Rapport Best-practices grondstoffenefficiëntie en optimalisatie reststromen, (referentienummer: P015813010, dossiercode: 0158-13-02-56-010)
3306870DR02 - 10 oktober 2014
Rapportnummer 3306870DR02 Datum 10 oktober 2014 Relatienummer
8543.01
OPDRACHTGEVER Rijksdienst voor Ondernemend Nederland t.a.v. Stefan Schuurmans Stekhoven AUTEUR(S) Amy Keverling Buisman
BEWERKT AKB/km GECONTROLEERD 22-07-2014 INITIALEN MB PARAAF
KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Regentesselaan 2 Postbus 1526 3800 BM Amersfoort t 033 422 13 70/71 f 033 422 13 95 e
[email protected] Rabobank Amersfoort NL86RABO0372977669 KvK Gooi en Eemland 32069286 www.kwa.nl
3306870DR02 - 10 oktober 2014
Inhoudsopgave 1
INLEIDING ......................................................................................................................................4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
BEST PRACTICES .............................................................................................................................5 Arla Foods de Ladder van Moerman in de praktijk ........................................................................5 D.E Masterblenders van reststroom naar stoom...........................................................................6 Kenniscentrum Plantenstoffen hoogwaardige toepassingen van plantaardige zijstromen ..........7 LambWeston/Meijer aardappel en (geen) Afval ...........................................................................8 Nederlandse Zuivel Organisatie informeren van de consument .................................................10 Koffiebranderij Peeze van (koffie)prut naar paddenstoel ...........................................................11 Sonneveld optimale benutting van voedselresten ......................................................................12 Suiker Unie het verwaarden van reststromen en het sluiten van kringlopen .............................14 Voedselbanken Nederland mensen helpen én tegengaan van voedselverspilling .....................15 Zwanenberg verlenging van houdbaarheid en voorkomen van derving .....................................17
3
OVERZICHT RESULTATEN.............................................................................................................18
BIJLAGEN 1 Lijst met initiatieven en organisaties
3 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
1 Inleiding Voedselderving is al jaren een belangrijk maatschappelijk thema. Momenteel staat dit thema weer hoog op de nationale politieke en publieke agenda door onder andere het gezamenlijke onderzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken naar feiten en cijfers over voedselverspilling bij consumenten, de debatreeks ‘It’s the food, my friend’, organisaties zoals Damn Food Waste en evenementen zoals Food Battle. Per jaar wordt er op diverse plekken in de keten veel voedsel weggegooid. Volgens een studie van CE uit 2010 gooit de Nederlandse consument jaarlijks voor 1,6 miljard euro aan voedsel weg. Ook bij andere ketenschakels, zoals retail, Out-of-Home, voedingsmiddelenindustrie en primaire sector gaat voedsel verloren. Schattingen over de totale voedselderving lopen uiteen van 20 tot 30% in de Westerse wereld. Met deze voedselderving gaat buiten de voeding zelf ook geld, grondstoffen, water en energie verloren. Daarbij is de gerelateerde milieu-impact, zoals CO2-uitstoot en landgebruik bij verspild voedsel voor niets geweest. Door voedselderving te voorkomen of te reduceren wordt op al deze vlakken winst geboekt. Doordat er op deze wijze ook energie wordt bespaard, is het als een ketenmaatregel in het MJA of MEE-convenant te beschouwen. Veel bedrijven in de agro en voedselketen zijn met slimme innovaties bezig om voedselderving te voorkomen of te reduceren. Hierbij valt te denken aan andere aan betere conservering, slimmere verpakkingen, logistieke optimalisaties, uitvalreductie, portiegrootte, hoogwaardige toepassingen van reststromen of producten die over blijven. Er zijn reeds best practices om voedselderving tegen te gaan. Het delen van best practices inspireert en helpt andere partijen om ook stappen te zetten op dit vlak. Dit soort projecten vallen vaak buiten de publiciteit, waarin vooral aandacht is voor reductie van voedselverspilling op andere plaatsen in de keten. KWA Bedrijfsadviseurs (hierna KWA) heeft in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl, voorheen AgentschapNL) en in samenwerking met de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI, deelnemer aan de Alliantie Verduurzaming Voedsel) best practices om voedselderving tegen te gaan geïnventariseerd. In dit rapport is het resultaat van deze inventarisatie uiteengezet. In het eerste gedeelte van dit rapport zijn achttien succesvolle, gerealiseerde best practices om voedselderving te voorkomen of te reduceren omschreven (afkomstig van tien verschillende organisaties). De best practices bevatten uiteenlopende voorbeelden van hoe de levensmiddelenindustrie op dit onderwerp bezig is, van good housekeeping tot sterk innovatief gericht. Een overzicht van alle best practices is te vinden op de laatste pagina van dit rapport. De resultaten van deze inventarisatie worden gepubliceerd op de Helpdesk Reststromen, een nog in te richten website van de Alliantie Verduurzaming Voedsel voor praktische ondersteuning van bedrijven die aan de slag willen met reststromen en voedselverspilling. Tenslotte worden de resultaten gebruikt voor de internationale conferentie ‘Solutions to reduce food waste and food losses’, georganiseerd door het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag.
4 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2 Best practices 2.1 Arla Foods: de Ladder van Moerman in de praktijk Arla weet dat succes op de lange termijn alleen mogelijk is wanneer zij een meerwaarde betekenen voor klanten en wanneer zij verantwoordelijk handelen ten opzichte van het milieu en de gemeenschappen waarvan zij deel uitmaken. Dit betekent dat Arla samenwerkt met de melkveehouders om te komen tot natuurlijke zuivelproducten. Maar ook in het eigen proces en verder in de keten is dit van invloed. 2.1.1 In eigen proces: monitoren en meten Arla monitort de input en de output van het eigen productieproces continu, hierdoor krijgen ze inzicht in het verlies van materialen en grondstoffen. Deze informatie wordt gebruikt om het productieproces steeds verder te optimaliseren. Zo is er in 2013 een optimalisatie-onderzoek gestart van de fruittanks. In de tanks blijft vaak 3 tot 8 kilo fruit achter, omdat ze niet goed genoeg leegstromen. In totaal leveren alle optimalisatie-projecten binnen Arla een afname van de materiaalverliezen met 8% ten opzichte van 2012. Soms is verlies echter onvermijdelijk, bijvoorbeeld door productiewissels of het reinigen van machines. Ook deze reststromen probeert Arla zoveel mogelijk in te zetten voor een hoogwaardige toepassing. Deze reststroom van jaarlijks 23.494 ton, wordt geleverd aan veevoederbedrijven, die het gebruiken als grondstof voor veevoer. 2.1.2 Na het eigen proces: afspraken Door afspraken te maken met de retailers, over bijvoorbeeld promotieacties, kan Arla de productie zo scherp mogelijk plannen. Arla organiseert jaarlijks een stakeholderdialoog met onder andere de retailers. Het dialoog leidt tot een gesprek over duurzaamheidsonderwerpen die voor beide partijen relevant zijn. Na de dialoog wordt er gekeken of er met de desbetreffende partij verdere afspraken kunnen worden gemaakt. Een succesfactor volgens Arla is het betrekken van medewerkers uit verschillende disciplines van de bedrijven. Alle belangen en inzichten worden op deze manier bespreekbaar. De producten die overblijven en die niet aan klanten worden geleverd, maar nog voldoende lang houdbaar zijn, worden wekelijks gedoneerd aan de Voedselbank. In 2013 bedroeg het een hoeveelheid van 370.000 liter zuivel. Figuur 2.1: ladder van Moerman (oplopend in hoogwaardige toepassing van onder naar boven)
Website: http://www.arla.com/nl/
5 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.2 D.E Masterblenders: van reststroom naar stoom Douwe Egberts, onderdeel van D.E Master Blenders 1753, heeft een uitgebreid programma om duurzamer te worden door de gehele keten, van teelt tot kop. Een belangrijk onderdeel hieruit is milieubewuste productie en verpakking. D.E ziet in dat productieafval een belangrijke waarde heeft. Deze reststromen worden zoveel mogelijk opnieuw benut. Maar ook reststromen van verderop uit de keten worden hergebruikt. 2.2.1 Tonnen koffiedik benut als hernieuwbare energiebron Koffiedik is de reststroom die overblijft na het zetten van koffie. De Douwe Egberts fabriek in Joure heeft een nuttige herbestemming gevonden voor deze reststroom, die vrijkomt in het productieproces van koffie-extractie. Samen met de vliesjes van koffiebonen vormt het koffiedik de brandstof voor een nieuwe stoomketel van de eigen fabriek. Deze maatregel leidt tot een verdubbeling van de hoeveelheid verbrand koffiedik en additionele energiebesparing, die te vergelijken is met het gasverbruik van 2.000 huishoudens. Naast dat D.E het verbruik van aardgas reduceert en zo het klimaat spaart, levert deze maatregel nog twee voordelen op: D.E haalt een hoog rendement uit haar reststroom. D.E voorkomt transportkilometer om het koffiedik af te voeren. Het koffiedik ontstaat door het produceren van koffieconcentraat voor koffiemachines voor de zakelijke markt en instantkoffie voor thuisgebruik. In totaal bedraagt dit jaarlijks een hoeveelheid van 25.000 ton koffiedik dat wordt verbrand. Tijdens het verbranden van het koffiedik komt veel warmte vrij. De warmte wordt gebruikt om stoom te maken. Op die manier wordt in 90% van de stoombehoefte van de D.E fabriek voorzien. Figuur 2.2: de op koffiedik gestookte stoomketel van Douwe Egberts
Website: http://www.demasterblenders1753.com/nl/
6 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.3 Kenniscentrum Plantenstoffen: hoogwaardige toepassingen van plantaardige zijstromen Plantaardig restmateriaal zit boordevol bruikbare stoffen, maar te vaak wordt het als afval afgevoerd of gecomposteerd. Het Kenniscentrum ontwikkelt kennis en brengt partijen binnen de tuinbouw samen, zodat die stoffen worden gebruikt voor onder andere verpakkingen, chemie en andere toepassingen. 2.3.1 Verpakkingen uit tomatenstengels Na het oogsten van paprika’s, aubergines, komkommers en tomaten worden de stengels door de teler uit de kas verwijderd. Op jaarbasis gaat het hier over ruim 100.000 ton. Plantaardig materiaal dat perfect is als grondstof voor tal van producten. De stengels van onder andere tomaten worden verwerkt, de vezels worden aangeleverd aan de papier- en kartonindustrie. De papier- en kartonindustrie gebruiken deze vezels voor het vervaardigen van verpakkingsmateriaal. Momenteel wordt er verpakkingsmateriaal geproduceerd dat voor tien procent bestaat uit de tomatenstengel vezels. Dit verpakkingsmateriaal wordt uiteindelijk weer terug geleverd aan de tuinbouwondernemers. Zij kunnen hun groenten hierin verpakken. 2.3.2 Sauzen en soepen met klasse 3-producten Klasse 3-producten zijn de producten die niet in de Nederlandse winkel terecht komen vanwege afwijkende rijpheid, maat, een plekje of een vlekje of andere uiterlijkheden. Ondanks deze kleine afwijkingen zijn deze producten goed te gebruiken en boordevol essentiële nutriënten. In totaal wordt er ongeveer 2,5 procent van de totale hoeveelheid geteelde glasgroenten niet geconsumeerd. Momenteel vinden er meerdere projecten plaats om te onderzoeken hoe deze groente een nieuwe hoogwaardige toepassing kunnen krijgen. De groenten kunnen worden verwerkt, waarna er een hoeveelheid nuttige voedingsvezels over blijft. Deze vezels kunnen bijvoorbeeld een herbestemming vinden in het produceren van sauzen en soepen of een geheel nieuw product van groentepasta voor een hogere dosering van de dagelijkse hoeveelheid groente. Figuur 2.2: verpakkingsmateriaal van tomatenstengelvezels
Website: http://www.plantenstoffen.nl/
7 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.4
LambWeston/Meijer: aardappel en (geen) Afval
Een van de doelstellingen in het duurzaamheidsprogramma van Lamb Weston/Meijer (LWM) is het realiseren van een kleinere ecologische voetafdruk. Hiertoe werkt LWM aan een betere benutting van de aardappel in haar productieproces en het verminderen van reststromen en verspilling in de totale aardappelketen. Dit betekent dat ze enerzijds meer frietjes uit elke kilo aardappelen proberen te maken (efficiënt grondstoffengebruik) en tevens zorgen dat reststromen maximaal hergebruikt en worden verwaard. Daarnaast stimuleren ze een bewustere consumptie door samen met klanten te onderzoeken hoe deze minder eindproduct kunnen weggooien. Ofwel uit elke kilo aardappelen probeert LWM eerst meer frietjes te maken (doelstelling +10% in 2020 vs. 2008) om vervolgens samen met haar klanten te zorgen dat deze ook allemaal met smaak worden opgegeten en niet in de afvalemmer belanden. 2.4.1 Tijdens de teelt: zoektocht naar het perfecte aardappelras Voor Lamb Weston/Meijer begint het echter al bij de teelt. Er zijn veel verschillende soorten aardappelrassen met elk specifieke eigenschappen. Niet elk ras is geschikt voor de aardappelverwerkende industrie. Om uitval te voorkomen en afval te reduceren werkt Lamb Weston/Meijer samen met verschillende ketenpartners om de juiste aardappelrassen te selecteren. Dit betekent investeren in rassenonderzoek meerjarige teeltproeven en lijntesten uitvoeren op geschiktheid van het ras voor het maken van friet. Op zoek naar een ras dat minder uitval oplevert tijdens teelt, opslag en de verwerking, maar dat ook minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, mest en water per kilo product nodig heeft, en betere teeltresultaten oplevert. 2.4.2. Tijdens de bewaring: tegengaan van krimp en ‘blauwe plekken’ Aardappelen worden in grote opslagschuren bewaard om jaar rond goede frietjes te kunnen maken. Tijdens deze bewaring krimpen aardappels, waardoor tevens drukplekken kunnen ontstaan. Deze krimp leidt in de bewaring letterlijk tot verlies van aardappel (vocht en zetmeel), waardoor meer aardappelen nodig zijn na een half jaar bewaring voor dezelfde hoeveelheid friet. Drukplekken leiden tot een mindere verwerkingskwaliteit in de fabriek en een lagere benutting van de aardappel terwijl de hoeveelheid reststroom stijgt (blauwe plekken worden deels verwijderd). LWM probeert samen met haar telers krimp en drukplekken te beperken door het optimaliseren van het bewaarklimaat. Eén van de methoden is het inzetten van onze WeightWatcher®. Dit apparaat registreert gedurende de bewaring constant de krimp (gewichtsverlies), waardoor het mogelijk is te zien wanneer deze krimp optreedt en een teler direct maatregelen kan nemen om de krimp zoveel mogelijk te beperken. 2.4.3. In het eigen proces: bijproducten van boorspoeling tot Biogolfballen Lamb Weston/Meijer streeft ernaar om verliezen in het eigen proces te minimaliseren en reststromen maximaal te verwaarden, vanuit milieu en economisch oogpunt. Maar liefst 99,8% van alle reststromen en bijproducten krijgt een nuttige herbestemming en slechts 0,2% blijft over als echt afval. Het grootste gedeelte (2/3 deel) van de bijproducten, zoals aardappelstoomschillen en, kleine uitgezeefde aardappelstukjes worden dagelijks opgehaald door veevoederbedrijven die het afzetten als GMP gecertificeerd veevoer. Een andere hoogwaardige reststroom van de aardappelverwerker is natief (wit) zetmeel. Deze reststroom krijgt een bestemming in verschillende nieuwe ‘technische materialen’, waaronder: Boorspoeling: natief aardappelzetmeel heeft uitstekende fysische eigenschappen voor het ‘schoonspoelen’ van grote industriële boren, waarmee bijvoorbeeld naar aardolie of gas wordt geboord op zee.
8 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
Behanglijm: het hoofdingrediënt van behanglijm is (natief) aardappelzetmeel. Dit geeft de lijm de juiste eigenschappen, zoals plakkracht en viscositeit. Golfballen: een heel klein deel van het witte zetmeel van LWM is het hoofdingrediënt voor afbreekbare golfballen. Een golfbal met dezelfde speleigenschappen als een reguliere golfbal, maar geheel vervaardigd van natuurlijke en volledig afbreekbare ingrediënten. Deze biogolfballen vergaan in 2-8 jaar, waar een kunststof golfbal er tot wel 500 jaar over doet en tevens zware metalen achterlaat in water en bodem.
Figuur 2.3: bijproducten en afvalstromen van de Nederlandse fabrieken van LambWeston/Meijer in 2011
Website: http://www.lambweston-nl.com/nl/
9 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.5
Nederlandse Zuivel Organisatie: informeren van de consument
2.5.1 Consumentenvoorlichting voedselderving Regelmatig wordt er door de consument onnodig voedsel weggegooid. De zuivelbedrijven willen gezamenlijk deze voedselderving aanpakken. De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is bezig met de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal om de consument te helpen minder zuivel weg te gooien. Het idee is om de consument te informeren via een eenduidige simpele boodschap op de verpakking. De basis van de voorlichting is: Kijk, ruik en proef voor je een product weggooit. Vaak zijn producten namelijk nog goed te gebruiken op en na de aangegeven ‘ten minste houdbaar tot’-datum (THT). Consumenten gooien echter vaak de producten weg als de THT-datum is bereikt of gepasseerd. Bewaar de producten koel en zet de koelkast op 4°C. Door producten goed koel te bewaren kan de houdbaarheid worden verlengd. Hierdoor is er meer tijd om het product te gebruiken. Maak de verpakking goed leeg. Met behulp van een illustratie wordt gevisualiseerd hoe het pak het beste kan worden leeggemaakt. Zo wordt de hoeveelheid product dat met de verpakking wordt weggegooid geminimaliseerd. 2.5.2 Monitoring Een aantal NZO-leden werkt actief samen met de WUR aan de optimalisering van een systeem van monitoring, zodat voedselverliezen beter in kaart kunnen worden gebracht.
Website: http://www.nzo.nl/
10 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.6
Koffiebranderij Peeze: van (koffie)prut naar paddenstoel
2.6.1 Het sluiten van kringlopen Peeze kent verschillende grote klanten die veel koffiebonen afnemen. Bij het gebruik van de koffiebonen komt een belangrijke reststroom vrij, het koffiedik. In het residu zitten veel bruikbare stoffen. Het koffiedik bevat echter verschillende nuttige stoffen. Hierdoor is het onder andere zeer geschikt als voedingsbodem voor planten en paddenstoelen. Onderzoek heeft uitgewezen dat vers koffiedik vooral erg geschikt is voor het telen van oesterzwammen. Peeze adviseert en faciliteert klanten bij het sluiten van hun koffiekringloop. Zo is Peeze onlangs onderdeel geworden van een consortium dat onderzoek doet naar de mogelijkheden om het koffiedik van de Rabobank in te zetten voor de oesterzwamteelt. Koffie wordt gezet en de koffiedrab wordt door een derde partij verzameld en getransporteerd naar de oesterzwamteler. Het koffiedik wordt ingezet om oesterzwammen te telen die weer in de eigen bedrijfsrestaurants worden gebruikt. Cirkel rond dus! Website: http://www.peeze.nl/
11 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.7 Sonneveld: optimale benutting van voedselresten Uit verschillende Europese onderzoeken blijkt dat ongeveer 20% van het geproduceerde brood verloren gaat. Deze reststroom ontstaat voornamelijk bij de consumenten en de retailers. Indien het brood binnen één dag niet is verkocht, wordt dit kwalitatief goede brood door de retailers teruggestuurd naar de bakkerijen die dit vervolgens als veevoer afvoeren. In Nederland wordt er jaarlijks per hoofd van de bevolking ongeveer 56 kg brood gegeten. Het gaat dus om een totale hoeveelheid ongeveer 941 miljoen kg. Het verlies van bijna 20% komt dan neer op totaal circa 188 miljoen kg brood dat wordt weggegooid. Van deze 188 miljoen kg gaat ongeveer 56 miljoen kg van het niet dagverse brood retour vanuit de retail/bakkerswinkel naar de bakkerijen. Dit wordt verbrand of wordt verwerkt als veevoer. In de bakkerij wordt tussen de 9-19 miljoen kg brood afgekeurd en gedegradeerd tot afval (onder andere te donker, te licht, te klein of een foute vorm), verbrand of wordt verwerkt als veevoer. Sonneveld werkt al jaren om brood langer mals te houden en dit heeft geresulteerd in minder afval bij de consument. Daarnaast heeft Sonneveld twee technologieën ontwikkeld om het afval in de bakkerij op te lossen. Thans onderzoekt Sonneveld samen met partners, hoe de retourstroom van de winkel/retail naar de bakkerij kan worden gereduceerd. 2.7.1 Van oud brood naar nieuw brood Sonneveld heeft een concept ontwikkeld dat uitgaat van de herverwerking van brood. Het afgekeurde brood wordt verwerkt tot een zuurdeeg en is daarmee grondstof voor de dagelijkse broodproductie. Door een speciale starter toe te voegen wordt het brood geschikt gemaakt voor herverwerking. De starter is geschikt voor alle broodsoorten. Sonneveld heeft veel moeite gestoken in het hygiënisch retour laten komen van het brood. De herverwerking kan daardoor op een kwalitatieve en veilige manier plaatsvinden. Het is een product dat goed past bij het streven van veel (bakkers)bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het gebruik van de speciale starter brengt bovendien een besparing in kosten met zich mee. Er hoeven minder grondstoffen te worden ingekocht. Cruciaal volgens Sonneveld is wel de wil om samen te werken binnen de keten. Door de gehele keten dienen immers afspraken te worden gemaakt over hygiënisch werken en het scheiden van partijen brood.
Figuur 2.5: proces van herverwerking brood
12 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.7.2 Van oud brood naar nieuw product Tot op heden is oud brood altijd een verlies geweest voor de bakkerij. Sonneveld heeft een oplossing gevonden voor dit probleem. Het oude brood wordt verwerkt naar een nieuw product. Allereerst dient de bakker het oude brood te versnijden naar broodreepjes. Vervolgens voegt de bakker een speciaal door Sonneveld ontwikkelde marinade van kruiden en specerijen toe aan de broodreepjes. Door het brood hierna opnieuw kort te bakken ontstaat een hartige snack, broodchips. Deze chips hebben opnieuw een bewaartermijn van circa zeven dagen. De marinade is bovendien toepasbaar op elk broodsoort. Beide verwerkmethodes van oud brood leveren dus een smaakvol nieuw eindproduct op én een verminderde afvalstroom en kostenbesparing. Website: http://www.sonneveld.com/nl/
13 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.8 Suiker Unie: het verwaarden van reststromen en het sluiten van kringlopen Duurzaamheid betekent bij Suiker Unie allereerst alles uit de suikerbiet halen wat erin zit. Samen met telers en partners werkt Suiker Unie aan een betere toekomst, waarin kringlopen zijn gesloten, er voedselzekerheid is en de landbouwgrond hogere opbrengsten per hectare heeft. Hiervoor neemt Suiker Unie zowel in het begin van de keten, in het eigen proces en na het eigen proces maatregelen. 2.8.1 In het eigen proces: Zuivering Het uit suikerbieten gewonnen sap (ruwsap) wordt gezuiverd met kalk. Onder andere de niet-suikers binden zich aan het kalk. Suiker Unie wil immers dat deze stoffen niet in de suiker zitten. De reststroom die na zuivering van het ruwsap ontstaat wordt Betacal genoemd. Betacal is een uitermate geschikte kalkmeststof voor pH-onderhoud, pH-verbetering en structuurverbetering. Deze stof wordt dan ook weer terug geleverd aan de telers van suikerbieten, die het gebruiken op het land. Hiermee is de tweede mineralenkringloop gesloten. 2.8.2 Na het eigen proces: vergisting-installaties Suiker Unie heeft in Nederland twee grote vergisting-installaties gebouwd, waar voornamelijk het eigen restmateriaal, zoals bietenpuntjes en perspulp wordt vergist. Dit levert jaarlijks 20 miljoen kubieke meter groen gas op dat wordt terug geleverd aan het net. In 2013 reden er zeven vrachtwagens en dienstauto’s van Suiker Unie op groen gas. De vergistingsinstallatie heeft ook een reststroom: digestaat. Het digestaat kan als organische meststof in de landbouw worden afgezet. Ook daarmee worden belangrijke mineraalkringlopen gesloten. Figuur 2.6: schema van vergistingsproces
Website: http://www.suikerunie.nl/
14 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.9 Voedselbanken Nederland: mensen helpen én tegengaan van voedselverspilling De missie van Voedselbanken Nederland is het gratis verstrekken van verkregen voedsel aan de armste mensen in Nederland. Voedselbanken Nederland is in de positie om daarmee twee doelen te bereiken: het helpen van mensen én het tegengaan van voedselverspilling. Jaarlijks levert Voedselbanken Nederland ongeveer 1,8 miljoen voedselpakketten aan 35.000 huishoudens. Naast de donaties van particulieren draagt het bedrijfsleven veel bij aan de voedselpakketten van Voedselbanken Nederland. In totaal heeft Voedselbanken Nederland in 2012 naar schatting 8.000 ton voedsel verdeeld dat anders werd vernietigd. Voedselbanken Nederland gaat actief op zoek naar bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er wordt een constructieve samenwerking aangegaan. Met een aantal partijen waaronder Unilever en FrieslandCampina heeft Voedselbanken Nederland een overeenkomst gesloten die gebaseerd is op: Een vaste hoeveelheid producten per jaar die Voedselbanken Nederland gebruikt voor hun voedselpakketten Uren van medewerkers die ter beschikking worden gesteld voor projecten, zoals logistieke optimalisatie van wijdverspreide voedselopname en -afname. Vanuit het bedrijfsleven vinden verschillende producten hun weg naar de voedselpakketten van Voedselbanken Nederland: Producten die over de ‘ten minste houdbaar tot (THT)’-datum zijn, maar nog wel geschikt zijn voor consumptie volgens de richtlijnen van de NVWA. Restproductie: bijvoorbeeld de uiteinden bij worstenproductie. De producent gebruikt de restproductie niet voor eigen producten. Deze restproductie wordt ingezet voor onder andere vlees in macaroni- en nasipakketten. Opstartproductie: bijvoorbeeld de jamproducent die een badge aardbeienjam produceert na een badge frambozenjam. Doordat een deel van de productie in de leidingen blijft zitten, bestaat het eerste deel van de productie uit een mengsel van frambozen- en aardbeienjam. Niet geschikt voor de producent om in de markt te zetten, maar wel geschikt voor de voedselpakketten van Voedselbanken Nederland. Niet geoogste landbouwproducten: groenten en fruit die niet geoogst worden, omdat ze niet aan de criteria voldoen (bijvoorbeeld afmeting) worden in samenwerking met Voedselbanken Nederland geoogst, verzameld en eventueel verwerkt tot soep of conserven die geschikt zijn voor toekomstig gebruik. Dit komt neer op ongeveer 10.000 kilo aan producten per week. Voedselbanken Nederland is een organisator en facilitator. Daarnaast levert Voedselbanken Nederland via hun netwerk van vrijwilligers arbeidskrachten om de producten in te zamelen en weer te verspreiden via hun voedselpakketen. Cruciaal voor Voedselbanken Nederland is hun brede blik en kennis van retail en producent. Dit betekent dat Voedselbanken Nederland vanuit ervaring en kennis kan meedenken in de verschillende opties voor bedrijven.
15 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
Een samenwerking met Voedselbanken Nederland is interessant voor onderneming omdat: Voedselbanken wijdverspreid door Nederland aanwezig zijn. Er is altijd een voedselbank op korte afstand aanwezig. Het voedsel niet langer vernietigd hoeft te worden. Dit bespaart kosten. Doneren past in het beleid van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het milieu wordt immers minder belast en de armste Nederlanders worden geholpen.
Website: http://www.voedselbankennederland.nl/
16 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
2.10 Zwanenberg: verlenging van houdbaarheid en voorkomen van derving 2.10.1 Verlenging van houdbaarheid Zwanenberg Food Group heeft verschillende acties ondernomen om producten gezonder te maken: zoutvermindering, minder E-nummers, etc. Echter, hierdoor komt de THT-datum van producten onder druk te staan. Zwanenberg Food Group is heel actief om ervoor te zorgen dat de THT-data van producten zo lang mogelijk is om derving verderop in de keten te voorkomen. Naast het zoeken van alternatieve ingrediënten om de groei van micro-organismen (onder andere door verlaging pH of toevoeging ingrediënt) te verminderen, wordt er ook gewerkt met andere technologieën om de houdbaarheid te verbeteren. Deze innovatieve technologieën zijn niet alleen gericht op verlenging van de houdbaarheid, maar ook op verlaging van het energieverbruik. High Pressure Processing (HPP) en Radio Frequency (RF) Heating zijn voorbeelden van dergelijke technologieën. HPP is een koudepasteurisatietechniek, waarbij door middel van zeer hoge waterdruk schadelijke bacteriën worden bestreden. Zwanenberg is de eerste producent in de Benelux die deze techniek industrieel toepast. Zwanenberg past deze toe bij de productie van onder andere filet americain. De houdbaarheid en veiligheid van HPP-producten wordt aanzienlijk verlengd, zonder kwaliteits- of smaakverlies en met behoud van verseigenschappen. RF Heating is een alternatieve kookmethode die veel energiezuiniger en efficiënter is dan traditionele verhitting. De RF-techniek heeft als voordeel ten opzichte van andere technieken dat het een snel proces is dat precies kan worden beheerst, waardoor uitval in het verwerkingsproces (onder andere snijden) wordt gereduceerd. 2.10.2 Voorkomen derving door aanpassen portiegrootte Zwanenberg Food Group zoekt in samenwerking met klanten naar de beste verpakkingsmethode. Porties worden afgestemd op het gebruik in de winkel, bij de cateraar of bij de klant, om derving te voorkomen. Zwanenberg Food Group heeft daarom producten in verschillende porties en één of meerplaksverpakkingen vleeswaren. Hierbij wordt er dus altijd gezocht naar de balans tussen verbruik aan verpakking en verlies door derving.
Website: http://www.zwanenberg.nl/
17 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
3 Overzicht resultaten In het vorige hoofdstuk zijn de achttien succesvol gerealiseerde best practices om voedselderving te voorkomen of te reduceren, welke uit de inventarisatie naar voren zijn gekomen, omschreven. Hierin is besproken wat de ondervraagde bedrijven veelal doen om reststromen te verminderen en te verwaarden. Hieronder zijn alle de beschreven best practices, ingedeeld op thema (verminderen of verwaarden van reststromen) en naar activiteit in de keten (teelt, eigen proces of afnemer/consument).
afnemer/ consument
eigen proces
teelt
Tabel 3.1: overzicht best practices
Verminderen van reststromen 2.4.1 LambWeston/Meijer: zoektocht naar het perfecte aardappelras 2.4.2 LambWeston/Meijer: tegengaan van krimp en ‘blauwe plekken’
Verwaarden van reststromen 2.3.1 Kenniscentrum Plantenstoffen: verpakkingen van tomaten 2.3.2 Kenniscentrum Plantenstoffen: sauzen en soepen met klasse 3-producten
2.1.1. Arla Foods: meten en monitoren van 2.1.1 Arla Foods: reststromen naar diervoeder verlies 2.5.2 NZO: Monitoring 2.2.1 D.E Masterblenders: tonnen koffiedik benut als hernieuwbare energiebron 2.4.3 LambWeston/Meijer: golf(aardappel)ballen 2.6.1 Koffiebranderij Peeze: het sluiten van kringlopen 2.8.1 Suiker Unie: zuivering 2.8.2 Suiker Unie: vergistinginstallaties 2.9 Voedselbanken Nederland: mensen helpen én tegengaan van voedselverspilling 2.1.2 Arla Foods: afspraken 2.7.1 Sonneveld: van oud brood naar nieuw brood 2.5.1 NZO: consumentenvoorlichting 2.7.2 Sonneveld: van oud brood naar nieuw product voedselderving 2.10.1 Zwanenburg: verlenging van 2.9 Voedselbanken Nederland: mensen helpen én houdbaarheid tegengaan van voedselverspilling 2.10.2 Zwanenbrug: voorkomen derving door aanpassen portiegrootte
Verminderen van verspilling is van oudsher een belangrijk thema voor de levensmiddelenindustrie. Niet alleen is de industrie zich ervan bewust dat verspilling invloed heeft op het milieu en het imago van de sector, ook betekent voedselderving het verspillen van geld. Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat naast hun inzet voor reductie van reststromen, bedrijven tegenwoordig ook een focus hebben op het verwaarden van reststromen. Reststromen zijn onvermijdelijk in de levensmiddelenindustrie. Optimaal verwaarding zorgt dat het meeste nut wordt gehaald uit de reststromen. Verwaarden en verminderen van reststromen gaat gepaard met innovatie en samenwerken, binnen en buiten de keten. Voor bedrijven betekent het verwaarden van reststromen het omvormen van een kostenpost naar een cash flow. Hun reststromen worden van afval immers een grondstof. Voor veel bedrijven is dit business as usual. De activiteiten zijn ingebed in hun doelstellingen op het gebied van duurzaamheid.
18 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
Bijlage 1:
Lijst met initiatieven en organisaties
Het efficiënte gebruik van grondstoffen is een populair thema. Er zijn dan ook veel initiatieven rondom dit thema opgezet. Onderstaand een (alfabetische) lijst met initiatieven die interessant zijn wanneer u aan de slag gaat met dit onderwerp. Alliantie Verduurzaming Voedsel: samenwerkingsverband tussen o.a. LTO Nederland, Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI), Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) Website: http://duurzamereten.nl/over-ons/over-alliantie-verduurzaming-voedsel.html Damn Food Waste: coalitie van partners met onder andere evenementen Website: http://damnfoodwaste.com/ Duurzaam Door: kennisprogramma in samenwerking met overheden, ondernemers, onderwijs, onderzoekers en burgerorganisaties, over energie, water, biodiversiteit, grondstoffen en voedsel Website: http://www.duurzaamdoor.nl Food battle: wedstrijd voor bedrijven en organisatie tegen voedselverspilling Website: https://www.foodbattle.nl/ Food Guerilla: verzamelinitiatief voor goed voedsel Website: http://www.foodguerrilla.nl/ Kromkommer/Too Good To Waste: verzamelinitiatief met onder andere eigen producten Website: http://www.kromkommer.com/ No Waste Network: initiatief van Ministerie van Economische Zaken gericht op ondernemers en organisaties in voedselketen voor verhogen van waarde van voedselresten en terugdringen van voedselverspilling Website: http://www.nowastenetwork.nl/ Onderzoeksinstituut Food & Biobased Research van Wageningen UR: praktijkonderzoek naar duurzame innovatie in voedsel Website: http://www.wageningenur.nl/nl/Expertises-Dienstverlening/Onderzoeksinstituten/foodbiobased-research.htm
19 - 19
3306870DR02 - 10 oktober 2014
20 - 19