Raad voor Maatschappelijk Welzijn 25 maart 2009 3. ONTSLAG UIT DE GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST VAN DE RSZPPO EN TOETREDING TOT DE VZW GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST LOKALE BESTUREN IN VLAANDEREN. Art. 1: Het OCMW Lede neemt ontslag uit de Gemeenschappelijke Sociale Dienst bij de RSZPPO opgericht bij koninklijk besluit van 25 mei 1972. Dit ontslag zal ingaan op 31 december 2009. Art. 2: Dit ontslag zal uiterlijk op 30 september 2009 per aangetekend schrijven betekend worden aan de voorzitter van de RSZPPO en ook per gewoon schrijven aan de voorzitter van de GSD-V, met toevoeging van een exemplaar van dit raadsbesluit. Art. 3: Het OCMW Lede zal toetreden tot de vzw “Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen” opgericht ten behoeve van de lokale besturen, conform het sectoraal akkoord 2008-2013 van 19 november 2008. Die toetreding zal ingaan op 1 januari 2010. Art. 4: De vrijwillige toetreding waarover heden wordt beslist, houdt voor het aangesloten bestuur de verplichting in te zullen voldoen aan de voorwaarden die aan de aangesloten besturen worden opgelegd, en die zijn opgenomen in artikel 7 van de statuten van de GSD-V, en dit vanaf 2010 tot wanneer een eventueel ontslag zou ingaan. 4. GOEDKEURING LASTENBOEK VOOR HET OPMAKEN VAN DE DIENSTJAARREKENING 2008 EN EINDREKENING WAARNEMEND ONTVANGER PER 30/06/2009. De Raad beslist de offerteaanvraag inzake opmaken van de dienstjaarrekening 2008 en eindrekening waarnemend ontvanger per 30/06/2009 te gunnen via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking; Volgende Bedrijfsrevisorenkantoren zullen worden aangeschreven: Ackinas BVBA Waterfront,Galileilaan 18 ,2845 Niel. Ernst & Young , Moutstraat 54, 9000 Gent. BDO, Uitbreidingsstraat 66 bus 13 te 2600 Berchem. De offerten dienen in ons bezit te zijn uiterlijk op 15 april 2009. Het bestek wordt vastgesteld volgens bijlage. 5. KOSTEN BATEN ANALYSE: TOELICHTING DOOR BDO (AGENDAPUNT AANGEVRAAGD DOOR RAADSLID M. DE WAELE).ROB-RVT VILLA LETHA Het verslag van de kosten – baten analyse wordt toegelicht door de heer Danny Maes van BDO. Voor de analyse hebben zij zich gebaseerd op de laatste vijf boekjaren en in het bijzonder het laatst afgesloten boekjaar 2007. 6. KENNISNAME: GOEDKEURING VOORAFGAANDE VERGUNNING VOOR HET BOUWEN VAN EEN RUSTHUIS TE LEDE. Art. 1:Aan het OCMW Lede wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een rusthuis met 90 woongelegenheden ter vervanging van het bestaande rusthuizs “Villa Letha”, Kasteeldreef 46 te 9340 Lede Art. 2: De voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd worden met drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap in te dienen Art. 3: Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijn aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege Art. 4: Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet gerealiseerde opnamemogelijkheden Brussel 27 februari 2009 Deze voorafgaande vergunning bestaat uit vijf essentiële elementen: 1. De initiatienemer 2. De aard van de werken
3. Het type ouderenvoorziening 4. De inplantingsplaats 5. Het aantal opnamemogelijkheden Deze elementen kunnen niet gewijzigd worden, tenzij met toestemming van de minister via het indienen van een gemotiveerd verzoek bij het bevoegde agentschap. Bij aanvang der werken te bezorgen: 1. Het bewijs dat de werken werden aangevat 2. De planning van de voortgang der werken 3. De datum van de vermoedelijke ingebruikname van het initiatief Voorafgaand aan de uitbating van het vergunde initiatief dient bij het bevoegde agentschap de erkenning aangevraagd te worden. 7. STAND VAN ZAKEN: BOUW NIEUW WOON EN ZORGCENTRUM (AGENDAPUNT AANGEVRAAGD DOOR RAADSLID T. SPELEERS). De voorzitter geeft toelichting bij de opgemaakte nota die ondermeer werd toegelicht op de gemeenteraad van 19/03/2009. Raadslid Speleers stelt vast dat de goedgekeurde conseptnota niet langer weerhouden wordt. De voorzitter engageert zich om dit agendapunt na de bespreking op het college van 31/03/2009 terug te agenderen. Raadslid Freddy Matthijs stelt nogmaals niet te begrijpen dat er niet langer douches worden weerhouden. 8. AANVRAAG VERHOGING VAN DE MAXIMUMBIJDRAGE VAN DE RESIDENTEN IN DE KOSTEN VAN ROB-RVT VILLA LETHA PER 01/06/2009 ( 37,77/DAG). De maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT "Villa Letha" wordt bepaald op 37,77 Euro per dag ingaande op 01 juni 2009, dit na goedkeuring door de desbetreffende Federale Overheidsdienst. De maximumbijdrage zal gehanteerd worden als refertebedrag op basis waarvan het volgende wordt berekend: a) het aandeel van de gehuisveste bejaarde, rekening houdend met hun inkomsten; b) het respectievelijk aandeel dat vanwege de onderhoudsplichtigen wordt teruggevorderd; c) de tussenkomst van de O.C.M.W.'s die, op basis van artikel 2 van de wet van 02 april 1965, de verblijfkosten moeten dragen. 9. KENNISNAME VERSLAG BEWONERSRAAD D.D. 04/02/2009. De raad neemt kennis van het verslag van de bewonersraad d.d. 04/02/2009. 10. KENNISNAME VERSLAG FAMILIERAAD D.D. 09/02/2009. De raad neemt kennis van het verslag van de familieraad d.d. 09/02/2009. 11. AFSLUITEN “ OVEREENKOMST SAMENWERKING KANSENPAS MET OCMW’S BUITEN AALST” : WEIGERING. De raad beslist om niet over te gaan tot een samenwerkingsovereenkomst kansenplan met de Vierdewereldgroep.
De secretaris,
De voorzitter
O.C.M.W. LEDE Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Aalst
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN LEDE
Zitting van 25 maart 2009 Aanwezig: Uyttendaele R. voorzitter, Matthijs R. Töpke H., De Waele M., F.,Matthijs F., Vander Straeten C., Schollaert G., Seleers T. en Derder I., leden; Vandermeersch P., secretaris.
KENNISNAME: GOEDKEURING VOORAFGAANDE VERGUNNING VOOR HET BOUWEN VAN EEN RUSTHUIS TE LEDE. De Raad De Raad neemt kennis van de mail d.d. 27 februari 2009 met als bijlage een afschrift van het besluit van de administrateur-generaal betreffende het verlenen van de voorafgaande vergunning voor het bouwen van een rusthuis te Lede. BESLUIT van de bijlage: Art. 1:Aan het OCMW Lede wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een rusthuis met 90 woongelegenheden ter vervanging van het bestaande rusthuizs “Villa Letha”, Kasteeldreef 46 te 9340 Lede Art. 2: De voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd worden met drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap in te dienen Art. 3: Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verezenlijken niet zijn aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege Art. 4: Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet gerealiseerde opnamemogelijkheden Brussel 27 februari 2009
Deze voorafgaande vergunning bestaat uit vijf essentiële elementen: 1. De initiatienemer 2. De aard van de werken 3. Het type ouderenvoorziening 4. De inplantingsplaats 5. Het aantal opnamemogelijkheden Deze elementen kunnen niet gewijzigd worden, tenzij met toestemming van de minister via het indienen van een gemotiveerd verzoek bij het bevoegde agentschap. Bij aanvang der werken te bezorgen: 1. Het bewijs dat de werken werden aangevat 2. De planning van de voortgang der werken 3. De datum van de vermoedelijke ingebruikname van het initiatief Voorafgaand aan de uitbating van het vergunde initiatief dient bij het bevoegde agentschap de erkenning aangevraagd te worden.
Namens het OCMW: De secretaris, getekend P. Vandermeersch
De voorzitter, getekend R. Uyttendaele
Voor eensluidend afschrift De secretaris,
De voorzitter,
P. Vandermeersch
R. Uyttendaele
O.C.M.W. LEDE Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Aalst
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN LEDE
Zitting van 25 maart 2009 Aanwezig: Uyttendaele R. voorzitter, Matthijs R. Töpke H., De Waele M., F.,Matthijs F., Vander Straeten C., Schollaert G., Seleers T. en Derder I., leden; Vandermeersch P., secretaris.
ONTSLAG UIT DE GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST VAN DE RSZPPO EN TOETREDING TOT DE VZW GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST LOKALE BESTUREN IN VLAANDEREN. De Raad Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1972 tot oprichting van een Gemeenschappelijke sociale dienst ten behoeve van het personeel van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, besluit gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27/10/1978, 04/08/1986, 18/05/1987 en 23/10/1989; Gelet op het koninklijke besluit van 10 november 1972 betreffende het reglement en het programma van de voornoemde Gemeenschappelijke sociale dienst, besluit gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27/10/1978 en 23/10/1989, inzonderheid wat artikel 4 van vermeld besluit betreft; Gelet op de inrichting van de vzw “Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen” (afgekort GSD-V) d.d. 26 januari 2009, waarvan de statuten werden ingediend bij de Griffie van de Rechtbank van Koophandel te Brussel en voor publicatie werden bezorgd aan de diensten van het Belgisch Staatsblad; Overwegende dat de institutionele situatie in België ondertussen grondig gewijzigd is zodat een aanpassing aan de bevoegdheden uitgeoefend door de gewesten en gemeenschappen noodzakelijk is; Overwegende dat de personeelsformatie van de lokale besturen (gemeenten, OCMW’s en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden) behoort tot de bevoegdheid van de gewesten; Overwegende dat de activiteiten van een sociale dienst voor het personeel van de lokale besturen een gemeenschapsmaterie is omdat het gaat om de zorg aan personen;
Overwegende dat lokale besturen vragen dat het toepassingsgebied van de sociale dienst wordt uitgebreid met het gemeentelijk onderwijzend personeel en de uitvoerende lokale mandatarissen; Overwegende dat de activiteiten van de bestaande gemeenschappelijke sociale dienst zonder onderbreking moeten kunnen voortgezet worden; Gelet op het voorstel van het Vast Bureau; Gehoord de toelichting door de voorzitter; Gelet op de openbare stemming; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Art. 1: Het OCMW Lede neemt ontslag uit de Gemeenschappelijke Sociale Dienst bij de RSZPPO opgericht bij koninklijk besluit van 25 mei 1972. Dit ontslag zal ingaan op 31 december 2009. Art. 2: Dit ontslag zal uiterlijk op 30 september 2009 per aangetekend schrijven betekend worden aan de voorzitter van de RSZPPO en ook per gewoon schrijven aan de voorzitter van de GSD-V, met toevoeging van een exemplaar van dit raadsbesluit. Art. 3: Het OCMW Lede zal toetreden tot de vzw “Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen” opgericht ten behoeve van de lokale besturen, conform het sectoraal akkoord 2008-2013 van 19 november 2008. Die toetreding zal ingaan op 1 januari 2010. Art. 4: De vrijwillige toetreding waarover heden wordt beslist, houdt voor het aangesloten bestuur de verplichting in te zullen voldoen aan de voorwaarden die aan de aangesloten besturen worden opgelegd, en die zijn opgenomen in artikel 7 van de statuten van de GSD-V, en dit vanaf 2010 tot wanneer een eventueel ontslag zou ingaan.
Namens het OCMW: De secretaris, getekend P. Vandermeersch
De voorzitter, getekend R. Uyttendaele
Voor eensluidend afschrift De secretaris,
De voorzitter,
P. Vandermeersch
R. Uyttendaele
O.C.M.W. LEDE Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Aalst
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN LEDE
Zitting van 25 maart 2009 Aanwezig: Uyttendaele R. voorzitter, Matthijs R. Töpke H., De Waele M., F.,Matthijs F., Vander Straeten C., Schollaert G., Seleers T. en Derder I., leden; Vandermeersch P., secretaris.
AANVRAAG VERHOGING VAN DE MAXIMUMBIJDRAGE VAN DE RESIDENTEN IN DE KOSTEN VAN ROB-RVT VILLA LETHA PER 01/06/2009 ( 37,77/DAG).
De Raad Gelet op de artikelen 97 en 98 van de organieke wet van 08 juli 1976 op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat het O.C.M.W., rekening houdende met de inkomsten van de belanghebbende, de bijdrage van de residenten moet bepalen in de verblijfs- en onderhoudskosten in het ROB-RVT "Villa Letha", erkenningsnummer CE 506, beheerd door het O.C.M.W.; Overwegende dat aan deze individuele beslissing de vaststelling moet voorafgaan van de maximumbijdrage in de verblijfkosten, die ten laste zijn van de opgenomen personen in de mate van hun financiële mogelijkheden; Overwegende dat deze maximumbijdrage in de verblijfkosten van het ROB-RVT het refertebedrag uitmaakt op basis waarvan het aandeel van de residenten - rekening houdend met hun inkomsten - het aandeel van de onderhoudsplichtigen overeenkomstig artikel 98 van de wet van 08 juli 1976, alsook het aandeel van het O.C.M.W., dat de verblijfkosten ten laste moet nemen overeenkomstig artikel 2 van de wet van 02 april 1965, bepaald wordt; Gelet op het K.B. van 09 mei 1984 (B.S. van 24.05.1984); Gelet op onze beslissing d.d. 27 juni 2007 inhoudende vaststelling van de maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT "Villa Letha" zijnde 35,87 Euro per dag ingaande op 01 augustus 2007; Overwegende dat de aanpassing van de maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT noodzakelijk is;
Gevolg gevend aan het Ministerieel besluit van 14 februari 2007 tot bepaling van de samenstelling van de dagprijs, de extra vergoedingen en de voorschotten ten gunste van derden aangerekend in rusthuizen wordt geopteerd voor het indienen van een vereenvoudigde prijsaanpassingsaanvraag bij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie; Gelet op de wettelijke verplichting inhoudende dat vanaf 1 juli 2007 incontinentiemateriaal, zeep en tandpasta moet inbegrepen zijn in de dagprijs en niet meer mag aangerekend worden als supplement; Overwegende dat wordt geopteerd om de maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT "Villa Letha" vanaf 01 juni 2009 te brengen op 37,77 Euro per dag na goedkeuring door de desbetreffende Federale Overheidsdienst; Gelet op het voorstel van de voorzitter; Gelet op de openbare stemming betreffende de vaststelling van de maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT "Villa Letha" zijnde 37,77 Euro per dag vanaf 01 juni 2009; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: De maximumbijdrage van de residenten in de kosten van het ROB-RVT "Villa Letha" wordt bepaald op 37,77 Euro per dag ingaande op 01 juni 2009, dit na goedkeuring door de desbetreffende Federale Overheidsdienst. De maximumbijdrage zal gehanteerd worden als refertebedrag op basis waarvan het volgende wordt berekend: a) het aandeel van de gehuisveste bejaarde, rekening houdend met hun inkomsten; b) het respectievelijk aandeel dat vanwege de onderhoudsplichtigen wordt teruggevorderd; c) de tussenkomst van de O.C.M.W.'s die, op basis van artikel 2 van de wet van 02 april 1965, de verblijfkosten moeten dragen.
Namens het OCMW: De secretaris, getekend P. Vandermeersch
De voorzitter, getekend R. Uyttendaele
Voor eensluidend afschrift De secretaris,
De voorzitter,
P. Vandermeersch
R. Uyttendaele
O.C.M.W. LEDE Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Aalst
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN LEDE
Zitting van 25 maart 2009 Aanwezig: Uyttendaele R. voorzitter, Matthijs R. Töpke H., De Waele M., F.,Matthijs F., Vander Straeten C., Schollaert G., Seleers T. en Derder I., leden; Vandermeersch P., secretaris.
OCMW PERSONEEL – TUCHTPROCEDURE BERAADSLAGING OVER HET AL DAN NIET OPLEGGEN VAN EEN TUCHTSTRAF AAN EEN DOOR HET OCMW BEZOLDIGD STATUTAIR PERSONEELSLID MEVROUW SONJA VAN DEN BERGHE. De Raad Gelet op de raadsbeslissing van 6 februari 1986 waarbij mevrouw Sonja Van Den Berghe werd aangesteld als technisch beambte poetsdienst op proef met ingang van 01 maart 1986. Gelet op de raadsbeslissing van 10 maart 1987 waarbij mevrouw Sonja Van Den Berghe werd benoemd in vast dienstverband als technisch beambte poetsdienst van 01 maart 1987. Gelet op de raadsbeslissing van 26 november 2008 waarbij beslist werd om een tuchtprocedure op te starten tegen mevrouw Sonja Van Den Berghe, en waarbij de secretaris opdracht werd gegeven tot het opstellen van een tuchtverslag. Gelet op het door de heer Pascal Vandermeersch, secretaris, opgestelde tuchtverslag en het door hem samengestelde tuchtdossier. Gelet op de oproeping van 27 november 2008 aan mevrouw Sonja Van Den Berghe om op de zitting van 10 december 2008 betreffende de tuchtfeiten te worden gehoord. Gelet op de raadsbeslissing van 10 december 2008 om het verhoor uit te stellen op verzoek van de raadsman van mevrouw Sonja Van Den Berghe. Gelet op de tweede oproeping van 17 december 2008 aan mevrouw Sonja Van Den Berghe om op de zitting van 28 januari 2009 betreffende de tuchtfeiten te worden gehoord. Gelet op de raadsbeslissing van 28 januari 2009 om het verhoor opnieuw uit te stellen op verzoek van de verdediging.
Gelet op de derde oproeping van 02 februari 2009 aan mevrouw Sonja Van Den Berghe om op de zitting van 25 februari 2009 betreffende de tuchtfeiten te worden gehoord. Gelet op het proces verbaal van de hoorzitting van 25 februari 2009 voor de raad inzake de tuchtprocedure tegen mevrouw Sonja Van Den Berghe. Gelet op het aangetekend schrijven van 2 maart 2009 waarbij het proces verbaal aan mevrouw Sonja Van Den Berghe werd betekend, met het verzoek dit, al dan niet vergezeld van haar opmerkingen ondertekend terug te sturen binnen de acht dagen. Overwegende dat mevrouw Sonja Van Den Berghe aan dit schrijven geen enkel gevolg heeft gegeven. Overwegende dat mevrouw Van Den Berghe klaarblijkelijk weigert het proces-verbaal te ondertekenen of opmerkingen te formuleren. Overwegende dat een eerste reeks feiten een aantal vaststellingen betreft, welke in augustus 2008 gebeurden, en waarbij herhaaldelijk werd vastgesteld dat mevrouw Sonja Van Den Berghe niettegenstaande het rookverbod toch rookte op de werkvloer, dat zij herhaaldelijk onder invloed van alcohol op het werk verscheen en dat men herhaaldelijk haar poetskar onbeheerd zag staan, terwijl zij zelf nergens te bespeuren was. Overwegende dat mevrouw Sonja Van Den Berghe naar aanleiding van het verhoor toegaf deze fouten te hebben gemaakt en te weten dat dit niet mocht. Dat haar raadsman ter zitting toegaf dat zijn cliënte een dronkprobleem heeft, oorzaak van de vastgestelde inbreuken. Overwegende dat deze eerste tuchtfeiten derhalve door de raad als bewezen weerhouden worden. Overwegende dat een tweede reeks feiten betrekking heeft op het feit dat mevrouw Sonja Van Den Berghe herhaaldelijk niettegenstaande gemaakte afspraken met de secretaris weigerde zich aan te melden bij de arbeidsgeneesheer. Overwegende dat mevrouw Sonja Van Den Berghe tijdens het verhoor stelde dat zij niet naar de arbeidsgeneesheer durfde gaan omdat ze wist dat ze een probleem had met de drank. Op vraag van de voorzitter waarom zij dit probleem dan niet heeft aangepakt, stelde de verdediging dat ze er alleen voor stond en zware problemen had, waardoor ze zich liet gaan en haar toestand dus verergerde. Overwegende dat ook deze tuchtfeiten derhalve niet ontkend werden, en door de raad als bewezen weerhouden worden. Overwegende dat een derde reeks feiten hebben betrekking op 18 en 19 september 2008. Op 18 september stelde men vast dat mevrouw Sonja Van Den Berghe de werktijd niet respecteerde en te vroeg haar dienst verliet. Op 19 september werd zij zelfs opnieuw in beschonken toestand op het werk aangetroffen. Overwegende dat ook deze fouten tijdens de hoorzitting niet ontkend werden, en opnieuw werden toegeschreven aan het drankprobleem van mevrouw Sonja Van Den Berghe. Ook deze feiten worden derhalve door de raad als bewezen weerhouden. Overwegende dat een vierde feit betrekking heeft op 22 september 2008, waar mevrouw Sonja Van Den Berghe betrokken was in een verkeersongeval. Zij reed zonder verzekering en was zwaar dronken. Zij werd onderzocht door dr. Patrick De Weerdt, welke haar toestand omschreef als chronisch ethylisme zonder ziekte-inzicht, waardoor zij weigerde zich te laten behandelen. Tijdens het verhoor werden ook deze feiten niet ontkend. De verdediging voerde wel aan dat nog niet bewezen is dat mevrouw Van Den Berghe zonder verzekering reed. Dit laatste wordt door de raad dan ook niet weerhouden. Voor het overige komen de feiten evenwel andermaal bewezen voor.
Overwegende ten slotte dat werd vastgesteld dat mevrouw Sonja Van Den Berghe op 7 oktober 2008 beschonken op het werk aankwam. Zij vroeg verlof voor de duur van de hele week, wat haar door de secretaris geweigerd werd. Daarop werd zij uitermate onbeleefd en arrogant, en weigerde zij het hiërarchisch gezag van de secretaris te aanvaarden. Uiteindelijk is de politie tussen beide moeten komen en heeft deze mevrouw Van Den Berghe meegenomen. Tijdens het verhoor gaf mevrouw Sonja Van Den Berghe tot dat zij in beschonken toestand op het werk is verschenen, ook deze tuchtfeiten worden door de raad derhalve als bewezen weerhouden. Gelet op de geheime stemming waartoe wordt overgegaan en waarbij aan de leden van de raad gevraagd wordt of de ten laste gelegde feiten bewezen zijn: 10 raadslieden nemen aan de stemming deel. 9 raadslieden vinden de ten laste gelegde feiten bewezen, 1 niet akkoord. Overwegende dat het aldus voldoende vaststaat en uit de weerhouden feiten blijkt dat mevrouw Sonja Van Den Berghe op schromelijke wijze is tekort geschoten aan haar beroepsplichten. Overwegende dat overeenkomstig artikel 23 van het Arbeidsreglement het de personeelsleden verboden is te roken, tenzij buiten en dit enkel tijdens de reglementaire pauzes. De raad heeft vastgesteld dat mevrouw Van Den Berghe deze bepaling herhaaldelijk heeft geschonden. Artikel 24 van het Arbeidsreglement legt voor de personeelsleden het verbod op alcoholische dranken mee te brengen of te gebruiken in de inrichtingen. Het artikel voegt eraan toe dat druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap als ernstige professionele tekortkomingen gelden die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maken. De raad heeft vastgesteld dat mevrouw Van Den Berghe zich ook hier herhaaldelijk niet aan heeft gehouden. Daarnaast is komen vast te staan dat mevrouw Sonja Van Den Berghe ook haar taken niet behoorlijk uitvoerde en dat zij gemaakte afspraken met hiërarchische meerderen niet nakwam. Overwegende dat mevrouw Van Den Berghe dan ook overduidelijk is te kort geschoten in haar plicht om haar ambt op een loyale en integere wijze uit te oefenen. Hoewel zij hier blijkens het dossier herhaaldelijk werd op aangesproken bleef zij de geldende verbodsbepalingen inzake het gebruik van tabak en alcohol op de werkvloer schenden; zij blijkt meermaals te laat op haar werk te zijn verschenen of te vroeg gestopt te zijn, zonder dit met een medisch attest of anderszins te rechtvaardigen. Overwegende dat het gegeven dat de feiten zich herhaaldelijk hebben afgespeeld binnen een periode van een tweetal maanden de ernst van de inbreuken onderstreept. Overwegende dat ook vaststaat dat mevrouw Sonja Van Den Berghe is te kort geschoten in haar plicht tot hiërarchische gehoorzaamheid. Overwegende dat de weerhouden feiten ook de waardigheid van het ambt in het gedrang hebben gebracht. Een ambtenaar moet, zowel tijdens de uitoefening van het ambt als in haar privé-leven vermijden dat de waardigheid van het ambt in het gedrang wordt gebracht. Het feit dat mevrouw Sonja Van Den Berghe bij herhaling in beschonken toestand verkeerde op het werk en daarbuiten, doet evident afbreuk aan de waardigheid van het ambt. Overwegende dat uiteindelijk dient vastgesteld dat mevrouw Sonja Van Den Berghe ingevolge haar door haar zelf erkende drankprobleem uiteindelijk niet meer normaal functioneert. Overwegende dat het feit dat zij haar taken in het rusthuis dient uit te oefenen deze vaststelling alleen maar verzwaard, nu zij door haar drankprobleem zelfs een gevaar zou vormt voor de bewoners van dat rusthuis.
Overwegende dat mevrouw Sonja Van Den Berghe zich achter haar drankprobleem verschuild als ware het een verontschuldiging. Overwegende dat dergelijke uitleg niet aanvaardbaar is. Dat dit des te meer geldt nu mevrouw Van Den Berghe zelf iedere poging tot hulp vanwege het O.C.M.W. en haar hiërarchische meerderen heeft geweigerd. Men belegde afspraken met de arbeidsgeneesheer en zelfs met een psychologe ten einde het drankprobleem te bespreken. Mevrouw Van Den Berghe weigerde evenwel elke hulp. Waar de betrokkene zelf verantwoordelijkheid draagt voor haar drankzucht en weigerde deze te laten verhelpen, kan deze als geen enkel excuus gelden voor de vastgestelde tuchtfeiten. Integendeel het feit dat mevrouw Van Den Berghe weigerde zich te laten behandelen, maakt de feiten alleen maar ernstiger. Overwegende dat derhalve dient vastgesteld dat mevrouw Van Den Berghe zich heeft schuldig gemaakt aan ernstige professionele tekortkomingen, die elke verdere professionele samenwerking onmogelijk maakt. Dat dit des te meer geldt nu de veiligheid van de bewoners van het rusthuis op geen enkele wijze in het gedrang mag komen. Gelet op het voorstel van de voorzitter om als tuchtsanctie het ontslag van ambtswege op te leggen. Gelet op de geheime stemming waartoe wordt overgegaan en waarbij aan de leden van de raad gevraagd wordt of zij akkoord gaan met de voorgestelde tuchtsanctie: 10 raadslieden nemen aan de stemming deel. 6 raadslieden verklaren zich akkoord met de voorgestelde tuchtstraf 2 raadslieden gaan niet akkoord met de voorgestelde tuchtstraf 2 raadslieden onthouden zich Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn BESLUIT met 6 ja-stemmen, 2 neen-stemmen en 2 onthoudingen Art. 1. De raad voor maatschappelijk welzijn acht de weerhouden tuchtfeiten bewezen en beslist om mevrouw Sonja Van Den Berghe, technisch beambte poetsdienst in statutair verband, te ontslaan van ambtswege. Art. 2. Deze beslissing zal bij aangetekend schrijven worden overgemaakt aan mevrouw Sonja Van Den Berghe. Art. 3. Afschrift van onderhavige beslissing zam voor advies worden toegestuurd aan het College van Burgemeester en Schepenen en voor goedkeuring aan de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Namens het OCMW: De secretaris, getekend P. Vandermeersch
De voorzitter, getekend R. Uyttendaele
Voor eensluidend afschrift De secretaris,
De voorzitter,
P. Vandermeersch
R. Uyttendaele