Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen Telefoon 14 0591
Correspondentieadres: Postbus 30001 7800 RA Emmen
Emmen
Aan de leden van de gemeenteraad A'an de gemeente Emmen Rekenkamercommissie Emmen
ons kenmerk
uw brief van/kenmerk
bijlage(n)
behandeld door
telefoon
fax
C M . de Widt
(0591)68 53 80
14.004306
rapport Emmen,
10 januari 2014
Eindrapport: Tussentijdse evaluatie beleid Recreatie en Toerisme Geachte leden, Bijgaand biedt de Rekenkamercommissie Emmen uw raad ter kennisneming het eindrapport Tussentijdse evaluatie Recreatie en Toerisme aan. Wij stellen u voor de conclusies te delen en de aanbevelingen in het rapport over te nemen. Overeenkomstig artikel 3.4 van de verordening "Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004" is het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld haar zienswijze op het onderzoek en de rapportage kenbaar te maken. De schriftelijke zienswijze van het college is bij het eindrapport gevoegd. De Rekenkamercommissie is uiteraard bereid om in uw raad een toelichting op het eindrapport te geven. Hoogachtend, Namens de Rekenkamercommissie Emmen
drs. J . van Os, voorzitter
Rekenkamercommissie Emmen
TUSSENTIJDSE EVñlUÄTIE BELEID D) Ľ
İCMĒÄTI
TOE KI:
Rekenkamercommissie Emmen drs. J. van Os, voorzitter drs. E. Lange D. van Bree J.L. deJong T. Gerth J.H. Hulsegge F. Aldershof Ambtelijke ondersteuning rekenkamercommissie mr. C M . de Widt Opstellers rapport: S. Hodes (LAgroup, Amsterdam) B. Querl (LAgroup, Amsterdam)
Gemeente Emmen Rekenkamercommissie Postbus 30001 7800 RA Emmen T
14 0591
E
[email protected]
I
www.emmen.nl
Emmen. Januari 2014
Inhoudsopgave
Deel 1 Bestuurlijk Deel Inleiding Conclusies Aanbevelingen aan de gemeenteraad Emmen Hoor en Wederhoor Nawoord van de RKE
Deel 2 Feitenrelaas, analyse en beoordeling Algemene inleiding Analyse beleid R S T Emmen TROP 2010-2015) Inleiding Strategie en doelen Uitvoeringsprogramma Organisatie Financiën Andere beleidsterreinen Effecten Beoordeling Bijlagen Bijlage 1 - Bronnen en gebruikte afkortingen Bijlage 2 - Betrokkenen online enquête en interviews Bijlage 3 - Overzicht activiteiten en financiering TROP Bijlage 4a - Resultaten online enquête - raadsleden Bijlage 4b - Resultaten online enquête - stakeholders
Deel 1 Bestuurlijk Deel
Inleiding Aanleiding Toerisme in Emmen heeft in de loop der jaren in economisch opzicht steeds meer aan betekenis gewonnen en wordt inmiddels gezien als een van de kansrijke sectoren (zie ook Structuurvisie gemeenten eMMen 2020 en Kadernota Economie) die moeten bijdragen aan de diversificatie van de economie in de gemeente. De gemeente heeft haar beleid op het gebied van Recreatie en Toerisme voor de periode 2010-2015 vastgelegd in het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan (TROP) Emmen 2010-2015. Het plan kwam in 2009 tot stand met medewerking van het Platform Toerisme en Recreatie (hierin was destijds de toeristisch-recreatieve sector georganiseerd) en werd in januari 2010 door de Raad vastgesteld. Het TROP 2010-2015 bestaat uit een visiedeel en een uitvoeringsprogramma. Uit het laatstgenoemde worden jaarplannen gedestilleerd waarin de activiteiten zijn weergegeven die in het betreffende jaar zullen worden uitgevoerd, aangevuld met de kosten die daarmee gepaard zullen gaan. De TROPmiddelen zijn vooral bedoeld als bron voor de gemeentelijke cofinanciering. Daarmee heeft de gemeente in de voorgaande TROP-periode goede resultaten geboekt. Vraag De Rekenkamercommissie van de gemeente Emmen (hierna RKE genoemd) wil het TROP 2010-2015 tussentijds (laten) evalueren om te zien of de gemeente met de uitvoering van het TROP op koers ligt en of mogelijk bijstelling van het beleid noodzakelijk is. Dit gebeurt ook in het licht van de aanhoudende economische crisis. De centrale vraag van de RKE is: Heeft de uitvoering van het TROP 2010-2015 in termen van doeltreffendheid en doelmatigheid tot nu toe de gewenste resultaten opgeleverd?
Uitvoering onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Lagroup en begeleid door de Rekenkamercommissieleden J. de Jong en J. Hulsegge. Wij maken van deze plaats gebruik om de verschillende personen vanuit de verschillende brancheverenigingen, de raadsleden die meegewerkt hebben aan dit onderzoek alsmede ook diegenen die werkzaam zijn bij de gemeente Emmen, zowel bestuurlijk als ambtelijk en die ons geholpen hebben bij ons onderzoek, te bedanken voor de bijzonder prettige medewerking die ons daarbij is verleend.
Leeswijzer In deze deelrapportage (deel 1) wordt de essentie van het onderzoek weergegeven: de conclusies die de RKE heeft getrokken en de aanbevelingen die ze op basis daarvan doet aan de gemeenteraad van Emmen. Deel 2 van de rapportage bestaat uit het feitenrelaas, de analyse en de beoordeling (beantwoording van de centrale vraag en onderliggende deelvragen van de RKE) alsmede alle bijlagen. Deel 2 vormt de basis en is de onderbouwing voor de conclusies en aanbevelingen in deel 1. 5
Conclusies In dit deel presenteren we in een notendop de belangrijkste conclusies van het onderzoek, die we onderbouwen met de meest relevante bevindingen, voortkomend uit de deskresearch en/of de online enquête en/of de interviews.
Conclusie 1
Het beleid voor toerisme en recreatie van de gemeente Emmen in de vorm van het TROP is bij het overgrote deel van de stakeholders niet bekend. Waar men aangeeft er wel bekend mee te zijn, voelt men geen betrokkenheid. Daarom mist het TROP draagvlak onder de stakeholders. Bevindingen »
Uit de online enquête onder de stakeholders blijkt dat ze zich niet betrokken voelen bij het TROP.
o
Dat geldt zowel voor de totstandkoming van het beleid als voor de uitvoering ervan.
94 % van de stakeholders was niet betrokken bij het
TROP
of geeft
aan het niet te weten. liei
»
94% van de stakeholders geeft aan geen bijdrage te hebben geleverd aan de uitvoering van het
o
TROP
of geeft aan dit niette weten (linker afbeelding),
Eveneens 949a van de stakeholders geeft aan niet op de hoogte te zijn van de vorderingen van het
TROP
of dit wederom niet te weten (rechter afbeelding)
6
Hebt het
u een bijdrage gefevetd TRQPW1Q-mi5?(n~33)
vmmm
Over
m
1
o
aan
HES
Alle stakeholders zeggen niet op de hoogte te zijn van de (tussentijds) bereikte resultaten van het TROP-uitvoerings-programma.
In hot moľisrcn uitvoaim^ìioçfŭiwthi opgenomen mei diverse activiteiten Bent ti op de /looiįŕo wndò (tussentijd;} toŵ resultaten? (11=33)
o
^^^^^^^^ÊĚ^^ĚÊ
De raadsleden voelen zich duidelijk beter geïnformeerd. De respondenten geven de volgende informatiebronnen aan (er waren meerdere antwoorden mogelijk bij deze vraag):
o
o
869o
via de jaarrapportages;
o
3896
via de jaarplannen;
o
IV/o via een themabijeenkomst van de Raad;
o
8*^. geeft aan niet geïnformeerd te zijn; en
o
1796 geeft aan het niet te weten,
Echter, de kwaliteit van de informatie wordt door de raadsleden gemiddeld met 6 , 0 beoordeeld (1 ^ zeer onvoldoende tot 1 0 n uitstekend).
7
NoiiņįrMlssarpmĩtrtt wösdt: aatera.adWd.op -de hopgíà.ġeĮmutíşn van de ŢŖOPţvoortgang. Wat vindt u van de fnvatiteií van de informatie die u in staat moet stei/en het beleid op toeristiadt-tecreatief gebied bij te sturen? Cijfer: waarbij 1 Mzeìsi}onvoldoende íoí ií) -- uitstekend {n"-2zì)
Gemiddelde 6,0 9
5
SB
• 1 II
|
O
iSi CTS
I 8 :- :
Conclusie 2 In het TROP wordt geen duidelijk toeristisch profiel geschetst van de gemeente Emmen. Het TROP biedt geen heldere visie en de in het TROP geformuleerde doelstellingen zijn niet meer reëel gezien de huidige economische situatie. Bevindingen o
H et huidige TROP mist een heldere visie en een langetermijnstrategie voor de gemeente. Daardoor blijft ook het toeristische profiel van de gemeente onduidelijk. (Wat wil de gemeente Emmen zijn?)
o
Een groei van
3596
per jaar betreffende het aantal arbeidsplaatsen in de sector toerisme
recreatie en een toename van
2496
8t
van het aantal overnachtingen en het aantal dagtochten
per jaar zijn een ambitieus streven en in de huidige economische tijden niet meer realistisch, o
Geen van deze doelstellingen is eind 2 0 1 1 c.q. eind 2 0 1 2 (voor het aantal overnachtingen o.b.v. de toeristenbelasting) bereikt. Ten opzichte van het peiljaar
2009
is het aantal
arbeidsplaatsen in de toeristische sector, het aantal overnachtingen en het aantal dagtochten gedaald. o
In de evaluaties van het TROP wordt de ontwikkeling van deze drie indicatoren niet bijgehouden.
Conclusie 3 De gemeente heeft in het TROP doelstellingen geformuleerd waar ze geen of slechts ten dele invloed op heeft. Bevindingen o
In
2009,
toen het TROP werd ontwikkeld, was het gebruikelijk om harde targets te
formuleren zodat de gemeente na verloop van tijd de ontwikkeling zou kunnen meten/zien. De resultaten van de online enquête laten zien dat er inmiddels zowel door de stakeholders als de raadsleden vraagtekens gezet worden bij deze doelstellingen. Dit betreft de ambitieuze groeipercentages en/of het feit dat de gemeente nauwelijks invloed heeft op de 8
geformuleerde macrodoelstellingen. De twijfels bij deze doelstellingen en de groeipercentages werden ook in de interviews bevestigd.
Doelstellingen TROP 2010-2015
Raadsleden ^24)*
Stakeholders (11=33)* *
1 A. Een t o e n a m e v a n het aantal arbeidsplaatsen I i n d e t o e r i s t i s c h r e c r e a t i e v e s e c t o r v a n S5% per
5,8
4,0
I
İ jaar g e d u r e n d e d e planperiode (peiljaar 2 0 0 9 ) . :
:İ:
1
1 B. E e n t o e n a m e v a n h e t a a n t a l o v e r n a c h t i n g e n 1 : van 24*^ per jaar gedurende d e planperiode
5,9
5.0
6,2
4,9
1 (peiljaar 2 0 0 9 ) . I C. E e n t o e n a m e v a n h e t a a n t a l d a g t o c h t e n v a n |
0
24 Zo p e r j a a r g e d u r e n d e d e p l a n p e r i o d e
1 (peiljaar 2 0 0 9 ) . í'iväįľvdt'V'0:'»,vesi.ņiçit';Siįļií-ŴĄřārVíi'fi
a
tífĚa;ìÕ:!ŵeäţiŕįíeţhįfşfį-
Daarnaast kan geconstateerd worden dat de doelstellingen voor eind 2011 (betreffende het aantal arbeidsplaatsen en dagtochten) en die voor 2012 (betreffende het aantal overnachtingen o.b.v. toeristenbelasting) niet gehaald zijn.
Aangezien sinds de vaststelling van het TROP begin 2010 de wereld behoorlijk is veranderd, onder andere door de economische crisis, is de gemeente sinds kort bezig met de herziening van het TROP c.q. met het ontwikkelen van een nieuw TROP.
Conclusie 4 Het TROP kent drie doelstellingen, namelijk een toename van het aantal arbeidsplaatsen in de toeristisch-recreatieve sector, een toename van het aantal overnachtingen en een toename van het aantal dagtochten (zie ook tabel hiernaast). In de jaarrekeningen/ evaluaties van het TROP worden de bereikte resultaten betreffende deze drie indicatoren niet teruggekoppeld. Bevindingen o
De drie doelstellingen zijn de kern van het TROP. Dit maakt een jaarlijkse terugkoppeling van de bereikte resultaten betreffende de drie indicatoren noodzakelijk. Alleen dan is het mogelijk de trends te kunnen volgen - in termen van toename, afname, gelijkblijvend - en, indien nodig, maatregelen te nemen.
o
De raadsleden die deelnamen aan de online enquête geven gemiddeld een 6,0 voor de kwaliteit van de informatie die hen in staat moet stellen om op het beleid te kunnen sturen. Hier is dus nog ruimte voor verbetering, waaronder het terugrapporteren van de bereikte resultaten op het gebied van arbeidsplaatsen in de toeristische sector, overnachtingen en dagtochten.
9
Conclusie 5 Toerisme is een belangrijke economische pijler in de gemeente Emmen. Echter, de organisatiegraad is zowel op gemeentelijk niveau als sectoraal erg laag. Bevindingen o
Uit de interviews werd duidelijk dat toerisme en de daaraan gerelateerde producten en activiteiten bestuurlijk gezien versnipperd zijn. Toerisme, citymarketing, evenementen en openbare orde S veiligheid zijn verdeeld over vier portefeuilles,
o
Recreatie en toerisme (het TROP, beleid en uitvoering) vallen onder verantwoordelijkheid van wethouder Houwing. De betreffende ambtelijke ondersteuning is met 2 fte toegerust. Echter, 1 fte is op dit moment (nog) niet ingevuld (medewerker ging onlangs met pensioen). De andere 1 fte is verdeeld over twee medewerkers. Eén medewerker (0,5 fte) is verantwoordelijk voor het beleid T 8t R en de andere medewerker (ook 0,5 fte) houdt zich bezig met de uitvoering van het beleid,
o
Naast de scheiding tussen beleid en uitvoering en de verdeling daarvan over twee medewerkers is de vakkundigheid van de ambtelijke ondersteuning een aandachtspunt,
o
Ook op sectoraal niveau is organisatorisch gezien sprake van versplintering. Er zijn op dit moment vijf verschillende organisaties bezig met activiteiten om de gemeente Emmen te promoten, namelijk: 1.
Stichting Promotie Emmen (SPE);
2.
Toeristisch Informatie Punt Emmen (TIP) heeft na het omvallen van de VVV de receptieve taken overgenomen;
3. Stichting Evenementen (SE) die zich bezighoudt met het organiseren van evenementen; 4.
Stichting Marketing Regio Emmen (SMRE), die eind 2 0 1 2 is opgericht en verantwoordelijk is voor de citymarketing van de gemeente Emmen;
5. o
Stichting Ondernemersfonds Emmen Centrum (SOFEC).
De promotie van Emmen is versplinterd omdat er geen of slechts beperkte afstemming is tussen deze organisaties. Ook voor de stakeholders zelf is het niet altijd helder wie welke taken uitvoert en wie waarvoor verantwoordelijk is.
o
Verder heeft deze versplintering onder andere tot gevolg dat over Emmen meerdere slogans in omloop zijn: 'Emmen Vlinderstad' (door de ondernemers in het centrum); Energiek Emmen (wordt gehanteerd door het TIP) en 'Een energieke gemeente van aanpakken en doen', als positionering vanuit de citymarketing. Het parallel gebruiken van meerdere slogans creëert een onduidelijk beeld in de toeristische markt/voor de consument.
o
Het citymarketingbeleid probeert meer samenhang te brengen in de losse onderdelen van de gemeente en een "eenduidig, compleet ^ informerend) en eerlijk beeld van de gemeente" neer te zetten. SMRE is op dit moment (april 2 0 1 3 ) bezig met de sollicitatieprocedure voor een citymarketeer die vervolgens met de uitvoering van het beleid aan de slag kan gaan.
Conclusie 6 Er is in de laatste jaren geen structureel contact tussen de gemeente en de toeristisch-recreatieve sector. Bevindingen
10
De gemeente doet weinig tot niets aan binding/relatieonderhoud met de stakeholders/markt. Dit wordt onder andere duidelijk door het feit dat de gemeente niet in bezit is van een adressenlijst van de toeristische stakeholders. H et Toeristische Informatie Punt Emmen (TIP) beschikt weliswaar over een zogenaamde donateurslijst (donateurs = de stakeholders die een contributie betalen aan Stichting Promotie Emmen), maar de gegevens over de donateurs zijn redelijk summier (geen contactpersoon, geen emailadressen en/of geen persoonlijke emailadressen). De samenwerking tussen de gemeente en de stakeholders wordt zowel door de stakeholders als de raadsleden als onvoldoende ervaren. De stakeholders beoordelen de samenwerking gemiddeld met een 4,1. De raadsleden zijn met een gemiddelde score van 5,75 iets positiever (zie afbeelding hiernaast). Ook wordt de samenwerking bij beide groepen respondenten als een belangrijk verbeterpunt genoemd: op de vraag wat ze graag anders zouden willen met betrekking t o t het TROP en de uitvoering daarvan noemt 54% van de raadsleden en 589í. van de stakeholders op de eerste plaats een nauwere samenwerking tussen de gemeente en de toeristischrecreatieve sector (bij deze vraag waren maximaal 3 antwoorden mogelijk; zie ook bijlage 4a + 4b, deel 2 van de rapportage).
Welh cijfer zou u geven voor de SAMEN WERKiNG tussen de toeristischrecreatieve sector en de gemeente Emmen hiji de uitvoering van hei T RQP? Çijíer: waarbij ì - - zeer slecht tot 10 ~ zeer goed Raadsleden
(n-24) Gemiddelde 5,75
55 Si
5
J ļlij ļ -
1
mm 4
7
q . » K ven cijfers ^ Stakeholders
(n~32)
, waarvan
I3máal
'west
nieì'
Gemiddelde 4, i 5
"Cl
ííi 1...
1 :
H '"
I 6
m
gssaevoivcljfof
11
Conclusie 7 De sector toerisme en recreatie in de gemeente Emmen is niet georganiseerd. Niemand is verantwoordelijk voor het bij elkaar brengen van de diverse partijen die op het gebied van toerisme In de gemeente Emmen actief zijn. Bevindingen o
Waar een aantal jaren geleden nog een Platform Toerisme en Recreatie Emmen bestond, waarin de ondernemers verenigd waren en elkaar en vertegenwoordigers van de gemeente regelmatig zagen, is de toeristischrecreatieve sector op dit moment niet georganiseerd. Stakeholders hebben weliswaar contact met elkaar, maar dat gebeurt vooral op individuele basis. In tegenstelling tot de toeristische sector is de retailsector wel goed georganiseerd in stichting 'De Koepel', een officieel erkende gesprekspartner voor de gemeente.
o
Uit de online enquête onder en uit de interviews met de stakeholders wordt duidelijk dat er behoefte is aan structurele netwerkbijeenkomsten (minimaal 2 x/jaar). Op deze bijeenkomsten komen het veld en de gemeente bij elkaar, vindt kennisuitwisseling plaats en kan breder genetwerkt worden.
Conclusie 8 Het managementinformatiesysteem van het TROP is niet op orde en deels onoverzichtelijk. Bevindingen o
De financiële verslaglegging van de gemeente sluit in beperkte mate aan op het overzicht van activiteiten en financiering uit het TROP. Daardoor is niet altijd overzichtelijk welke uitgaven in welke categorie zijn gedaan. Echter, in de evaluatie van 2 0 1 2 en het jaarplan voor 2 0 1 3 is dit duidelijk verbeterd (bron 2 5 ) .
o
In de jaarrekeningen/evaluaties wordt geen informatie gegeven over het al dan niet bereiken van de drie doelstellingen uit het TROP.
o
In het TROP worden diverse samenwerkingsverbanden genoemd die belangrijk zijn voor de uitvoering van het toeristisch beleid. De rol van de gemeente in deze samenwerkingsverban den is vooral die van subsidiegever of contribuant en/of afstemmingspartner. De financiële bijdragen van de gemeente aan de diverse samenwerkingspartners komen niet consequent terug in de evaluaties van het TROP.
Conclusie 9 Bij de stakeholders is veel kennis over de markt aanwezig. De gemeente maakt hier (nog) te weinig gebruik van. Bevindingen o
De gemeente is begonnen met de herziening van het TROP c.q. de ontwikkeling van een nieuw TROP. De sector wordt als geheel tot nu toe niet structureel betrokken en/of geraadpleegd. De stakeholders hebben veel kennis over (o.a.) de trends en ontwikkelingen in de verschillende subsectorenţlogiesaccommodaties, attractieparken, horeca, retail, etc.). 12
Daarnaast rijst ook de vraag in hoeverre de know-how en/of projectresultaten van het Innovatie- en Kennis-platform aan de Stenden Hogeschool gebruikt worden voor het ni euwe toeristische belei d. o
Een van de kritische noten ten aanzi en van het
TROP 2 0 1 0 - 2 0 1 5
was dat dit plan te ver
afstaat van de sector/markt en er een langetermijnvisie ontbreekt. In het kader van de ontwikkeling van een ni euw
TROP
i s, voor zover we weten, (nog) geen brede di scussi e met
de stakeholders i ngepland over de toeristische toekomst van de gemeente Emmen.
QKamis
k
niacin, niiútľ
kennis delen İS ĥïäćlll
Conclusie 10 De rol van de gemeente in het toeristische krachtenveld is niet helder. Dit geldt intern (hoe wil de gemeente het nieuwe credo 'minder overheid, meer samenleving' invulling geven wat betreft haar betrokkenheid bij toerisme?), maar ook extern (wat kunnen de stakeholders van de gemeente verwachten?). Bevindingen o
Intern heeft de gemeente nog geen helder beeld van hoe ze de komende jaren invulling wil geven aan haar toeristisch beleid. Dat geldt voor het inhoudelijke, organisatorische en financiële deel. De herziening van het
o
TROP
zal hierop waarschijnlijk antwoord geven.
H et is voor de buitenwereld verwarrend als de gemeente aan de ene kant roept dat toerisme een belangrijke economische factor is in Emmen en aan de ander kant het geluid laat horen van 'minder overheid en meer samenleving'. De toeristische sector heeft baat bij duidelijkheid over wat de gemeente wel en niet wil: wat ze wel of niet wil faciliteren en/of financieren, wat ze van de sector verwacht, et cetera.
o
H et beeld dat de raadsleden en de stakeholders hebben van de rol van de gemeente laat duidelijke verschillen zien, wat het opvallendst tot uiting komt bij de rol van (mede)financier (zie volgende pagina).
13
te Emmen?
Maximaal
ie híj de toeristische drie aníwoordopíìes
oníwíttlíeling
van
í'aci IļtiitoiV onüerst i 111101
I n f o r m a t i e v e r s t rekkor (1 ekkei/imţt.stõľ
(Meďe-)financiėí Aiulí.i;, WãWiŠ
ľ.iľnehjU
;
s:.:^.: ::f'VVeet'iiiet ' ;
föädşļe^^
ī n # į 9 ) ; ;' :
li S takeholders ( n ^ 2 8 )
de
Aanbevelingen aan de gemeenteraad
Emmen
Hieronder formuleert de RKE een aantal aanbevelingen aan de gemeenteraad over hoe het beleid voor recreatie en toerisme en de uitvoering daarvan in de gemeente Emmen verbeterd kunnen worden. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de eerder getrokken conclusies (en de beoordeling, zie deel 2 van de rapportage). De gemeenteraad dient over de aanbevelingen heldere afspraken te maken met het college. Aanbeveling 1: creëer een toeristisch netwerk Vergoot het draagvlak van het beleid R 81T onder de toeristische stakeholders en hun betrokkenheid bij de uitvoering van het o
TROP
door:
de stakeholders tijdig bij de ontwikkeling van het beleid R 81T te betrekken en hun input en reactie te vragen;
o
hen regelmatig te informeren over de al dan niet bereikte (tussen-) resultaten (per kwartaal; bijvoorbeeld 2 x in de vorm van een nieuwsbrief en 2 x tijdens de bijenkomsten, zie punt hieronder);
o
structurele bijeenkomsten te organiseren (minimaal twee per jaar) waar spelers uit het toeristische veld en vertegenwoordigers van de gemeente onderling informatie en kennis kunnen uitwisselen, kunnen bijpraten en netwerken;
o
(af en toe) externe experts uit te nodigen voor de bijeenkomstemom ook gezichtspunten van buiten te betrekken.
Aanbeveling 2: ontwikkel een toeristisch profiel en een strategie met reële doelstellingen Bepaal samen met de sleutelspelers uit het toeristische veld het toeristische profiel waarmee de gemeente Emmen zich naar buiten wil presenteren. Formuleer ook samen met hen een heldere (langetermijn-) visie en bijpassende realistische doelstellingen waar de gemeente en het veld een meetbaar effect op kunnen hebben. Als de doelstellingensamen met de relevante sleutelspelers geformuleerd worden, is de kans groter dat zij zich mede verantwoordelijk voelen voor het behalen van de doelstellingen. Indien mogelijk moeten de doelstellingen SMART geformuleerd worden en de beoogde effecten 1
dienen - waar mogelijk - omschreven te worden. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van de gewenste doelgroepen en de gewenste (marketing)activiteiten op middellange termijn. Maak daarbij gebruik van de bij de sleutelspelers aanwezige kennis over de trends en ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme en de verschillende deelsectoren (bezienswaardigheden, horeca, accommodaties, et cetera).
Aanbeveling 3: informeer over bereikte resultaten Koppel de bereikte resultaten betreffende de geformuleerde doelstellingen (als kern van het beleid R 8i. T) terug in de jaarlijkse evaluaties/jaarrekeningen, zowel aan de raad als aan het toeristische veld.
1
SMART = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden
15
Aanbeveling 4: Ides voor een helderder structuur Zorg voor een duidelijkere organisatiestructuur op gemeentelijk niveau. o
Op bestuurlijk niveau is de verdeling van recreatie 8t toerisme, citymarketing en evenementen over drie wethouders verdeeld. Vooralsnog zal dat onveranderd blijven. Bekeken moet worden of deze structuur niet helderder kan, ervan uitgaande dat recreatie en toerisme onderdeel zijn van citymarketing.
o
Op ambtelijk niveau is een goede afstemming wenselijk tussen de medewerker die zich bezighoudt met het formuleren van het beleid R 8t T en de medewerker die verantwoordelijk is voor de uitvoering daarvan. Daarnaast is de vakkundigheid van de ambtelijke ondersteuning een aandachtspunt.
Aanbeveling 5: manage de verwachtingen beter Gezien de veranderingen die zich binnen de gemeente voordoen ('Minder overheid, meer samenleving'), is het essentieel dat de gemeente helder maakt wat ze wil en kan betekenen voor de toeristische sector (inhoudelijk, organisatorisch, financieel). Daarnaast moet bekeken worden of een structurele afstemming tussen gemeente en sector kan plaatsvinden langs de structuur en lijn van De Koepel. Op die manier worden beloftes en 2
verwachtingen naar elkaar duidelijk en is het vervolgens beter samenwerken.
Aanbeveling 6: ontwikkel een helder managementinformatiesysteem Zorg voor een helder managementinformatiesysteem van het TROP. Hierbij is van belang dat de evaluatie/jaarrekening van het TROP aansluit bij het jaarplan. Ook is het nuttig om naast de TROPmiddelen ook de andere middelen en bijbehorende bronnen op te nemen in de jaarrekening (hiermee is met de jaarrekening 2012 een begin gemaakt). Verder is het belangrijk dat beter inzichtelijk wordt gemaakt welke TROP-middelen als cofinanciering ingezet worden en welke extra bedragen daarmee gegenereerd worden.
Aanbeveling 7: integreer recreatie en toerisme in citymarketing Zorg voor de integratie van recreatie en toerisme in citymarketing, ook al bestaat de sector recreatie en toerisme in de gemeente Emmen langer dan het beleidsveld citymarketing (het citymarketingbeleid werd in december 2011 vastgesteld). Citymarketing staat voor een integrale positionering van de gemeente en een beleidsaanpak, gericht op de doelgroepen bewoners, bedrijven, bezoekers (en in sommige gemeenten ook de 'bollebozen'). Dat betekent dat ook toeristen en recreanten, kortom bezoekers aan de gemeenten en de eigen inwoners die in de regio recreëren, belangrijke doelgroepen zijn. Voor een heldere beleidslijn, een goede afstemming met andere sectoren en een effectieve en efficiënte inzet van menskracht en middelen is het zinvol toerisme en recreatie in de citymarketing te integreren.
2
De Koepel is de officiële gesprekspartner van alle ondernemersverenigingen binnen de gemeente Emmen. Zij is de spreekbuis van en naar de politiek. Hier worden de beleidsmatige lijnen besproken en uitgezet. Onderwerpen als infrastructuur, parkeren en bereikbaarheid zijn enkele voorbeelden.
16
Hoor en Wederhoor Het concept rapport met het feitenrelaas is voor ambtelijk wederhoor verzonden op 23 mei 2013. De opmerkingen van ambtelijke zijde zijn neergelegd in een brief van 7 juni 2013. De gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in het eindrapport. Ambtelijke reactie op het conceptrapport "De raadsgriffier heeft mij bij brief van 23 mei 2013 gevraagd zorg te dragen voor een ambtelijke reactie op het door uw bureau opgestelde conceptrapport met betrekking tot de tussentijdse evaluatie van het R&T-beleid. Deze brief bevat de gevraagde ambtelijke reactie. De reactie beperkt zich conform het verzoek tot een controle op de juistheid van de bevindingen van het rapport. De reactie is een gezamenlijk product van de geïnterviewde ambtenaren. De reactie volgt de opbouw van het rapport en beperkt zich tot punten die uit het TROP 2010-2015 en de jaarlijkse actieprogramma's, evaluaties van die actieprogramma's en financiële overzichten herleid kunnen worden. Deze ambtelijke reactie beperkt zich tot de jaren 2010,2011 en 2012 en gaat niet in op de resultaten van de enquêtes, die door uw bureau zijn uitgevoerd. Beleid R&TEmmen - Strategie en doelen In uw rapport meldt u op pagina 11 dat er twee andere beleidsvelden zijn die nauw samenhangen met het toeristische beleid. Ten aanzien van het evenementenbeleid haalt u het 'visiedocument Evenementenbeleid Gemeente Emmen' aan. Ik wil u melden dat dit visiedocument in 2009 is herzien en dat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. De passage waar u op pagina 11 naar verwijst, betreft een herziening van het beleidsdocument uit 2009. Beleid R&T Emmen - Uitvoeringsprogramma Over het uitvoeringsprogramma wil ik u het volgende meegeven; o (productontwikkeling/samenwerking 1) het accountmanagement voor de toeristische sector is vanaf 2010 opgepakt in die zin dat de inmiddels gepensioneerde heer E. Kuiken het aanspreekpunt is geweest voor initiatiefnemers en nieuwe initiatieven heeft begeleid; o (productontwikkeling/samenwerking 3) het Recreatieschap Drenthe heeft een beleidsnota voor campertoerisme ontwikkeld, de gemeente Emmen is deelnemer van deze gemeenschappelijke regeling en was vanuit die rol betrokken bij het opstellen; (productontwikkeling/samenwerking 4) de doorontwiklceling van de toeristische informatievoorziening is na het failliet van de VW door de gemeente ondergebracht bij de Stichting Promotie Emmen, die vrijwel geheel op basis van gemeentelijke subsidie, haar werk verricht. In de jaarlijkse evaluaties wordt onder het kopje 'promotie & marketing' melding gemaakt van de subsidieverstrekking aan de Stichting Promotie Emmen; o (infrastructuur 5) in de evaluatie TROP Actieprogramma 2010 wordt melding gemaakt van het voor een belangrijk deel realiseren van de fietsverbinding langs de Runde. Dit fietspad is vanuit de uitvoeringlnterreg IVA project Naturpark (NPE) gerealiseerd; o (infrastructuur 6) in 2010 is ten laste van het TROP-budget C 24.500 uitgegeven voor de realisatie van aanlegsteigers langs de vaarverbinding Erica - TerApel. Dit is verantwoord onder de kop 'Gebiedsontwikkeling in het kader van de V'eencompagnie/'Agenda voor de Veenkoloniën in de evaluatie van 2010; o (infrastructuur 10) in 2011 is het project 'Fietspaden, zicht op kwaliteit' onder de vlag van het Recreatieschap Drenthe uitgevoerd. Dit was een onderzoek naar de kwaliteit van alle fietspaden en het fietscomfort van alle fietspaden in Drenthe en Ooststellingwerf. De gemeente Emmen heeft vanuit het TROP-budget f5000 bijgedragen. Eveneens is in 2011 vanuit het TROP-budget een bijdrage van éľ 12.680 betaald voor het project 'Herstel Fietspaden Drenthe'; o ter aanvulling op promotie en marketing (12): de gemeente heeft in 2010 een adviseuraangetrokken ten behoeve van het formuleren van beleid voor citymarketing. Eind 2011 is dit beleid vastgesteld. Daarmee was het niet nodig en zelfs niet wenselijk om binnen het beleidsveld R&T een promotie en marketingcampagne te formuleren. De Stichting Promotie Emmen heeft het 0
1
17
grootstedeel van de promotionele activiteiten gemeente subsidie (zie ook hiervoor);
opgepakt en ontvangt daarvoor jaarlijks van de
(promotie en marketing -vervolg-12): de gemeente heeft de totstandkoming www.energiekemmen.nl gefinancierd en heeft in 2012 de abonnementskosten 0
van de website uit het TROP-budget
betaald; o (gebiedscommissie Zuidoost Drenthe/Agenda Veenkoloniën 17) de gemeentelijke bijdrage aan 'WaterwaysforGrowth' is in 2010 uitgekeerd en betrof een eenmalige bijdrage. In 2011 zijn er voor dit doel geen middelen uitgegeven. Dit is een fout in de TROP evaluatie 2011. Beleid R&T Emmen - Organisatie Ten aanzien van de bestuurlijke verantwoordelijkheden wil ik u melden dat alle werkzaamheden voor het beleidsveld toerisme onder de verantwoordelijkheid van de wethouder toerisme vallen. Ten aanzien van de Stichting Promotie Emmen wil Ik nogmaals aangeven dat de stichting vrijwel volledig gefinancierd wordt uit de jaarlijkse bijdrage van de gemeente Emmen. Zowel in 2010,2011 als 2012 zijn er bijdragen uit het TROP-budget verstrekt aan de stichting. Hiervan wordt in de jaarlijkse evaluaties melding gemaakt onder het kopje 'promotie & marketing'. De bijdrage van de donateurs vormt slechts een beperkt deel van de inkomsten. De Stichting Promotie Emmen is inderdaad op initiatief van de ondernemers opgericht, maar wel op aangeven/stimulans van de gemeente naar aanleiding van het faillissement van de VW. Indertijd heeft de gemeente aangegeven dat ondernemers zelf het initiatief voor toeristische informatievoorziening konden nemen en dat de gemeente bereid was financieel bij te dragen. Wat betreft de relatie tussen Marketing Drenthe en de gemeente Emmen, bezien vanuit het beleidsveld toerisme en recreatie, wil ik opmerken dat deze in het TROP 2010-2015 nadrukkelijk is gekoppeld aan de ontwikkeling van Atalanta (pagina 13 TROP 2010-2015). Op pagina 23 van uw rapport beschrijft u het Recreatieschap Drenthe als een gemeentelijk samenwerkingsverband op het gebied van Recreatie en Toerisme in de provincie Drenthe en in de gemeente Ooststellingwerf. Dit is niet correct geformuleerd. De juiste omschrijving is dat het Recreatieschap Drenthe een samenwerkingsverband op het gebied van Recreatie en Toerisme is van alle Drentse gemeenten en de gemeente Ooststellingwerf. De Drentse gemeenten zijn nietalleen medefinancier/contributant maar bepalen ook mede de koers van het recreatieschap in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Wethouder Houwing is lid van het Dagelijks Bestuur van het Recreatieschap. Op pagina 24, waar het gaat over de gebiedsontwikkeling Veenland, wordt de rol van de gemeente te beperkt beschreven. De gemeente is naast financier ook partner bij de uitvoering van projecten Beleid R&T- Financiën U geeft in uw rapport aan dat de in de jaarplannen en jaarrapportages/evaluaties genoemde activiteiten niet consequent overeenkomen met de financiële categorieën uit het TROP. Dit is correct. Desondanks wil Ik u meegeven dat in het TROP niet sprake is van een eenduidige Indeling: het overzicht van activiteiten en financiering (pagina 19) kent een andere opzet dan de jaarlijkse inzet (pagina 21). In de evaluatie van 2012 is er nadrukkelijk voor gekozen de evaluatie op te zetten conform het activiteitenoverzicht, dit geldt ook voor de financiële verantwoording. Wat betreft de begrotingen en daadwerkelijk gemaakte kosten verwijs ik u naar de financiële bijlage bij deze brief. In deze bijlage vindt u een compleet overzicht van de uitgaven in relatie tot het beschikbare budget in 2010 en 2011. In 2012 is het jaarbudget inderdaad overschreden, hierbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat een deel daarvan een voorschot was aan het Naturpark en in 2013 wordt verrekend. Dit is een bedrag van C 15.308. Uiteraard wordt daarmee de overschrijding niet lager, maar er is wel sprake van een nuancering. Ten aanzien van het bedrag van C 10.000 voor verbetering van de bewegwijzering en bebording uit de 'prestaties en financiële verantwoording 2012' kan ik aangeven dat dit per abuis is opgenomen in het financiële overzicht In het verslagdeel van 2012 wordt aangegeven dat er geen gebruik is gemaakt van het genoemde budget. Dit budget van C 10.000 is jaarlijks beschikbaar en gedurende het jaar kan hierop aanspraak gemaakt worden. Voor 2013 ligt er een aanvraag van het Smalspoormuseum.
18
Dekostenpost 'verbetering bewegwijzering en bebording' wordt jaarlijks opgenomen in de begroting; het budget wordt niet jaarlijks volledig gebruikt, zoals blijkt uit de verslaglegging over 2012. Over het in het TROP genoemde budget voor het ontwikkelen van de fysieke toeristische infrastructuur wil ik het volgende melden: dit budget was niet exclusief beschikbaar voor toeristische infrastructuur en is inmiddels als gevolg van bezuinigingsmaatregelen niet meer beschikbaar. Beleid R&T Emmen - Andere beleidsterreinen De gekozen positionering van Emmen in de citymarketingstrategie is: 'Een energieke gemeente van aanpakken en doenľ. Aan deze citymarketingstrategie is in 2010 en 2011 gewerkt. Hiervoor is al aangegeven dat het 'Visiedocument Evenementenbeleid Gemeente Emmen' uit 2005 in 2009 is herzien. Beleid R&T Emmen - Effecten Ad 1-lndicatoren doelstellingen U geeft in uw conceptrapport aan dat niet duidelijk is welke cijfers zijn gebruikt als basis voor de TROPdoelstellingen. In de TROP wordtin hoofdstuk2 (Terugblik TROP-periode 2001-2010) verwezen naar de bronnen van het gebruikte cijfermateriaal. Deze bronnen zijn de in de periode 2001-2010 verschenen Ecorysrapporten. De cijfers met betrekking tot overnachtingen zijn ontleend aan de gemeentelijke administratie rond toeristenbelasting. Deze cijfers zijn de basis voor de geformuleerde beleidsdoelstellingen. Ad 3- Resultaten activiteiten Onder dit punt besteedt u in uw rapportage opnieuw aandacht aan het budget van C 800.000 voor fysieke infrastructuur. Dit budget is, als hiervoor gemeld, vanwege bezuinigingen niet meer beschikbaar. Daarnaast maakt u melding van verschillen in het TROP-activiteitenprogramma, de evaluaties en de jaarrekeningen van 'Programma 8 - Sport, recreatie en cultuur'. Dit is een feit en te verldaren uit de verschillende opzet en doelen van beiden. Wat betreft de financiële middelen wil ik u meegeven dat onder de post Recreatie S Toerisme ook het budget voor evenementen valt. Dit betekent dat het aangehaalde voorbeeld uit 2011 (Ç 775.162) niet alleen het budget voor Recreatie en Toerisme betreft, maar ook dat voor evenementen. 0
0
Bij deze reactie zijn twee bijlagen gevoegd. De eerste bijlage betreft een financieel overzicht van de jaren 2010 en 2011 voor de uitgaven voor recreatie en toerisme. De tweede bijlage betreft het beleidskader voor evenementen uit 2009." Het eindrapport is op 8 november 2013 voor een bestuurlijke reactie naar het college van burgemeester en wethouders gezonden. Het college heeft bij brief van 19 december 2013 een reactie op het rapport gegeven. Deze reactie is hieronder weergegeven.
Reactie van het college op het definitieve rapport "In deze brief geven wij onze schriftelijke zienswijze op het eindrapport 'Tussentijdse evaluatie beleid R&T' van de rekenkamercommissie Emmen. Wij beperken ons in onze reactie tot deel 1 'Conclusies en aanbevelingen'. Op deel 2 'Feitenrelaas, analyse en beoordeling' heeft u een ambtelijke reactie ontvangen gericht op de opgenomen feiten. Wij hebben geconstateerd dat u op basis van deze reactie deel 2 hebt aangepast. Voordat wij op de conclusies en de aanbevelingen van uw commissie ingaan, maken wij een aantal algemene opmerkingen. Algemeen rekenkameronderzoek Wij hebben zowel bestuurlijk als ambtelijk meegewerkt aan het onderzoek van uw commissie. Dit onderzoek heeft in de vorm van literatuurstudie, enquêtes en interviews plaatsgevonden in het voorjaar van 2013. Op 23 mei is een verzoek voor ambtelijke wederhoor ter controle van de juistheid van de bevindingen van de rekenkamercommissie door u verzonden. Op 7 juni 2013 19
Is een ambtelijke reactie op deel 2 'Feitenrelaas, analyse en beoordeling' verzonden. Het feitenrelaas beperkt zich daarmee tot de periode april-half mei 2013. Wij hebben in 2013 op het beleidsterrein recreatie «B toerisme een aantal zaken opgepakt, die niet meegenomen zijn in uw onderzoek. In onze reactie op uw eindrapport refereren wij hieraan. Algemeen ontwikkelingen recreactieã toerisme Het door uw commissie geëvalueerde TROP 2010-2014 hebben wij in 2009 opgesteld met het oog op de grootschalige ontwikkelingen als de centrumvernieuwing (toen nog Atalanta) en de gebiedsontwikkeling rond de vaarverbinding Erica - TerApel en de kansen die daaruit voortkomen voor versterking van het totale toeristische product Emmen. Dit TROP is een ontwikkelingsplan dat samenhangt met eerder vastgestelde strategische visies als de Structuurvisie Emmen 2020 en de Kadernota Economie waarin de toeristisch recreatieve sector is benoemd als een van de kansrijke sectoren voor diversificatie van de lokale economie. Wanneer wij terugkijken op de periode 2010-2013 constateren wij dat vanuit een brede gemeentelijke inzet veel tot stand is gekomen en komt. Er zijn en worden kansen gecreëerd, ook voor toeristische ondernemers. De Veenvaart (vaarverbinding) is in juni feestelijk geopend en heeft een impuls gegeven aan het toeristisch ondernemerschap en de middenstand in de dorpen langs het water. Het enthousiasme over de Veenvaart is groot. Er wordt hard gewerkt aan de centrumvernieuwing in Emmen: de tunnel onder de Hondsrugweg wordt aangelegd; er komt een levendig centrumplein met daaraan een nieuw multifunctioneel theater met een hoogwaardige architectonische kwaliteit en verweven met de entree van het nieuwe dierenpark. Ook is dit jaar gestart met de aanleg van het nieuwe dierenpark dat in 2016 open moet gaan voor publiek. Met dit nieuwe dierenpark, waar het draait om ontmoetingen met dieren, natuur en cultuur, is dierenpark Emmen weer vernieuwend en trendsettend. Wij zijn bij al deze projecten betrokken onder andere als cofinancier. In september 2013 heeft het Geopark de Hondsrug internationale erkenning gekregen en is opgenomen in het Global Geoparks Network dat is 1998 is opgericht onder auspiciën van UNESCO. Dit netwerk heeft als doel gebieden met geologisch erfgoed van internationale betekenis, zeldzaamheid of schoonheid te beschermen en de daarbij behorende cultuurhistorische geschiedenis en natuur onder de aandacht te brengen. Vanuit het Geopark wordt duurzame economische ontwikkeling, vooral op het gebied van toerisme, ondersteund. Onze gemeente ligt in dit Geopark en wij zijn betrokken bij de (verdere) ontwikkeling van dit Geopark. Wij hebben inmiddels twee expeditiepoorten in onze gemeente, de expeditiepoort kunst in het Van Goghhuis en de expeditiepoort Veen in het Veenpark. Conclusies U trekt op basis van uw onderzoek een aantal conclusies over het TROP, die mede gebaseerd zijn op een enquête onder stakeholders. Wij kunnen ons vinden in de conclusies dat het TROP verouderd is, doelstellingen heeft waarop wij als gemeente niet of nauwelijks invloed hebben en een beperkte betrokkenheid van de sector. Wat betreft dit laatste punt willen wij u meegeven dat de afgelopen jaren is gebleken dat de sector zich minder heeft weten te organiseren dan andere sectoren (bijvoorbeeld detailhandel, industrie en tuinbouw). Dit verklaart in onze ogen mede de geringe mate van betrokkenheid bij het TROP 2010-2014 en de grote lijnen uit dit TROP. De hiervoor benoemde conclusie hebben wij ook getrokken. Daarom zijn wij dit voorjaar gestart met de voorbereidingen voor een herziening van het TROP in de vorm van een nieuw beleidskader. Wij ontwikkelen dit kader samen met de sector en hebben daarom als start een bijeenkomst voor toeristische ondernemers in de gemeente georganiseerd. Deze bijeenkomst is op 24 juni 2013 gehouden en heeft een aantal concrete thema's voor verdere uitwerking opgeleverd. Bovendien hebben een aantal mensen uit de sector aangegeven mee te willen denken met de uitwerking van het beleid. Er zijn inmiddels twee klankbordbijeenkomsten geweest. Op de bijeenkomst van 24 juni 2013 bleek dat er binnen de sector behoefte bestaat aan een beter netwerk. Wij willen faciliteren bij het opzetten van dit netwerk en zoeken daarbij de samenwerking met Tourist Info. Voor ons is dit netwerk van belang voor het ophalen van 20
informatie en kennis die bij de sector aanwezig is en voor het terugkoppelen van de bereikte resultaten. Zaken, die zoals u terecht constateert, voor verbetering vatbaar zijn. Wat betreft uw conclusie ten aanzien van onduidelijkheid over de rol van de gemeente in het toeristische krachtenveld, wij hebben deze rol in het TROP helder beschreven en de afgelopen jaren hebben wij ook vanuit deze rolopvatting (namelijk faciliteren en cofinanciering) gehandeld. Wat betreft ons nieuwe credo 'meer van de samenleving en een andere overheid' merken wij op dat dit op ieder gemeentelijk beleidsterrein aan de orde is. De context waarbinnen wij opereren is veranderd en daarmee is het nodig oude en heersende opvattingen over de relatie overheid - samenleving bij te stellen. Wij vragen meer van de samenleving mede vanwege onze beperktere financiële armslag. Desondanks staan een aantal grote projecten die van belang zijn voor de toeristische sector op stapel of worden uitgevoerd (zie onder het kopje Algemeen). Op het gebied van marketing hebben wij een stap gezet richting een brede regiomarketing met de oprichting van de Stichting Marketing Regio Emmen, die zich niet alleen richt op de vermarkting richting bezoekers, maar ook op de vermarkting van de gemeente op het gebied van wonen en werken. De inmiddels door de stichting aangetrokken regiomarketeer neemt deel aan de klankbordgroep voor het nieuwe beleidskader. Wij zullen de marketing van 'het toeristisch product Emmen' bij de stichting onderbrengen. Aanbevelingen Wij hebben hiervoor al gerefereerd aan het creëren van een toeristisch netwerk en het informeren van de sector over de bereikte resultaten. Wij verwachten dat hiermee ook een bijdrage geleverd wordt aan het managen van verwachtingen richting de sector. De herziening van het TROP, waarin wij zullen aangeven welke bijdrage wij aan een goed functioneren van de toeristische sector kunnen leveren, is hierbij eveneens van belang. Structurele afstemming met de sector is een aandachtspunt dat samen met die sector opgepakt moet worden. Dan zal blijken of de structuur en de lijn van bijvoorbeeld De Koepel daarvoor de blauwdruk zijn. Op dit moment is dat een brug te ver, omdat dit een groter organiserend vermogen van de sector vraagt dan zij op dit moment laat zien. Om die reden heeft het creëren van een goed functionerend toeristisch netwerk onze eerste prioriteit. Wij nemen de aanbevelingen gericht op het creëren van een toeristisch netwerk, het informeren over bereikte resultaten en het managen van verwachtingen en de daarbij benoemde suggesties grotendeels van u over. Wij maken, zoals beargumenteerd in de voorgaande alinea, een voorbehoud bij uw voorstel over de wijze waarop structurele afstemming plaats moet vinden. Wij hebben een andere opvatting over de relatie citymarketing (regiomarketing) - recreatie 8c toerisme. Regiomarketing staat vooreen integrale positionering van de gemeente en voor vermarkten van de regio gericht op de doelgroepen bewoners, bedrijven en bezoekers. Dit is van belang voor het beleidsveld recreatie S toerisme, maar ook voor andere beleidsvelden als wonen, sport, cultuur en economie. Regiomarketing richt zich op een deelaspect van het beleidsveld recreatie 8i toerisme, namelijk promotie en marketing. Dit deelaspect brengen wij graag onder bij de Stichting Marketing Regio Emmen. De ontwikkeling van een heldere beleidslijn, de afstemming met andere sectoren en met de recreatieve en toeristische ondernemers houden wij in eigen hand. Wij vinden dat wij hierin een eigen verantwoordelijkheid hebben. Ons nieuwe recreatief toeristisch beleid wordt gestoeld op bestaande gebiedskwaliteiten: dierenpark, Veenvaart, BargerveenBourtangermooren Geopark de Hondsrug waarin de verhalen van zand en veen met elkaar verweven zijn. Hiervoor is draagvlak in de sector, zij heeft drie van de vier pijlers zelf aangedragen. Wij willen vanuit deze bestaande kwaliteiten en daarop gestoelde recreatieve toeristische doelstellingen en bijbehorende actiepunten een bijdrage leveren aan versterking van 'het toeristisch recreatieve product Emmen' en diversificatie van de Emmense economie. Ten aanzien van uw aanbeveling over een heldere structuur geven wij u mee dat ambtelijk de contacten tussen recreatie «S toerisme, cultuur en citymarketing in 2013 zijn verstevigd en dat is geïnvesteerd in samenwerking. Aan uw aanbeveling voor een heldere structuur op
bestuurlijk niveau kunnen wij op dit moment, zoals u ook zelf constateert, geen uitwerking geven. Bovendien delen wij uw opvatting dat recreatie 8c toerisme onderdeel zijn van citymarketing niet."
Nawoord van de RKE De RKE is in januari 2013 met het onderzoek gestart en heeft het feitenrelaas in mei 2013 voor ambtelijke wederhoor voorgelegd. Het rapport zou voor de zomer 2013 afgerond zijn. Dat de doorlooptijd verder uitliep had alleen te maken met het interview met wethouder Arends dat meerdere keren moest worden verschoven. Pas na het gesprek met de wethouder op 10 september 2013 was de RKE in staat de laatste aanbeveling formuleren. Zoals we in de algemene inleiding van het feitenrapport vermeld hebben (p. 5) heeft het onderzoek betrekking op de periode 2010-2012. Dat heeft als gevolg dat alle nieuwe ontwikkelingen in 2013 op het gebied van recreatie 8L toerisme in de gemeente Emmen voor de beoordeling van het onderzoek en de onderzoeksperiode buiten beschouwing zijn gebleven. In de bestuurlijke reactie van het college wordt daar vooral in het eerste gedeelte de focus op gelegd ('Algemene ontwikkelingen recreatie 8t toerisme'). De RKE is verheugd dat het overgrote deel van de conclusies door het college wordt gedeeld en dat er inmiddels werk van wordt gemaakt. Dit is positief en past bij de eigen bevindingen van de gemeente ten aanzien van haar beleid R 8i T en de uitvoering daarvan. Zoals we eerder constateerden is er overlap m.b.t. de tussentijdse evaluatie van de RKE en de werkzaamheden van de gemeente, die parallel aan het onderzoek een eigen evaluatie van het R 8t T beleid begon. Verder zijn wij van mening dat het college er goed aan gedaan heeft om onze aanbevelingen grotendeels over te nemen. Op aanbeveling 6: 'ontwikkel een helder managementinformatiesysteem' wordt in de brief niet gereageerd. De vraag blijft voor ons of en hoe hieraan in de toekomst invulling wordt gegeven. Met de laatste aanbeveling 7: 'integreer recreatie en toerisme in citymarketing' geeft het college aan het niet eens te zijn omdat het college van mening is dat 'Regiomarketing zich richt op een deelaspect van het beleidsveld recreatie 8c toerisme, namelijk promotie en marketing. Dat deelaspect brengt het college graag onder bij de Stichting Marketing Regio Emmen.' Vanuit de RKE vinden we dit een goede ontwikkeling aangezien citymarketing zich op bewoners, bedrijven en de bezoekers richt. Dat is voornamelijk ook wat wij willen adviseren met 'Aanbeveling 7'. Verder geeft het college in haar reactie het volgende aan: 'Ten aanzien van uw aanbeveling over een heldere structuur geven wij u mee dat ambtelijk de contacten tussen recreatie S toerisme, cultuur en citymarketing in 2013 zijn verstevigd en dat is geïnvesteerd in samenwerking.' Dit is op zich positief, maar de formulering blijft vaag en het is ons niet duidelijk hoe het college dit wil verankeren. Tot slot wordt in de bestuurlijke reactie aangegeven dat de opvatting van de RKE om recreatie 8t toerisme onderdeel te laten zijn van citymarketing niet wordt gedeeld. Wij beschouwen dit als een verschil in opvatting. Alle literatuur over citymarketing geeft aan dat citymarketing zich op bewoners, bedrijven en bezoekers richt en dat er daardoor een duidelijk link is tussen R&T en citymarketing, iets wat het college zelf onderschrijft door marketing en promotie van recreatie en toerisme onder te brengen bij SMRE. Januari 2014.
23