:
PP099587, Rev. 2
Voorbereid door:
Review door:
Goedgekeurd door:
Joost Vanden Berghe Principal Consultant
Christine Brants Support
Maarten Bekaert Head of department
Inhoudstabel MANAGEMENT SAMENVATTING...................................................................................................... 3 1
INLEIDING ..................................................................................................................... 4
1.1
Achtergrond
4
1.2
Afbakening
4
1.3
Aanpak en status
5
2
MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN ............................................................................ 6
2.1
Algemene trends
6
2.2
Specifieke trends in voeding
6
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
Enkele tendensen nader bekeken Functionele, gezonde en evenwichtige voeding Voeding met belevingswaarde Wijzigingen in de waardeketens
3
DE CLUSTER IN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ......................................................... 11
3.1
Algemeen
11
3.2
Andere karakteristieken van de cluster
12
4
SWOT- ANALYSE .......................................................................................................... 13
4.1
Sterktes
13
4.2
Zwaktes
14
4.3
Opportuniteiten
15
4.4
Bedreigingen
16
5
VISIE 2025 .................................................................................................................. 17
6
GAP-ANALYSE .............................................................................................................. 20
9 9 9 10
BIJLAGE 1 ALGEMENE TRENDS .................................................................................................... 23 BIJLAGE 2: DE SECTOR IN WEST-VLAANDEREN ............................................................................. 24 Omzet en winstgevendheid 24 Aantal en grootte van de ondernemingen 25 Aantal starters en stoppers 25 Tewerkstelling 26 Export en investeringen 26 De kenmerken van de waardeketen 28 BIJLAGE 3: ONDERZOEK EN ONTWIKKELING ................................................................................ 29 Europese onderzoeksprioriteiten 29 Onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten bij West-Vlaamse bedrijven 30 BIJLAGE 4: DETAIL SWOT ANALYSE ............................................................................................. 34
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
MANAGEMENT SAMENVATTING Deze roadmap bevat een visie 2025 en gap-analyse die aantoont wat er moet gebeuren om tot de verdere versterking van de cluster van de voedingsindustrie in West-Vlaanderen te komen. De roadmap is een inspiratiebron voor de verdere uitbouw van een regionaal clusterbeleid. Bij de uitwerking van deze roadmap is, vertrekkende van een beschrijving van de as-is situatie, een grensoverschrijdende SWOTanalyse opgemaakt. Een confrontatie van de SWOT-analyse met een door alle triple-helix actoren gedragen, beschrijving van de gewenste to-be situatie, heeft vervolgens geleid tot het identificeren van de belangrijke gaps die overwonnen moeten worden om de visie 2025 te kunnen realiseren. De grote concentratie van landbouwactiviteiten in West-Vlaanderen heeft als voedingsbodem gediend voor de ontwikkeling van een significant agrovoedingscomplex. De significante opbrengst het regionale landbouwareaal heeft tevens geleid tot een internationaal concurrentiële industrie inzake diepvriesvoeding, voornamelijk in groenten en aardappelproducten. Daarnaast heeft zich een belangrijke vleesverwerkende industrie ontwikkeld (met nadruk op de varkensteelt) met een intussen geïntegreerde waardeketen gaande van kweek tot slachterij, tot productie van veevoeder en melkproducten. Tenslotte heeft de ligging aan de zee natuurlijk de voedingsbodem geleverd voor de visverwerkende nijverheid. Bedrijven actief in de diepvriesvoeding en de vleesverwerkende industrie dienen in toenemende mate rekening te houden met een toenemend aantal specifieke trends binnen de eigen sector, maar ook uit andere sectoren. Daardoor kunnen deze bedrijven het zich niet meer veroorloven hun strategie af te stemmen op één trend, maar dienen ze het overzicht te bewaren over een hele reeks trends en hun onderlinge relaties. Ze dienen bewust keuzes te maken in het licht van de snel veranderende wereld. Hiervoor is toenemende samenwerking tussen de bedrijven onderling en met kennisinstellingen en overheden noodzakelijk. Deze samenwerking moet leiden tot een duurzame sector die zich in 2025 kenmerkt door 5 elementen. 1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen in 2025 innovatieve vraaggedreven voedingsproducten met hoge toegevoegde waarde voor de wereldwijde markt. De groente- en aardappelproducten blijven in 2025 een heel belangrijke specialisatie in West-Vlaanderen; 2. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken intensief samen doorheen de keten, van consument tot en met primaire productie, in 2025; 3. West-Vlaamse voedingsbedrijven zijn in 2025 verzekerd van grondstoffen en zetten deze maximaal in; 4. De lokale voedingsindustrie is in 2025 een referentie wat betreft ecologische voetafdruk; 5. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken intensief samen met bedrijven en kennisinstellingen uit andere clusters binnen en buiten de eigen regio. Deze ‘Visie 2025’ is uitgeschreven met de participatie van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. De roadmaps dienen als inspiratiebron om concrete acties en beleidsmaatregelen uit te werken.
Page 3
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
1 INLEIDING 1.1 Achtergrond Binnen het Interreg IVA-project Tandem staat de grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van innovatie tussen West-Vlaamse en Noord-Franse kennis- en innovatieactoren centraal. Hiervoor worden verschillende acties ondernomen die ertoe bijdragen dat grensoverschrijdende kennis- en innovatieactoren gemakkelijker met elkaar in contact kunnen komen om aldus samenwerking te realiseren. Binnen het project is ervoor gekozen om de inspanningen te concentreren rond een vijftal economische sectoren die zowel voor de provincie West-Vlaanderen als voor de Région Nord-Pas de Calais van strategisch belang zijn, waaronder de cluster “Voeding”. Naast het zeer concreet creëren van samenwerkingsverbanden, wil het project Tandem echter ook de toekomst mee voorbereiden. Beide regio’s hebben vanuit de eigen doelstellingen en regionale ambities hieromtrent reeds een visie uitgewerkt. Zo wordt in West-Vlaanderen gewerkt aan de uitbouw van de Fabrieken voor de Toekomst, een collectief initiatief van zowel beleidsactoren, intermediairs zoals werkgevers- en werknemersorganisaties, als onderzoeks- en onderwijsinstellingen en economische actoren. In Nord-Pas de Calais werd een strategische nota ontwikkeld die de krijtlijnen uitschrijft voor het innovatiebeleid voor de periode 2014-2020, de Stratégie Recherche & Innovation- Spécialisation Intélligente (SRI-SI). Vertrekkende vanuit deze bestaande regionale visies en ambities wil het project Tandem de toekomst van deze cluster verder voorbereiden en vorm geven. Dit zowel vanuit een regionaal als vanuit een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend perspectief. Deze roadmap moet leiden tot de verdere versterking van de (grensoverschrijdende) clusters en vormt als dusdanig de basis voor de verdere uitbouw van een regionaal en grensoverschrijdend clusterbeleid.
1.2 Afbakening De doelgroep van deze roadmap is de voedingsindustrie. Het doel van deze roadmap is om door toekomstgericht te denken deze sector te versterken. De clusters van de toeleveranciers naar deze sectoren, bijvoorbeeld de landbouw en de machinebouw, of de afnemers, bijvoorbeeld de retail, zijn geen directe doelgroepen van deze roadmap maar zijn wel betrokken omdat ze een belangrijke meerwaarde kunnen zijn voor de toekomst van de doelgroep.
Page 4
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
1.3 Aanpak en status Bij de uitwerking van deze roadmap is, vertrekkende van een beschrijving van de as-is situatie, een regionale, respectievelijk grensoverschrijdende SWOT-analyse opgemaakt. Een confrontatie van de SWOTanalyse met een door alle triple-helix actoren gedragen beschrijving van de gewenste to-be situatie heeft vervolgens geleid tot het identificeren van de belangrijke gaps. Deze hiaten moeten overkomen worden om op middellange tot lange termijn (5 tot 10 jaar) te kunnen leiden tot een duidelijke versterking van de regionale en grensoverschrijdende cluster. De as-is situatie is grotendeels beschreven op basis van literatuuronderzoek, met een belangrijke inbreng van de afdeling DSA van de POM West-Vlaanderen. Voor de trendanalyse en de SWOT-analyse zijn interviews afgenomen met bedrijven, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters. Voor het uitwerken van de gewenste to-be situatie werd een workshop georganiseerd met vertegenwoordigers uit de industrie, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters.
Page 5
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
2 MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN 2.1 Algemene trends In het kader van deze roadmap oefening werd bij een beperkte groep van experts uit verschillende sectoren, op basis van enkele indicatoren, gepeild wat hun visie op de toekomst is. Er is eveneens gevraagd hoe groot zij de impact van de verschillende tendensen op de voedingssector inschatten. De resultaten van de bevraging zijn weergegeven in de tabel in bijlage 1. De resultaten geven aan dat de experts het in grote mate eens zijn over een toekomst waarin ecologie, vergrijzing en gepersonaliseerde producten belangrijke drivers zijn in een wereld met een schaarste aan grondstoffen en energie. Ze zien een toenemende globale nivellering van het economische en regulerend speelveld.
2.2 Specifieke trends in voeding
Markt
In de wereld van vandaag en morgen dienen organisaties rekening te houden met een toenemend aantal specifieke trends binnen de eigen sector, maar ook uit andere sectoren. Bovendien neemt de onderlinge afhankelijkheid tussen de trends toe. Daardoor kunnen organisaties het zich niet meer veroorloven hun strategie enkel af te stemmen op één trend. Ze moeten trachten een globaal overzicht te krijgen van alle trends en hun onderlinge relaties. Op basis daarvan is het zinvol om bewust keuzes te maken en deze regelmatig te evalueren in het licht van de snel veranderende wereld. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste trends in de voedingssector, verkregen op basis van literatuur onderzoek en interviews met bedrijven, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters. Voeding als een belevenis en identiteit Convenience food
Functionele en evenwichtige voeding i.f.v. volksgezondheid en levenskwaliteit
Doelgroepenvoeding
De wereld op je bord
Merkrationalisatie Meer kant-en-klaar
Een trend richting voeding "met een boodschap" (inhoud, oorsprong, functie, impact,…), gepersonaliseerde voeding (zie ook volksgezondheid), als "entertainment" (combinatie met plezier, avontuur, …), … De consument eist dat een divers gamma voeding overal en altijd beschikbaar is (het voeding moet overal en in elke vorm onmiddellijk kunnen genuttigd worden), .... Voeding dient in de toekomst in toenemend belang te beantwoorden aan de functionele behoefte van het menselijk lichaam. Door een functioneel en evenwichtig voedingspatroon kunnen heel veel gezondheidsproblemen (relatief goedkoop en) preventief aangepakt worden. Smaak en genot zijn eveneens belangrijk, maar secundair. Smaak kan echter ook een effectief hulpmiddel zijn voor een functioneel en evenwichtig voedingspatroon. Nutritioneel verantwoorde voeding dient aanpasbaar te zijn voor ieders individuele gezondheidsbehoeftes via een transparant en traceerbaar systeem. Door de toenemende vergrijzing in vooral West-Europa dienen aangepaste voedingsproducten en een groot aantal gerelateerde nieuwe diensten ontwikkeld te worden. Door evolutie in transport- en bewaartechnieken is voeding van overal ter wereld beschikbaar in Vlaanderen en omgekeerd. Onze (verse) voedingsproducten kunnen ook wereldwijd geëxporteerd worden (bier, chocolade, fruit). De grote voedingsconcerns rationaliseren steeds meer het totaalaanbod aan merken. Meer voorbewerkte producten, zowel "ruwe" voedingsproducten (bv. Page 6
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Nieuwe PPProductdienst combinaties Ecodesign
Productie
Nieuwe smaken Vernieuwingen in verpakkingsmiddelen
Distributie
Nieuwe productietechnologieë n Overschrijding ecologische draagkracht
Differentiatie voedselaanbieders
voorverpakte sla, gepelde garnalen, diepvriesvis) als kant-en-klare maaltijden Er is een toename in het aanbieden van modellen waarbij een dienst wordt verkocht gekoppeld aan het product Bij het ontwerp van producten en diensten wordt steeds meer rekening gehouden met de ecologische impact over de volledige levenscyclus van het product of de dienst Er worden nieuwe smaken in bestaande producten op de markt gebracht (bv zoet witloof) Het verbruik van verpakkingsmiddelen daalt niet maar wordt functioneler, met name in functie van convenience food, vermijden van voedselverliezen door kleinere verpakking, verpakking met behoud van smaak en verpakking als onderdeel van "voedselbeleving". Er is een openheid voor algemeen gebruik van biogebaseerde verpakkingsmiddelen en toepassing van sensoringtechnieken in de verpakking Door sterke toename in bijvoorbeeld printtechnologie en digitalisering van het productieproces ontstaan nieuwe mogelijkheden voor een flexibeler productieproces en additive manufacturing De consument is zich meer en meer bewust van de ecologische impact van de productie van voeding en wil die kennen en zien dalen. De consument kiest voor producten met lagere totale voetafdruk, waardoor de voetafdruk van o.a. productie, transport en verwerking van voeding (incl. voedselafval) drastisch zal moeten verminderen. Sterke verbreding & differentiatie aan voedingsaanbieders: grootwarenhuizen, rechtstreeks bij boer (korte keten), bio, gespecialiseerde kanalen (bv. Italiaans, groente, slager, kaas, vis), diepvriesketens, prijsbrekers <> betere segment.
Grondstoffen
Voedingsdistributie in steden
Door de verstedelijking en inbreiding is er een behoefte aan nieuwe logistieke en distributie concepten (zowel aan huis, als via verkooppunten, als via restaurants) Duurzame exploitatie Offshore aquacultuur neemt in belang toe. De offshore wind sector en van de zeeën werken voor kustbescherming bieden nieuwe mogelijkheden voor aquacultuur. Nieuwe grondstoffen Er is een openheid voor nieuwe grondstoffen, zoals eiwitrijke stromen, en ingrediënten GMO's, insecten, neutraceuticals, producten uit de industriële biotechnologie (met nieuwe functionaliteiten, nieuwe milde conserveringsmiddelen, biosensoren, nanomaterialen,...) en valorisatie van nevenstromen Meer grondstoffen Afname van de Europese concurrentiekracht waardoor de economie efficiëntie dient gestimuleerd te worden met verhoging van de Europese concurrentiekracht door kosten beheersing, hogere grondstoffen efficiëntie, meer innovatie, specialisatie en clustering en het verzekeren van de beschikbaarheid van essentiële grondstoffen. Deze trend wordt versterkt door de maatregelen om voedselverliezen doorheen heel de keten sterk terug te dringen Stijgende waarde van Door de toenemende vraag, de beperkte voorraden, klimaateffecten en biomassa geopolitieke verhouding neemt de onzekerheid over beschikbaarheid,
Page 7
Samenwerking
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Vleesen visvervangers Toename samenwerking in de voedselketen Toename samenwerking binnen de voedselketen
Beleid
Strikte wetgeving
Voedselveiligheid
Verschuivingen in de waardeketen en nieuwe waardeketens
Traceerbaarheid kwaliteitscontrole
geografische verdeling en kost van grondstoffen (inclusief biomassa) enorm toe. Voedsel is de prioritaire bestemming voor biomassa, gevolgd door veevoeding, chemie/materialen en tenslotte energie. Vlees en vis worden meer en meer luxeproducten (door schaarste en ecologische impact) waardoor de vraag naar vervangers zal toenemen. Er is een toenemende samenwerking binnen de voedselketen tussen agro - industrie - retail - consument - technologieleverancier. Deze samenwerking leidt tot geïntegreerde teelt en productie die leidt tot schaalvergroting in een deel van de landbouwsector. Door de stijgende waarde van biomassa en de prijsvolatiliteit ervan enerzijds en de hoge eisen van de consument op vlak van prijs, voedselveiligheid, diversiteit,… anderzijds, is er meer samenwerking nodig binnen de hele voedselketen. Vooral samenwerking tussen de hoofdzakelijk heterogene groep transformatiebedrijven (zowel klein als groot) en de meer homogene groep van steeds groter wordende distributeurs. Door de introductie van bijvoorbeeld biogebaseede materialen en product-dienstcombinaties en de verhoogde recyclage komen er nieuwe spelers in de verschillende voedselwaardeketens (bv. grote agro-industrie investeert zelf in processing en/of in productie van basismoleculen door industriële biotechnologie) en ontstaan er nieuwe samenwerkingsverbanden. Wetgeving over voedselveiligheid, afval, terugnameplicht, gebruik van grondstoffen (REACH), dwingen bedrijven om op zoek te gaan naar meer duurzame alternatieven. Voor de industrie biedt dit kansen voor het ontwikkelen en in de markt zetten van nieuwe ingrediënten en producten.
& Meer en meer belang van een goede traceerbaarheid van de voeding en een gedegen kwaliteitscontrole doorheen de keten.
Page 8
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
2.3 Enkele tendensen nader bekeken 2.3.1 Functionele, gezonde en evenwichtige voeding Eten en drinken is een basisbehoefte met grote impact op gezondheid, maar het voedingspatroon is meestal niet afgestemd op de reële behoefte van de gemiddelde mens en nog minder op de individuele mens. Het voedingspatroon is vaak onvoldoende gevarieerd en ‘doorspekt’ van overmaat aan vet en suikers. Hierdoor ontstaat een sterkere focus op ingrediënten, receptuur en voedingstechnologie met de noodzakelijke focus op communicatie naar de consument. Nutritioneel verantwoorde voeding zal op termijn op industriële schaal aanpasbaar zijn voor ieders individuele gezondheidsbehoeftes via een transparant en traceerbaar systeem. Door de toenemende vergrijzing in vooral West-Europa dienen aangepaste voedingsproducten en een groot aantal gerelateerde nieuwe product-dienst combinaties ontwikkeld te worden. 2.3.2 Voeding met belevingswaarde Het aandeel van voeding in het bestedingspatroon van consumenten kent al decennia lang een significante daling, onder andere door de toename van het inkomen, de kleinere gezinnen en de introductie van nieuwe non-food producten zoals de informatica en telecommunicatie. De laatste jaren lijkt deze daling sterk af te nemen en te stabiliseren (rond 15 %, exclusief horeca). Een duidelijke tendens is dat de consument steeds meer beleving, en dus waarde, zoekt in en rond voedingsproducten. Een eerste niveau van belevingswaarde is deze van de smaak van het product, vaak gekoppeld aan kwaliteit en betrouwbaarheid. Belevingswaarde kan echter veel meer zijn dan smaak alleen. Voeding en de verpakkingen ervan zijn producten waarmee mensen elke dag meermaals in contact komen en deels structuur en kleur geven aan de dag. Voeding is ook een product waarmee een individu of een groep zijn identiteit kan veruiterlijken. Tenslotte schuilt er achter elk voedingsproduct een min of meer authentiek verhaal, met name op basis waarvan, hoe, waar, door wie en met welke impact het product gemaakt is. Bovenstaande factoren leiden tot een zoektocht van zowel de consument (die zoekt naar betaalbare differentiatie, informatie en entertainment via voeding) als van de producent (die zoekt naar toegevoegde waarde) naar bijkomende belevingswaarde rond het voedingsproduct, vaak gekoppeld aan de verpakking. Doordat de belevingswaarde en de koopkracht van mensen verschillend is, ontstaat een voedingsaanbod gericht op doelgroepen (bijvoorbeeld gebaseerd op demografische ontwikkelingen, ouderen, luxe zoekers, stadsnomaden, trendvolgers, TV/PC-eters,…).
Page 9
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
2.3.3 Wijzigingen in de waardeketens In de totale waardeketen van grond of zee tot op het bord zullen er belangrijke verschuivingen plaatsvinden, met name: door een stijgende waarde van biomassa zal het economisch belang van grote agro-bedrijven sterk toenemen in verschillende sectoren (voeding, chemie en industriële biotechnologie)
er komt een openheid voor nieuwe grondstoffen, zoals eiwitrijke stromen, GMO's, insecten, neutraceuticals en producten uit de industriële biotechnologie
door de inspanningen van de voedingsindustrie om de totale ecologische voetafdruk drastisch te reduceren, met impact op de traditionele waardeketens en met toenemend belang van alternatieve waardeketens zoals de korte keten en de bio/eco-keten
er komt een sterke verbreding & differentiatie aan voedingsaanbieders: grootwarenhuizen, rechtstreeks bij boer (korte keten), bio, gespecialiseerde kanalen (bv. Italiaans, groente, slager, kaas, vis), diepvriesketens, prijsbrekers <> betere segment,….
Page 10
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
3 DE CLUSTER IN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 3.1 Algemeen De historische bodemkundige troef van zandlemig Vlaanderen (een bijzonder vruchtbare landbouwgrond die in West-Vlaanderen in de omgeving van Poperinge, Ieper, Roeselare en Tielt voorkomt) is in combinatie met de klimatologische factoren (gematigd zeeklimaat) bijzonder geschikt voor veel gewassen en uniek voor bepaalde gewassen. Dit heeft aanleiding gegeven tot een concentratie van landbouwactiviteiten. Deze belangrijke landbouwactiviteit heeft als voedingsbodem gediend voor de ontwikkeling van een significant agrovoedingscomplex. De landbouwopbrengst heeft tevens geleid tot een internationaal concurrentiële industrie inzake diepvriesvoeding, van voornamelijk groenten en aardappelproducten. Daarnaast heeft zich een belangrijke vleesindustrie ontwikkeld (met nadruk op de varkensteelt) met een ondertussen geïntegreerde waardeketen gaande van telen tot slachten en het produceren van veevoeder en melkproducten. Tenslotte heeft West-Vlaanderen met haar ligging aan de zee natuurlijk de ideale voedingsbodem voor de visverwerkende nijverheid. Een cijfermatige analyse van de sector is opgenomen in Bijlage 2. De belangrijkste karakteristieken van de industrie worden hieronder samengevat.
De groei in de voedingssector is in het laatste decennium kleiner in West-Vlaanderen dan in het Vlaamse Gewest, maar er is een belangrijke toename in toegevoegde waarde in WestVlaanderen die groter is dan in de rest van Vlaanderen. De sector kenmerkt zich door een goede mix van groottes van ondernemingen. In WestVlaanderen zijn 26% van de voedingsbedrijven van Vlaanderen gevestigd en 35 % van de grote voedingsbedrijven. Tegenover een lagere startersratio in West‐Vlaanderen dan in Vlaanderen in de voeding, in de industrie en in de totale economie, staat wel een lagere uittredingsratio. Op 31 december 2012 telde West‐Vlaanderen 15.557 loontrekkenden in de voedingssector, dat is ca 27 % van het Vlaamse totaal en 18 % van de industriële tewerkstelling in WestVlaanderen. De evolutie van de tewerkstelling in de voedingssector toont aan dat de tewerkstelling in West-Vlaanderen beter stand houdt dan in het gehele Vlaamse Gewest. De voeding is een sector met een relatief lage exportquote voor heel Vlaanderen en in het bijzonder in West-Vlaanderen, waar het aandeel van de export in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen in negatieve zin evolueert. Er is sinds 2009 een sterke toename in investeringen in de voedingssector in WestVlaanderen vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen. West-Vlaanderen is een regio met een hogere specialisatiegraad in voeding dan de rest van Vlaanderen, waarbij de Westhoek gekenmerkt wordt door een zeer hoge specialisatiegraad. Binnen West‐Vlaanderen vertegenwoordigt de groenteverwerkende sector een kwart van alle werknemers in de voedingssector. Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren volgt op de tweede plaats en de verwerking en conservering van vlees en vleesproducten vervolledigt de top drie. In de sector van de ‘verwerking en conservering van groenten en fruit’ is er in WestVlaanderen een sterke specialisatie in diepvriesgroenten en diepvriesproducten op basis van aardappelen. Deze sector kent ook een relatieve groei en springt eruit als een sterke sector in West-Vlaanderen.
Page 11
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
3.2 Andere karakteristieken van de cluster In de bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van onderzoek en ontwikkeling: o Europese onderzoeksprioriteiten o onderzoek bij bedrijven (overheidssteun, deelname aan collectieve innovatie en patenten) Hieronder is het overheidsbeleid en de 3-helix samenwerking in West-Vlaanderen kort samengevat.
Met het strategische plan West Deal (2013 – 2018) wil de Provincie, door toedoen van haar provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM), de basisvoorwaarden helpen ontwikkelen voor een duurzame economische transformatie. De West-Vlaamse aanpak van het Nieuw Industrieel Beleid vertaalt zich in de operatie Fabriek voor de Toekomst West. Onder collectieve Fabrieken voor de Toekomst dient verstaan een geïntegreerd samenwerkingsverband met verschillende kerngroepen en operationele werkgroepen, waarin naast de POM tevens vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (inclusief professionele verenigingen) en de academische wereld zitting hebben. Zij hebben de opdracht om vooruitstrevende actieplannen te ontwikkelen in een 3-helix samenwerking met het doel de innovatie en transformatie in topsectoren (met een internationale relevantie) van de West-Vlaamse industrie te ondersteunen. De Fabriek van de Toekomst ‘voeding’ is een economische samenwerking van complementaire actoren waaronder Fevia, Flanders’ FOOD, REO-Veiling, UNIZO, Voka, Syntra West, Howest, Vives, UGent en KU Leuven. Voorts besteed de Provincie ook veel aandacht aan het faciliteren, coördineren en bevorderen van de grensoverschrijdende samenwerking met buurregio’s (bv. Noord-Frankrijk), met specifieke ‘spiegelregio’s’ over heel Europa en met regio’s en landen buiten Europa.
Page 12
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
4 SWOT- ANALYSE Op basis van de mondiale trends en de analyse van de sector in West-Vlaanderen is een SWOT-analyse gemaakt voor de sector waarvan de volledige weergave is opgenomen in bijlage 4. Door middel van interviews met bedrijven en kennisinstellingen is een selectie gemaakt van de TOP 5 elementen in de SWOT die hieronder worden toegelicht. De elementen in de SWOT zijn specifiek toepasselijk voor West-Vlaanderen of voor het groter geheel zoals Vlaanderen of Europa, inclusief WestVlaanderen. In de verdere ontwikkeling van de roadmap wordt regelmatig teruggekoppeld naar de gehele SWOT uit bijlage 4.
4.1 Sterktes Keten
In West-Vlaanderen is de hele keten van de groententeelt tot de verwerkende industrie (incl. aardappelen) geografisch sterk geconcentreerd met een aantal activiteiten op wereldniveau (bijvoorbeeld diepvriesgroenten: ca. 25% van de WestEuropese productie). Deze sector heeft een zeer groot basisvolume, zowel voor verse als voor verwerkte producten, waardoor dit een aantrekkingspool is voor nog meer productie. Hieruit is in West-Vlaanderen een sterke agrovoedingscluster gegroeid, in het bijzonder in groenten en aardappelen, maar ook in vlees, met een duidelijke beleidsfocus vanuit de lokale overheid zeker voor primaire productie. Logistiek West-Vlaanderen is een logistiek sterke regio met moderne faciliteiten in Zeebrugge voor freight distributie van voeding algemeen en seafood in het bijzonder en met in Roeselare de groenteveiling. De bereidheid in West-Vlaanderen tot bundeling van goederenstromen is vanuit marketing- en acquisitieperspectief uniek te noemen, en laat toe om zich te richten op die logistieke dienstverleners die in staat zijn om deze stromen logistiek optimaal te bewerken Markt Bepaalde sectoren kunnen het “made in Belgium”-imago gebruiken dat geassocieerd wordt met fierheid en authenticiteit, in het bijzonder chocolade, bier, frietjes,… . Bovendien heeft West-Vlaanderen een sterk imago op vlak van gastronomie, gekoppeld aan toerisme (bv. Brugge). Grondstoffen West-Vlaanderen heeft een gunstige combinatie van factoren voor agrovoeding, meer in het bijzonder de beschikbaarheid van plantaardige en dierlijke grondstoffen, waarvan de groentes (incl. aardappel) een voorbeeld bij uitstek zijn. In het geval van do voorliggende scenario’s inzake klimaatsveranderingen zal de regio WestVlaanderen relatief gunstiger zijn voor het telen van gewassen ten opzichte van grote delen van Zuidelijk Europa. Voedselveiligheid West-Vlaanderen en Vlaanderen in het algemeen profileren zich als markt met kwaliteitsproducten, voedselveiligheid en traceerbaarheid, onder andere door een goede kennis van bewaartechnieken en kwaliteitsbewaking
Page 13
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
4.2 Zwaktes Beleid
Voedselverliezen Concurrentiekracht Markt
Grondstoffen
De waarde van de integrale voedingsketen wordt onderschat door de beleidsmakers. Dit is te merken doordat het overheidsbeleid nog te gefragmenteerd is op verschillende niveaus, van Europa tot West-Vlaanderen. Dit leidt tot een versnippering van middelen (o.a. inzake O&O) en te geringe specialisatie. Bovendien hebben verschillen in wetgeving tussen regio’s en landen op vlak van toepassingsmogelijkheden, specificaties,… een verhoging van de kostprijs tot gevolg. Van productie tot en met consumptie zijn er grote voedselverliezen, die bovendien vaak nog onvoldoende hoogwaardig worden gerecycleerd. De concurrentiekracht van de voedingsindustrie staat onder druk, ook in WestVlaanderen. Vooral de hoge energie- en loonkosten zijn belangrijke nadelen ten opzichte van de buurlanden in een markt met sterke druk op de prijs. Voor een belangrijk deel van de voedingsindustrie in West-Vlaanderen geldt dat de toegevoegde waarde in de keten beperkt is. De sector blijkt bovendien sterk gestuurd door de retailsector. De Vlaamse voedingsindustrie brengt relatief weinig vernieuwing voor de dag, in het bijzonder bij KMO’s bij wie de weliswaar aanwezige ideeën te weinig de weg naar de markt vinden. Er is in Vlaanderen nog te weinig samenwerking tussen de voedingssector en de agrosector enerzijds en de sector van de industriële biotechnologie anderzijds. De voedingsstoffen uit de industriële biotechnologie kennen relatief weinig toegang tot de voedingsbedrijven. Bovendien ontstaan er door het toenemend belang van biomassa wereldwijd tussen deze drie sectoren nieuwe waardeketens en samenwerkingsmodellen die momenteel in Vlaanderen onvoldoende doordringen.
Page 14
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
4.3 Opportuniteiten Markt
Samenwerking
Logistiek
Grondstoffen
Verpakking
Door de ontwikkeling en vermarkting van innovatieve producten in lijn met belangrijke maatschappelijke trends kan de voedingsindustrie bijkomende toegevoegde waarde creëren. Belangrijke markten van de toekomst zijn deze van functionele en evenwichtige voeding, convenience food, doelgroepenvoeding (bijvoorbeeld aangepaste voeding voor ouderen), gepersonaliseerde voeding en "clean label"-producten Een betere wederzijdse communicatie met de eindklant en structurele samenwerking tussen landbouw, voedingsindustrie en retail biedt kansen voor een gevarieerder, flexibeler en aangepaster aanbod voor de consument. Deze samenwerking leidt bovendien tot een hogere traceerbaarheid, economische verankering van de agro- en voedingssector en een lagere ecologische voetafdruk van de hele keten. De trend in verbreding en differentiatie inzake voedingsdistributie biedt kansen voor de sterke West-Vlaamse cluster in voedingslogistiek. De cluster kan bijkomende toegevoegde waarde creëren door het ontwikkelen van nieuwe multimodale logistieke platformen, zowel voor de aanvoer van primaire producten als voor de export van verwerkte producten. Er is een openheid en dus een markt voor nieuwe grondstoffen met hoge toegevoegde waarde, zoals alternatieve eiwitrijke stromen (bv. uit insecten), neutraceuticals (bv. uit de industriële biotechnologie), nieuwe milde conserveringsmiddelen en biosensoren. Ontwikkeling en vermarkting van "slimme verpakkingen" (o.a. met sensoringstechnieken) en van biodegradeerbare verpakkingen
Page 15
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
4.4 Bedreigingen Grondstoffen
Markt
Markt
Markt
Personeel
In het komende decennium dreigt de stabiele toevoer van grondstoffen voor de voedingsindustrie onder druk te komen. Er ontstaat een toenemende grondstofschaarste door een stijgende vraag naar biomassa voor de industriële biotechnologie enerzijds en door verdroging van landbouwgebieden ten gevolge van de klimaatverandering anderzijds. Bovendien zal er een toenemende volatiliteit van prijs en kwaliteit zijn door tijdelijke klimaateffecten (slechte oogsten ten gevolge storm, overstroming,...). Tenslotte is ook de ontwikkeling van het eigen landbouw areaal sterk begrensd door ruimtelijke planning en een onderwaardering van het strategisch belang van de eigen agrarische productie Door de druk op prijs door de consument en de retail zal de mogelijkheid tot innoveren worden beperkt. Het imago en het verwachtingspatroon ten opzichte van de voeding zal hieronder leiden. De consument dreigt enerzijds de smaak van lekkere producten te verleren en blijft anderzijds weinig gevoelig voor argumenten voor functionele en evenwichtige voeding. De ecologische voetafdruk van voeding neemt af in belang De Vlaamse voedingsindustrie is sterk gericht op 'kwaliteit/gezond' en 'smaakvol/lekker'. Door de sterke focus op ‘smaakvol/lekker’ is de sector minder gericht op andere voedingssegmenten waar marketing en complementaire waarde (bv. identiteit of entertainment) sterker meespelen. De voedingssector loopt groei mis omdat de nieuwe groeiende markten onvoldoende bereikt worden. Bovendien kan de export onder druk komen te staan door protectionistische maatregelen of door promotie in importerende landen om producten van eigen bodem te consumeren. De voedingssector (in het bijzonder de toeleveranciers) slaagt er niet in voldoende technisch personeel aan te trekken. Deze problematiek stelt zich des te meer in West-Vlaanderen waar de werkloosheid structureel laag is in vergelijking met de rest van Vlaanderen en door de braindrain van jonge werkkrachten naar andere sectoren en buiten West-Vlaanderen.
Page 16
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
5 VISIE 2025 Op basis van de SWOT-analyse is met de West-Vlaamse cluster nagedacht over een visie voor 2025. Deze visie geeft weer waar de cluster in 2025 staat. Deze visie is samengevat in 5 elementen:
1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen in 2025 innovatieve vraaggedreven voedingsproducten met hoge toegevoegde waarde voor de wereldwijde markt. De groente- en aardappelverwerking is in 2025 nog steeds een heel belangrijke specialisatie in West-Vlaanderen; 2. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken intensief samen doorheen consument tot en met primaire productie; 3. West-Vlaamse voedingsbedrijven zijn in 2025 verzekerd maximaal in;
de keten in 2025, van
van grondstoffen en zetten deze
4. De voedingsindustrie in West-Vlaanderen is in 2025 een referentie wat betreft
ecologische
voetafdruk; werken intensief samen kennisinstellingen uit andere clusters binnen en buiten de eigen regio.
5. West-Vlaamse
voedingsbedrijven
met
bedrijven
en
1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen in 2025 innovatieve vraaggedreven voedingsproducten met hoge toegevoegde waarde voor de wereldwijde markt. De specifieke kansrijke producten zullen evolueren met de tijd. Volgende producten worden momenteel als bijzonder kansrijk in de internationale markt beschouwd voor West-Vlaamse bedrijven: a. functionele en evenwichtige voeding b. smaakvolle, kwaliteitsvolle en authentieke voeding c. doelgroepenvoeding i. aangepaste voeding voor ouderen ii. "clean label"-producten d. convenience food, inclusief hulpmiddelen (bijvoorbeeld apparatuur of informatie-apps) Voorts kunnen de West-Vlaamse bedrijven nieuwe kansen grijpen inzake e. slimme voedingsproducten, door het gebruik van micro-elektronica in de voeding en verpakking f. gepersonaliseerde voeding De groente- en aardappelverwerking is in 2025 nog steeds een heel belangrijke specialisatie in WestVlaanderen, onder andere omdat de producten een goed antwoord bieden op functionele, evenwichtige, smaakvolle, kwaliteitsvolle en authentieke voeding, doelgroepenvoeding en convenience food. De varkensvleesindustrie in West-Vlaanderen richt zicht nog steeds op de export van kwaliteitsvol en authentiek varkensvlees(bereidingen).
Page 17
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
2. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken in 2025 intensief samen doorheen de keten, van consument tot en met primaire productie. De samenwerking leidt a. door samenwerking met de consument tot i. een gevarieerder en flexibeler vraaggedreven aanbod voor de consument ii. sensibilisering van de consument tot een bewuste keuze voor bepaalde voedingsproducten gebaseerd op onder andere smaak en kwaliteit, authenticiteit, duurzaamheid en gezondheid iii. opleiding van de consument om functionele en evenwichtige maaltijden klaar te maken b. door samenwerking van boer tot winkelrek tot i. een betere traceerbaarheid voor voedselveiligheid, kwaliteit en authenticiteit ii. sterkere lokale economische verankering van de agro- en voedingssector iii. efficiënte multimodale logistiek, zowel voor de aanvoer van primaire producten als voor de export van verwerkte producten, ook in het kader van valorisatie van biomassa voor energie-opwekking iv. het beter conserveren en tot expressie brengen van natuurlijke functionaliteiten in de voedingsproducten 3. West-Vlaamse voedingsbedrijven zijn in 2025 verzekerd van grondstoffen en zetten deze maximaal in. a. De voedingsindustrie koopt grondstoffen aan waar ze aangeboden worden aan een hoge kwaliteit en is de prioritaire afnemer van de landbouw, gevolgd door de veevoederindustrie. b. De ruimtelijke planning in (West-)Vlaanderen houdt rekening met het strategisch belang van de lokale landbouw voor de voedingsindustrie en het beschikbare landbouwareaal is ontsloten met de voedingsindustrie als prioritaire afnemer. c. Grondstoffen worden efficiënt beheerd en nevenstromen worden prioritair ingezet in de voedingsindustrie en in de landbouw als veevoeding. d. West-Vlaamse bedrijven zijn vertrouwd met nieuwe grondstoffen en zetten deze maximaal in, enerzijds vraaggedreven voor een hogere toegevoegde waarde of als duurzaam alternatief. Mogelijke nieuwe grondstoffen zijn: i. Nieuwe eiwitbronnen, met name dierlijke en plantaardige: 1. Insecten 2. Groenten (erwten en bonen) 3. Wieren (de meeste wieren zijn ook rijk aan mineralen als calcium, natrium, ijzer en jodium en bevatten sporenelementen. Afhankelijk van de soort, is zeewier ook een bron van de vitaminen A, C en E) ii. De industriële biotechnologie kan vanuit suikers, in mindere mate lignocellulose en algen, een hele reeks interessante stoffen leveren, zoals neutraceuticals (resveratrol), zoetstoffen (steviosides), omega-3 vetzuren, suikeralcoholen , vitamines, smaakstoffen (vanillines) en pigmenten (beta-caroteen en astaxanthine).
Page 18
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
4. De voedingsindustrie in West-Vlaanderen is in 2025 een referentie wat betreft ecologische voetafdruk. Ecologie en duurzaamheid in het algemeen zijn in de eerste plaats interne drivers in de voedingsindustrie, en in de tweede plaats consumentenverwachtingen in bepaalde doelgroepen. De West-Vlaamse voedingsindustrie blijft continu innoveren om de ecologische voetafdruk van haar producten zo laag mogelijk te krijgen. Dit gebeurt door a. de inzet van zo veel mogelijk kwaliteitsvolle lokale grondstoffen b. ecologische multimodale logistiek, zowel voor de aanvoer van primaire producten als voor de export van verwerkte producten c. het hoogwaardig inzetten van nevenstromen d. rationeel watergebruik met hergebruik in de landbouw e. rationeel energieverbruik 5. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken intensief samen met bedrijven en kennisinstellingen uit andere clusters binnen en buiten de eigen regio. Het West-Vlaamse ecosysteem is zeer performant in het identificeren van opportuniteiten door kruisende waardeketens. De specifieke kansrijke kruisingen zullen evolueren met de tijd. Volgende kruisingen worden momenteel voor West-Vlaamse bedrijven als bijzonder kansrijk in de internationale markt beschouwd: a. Agro – voeding, bijvoorbeeld i. Rationeel watergebruik ii. Afstemmen van agroproductie op voedingsindustrie, wat moet leiden tot een gevarieerder en flexibeler vraaggedreven aanbod b. Maritiem – voeding, bijvoorbeeld de ontwikkeling van aquacultuur in bijvoorbeeld offshore windparken c. Zorg – voeding, bijvoorbeeld ontwikkeling en productie van voedingsproducten voor ouderen. De wereld en vooral Europa kent een vergrijzende bevolking die zich in België het sterkst doorzet in West-Vlaanderen, met tegen 2030 bijna 30 % 65-plussers. d. Elektronica – voeding, bijvoorbeeld i. Toepassen van mechatronica in de voedingsproductie ii. Micro-elektronica in de voeding en verpakking e. Industriële biotechnologie – voeding i. Verwerking van stoffen uit de industriële biotechnologie in voedingsmiddelen ii. Verwerking van nevenstromen uit de voedingsindustrie tot hoogwaardige producten via industriële biotechnologische processen
Page 19
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
6 GAP-ANALYSE De belangrijkste voorwaarde om de visie 2025 te realiseren is ondernemerschap, zowel bij de bedrijven, de kennisinstellingen als bij de overheid. Ondernemerschap is een individuele of collectieve dynamiek die richting geeft en stuwt, in dit geval richting visie 2025. Het ondernemerschap moet ook resulteren in een structurele aanpak van complexere uitdagingen die vaak een gezamenlijke inzet vragen van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. Voor de 5 visie-elementen wordt hieronder aangegeven wat belangrijke ‘gaps’ zijn richting visie 2025 die tijdens dit roadmap traject zijn geïdentificeerd en waarop het grensoverschrijdende ondernemerschap zich dient te richten. 1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen in 2025 innovatieve vraaggedreven voedingsproducten met hoge toegevoegde waarde voor de wereldwijde markt. -
-
-
Door de druk op prijs vanuit de consument en de retailsector worden de marges klein. Dit laat weinig ruimte voor innovatie enerzijds, maar kan anderzijds juist aanleiding geven tot het opzoeken van niches . De Vlaamse voedingsindustrie is zeer sterk gericht op smaak, kwaliteit en authenticiteit en brengt relatief weinig vernieuwing voor de dag. Dit geldt in het bijzonder voor de meeste KMO’s bij wie de weliswaar aanwezige ideeën te weinig de weg naar de markt vinden. Het productengamma uit de voedingsindustrie is nog te veel het resultaat van een “product push” en te weinig vraaggedreven (product pull) voor een gevarieerd en flexibel aanbod. Er is een te grote versnippering van middelen en van focus op vlak van O&O over de hele cluster. Verschillen in wetgeving tussen regio’s en landen op vlak van toepassingsmogelijkheden, specificaties,… remmen innovatie af. Specifiek voor de sectorspecialisaties in West-Vlaanderen o is er een toenemende onzekerheid rond de varkensvleessector door de vragen betreffende de functionaliteit en de hoge ecologische voetafdruk van varkensvlees, nieuwe eiwitbronnen, veranderlijke regelgeving inzake ruimtelijke planning en quota (bv. in het kader van de mestverwerking) en o geldt dat B2C diepvriesgroenten en –aardappelen een zeer waardevol onderdeel zijn in het antwoord op de vraag naar onder andere functionele en evenwichtige voeding, bijvoorbeeld onder de vorm van convenience food. Het is echter aan de consument om uiteindelijk samen met andere producten (bijvoorbeeld granen en eiwitten) een evenwichtige voeding samen te stellen. In de meeste gevallen ontbreekt het de consument echter aan de nodige kennis om dit te doen.
2. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken in 2025 intensief samen doorheen de keten, van consument tot en met primaire productie. -
-
Er is te weinig systematisch contact tussen de consument en de voedingsproducenten om een vraag gedreven gevarieerd en flexibel productaanbod aan te sturen. Er is een gebrek aan bereidheid tot samenwerking tussen actoren in de cluster (bedrijven en kennisinstellingen) door een gemis aan medewerking om te komen tot innovatie en lange termijn visie vanuit de industrie. De waarde van de integrale voedingsketen is lang onderschat geweest door de beleidsmakers waardoor het overheidsbeleid nog te gefragmenteerd is op verschillende niveaus, van Europa tot West-Vlaanderen.
Page 20
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
3. West-Vlaamse voedingsbedrijven zijn in 2025 verzekerd van grondstoffen en zetten deze maximaal in. -
-
-
De verdere groei van het eigen landbouwareaal is momenteel begrensd door ruimtelijke planning en een onderwaardering van het strategische belang van de eigen agrarische productie. Er is onvoldoende overkoepelend beleid om de aanvoer van grondstoffen vanuit de buurlanden in de toekomst te verzekeren. De grootschalige productie en verwerking van eiwitten is momenteel volledig gericht op veeteelt. Er zijn onderzoeksactiviteiten naar nieuwe eiwittenbronnen, maar de impact, synergiën en opportuniteiten met de traditionele veeteelt zijn onvoldoende onderzocht. De nieuwe grondstoffen zoals eiwitten uit insecten en stoffen uit nevenstromen vanuit de industriële biotechnologie ondervinden belangrijke belemmeringen vanuit wetgeving en kampen met een gebrek aan acceptatie van de consument. In West-Vlaanderen is er momenteel relatief weinig industriële en academische interesse voor industriële biotechnologie.
4. De voedingsindustrie in West-Vlaanderen is in 2025 een referentie wat betreft ecologische voetafdruk. -
-
De voedselverliezen doorheen de voedselketen zijn aanzienlijk en leiden tot een belangrijke verhoging van de ecologische voetafdruk. Een belangrijke reden is onder andere een gebrek aan samenwerking in de keten. Recent zijn wel belangrijke beleidsinitiatieven genomen, bijvoorbeeld een engagementsverklaring en voedselverliescoalitie door een groep van Vlaamse bedrijven en de overheid in 2014 (met onder andere een vijftal grote West-Vlaamse voedingsbedrijven). Er zijn belemmeringen in de wetgeving die ecologische projecten tegenhouden, bijvoorbeeld het gebruik van afvalwater van de voedingsindustrie als irrigatiewater in de landbouw. Sensibilisering is noodzakelijk. Er wordt vastgesteld dat bij heel wat kleinere voedingsbedrijven ecologie geen topprioriteit is in tegenstelling tot sectorale standpunten door bijvoorbeeld FEVIA.
5. West-Vlaamse voedingsbedrijven werken intensief samen met bedrijven en kennisinstellingen uit andere clusters binnen en buiten de eigen regio. De samenwerking met een aantal sectoren is nog onvoldoende, bijvoorbeeld: - Er is in Vlaanderen nog te weinig samenwerking tussen de voedingsindustrie en de agrosector enerzijds en de sector van de industriële biotechnologie anderzijds. De voedingsstoffen uit de industriële biotechnologie kennen relatief weinig toegang tot de voedingsbedrijven. Bovendien ontstaan er door het toenemend belang van biomassa wereldwijd tussen deze drie sectoren nieuwe waardeketens en samenwerkingsmodellen die momenteel in Vlaanderen onvoldoende doordringen. - Voedingsproducten interageren al enkele decennia intens met elektronica producten, in de eerste plaats met traditionele keukenapparatuur. Convenience food vraagt om een andere samenwerking met de elektronica sector. Dit kan gaan van de gezamenlijke ontwikkeling van apparatuur om bereide voedingsproducten consumeerbaar te maken (samenwerkingsverbanden zoals bij koffiepads) of van ICT-tools (bijvoorbeeld apps) om met convenience food functionele en evenwichtige, eventueel zelfs gepersonaliseerde, maaltijden klaar te maken.
Page 21
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
-
-
Bedrijven uit de voedingssector (en evenzeer enkele van hun toeleveranciers) slaagt er niet in voldoende technisch personeel aan te trekken. Deze problematiek stelt zich voor alle technologische sectoren des te meer in West-Vlaanderen waar de werkloosheid structureel laag is in vergelijking met de rest van Vlaanderen en door de brain-drain van jonge werkkrachten naar andere sectoren en buiten West-Vlaanderen. De voedingsindustrie en andere sectoren werken nog onvoldoende samen om deze problematiek aan te pakken, bijvoorbeeld door planning van onderhoud op elkaar af te stemmen. De introductie van innovatieve machines in de voedingsindustrie wordt als zeer moeilijk ervaren. Er worden nieuwe concepten ontwikkeld maar deze vinden zeer moeilijk hun weg tot industriële toepassing omdat pilootinfrastructuur voor industriële testen ontbreekt.
Page 22
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
BIJLAGE 1 ALGEMENE TRENDS De identificatie van mogelijke toekomstige trends in een sector is sterk afhankelijk van welk toekomstscenario mensen voor ogen hebben. In het uitdrukken van een toekomstscenario wordt vaak gewerkt met twee assen, in het bijzonder:
een economische as, gaande van fragiele tot robuuste economische groei een thematische as, bijvoorbeeld klimaatverandering of vergrijzing
In het kader van deze roadmap oefening is bij een beperkte groep van experts uit verschillende sectoren gepeild hoe zij, op basis van enkele indicatoren, kijken naar de toekomst. Er is eveneens gevraagd hoe groot zij de impact op de voedingssector schatten van de verschillende tendensen. De resultaten van de bevraging zijn weergegeven in onderstaande tabel. De resultaten geven aan dat de experts het in grote mate eens zijn over een toekomst waarin ecologie, vergrijzing en gepersonaliseerde producten belangrijke drivers zijn in een wereld met een schaarste aan grondstoffen en energie. Ze zien een toenemende globale nivellering van het economische en regulerend speelveld. Tendens
Impact
Actie voor een verlaging van de ecologische voetafdruk
Sterk stijgend
M
Actie voor het opvangen van klimaatverandering
Sterk stijgend
L
Beschikbaarheid van grondstoffen
Sterk dalend
H
Bevolkingsgroei
Sterk stijgend
M
Vergrijzing
Sterk stijgend
H
Belang van internationale regelgeving en akkoorden
Sterk stijgend
M
Vraag naar gepersonaliseerde producten
Sterk stijgend
M
Globalisering en leidende economische rol voor de BRIC-landen
Licht stijgend
M
Belang economische rol van Afrika
Licht stijgend
L
Stabiel
L
Sterk stijgend
H
Planeet:
Mens:
Economie:
Dreiging voor economische crisis in Europa Kosten van energie en grondstoffen H = hoge impact; M = middelhoge impact; L = lage impact
Page 23
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
BIJLAGE 2: DE SECTOR IN WEST-VLAANDEREN Omzet en winstgevendheid Evolutie van de omzet (x1.000 euro) in de voedingssector en de industrie in West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, 2005-2012 (a). West-Vlaanderen
Voeding Industrie in enge zin Aandeel voeding in industrie
Vlaams Gewest 2012 33.528.365
Gem.jrl. groei
+6,4%
2005 21.064.373
+6,9%
Aandeel WVL in VLG 2005 2012 25,3% 24,5%
+2,8%
137.786.203
180.792.448
+4,0%
16,8%
15,3%
18,5%
2005 5.339.669
2012 8.219.826
Gem.jrl. groei
23.215.407
28.072.765
23,0%
29,3%
15,5%
(a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Evolutie van de toegevoegde waarde in de voedingssector (incl. dranken en tabak) en de industrie (in enge zin), West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2003-2012. 130
Index (2003 = 100)
125 120 115 110 105 100
95 90 2003
2004
2005
West-Vlaanderen - voeding
2006
Vlaams Gewest - voeding
2007
2008
2009
West-Vlaanderen - industrie in enge zin
2010
2011
2012
Vlaams Gewest - industrie in enge zin
Bron: NBB, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
De cijfers geven aan dat de groei in de voedingssector kleiner is in West-Vlaanderen dan in het Vlaamse Gewest er een belangrijke toename is in toegevoegde waarde in de voedingssector in West-Vlaanderen en dat de toename een groter is dan in de rest van Vlaanderen
Page 24
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Aantal en grootte van de ondernemingen Verdeling van het aantal vestigingen en de loontrekkende tewerkstelling in de voedingssector naar grootteklasse in de West-Vlaamse regio’s, West-Vlaanderen, Vlaamse Gewest en België, 31 december 2012. Regio’s
Aantal vestigingen 10 à 50 à ≥ 200 Totaal 50 200 tew tew tew Brugge 152 34 5 1 192 Midden-West-Vl 133 44 16 9 202 Oostende 80 11 6 0 97 Westhoek 136 24 15 5 180 Zuid-West-Vl 142 30 6 2 180 West-Vlaanderen 643 143 48 17 851 Vlaams Gewest 2.396 628 178 49 3.251 % West-Vlaanderen 27 23 27 35 26 Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. < 10 tew
Loontrekkende tewerkstelling 10 à 50 à ≥ 200 50 tew 200 tew tew 477 830 372 331 404 973 1.578 3.213 248 205 540 0 396 580 1.307 1.673 411 681 560 778 1.936 3.269 4.357 5.995 8.057 13.049 17.282 18.341 24 25 25 33 < 10 tew
Totaal
2.010 6.168 993 3.956 2.430 15.557 56.729 27
In de West-Vlaamse voedingssector telt 92 % van de ondernemingen minder dan 50 personeelsleden die samen voor de 1/3 van de totale tewerkstelling zorgen. De grote ondernemingen (> 200) zorgen voor bijna 40 % van de tewerkstelling. De sector kent daarentegen ook een zeer groot aantal heel kleine (< 10) ondernemingen. De sector kenmerkt zich dus door een goede mix van groottes van ondernemingen. In West-Vlaanderen zijn 26 % van de voedingsbedrijven van Vlaanderen gevestigd en 35 % van de grote voedingsondernemingen.
Aantal starters en stoppers Evolutie van het aantal actieve ondernemingen in de voedingssector, West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2008-2012.
Index (2008 = 100)
110
100
90
80 2008
2009 West-Vlaanderen - voeding
2010
2011 Vlaams Gewest - voeding
2012
Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Over de periode 2008‐2012 daalde het aantal actieve ondernemingen in West‐Vlaanderen met iets meer dan 5 % in de voedingssector. Dit is hoger dan het Vlaams gemiddelde dat lager dan 5% is. Tegenover een lagere startersratio in West‐Vlaanderen dan in Vlaanderen in de voeding, in de industrie en in de totale economie, staat wel een lagere uittredingsratio.
Page 25
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Tewerkstelling Algemeen Op 31 december 2012 telde West‐Vlaanderen 15.557 loontrekkenden in de voedingssector, dat is ca 27 % van het Vlaamse totaal en 18 % van de industriële tewerkstelling in West-Vlaanderen.
Evolutie Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in de voedingssector, West-Vlaamse regio’s, WestVlaanderen en Vlaams Gewest, 31 december 2007-2012. Regio’s Voeding Brugge -5,9% Midden-West-Vlaanderen +6,4% Oostende +3,4% Westhoek -1,0% Zuid-West-Vlaanderen -8,4% Antwerpen -2,4% Limburg +7,5% Oost-Vlaanderen +3,4% Vlaams-Brabant -8,6% West-Vlaanderen +0,1% Vlaams Gewest -0,2% België -0,3% Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. De evolutie toont aan dat de tewerkstelling in West-Vlaanderen beter stand houdt dan in het gehele Vlaamse Gewest.
Export en investeringen Evolutie van de exportquote in de voedingssector en de industrie, West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, 2005-2012 (a). West-Vlaanderen 2005 2012 49,0% 47,5% 61,0% 58,1%
Vlaams Gewest 2005 2012 48,8% 52,3% 67,9% 69,3%
Voeding Industrie in enge zin (a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
De voeding is een sector met een relatief lage exportquote voor heel Vlaanderen en in het bijzonder in WestVlaanderen waar het aandeel van de export in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen in negatieve zin evolueert. De exportquote is de verhouding van de nominale waarde van de uitvoer tot de nominale waarde van de totale omzet. Het cijfer geeft dus een indicatie van het aandeel van de omzet die in het buitenland (door export) gerealiseerd wordt.
Page 26
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Evolutie van de investeringen in de voedingssector en de industrie, West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2005-2012 (a).
Index (2005 = 100)
160 140 120 100
80 60 40 2005
2006
West-Vlaanderen - voeding
2007
2008
Vlaams Gewest - voeding
2009
2010
West-Vlaanderen - industrie
2011
2012
Vlaams Gewest - industrie
(a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Er is sinds 2009 een sterke toename in investeringen in de voedingssector in West-Vlaanderen vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen.
Page 27
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
De kenmerken van de waardeketen West-Vlaanderen 18,4 % (Westhoek 32 %)
Aandeel in tewerkstelling industrie Voedingssector
Vlaams Gewest 15,2 %
West-Vlaanderen is een regio met een hogere specialisatiegraad in voeding dan de rest van Vlaanderen, waarbij de Westhoek gekenmerkt wordt door een zeer hoge specialisatiegraad. Specialisatiegraad (2012) en relatieve groei (2007-2012) in de deelsectoren van de voedingssector, WestVlaanderen. 20%
VERBETEREND
STERK
15%
10%
Vervaardiging van andere voedingsmiddelen
Verwerking en conservering van groenten en fruit
5%
Relatieve groei (2007-2012)
Vervaardiging van maalderijproducten, zetmeel en zetmeelproducten
Verwerking en conservering van vis en van schaal- en weekdieren
Vervaardiging van diervoeders VOEDING
0% Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren
Verwerking en conservering van vlees en vervaardiging van vleesproducten
-5%
-10%
INDUSTRIE
-15% Vervaardiging van zuivelproducten
-20%
ZWAK
Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten
-25%
ACHTERBLIJVEND
-30% 0%
50%
100%
150%
200%
250%
300%
Specialisatiegraad (2012)
Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Binnen West‐Vlaanderen vertegenwoordigt de subsector ‘verwerking en conservering van groenten en fruit’ een kwart (24,3 %) van alle werknemers in de voedingssector. Het ‘Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren’ volgt op de tweede plaats met 21,9 % van de werknemers en de ‘verwerking en conservering van vlees en vervaardiging van vleesproducten’ vervolledigt de top drie met 19,2% van de werknemers in West‐Vlaanderen. In de sector van de ‘verwerking en conservering van groenten en fruit’ is er in West-Vlaanderen een sterke specialisatie in diepvriesgroenten en diepvriesproducten op basis van aardappelen. Deze sector kent ook een relatieve groei en springt eruit als een sterke sector in West-Vlaanderen.
Page 28
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
BIJLAGE 3: ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Europese onderzoeksprioriteiten De Europese onderzoeksprioriteiten voor het komende decennium zijn af te leiden uit de programma’s van Horizon 2020. Een overzicht van deze programma’s is weergegeven in onderstaande tabel. Horizon 2020 programma’s Agro Processing Visserij Eco/bio SFS-09-2014: Towards a gradual elimination of discards in European fisheries
o
SFS-11a-2014: Optimizing space availability for European Aquaculture
o
SFS-01a-2014: Genetics and nutrition and alternative feed sources for terrestrial livestock production SFS-03a-2014: Native and alien pests in agriculture and forestry
o
SFS-07a-2014: Traditional resources for agricultural diversity and the food chain
o
SFS-10a-2014: Scientific basis and tools for preventing and mitigating parasitic diseases of European farmed fish SFS-12-2014: Assessing the health risks of combined human exposure to multiple food-related toxic substances SFS-14a-2014: Authentication of olive oil
o
o o
o o
SFS-17-2014: Innovative solutions for sustainable novel food processing
o
SFS-15-2014: Proteins of the future
o
SFS-19-2014: Sustainable food and nutrition security through evidence based EU agro-food policy SFS-14b-2015: Authentication of food products
o
SFS-05-2015: Strategies for crop productivity, stability and quality
o
SFS-10b-2015: Scientific basis and tools for preventing and mitigating farmed mollusc diseases SFS-13-2015: Biological contamination of crops and the food chain
SFS-11b-2015: Consolidating the environmental sustainability of European aquaculture SFS-18-2015: Small farms but global markets: the role of small and familiy farms in food and nutrition security WASTE-2-2014: A systems approach for the reduction, recycling and reuse of food waste WASTE-1-2014: Moving towards a circular economy through industrial symbiosis WASTE-7-2015: Ensuring sustainable use of agricultural waste, co-products and byproducts BG-10-2014: Consolidating the economic sustainability and competitiveness of European fisheries and aquaculture sectors to reap the potential of seafood markets
o
o
o
o o
SFS-16-2015: Tackling malnutrition in the elderly SFS-20-2015: Sustainable food chains through public policies: the cases of the EU quality policy and of public sector food procurement SFS-07b-2015: Management and sustainable use of genetic resources
o
o o
o
o
o
o
o o
o
o
o
o o
o
o
o o
o
o
Page 29
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten bij West-Vlaamse bedrijven O&O uitgaven bij bedrijven De interne O&O uitgaven bij bedrijven ten opzichte van hun omzet is met 0,6 % (2011) heel laag voor de voedingssector in Vlaanderen. Voor West-Vlaamse bedrijven zijn er geen aanwijzingen dat deze cijfers verschillend zijn. O&O-intensiteit (uitgaven voor interne O&O / omzet per sector; volgens NACE-code van de algemene activiteiten)
Bron: Vlaams indicatoren handboek 2013 O&O-intensiteit (O&O-personeel / totaal personeel per sector; volgens NACE-code van de algemene activiteiten)
Bron: Vlaams indicatoren handboek 2013
Page 30
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Overheidssteun rechtstreeks aan West-Vlaamse bedrijven Verdeling van de West-Vlaamse projecten gesubsidieerd met de kmo-portefeuille (Agentschap Ondernemen), optie technologieverkenning, periode 2009-2012, volgens bedrijfstak. Voeding
Algemeen
8,9 %
Gebruik van de Vlaamse middelen voor O&O en innovatie (IWT projectsteun en KMOportefeuille, optie technologieverkenning), 2011 IWT projectsteun voor O&O en innovatie
West-Vlaanderen
11,5 %
Vlaanderen
100 %
KMO-portefeuille optie technologieverkenning
West-Vlaanderen
28,9 %
Vlaanderen
100 %
Bron: Studie POM West-Vlaanderen (DSA): Onderzoek en Ontwikkeling in West-Vlaanderen, juni 2013 West-Vlaamse bedrijven zijn sterk ondervertegenwoordigd in het aanspreken van IWT projectsteun voor onderzoek & ontwikkeling en innovatie, maar daarentegen oververtegenwoordigd in het aanspreken van de KMO-portefeuille optie technologieverkenning. Dit wijst op een sterk innovatief KMO-landschap.
Page 31
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Interactie met collectieve innovatieplatformen in Vlaanderen Het aandeel van West-Vlaamse bedrijven actief in Flanders’ FOOD (als lid en projectdeelname) bedraagt ongeveer 16%. Dit is een stuk lager dan de Provincie Antwerpen met 23% en de Provincie Oost-Vlaanderen met 29% (Bron: bevraging bij Flanders’ FOOD, 2014).
Deelname aan Europese projecten
Totale West-Vlaamse en Vlaamse deelname aan het Zevende Kaderprogramma tem 2012 Food, agriculture and biotechnology
WestVlaanderen 4,2 %
Vlaanderen Aandeel WestTotaal Vlaanderen* 6,3 %
2,0 %
Totaal 100 % 100 % 3,0 % *: aandeel West-Vlaanderen = het percentage op de absolute cijfers van de deelname van Vlaanderen Bron: Studie POM West-Vlaanderen (DSA): Onderzoek en Ontwikkeling in West-Vlaanderen, juni 2013
De West-Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen maken relatief weinig gebruik van Europese ondersteuning voor onderzoek en ontwikkeling. De West-Vlaamse bedrijven gebruiken bijvoorbeeld slechts 3 % van alle middelen die aan Vlaanderen zijn toegekend in het kader van het Zevende Kaderprogramma tem 2012 en slechts 2% van de middelen voor de thema’s voeding, landbouw en biotechnologie. Een oppervlakkig onderzoek van West-Vlaamse projecten in het kader van het Zevende Kaderprogramma en andere programma’s leert dat er veel aandacht gaat naar aquacultuur.
Patenten
Er zijn geen specifieke cijfers beschikbaar over het aantal patenten in West-Vlaanderen of Vlaanderen voor de voedingssector die kunnen gebruikt worden in een internationale benchmark. De studie van VRWI van 2014 ‘’Sterkte-zwakte analyse van wetenschap, technologie, innovatie en economie & maatschappelijke uitdagingen in Vlaanderen’’ geeft aan dat de ‘voedingschemie’ op basis van de RTAN (Relatieve technologiespecialisatie, gemeten aan de hand van het aandeel van een technologiedomein in het totaal aantal patenten van een regio), bovengemiddeld scoort ten opzichte van een aantal referentielanden.
Page 32
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
In het Vlaamse indicatoren handboek van 2013 zijn patentgegevens tot en met 2011 beschikbaar, maar niet verwerkt in een RTAN-analyse. Algemeen scoort West-Vlaanderen echter relatief zwak op vlak van patentaanvragen per miljoen inwoners bij het European Patent Office (EPO) ten opzichte van Vlaanderen en België.
Patentaanvragen per miljoen inwoners (2009) bij het European Patent Office (EPO) Totaal aantal patentaanvragen Hightechpatentaanvragen
WestVlaanderen
Vlaams Gewest
België
125,4 10,8
150,8 34,6
128,9 27,7
22,9 %
21,5 %
Aandeel hightechpatentaanvragen in totaal 8,6 % Bron: Eurostat, verwerking door POM West-Vlaanderen (afdeling DSA)
Tussen 2004 en 2008 was er een sterke daling in het aantal patentaanvragen per miljoen inwoners over heel Vlaanderen inclusief West-Vlaanderen. In 2009 is terug sprake van een kleine stijging in beide regio’s. West-Vlaamse organisaties vragen in 2009 17 % minder patenten aan dan het Vlaamse gemiddelde. Voor high tech patentaanvragen is dit zelfs bijna 70 % minder in 2009. In 2008 was dit laatste verschil nog 57 %. In 2012 werden in totaal 621 Belgische octrooien, die werden ingediend bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom, gepubliceerd. Ruim een vierde (27,7%) van dit aantal Belgische octrooien werd verleend aan een houder uit WestVlaanderen.
Page 33
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
BIJLAGE 4: DETAIL SWOT ANALYSE STERKTES Aquacultuur
Beleid Grondstoffen Logistiek
De Europese aquacultuur wordt beschouwd als een wereldleider op vlak van hoogwaardige soorten en is leidend in kennis en technologie Kennis op vlak van visserij Praktijkcentrum voor Aquacultuur op de campus van Inagro in het West-Vlaamse Beitem Sterke activiteit in visverwerking, inclusief logistiek (Zeebrugge) Hoge standaarden op vlak van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid van de Europese aquacultuur Overheidsbeleid in West-Vlaanderen met sterke aandacht voor 'voeding' Beschikbaarheid van plantaardige en dierlijke grondstoffen Een gunstige combinatie van factoren specifiek in West-Vlaanderen Logistiek sterke regio Sterke positie en moderne faciliteiten in Zeebrugge voor freight distributie van voeding algemeen en seafood in het bijzonder Verschillende dagelijkse Short Sea Shipping activiteiten naar onder andere het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Scandinavië De bereidheid tot bundeling van goederenstromen is vanuit marketing- en acquisitieperspectief uniek te noemen, en laat toe om zich te richten op die logistieke dienstverleners die in staat zijn om deze stromen logistiek optimaal te bewerken.
Markt
O&O
Sterke exportpositie Aantal sectoren sterker “verankerd” door de aard van het product: “supply-oriented” of “demand-oriented” Bepaalde sectoren kunnen “made in Belgium”-imago uitspelen: chocolade, bier, …… Hoog aandeel van de kleine en middelgrote ondernemingen, deze kunnen nichemarkten bewerken Sterk imago van Vlaanderen op vlak van gastronomie, gekoppeld aan toerisme Internationale veilingen/handelsmarkten voor verschillende sectoren (vis, groenten en fruit) wat belangrijke internationale uitstraling geeft aan de foodsector Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen met autonome drive in product ontwikkeling. Aanwezigheid van grote agrofood bedrijven met O&O
Page 34
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Productie
Hoog niveau en groei van productiviteit Hogere productiviteit dan in de concurrerende omringende landen ( uitz.: Nederland) Handhaving van de tewerkstelling Hoog investeringsritme Consistentie in product aan hoge kwaliteit De diepvriesgroentesector is geografisch sterk geconcentreerd in West-Vlaanderen (ca. 25% van de West-Europese productie en ca. 40% van de ketens) West-Vlaanderen trekt nog belangrijke investeringen aan in productie (Cargill Izegem en Moeskroen, Belgomilk, Bart's Potatoes,…) Grote aanwezigheid van zeer veel basisvolume, zowel voor verse als voor verwerkte voedingsproducten: kritische massa trekt kritische massa aan De West-Vlaamse bedrijven onderscheiden zich door een flexibel productieproces De West-Vlaamse werknemers onderscheiden zich door hun flexibiliteit. De West-Vlaamse werknemers in de voeding onderscheiden zich door hun hoog opleidingsniveau Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen met autonome drive in technologie ontwikkeling Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen die in tijde van crisis beter stand houden dan het gemiddelde Vlaamse KMO-bedrijf
Samenwerking
Voedselveiligheid
ZWAKTES Aquacultuur
Beleid
Een groot aantal KMO-bedrijven met grote sterkte in West-Vlaanderen in het overnemen en optimaliseren van elders ontwikkelde technologie. De aanwezigheid van een sterke agrovoedingscluster, in het bijzonder in vlees, groenten en aardappelen Beleidsfocus op de agrovoedingslogistiek in West-Vlaanderen Hoog niveau van voedselveiligheid en traceerbaarheid Goede kennis van bewaartechnieken en kwaliteitsbewaking
De aquacultuur in Vlaanderen staat nog in haar kinderschoenen Gebrek aan een kader voor ruimtelijke ordening voor offshore aquacultuur Administratieve belemmeringen, oa vergunningsprocedure voor een aquacultuur project Strikte Europese product regelgeving belemmert ontwikkeling van nieuwe voedingsadditieven en technologieën Gefragmenteerd overheidsbeleid Verschillen in wetgeving tussen regio’s en landen op vlak van toepassingsmogelijkheden, specificaties,… verhogen de kostprijs van verpakkingen, voedingsproducten en -additieven Europa verdedigt zich slecht bij handelsonderhandelingen met andere machtsblokken op gebied van voeding Gebrek aan sociaal Europa De Europese producten worden benadeeld ten opzicht van de import van producten van overzee De waarde van de voedingssector wordt onderschat door de politieke en administratieve overheid Het gebrek aan een “provinciaal gemeenschapsgevoel” en de daaruit voortvloeiende interne machtsstrijd tussen lokale beslissingscentra die soms in het nadeel spelen van de gemeenschappelijke belangen De afwezigheid van een specifieke “kapitaalhefboom” zoals bijvoorbeeld Limburg via de LRM wel heeft
Page 35
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Grondstoffen
Logistiek Markt
O&O
Opleiding Productie
Grondstoffen op basis van industriële biotechnologie vaak nog duurder dan het fossielgebaseerde of chemie-gebaseerde alternatief Grote grondstoffeninefficiëntie over de hele keten en met als gevolg grote voedselverspilling Kost van energie Attractiviteit van Nederland als logistieke hub aan zee Uitvoer sterk geconcentreerd op een beperkt aantal landen in de eerste plaats buurlanden en dan overige EU15 (export vaak materieel beperkt door maximaal haalbare transportafstanden) Evolutie van uitvoer naar “groeilanden” en nieuwe EU-staten hinkt achterop vergeleken met buurlanden Vlaanderen loopt achter in de wereldwijde ontwikkelingen op vlak van designed food Vlaanderen loopt achter in de wereldwijde ontwikkelingen op vlak van creatieve receptuur Te conservatieve Belgische industrie gericht op 'kwaliteit/gezond' en 'smaakvol/lekker' en te weinig op vernieuwing en consumptie Grote afhankelijkheid van de retailsector Te kleine thuismarkt Lage toegevoegde waarde in de voedingsindustrie Gebrek aan grote beslissingscentra van multinationals in België/Vlaanderen West-Vlaanderen heeft geen specifieke historische merkbekendheid in voeding vergelijkbaar met chocolade en bier en België Voor een belangrijk deel van de voedingsindustrie in West-Vlaanderen geldt dat de toegevoegde waarde in marketing beperkt is Fragmentatie van publiek onderzoek, kleine excellentie centra Geen lange termijn visie voor innovatie en onderzoek bij het beleid en daardoor te weinig overheidsmiddelen Gebrek aan O&O centra van Multinationals in Vlaanderen De beperkte activiteit inzake onderzoek en ontwikkeling en het proportioneel kleine aandeel in IWT-onderzoeksmiddelen dat aan West-Vlaanderen wordt toegewezen (11.7% voor 2010) Het “gesloten” karakter van West-Vlaamse ondernemers die een belemmering vormt voor netwerking en “open innovatie” West-Vlaanderen heeft geen groot universitair centrum van waaruit spin-offs worden gecreëerd De kenniscentra in West-Vlaanderen hebben onvoldoende schaal en zijn te weinig multidisciplinair De schaarste aan opleidingen in hoger onderwijs De “braindrain” en het tekort aan academisch en technisch geschoolde werkkrachten Afname Europese concurrentiekracht Overschrijding ecologische draagkracht door voeding Technologieën in industriële biotechnologie vaak nog duurder dan het fossiel-gebaseerde of chemie-gebaseerde alternatief Kost van de afvalverwerking Hoog aandeel van de kleine en middelgrote ondernemingen, kleine schaal voor innovatie en diversificatie, ook financieel kwetsbaar Er zijn grenzen aan de mogelijkheden voor groei in productiviteit en efficiëntie door automatisatie De impact van mogelijke loonverschillen met omringende landen door de hoge loonkost (21,1% t.o.v. 16,5% gemiddeld alle sectoren samen) Voor een belangrijk deel van de voedingsindustrie in West-Vlaanderen geldt dat de toegevoegde waarde in productie beperkt is De hoge energiekost
Page 36
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Samenwerking
Gebrek aan "science-based" normen, standaarden en labels voor bio-gebaseerde producten Gebrekkige samenwerking tussen agro / food sector en sector van industriële biotechnologie Weinig samenwerking tussen industriële sectoren onderling en over de waardeketen heen (landbouw of petrochemie -chemie-kunststofverwerker) Ontbreken van interprofessionele organisatie die boven de telers en verwerkers staat (Voeding)
OPPORTUNITEITEN Aquacultuur
Beleid Verpakking Grondstoffen
Logistiek
Markt
Hoge standaarden opv milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid van de Europese aquacultuur kunnen competitieve factoren zijn in de globale markt Diversificatie van aquacultuur naar nieuwe soorten Integratie van aquacultuur met andere economische sectoren (bv. toerisme en offshore wind) Aquacultuur heeft een duidelijk voordeel voor de distributie (leveringsstabiliteit, kwaliteit, productuniformiteit, prijsstabiliteit,…) Ontwikkeling van wetgeving op maat voor de stimulatie van innovatie in productie (bv. waterhergebruik uit de voedingsindustrie als irrigatiewater) Ontwikkeling en vermarkting van "slimme verpakkingen" (o.a. met sensortechnieken) Ontwikkeling en vermarkting van biodegradeerbare verpakkingen Liberalisering van primaire productie (bv. wijzigingen in Europese landbouwquota, bv. voor melk in 2015) met prijsdalingen tot gevolg Gebruik van substitutieproducten uit de industriële biotechnologie Gebruik van producten uit de industriële biotechnologie met nieuwe en unieke functionaliteiten Relatieve zekerheid agroproductie door klimaatstabiliteit van de regio tov. wereldwijde klimaatrampen (bv. waterschaarste) Ontwikkeling en vermarkting van nieuwe logistieke en distributieconcepten Voeding via de korte keten (bijvoorbeeld hoeveverkoop) Verdere ontwikkeling Food Logistic Cluster Management in West-Vlaanderen Ontwikkeling en vermarkting van gepersonaliseerde voeding Ontwikkeling en vermarkting van aangepaste voeding voor ouderen Ontwikkeling en vermarkting van product dienst combinaties Diversificatie van gamma voeding dat overal en altijd beschikbaar is (het voedsel moet overal en in elke vorm onmiddellijk kunnen genuttigd worden), .... Ontwikkeling en vermarkting van producten met nieuwe smaken Ontwikkeling en vermarkting van nieuwe grondstoffen en ingrediënten Ontwikkeling en vermarkting van functionele en evenwichtige voeding Ontwikkeling en vermarkting van "clean label" producten Groeiende belangstelling voor smaakvolle producten Groeiende belangstelling voor wereldkeuken Ontstaan van specialistische vraag door marktkenmerken, doelgroepenvoeding (hoog inkomen, multi-cultureel, levensstijlen, health food, convenience) Groei realiseren via exportmogelijkheden Versterking herkomstbenaming gebruiken als identiteit en bescherming
Page 37
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
Productie
Productie Samenwerking
Voeding met lage totale ecologische impact Ontwikkeling en vermarkting van vleesvervangers Ontwikkeling en vermarkting van nieuwe bronnen van eiwitten Ontwikkeling en vermarkting van GMO's Ontwikkeling en vermarkting van neutraceuticals Ontwikkeling en vermarkting van milde conserveringsmiddelen Ontwikkeling en vermarkting van biosensoren Ontwikkeling en vermarkting van nanomaterialen voor de voeding Ontwikkeling en vermarkting van 3D printing Valorisatie potentieel nevenstromen in de industriële biotechnologie Opkomst nieuwe spelers in de verschillende voedsel waardeketens (bv. grote agro industrie investeert zelf in processing en/of in productie basis moleculen door industriële biotechnologie) De mogelijke combinatie van "voeding" en "toerisme" in West-Vlaanderen Innovatie versterken door het benutten van het potentieel van netwerkverbanden, integreren van technologieën, marktinnovatie Samenwerking tussen landbouw en voedingsindustrie voor de ontwikkeling van knowhow voor hergebruik van water Sterkere integratie tussen landbouw, voedingsindustrie en retail voor gevarieerder, flexibeler en aangepaster aanbod voor de consument
Voedselveiligheid
Sterkere integratie tussen landbouw, voedingsindustrie en retail voor kostenverlaging West-Vlaanderen heeft een sterke traditie in machine bij voor de agro-industrie en in automatisatie en dit opent perspectieven voor machinebouw in de voeding in samenwerking met de voedingsindustrie Verhoogde eisen aan transparantie en traceerbaarheid en kwaliteit Groeiende belangstelling voor kwalitatieve en veilige producten
Page 38
Roadmap FvT 2 ‘Voeding’
BEDREIGINGEN Aquacultuur Beleid
Grondstoffen
Markt
Gebrek aan een kader voor ruimtelijke ordening voor offshore aquacultuur Aantasting competitiviteit door Europese beleid en wetgeving inzake voedselveiligheid algemeen Aantasting competitiviteit door Europese beleid en wetgeving inzake GMO's Leefbaarheid van de sector wordt toenemend beïnvloed door (fluctuerende) landbouwprijzen Toenemende grondstoffenschaarste en stijging van prijzen en prijsvolatiliteit Stijgende vraag naar en prijs van grondstoffen voor voeding door de concurrentie van de industriële biotechnologie Wereldwijde schommelingen leiden tot instabiele prijs van biomassa Land- en tuinbouw sector onder druk in Vlaanderen Gebrek aan grondstoffen van voldoende kwaliteit en kwantiteit Een tekort aan landbouwgrond remt de groei af. Groei wordt vertraagd door de mature markten in West-Europa Toenemende “crisis gevoeligheid” van de klanten i.v.m. kwaliteit en gezondheid. Teruglopende export door promotie in importerende landen om producten van eigen bodem te consumeren. De sector heeft te weinig gewicht bij onderhandeling met de distributiesector De voedingssector loopt groei mis omdat de nieuwe groeiende markten onvoldoende bereikt worden Gebrek aan kennis van prijsmechanismes en risicospreiding Vlaamse markt overspoeld met buitenlandse innovatieve producten / merken Te conservatieve Belgische industrie gericht op 'kwaliteit/gezond' en 'smaakvol/lekker' en te weinig op vernieuwing en consumptie. Daling consumenten koopkracht Door prijsreducties in de retail zal de mogelijkheid tot innoveren worden beperkt; daarenboven zal het imago van de voeding eronder gaan leiden; daarbij zal de consument zich afwenden van de minder 'goede ' producten en de smaak van lekkere producten verleren.
Personeel Productie
Samenwerking
Voedselveiligheid
Tekort aan technisch geschoold personeel De sector is niet altijd in staat om geschikte medewerkers aan te trekken Loonkost en verslechterende concurrentiepositie t.o.v. de omliggende landen en de landen van groter Europa Een tekort aan industrie grond remt de groei af. Een tekort aan hoogwaardig water voor voeding en landbouw Door een dalende vraag of door wetgeving daalt het verbruik of productie van vlees in WestVlaanderen. Opkomst nieuwe spelers in de verschillende voedsel waardeketens (bv. grote agro industrie investeert zelf in processing en/of in productie basis moleculen door industriële biotechnologie) De agrovoeding sector is onvoldoende gestructureerd, bij voorbeeld in vergelijking met de sector in Noord-Frankrijk, en mist hierdoor schaalopportuniteiten Risico op evenementen die leiden tot breuk in consumentenvertrouwen.
Page 39