gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken Raadsbij lage nummer 57 Inboeknummer 01V001689 Adrdesdatum cie b.o. 1 februari 2001 Dossiernummer 111.201
Raadsbijlage Advies over het bezwaar van de heer drs. J.A. Zijlstra tegen het besluit om aan MU Art Foundation voor het jaar 2001 een subsidie toe te kennen Bij brief van 19 december 2000 maakt de heer drs. J.A. Zijlstra bezwaar tegen het besluit van 18 december 2000, waarbij de raad aan MU Art Foundation voor het jaar 2001 een subsidie heeft toegekend. Het bezwaarschrift is gericht aan het college van burgemeester en wethouders. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht moet echter het bestuursorgaan, dat in eerste instantie het besluit heeft genomen, ook beslissen op een ingediend bezwaarschrift. Dit is de reden, waarom dit advies aan de raad is gericht.
Wij hebben op 1 februari 2001 tijdens een openbare zitting de gelegenheid geboden het bezwaar nader mondeling toe te lichten. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt. Op de hoorzitting waren ook MU Art Foundation en de gemeente vertegenwoo rdi g d.
Inhoud bezwaar. De heer Zijlstra heeft in zijn bezwaarschrift en tijdens de hoorzitting samengevat het volgende naar voren gebracht. Zijn bezwaar heeft geen betrekking op de subsidiering als zodanig. Het richt zich tegen het niet voorkomen van voorwaarden in het subsidiebesluit inzake het voldoen aan de wettelijke voorschriften (Tabakswet) met betrekking tot het roken in gesubsidieerde instellingen. Deze voorschriften moeten in acht genomen worden vanwege de schade van tabakswaren voor de gezondheid in het algemeen en in het bijzonder van hen, die gehandicapt zijn aan de luchtwegen of gevaar lopen wat betreft hun hart en bloedvaten. Bovendien zijn er ook mensen, die eenvoudig walgen van de stank van verbrande tabak en de daaraan toegevoegde substanties. Hij heeft in het verleden MU Art Foundation verzocht het rookbeleid aan te passen aan de wettelijke eisen terzake. In antwoord hierop werd hem meegedeeld, dat roken tijdens lezingen is verboden; voor en na afloop van de lezingen mag er echter worden gerookt. Roken is ook toegestaan tijdens openingen van exposities. De heer Zijlstra vindt dit beleid onvoldoende. Van tijd tot tijd ontvangt hij een uitnodiging van MU Art Foundation voor manifestaties. Hij kan daaraan geen gehoor geven vanwege het geldende rookbeleid. Om dezelfde redenen kan hij ook geen exposities
Raadsbij lage nummer 57
bezoeken. Hij wenst, dat met de subsidietoekenning een rookverbod gaat gelden bij MU Art Foundation in De Witte Dame, uitgezonderd in een daartoe aangewezen rokersruimte. Ter onderbouwing van zijn bezwaar wijst de heer Zijlstra nog op het vonnis in kort geding, dat de president van de rechtbank in Breda op 25 april 2000 heeft gewezen. Standpunt MU Art Foundation. Het standpunt van MU Art Foundation is tijdens de hoorzitting nader toegelicht door de heer T. van Gooi. Hij stelt, dat wanneer volgens de Tabakswet een rookverbod geldt voor MU Art Foundation, de wet gehandhaafd moet worden. Hij heeft respect voor de bezwaren van de heer Zijlstra en is bereid om in voorkomende gevallen maatregelen te nemen. Hij bestrijdt, dat de heer Zijlstra de exposities niet kan bezoeken, omdat het aantal rokers minimaal is.
Heroverweging. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend, namelijk binnen de termijn van zes weken, welke hiervoor op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht geldt. Aangezien het niet verbinden van een voorwaarde aan de subsidieverlening inzake het roken feitelijke gevolgen heeft voor de heer Zijlstra, is hij belanghebbende in de zin van voornoemde wet en derhalve ontvankelijk in zijn bezwaar. De raad heeft op 18 december 2000 besloten het belang van MU Art Foundation als cultuurinstelling voor Eindhoven te erkennen en in verband daarmee aan MU Art Foundation onder andere een subsidie toe te kennen voor het jaar 2001 van: 1 f 225.000,ÃćâĆňâĂİ (6102.100,55) voor instandhouding; en 2 f 187.500,ÃćâĆňâĂİ (6 85.083,79) voor projecten.
De raad heeft deze subsidie zonder voorwaarden verleend. De heer Zijlstra is van mening, dat aan de subsidieverlening wel een voorwaarde had moeten worden verbonden. Hij vindt, dat de subsidie had moeten worden verleend onder de voorwaarde, dat bij MU Art Foundation in De Witte Dame een rookverbod gaat gelden, uitgezonderd in een daartoe aangewezen rokersruimte. Hij stelt, dat MU Art Foundation op grond van de Tabakswet verplicht is een dergelijk rookverbod in te stellen. Naar aanleiding hiervan hebben wij ons gebogen over de Tabakswet. De Tabakswet schrijft in de artikelen 10 en 11 voor, welke bedrijven en instellingen verplicht zijn maatregelen te treffen inzake het gebruik van tabaksproducten. Artikel 10 ziet op instellingen, die door de Staat of de openbare lichamen, zoals een gemeente, worden beheerd. Dit artikel geldt niet voor MU Art Foundation, omdat het geen instelling is beheerd door de gemeente, maar door een stichting (Stichting Emmasingel). Artikel 11 is evenmin van toepassing. In het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten wordt dit artikel nader uitgewerkt. In dit Besluit worden de
Raadsbijlage nummer S7
categorieen inrichtingen aangewezen, die net zoals de overheidsinstellingen, bedoeld in artikel 10 van de Tabakswet, verplicht zijn maatregelen te treffen inzake het roken. In het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten worden niet alle voor het publiek toegankelijke, gesubsidieerde instellingen aangewezen. De aanwijzing beperkt zich tot voor het publiek toegankelijke, gesubsidieerde instellingen, die werkzaam zijn op een van de terreinen van het welzijnsbeleid, genoemd in artikel 2 van de Welzijnswet. MU Art Foundation is niet werkzaam op een van de genoemde terreinen. MU Art Foundation valt ook niet onder een van de andere in het Besluit
aangewezen categorieen van inrichtingen. Een en ander betekent, dat MU Art Foundation ÃćâĆňâĂİ anders dan de heer Zijlstra stelt- op
grond van de Tabakswet niet verplicht is een rookverbod in te stellen in de voor het publiek toegankelijke ruimten.
Een dergelijke verplichting kan ook niet worden afgeleid uit het vonnis, dat de president van de rechtbank, op 25 april 2000 heeft gewezen en waarvan de heer Zijlstra een afschrift heeft overgelegd. Dit vonnis in een kort geding, dat door een werkneemster in een postsorteercentrum was aangespannen tegen de PTT, heeft betrekking op de speciale verhouding werknemer ÃćâĆňâĂİ werkgever. Deze relatie kan niet zonder
meer gelijk worden gesteld met de verhouding bezoeker ÃćâĆňâĂİ gesubsidieerde cultuur-
instelling. Voor deze verhouding kunnen uit het vonnis dan ook geen conclusies worden getrokken. Voor de volledigheid merken wij op, dat cultuurinstellingen, zoals MU Art Foundation, in de toekomst zeer waarschijnlijk wel maatregelen inzake het roken zullen moeten treffen. Volgens informatie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestaat namelijk het voornemen artikel 11 van de Tabakswet te wijzigen. In dit artikel zal met zoveel woorden gesproken worden over instellingen voor kunst en cultuur, zodat deze als aparte categorie inrichtingen in het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten aangewezen kunnen worden. Wanneer deze wetswijziging is doorgevoerd, is het vervolgens de bedoeling deze aanwijzing middels een wijziging van het Besluit te realiseren. Zolang dit niet is gebeurd, is MU Art Foundation echter niet wettelijk verplicht een rookverbod in te stellen in de voor het publiek toegankelijke ruimten. Wij vinden dan ook, dat er geen reden is om aan de subsidieverlening een dergelijke voorwaarde te verbinden. Wij zijn dan ook van mening, dat de raad gelet op alle in aanmerking komende belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen om aan MU Art Foundation subsidie te verlenen zonder het stellen van een voorwaarde inzake het roken.
Raadsbijlage nummer S7
Conclusie.
Concluderend uit het bovenstaande adviseren wij u het bezwaarschrift van de heer drs, J.A. Zijlstra ongegrond te verklaren en het besluit tot subsidieverlening ongewijzigd in stand te laten.
De commissie voor bezwaren en ombudszaken,
H. de Kok, voorzitter.
M. Span, secretaris.
Raadsbijlage nummer Sp
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; beschikkende op het bezwaar van de heer drs. J.A. Zijlstra van 19 december 2000 tegen het besluit van 18 december 2000, waarbij aan MU Art Foundation voor het jaar 2001 een subsidie is toegekend; gezien het advies van de commissie voor bezwaren en ombudszaken van 1 februari 2001, nr. 57;
besluit:
met overneming van de motieven van de commissie voor bezwaren en ombudszaken het bezwaar van de heer drs. J.A. Zijlstra ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 april 2001.
R. Welschen, voorzitter.
S. Broersma, loco-secretaris.
EN01006543