Rabbi Shlomo Carlebach ‘De zingende Rabbi’ en een coryfee op het gebied ‘kiruv en outreach’ שלמה קרליבך
(1925, Berlijn — 1994, Canada)
Rabbi Shlomo Carlebach, bekend als Rav Shlomo voor zijn volgelingen, was een Joodse religieuze leraar, componist en zanger die bekend was als ‘De zingende Rabbi’. Hoewel zijn roots in traditionele orthodoxe yeshivot lagen, heeft hij zijn eigen beweging gecreëerd, een beweging met een Chassidische stijl, warmte en persoonlijke interactie. Hij gaf openbare concerten, en de diensten in de synagoge waren met zang gevuld. Afwisselend leefde hij in Manhattan, New York, San Francisco, Toronto en Moshav Mevo Modi’im (Israel).
1
Carlebach wordt door velen gezien als de belangrijkste Joodse religieuze songwriter in de tweede helft van de 20e eeuw. In een 30 jaar durende carrière gaf hij meer dan 25 albums uit die nog steeds een grote populariteit hebben. Zijn invloed blijft ook vandaag doorgaan in de zogenaamde ‘Carlebach minyanim’ gelegen in de vele steden over de hele wereld. Veel van de bands van vandaag binnen het genre van de Joodse Rock en Soul zijn in grote mate beïnvloed door de melodieën en songs van Rabbi Shlomo Carlebach. Carlebach werd ook beschouwd als een pionier binnen het ‘Baal teshuva’- movement (seculiere Joden die terugkeren naar het Jodendom). Hij stimuleerde Joodse hippiejongeren om opnieuw hun Joodse erfgoed te omhelzen. Sommige van zijn tactieken werden volgens orthodoxe normen echter gezien als te liberaal en niet in de lijn van de Halacha.
Biografie Rabbi Shlomo Carlebach stamt uit een van de oudste rabbinale dynastieën van pre-Shoah Duitsland. Hij werd geboren in Berlijn in 1925, waar zijn vader, Rabbi Naftali Carlebach Hartwig (1889-1967) een orthodoxe rabbijn was. Het gezin vluchtte voor de nazi's in 1931 naar Baden bei Wien, Oostenrijk en naar Zwitserland in 1933, vóór hun komst naar New York City. Rabbi Shlomo Carlebach emigreerde in 1938 naar Litouwen, waar hij aan een yeshiva studeerde. In 1938 werd zijn vader rabbijn van de congregatie ‘Kehilath Jacob’, een kleine synagoge in West New York. Carlebach kwam naar New York in 1939 via Groot-Brittannië. Hij en zijn tweelingbroer Eli Chaim namen het rabbinaat van de synagoge over na de dood van hun vader in 1967.
2
Rabbi Shlomo Carlebach, naar wie onze Rabbi Shlomo Carlebach vernoemd is.
Carlebachs familie-synagoge in Manhattan, Upper West-Side, New York
Rabbi Shlomo Carlebach studeerde aan verscheidene hooggeplaatste orthodoxe yeshivot, inclusief de yeshiva ‘Torah Vodaas’ en de yeshiva ‘Rabbi Chaim Berlin’ in Brooklyn, New York, en aan de ‘Beit Medrash Gevoha’ in Lakewood, New Jersey.
Links: Rabbi J.B. Soloveitchik, rector van Yeshiva Yitzchak Elchanan (Yeshiva University), in het midden Rabbi Ahron Kotler, stichter en Rosh Yeshiva van Lakewoods Beit Midrash Gevoha en uiterst rechts Rabbi Irving Bunim, filantroop en auteur van het beroemde commentaar ‘Ethic from Sinai. Rechts: Rabbi Yitzchak Hutner, Rosh Yeshiva en rector van Yeshiva Rabbi Chaim Berlin en auteur van het beroemde Kabbalistische mystieke werk ‘Pachad Yitzchak’. Zijn genialiteit in Torah-studie werd herkend door grote Torah geleerden en leraren. Rabbi Hutner, die hem zijn semicha gaf, vond het dan ook een groot verlies voor de Torah wereld wanneer Shlomo koos voor een carrière in de muziek boven een carrière als wetenschapper en leraar, en berispte hem om dat laatste te doen. Net als zijn intellectuele en wetenschappelijke talenten, werd ook zijn stem en muzikale talent al heel vroeg herkend in de yeshiva, en werd hij vaak gekozen om de diensten als Chazzan (cantor) te leiden tijdens de Joodse feestdagen.
3
Zoals gegraveerd op zijn grafsteen werd hij een toegewijd chasid (leerling) van Rabbijn Yosef Yitzchok Schneersohn, de zesde Rebbe van Chabad-Lubavitch. Van 1951-1954 werkte hij vervolgens als bode (‘shaliach’) van Rabbi Menachem Mendel Schneerson, de zevende Lubavitcher Rebbe, totdat hij vertrok om zijn succesvolle muziekcarrière uit te bouwen en dit voor honderdduizenden Joden wereldwijd.
Rabbi Yosef Yitzchok Schneersohn Rabbi Menachem Mendel Schneersohn (1880-1950), schoonvader van de (1902-1994), de laatste Lubavitcher laatste Lubavitcher Rebbe. Rebbe en een van de charismatische Torah leiders van de twintigste eeuw. Samen met zijn vriend rabbijn Zalman Shachter-Shalomi (die de leider was van de vernieuwende beweging), werd hij geëxcommuniceerd door Chabad in de jaren 1950. Terwijl orthodoxe deuren voor hem dichtgingen, gingen vele andere deuren open wanneer Joodse jongeren verliefd werden op zijn moderne chassidische liedjes en verhalen. In 1972 trouwt hij met Elaine Neila Glick, een lerares. Ze krijgen twee dochters, Nedara (Dari) en Neshama. Neshama Carlebach is een songwriter en zangeres met een aanzienlijk repertoire; ze schreef en zong vele liedjes in haar vaders stijl.
4
Rabbi Shlomo Carlebach overleed plotseling aan een hartaanval, toen hij voor een bezoek aan zijn familie naar Canada reisde. Een populaire mythe vertelt hierover dat hij naast de Skverer Rebbe van zijn gabbai zat, terwijl hij de Rebbe's favoriete melodie, ‘Chasdei Hashem ki lo Tamnu’ (G’ds liefde kent geen einde) aan het zingen was. Carlebach zat eigenlijk naast een ander Jood die hem herkend had. Voor de opstijging hadden de twee een paar woorden gewisseld en toen kreeg Carlebach zijn fatale hartaanval. Zijn medepassagier bracht onmiddellijk de piloot op de hoogte. Rabbi Shlomo Carlebach werd geëvacueerd naar het ziekenhuis, waar hij dood werd verklaard. Hij stierf niet alleen arm, maar was zeer verbitterd door deze armoede. Vele ceremonies en gedenkbijeenkomsten volgden na zijn dood. Zijn laatste rust vond hij in Jeruzalem op ‘ Har HaMenuchot’. Carlebach was goed bevriend met vele beroemde Chasidische rebbes, zoals de Amshinover Rebbe en Bobover Rebbe.
Musicologie Carlebach begon met liedjes te schrijven eind 1950. Zijn nummers waren voornamelijk gebaseerd op verzen uit Tenach. Hoewel hij duizenden liedjes componeerde, kon hij geen muzieknoten lezen. Veel van deze Torah-songs werden norm in de bredere Joodse gemeenschap: ○ Am Yisrael Chai (Het volk Israël leeft) ○ Pitchu Li (Open voor mij de poorten van gerechtigheid) ○ Borchi Nafshi (Moge G’d uw ziel zegenen)
5
Rabbi Shlomo Carlebach verscheen als onderdeel van dit chassidische Songfestival in 1969, samen met het Duo Reim, Zvika Pick, Nurit Hirsch, en anderen. Dit werd een jaarlijks evenement tot 1979 met elk jaar een nieuw album. Deze albums brachten zijn muziek in reguliere Israëlische en religieuze zionistische kringen. Gedurende deze tijd werden zijn albums in Israël geproduceerd met een meer liturgische - en minder folk karakter. Enkele van de muzikanten waarmee hij tijdens deze periode werkte, gaven zijn muziek een meer psychedelisch tintje en was er een breder gamma van de instrumtenten. Terwijl Rabbi Shlomo Carlebach tijdens deze periode veel van zijn tijd in Israël doorbracht, richtten zijn studenten ‘moshav Me'or Modi'im’ op. Marsha Bryan Edelman vervolgt: ‘De enige Chassidische dingen in de meeste van deze songs waren de relatief korte traditionele melodieën en teksten. Toch was de aanwezigheid van nieuwe tunes voor korte liturgische teksten een aanmoediging voor het gebruik van deze nummers in de gebeden van de Amerikaanse Joden, die op zoek waren naar eenvoudige melodieën en een meer congregationele zang, ook voor hen die niet vloeiend Hebreeuws spraken. De song van Rabbi Shlomo Carlebach ‘ve-Ha'er Einenu’ sprong snel terug naar de ochtend diensten waaruit de songteksten werden genomen’.
Bij zijn terugkeer naar New York City werd hij meer en meer bekend door zijn verhalen en Chassidische leer, die geworteld waren in de Chassidim en de Kabbalah. Enkele van zijn verhalen werden door zijn vele studenten gepubliceerd en verschijnen naast zijn opgenomen songs. Rabbi Shlomo Carlebach verspreidde de leer van de Chabad, en populariseerde de geschriften van onder andere Rebbe Mordechai Yosef Leiner, van Ishbitz en van Rebbe Kalonymus Kalman Shapira van Piasetzno. Voor veel van zijn luisteraars beschouwden Rabbi Shlomo Carlebach’s neo-Chassidisme als authentiek Chassidisme en werd een brug naar het traditionele Chassidisme.
6
Zijn invloed Voordat hij stierf werd een boek gepubliceerd door Martin Avery, een Canadese auteur, met als naam ‘De zingende Rabbi’, Het boek, geschreven in de stijl van het magisch realisme, beschrijft Rabbi Shlomo Carlebach. Na zijn dood werd Carlebach’s liedjes door vele religies omarmd als universeel aanvaarde spirituele muziek. Carlebach’s liedjes en ‘niggunim’ (religieuze muziek) kan worden gehoord vandaag in synagogen, kerken, gospelkoren, en tempels overal ter wereld. Carlebach was tevens een inspiratiebron voor vele muzikale groepen die hem volgden. (Moshav Band, Soulfarm, Reva L'Sheva, Abramson Naftali en anderen). Zijn leven wordt verhaald in een musical door Daniel Wise geschreven en werd uitgevoerd in het Museum van Joodse Erfgoed in het voorjaar van 2008.
In 2008 werd tevens de documentaire film ‘U Never Know’ over het leven en de invloed van Carlebach geregisseerd door Boaz Shahak en uitgebracht op het Jerusalem Film Festival. Polemiek De aanpak van Rabbijn Shlomo Carlebach stuitte vaak op controverse: ‘Hij werkt buiten de traditionele stijl en inhoud en hij sprak over leiden dat andere rabbijnen een Sommige momenten zou hij het
structuren die gelden binnen de Joodse G’d en zijn liefde op een manier die kan ongemakkelijk gevoel hadden’. gemengd dansen op concerten 7
aangemoedigd hebben en zou hij heel vaak vrouwen gekust hebben als hij hen begroette. Zijn normen van gedrag werden door orthodoxe collega's gezien als ‘te laks’, waardoor hij gedistantieerd werd uit de ‘Charedi-kringen’, die zich strikt houden aan de wetten van ‘negiah’, waarbij lichamelijk contact met een lid van het ander geslacht alleen toegestaan is met de echtgenoot en de naaste familieleden.
8
Discografie
Haneshama Lach [Songs of My Soul] - 1959 (click to listen) Barchi Nafshi [Sing My Heart] - 1960 (click to listen) Shlomo Carlebach Live - 1961 Wake Up World - 1962 At The Village Gate - 1963 In The Palace Of The King - 1965 I Heard the Wall Singing [2 vol.] - 1968 Days Are Coming - 1973 (click to listen) Uvnei Yerushalayim - 1970s (click to listen) Am Yisrael Chai - 1973 (click to listen) V'Ha'eir Eineinu - 1970s (click to listen) Yisrael B'tach BaShem - 1973-4 (click to listen) Hisoriri - 1970s Live in Tel-Aviv [Heichal HaTarbut] - 1976 (click to listen) Nachamu Ami - 1983 (click to listen) Shvochin Asader - 1988 Carlebach in Jerusalem [Al Eileh] - 1980s (click to listen) Live in Concert for the Jews of Russia - 1980s Even Ma'asu HaBonim - 1990s (click to listen) Shlomo Sings with the Children Of Israel - 1990 Shabbos with Shlomo - 1992
9
We hebben geen kanalen die de pijn weergeeft die daklozen voelen, daarom zijn we bang hen in onze woning binnen te laten. Er is geen vrede in de wereld, omdat wij er geen kanalen voor hebben. Toch, op Pesach, in de nacht van verlossing, heb ik kanalen voor de daken thuislozen en ik nodig ik ze uit bij mij thuis. Op de Seder zal ik hopelijk kanalen hebben om één te zijn met mijn kinderen. En laat het zo zijn dit jaar, dat we kanalen zullen hebben om een te zijn met de wereld. Shlomo Carlebach Onze generatie heeft twee dingen op te lossen. We hebben niet de relatie tussen Adam en Eva hersteld, en we hebben niet de relatie tussen Kaïn en Abel hersteld, tussen Joden en niet-Joden. Eigenlijk zijn het dezelfde mensen die niet weten hoe ze betrekking moeten hebben op vrouwen, die ook niet weten hoe ze betrekking moeten hebben op niet-Joden. Shlomo Carlebach Wanneer u van iemand heel veel houdt, denk je aan hem/haar, zelfs als hij/ze er niet is. Dit is ‘shalach manos’, iemand vertellen dat je hun liefde en je gedachten stuurt, zelfs wanneer ze er niet zijn. Shlomo Carlebach uit de bundel van Rabbi Shlomo Carlebach.
Wat onze vader Abraham ons leerde Huis van Liefde en Gebed, San Francisco CA, 5734 ’Er zijn zesendertig heilige mensen die de grondlegging van de wereld vormen. De wereld zou niet bestaan als er niet minstens zesendertig heilige mensen zouden bestaan, maar die zesendertig heilige mensen leven volledig verborgen. Ze zijn schoenmakers, of kleermakers, niemand weet wie ze zijn. Ze willen zelfs niet bekend zijn. De Mezritcher Maggid (gestorven 1772) was een beetje ziek, en zo zat er elke avond een van zijn heilige leerlingen in het Beth Midrash op hem te wachten, mocht hij iets nodig hebben. 10
Zij kregen te horen dat als er mensen komen 's nachts en ze hout op het vuur in de kachel leggen, ze dan niet mogen praten, tot zij eerst met de leerling spreken. De reden was dat de zesendertig Tzaddikim zouden komen om hout op het vuur te leggen. Wij weten namelijk niet wat warm betekent. Alles wat niet echt koud is, is voor ons warm, want wij zitten niet op dezelfde golflengte wat warmte is, maar de Mezritcher Maggid wist echt wat warmte is. U kunt zich voorstellen dat, indien een van de zesendertig verborgen heilige mensen een beetje hout op het vuur zou leggen, zou het echt warm zijn. Zo zou elke avond een van de Tzaddikim komen naar de Mezritcher Maggid om hem warm te houden als hij ziek was. Deze zesendertig Tzaddikim praten niet als de ander zich niet op dezelfde golflengte bevindt. Als u op dezelfde hoogte bent, praten ze tegen je. Het is een kleine test. De Rebbe zat op een nacht in de sjoel, hij zag dat twee mensen binnenkwamen en hij wist dat het er twee van die zesendertig waren. Het waren hout-handelaars. Ze kwamen tot bij het vuur en keken naar de vlammen. Het was donderdag en het Torahgedeelte van de week was Va’era. Beiden bespraken de ‘parasha’. Men zei tegen de andere: "Ik kan niet begrijpen wat zo geweldig was aan aan Abraham om zijn zoon Isaac te offeren. Als ik G-d's stem zou horen die me vertelt om mijn zoon te offeren, zou ik hem dan niet direct, zonder een minuut te aarzelen aan Hem offeren? De ander antwoordde: ‘Ha! Weet je waarom je dat zou doen? Omdat je een vader had, Abraham, die je leerde om het te doen. De waarheid is dus, als er iets is om te offeren voor G’d, dan is het omdat Abraham ons daarover leerde.
11
De kracht van het gebed van onze moeders. De enige van de drie vaders die wel eens kwaad werd, was Ya’acov. Ya’acov werd kwaad op Rachel als ze tot hem zei: ‘Als ik geen kinderen heb, zal ik sterven’. Ya’acov werd kwaad op haar en zei: ‘Ben ik G’d die u geen kinderen wil geven?’ Zo zegt iedereen dat als een vrouw weent omdat ze geen kinderen heeft, zelfs het laagste schepsel niet boos op haar mag worden. Ya’acov, die de peiler van medelijden was, had zeker spijt voor Rachel, zijn eigen vrouw. De waarheid volgens Chassidus is de volgende: Ya’acov was niet echt boos, hij realiseerde zich dat Rachel niet echt aan het bidden was omdat ze dacht ‘Ik heb zo’n heilige man, dat hij wel voor me zal bidden’. Ya’acov deed dus alsof hij boos was, zodat Rachel zou zeggen: ‘O jee, ik kan zelfs niet meer op Ya’acov steunen’. En omdat ze zo dacht, ging ze zelf bidden en haar gebed werd verhoord.
Het graf-mausoleum van Rachel in de burrt van Betlechem. Avraham in de oven van Nimrod. Waarom haalde G’d Avraham uit het vuur, nadat hij erin gegooid was? Hij was de eerste persoon die verbrand werd, omdat hij in G’d geloofde. Denk jij dat hij in het vuur wandelde terwijl hij dacht: ‘Ha, ik heb geloof in G’d, Hij zal me wel hieruit halen, ik heb een Grote Baas daarboven. Heb geen zorgen, broeders, ik ga nu gewoon het vuur in en ik zie jullie wel na deze show’. NEE, Nimrod, de koning van de wereld vroeg aan Avraham: ‘denk jij dat G’d je zal redden uit het vuur?’ Avraham zei: ‘hoogstwaarschijnlijk niet, want vuur brandt. G’d creëerde de wereld op zo’n manier dat als je in het vuur komt, dan brand je op. Ik wil graag voor Hem sterven’! 12
Nimrod koning van Assyrië, zijn standbeeld was ontdekt bij de opgraveningen van Gilgamesh. Haran, de broer van Avraham had nog niet beslist of hij aan de kant van Avraham zou zijn of niet. Hij stelde een teken voor zichzelf: Als Avraham uit het vuur komt, sta ik aan zijn kant. Als hij verbrandt, dan is G’d niet goed en ben ik niet aan zijn kant. Als Avraham inderdaad uit het vuur kwam, begon hij te schreeuwen dat hij aan Avraham’s kant stond. Nimrod daarentegen zei tegen Haran: ‘okee, ik ga jou ook in het vuur gooien’. Haran zei daarop dat dit okee was, want hij wist hoe deze truc werkte. Ze gooiden hem in het vuur en hij verbrandde. Als je in het vuur gaat en je denkt dat je er heelhuids uit zal komen, is dat niet in het vuur gaan voor G’d. G’d is geen coca-cola machine. Het gebeurde gewoon zo, G’d liet Avraham ontsnappen uit het vuur.
13
Leah en Rachel. Rachel is een van de vier moeders. Zij is degene die ons het geheim van de stilte leerde. Ya’acov was verloofd met Rachel. Laban, haar vader, maakte echter een truc en Ya’acov had Leah in de plaats. Rachel en Leah waren zussen die heel erg op elkaar leken. Sinds de bruiloft hadden ze een sluier over hun gezicht en Ya’acov wist niet meer wie wie was. Het was de gewoonte de sluier niet weg te nemen tot ze thuis waren. Omdat het donker was, wist Ya’acov niet wie het was tot de volgende morgen. Voor de bruiloft zei Ya’acov tot Rachel; ‘Ik ken uw vader, hij zal Leah onder de ‘choepa’ zetten. Laten we een teken tussen ons maken. Laban weet dat ik niet zo gek ben om niet te weten dat hij me wil belazeren. Hij zal het dus super slim aan boord leggen. Als hij Leah met me wil laten trouwen zal hij zeggen: ‘Je moet zeggen dat je Rachel bent, als Ya’acov vraagt wie je bent’. Laten we daarom een teken tussen ons maken, dat jij zal zeggen ‘ik ben Leah’. Zo zal ik weten dat jij het bent’. Zowel Rachel als Leah waren zeer heilig en zeer mooi, maar op verschillende gebieden. Leah betekent ‘verborgen schoonheid’. Bij sommige mensen moet je twee, drie keer kijken en iedere keer ontdek je dat ze nog mooier zijn. Dus Leah was zo’n een vrouw, een verborgen schoonheid van een verborgen wereld. Rachel was een voor de hand liggende schoonheid. Dit was ook geen klein huwelijk. Weet je wat het betekent: ‘Je zal de moeder zijn van heel Israël’? Wie zal de moeder zijn van de Messiah? Wie zal verlossing brengen aan de hele wereld? Het was geen klein ding. Op dat moment wist Rachel niet dat Ya’acov ook haar wilde trouwen. Zij wist wat er aan het gebeuren was. Zij kon Ya’acov verwittigd hebben: ‘Pas op, je zal mijn zuster trouwen’. Rachel wist dat binnen een paar minuten Ya’acov zou vragen wie ze was en als ze zou zeggen dat ze Rachel was, dan zou haar zuster in schaamte staan en dat kon Rachel niet verdragen. Zo vertelde ze van het teken en dat ze moest antwoorden dat ze Leah was. Zo wist Ya’acov pas de volgende morgen dat hij met Leah getrouwd was. De Talmud en de Profeten zeggen dat Rachel het geheim van de stilte is. Hoe zullen we ooit uit exil geraken? Rachel zal beginnen wenen en ze zal beginnen spreken. ‘Dit is het, ik kan niet langer verzwijgen’. Zo zal Rachel uiteindelijk de Masji’ach brengen.
14
Colofon: Prof. Rabbijn Ahron Daum, B.A. M.S., Emeritus Chief Rabbi Frankfurt am Main, Antwerpen Nederlandse bewerking: Bathia Chava Vanhamme, Antwerpen/Israel
Juni 2008
Photoshop en definitieve bewerking: Mattityahu Akiva Strijker, Antwerpen Eindredactie en special effects: Malachi Angelo Prins, Antwerpen Webmaster en designer: Yitzchak Berger, Antwerpen/Sydney, Australië
Juli 2013
15