Q&A Inkoop Wijkverpleging 2015 Nr. vraag 1
Bladzijde
Paragraaf/artikel
Onderwerp Algemeen
Vraagstelling Is uw opgave van de opleidingsniveaus welke gelegitimeerd zijn conform de NZa beleidsregels of wijkt Menzis daarvan af?
Antwoord Wij begrijpen uw vraag niet. In de beleidsregels van de NZa worden geen opleidingsniveaus genoemd. Wij hanteren de normen zoals in de beroepsgroep gebruikelijk zijn.
2
7,8,9
h3
Algemeen
Het betreft hier de aanspraak Wijkverpleging en zo dient deze notitie ook te worden gelezen. In de inkoopgids Wijkverpleging van ZN (die niet los gezien kan worden van het Menzis inkoopbeleid en vice versa) staat in hoofdstuk 2 duidelijk beschreven wat de context en het toekomstperspectief is.
3
8
3.3
Algemeen
Onder Ambitie Wijkverpleging verwoordt Menzis de visie op wijkverpleging. In de formulering van deze ambitie lijkt het echter vooral te gaan om de rol van de wijkverpleegkundige en niet zozeer om de ambitie met wijkverpleging als aanspraak binnen de Zvw (“de wijkverpleegkundige kan als professional de regie op zich nemen (…); de wijkverpleegkundige is de spil in de wijk en regelt (…); de wijkverpleegkundige heeft een belangrijke rol bij zorggerelateerde preventie (…)”, etc.). Vraag: Is hiermee de ambitie van Menzis met wijkverpleging niet te eenzijdig vertaald naar taken en rollen van de wijkverpleegkundige in plaats van ambities met de aanspraak wijkverpleging binnen de Zvw? U zegt de digitale tool ‘WeHelpen” onder de aandacht te brengen van wijkverpleegkundigen en thuiszorgorganisaties. Dit geeft een mate van vrijblijvendheid om de tool ‘ al, dan niet’ te gebruiken. Als in Groningen gemeenten reeds gebruik wordt gemaakt van de tool, dan lijkt het, met het oog op het werken in/en met sociale teams een uitgemaakte zaak dat de tool praktisch noodzakelijk is. Vragen: a) Hebben wij het juist, als de tool praktisch gewenst is om te gebruiken, ondanks dat Menzis de tool niet kan voorschrijven via de contractering? b) Om hoeveel Groninger gemeenten gaat het waar met de tool ‘WeHelpen” wordt gewerkt?
a) Wij zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van "We Helpen", net als een aantal andere grote zorgverzekeraars, omdat wij het gedachtegoed interessant vinden en de moeite waard om in te investeren. Maar we kunnen en zullen het niet verplichten. We kunnen wel functionarissen in de zorg, wonen en welzijn sector hierop attenderen en dat zullen we blijven doen. b) Het aantal is ons onbekend, we weten wel dat het er steeds meer worden.
4
9
3.4
Algemeen
Wat is de bijdrage van Menzis om te zorgen dat de financiële schotten geen belemmering zijn voor de aansluiting op de zorg en ondersteuning door anderen?
Actief meedenken en doen en waar mogelijk (binnen de kaders) ruimte zoeken tot creativiteit van handelen.
5
10
4.1
Algemeen
Wanneer en op welke wijze informeert Menzis de verzekerden over de aanstaande veranderingen?
VWS zou eerst inwoners van Nederland informeren. Dat idee heeft men verlaten en Menzis zal nu, net als alle andere zorgverzekeraars, zelf haar klanten gaan informeren. Dit wordt, waar mogelijk, landelijk afgestemd. Hiertoe is een plan van aanpak in de maak.
6
11
Algemeen
U geeft aan dat Menzis het recht heeft bijvoorbeeld steekproefsgewijs controles uit te voeren als daar signalen voor zijn. Vraag:kunt u aangeven op basis van welke signalen u besluit controles uit te voeren?
Dat kunnen bijvoorbeeld signalen zijn van verzekerden (van alle maatschappijen). Dat kunnen signalen zijn van afwijkende declaraties en dat kunnen signalen zijn vanuit onze benchmarkgegevens.
7
25
Algemeen
Vraag: Is het juist dat de het stellen van vragen m.b.t. Q &A een andere status heeft dan het stellen van vragen m.b.t. de nota van inlichtingen. Zo ja, kunt u de formele verschil in status aan geven?
Deze procedure is geen aanbesteding in het kader van de Aanbestedingswet. Deze Q&A verduidelijkt het inkoopbeleid op basis van de vragen en kan leiden tot wijziging van het inkoopdocument.
8
10
Bestaande zorgaanbieders
Indien we als meerdere bestaande zorgaanbieders in gezamenlijkheid een aanbesteding indienen, worden we dan beschouwd als een nieuwe zorgaanbieder en moeten we dan evenals nieuwe zorgaanbieders voldoen aan alle eisen (toegangseisen, minimumeisen en differntiatie-eisen)?
Het is geen aanbesteding in de zin van de aanbestedingswet. Als het gehele samenwerkingsverband bestaat uit bestaande zorgaanbieders (zonder aanvullingen van nieuwe zorgaanbieders), en men voldoet aan de criteria die daarvoor worden gesteld, zal het samenwerkingsverband niet gezien worden als nieuwe aanbieder. De individuele productieafspraken kunnen dan bij elkaar worden opgeteld. Als er echter meer dan één nieuwe aanbieder in het samenwerkingsverband is opgenomen, wordt het samenwerkingsverband gezien als nieuwe aanbieder. Alle in het samenwerkingsverband genoemde zorgaanbieders moeten wel individueel minimaal voldoen aan de toelatingseisen. Bij een samenwerkingsverband dient er rekening mee gehouden te worden dat wanneer dit geen rechtspersoon is - iedere deelnemende zorgaanbieder hoofdelijk aansprakelijk is.
Menzis
hoofdstuk 4; § 4.1
QenA Wijkverpleging 2015 1
9
10
hoofdstuk 4; § 4.1
Bestaande zorgaanbieders
Indien we als meerdere bestaande zorgaanbieders in gezamenlijkheid een Het is geen aanbesteding in de zin van de aanbestedingswet. aanbesteding indienen, worden we dan beschouwd als een nieuwe zorgaanbieder en Als het gehele samenwerkingsverband bestaat uit bestaande zorgaanbieders moeten we dan ook een ondernemingsplan overleggen? (zonder aanvullingen van nieuwe zorgaanbieders), en men voldoet aan de criteria die daarvoor worden gesteld, zal het samenwerkingsverband niet gezien worden als nieuwe aanbieder. De individuele productieafspraken kunnen dan bij elkaar worden opgeteld. Als er echter meer dan één nieuwe aanbieder in het samenwerkingsverband is opgenomen, wordt het samenwerkingsverband gezien als nieuwe aanbieder. Alle in het samenwerkingsverband genoemde zorgaanbieders moeten wel individueel minimaal voldoen aan de toelatingseisen. Bij een samenwerkingsverband dient er rekening mee gehouden te worden dat wanneer dit geen rechtspersoon is - iedere deelnemende zorgaanbieder hoofdelijk aansprakelijk is.
10
10
hoofdstuk 4; § 4.1
Bestaande zorgaanbieders
Is het ook mogelijk om als een samenwerkingsverband van meerdere zorgaanbieders Het is geen aanbesteding in de zin van de aanbestedingswet. in te schrijven? Zo ja hoe wordt deze dan beoordeeld? Als het gehele samenwerkingsverband bestaat uit bestaande zorgaanbieders (zonder aanvullingen van nieuwe zorgaanbieders), en men voldoet aan de criteria die daarvoor worden gesteld, zal het samenwerkingsverband niet gezien worden als nieuwe aanbieder. De individuele productieafspraken kunnen dan bij elkaar worden opgeteld. Als er echter meer dan één nieuwe aanbieder in het samenwerkingsverband is opgenomen, wordt het samenwerkingsverband gezien als nieuwe aanbieder. Alle in het samenwerkingsverband genoemde zorgaanbieders moeten wel individueel minimaal voldoen aan de toelatingseisen. Bij een samenwerkingsverband dient er rekening mee gehouden te worden dat wanneer dit geen rechtspersoon is - iedere deelnemende zorgaanbieder hoofdelijk aansprakelijk is.
website
Bestuursverklaring
Heeft Menzis een eigen format voor de bestuursverklaring of moet de bestuursverklaring van ZN gebruikt worden? De bestuursverklaring ZN staat op uw site maar tevens noemt u bij inschrijfformat wijkverpleging (dat nog in ontwikkeling is) dat een bestuursverklaring hier onderdeel van is.
De bestuursverklaring is opgenomen in de webapplicatie. U kan dus via deze applicatie de bestuursverklaring tekenen en invullen, net als dat gebeurt bij de inschrijving WLZ. U hoeft geen aparte bestuursverklaring in te sturen.
11
12
bijlage
Bestuursverklaring
In de bestuurdersverklaring Wijkverpleging 2015 wordt geëist: “De zorgaanbieder werkt systematisch aan het verbeteren van de kwaliteit en borgt dit door een werkend kwaliteitssysteem…”. Dit staat onzes inziens haaks op het afbouwscenario waarover gesproken wordt in het document dat in werking treedt als een zorgaanbieder over een meting uit 2013 rood scoort. Als een zorgaanbieder voldoet aan de landelijke kwaliteitseisen en een werkend kwaliteitssysteem heeft waaruit blijkt dat metingen uit 2013 sterk verbeterd zijn, wat zijn dan de mogelijkheden om dit aan te tonen binnen deze inkoopprocedure?
Een werkend kwaliteitssysteem is wat anders dan de CQ scores voor klanttevredenheid. Menzis gaat ervan uit dat alle zorgaanbieders voortdurend werken aan de verbetering van hun kwaliteit over de hele breedte van hun zorgverlening. Dit is een voorwaarde om sowieso in aanmerking te komen voor een contract. Waar nodig zal Menzis stukken opvragen ter beoordeling hiervan.
13
bestuursverkla ring
Bestuursverklaring
Is het toegestaan te werken met onderaannemers?
Ja, in deze procedure wordt dit onderlinge dienstverlening genoemd.
14
3
Bestuursverklaring
Zorgaanbieder beschikt over een formeel vereiste toelating voor de levering van wijkverpleging zoals verzekerd in de Zorgverzekeringswet. Moet deze toelating door de zorgaanbieder apart aangevraagd worden, indien de zorgaanbieder voor 2014 vanuit de AWBZ al de vereiste toelating heeft?
Deze hoeft niet apart worden aangevraagd. De bestaande toelating AWBZ voldoet.
15
nvt
Bezwaar
Uiterste datum voor het stellen van vragen is 7 augustus. Op 7 augustus zijn nog niet De inschrijving betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. alle documenten beschikbaar (om 09.30uur in ieder geval niet) op de website. Dit Het klopt dat het tijdspad erg krap is en wij nemen extra vraagtijd op de betekent dat essentiële onderdelen van de aanbesteding niet (voldoende) uitgezocht financiële paragraaf in overweging. kunnen worden en dat hier geen vragen over gesteld kunnen worden. Ik verzoek u dan ook uitdrukkelijk een extra moment in te plannen binnen de procedure waarbij er vragen gesteld kunnen worden over de aanbesteding (in ieder geval m.b.t. de documenten: overeenkomst, inschrijfformat en het declaratieprotocol).
Bezwaar
We houden ons het recht voor om bezwaar aan te tekenen op basis van de door u nog te publiceren nieuw beschikbare informatie
16
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 2
De inkoop Wijkverpleging betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. Met betrekking tot wijzigend beleid verwijzen we u naar paragraaf 6.6. Voorbehoud van ons inkoopbeleid Wijkverpleging.
17
18
29
19
Bezwaar
Tot slot algemeen. De vragen over het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 worden ‘Q&A’ genoemd. Betekent dit dat de inkoop niet onder de aanbestedingsregelgeving valt? Kunnen de antwoorden worden beschouwd als Nota van Inlichtingen en maken deze onderdeel uit van het inkooptraject?
De Inkoop Wijkverpleging betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. De antwoorden kunnen worden beschouwd als toelichting op het inkoopdocument.
Bezwaar
Een essentieel onderdeel van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015, de definitieve paragraaf met betrekking tot de financiering, is niet gepubliceerd voor de uiterste termijn voor het indienen van vragen. We gaan er vanuit dat u een redelijk termijn in acht neemt voor het stellen van vragen over het volledige inkoopdocument en dat u de uiterste termijn voor het indienen van vragen opschort tot ten minste 5 werkdagen na publicatie van de financiële paragraaf. Wij gaan ervan uit dat daarmee voor nu kan worden volstaan. Mocht u van oordeel zijn dat een kort geding procedure moet worden gestart, dan verzoeken we dat per omgaande te laten weten. Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar.
Het klopt dat het tijdspad erg krap is en wij nemen extra vraagtijd op de financiële paragraaf in overweging Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
Businesscase niet toewijsbare zorg
Niet-toewijsbare zorg; wanneer komt het format beschikbaar om een businesscase in te dienen?
Dit format zal bij het publiceren van deze Q&A beschikbaar gekomen.
20
23
5 Businesscase niet toewijsbare zorg
Het format ‘business case’ niet toewijsbare zorg is nog niet gepubliceerd. Door de late publicatie van het inkoopdocument en het nog niet publiceren van het format, is het voor zorgaanbieders lastig om een volwaardige business case op te stellen. Het lijkt ons redelijk als de business case op een later moment dan 1 september (inschrijving) mag worden ingediend. Kunt u hiermee akkoord gaan en het inkoopbeleid hierop aanpassen? Indien nodig moet u deze vraag op opvatten als een ingesteld bezwaar
Dit zullen globale samenwerkingsafspraken en doelstellingen zijn. Als het goed is hebben veel zorgaanbieders al connecties en/of samenwerkingsafspraken met gemeenten (met name de GVK aanbieders zullen hier actief in zijn). Zie verder ook: focuslijst wijkverpleging en sociaal domein. Het format businesscase is in ontwikkeling, wij zullen dit uiterlijk 13 augustus publiceren. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
21
23
5 Businesscase niet toewijsbare zorg
In de laatste alinea geeft u aan dat zorgaanbieder een business case ‘kunnen’ indienen. Ons is niet duidelijk of dit een verplichting betreft. Moeten zorgaanbieders die in aanmerking willen komen voor niet toewijsbare zorg een business case indienen?
Wij hebben begrepen dat niet alle zorgaanbieders een ambitie hebben op niettoewijsbare zorg. Indien men dit wel wil gaan leveren, dient men bij inschrijving op niet-toewijsbare zorg een businesscase in te dienen.
22
23
5 Businesscase niet toewijsbare zorg
Om in aanmerking te komen voor het leveren van niet-toewijsbare zorg kan een business case ingeleverd worden conform het vastgestelde format. Dit format is nog niet gepubliceerd. Wanneer kunnen we hierover beschikken?
Dit format zal bij het publiceren van deze Q&A beschikbaar gekomen.
23
23
24
23
25
23
26
23
Menzis
Businesscase niet toewijsbare zorg
U verwijst hier voor het format van de businesscase voor niet-toewijsbare zorg naar de Dit format zal bij het publiceren van deze Q&A beschikbaar gekomen. website. Kunt u aangeven welke datum dit format beschikbaar komt?
Businesscase niet toewijsbare zorg
Kunt u aangeven aan welke exacte eisen de business case moet voldoen?
Dit zullen globale samenwerkingsafspraken en doelstellingen zijn. Als het goed is hebben veel zorgaanbieders al connecties en/of samenwerkingsafspraken met gemeenten (met name de GVK aanbieders zullen hier actief in zijn). Zie verder ook: focuslijst wijkverpleging en sociaal domein. Het format businesscase is in ontwikkeling, wij zullen dit uiterlijk 13 augustus publiceren. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet.
Hoofdstuk 5, 5.1
Businesscase niet toewijsbare zorg
Wanneer wordt het format van de businesscase voor niet-toewijsbare zorg gepubliceerd?
Dit format zal bij het publiceren van deze Q&A beschikbaar gekomen.
Hoofdstuk 5, 5.1
Businesscase niet toewijsbare zorg
Op blz 24 van het inkoopdocument beschrijft Menzis de eisen waaraan de business case moet voldoen. A. Wanneer komt het format voor de business case beschikbaar? B. Mocht het format na 7 augustus 2014 beschikbaar komen bij wie kunnen we dan vragen stellen over het format? C. Op welke wijze vindt de beoordeling van de business case plaats? D. Wat is het beoordelingskader en wat is de (eventuele) ranking per onderdeel.
Het format voor een businesscase zal bij het publiceren van deze Q&A beschikbaar worden gesteld. Eventuele vragen daarover zijn dan nog mogelijk, echter hebben geen gevolgen voor de inschrijving. De beoordeling van deze plannen zal in overleg met de betreffende gemeenten opgepakt worden, waarbij de al aangegeven onderwerpen meegenomen worden. Hier is geen voorafgestelde rangorde van onderwerpen. De inzet van een Wijkverpleegkundige in de niet-toewijsbare zorg kan namelijk per gemeente verschillen.
5.1
QenA Wijkverpleging 2015 3
27
20
Casemanagement dementie
casemanagement dementie; a)Is inmiddels al duidelijk of er een aparte prestatie casemanagement dementie is vastgesteld? B) Bestaande verzekerden met een indicatie PV / VP in 2015 moeten kunnen rekenen op hun casemanager en verzekerden met een indicatie BG vallen onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Vallen alle nieuwe verzekerden onder de aanspraak wijkverpleging? C) Vallen verzekerden die momenteel zonder PV, VP of BEG indicatie begeleid worden door casemanagers (de niet pluis situaties) onder een vorm van overgangsrecht? M.a.w. kan die begeleiding na 1-1-2015 gecontinueerd worden door de huidige casemanagers? D) U geeft aan dat alle activiteiten met betrekking tot casemanagement dementie moeten worden verantwoord in het individuele zorgplan van de klant. Momenteel werken casemanagers veelal met een apart en eigen dossier en behandelplan; betekent dit dat dit laatste kan vervallen? U geeft aan dat op het moment van schrijven nog overleg loopt over een aparte prestatie casemanagement. Vraag: Wanneer verwacht u duidelijkheid te kunnen geven over de prestatie ‘Casemanagement Dementie’?
Menzis kan op dit moment geen algehele duidelijkheid geven. Dit hangt ook af van de inhoud van de definitieve beleidsregel. Menzis zorgverzekeraar wil het beleid wat is ingezet door het Zorgkantoor zo veel als mogelijk continueren. Dat betekent dat zorgaanbieders de leidraad dementie moeten hanteren dat men de zorg dient te leveren met en in samenwerking met participanten in goed werkende ketens dementie. Deze ketens moeten de kans krijgen door te groeien. Een zorgaanbieder voldoet niet aan de criteria als hij eigenstandig casemanagement levert, zonder participatie in een bestaande keten dementie.
28
20
Casemanagement dementie
29
20
Casemanagement dementie
U geeft aan dat u financiering voor casemanagement dementie in het overgangsjaar wil blijven ondersteunen mits de projectorganisatie goed functioneert. Vraag:welke criteria hanteert u hiervoor?
Wij zullen navraag doen over het functioneren bij de betreffende hoofdaannemer en de verschillend deelnemende partijen, inclusief Alzheimer Nederland. Maar Menzis kan op dit moment geen algehele duidelijkheid geven: hangt ook af van de inhoud van de beleidsregel. Menzis zorgverzekeraar wil het beleid, wat is ingezet door het Zorgkantoor, zo veel als mogelijk continueren. Dat betekent dat zorgaanbieders de leidraad dementie moeten hanteren dat men de zorg dient te leveren met en in samenwerking met participanten in goed werkende ketens dementie. Deze kentens moeten de kans krijgen door te groeien. Een zorgaanbieder voldoet niet aan de criteria als hij eigenstandig casemanagement levert, zonder participatie in een bestaande keten dementie.
30
20
4.3
Casemanagement dementie
Is momenteel al duidelijk of casemanagement dementie als aparte prestatie onder de aanspraak Wijkverpleging wordt opgenomen? Zo ja, wijzigt hiermee de paragraaf ‘casemanagement Dementie’ zoals opgenomen in het inkoopdocument Wijkverpleging?
Op dit moment van schrijven is wel bekend dat er een aparte beleidsregel komt, maar de inhoud ervan is nog niet bekend. Zodra dit bekend is zullen wij aanpassingen beschrijven en communiceren.
31
20
4.3
Casemanagement dementie
Ons is niet duidelijk welke differentiatie-eisen er nu zijn m.b.t. casemanagement. Wanneer voldoen wij als zorgaanbieder aan deze differentiatie-eis?
Menzis kan op dit moment geen algehele duidelijkheid geven. Dit hangt ook af van de inhoud van de definitieve beleidsregel. Menzis zorgverzekeraar wil het beleid wat is ingezet door het Zorgkantoor zo veel als mogelijk continueren. Dat betekent dat zorgaanbieders de leidraad dementie moeten hanteren dat men de zorg dient te leveren met en in samenwerking met participanten in goed werkende ketens dementie. Deze ketens moeten de kans krijgen door te groeien. Een zorgaanbieder voldoet niet aan de criteria als hij eigenstandig casemanagement levert, zonder participatie in een bestaande keten dementie.
32
20
4.3.
Casemanagement dementie
Op welke wijze en onder welke voorwaarden wordt casemanagement dementie ingekocht?
Menzis kan op dit moment geen algehele duidelijkheid geven. Dit hangt ook af van de inhoud van de definitieve beleidsregel. Menzis zorgverzekeraar wil het beleid wat is ingezet door het Zorgkantoor zo veel als mogelijk continueren. Dat betekent dat zorgaanbieders de leidraad dementie moeten hanteren dat men de zorg dient te leveren met en in samenwerking met participanten in goed werkende ketens dementie. Deze ketens moeten de kans krijgen door te groeien. Een zorgaanbieder voldoet niet aan de criteria als hij eigenstandig casemanagement levert, zonder participatie in een bestaande keten dementie.
33
20
4.3
Casemanagement dementie
“Alle activiteiten met betrekking tot casemenagement….in het individuele zorgplan.” Dient de casemanager ook tijd te registreren in de zorgplannen?
Hier wordt bedoeld dat de aard en omvang van de activiteiten van de casemanager (indien actief) ook vermeld wordt in het zorgplan. Afhankelijk van de ontwikkeling met betrekking tot de beleisregel casemanagement dementie die in ontwikkeling is zal er duidelijk worden wat precies de handelwijze moet zijn. Hierover zal Menzis, indien dit definitief is, aanvullend beleid publiceren. Overigens is Menzis voorstander van een integrale werkwijze wat betreft casemanagement.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 4
Op dit moment van schrijven is wel bekend dat er een aparte beleidsregel komt, maar de inhoud ervan is nog niet bekend. Zodra dit bekend is zullen wij aanpassingen beschrijven en communiceren.
34
20
Hoofdstuk 4, 4.3
Casemanagement dementie
Onder de 1e en 2e bullet wordt niet de mogelijkheid vermeld dat een verzekerde een Op dit moment van schrijven is wel bekend dat er een aparte beleidsregel indicatie heeft met een combinatie BG/PV of een combinatie BG/PV/VP. Gaat een komt, maar de inhoud ervan is nog niet bekend. Zodra dit bekend is zullen wij verzekerde met de indicatie combinatie BG/PV of BG/PV/VP dan volledig over naar de aanpassingen beschrijven en communiceren. ZVW?
35
20
Hoofdstuk 4, 4.3
Casemanagement dementie
Er wordt aangegeven dat Menzis goed functionerende projectorganisaties in het overgangsjaar 2015 wil blijven ondersteunen (gaat over casemanagement dementie). Of een organisatie goed functioneert moet blijken uit het jaarverslag 2014. Daarnaast moeten de doelen uit 2014 behaald zijn. A) Kunt u aangeven wanneer een organisatie een goed functionerende projectorganisatie is en aan welke criteria er moet worden voldaan? B) Kunt u aangeven welke doelen er in het jaar 2014 exact behaald moeten zijn? Om welke doelen gaat het?
36
20
Hoofdstuk 4, 4.3
Casemanagement dementie
Menzis geeft aan dat er op het moment van schrijven nog een overleg gaande is over Op dit moment van schrijven is wel bekend dat er een aparte beleidsregel een aparte presentatie casemanagement Dementie en dat wanneer deze anders komt, maar de inhoud ervan is nog niet bekend. Zodra dit bekend is zullen wij wordt beschreven Menzis aanvullend beleid zal publiceren. Kunt u aangeven wanneer aanpassingen beschrijven en communiceren. dit bekend is en wanneer wij vervolgens aanvullend beleid kunnen verwachten?
Complexe wondzorg
In de kamerbrief over de bekostiging van de wijkverpleging (19 mei 2014) staat het volgende: Vooruitlopend op de definitieve bekostiging van de verpleegkundige zorg zijn wij voornemens de NZa op te dragen om voor initiatieven op het gebied van complexe wondzorg, waarvoor op dit moment geen reguliere bekostigingstitel voorhanden is, een aparte regieprestatie vast te stellen in de vorm van een vrij tarief per 1 januari 2015. Deze regieprestatie kan worden gedeclareerd naast de consulten voor verpleging door aanbieders met specifieke wondexpertise.Deze regieprestatie vinden wij niet terug in het inkoopdocument van Menzis. Wel is deze reeds gepubliceerd op de website van de NZa (Beleidsregel BR/CU-7106 en prestatiebeschrijving TB/CU-7090-01) Op welke wijze komen wij voor deze regieprestatie in aanmerking?
Contractering
Mag je als zorgaanbieder die onder het ‘afbouwscenario’ valt, zorg blijven verlenen via Ja, dat is ter beoordeling van de hoofdaannemer conform de vereisten in de onderaannemerschap? bestuursverklaring. a. Zo ja, zijn hier voorwaarden aan gebonden, en welke?
37
Menzis kan op dit moment geen algehele duidelijkheid geven. Dit hangt ook af van de inhoud van de definitieve beleidsregel. Menzis zorgverzekeraar wil het beleid wat is ingezet door het Zorgkantoor zo veel als mogelijk continueren. Dat betekent dat zorgaanbieders de leidraad dementie moeten hanteren dat men de zorg dient te leveren met en in samenwerking met participanten in goed werkende ketens dementie. Deze ketens moeten de kans krijgen door te groeien. Een zorgaanbieder voldoet niet aan de criteria als hij eigenstandig casemanagement levert, zonder participatie in een bestaande keten dementie.
De regiefunctie complexe wondzorg is geen onderdeel van de inkoop Wijkverpleging, maar een aparte beleidsregel die op 1 januari 2015 zal ingaan. Op dit moment is het nog niet duidelijk langs welke weg deze functie wel wordt ingekocht. Hierover zal Menzis nader publiceren.
38
28
39
28
6.3
Contractering
Er wordt gesteld dat er aparte danwel afwijkende afspraken gemaakt kunnen worden Voor ERAI geldt dat er een aparte beleidsregel wordt opgesteld. Op dit inzake projecten en pilots. Valt het Experiment Regelarme Instellingen (ERAI) hier ook moment is de inhoud daarvan nog niet bekend. onder? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar. Afhankelijk van de inhoud van de beleidsregel, zullen er specifieke afspraken gemaakt kunnen worden. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
40
28
Hoofdstuk 6, 6.3
Contractering
De keuzevrijheid van cliënten is onder andere vastgelegd in artikel 13 van de Zvw. Verzekerden kunnen ook naar een niet-gecontracteerde zorgaanbieder gaan. a. Wat is het beleid van Menzis betreft niet-gecontracteerde zorg? b. Hoe wordt keuzevrijheid van de cliënt gewaarborgd door Menzis als er slechts enkele partijen worden gecontracteerd?
A. Verzekerden kunnen binnen de zorgverzekeringswet een restitutievergoeding krijgen als zij gebruik maken van niet gecontracteerde zorg. Dit geldt ook voor de Wijkverpleging. Restitutievergoeding 2015 wordt opgenomen in de verzekeringsvoorwaarden 2015. B. Menzis zal voldoende zorgaanbieders contracteren waaruit de klant een keuze kan maken.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 5
41
28
Hoofdstuk 6, 6.3
Contractering
Op pagina 28 van het document Inkoop Wijkverpleging 2015 wordt gesproken over ‘Lopende projecten/pilots’: a. Welke pilots worden hiermee bedoeld? b. Kunnen dit door de zorgaanbieder geïnitieerde pilots zijn? c. Moeten voor deze pilots afspraken zijn gemaakt met het zorgkantoor voor de zorgcontractering 2014? d. Kunnen nieuwe projecten/pilots worden geïnitieerd door zorgaanbieders voor 2015? e. Vallen pilots/projecten geïnitieerd tussen zorgaanbieders onderling onder deze regeling? f. Vallen pilots/projecten die tussen één zorgaanbieder en het zorgkantoor zijn geïnitieerd onder deze regeling?
A. Dit zijn bestaande pilots die al lopen in 2014 en eerder en die betrekking hebben op de financiering van de extramurale zorg. B. Ja, mits deze al bekend zijn bij Menzis Zorgkantoor en daar afspraken over zijn gemaakt. C. Ja. D. Nieuwe projecten zijn altijd bespreekbaar. E. Zie antwoord bij B. F. Zie antwoord bij B.
42
28
Hoofdstuk 6, 6.3
Contractering
Indien er sprake is van een afbouwregeling bij een zorgaanbieder, vallen lopende projecten/pilots (pagina 28 inkoopdocument) hier dan onder of worden hier aanvullende, dan wel afwijkende afspraken gemaakt?
Ja, mits dit bestaande pilots zijn die al lopen in 2014 en eerder en die betrekking hebben op de financiering van de extramurale zorg.
43
22
hoofdstuk 6; § 6.3
Crisissituaties
Is er aparte regelgeving bij crisissituaties ?
Binnen de aanspraak Wijkverpleging is er geen sprake van een crisisregeling.
44
18
Deskundigheidsgebieden
Deskundigheidsgebieden: Gelet op de ontwikkelingen missen wij bij de gevraagde deskundigheidsgebieden eigenlijk wel dementiezorg en casemanagement als deskundigheidsgebied. Wilt u overwegen om deze toe te voegen?
Nee, dat willen wij niet. Wij zijn van mening dat casemanagement integraal deel moet uitmaken van het zorgverleningsproces.
45
18
Deskundigheidsgebieden
Dat kan hetzelfde zijn, maar een MTH team zal zich met name richten op Bij Differentiatie-eisen – MTH (pag 18) en Deskundigheidsgebieden (pag 19) lijkt sprake van een dubbeling of overlap. Vraag: waarin onderscheidt de gespecialiseerde technisch handelen, niet alle deskundigheden genoemd op blz. 19 zullen in kennis en expertise van het MTH team (b.v. oncologie en palliatief) zich van de het MTH team aanwezig (hoeven) zijn of zijn lid van een MTH team. daarna genoemde Deskundigheidsgebieden in termen van vereisten/criteria als aantallen en diploma’s?
46
19
Deskundigheidsgebieden
U schrijft dat er meer dan vijf deskundigheidsgebieden aantoonbaar aanwezig moeten zijn. Vragen: a) Dienen de gespecialiseerde verpleegkundigen over een ‘HBO-master’ te beschikken? b) Welke specialistische deskundigheidsgebieden moeten, m.i.v. wanneer, zeker aanwezig zijn?
a) Nee, dat kunnen ook HBO Verpleegkundigen zijn (niveau 4/5) en HBO +, Verpleegkundigen, bachelor. b) Om te kunnen voldoen aan de criteria, zie blz. 19, Criteria. Er dienen ten minste 5 deskundigheden te zijn "gevuld" op het moment dat men inschrijft.
47
19
Hoofdstuk 4, 4.3
Deskundigheidsgebieden
Op pagina 19 geeft u een opsomming van de verpleegkundig specialisten en de deskundigheidsgebieden. In het overzicht missen wij het verpleegkundig specialisme oncologie. Is dit juist?
Ja, dat klopt. Bij dit deskundigheidsgebied is er een grote overlap is met bekostiging vanuit de medisch specialistische zorg (ziekenhuizen) en Menzis wil dit niet apart vanuit de bekostiging Wijkverpleging stimuleren.
48
19
hoofdstuk 4, 4.3
Deskundigheidsgebieden
Waarom zijn oncologie en hartfalen niet opgenomen als deskundigheidsgebied?
Omdat bij deze deskundigheidsgebieden er een grote overlap is met bekostiging vanuit de medisch specialistische zorg (ziekenhuizen) en Menzis dit niet apart vanuit de bekostiging Wijkverpleging wil stimuleren.
49
24
Doelmatigheid
In de laatste zin van deze paragraaf stelt u dat de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor het aanleveren van genoemde doelgroepen, zoals deze daarboven zijn genoemd. Vragen: a) Kunt u duidelijker aangeven wat de zorgaanbieders hier moeten aanleveren met betrekking tot de doelgroepen? b) Wij dringen erop aan om dit middels geautomatiseerd berichtenverkeer uit te wisselen, om de administratieve lasten hiermee te beperken. Kunt u dit bevestigen?
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting.
50
31
Doelmatigheid
Vraag: wanneer wordt de zorgkostenmonitor ingevoerd?
Met ingang van 1 januari 2015, deze monitor zal landelijk worden ontwikkeld en vastgesteld, maar zal ongeveer het huidige productierealisatiesjabloon zijn, wat binnen de AWBZ wordt gebruikt, aangevuld met de doelgroepen genoemd op blz. 14.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 6
51
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
hoe c.q. waar kan een zorgaanbieder aangeven welke acties, maatregelen en middelen zij inzet ten behoeve van een optimale, op maat van de cliënt afgestemde, zorgverlening? Voorbeelden hiervan zijn Telezorg/zorg op afstand en ondersteuning mantelzorg. Beseft Menzis dat Telezorg ook een zeer belangrijk, regionaal in te zetten, instrument voor niet toewijsbare zorg kan zijn en dat als Menzis het systeem wel blijft hanteren, en een zorgaanbieder niet zou worden ingekocht voor nieuwe klanten en de niet toewijsbare zorg, dat dan een innovatief en kostenbesparend instrument als Telezorg ook niet meer kan worden ingezet?
Menzis zal gaan benchmarken op o.a. zelfredzaamheid, inzet van deskundigheidsniveaus, dubbelingen in de zorg, overlap met WLZ, gemiddelde kosten per klanten, lengte zorgduur in de genoemde doelgroepen (blz. 13/14). Het gebruik van telezorg en/of zorg op afstand ziet Menzis als bedrijfsvoering van de zorgaanbieder om deze resultaten positief te beïnvloeden.
52
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
Op blz 14 van het inkoopdocument onderscheidt Menzis 7 doelgroepen. Welke criteria gelden om voor een bepaalde doelgroep in aanmerking te komen. Bijvoorbeeld de doelgroep dementerenden. Moet hier een diagnose aan ten grondslag liggen? Zou u per doelgroep de inclusiecriteria kunnen aangeven?
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting.
53
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
Op blz 14 van het inkoopdocument onderscheidt Menzis 7 doelgroepen. In de doelgroepen kan mogelijk overlap zitten. Bijvoorbeeld de doelgroep 'zorg na ziekenhuisopname' en de doelgroep 'dementerenden'. Als een dementerende klant uit het ziekenhuis komt, in welke doelgroep valt deze klant dan? Kunt u aangeven wat de leidende factoren zijn per doelgroep?
54
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
Op blz 14 van het inkoopdocument geeft Menzis aan dat de zorgaanbieder inzage geeft in het aantal heropnames, de gemiddelde inzet in zorgduur en de zorgkosten per doelgroep. Hoe vaak en in welke vorm moet de zorgaanbieder deze informatie aanleveren aan Menzis?
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1-1-2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting. Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1-1-2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting.
55
14
4.2
Doelmatigheid
Menzis stelt dat er inzicht dient te worden gegeven in het aantal heropnames, de gemiddelde inzet in zorgduur (uren) en de zorgkosten per doelgroep. Het niet hebben van eenduidige uniforme specificaties van welke klanten tot welke doelgroep behoren kan leiden tot onbruikbare informatie. Wanneer volgen er specificaties danwel een beschrijving van de doelgroepen? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar.
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
56
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
Op blz 14 van het inkoopdocument geeft Menzis aan dat de zorgaanbieder inzage geeft in het aantal heropnames. Wat is de definitie van een heropname?
Wanneer een klant opnieuw opgenomen wordt in het ziekenhuis binnen beperkte tijd voor dezelfde klachten zonder dat er in de tussenliggende periode verbetering van de klachten is opgetreden.
57
14
4.2
Doelmatigheid
Hoe toetst Menzis of zorgaanbieders voldoen aan doelmatigheid? Welke normering wordt hierbij gebruikt?
Menzis zal gaan benchmarken op o.a. zelfredzaamheid, inzet van deskundigheidsniveaus, dubbelingen in de zorg, overlap met WLZ, gemiddelde kosten per klanten, lengte zorgduur in de genoemde doelgroepen (blz. 13/14).
58
14
4.2
Doelmatigheid
Menzis geeft aan dat zorgaanbieders die in staat zijn de zorgkosten positief te beïnvloeden (verlagen ten opzichte van het gemiddelde) in 2016 met Menzis resultaatafspraken kunnen maken (segment 3). 1) Welke normering hanteert u hierbij (wat bedoelt u met positief)? 2) Welke nulmeting wordt hierbij als uitgangspunt gebruikt (welk gemiddelde bedoelt u hier)?
1) Menzis zal gaan benchmarken op o.a. zelfredzaamheid, inzet van deskundigheidsniveaus, dubbelingen in de zorg, overlap met WLZ, gemiddelde kosten per klanten, lengte zorgduur in de genoemde doelgroepen (blz 13/14).
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 7
2) We zullen benchmarken op de gemiddelde kosten en zorgduur per klant in 2014.
59
14
4.2
Doelmatigheid
Er staat geschreven dat zorgaanbieders die in staat zijn de zorgkosten in 2015 positief te kunnen beïnvloeden, in 2016 resultaatafspraken kunnen maken met Menzis. Op pagina 30 staat daaraan toegevoegd dat zorgaanbieders ook binnen hun budgetplafond moeten blijven. Hoe staat dit in verhouding tot een onverwachte toename van het aantal klanten? Wat als we over het budgetplafond heen gaan door een toename van het aantal klanten, maar wel de gemiddelde zorgkosten per klant hebben verlaagd? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar.
Indien u kunt aantonen dat u met dezelfde middelen meer klanten op een goede wijze (kwalitatief goede en doelmatige zorg en naar tevredenheid van de klant) kunt helpen binnen het budgetplafond, voldoet u aan die criteria. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
60
14
4.2
Doelmatigheid
Welke criteria worden bedoeld om in aanmerking te komen voor resultaatafspraken in Blz. 13 en 14 kopje doelmatigheid. 2016? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
61
14
4.2
Doelmatigheid
Er wordt inzicht gegeven in het aantal heropnames, de gemiddelde inzet in zorgduur(uren) en zorgkosten per doelgroep. A) Is er een correlatie tussen de doelmatigheid van de wijkverpleging en heropnames. Zo ja, wat is die correlatie? B) Inzicht in het aantal heropnames; deze gegevens zijn toch bekend bij Menzis op basis van de geopende DOT’s in ziekenhuizen? Uitvraag van deze gegevens de wijkverpleging, betekent een extra registratie voor de uitvoerend wijkverpleegkundigen. Waarom legt u deze vraag bij de wijkverpleging?
A. Wij verwachten dat er minder heropnames of (spoed)opnames AWBZ zullen zijn bij een goed georganiseerde en ingerichte Wijkverpleging/geintegreerde 1e lijnsgezondheidszorg.
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting.
B. Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de indicatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk of extra administratieve belasting. Menzis geeft hier aan te sturen op doelmatige zorg en vraagt de zorgaanbieders Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op inzage te geven in het aantal heropnames, de gemiddelde inzet in zorgduur (uren) en blz. 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een zorgkosten per doelgroep. Dit brengt een extra administratieve last met zich mee cq. declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. draagt zorg voor een lastenverzwaring. Welke financiële vergoeding zet Menzis hier Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening / doelgroepregistratie doet bij de indicatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, tegenover? Ook gezien het feit dat organisaties als bijvoorbeeld Menzis en de gemeenten wel een administratieve vergoeding verkrijgen voor extra administratieve maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. werkzaamheden die de transitie met zich mee brengt, te weten respectievelijk 5 miljoen euro schakeltaken gemeenten en een doorberekend kortingspercentage van Er zal geen extra financiële vergoeding komen voor deze activiteiten. Een herbeoordeliing kan als klantgerichte tijd worden gedeclareerd (het maken van 3% aan uitvoeringskosten van gemeenten naar zorgorganisaties. zorgplan en de daarbij behorende administratieve taken echter niet). Overigens krijgen Menzis en de gemeenten geen extra middelen om deze administratieve taken uit te voeren en zijn de middelen die u noemt bestemd voor het uitvoeren van klantgerelateerde schakeltaken. Zorgaanbieders die in staat…..resultaatafspraken maken (segment 3).” Wat verstaat u Dit zal het gemiddelde zijn van de betreffende organisatie ten opzichte van het hier precies onder ‘het gemiddelde’? Is dit bijvoorbeeld het gemiddelde van de eigen Menzis totaal. organisatie, van de regio Groningen of van heel Menzis?
62
14
4.2
Doelmatigheid
63
14
4.2
Doelmatigheid
64
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Doelmatigheid
Op pagina 14 wordt er bij het kopje doelmatigheid gesproken over inzage in het aantal heropnames, gemiddelde inzet in zorgduur en zorgkosten per doelgroep. Daarbij worden 7 doelgroepen onderscheiden te weten, (1) Zorg na ziekenhuisopname, (2) Kwetsbare ouderen, (3) Chronisch zieken, (4) Terminale zorg, (5) Dementerenden, (6) Intensieve kindzorg en (7) Verstandelijk beperkten. * Heeft Menzis ook definities voor deze doelgroepen bepaald? * Wanneer wordt iemand tot een bepaalde doelgroep gerekend? * En als iemand in meerdere doelgroepen zit, wat is dan de volgordelijkheid hierin?
65
7
hoofdstuk 3; § 3.2
Eén aanspreekpunt voor cliënt
U geeft aan dat de wijkverpleegkundige de spil in de wijk is en voor de klant de zaken U heeft gelijk, in principe kan dat, indien aan de orde is, zeer relevant zijn en voor Menzis is dat een vanzelfsprekendheid regelt op het snijvlak van zorg, welzijn en wonen. Ten behoeve van een soepel verloop van de aansluiting op de zorg en ondersteuning heeft de wijkverpleegkundige afstemming met de huisartsenzorg, het ziekenhuis, de gemeente, welzijn en informele zorg. Zou afstemming met de zorgaanbieders in de wijk ook niet bijdragen aan deze taak?
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 8
66
2
67
25
6 Extramuralisatie
68
69
13
Hoofdstuk 4, 4.2/ Hoofdstuk 6
Dat is het landelijke bedrag wat door VWS wordt overgeheveld naar kader Wijkverpleging ten behoeve van de Menzis verzekerden, zoals dat berekend is op het marktaandeel van Menzis.
Financiering
U geeft aan in deze paragraaf dat de zorgaanbieder declareert bij de zorgverzekeraar De gegevens zullen via Vektis/Vecozo op basis van de AW319 standaarden van de desbetreffende cliënt en dat over 2015 nog wordt gedeclareerd op basis van worden uitgewisseld. prestaties. De zorgaanbieders moeten bij een groot aantal verzekeraars gaan declareren. Wij gaan ervan uit dat hier 1 standaard declaratiebericht voor komt waar alle verzekeraars mee werken. Vraag:Kunt u bevestigen dat er 1 standaard declaratiebericht komt die geautomatiseerd ingelezen kan worden?
Financiering
Op welke wijze verloopt het declaratieproces (AZR?)?
Facturatie/declaratie vindt plaats bij de "eigen" verzekeraar van de klant en die betaalt ook uit. Tevens dient men ook een productierealisatie format aan te leveren bij de preferente zorgverzekaar, van de totale maandproductie van de betrefende zorgaanbieder. Hiertoe wordt er landelijk een declaratieprotocol en declaratieformat ontwikkeld, die nog gepubliceerd zullen worden.
Financiering
Afbouwscenario (Pagina 13): a. Is het de bedoeling, als er sprake is van het ‘afbouwscenario’, dat de gehele cliëntenportefeuille wordt afgebouwd? i. Zo ja, zijn hier termijnen aan verbonden? ii. Zo nee, betekent dit alleen een stop op instroom van nieuwe verzekerden? b. Wat houdt het ‘afbouwscenario’ in voor zorgaanbieders die voornemens zijn in 2016 zorg te verlenen, maar conform de inkoop 2015 onder het ‘afbouwscenario’ vallen? c. Vallen zorgaanbieders die onder ‘afbouwscenario’ vallen, voor de zorginkoop 2016 onder ‘nieuwe zorgaanbieders’? d. Stel: het ‘afbouwscenario’ wordt toegepast op een zorgaanbieder en die aanbieder heeft cliënten met een Wlz-indicatie. Een cliënt met Wlz-indicatie bij deze zorgaanbieder gaat over naar extramurale zorg (wonen/zorg gescheiden, bij dezelfde zorgaanbieder): i. Wordt deze cliënt dan door het zorgverzekeraar gezien als een ‘nieuwe verzekerde’? ii. Mag je als zorgaanbieder die onder het ‘afbouwscenario’ valt deze cliënt nog zorg verlenen? Zorgaanbieders die in staat zijn de zorgkosten positief te beïnvloeden kunnen in 2016 met Menzis resultaatafspraken maken. Wat wordt onder zorgkosten verstaan?
a. Nee.
Financiering
i. Er is geen sprake van actief overhevelen van bestaande klanten naar andere zorgaanbieders, tenzij de klant daarom vraagt. ii Ja, dat is correct. b. Dat hangt af van het beleid 2016. Daar zijn nog een keuzes in gemaakt. c. Zie antwoord bij b. d. i. en ii Deze klant wordt gezien als bestaande klant en heeft recht op zorg van dezelfde zorgaanbieder.
70
14
71
29
Financiering
U geeft aan dat er ruimte is voor differentiatie tussen zorgaanbieders Vraag: doelt u hiermee op de systematiek m.b.t. toegangseisen, minimale eisen en differentiatie eisen die hiervoor de basis is? Of zijn hier nog andere mogelijkheden voor? Zo ja, welke?
72
29
Financiering
U geeft aan dat er ruimte is voor differentiatie tussen zorgaanbieders Vraag: vindt dit Wij verwijzen u hiervoor naar de financiële paragraaf. wederom plaats op basis van een bonus/malus systematiek zoals eerder toegepast in de AWBZ zorg voor o.a. 2014?
73
29
6.2
Financiering
Er wordt gesteld dat de basis voor het budgetplafond de realisatie in AW319 is van 1 januari t/m 31 juli. Tevens wordt gesteld: "of anders het budgetplafond 2014". Hoe geldt dit voor aanbieders die in 2014 GVK zijn? Die hebben (afhankelijk van de regionale contracteerruimte) immers een 'onbeperkte' groeiruimte? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar.
74
28/29
6.4
Financiering
U spreekt in de 2e alinea over een vast budgetplafond. In hoeverre wordt er rekening Menzis baseert haar berekening en aanbod op de bij ons bekende gegevens gehouden met de verdere extramuralisering. van de genoemde periodes, ie worden vervolgens lineair geëxtrapoleerd. Hierin is een verdere extramuralisering opgenomen zoals aangegeven door VWS in berekening macrokader Wijkverpleging. VWS monitort dit ook en in 2015 is hier nog een moment waarop zal worden gekeken wat daadwerkelijk geëffectuuerd is, en of er nog nadere overhevelingen noodzakelijk / mogelijk zijn.
Menzis
4.2
Wat wordt bedoeld met extramuralisering (ca 33 miljoen)?
QenA Wijkverpleging 2015 9
Gemiddelde kosten per verzekerde (in bepaalde doelgroep).
De uitkomst na onderhandeling op basis van de inschrijving kan per zorgaanbieder verschillen. Wij verwijzen u naar de financiele paragraaf.
Menzis baseert haar berekening en aanbod op de bij ons bekende gegevens van de genoemde periodes, die worden vervolgens lineair geëxtrapoleerd. Hierin zal, indien nodig, ook rekening gehouden kunnen worden met het GVKschap Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
75
28/29
6.4
Financiering
Inkoop vindt plaats via het representatiemodel. 1) Op welke wijze vindt facturatie plaats? 2) Indien facturatie plaatsvindt bij meerdere ziektekostenverzekeraars vindt er dan ook een transitieverrekening per verzekeraar plaats ?
1) Facturatie vindt plaats bij de "eigen" verzekeraar van de klant en die betaalt ook uit. Tevens dient men ook een productierealisatie format aan te leveren bij de preferente zorgverzekaar, van de totale maandproductie van de betrefende zorgaanbieder. Hiertoe wordt er landelijk een declaratieprotocol en declaratieformat ontwikkeld, die nog gepubliceerd zullen worden. 2) Als bij monitoring een (on)verwachte productieontwikkeling blijkt, kunnen er nadere afspraken gemaakt worden. De huidige stand van zaken is dat er geen sprake kan zijn van opbrengstenverrekening, maar wel zal bij landelijke overproductie het MBI worden toegepast. (Hierover is afgesproken dat alle partijen zich in zullen inspannen dat dit niet nodig zal zijn)
76
29
hoofdstuk 6; § 6,4
Financiering
Er wordt per aanbieder een totaal budgetplafond afgesproken waarbinnen de Menzis baseert haar berekening en aanbod op de bij ons bekende gegevens van de genoemde periodes, die worden vervolgens lineair geëxtrapoleerd. productie gedeclareerd kan worden. De basis voor dit budgetplafond is de goedgekeurde realisatie productieafspraken van de extramurale prestaties die naar de Zvw aanspraak Wijkverpleging gaan, van 1 januari tot 1 juli 2014. Instellingen hebben echter een extramuralisatie-opgave; intramurale capaciteit neemt af en wordt omgezet naar extramurale capaciteit. Dit loopt in heel 2014 door. De gerealiseerde productie van 1 januari tot 1 juli 2014 is daarmee niet representatief voor de te realiseren productie in heel 2014. Hoe gaat Menzis daar mee om?
77
29
6.4
Financiering
U geeft aan in uw inkoopdocument dat de definitieve financiële paragraaf uiterlijk 30 juli zou worden gepubliceerd. Tot op heden is dit niet gebeurd. Wanneer verwacht u de definitieve financiële paragraaf te publiceren?
De definitieve financiële paragraaf zal zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Daarin is aangegeven hoe de financiering van de contracten wordt ingevuld.
78
29
6.4
Financiering
In het inkoopdocument heeft Menzis een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het budget voor 2015, vermoedelijk mede omdat er nog geen duidelijkheid over de beleidsregels van de Nza en de geldende tarieven bestond. Ook heeft Menzis nog niet aangegeven welke percentages van de Nza-tarieven zorgaanbieders (maximaal) zullen ontvangen. De Nza heeft inmiddels een beleidsregel een een tariefbeschikking voor verpleging en verzorging uitgebracht. Naar onze mening stelt dat Menzis in staat om een beleid voor het vaststellen van de budgetten in 2015 bekend te maken en om te bepalen welk percentage van de Nza-tarieven wordt vergoed. Ons verzoek is of Menzis haar beleid op dit punt zo snel mogelijk bekend wil maken. Zou Menzis voorts kunnen aangeven op welke termijn zij dit zal doen? Tot slot wijst Menzis er op dat het Inkoopdocument geen gelegenheid biedt tot het stellen van vragen na de eerste nota van inlichtingen. De hiervoor genoemde informatie over het beleid van Menzis ten aanzien van budget en tarieven is voor ons echter zeer wezenlijk. Zorgaanbieders zouden de gelegenheid moeten krijgen om hierover vragen te stellen. Bent u bereid om zorgaanbieders na bekendmaking van de genoemde informatie een redelijke termijn te bieden om hierover vragen te stellen?
U hebt gelijk, er waren nog vele onzekerheden. Op dit moment wordt gewerkt aan de verdeling van de contracteerruimte en taakstellingen binnen ZN verband. Als dat gereed is zullen wij zo spoedig mogelijk daarna de financiële paragraaf publiceren. Wij nemen uw verzoek tot het stellen van aanvullende vragen in overweging.
79
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
Uit het inkoopdocument maak ik op dat er drie opties zijn voor het vaststellen van een budget. Is mijn aanname juist dat er bij optie 1 & 2 alleen een budgetafspraak wordt gemaakt voor bestaande clienten en groei van nieuwe clienten niet mogelijk is? Zo nee; hoe stelt u zich voor dat er groei van clienten/zorg mogelijk is terwijl het budget minder is dan voor 2014 is vastgesteld?
Uw aannames zijn niet geheel correct. Alleen bij optie 1 is er sprake van een afspraak voor bestaande klanten. Indien klanten uit zorg gaan/overlijden, kunt u geen nieuwe klanten aannemen, omdat u voor nieuwe klanten geen budget verkrijgt. Bij optie 2 is er sprake van een beperkt budgetplafond ten opzichte van 2014, maar u kunt wel nieuwe klanten aannemen, indien er een klant uit zorg gaat / overlijdt. U behoudt uw productieplafond. Het is een gegeven dat er naast de overheveling van de AWBZ/WLZ ook een taakstelling aan de orde is. Hierover zijn op koepelniveau afspraken gemaakt. Wij hebben dit op deze wijze vorm gegeven in ons inkoopbeleid.
80
29
Hoofdstuk 6, 6.2
Financiering
U stelt in uw inkoopdocument dat er drie manieren zijn voor het vaststellen van budget Optie 1: dan voldoet u alleen aan de toelatingseisen en niet aan en bijbehorend tarief. Bij optie 2 & 3 wordt er gesproken over een individueel vast te minimumeisen of differentiatie eisen. stellen tarief. Op welke wijze wordt bij optie 1 het tarief vastgesteld? Hierop hebben wij een tarief vastgesteld wat (vooraf) vaststaat.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 10
81
29
hoofdstuk 6; § 6.4
Financiering
Er wordt per aanbieder een totaal budgetplafond afgesproken waarbinnen de productie gedeclareerd kan worden. De basis voor dit budgetplafond is de goedgekeurde realisatie productieafspraken van de extramurale prestaties die naar de Zvw aanspraak Wijkverpleging gaan, van 1 januari tot 1 juli 2014. Instellingen hebben echter een extramuralisatie-opgave; intramurale capaciteit neemt af en wordt omgezet naar extramurale capaciteit. Dit loopt in heel 2014 door. De gerealiseerde productie van 1 januari tot 1 juli 2014 is daarmee niet representatief voor de te realiseren productie in heel 2014. Hoe gaat Menzis daar mee om?
Menzis baseert haar berekening en aanbod op de bij ons bekende gegevens van de genoemde periodes, die worden vervolgens lineair geëxtrapoleerd. Hierin is een verdere extramuralisering opgenomen zoals aangegeven door VWS in berekening macrokader Wijkverpleging. VWS monitort dit ook en in 2015 is hier nog een moment waarop zal worden gekeken wat daadwerkelijk geëffectuuerd is, en of er nog nadere overhevelingen noodzakelijk / mogelijk zijn.
82
29
6.4
Financiering
“Als het budgetplafond voortijdig….productieafspraken worden herzien.” Wij gaan er van uit dat hier nog onderscheidt zal worden gemaakt tussen overschrijding door een veranderende casemix (het leveren van zwaardere zorg bij lager dan wel gelijk blijvend volume) als oorzaak van overschrijding, of een overschrijding door stijgend volume met gelijkblijvende casemix (gemiddeld genomen). Kunt u aangeven of dit het geval is? Indien nodig dient u dit op te vatten als ingesteld bezwaar.
In de financiële paragraaf wordt uitgelegd wat wij verwachten van de zorgaanbieders. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
83
29
6.4
Financiering
Ten aanzien van de niet – toewijsbare zorg. Aangezien er pas afspraken worden gemaakt over declaraties en uitbetalingen in het inkoopgesprek, gaan wij er van uit dat dit buiten het bezwaarrecht/ voorwaarden van inschrijving valt. Is dit terecht?
84
29
6.4
Financiering
Ten tijde van het stellen van deze vragen met als deadline 7 augustus, is het inkoopbeleid wijkverpleging 2015 Menzis nog niet aangevuld cq. aangepast met de beleidsregels van de NZa. Evenals bij vraag 6 gaan wij er van uit dat ook dit buiten het bezwaarrecht/ voorwaarden van inschrijving valt. Is dit terecht?
Er zullen aparte afspraken worden gemaakt. Hiertoe zal Menzis op basis van de aangeleverde businesscases keuzes maken, welke vastgelegd worden in een aparte overeenkomst/addendum. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. Het klopt dat het tijdspad erg krap is en wij nemen extra vraagtijd op de financiële paragraaf in overweging.
85
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
In de eerste alinea staat “Daarbij is er ruimte voor differentiatie tussen zorgaanbieders”, wat wordt hiermee bedoeld?
Dat er een verschillend tarief en volume per zorgaanbieder afgesproken kan worden.
86
29
Hoofdstuk 6
Financiering
2015 is het overgangsjaar. De Inkoopgids Wijkverpleging, opgesteld door Zorgverzekeraars Nederland, stelt in hoofdstuk 2: “Vanwege het beperkte tijdspad voor de overheveling en de implementatie van de aanspraak wijkverpleging, wordt 2015 beschouwd als overgangsjaar. Het doel daarbij is om continuïteit van zorg, (financiële) risicobeheersing en praktische uitvoerbaarheid zoveel als mogelijk te realiseren.”
Juist door middel van een afbouwscenario waarborgt Menzis dat klanten in 2015 van dezelfde zorgaanbieder de zorg kunnen blijven ontvangen, ondanks dat een zorgaanbieder niet aan de eisen zoals Menzis die stelt voor contractering kan voldoen.
Alles is er op gericht om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Waarom besluit het zorgkantoor om zo’n zwaar middel als ‘afbouwscenario’ toe te passen? Dit middel sluit niet aan op de in de Inkoopgids Wijkverpleging gesteld beleid.
87
29
hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
Op pagina 29 staat dat de definitieve paragraaf m.b.t. de financiering uiterlijk 30 juli gepubliceerd wordt. Waar is deze te vinden?
De definitieve financiële paragraaf zal zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Daarin is aangegeven hoe de financiering van de contracten wordt ingevuld.
88
29
Hoogfstuk 6, 6.4
Financiering
Menzis geeft aan op blz 29 van het inkoopdocument dat de defintieve paragraaf over de financiering uiterlijk 30 juli wordt gepubliceerd. A. De paragraaf over financiering is nog niet bekend. Wanneer maakt Menzis deze paragraaf bekend? B. Wij gaan er van uit dat na publicatie van de definitieve paragraaf over financiering wij nog minimaal 5 werkdagen hebben om hier eventuele vragen over te stellen aan Menzis, ook als de datum van 7 augustus reeds is verstreken. Is deze aanname correct?
Menzis zal de defintieve financiële paragraaf spoedig bekend maken en daarvoor nog enkele dagen te tijd gegeven om hier vragen over te stellen.
89
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
Op blz. 29 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘De aanbieders die alleen kunnen voldoen aan alle toegangs- en minimumeisen: met hen wordt een iets beperktere productieafspraak gemaakt ten opzichte van de productieafspraken 2014 (zoals hierboven berekend) met een individueel tarief ten opzichte van het maximumtarief NZa.’ Wat houden de ‘iets beperktere’ productieafspraak precies in? Wat wordt bedoelt met ‘een individueel tarief’? Hebben de differentiatie eisen nog invloed op dit tarief, of is het qua tarief alleen relevant voor ‘groep 3’ om aan alle differentiatie eisen te voldoen?
De definitieve financiële paragraaf zal zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Daarin is aangegeven hoe de financiering van de contracten wordt ingevuld.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 11
90
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
Op blz. 29 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘De aanbieders die De definitieve financiële paragraaf zal zo spoedig mogelijk bekend gemaakt kunnen voldoen aan alle toegangs- en minimumeisen én aan alle differentiatie- eisen: worden. Daarin is aangegeven hoe de financiering van de contracten wordt met hen wordt een ruimere afspraak gemaakt ten aanzien van de productieafspraken ingevuld. (zoals hierboven berekend) en een hoger tarief ten opzichte van groep 2..’ Wat houden ‘een ruimere afspraak’ precies in? Wat wordt bedoelt met een hoger tarief? Hoeveel hoger is dit tarief precies?
91
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
92
29
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
Naar aanleiding van de 1e alinea: Inleidende vraag: Klopt de conclusie dat voor het volume van de representatie afspraken, slechts de goedgekeurde productie-afspraken (AW319) van de oude parameters PV/VP worden genomen? Concrete vraag a: Hoe verhoudt zich dit mbt het gegeven dat aan de doelgroep PTZ ook op parameter BG wordt gedeclareerd, omdat men integrale zorg levert maar in parameters declareert? Wordt dit volume wel overgeheveld naar de representatie afspraken? Ook gebaseerd op het blokkenschema-s-indeling-in-nieuwe stelsels-15-72014 van VWS. Concrete vraag b: Hoe verhoudt zich dit mbt het gegeven dat aan de doelgroep Dementerenden ook op parameter BG wordt gedeclareerd, omdat men integrale zorg levert maar in parameters declareert? Wordt dit volume wel overgeheveld naar de representatie afspraken? U geeft aan de definitieve paragraaf m.b.t. de financiering uiterlijk 30 juli te publiceren. De informatie is tot op heden nog niet gepubliceerd, net als een 5-tal documenten zoals genoemd op de site (overeenkomst, inschrifformat etc.). Kunt u concreet aangeven wanneer deze documenten / informatie beschikbaar worden/wordt gesteld?
93
30
94
30
95
Ja, dat klopt. Alleen de goedgekeurde productie wordt meegenomen. A/B: Menzis hanteert bij de berekening van het budgetplafond dezelfde parameters als die VWS/NZa hebben gebruikt om het kader Wijkverpleging vast te stellen. Voor dit kader is uitgegaan van de prestaties PV en VP bij de herschikking 2013 zoals deze landen in de aanspraak Wijkverpleging. De BG zoals die nu gegeven wordt bij PTZ wordt geacht opgenomen te worden in de nieuwe prestaties PV en VP. BG casemanagement Dementie zal hoogdstwaarschijnlijk opgenomen worden in de nieuwe te vormen beleidsregel Casemanagement Dementie.
De definitieve financiële paragraaf en overeenkomst zullen zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Daarin is aangegeven hoe de financiering van de contracten wordt ingevuld. Het inschrijfformat is vervangen door de webapplicatie.
Financiering
Als het budgetplafond voortijdig wordt bereikt of overschreden zal door middel van Dat is correct, in de financiële paragraaf zal een en ander zijn uitgelegd. een tariefsaanpassing de productieafspraken worden herzien. Vraag: betekent dit dat de zorgaanbieder de hogere productie in uren zelf dient te financieren binnen de huidige afspraak?
6.4
Financiering
30
6.4
Financiering
In het inkoopdocument heeft Menzis een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het budget voor 2015, vermoedelijk mede omdat er nog geen duidelijkheid over de beleidsregels van de Nza en de geldende tarieven bestond. Ook heeft Menzis nog niet aangegeven welke percentages van de Nza-tarieven zorgaanbieders (maximaal) zullen ontvangen. De Nza heeft inmiddels een beleidsregel en een tariefbeschikking voor verpleging en verzorging uitgebracht. Naar onze mening stelt dat Menzis in staat om een beleid voor het vaststellen van de budgetten in 2015 bekend te maken en om te bepalen welk percentage van de Nza-tarieven wordt vergoed. Ons verzoek is of Menzis haar beleid op dit punt zo snel mogelijk bekend wil maken. Zou Menzis voorts kunnen aangeven op welke termijn zij dit zal doen? Tot slot wijst Menzis er op dat het Inkoopdocument geen gelegenheid biedt tot het stellen van vragen na de eerste nota van inlichtingen. De hiervoor genoemde informatie over het beleid van Menzis ten aanzien van budget en tarieven is voor ons echter zeer wezenlijk. Zorgaanbieders zouden de gelegenheid moeten krijgen om hierover vragen te stellen. Bent u bereid om zorgaanbieders na bekendmaking van de genoemde informatie een redelijke termijn te bieden om hierover vragen te stellen? U vraagt zorgaanbieders productierealisatiecijfers aan te leveren inclusief gegevens over de populatiemix. Verwacht u gegevens over de populatiemix van nieuwe cliënten (na 1-1-2015) of ook van de reeds bestaande cliënten?
96
30
Hoofdstuk 6, 6.4
Financiering
97
1
Menzis
Indicatiestelling
Op blz 30 van het inkoopdocument staat het volgende: Met zorgaanbieders die in staat zijn om binnen hun budgetplafond in 2015 te blijven en daarbij sturen op het beheersen en verlagen van de gemiddelde zorgkosten per verzekerde, het voorkomen van heropnames en het behouden van kwaliteit, worden in 2016 resultaatafspraken gemaakt in segment 3. Wat wordt hier verstaan onder de resultaatafspraken in segment 3 en op welke wijze gaat Menzis dit beoordelen? In de inleiding verwijst u naar de ZN inkoopgids wijkverpleging 2015. In het ZN Inkoopdocument wordt met betrekking tot de indicatiestelling door verpleegkundig niveau 5 (paragraaf 6.3.1. pagina 22) gesteld dat indicatiestelling dient plaats te vinden door verpleegkundige niveau 5 (art. 3a, wet BIG, hbo bachelor) of verpleegkundig specialist (art. 14 wet BIG, hbo master). HBO bachelor is een benaming voor de opleiding van de laatste jaren. Kunt u een overzicht geven van de diploma’s en combinatie van diploma’s van voor de invoering van de hbo bachelor die door u gelijkgesteld worden met hbo bachelor?
QenA Wijkverpleging 2015 12
U heeft gelijk, er waren nog vele onzekerheden. Op dit moment wordt gewerkt aan de verdeling van de contracteerruimte en taakstellingen binnen ZN verband. Als dat gereed is zullen wij zo spoedig mogelijk daarna de financiële paragraaf publiceren. Wij nemen uw verzoek tot het stellen van aanvullende vragen in overweging.
Wij verwachten dat zorgaanbieders deze gegevens over alle in zorg zijnde verzekerden, die aanspraak maken op Wijkvepleging en waarvoor Wijkverpleging wordt gedeclareerd, deze gegevens aanleveren vanaf 1-12015. Segment 3 refereert naar de kamerbrief over bekostiging Wijkverpleging van 19 mei 2014 en de bijbehorende bijlage NZa advies bekostiging Wijkverpleging. Dit segment moet voor 2016 nog verder uitgewerkt worden zowel landelijk (ZN verband) als vervolgens binnen Menzis.
Verpleegkundige A met MGZ opleiding. Verpleegkunidge B met SPV opleiding en de (oude) HBO-V opleiding zijn gelijkgesteld met de HBO bachelor.
98
6
Indicatiestelling
In samenhang met voorgaande vraag: in de inkoopgids wijkverpleging staat: 'de beroepsaanduiding wijkverpleegkundige wordt van oudsher gereserveerd voor hbo opgeleide verpleegkundigen die een vervolgopleiding in de maatschappelijke gezondheidszorg hebben gevolgd of binnen de initiële hbo-opleiding uitgestroomd zijn met het profiel maatschappelijke gezondheidszorg´ Tot een aantal jaren geleden kende de HBO-V geen uitstroomrichtingen. Iedere student liep stage in alle 4 werkvelden en kreeg een diploma op niveau 5 (bachelor) dat geldig is voor alle 4 uitstroomrichtingen (Algemeen zhs, Psychiatrie, gehandicaptenzorg en MGZ) Vraag: Voldoen de medewerkers met een (ouder) diploma HBO-V (zonder uitstroomrichting) die bij ons werken in de Wijkverpleging (MGZ) aan de norm die door Menzis is gesteld en mogen zij dus indiceren en niet-toewijsbare zorg leveren (als dat aan ons gegund wordt)? Via de VV en N hebben wij begrepen dat de toelatingseisen voor het inschrijvingsgebied wijkverpleegkundige gaan veranderen: Vanaf 1 september 2015 kunnen alleen de volgende verpleegkundigen zich nog inschrijven in het deskundigheidsgebied wijkverpleegkunde: De verpleegkundige beschikt over: a. Diploma HBO-V met differentiatie MGZ of; b. Diploma HBO-V, andere differentiatie dan MGZ, én minimaal 3 jaar werkervaring in de functie van wijkverpleegkundige of; c. Diploma HBO-V, andere differentiatie dan MGZ, én 'erkende' post-HBO opleiding tot wijkverpleegkundige. Hiermee komt de mogelijkheid tot inschrijving in het deskundigheidsgebied wijkverpleegkunde voor MBO-verpleegkundigen, die een post-bachelorsopleiding chebben gevolgd, te vervallen. MBO-verpleegkundigen, die kunnen aantonen dat zij voor 1 september 20014 gestart zijn met de post-bachelor opleiding, maar deze na 1 september 2015 hebben afgerond vormen een uitzondering op deze regel. Zij krijgen tot 1 januari 2016 de mogelijkheid om zich direct na afronding van de opleiding in te schrijven in het deskundigheidsgebied. Is dit bij jullie bekend en is dit ook de lijn die jullie hanteren als Zorgkantoor? Wat zijn de exacte opleidingseisen voor de verpleegkundige niveau 5 die de indicatie mag stellen?
Dat is correct Overigens als een zorgaanbieder niet aan deze landelijke norm kan voldoen wordt er een verbeterplan geëist conform ZN inkoopgids Wijkverpleging paragraaf 6.3.1 pagina 22.
99
6
Indicatiestelling
100
14
Indicatiestelling
101
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Indicatiestelling
Kunnen in 2015 (cf. ZN) Verpleegkundigen (niet zijnde wijkverpleegkundigen) indiceren en zo ja onder welke voorwaarden?
Indicatiestelling vindt plaats door een wijkverpleegkundige niveau 5 of verpleegkundig specialist, zoals aangegven in het indicatiekader V&VN. Als een zorgaanbieder niet aan deze landelijke norm kan voldoen wordt er een verbeterplan geëist conform ZN inkoopgids Wijkverpleging paragraaf 6.3.1 pagina 22.
102
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Indicatiestelling
Welk instrumentarium wordt voorgeschreven voor indicatiestelling (binnen normenkader V&VN)?
Wij hanteren de normen van de beroepsgroep en het door de V&VN ontwikkelde normenkader indicatiestelling en de richtlijnen rondom verslaglegging, zie bijlage op onze site. Zorgaanbieders kunnen de door hen gebruikte instrumenten blijven gebruiken, echter de uitkomsten van de indicatiestelling en het zorgplan dienen wel te voldoen aan deze gestelde normen en criteria. Wij volgen de verdere landelijke ontwikkeling en eisen.
103
15
Hoofdstuk 4, 4.2
Indicatiestelling
Op pag. 15 van het inkoopgids wijkverpleging geeft u aan dat indien er geen Zie hoofdstuk 6.3, paragraaf 6.3.1. ZN inkoopgids indicatiestelling door voldoende verpleegkundigen op niveau 5 in dienst zijn er een verbeterplan opgesteld verpleegkundige niveau 5, pagina 22. moet worden. Is hiervoor een format beschikbaar? Indien niet kunt u dan aangeven aan welke voorwaarden dit verbeterplan moet voldoen?
104
15
Hoofdstuk 4, 4.2
Indicatiestelling
105
25
3. Op blz. 15 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘Daartoe zijn er voldoende verpleegkundigen niveau 5 in vaste dienst van de zorgaanbieder. Indien er niet voldoende verpleegkundigen op niveau 5 in dienst zijn, wordt een verbeterplan opgesteld.’ Wat wordt verstaan onder ‘voldoende’ verpleegkundigen niveau 5? Wanneer zijn er onvoldoende verpleegkundigen op niveau 5 in dienst? Hoe moet het verbeterplan er precies uit zien, aan welke eisen moet dit plan voldoen, wie toetst dit en wanneer moet dit worden ingediend? In het inkoopdocument wordt gesproken over wijze van inschrijving: het via de mail versturen van het inschrijfformat en benodigde bescheiden. Op uw website spreekt u echter duidelijk over het gebruik maken van een webapplicatie voor inschrijving. Wat is de juiste wijze van inschrijven voor wijkverpleging 2015?
Menzis
Inschrijving
QenA Wijkverpleging 2015 13
Bi het Zorgkantoor wordt geen wijkverpleging ingekocht. Bij Menzis zorgverzekeraar was de informatie zoals u geeft bekend. Binnen de zorgverzekeringswet wordt zorg ingekocht, hetgeen te doen gebruikelijk is binnen de beroepsgroep. Deze geven zelf richting aan de opleidingscriteria en eisen (wordt natuurlijk wel door overheid en wetgeving getoetst en besproken met de diverse koepels). Zowel Zorgkantoor als zorgverzekeraar zullen deze ontwikkelingen volgen.
Indicatiestelling vindt plaats door een wijkverpleegkundige niveau 5 (artikel 3 wet Big, bachelor) of verpleegkundig specialist (art. 14 wet Big HBO master) zoals aangegven in het indicatiekader V&VN.
Menzis verstaat onder voldoende wijkverpleegkundige niveau 5 dat aantal wat nodig is om de 24/7 indicaties te kunnen doen en zorgplannen te kunnen opstellen bij de door de zorgaanbieder in zorg zijnde of komende verzekerden. Dit kan per zorgaanbieder verschillend zijn. In de ZN inkoopgids Wijkverpleging hoofdstuk 6, paragraaf 6.3.1. (pagina 22) vind u de specificaties voor het verbeterplan. Dit moet bij de inschrijving ingediend worden. Het inschrijfformat is de webapplicatie geworden. Inschrijven is alleen mogelijk via de webapplicatie, die u kunt vinden via de site van: www.menzis.nl/zorgaanbieders/wijkverpleging. LET OP: u dient zich hiervoor wel eerst te registreren.
106
25
Inschrijving
In hoeverre is het mogelijk om als bestaande aanbieder in te schrijven in een nieuwe Dat is mogelijk, zie hiervoor ook de inkoopgids ZN: de paragrafen 5.4.1 regio? Bestaande zorgaanbieders en 5.4.2 Nieuwe zorgaanbieders En indien mogelijk, via welk format kunnen we de inschrijving voor deze nieuwe regio De inschrijving kan via de webapplicatie, hierover heeft u reeds bericht gehad. vormgeven?
107
25
Inschrijving
Op de site van Menzis wordt gemeld dat een aantal voor de inschrijving relevante Deze documenten zijn deels bij publicatie van dit Q&A beschikbaar gesteld of documenten nog in ontwikkeling zijn. Het gaat om 5 documenten die voor de zullen zo spoedig mogelijk komen. inschrijvers van groot belang zijn in de voorbereiding van de inschrijving. Wanneer en waar worden de formats gepubliceerd?
108
25
6.1
Inschrijving
De inschrijving in de webapplicatie kan pas plaatsvinden na publicatie van de Q&A op Helaas kunnen wij niet tegemoet komen aan uw wens: het gehele traject is 13 augustus. Een aantal formats (bijv. business case niet-toewijsbare zorg) is nog niet vertraagd door het te laat afgeven van de beleidsregels, en andere (juridische) beschikbaar. De deadline voor de inschrijving is 1 september. Deze periode is deadlines zijn ook niet verschoven door VWS/NZa. bijzonder krap en valt bovendien in de vakantieperiode. Wij verzoeken u de deadline met minimaal een week uit te stellen.
109
25
Hoofdstuk 6, 6.2
Inschrijving
In de planning is opgenomen dat het inschrijfformat op 1 augustus 2014 beschikbaar Met betreking tot de webapplicatie is het mogelijk tot 1 september 2014 slechts zou komen. Het inschrijfformat is nog niet gepubliceerd op de website. Menzis geeft in technische vragen te stellen via
[email protected]. het nieuwsbericht op de website aan dat het inschrijfformat niet wordt gepubliceerd. De reden hiervan is dat een webapplicatie is ontwikkeld. De webapplicatie kan pas ingevuld worden na publicatie van de Q&A op 13 augustus. Wij gaan er vanuit dat het tussen 13 augustus en 1 september 2014 mogelijk is om vragen te stellen over de webapplicatie. A. Is deze aanname correct? B. Zo ja, bij wie en op welke wijze is het mogelijk om deze vragen te stellen?
110
26
Hoofdstuk 6, 6.2
Inschrijving
Hier staat "Als een zorgaanbieder tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden constateert, dan wel anderszins bezwaar heeft tegen de inhoud van dit inkoopdocument, dient hij de opmerkingen en/of vragen in ieder geval uiterlijk 7 augustus 2014 schriftelijk kenbaar te maken aan Menzis, via
[email protected]." Op de website van het zorgkantoor wordt echter vermeld dat er nog enkele documenten (waaronder het declaratieprotocol wijkverpleging) in ontwikkeling zijn, waardoor onze organisatie niet in staat is om een volledig oordeel te geven op de vraag of tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden aanwezig zijn. Vraag: Bent u het met ons eens dat we dit oordeel nog niet kunnen geven? Aanvullende vraag: kunt u aangeven wanneer de documenten(m.n. het format bussiness case niet toewijsbare zorg), die nu nog in ontwikkeling zijn, wel gereed zullen zijn?
111
10
hoofdstuk 4; § 4.1
Klanttevredenheid
Indien je als zorgaanbieder bij de klanttevredenheid op één veld rood scoort houdt dit Dat zou een oplossing kunnen zijn, maar dat is aan de aanbieder. automatisch in dat je volgend jaar geen nieuwe cliënten mag aannemen. Wat zijn de gevolgen hiervoor in het kader van scheiden van wonen en zorg? Mag je alleen de woonruimte verhuren en moet de huurder/cliënt de zorg van een andere organisatie betrekken?
112
10
hoofdstuk 4; § 4.1
Klanttevredenheid
Indien de aanbieder kan aantonen dat een score bij een klanttevredenheidsonderzoek Indien u niet akkoord gaat met de uitkomsten van het buiten haar toedoen rood is, en dit kan aantonen is het dan mogelijk tegen deze score klanttevredenheidsonderzoek moet u in bezwaar gaan bij Mediquest. in beroep te gaan?
113
12
Klanttevredenheid
U geeft aan dat de waardering per OE wordt gebaseerd op basis van wegingsfactoren Voor beoordeling van dit item gebruikt Menzis voor de inkoop Wijkverpleging en een puntentoekenning van geselecteerde indicatoren. Vraag: het is voor een alleen de CQ scores Zorg Thuis die ter inzage zijn gegeven aan Menzis zorgaanbieder niet te controleren hoe de bepaling van deze waardering heeft Zorgkantoor. plaatsgevonden. Bent u bereid om dit voor zorgaanbieders inzichtelijk te maken?
114
12
Klanttevredenheid
115
12
U geeft aan dat de eindscore binnen de range -2 en +2 valt. Vraag: Welke norm wordt hier gehanteerd in de vertaling naar het stoplichtmodel? Betekent dit dat alle uitkomst onder de 0 per definitie rood zijn, de score exact nul is oranje en alles boven de 0 groen is? Gezien het aantal cliënten, is het niet mogelijk om een klantentevredenheidsonderzoek per zorgkantoorregio te laten uitvoeren. Derhalve beschikken wij over CQ metingen van cliënten onder alle zorgkantoorregio's uitgevoerd onder één OE. Voldoet dit onderzoek als bewijsvoering voor het behalen van een juiste klanttevredenheid. Zo nee; kan in deze worden voldaan aan deze eis door het onderzoek te laten uitvoeren door een onafhankelijk bureau zoals beschreven onder kopje: "Geen CQ-meting, pagina 13".
Menzis
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
QenA Wijkverpleging 2015 14
Samen met deze Q&A is het format beschikbaar gesteld. Andere documenten zullen zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. Hierin zijn we ook afhankelijk van andere organisaties (NZa, ZN). Indien nodig zal er mogelijkheid gegeven worden voor het stellen van aanvullende vragen.
Dat is correct.
Nee, een klanttevredenheidsonderzoek kan alleen bij de genoemde specifieke groepen. Wij verwachten een CQ score van de OE's van het Menzis gebied waarop wordt ingeschreven.
116
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Onze organisatie heeft in het kader van een 'In voor Zorg'! traject een eigen systeem Menzis gebruikt voor haar inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg ontwikkeld, waarin zorginhoudelijke metingen worden uitgevoerd. Dit systeem gaat uit Thuis. van een constante ondersteuning van professionals in het meten, leren en verbeteren. De verantwoording daarover is opgenomen in ons jaarverslag conform de eisen van de inspectie van de gezondheidszorg. Het is geen wettelijke eis dat zorginhoudelijke gegevens aangeleverd moeten worden bij het zorginstituut en tot en met inkoop 2014 heeft Menzis deze eis ook niet gesteld. Dit heeft tot gevolg dat MediQuest niet over de uitslagen beschikt van de zorginhoudelijke metingen. Bent u bereid om maatwerk te verrichten in de beoordeling van de zorginhoudelijke indicatoren, gezien bovenstaande situatie? Indien u daartoe niet bereid bent, dan maken wij bezwaar op de eis die Menzis stelt m.b.t. het aanleveren van zorginhoudelijke gegevens, met terugwerkende kracht, bij het kwaliteitsinstituut.
117
12
hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Gebruikt MediQuest voor de beoordeling, alleen de OE van de extramurale zorg?
118
12
Hoofdstuk 4, 4,2
Klanttevredenheid
In de brief van ActiZ d.d. 6 augustus 2014 aan Zorgverzekeraars Nederland en Menzis gebruikt voor haar inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg staatssecretaris Van Rijn wordt gesteld dat de scores van Mediquest rond Thuis. Als er landelijk andere afspraken worden gemaakt zal Menzis daarop klanttevredenheid en zorginhoudelijke indicatoren methodologisch zeer discutabel zijn aansluiten. (onbetrouwbaar). Wij zijn van mening dat wij onvoldoende tijd hebben om kennis te nemen van de methode die gehanteerd is om op dit moment daar vragen over te kunnen stellen en eventueel bezwaren kenbaar te maken. Wij sluiten niet uit dat door nader onderzoek nieuwe inzichten ontstaan, die nog meer reden geven de betrouwbaarheid van de methodiek te betwijfelen. Deelt u onze zienswijze en wat zijn de mogelijkheden om op een later tijdstip hierop terug te komen of bezwaar te maken?
119
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Als resultaat van de normering ontvangt u als zorgverzekeraar 2 uitslagen, de CQ en de ZI. Welke wordt door u als zorgverzekeraar gebruikt?
120
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
ZN en LOC hebben besloten de zorginhoudelijke indicatoren niet meer uit te vragen Menzis gebruikt voor haar inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg op de wijze die de afgelopen jaren is gehanteerd. De Inspectie Volksgezondheid heeft Thuis. zich al eerder uit deze werkwijze teruggetrokken. Onduidelijk is op welke wijze/met welke instrumenten of technieken de kwaliteitsuitvraag vanaf 2014 georganiseerd gaat worden. Wij zijn van mening dat het gebruiken van informatie, verkregen door middel van een instrument waarvan vaststaat dat hiervan afscheid wordt genomen, ten behoeve van de zorginkoop wijkverpleging 2015, niet past. Deelt Menzis deze mening? Zo ja: past Menzis het inkoopbeleid ter zake aan? Zo nee: wat zijn de argumenten hiervoor?
121
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Menzis stelt dat de score “rood” betekent dat de betreffende organisatie niet voldoet aan de door Menzis geformuleerde minimum-eis en verbindt daaraan een naar onze mening onterechte conclusie: (citaat) Omdat verzekerden kennelijk niet tevreden zijn over de kwaliteit van zorg (…) (einde citaat). De uitkomsten van de bewerkingen van MediQuest laten relatieve waarden zien, geen absolute. Het toont afwijkingen van het gemiddelde en kan dus nooit geïnterpreteerd worden als een absolute maat voor tevredenheid c.q. kwaliteit. Uit “Minder tevreden dan gemiddeld” kan en mag niet geconcludeerd worden dat de gemeten tevredenheid onvoldoende of slecht is. Onderschrijft Menzis deze zienswijze en is zij van zins de betreffende eis te schrappen dan wel de consequentie (het niet bieden van mogelijkheden tot groei of het aannemen van nieuwe cliënten) te schrappen?
Menzis houdt vast aan haar inkoopbeleid in deze Menzis koopt zorg in die aansluit op de behoefte van de verzekerde en die betaalbaar is. Daarbij koopt Menzis die zorg in die kwalitatief goed is. Wij bieden verzekerden zorg die op zijn minst als gemiddeld goed wordt beoordeeld. Een score rood op klanttevredenheid voldoet wat ons betreft niet aan die eis.
122
12
4.2
Klanttevredenheid
Menzis hanteert de normering, zoals opgesteld door Mediquest in het inkoopbeleid. De methodologische verantwoording van de normering is op dit moment nog niet beschikbaar, vandaar ons voorbehoud ten aanzien van de normering op kwaliteit. De informatie die tot nu toe beschikbaar is (toelichting op de normering van MediQuest publieksversie) roept veel vragen op over de validiteit, betrouwbaarheid van de gestelde norm. Het is ook niet helder of de huidige norm als een (absolute) basisnorm te hanteren is, die elke organisatie bij goede kwaliteit zou moeten kunnen halen of alleen als (relatieve) streefnorm, door slechts een deel van de zorgorganisaties te behalen. Is Menzis bereid haar beleid op dit vlak aan te passen wanneer ZN na het overleg met ActiZ en het Kwaliteitsinstituut de normering aanpast? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als ingesteld bezwaar.
Wij volgen het landelijke zorgkantoren beleid in deze. Voor beoordeling van dit item gebruikt Menzis voor de inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg Thuis die ter inzage zijn gegeven aan Menzis Zorgkantoor. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 15
Menzis gebruikt voor haar inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg Thuis. Deze zijn apart uit het overzicht van Mediquest te selecteren.
Menzis gebruikt voor haar inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg Thuis.
123
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Menzis stelt het volgende: De zorgaanbieder heeft een klanttevredenheidsscore (voor Ja, dat klopt. Het gaat hier om de CQ scores. de extramurale zorg) welke hoger of gelijk is aan het branchegemiddelde….Wanneer de zorgaanbieder minimaal oranje scoort (en dus landelijk gemiddeld) of groen scoort dan is dit voldoende voor dit onderdeel. Wanneer de zorgaanbieder rood scoort dan is dit niet voldoende voor dit onderdeel. Is de veronderstelling juist dat het hier, conform aanbesteding AWBZ 2014, gaat om de klanttevredenheid score (CQ) en niet om de score op de zorginhoudelijke kwaliteit (ZI)?
124
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Een inkoop van zorg wordt verondersteld objectief te zijn. Gebleken is dat de meting Menzis maakt voor de beoordeling van de klanttevredenheid alleen maar van zorginhoudelijke indicatoren geen objectief meetinstrument is, omdat organisaties gebruik van de CQ scores en niet van de ZI indicatoren. zelf de resultaten voor zorginhoudelijke kwaliteit invullen (rechter over eigen zaak). Op pagina 12 wordt gesproken over ‘1. Een waardering voor de zorginhoudelijke kwaliteit op basis van resultaten op de zorginhoudelijke indicatoren’. De waardering waarover gesproken wordt, wordt door de organisatie zelf ingevuld. Hoe beoordeelt Menzis de objectiviteit van deze waardering?
125
12
hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
126
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Op basis van onze visie om zo min mogelijk gemeenschapsgeld te verspillen, verlenen wij in overleg met de cliënt geen overbodige zorg. Wij kiezen er bewust voor bij deze kleine, specifieke indicaties (bijv. oogdruppelen) om géén uitgebreide risicosignalering toe te passen op een aantal onderwerpen. Het gevolg is hiervan dat wij onder het landelijk gemiddelde scoren op zorginhoudelijke indicatoren (hoewel de kwaliteit van de risicosignalering wel aantoonbaar geregeld en gecertificeerd is). Kortweg betekent dit dat we onder de ‘afbouwregeling’ vallen volgens het inkoopdocument. Wij willen als zorgaanbieder bezwaar indienen tegen het hanteren van een zware weging van de Zorginhoudelijke Indicatoren-meting. De zorginhoudelijke indicatorenmeting is nog onvoldoende uitgekristalliseerd en staat landelijk onder druk door de wijze van meten. a. Is Menzis bereid haar standpunt te herzien op de zware weging van Zorginhoudelijke indicatoren? b. Op welke wijze kan bezwaar worden ingediend tegen het hanteren van de zorginhoudelijke indicatoren als weeginstrument? Zorgverzekeraars Nederland heeft besloten vanaf 2014 de zorginhoudelijke indicatoren niet meer te organiseren, verwerken, bewerken en uit te vragen (zie o.a. berichtgeving op www.zorgvoorkwaliteit.com). Waarom kiest men er wel voor deze meting als zwaarwegende eis mee te nemen in de huidige inkoop?
127
12
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Wij zijn van mening dat Menzis eerder (voor de meting van zorginhoudelijke De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet indicatoren uitgevoerd zou worden) had moeten aangeven wat de toelatingscriteria gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ zou zijn voor zorginkoop. scores. Kunt u toelichten waarom niet eerder bekend is gemaakt wat de toelatingscriteria zijn?
128
12
4.2
Klanttevredenheid
De klanttevredenheidsscore (voor de extramurale zorg) is bepalend voor dit criterium. De OE's van het Menzis gebied waarop wordt ingeschreven. Aanbieder levert extramurale zorg in meerdere regio’s, betreft hier de score van de OE’s in het Menzis gebied of van alle OE’s van het concern?
129
12
4.2
Klanttevredenheid
In de inkoopprocedure van de Wlz is door Menzis Zorgkantoren oorspronkelijk de dezelfde waardering in groen-oranje-rood gehanteerd. Deze waardering is inmiddels aangepast omdat slechts 6 % van alle aanbieders hieraan kon voldoen. Wordt deze eis ook aangepast voor de Inkoop Wijkverpleging door Menzis?
De inkoop AWBZ is een andere dan de inkoop Wijkverpleging. Bij de inkoop Wijkverpleging is ook een oranje score voldoende dit in tegenstelling tot de inkoop AWBZ waarbij gebruik wordt gemaakt van een opslag bij score groen.
130
12
4.2
Klanttevredenheid
De methodiek van normering door MediQuest is niet transparant; kan Menzis aangeven welke indicatoren geselecteerd zijn, met welke motivatie en welke wegingsfactoren gebruikt zijn?
Voor beoordeling van dit item gebruikt Menzis voor de inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg Thuis die ter inzage zijn gegeven aan Menzis Zorgkantoor.
131
12
4.2
Klanttevredenheid
Er is landelijk veel discussie over de waarde en betrouwbaarheid van de zelfmeting van zorginhoudelijke indicatoren. Toch wordt door Menzis een zwaar gewicht met grote consequenties gehecht aan de uitkomsten; is dit wel realistisch?
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 16
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
132
12
4.2
Klanttevredenheid
Menzis hanteert de normering, zoals opgesteld door Mediquest in het inkoopbeleid. De methodologische verantwoording van de normering is op dit moment nog niet beschikbaar, vandaar ons voorbehoud tan aanzien van de normering op kwaliteit. De informatie die tot nu toe beschikbaar is (toelichting op de normering van MediQuest publieksversie) roept veel vragen op over de validiteit en betrouwbaarheid van de gestelde norm. Het is ook niet helder of de huidige norm als een (absolute) basisnorm te hanteren is, die elke organisatie bij goede kwaliteit zou moeten kunnen halen of alleen als (relatieve) streefnorm, door slechts een deel van de zorgorganisaties te behalen. Is het zorgkantoor bereid haar beleid op dit vlak aan te passen wanneer ZN na het overleg met Actiz en het Kwaliteitsinstituut de normering aanpast? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar.
133
12
4.2
Klanttevredenheid
Zorgkantoren hebben met elkaar afgesproken, via ZN, een uniforme norm te hanteren Wij volgen het landelijk beleid in deze. We gaan ervan uit dat uw vraag bij de beoordeling van kwaliteit bij de zorginkoop 2015. De normering is op verzoek hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. van de zorgkantoren door MediQuest ontwikkeld. Menzis hanteert in haar inkoopdocument een minimumeis t.a.v. scores op klanttevredenheid en maakt hierbij gebruik van deze uniforme norm. De gepubliceerde scores zijn echter methodologisch zeer discutabel (zo niet onbetrouwbaar). Dit is niet alleen onze mening, maar ook van onze brancheorganisatie Actiz. Wij maken dan ook bezwaar tegen het hanteren van deze methodiek en normering als minimum inkoopeis.
134
12 en 13
4.2
Klanttevredenheid
135
12 en 13
4.2
Klanttevredenheid
Op 27 januari 2014 heeft drs. M.J. van Rijn, VWS een brief verzonden met betrekking tot de verlenging experiment regelarm De Hoven. De Hoven heeft hiermee onder andere als doel om kwaliteit van leven en welbevinden van individuele bewoners voorop te stellen i.p.v. metingen zoals CQ index (die geen relatie leggen met kwaliteit van leven/ welbevinden van individuen). Om toch de tevredenheid in kaart te brengen ontwikkelt De Hoven in samenwerking ARGO (Advies, Research, Gezondheidszorg en Ouderenbeleid, is gelieerd aan de Rijksuniversiteit Groningen) een nieuwe methodiek (naar verwachting is deze systematiek in het najaar gereed). De vraag is dan: Als kwaliteit van leven voorop staat, hoe verhoudt zich dan de normering van 6 (punten/ sterren?)? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar. Voor de beoordeling van klanttevredenheid wordt een eindscore berekend op basis van de scores ZI en CQ per OE. Wij begrijpen dat daarmee bedoeld wordt de scores op de OEs extramuraal/Zorg Thuis. Kunt u dit bevestigen?
136
13
137
13
hoofdstuk 4; § 4.2
Klanttevredenheid
138
13
4.2
Klanttevredenheid
Menzis
Klanttevredenheid
In het kader van ERAI hebben wij Zorgkaart Nederland ingezet als optimaal transparant onafhankelijk middel voor klanttevredenheid. In het kader van het experiment ERAI hebben wij de Zorginhoudelijke kwaliteit niet meer gemeten volgens de ZI meting, maar zit dit volledig ingebouwd in het elektronisch dossier van de klant. Volstaat Zorgkaart Nederland als onafhankelijk en professioneel bureau en hoe tonen wij aan dat de risico-inventarisatie volledig is ingebouwd in het elektronisch cliëntendossier. U stelt als minimum-eis dat zorgaanbieders een klantevredenheidsscore van gemiddeld of bovengemiddeld ten opzichte van de branche hebben. Wij hebben een CQ-meting onder onze extramurale cliënten laten uitvoeren, maar te weinig respons gekregen om een betrouwbaar gemiddelde te geven. Er is Derhalve geen rapportage beschikbaar. Op welke wijze gaat u hiermee om? Wordt de kleurcodering voor de zorginhoudelijke indicatoren meegenomen in de normering of wordt enkel uitgegaan van de score op de CQ?
QenA Wijkverpleging 2015 17
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
Op blz. 13 staat onder het kopje "geen CQ meting" duidelijk vermeld welke alternatieven er zijn. Overigens betreft deze inschrijving geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores. Uw interpretatie is juist De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores. Zorgaanbieders die in het kader van ERAI een ander klanttevredenheidsonderzoek, bijvoorbeeld Zorgkaart Nederland gebruiken moeten daarmee aantonen dat zij gelijk of boven het landelijk gemiddelde scoren. Er zijn geen aanvullende mogelijkheden, zie blz. 13 kopje: geen CQ meting.
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
139
13
hoofdstuk 4; § 4.2
Klanttevredenheid
140
13
hoofdstuk 4; § 4.2
Klanttevredenheid
141
13
hoofdstuk 4; § 4.2
Klanttevredenheid
Menzis stelt het volgende: De zorgaanbieder heeft een klanttevredenheidsscore (voor De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet de extramurale zorg) welke hoger of gelijk is aan het branchegemiddelde….Wanneer gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ de zorgaanbieder minimaal oranje scoort (en dus landelijk gemiddeld) of groen scoort scores. dan is dit voldoende voor dit onderdeel. Wanneer de zorgaanbieder rood scoort dan is dit niet voldoende voor dit onderdeel. Is de veronderstelling juist dat het hier, conform aanbesteding AWBZ 2014, gaat om de klanttevredenheid score (CQ) en niet om de score op de zorginhoudelijke kwaliteit (ZI)?
142
13
Hoofdstuk 4.2
Klanttevredenheid
Op pagina 13, 2e alinea, wordt gesproken over “wanneer de zorgaanbieder minimaal oranje (en dus landelijk gemiddeld) of groen scoort dan is dit voldoende voor dit onderdeel. Wanneer de zorgaanbieder rood scoort dan is dit niet voldoende voor dit onderdeel. Omdat wij later in de zelfde alinea lezen “omdat de verzekerden kennelijk niet tevreden zijn over de kwaliteit van zorg..” interpreteren wij “ dit onderdeel” als de CQ-meting en niet de ZI. Is onze interpretatie juist?
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores. Uw interpretatie is juist
143
13
4.2.
Klanttevredenheid
Op welke wijze en wanneer maakt de zorgverzekeraar de normering van de kwaliteitsmeting aan zorgaanbieders bekend?
Menzis gebruikt de gegevens zoals zijn vastgelegd in Zorg voor Kwaliteit. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
144
13
4.2
Klanttevredenheid
Is het mogelijk om de toekenning van een eventuele opslag te baseren op een Er is bij de inkoop Wijkverpleging geen sprake van het verkrijgen van een gesprek over de klanttevredenheid en de behaalde scores op de alternatieve meting? opslag. Op blz. 13 staat onder het kopje "geen CQ meting" duidelijk vermeld Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar. welke alternatieven er zijn. Overigens betreft deze inschrijving geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
Menzis
Op advies van onze branchevereniging en in aansluiting op een eerdere vraag over dit onderwerp stel ik de volgende vraag die ook al gesteld is in het kader van inkoop WLZ: Zorgkantoren hebben met elkaar afgesproken, via ZN, een uniforme norm te hanteren bij de beoordeling van kwaliteit bij de zorginkoop 2015. De normering is op verzoek van de zorgkantoren door MediQuest ontwikkeld. Op dit moment is onbekend hoe de door MediQuest ontwikkelde normering precies is bepaald. Een verantwoordingsdocument met achtergronden over de gehanteerde gegevens en een onderbouwing van de keuzes over de weging en afkappunten, en informatie over de verdeling van de scores ontbreekt. Gezien de scores over de afgelopen jaren voor de zorginhoudelijke indicatoren die altijd dik boven het landelijk gemiddelde zaten op basis van de ingeleverde rapportages (en er ook in de vergelijking met de huidige scores weinig tot geen verschillen waren) verbaast het ons dat er nu opeens voor de Posten een ander beeld ontstaat. Aan Mediquest is gevraagd de onderliggende berekeningswijze duidelijk te maken, zodat voor ons zelf helder is hoe men tot de betreffende scores voor de zorg thuis is gekomen.Het komt ons voor dat het gebruiken van niet-toetsbare en nog onbekende criteria bij de zorginkoopprocedure in strijd is met de precontractuele redelijkheid en billijkheid. Wel heeft ZN toegezegd hierover in gesprek te zullen gaan met ActiZ en het Kwaliteitsinstituut zodra de normering definitief is vastgesteld. In afwachting van de definitieve normering en de uitkomsten van dat overleg maken wij op dit punt een voorbehoud. Wij gaan ervan uit dat daarmee voor nu kan worden volstaan Op pagina 13 van het inkoopdocument stelt u dat bij de zorginhoudelijke indicatoren bij een rode score de verzekerden kennelijk niet tevreden zijn over de kwaliteit van zorg. Deze conclusie kan niet getrokken worden, aangezien de zorginhoudelijke indicatoren door de instelling zelf ingevuld worden op basis van de eigen beoordeling van de kwaliteit van het werk. Dit betekent dus dat deze gegevens gemanipuleerd kunnen worden doro de instelling ten gunste van zichzelf (de slager keurt zijn eigen vlees). Instellingen die deze indicatoren ook als spiegelinformatie voor zichzelf gebruiken en dus medewerkers trainen in het zo compleet, duidelijk en eerlijk mogelijk invullen zijn hiermee in het nadeel ten opzichte van andere partijen die dit mogelijk niet doen. Voor de CQ-gegevens geldt dit niet, aangezien hier de clienten door een onafhankelijk bureau benaderd worden en de instelling ook niet weet wie er geïnterviewd worden. De vragenlijsten worden naar de clienten gestuurd en rechtstreeks aan het onderzoeksbureau teruggestuurd. De beleefde kwaliteit zoals door clienten aangegeven vanuit dat perspectief is mijns inziens dan objectiever. Gezien de consequenties die een rode score heeft op de ontwikkeling van de functie wijkverpleging roept het bij mij de idee op dat wij dus het invullen moeten gaan manipuleren. Iets dat wij altijd hebben vermeden en medewerkers juist op getraind, in dialoog duidelijk hebben gemaakt. Mijn vraag is of u bereid bent de score zorginhoudenlijk op een andere wijze dan via de gegevens van Mediquest te gaan beoordelen
QenA Wijkverpleging 2015 18
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
145
13
4.2
Klanttevredenheid
U schrijft dat het klanttevredenheidsonderzoek niet ouder mag zijn dan 2 jaar. Bij het ontbreken van een klanttevredenheidsonderzoek kan de zorgaanbieder slechts voor een overeenkomst in aanmerking komen voor bestaande klanten. Kunnen wij hier uit concluderen dat het klanttevredenheidsonderzoek op moment van inschrijving reeds plaats dient te hebben gevonden, of kan dit nog uitgevoerd worden lopende het jaar 2014?
Op blz. 13 staat onder het kopje "geen CQ meting" duidelijk vermeld welke alternatieven er zijn. U dient zich te houden aan de uitgangspunten en regels zoals die door Mediquest gehanteerd worden. Onderzoek zal mogelijk zijn, maar plaatsing zal niet meer lukken.
146
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
In de eerste alinea staat “Indien beschikbaar, worden de scores over meetjaar 2013 gebruikt en anders over 2012.” a. Betreft het hier de CQ-scores en/of de zorginhoudelijke kwaliteitsmeting? b. Is het mogelijk om de scores over 2014 te gebruiken?
A. Het beteft hier de CQ scores. B. Nee, deze zijn nog niet beschikbaar in Zorg Voor Kwaliteit en dus niet inzichtelijk voor Menzis.
147
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
In de tweede alinea wordt gesteld dat een aanbieder die rood scoort de zorg moet Menzis maakt voor de beoordeling van de klanttevredenheid alleen maar afbouwen “Omdat de verzekerden kennelijk niet tevreden zijn over de kwaliteit van gebruik van de CQ scores en niet van de ZI indicatoren. zorg krijgt deze zorgaanbieder geen ruimte voor groei of het aannemen van nieuwe verzekerden.” Hiervoor wordt gesproken over de zorginhoudelijke kwaliteit. De zorginhoudelijke kwaliteit wordt niet beoordeeld door cliënten maar door de zorgaanbieder. Wat gesteld wordt is onjuist. Is Menzis bereid deze stelling te herzien?
148
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Onder het hoofdstuk Klanttevredenheid wordt op pagina 13 gesteld: “Wanneer de zorgaanbieder rood scoort dan is dit niet voldoende voor dit onderdeel.” Betreft deze regel de scores voor het CQ-onderzoek en/of de zorginhoudelijke kwaliteitsmeting?
Dit betreft de CQ scores.
149
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
In alinea twee wordt gesteld dat wanneer een zorgaanbieder rood scoort dit niet voldoende is. “De zorgaanbieder komt dan slechts in aanmerking voor een afspraak voor zorgverlening aan bestaande verzekerden (…) en waar mogelijk afbouwt.” Wat wordt bedoeld met het afbouwen van zorg?
Hiermee wordt bedoeld dat Menzis verwacht dat een zorgaanbieder met een slechte klanttevredenheid zijn dienstverlening alleen aan bestaande klanten biedt. Indien een bestaande klant geen zorg meer nodig heeft of overlijdt, kan daarvoor geen nieuwe klant meer worden aagenomen.
150
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Menzis stelt dat bij een score rood bij klanttevredenheid er een afbouwregeling wordt getroffen: a. Menzis hecht veel waarde aan kwaliteit. De metingen waarover gesproken wordt betreffen metingen over 2012/2013, indien hier (aantoonbaar) grote verbeteringen in zijn getroffen, is het dan niet redelijk en billijk binnen de visie op kwaliteit van Menzis om andere kwaliteitsnormeringen te hanteren (bijv. resultaten 2014, objectieve kwaliteitsmetingen, certificeringen e.d.)? b. Kan Menzis toelichten waarom er direct wordt gekozen voor een afbouwregeling? Is dit niet onevenredig zwaar voor een overgangsjaar? Wanneer de zorgaanbieder geen CQ-meting heeft kunnen laten uitvoeren moet de zorgaanbieder een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door een professioneel bureau. Wanneer een zorgaanbieder geen meting heeft gedaan over zorginhoudelijke indicatoren over 2012/2013: a. Wat zijn de mogelijkheden voor de aanbieder om aan deze minimumeis te voldoen? b. Indien een zorgaanbieder geen zorginhoudelijke indicatoren heeft gemeten en/of aangeleverd, wat zijn de consequenties hierin?
A. Wellicht zijn ook andere kwaliteitsinstrumenten beschikbaar voor het meten van kwaliteit. In dit item wordt echter de klanttevredenheid gemeten en daarvoor is momenteel in de sector VVT alleen de CQ beschikbaar als meest objectief instrumentarium.
Er wordt gesproken over een ‘afbouwscenario’. a. Op welke verzekerden die bij de zorgaanbieder zorg ontvangen heeft dit betrekking? b. Welke meetdatum wordt hiervoor genomen? c. Hoe gaat dit met verzekerden van zorgaanbieders die boven het huidige (2014) productieplafond vallen?
A. Het afbouwscenario is van toepassing op alle verzekerden die vallen onder de aanspraak Wijkverpleging die van de zorgaanbieder zorg ontvangen. B. Het afbouwscenario start op 1 januari 2015. C. Wij gaan ervan uit dat zorgaanbieders zich aan de afspraken in de overeenkomsten houden en er geen verzekerden boven het productieplafond zijn.
a. Zorgaanbieders die vallen onder het ‘afbouwscenario’, vallen die onder ‘gecontracteerde zorgaanbieders’ of ‘niet-gecontracteerde aanbieders? b. Welke tarieven/tariefkorting wordt gehanteerd voor zorgaanbieders die vallen onder het ‘afbouwscenario’? c. Welke tarieven/tariefkorting wordt gehanteerd voor niet-gecontracteerde zorg (artikel 13 Zvw) door het zorgkantoor? d. Hoe wordt de korting op het tarief voor zorg verrekend voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders: wordt er een eigen bijdrage van de verzekerde gevraagd of wordt de korting verrekend met de zorgaanbieder?
A. Het afbouwscenario is alleen van toepassing op zorgaanbieders die klanten in zorg hebben die in het overgangsrecht vallen en daarom door Menzis worden gecontracteerd. B. De financiële paragraaf zal zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. Tarief voor contract voor alleen bestaande klanten is van toepassing. C. Bij niet gecontracteerde zorg krijgt de verzekerde de zorg betaald op basis van het restitutietarief. De zorgaanbieder moet de nota bij de klant indienen. D. De verzekerde dient de nota vervolgens bij Menzis in en Menzis betaalt conform verzekeringsvoorwaarden het bedrag waar de verzekerde recht op heeft.
151
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
152
13
hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
153
13
hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 19
B. Het overgangsjaar geldt met name voor bestaande klanten. Met een afbouwregeling wordt de zorg aan bestaande klanten gegarandeerd.
A. Menzis maakt bij de inkoop Wijkverpleging alleen gebruik van de CQ scores. B. Voor de inkoop Wijkverpleging 2015 zijn er geen gevolgen.
154
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
155
13
Hoofdstuk 4, 4.
Klanttevredenheid
156
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
157
13
Hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Menzis
. Zorgkantoren hebben met elkaar afgesproken, via ZN, een uniforme norm te hanteren bij de beoordeling van de kwaliteit bij de zorginkoop 2015. De normering is op verzoek van de zorgkantoren door MediQuest ontwikkeld. Menzis gebruikt deze normering ook t.b.v. de inkoop van wijkverpleging. Ons inziens is deze meting alleen geen betrouwbare indicatie van kwaliteit. De normering geeft geen goede en objectieve weergave van de kwaliteit zoals deze binnen onze organisatie wordt geboden door de gehanteerde wegingsmethodiek. In 2012 is door Significant een rapport (“Handle with care too!”) uitgebracht waarin is aangegeven dat een aantal indicatoren onbetrouwbaar zijn, onder andere risicosignalering en –opvolging, en ze om die reden niet openbaar gemaakt zijn. Nu er wordt teruggevallen op dezelfde onbetrouwbare indicatoren en deze zelfs worden gebruikt als eis voor contractering heeft dit een disproportioneel effect voor de organisatie en cliënten. Dit is niet redelijk. Het is ook niet helder of de huidige norm als een (absolute) basisnorm te hanteren is, die elke organisatie bij goede kwaliteit zou moeten kunnen halen of alleen als (relatieve) streefnorm, door slechts een deel van de zorgorganisaties te behalen. Is Menzis bereid haar beleid op dit vlak aan te passen wanneer ZN na het overleg met ActiZ en het Kwaliteitsinstituut de normering aanpast? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer? Een cliënt kan er voor kiezen om adviezen over preventie niet op te volgen. Hierdoor zit er een groot spanningsveld tussen enerzijds eigen regie en eigen verantwoordelijkheid van cliënten thuis en anderzijds de verantwoordelijkheid van de organisatie. Door organisaties als het ware te straffen voor het aantal valincidenten dat zij zelf vastleggen in hun gegevens, wordt het adequaat registreren ontmoedigd. Hoe wordt gewaarborgd dat een zorgaanbieder niet wordt afgerekend op factoren die buiten haar macht liggen (zoals valincidenten ondanks preventie)? Organisaties kunnen hun eigen gegevens beïnvloeden bij het invullen van het meetinstrument door MediQuest. Organisaties keuren als het ware hun eigen vlees. Dit betekent dat wanneer de meetgegevens naar werkelijkheid ingevuld worden, de eerlijke aanbieders de dupe zijn van de aanbieders die hun gegevens bewerken. Waar is hier de onafhankelijke wegingsfactor?
Menzis gebruikt bij de inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores. Wanneer er landelijk andere afspraken worden gemaakt zullen we dat volgen.
Als een organisatie er voor kiest om niet deel te nemen aan de meting van de zorginhoudelijke indicatoren, wat zijn de gevolgen dan
Voor de inkoop Wijkverpleging 2015 zijn er geen gevolgen.
QenA Wijkverpleging 2015 20
Menzis gebruikt de zorg inhoudelijke indicatoren (nog) niet voor haar inkoopbeleid Wijkverpleging.
Menzis gebruikt bij de inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores. Het klanttevredenheidsonderzoek moet 2 jaarlijks door een onafhankelijk bureau worden uitgevoerd en is daarmee voldoende objectief.
158
13
hoofdstuk 4, 4.2
Klanttevredenheid
Op blz 13 van het inkoopdocument geeft Menzis aan dat de zorgaanbieder die rood scoort slechts in aanmerking komt voor een afspraak voor zorgverlening aan bestaande verzekerden. Wij hebben diverse bezwaren tegen de hantering van dit criterium. A. Bij één OE hebben we een rode score op de ZI. Echter op 11 van de 14 onderdelen (=ruim 78%) die meewegen bij de bepaling van deze score door Mediquest, scoren we boven het landelijk gemiddelde. Hoe kan Menzis dit verklaren? B. De incidentie vallen heeft een onevenredig zware wegingsfactor in de systematiek die Mediquest hanteert (zie blz 20 verantwoording normering kwaliteitsgegevens VV&T). Wij voeren een risicosignalering uit op vallen, en voeren de opvolging uit. Wat is de reden dat de incidentie vallen onevenredig zwaar meeweegt? C. De weging van de verschillende factoren kunnen we inhoudelijk niet duiden. Een voorbeeld: Incidentie vallen heeft een wegingsfactor van 4,25, de uitvoering van de risicosignalering vallen heeft een weging van 0,60, opvolging risicosignalering ondervoeding/overgewicht heeft een weegfactor van 1,42 en opvolging risicosignalering huidletsel heeft bijvoorbeeld een weegfactor van 1,25. Hoe kan Menzis deze verschillende weegfactoren verklaren voor de diverse onderdelen? D. De puntentoekenning die Mediquest hanteert voor de uitvoering en de opvolging van de risicosignalering is extreem streng. Enkele voorbeelden: Op de uitvoering risicosignalering vallen scoren wij 84,33%. Het landelijk gemiddelde op dit criterium is 69%. In de puntentoekenning van Mediquest scoren we voor dit onderdeel -2 (zie blz 7 verantwoording normering kwaliteitsgegevens VV&T). Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de uitvoering risicosignalering medicatie. Wij scoren 81,62%, het landelijk gemiddelde is 68,5%. De puntentoekenning van Mediquest voor dit onderdeel is -2. Hoe kan Menzis dit verklaren?
Voor beoordeling van dit item gebruikt Menzis voor de inkoop Wijkverpleging alleen de CQ scores Zorg Thuis die ter inzage zijn gegeven aan Menzis Zorgkantoor. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet; We gaan ervan uit dat uw vraag hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
E. De indicatoren uitvoering risicosignalering en de opvolging zijn onderzocht door Significant. Voor meetjaar 2011 is door de toenmalige Stuurgroep besloten om deze indicator niet openbaar te maken ivm een signaalvlag ‘rood’ op registratiebetrouwbaarheid, en een signaalvlag ‘oranje’ op inhoudsvaliditeit. ZN, LOC en IGZ hebben in 2012 desondanks besloten om de indicator weer op te nemen in de landelijke set, waarschijnlijk vanuit inhoudelijke en praktische redenen: het onderwerp werd belangrijk gevonden en er was geen alternatief. Nu gaan deze indicatoren een doorslaggevende rol spelen om in aanmerking te komen voor een contract voor nieuwe verzekerden. Hoe kan Menzis dit verklaren? F. Eén van onze OE’s heeft een rode score op de ZI. Dit betekent dat wij volgens het inkoopdocument niet in aanmerking komen voor een contract voor nieuwe verzekerden. De consequenties op dit ene criterium voor één OE is disproportioneel in relatie tot de gevolgen die dit heeft voor onze totale organisatie. Dat kan in strijd zijn met de redelijkheid en billikheid. Graag uw reactie. G. Eén van onze OE’s heeft een rode score op de ZI. Deze OE scoort op 11 van de 14 onderdelen die Mediquest meeweegt ruim boven het landelijk gemiddelde. Hoeveel thuiszorgorganisaties hebben een rode score op de ZI en/of de CQ, en welk percentage is dit van het totaal aantal thuiszorgorganisaties in de Menzis regio? H. Indien nodig moet u bovenstaande vragen (A t/m G) opvatten als bezwaar.
159
23
Klanttevredenheid
Op pagina 23 van Inkoopgids Wijkverpleging 2015 is aangegeven dat voor de kwaliteitsbeoordeling door ZN “Een selectie van de bekende zorginhoudelijke indicatoren en de CQ-index geldt als basis van de normering”. Uit onderzoek van Branchvereniging Actiz en Significant blijkt: “De wegingsmethodiek gaat er impliciet vanuit dat een indicator die is uitgevraagd, een bepaalde basiskwaliteit heeft. De redenering lijkt te zijn: anders zou de indicator niet worden uitgevraagd. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat de indicator voldoet aan criterium c (“Is de indicator langer dan 1 jaar in de praktijk getoetst”) als deze langer is uitgevraagd dan één jaar, ongeacht of deze daadwerkelijk op enigerlei wijze geëvalueerd en/of bijgesteld is. Deze impliciete aannamen kunnen naar onze mening niet worden gedaan.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 21
De zorginhoudeljke indicatoren worden bij de inkoop Wijkverpleging niet gebruikt als weeginstrument. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de CQ scores.
Als voorbeeld kunnen we de indicatoren ‘Risicosignalering zorgproblemen uitvoering’ en ‘Risicosignalering zorgproblemen opvolging’ aanvoeren. Deze indicatoren zijn uitgebreid onderzocht door Significant. Voor meetjaar 2011 is door de toenmalige Stuurgroep besloten om deze indicator niet openbaar te maken ivm een signaalvlag ‘rood’ op registratie-betrouwbaarheid, en een signaalvlag ‘oranje’ op inhoudsvaliditeit.” In de Inkoopgids Wijkverpleging 2015 staat: “Voor de sector VV&T in de AWBZ is voor de kwaliteitsgegevens van meetjaar 2013 (zorginkoop 2015) een uniforme normering voor zorgkantoren ontwikkeld. Zorgkantoren beschikken daarmee over eenzelfde waardering voor iedere organisatorische eenheid (OE) in de VV&T. De normering wordt bepaald op basis van twee kwaliteitsaspecten: professionele kwaliteit en ervaren kwaliteit. Een selectie van de bekende zorginhoudelijke indicatoren en de CQ-index geldt als basis van de normering.” a. Waarom heeft de zorgverzekeraar ervoor gekozen alle zorginhoudelijke indicatoren als kwaliteitsbeoordeling te laten fungeren? b. Wat is het standpunt van de zorgverzekeraar over het selecteren van de indicatoren betreffende risicosignalering? c. Wij zijn van mening dat de huidige wegingsmethodiek de kwaliteit van de organisatie niet goed weergeeft. Is de zorgverzekeraar bereid de selectie van zorginhoudelijke indicatoren aan te passen c.q. te schrappen? d. Is de zorgverzekeraar bereid om de indicator Risicosignalering te laten vervallen in de meting van zorginhoudelijke indicatoren?
160
Kwaliteitsregister
Kwaliteitsregister: er wordt een rapportage gevraagd per 1 december 2014, is dat correct? Moet dat niet zijn 2015?
Nee, dit moet 1 december 2014 zijn: we gaan ervan uit dat u deze eis voor aanvang zorgverlening kunt nakomen
Kwaliteitsregister
Minimaal 50% moet ingeschreven zijn in het register V&VN van de vaste medewerkers Dit geldt voor de medewerkers die Wijkverpleging leveren. niveau 3,4 en 5. Vraag: betreft dit alleen voor de medewerkers die wijkverpleging leveren of geldt dit de hele stichting (in het geval er ook intramurale zorg wordt geleverd)?
161
16
163
16
4.3
Kwaliteitsregister
Wij gaan er vanuit dat de gestelde eis van minimaal 50% zorgverlenend personeel niveau 3,4,5, dat vast in dienst is moet ingeschreven staan in het kwaliteitsregister, enkel het personeel betreft dat wordt ingezet voor wijkverpleging (en dus niet uitgegaan wordt van het totale personeelsbestand van de organisatie). Is dit juist?
Correct, het betreft hier het uitvoerend verplegend en verzorgend personeel (vast in dienst).
164
17
4.3
Kwaliteitsregister
In de 2e alinea wordt gesteld dat de zorgaanbieder uiterlijk 1 december 2014 middels een rapportage moet aantonen dat de norm gerealiseerd is. Mocht dit niet het geval zijn dan vragen we of u de eisen ten aanzien van dit criterium zou willen gelijkstellen aan de eisen die t.a.v. de Inkoop Wlz gelden. Dit maakt het organisatorisch voor de instelling eenvoudiger.
Gelijkstellen aan de indiening in de WLz is niet mogelijk omdat hier gesproken wordt over aanbieden rapportage in 2016. In principe biedt de V&VN de jaarrapportage aan voor 1 oktober van het lopende jaar. Het inleveren van deze rapportage is voldoende.
165
17
Hoofdstuk 4, 4.3
Kwaliteitsregister
Op blz 17 van het inkoopdocument stelt Menzis het volgende: Om aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde normen dient de zorgaanbieder uiterlijk 1 december 2014 een rapportage aan te leveren aan Menzis, waaruit blijkt dat deze norm gerealiseerd is. Dient de zorgaanbieder ook een rapportage aan te leveren als de zorgaanbieder gebruik maakt van het kwaliteitsregister van de V&V?
Ja, als de zorgaanbieder gebruik maakt van het kwaliteitsregister V&VN dan wordt er een kopie van de (jaar)rapportage van de V&VN verwacht.
166
7
hoofdstuk 3; § 3.3
Mantelzorgondersteuning
U beschrijft dat de mantelzorger de regie heeft, zaken voor de klant afstemt en regelt en persoonlijke hulp biedt. Zou niet de cliënt altijd de regie moeten hebben?
Zie ook blz 4, visie: het belangrijkste uitganspunt is dat de klant zo lang mogelijk de eigen regie kan behouden, indien de klant dat niet meer zelf kan (geheel of gedeeltelijk), dient de klant hierin te worden ondersteund, dat zal met name door de zelfgekozen mantelzorger gedaan kunnen worden.
167
8
3.3
Mantelzorgondersteuning
Menzis stelt terecht dat ondersteuning mantelzorgers van essentieel belang is en dat hierbij afstemming met gemeenten van belang is. Heeft Menzis reeds hierover afspraken gemaakt met gemeenten en welke?
Wij maken daar (nog) geen afspraken over. Dat dient te worden opgenomen in het businessplan. Er is contact met de gemeente(n).
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 22
168
15
Mantelzorgondersteuning
U stelt dat een mantelzorger toegerust moet zijn op zijn taak. Vragen: a) Wordt mantelzorgondersteuning hier bedoeld als ondersteunend zorg verlenen? b) Kan mantelzorgondersteuning ook worden ingezet om zorg over te nemen, als dat passend is en aansluit op de zorgvraag van de cliënt?
Mantelzorgers zijn ("vrijwillig") ondersteunend aan de klant en zijn systeem. Het is afhankelijk van de kennis, kunde en draagkracht van de mantelzorger wat de (on)mogelijkheden zijn. Maar de Mantelzorger mag niet worden gezien als vervanger van professionele zorgverlening. Een mantelzorger mag wel taken overnemen, maar het is mede aan de wijkverpleegkundige en het V&V team om in de gaten te houden of een mantelzorger niet overbelast raakt.
169
15,16
Mantelzorgondersteuning
Bij Differentiatie-eisen – Mantelzorgondersteuning (pag. 15/16) staat: “ de wijkverpleegkundige volgt specifieke scholing in de omgang met mantelzorgers of kan aantonen over deze vaardigheden te beschikken”. Vraag: Wat maakt dat wordt verondersteld dat hiervoor aparte scholing nodig is? Hoe verwacht Menzis dat we vaardigheid hierin kunnen ‘aantonen’?
Indien de wijkverpleegkundige bevoegd en bekwaam niveau 5 is, maakt dit deel uit van zijn/haar professie en competenties/vaardigheden. Tevens kan men vanuit het digitale portfolio van het kwaliteitsregsiter V&V scholingen aantoonbaar maken (op individueel niveau). Wij zullen ook activiteiten aangeboden door organisaties en wijkverpleegkundigen in zorgplannen, steeksproefsgewijs controleren of hier aandacht aan besteed wordt.
170
16
Mantelzorgondersteuning
De wijkverpleegkundige volgt specifieke scholing in de omgang met mantelzorgers of kan aantonen over deze vaardigheden te beschikken. Kunt u aangeven welke specifieke scholing u bedoelt en hoe kan worden aangetoond dat wijkverpleegkundigen deze vaardigheden bezitten?
171
16
Mantelzorgondersteuning
U stelt dat de wijkverpleegkundige een specifieke scholing in de omgang met mantelzorger moet volgen of kan aantonen over deze vaardigheden te beschikken. Hoe kan een zorgaanbieder aantonen dat wijkverpleegkundigen over deze vaardigheden beschikken?
Indien de wijkverpleegkundige bevoegd en bekwaam niveau 5 is, maakt dit deel uit van zijn/haar professie en competenties/vaardigheden. Tevens kan men vanuit het digitale portfolio van het kwaliteitsregsiter V&V scholingen aantoonbaar maken (op individueel niveau). Wij zullen ook activiteiten aangeboden door organisaties en wijkverpleegkundigen in zorgplannen, steeksproefsgewijs controleren of hier aandacht aan besteed wordt. Indien de wijkverpleegkundige bevoegd en bekwaam niveau 5 is, maakt dit deel uit van zijn/haar professie en competenties/vaardigheden. Tevens kan men vanuit het digitale portfolio van het kwaliteitsregsiter V&V scholingen aantoonbaar maken (op individueel niveau). Wij zullen ook activiteiten aangeboden door organisaties en wijkverpleegkundigen in zorgplannen, steeksproefsgewijs controleren of hier aandacht aan besteed wordt.
Maximaal aantal hulpverleners
Maximaal aantal zorgverleners. Verzekerden geven aan graag zo min mogelijk a) Eigen klantonderzoek en klantpanels hebben geleid tot deze eis. Daarnaast zorgverleners over de vloer willen. In het schema is aangegeven wat het maximaal is dit continuering van beleid van Menzis zorgkantoren in 2014. aantal zorgverleners per week zou moeten zijn bij het aantal zorgmomenten. b) Geldt voor geplande zorgmomenten. A)Is deze eis gebaseerd op onderzoek (maw evidence based) Zo ja, waar kunnen we onderzoek vinden. Zo nee, hoe bent tot deze eis gekomen? B) Deze eis geldt alleen voor de geplande zorgmomenten?
4.3
172
173
28
Hoofdstuk 6, 6.4
MBI
Landelijk is aangegeven dat er een macro beheersinstrument (MBI) wordt toegepast bij een overschrijding. Hoe verhoudt het MBI zich tot het budgetplafond van de zorgaanbieder?
Randvoorwaarde voor de transitie is het beheersen van het macrobudget. Om te voorkomen dat het MBI wordt toegepast en zorgaanbieders die in staat zijn zinnige en zuinige zorg te leveren daarmee worden benadeeld, worden er budgetplafonds afgesproken met alle gecontracteerde zorgaanbieders in Nederland
174
30
6.4
MBI
Als het budgetplafond vroegtijdig wordt overschreden zal er een tariefsaanpassing volgen. Hoe verhoudt zich dit tot een eventuele groei van het aantal klanten met gemiddeld afnemende zorgkosten per klant? En hoe is dit gerelateerd aan het Macro Beheersinstrument dat benoemd is in de inkoopgids wijkverpleging van ZN? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar.
Menzis zal zich moeten houden aan de beleidsregel MBI. Daarnaast zal Menzis de productie van de gecontracteerde zorgaanbieders scherp in de gaten houden en op deze wijze de contracteerruimte bewaken. Indien er aanleiding is tot vragen of ingrijpen op basis van klantstromen zullen wij dat doen. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
175
18
Medisch Technisch Handelen
U stelt in uw inkoopdocument dat één van de criteria van het MTH team is: aparte organisatie vanuit een apart team (minimaal 5,8fte). Vragen: A) Kunt u hier de definitie geven van een "aparte organisatie"? B) betekent dit dat de verpleegkundigen, werkzaam binnen dit MTH team niet in dienst mogen zijn van de aanbestedende zorgaanbieder?
Hier wordt bedoeld dat het MTH binnen een staande organisatie apart is georganiseerd. Het hoeft geen aparte organisatie te zijn, maar wel een apart team, binnen de inschrijvende organisatie. De MTH leden moeten/mogen wel degelijk in dienst zijn van de inschrijvende organisatie. (Er is overigens geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet).
176
18
Medisch Technisch Handelen
MTH team; u geeft aan dat er afstemmingsafspraken met o.a. de doktersdienst zijn om Met elke zorgaanbieder worden individuele afspraken gemaakt. De opmerking dubbele declaraties te voorkomen. Deze zin wordt door ons niet begrepen; maar moet worden gezien in het licht van het feit dat dubbele declaraties, maar ook kunnen wij er vanuit gaan dat deze afspraken door Menzis met de doktersdiensten zijn dubbele dienstverlening voorkomen moet worden. gemaakt?
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 23
177
18
Medisch Technisch Handelen
Bij de inzet van een MTH team gaat het met nadruk niet om MSVT handeling, blijkt uit het inkoopdocument. Praktisch bestaat Medisch Technisch Handelen voor een belangrijke deel uit MSVT handeling. Vragen: a) Welke medisch technische handelingen(niet zijnde MSVT handelingen) bedoelt u, als u zegt: het MTH team voert niet ‘alleen handelingen uit’, maar heeft ook gespecialiseerde kennis en expertise over aandoeningen en chronische ziekten,………..? b) Op welke wijze wordt de uitvoering van deze bedoelde handelingen gefinancierd, als wijkverpleging, onder Zvw? c)Is het zo dat MTH handeling enkel mogen worden uitgevoerd door wijkverpleegkundigen en/of vooral door gespecialiseerde verpleegkundigen?
a) Binnen de aanspraak wijkverpleging kan gespecialiseerde verpleging en/of verpleging met medisch technische handelingen, onder eindverantwoordelijkheid van de huisarts aan de orde zijn. MSVT kan in principe dezelfde verpleegkundige zorg zijn, maar dan onder verantwoordelijkheid van een hoofdbehandelaar die medisch specialist moet zijn. Het komend jaar zal ook meer getoetst worden of MSVT correct wordt uitgevoerd. Momenteel wordt MSVT ook veelal gedeclareerd indien de verpleegkundige zorg op verzoek is van de medisch specialsit en dan is dat geen MSVT, maar reguliere wijkverpleging op basis van deze aanspraak. Wij denken dat MTH teams integrale zorg moeten verlenen en dat dat niet taakgericht opgeknipt moet worden in (oude) functies PV en VP. b) In principe Zvw (wijkverpleging én MSVT (maar dan vanuit kader specialistisch medische zorg)), maar MTH zorg kan in het overgangsjaar zelfs ook nog onder de Wlz financiering vallen. c) (Wijk)verpleegkundigen, niveau 4 en 5, mits bevoegd en bekwaam.
178
18
4.3.
Medisch Technisch Handelen
In de voetnoot wordt aangegeven dat MSVT apart wordt ingekocht bij een beperkt aantal instellingen. Wanneer en op welke wijze worden zorginstellingen daarvoor benaderd cq uitgenodigd?
Indien u reeds een overeenkomst heeft zult u daarover worden geïnformeerd door de afdeling zorginkoop van Menzis. Indien u geen overeenkomst heeft, maar daarvoor wel in aanmerking wenst te komen, kunt u zich aanmelden via
[email protected].
179
18
Hoofdstuk 4, 4.3
Medisch Technisch Handelen
Wat zijn de minimale eisen qua niveau voor het Medisch Team Technisch Handelen
Verpleegkundige niveau 4.
180
18
hoofdstuk 4, 4.3
Medisch Technisch Handelen
Zijn er binnen het Medisch Team Technisch Handelen mogelijkheden tot samenwerking met andere organisaties?
Ja, mits voldaan kan worden aan de gestelde eisen.
181
18
Hoofdstuk 4, 4.3
Medisch Technisch Handelen
Op blz. 18 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘Het team bestaat uit eigen personeel en wordt niet ingevuld op basis van onder aanneming/onderlinge dienstverlening.’ Wat wordt precies bedoeld met ‘onderlinge dienstverlening’?
Onderlinge dienstverlening is het begrip wat in de Zorgverzekeringswet wordt gebruikt voor onderaanemerschap zoals gebruikt in de AWBZ.
182
18
Hoofdstuk 4, 4.3
Medisch Technisch Handelen
Op pagina 18 staat dat het MTH team uit minimaal 5,8 fte moet bestaan. Kunt u Met minimaal 5,8 fte is er 7 dagen in de week 24 uur per dag medisch aangeven waarom specifiek voor dit aantal fte is gekozen? Hangt het aantal fte niet af technische zorg aanwezig (gebaseerd op een bruto 36 urige werkweek). van het werkgebied en het aantal klanten dat potentieel bediend kan worden?
183
11
Monitoring
High trust, high penalty Ongetwijfeld gaat Menzis zorgverzekeraar actief materiële controles houden, in dit kader. Vragen: a) Welke aandachtsgebieden hebben de prioriteit in het houden van materiële controles in 2015? b) M.a.w. wat mogen we als zorgaanbieders verwachten?
184
14
Monitoring
U geeft aan dat u geconstateerd heeft dat er een grote praktijkvariatie betreft tussen Deze gegevens worden bij het Zorgkantoor momenteel per zorgaanbieder in de zorgaanbieders in de zorgkosten per doelgroep en per verzekerde. Hiermee wilt u kaart gebracht en zal door de contractmanager met de zorgaanbieder in gesprek gaan met zorgaanbieders. Daarnaast heeft dit consequenties voor besproken worden. 2016.Vraag: wanneer vinden deze gesprekken plaats en bent u bereid om de analyse waarop deze constateringen zijn gedaan al in 2014 met zorgaanbieders te delen?
185
14
Monitoring
Menzis stelt dat er inzicht dient te worden gegeven in het aantal heropnames, de gemiddelde inzet in zorgduur (uren) en de zorgkosten per doelgroep. Het niet hebben van eenduidige uniforme specificaties van welke klanten tot welke doelgroep behoren kan leiden tot onbruikbare informatie. Wanneer volgen er specificaties danwel een beschrijving van de doelgroepen? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar.
Menzis
4.2
QenA Wijkverpleging 2015 24
Vanuit de Zorgverzekeringswet zijn er andere werkwijzen als binnen de AWBZ. Wij hebben nog geen prioriteiten bepaald, maar we zullen alle doelmatigheidscriteria en differentiatieeisen nauwgezet volgen. In ieder geval zal er een controle plaatsvinden op het gebruik van het zorgplan.
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op bladzijde 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformt ontwikkeld. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet; We gaan ervan uit dat uw vraag hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
186
14
187
25
188
30
189
190
Monitoring
Hoe verhoudt het aanleveren van gegevens over doelgroepen en heropnames zich tot Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op het verminderen van de administratieve druk?. bladzijde 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformulier ontwikkeld. Overigens zal de productiemonitor vergelijkbaar zijn met de huidige PRC sjablonen, die nu ook ingevuld moeten worden. De doelgroep registratie komt daarbij. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening/doelgroep registratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat er daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd.
Monitoring
U geeft in deze paragraaf aan dat de zorgverzekeraars de zorgkostenmonitor willen voortzetten/inzetten. Daaruit maak ik op dat het een bestaande monitor is. Vragen: Kunt u ons voorzien van deze zorgkostenmonitor? - En welke standaard wordt hiervoor gebruikt?
Wij zijn ons ervan bewust dat deze informatie nog niet volledig aanwezig is. Vanaf 1 januari 2015 dienen aanbieders informatie aan te leveren over de op bladzijde 14 genoemde doelgroepen. Op dit moment wordt op landelijk niveau een declaratieprotocol en registratieformat ontwikkeld. Het is de bedoeling dat de wijkverpleegkundige deze screening/doelgroep registratie doet bij de incatiestelling. Hierna wordt er een zorgplan opgesteld, maar het is niet de bedoeling dat daarnaast nog een andere registratie wordt opgevraagd. Wij willen ook zo weinig mogelijk extra administratieve belasting. De gegevens zullen via Vektis/Vecozo op basis van de AW319 standaarden worden uitgewisseld.
Hoofdstuk 6, 6.5
Monitoring
Hier staat: "Gedurende het jaar 2015 zal maandelijks door Menzis gemonitord worden in hoeverre het budgetplafond wordt benut. Hiertoe dient de zorgaanbieder productie realisatiecijfers aan te leveren inclusief gegevens over de populatiemix, zie hoofdstuk 4.2 Minimumeisen / doelmatigheid." Vanwege de Hervorming Langdurige Zorg, moeten software applicaties rigoureus aangepast worden, zijn de formats voor informatie aanlevering nog niet klaar, zijn documenten declaratie-protocollen nog in ontwikkeling en willen we met elkaar de administratieve lasten verminderen. Vraag: hoe reëel is bovenstaande eis?
De zorgverzekeraars zijn in ZN verband met elkaar en VWS in overleg om hier een landelijke format voor te ontwikkelen. Wij streven ernaar om deze zoveel mogelijk te laten aansluiten op het format wat ook al gebruikt wordt in de AWBZ.
31
6.5
Monitoring
Welke financiële tegemoetkoming kunnen de zorgaanbieders verwachten ter compensatie van de extra administratieve lasten die deze maandelijkse zorgkostenmonitor met zich mee brengt?
Geen, de zorgverzekeraars zijn in ZN verband met elkaar en VWS in overleg om hier een landelijke format voor te ontwikkelen. Wij streven ernaar om deze zoveel mogelijk te laten aansluiten op het format wat ook al gebruikt wordt in de AWBZ.
31
Hoofdstuk 6, 6.5
Monitoring
Er wordt gesproken over het aanleveren van de productierealisatiecijfers inclusief populatiemix. Wanneer komt hier een nieuw format voor?
De zorgverzekeraars zijn in ZN verband met elkaar en VWS in overleg om hier een landelijke format voor te ontwikkelen. Wij streven ernaar om deze zoveel mogelijk te laten aansluiten op het format wat ook al gebruikt wordt in de AWBZ.
191
Niet toewijsbare zorg
De zorgaanbieder dient voor niet-toewijsbare zorg de wijkverpleegkundige los van de Dat laten wij aan de zorgaanbieders zelf over. Belangrijk is dat een moederorganisatie te positioneren; kunt u aangeven welke juridische vorm u hiervoor wijkverpleegkundige professioneel onafhankelijk op basis van vakinhoudelijk verlangt? klinisch redeneren haar werk kan uitvoeren en keuzes kan maken. Een zorgaanbieder moet haar wijkverpleegkundigen deze ruimte bieden. Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de wijkverpleegkundige een klant, in het belang van de klant, doorverwijst naar een andere zorgorganisatie als waar hijzelf in dienst is. Dus klantbelang en klantwens gaan voor organisatiebelang.
192
Niet toewijsbare zorg
De zorgaanbieder stelt de wijkverpleegkundige randvoorwaardelijk in staat de verwijzing naar een zorgaanbieder onafhankelijk te laten plaatsvinden; kunt u uitleggen aan welke randvoorwaarden u hierbij aan denkt?
193
Niet toewijsbare zorg
Zorgaanbieders die onder het zogenoemde ‘afbouwscenario’ vallen, kunnen die de rol Ja, mits zij voldoen aan de voorwaarden die daarvoor beschreven staan en van wijkverpleegkundige (inclusief de taken, verantwoordelijkheden en voldoende wijkverpleegkundigen in dienst hebben. Zij kunnen dit alleen voor bevoegdheden) uitvoeren in de wijk? bestaande verzekerden doen.
Hoofdstuk 5
Niet toewijsbare zorg
In hoeverre hebben gemeenten invloed op de inkoop wijkverpleging, vooral als het gaat om de niet cliënt gebonden schakeltaken?
6
Niet toewijsbare zorg
Er wordt een bedrag genoemd van ca 5 miljoen euro voor schakeltaken. Is dit bedoeld Dat is het landelijke totaalbedrag beschikbaar voor Menzis verzekerden, zoals voor de niet-toewijsbare wijkgerichte taken van de wijkverpleegkundige zoals dat berekend is op het marktaandeel van Menzis. verwoord op pagina 7 van de inkoopgids Wijkverpleging?
194
195
Menzis
2
4.2
QenA Wijkverpleging 2015 25
Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de wijkverpleegkundige een klant, in het belang van de klant, doorverwijst naar een andere zorgorganisatie als waar hijzelf in dienst is. Dus klantbelang en klantwens gaan voor organisatiebelang
In overleg met de convenant gemeenten en Menzis is een werkdocument Inzet wijkverpleegkundige in het sociale domein ontwikkeld waarbij samen is gekeken naar de mogelijke inzet van de wijkverpleegkundige. Verder zal in samenspraak met gemeenten gekeken worden naar de selectie van zorgaanbieders voor niet toewijsbare zorg.
196
13
Hoofdstuk 5.2.2. ZN Niet toewijsbare zorg inkoopgids
Voor de niet-toewijsbare zorg is een budget binnen de Zvw beschikbaar van euro 40 mln. Dit budget wordt verdeeld over de Wmo-regio’s. In de ZN inkoopgids staat dat het budget voor niet-toewijsbare zorg selectief in wijken zal worden ingezet. Voor het maken van een business-case hebben zorgorganisaties gegevens nodig over het beschikbare budget per wijk of per gemeente. Kan Menzis de zorgaanbieders informeren over het beschikbare budget per wijk/gemeente? Zo niet, op welke termijn kan Menzis deze gegevens wel aanleveren?
Menzis is met de convenantgemeenten in haar kernwerkgebied een budgetverdeelsysteem overeengekomen. Op basis hiervan wordt een werkdocument ontwikkeld voor inkoop en regionale overleggen rondom de inzet van de wijkverpleegkundige in het sociale domein. Het budgetverdeelsysteem ligt op dit moment voor ter accordering aan de betreffende verantwoordelijken bij de gemeente en Menzis. Wij streven ernaar dit uiterlijk 1 september a.s. te publiceren.
197
22
Niet toewijsbare zorg
U geeft aan dat slechts een beperkt deel van de verzekerden via het wijkverpleegkundig kanaal doorverwezen zal worden naar instanties in de WMO of ZvW. Vraag:kunt u een inschatting geven hoeveel % dit betreft?
Nee, dat kunnen we niet.
198
22
Hoofdstuk 5, 5.2
Niet toewijsbare zorg
U geeft op pagina 22 aan dat niet-toewijsbare zorg maar bij een beperkt aantal aanbieders wordt ingekocht. Vervolgens noemt u op pagina 24 dat niet-toewijsbare zorg onlosmakelijk deel uitmaakt van het werk van de wijkverpleegkundige oftewel de toewijsbare zorg. A) Daarmee zegt u dat een aanbieder een overeenkomst kan hebben voor toewijsbare zorg, zonder dat deze een overeenkomst heeft voor niet-toewijsbare zorg. Klopt dit? B) Zo ja, hoe ziet u dit in het licht van de "onlosmakelijkheid" tussen niet-toewijsbare zorg en toewijsbare zorg die u zelf noemt op pagina 24 (par. 5.2)? C) Als de zorgaanbieder alleen een afspraak heeft voor toewijsbare zorg, betekent dat dan dat deze aanbieder geen niet-toewijsbare zorg uitvoert? Indien wel, wordt dit dan dus niet vergoed voor deze aanbieder?
A) ja dat klopt. B) Wij bedoelen hiermee dat onze visie is dat er geen aparte functies/rollen voor niet toewijsbare zorg worden ontwikkeld. Wijkverpleegkundige zorg die niet toewijsbaar is aan een verzekerde die al in zorg is, hoort bij de competenties van een wijkverpleegkundige, maar ook verzorgen, verplegen en begeleiden horen bij die competenties. C) Nee, ook deze zorgaanbieders zullen wel eens te maken krijgen met niet pluis gesprekken die uiteindelijk niet uitmonden in toewijsbare zorg omdat dit onderdeel is van het wijkverpleegkundig beroep. Het klopt dat dit dan niet vergoed wordt. Echter de zorgaanbieders die een contract krijgen voor niet toewijsbare zorg moeten actief investeren in de relatie met andere domeinen en de samenwerkingsstructuur van een gemeente.
199
22
Hoofdstuk 5
Niet toewijsbare zorg
Op pagina 22 staat dat de wijkverpleegkundige die niet-toewijsbare zorg levert onafhankelijk van de eigen organisatie handelt. Graag zien wij een scherpere definitie van wat “onafhankelijk van de eigen organisatie” inhoudt. Kan bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige die niet-toewijsbare zorg levert ook deel uitmaken van een wijkteam van de eigen organisatie? En kan deze wijkverpleegkundige deels toewijsbare en deel niet-toewijsbare zorg leveren?
Belangrijk is dat een wijkverpleegkundige professioneel onafhankelijk op basis van vakinhoudelijk, klinisch redeneren haar werk kan uitvoeren en keuzes kan maken. Een zorgaanbieder moet haar wijkverpleegkundigen deze ruimte bieden. Menzis is er voorstander van dat een wijkverpleegkundige op de gehele breedte van haar beroep werkzaam is en dus zowel toewijsbare als niet toewijsbare activiteiten uitvoert.
200
22
Hoofdstuk 5, 5.1
Niet toewijsbare zorg
Hier staat "Menzis wil per Wmo-regio dus selectief bij één of enkele zorgaanbieders Dit zal in overleg met gemeenten ingevuld worden. Het kan betekenen dat er (of samenwerkingsverband) deze zorg inkopen." Hoeveel is "enkele" zorgaanbieders? maar 1 aanbieder in een gemeente actief zal zijn maar ook meerdere verspreid over verschillende wijken.
201
22
5 Niet toewijsbare zorg
In hoeverre en in welke mate worden de middelen ‘Niet toewijsbare zorg’ ingezet in Niet toewijsbare zorg wordt in en via een aanvulling op deze overeenkomst alle gemeenten van Twente of worden de middelen niet in alle gemeenten van het geregeld. Menzisgebied ingezet? Op welke wijze wordt dan de ‘niet toewijsbare zorg’ geregeld? De middelen worden op basis van een specifieke berekening en de businesscase, maar ook in overleg met de betrokken gemeenten ingekocht. Hierbij zal sprake moeten zijn van maatwerk, waarbij we weten dat de middelen beperkt zijn.
202
22/23
Menzis
Hoofdstuk 5
Niet toewijsbare zorg
Op blz. 22 en 23 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 wordt aangegeven dat Hier kan ook aangesloten worden bij een regionaal gemeentelijk Menzis ervoort kiest om de niet-toewijsbare zorg bij een beperkt aantal aanbieders in samenwerkingsverband. te kopen in de Wmo-regio. Nu is de Wmo-regio Groningen de gehele provincie Groningen, waarbinnen 4 regio’s als gemeenten samenwerken. Wordt op bladzijde 23 bedoeld dat de aanbieder die kiest voor de niet-toewijsbare zorg deze in de hele provincie moet realiseren, of mag ook aangesloten worden bij de (4) regionale gemeentelijke samenwerkingsverbanden (veelal onder ‘In voor zorg!’ondersteuning)? Op dit manier kan namelijk wel voldaan worden aan de kaders van de Mededingingwet)
QenA Wijkverpleging 2015 26
203
22 en 28
Niet toewijsbare zorg
U zegt hier bij een beperkt aantal aanbieders niet-toewijsbare zorg in te kopen. Vragen: a)Wat bedoelt u met een beperkt aantal? B) Mogen we verwachten dat, het aangaan van afspraken ‘niet-toewijsbare zorg’ een lijn is die wordt ingezet door de zorgverzekeraar waarbij in de toekomst enkel productie-afspraken te maken met een beperkt aantal zorgaanbieders als hoofdaannemer? Zo ja, zijn de overige zorgaanbieders dan gehouden productieafspraken te maken met de hoofdaannemer/zorgaanbieder? C) Wat verstaat u onder samenwerking m.b.t. de afspraak schakeltaken? D) Kan een eventuele samenwerking tussen enkele grote zorgaanbieders tot de mogelijkheden behoren, of is een eventuele samenwerking tussen enkele kleine en grote zorgaanbieders ook mogelijk? E) Welke randvoorwaarden worden bedoeld met: ‘de randvoorwaarden die aanwezig moeten zijn om te bepalen of een wijkverpleegkundige in staat is de verwijzing naar een zorgaanbieder onafhankelijk te laten plaatsvinden’? f) Op welke termijn moet de businesscase gereed zijn?
a) Menzis wil per WMO-regio selectief bij één of enkele zorgaanbieders (of samenwerkingsverband) deze zorg inkopen. Op basis van de aangeleverde formats zal Menzis, indien nodig in afstemming met de gemeenten, een selectie/keuze maken welke zorgaanbieders deze taken krijgen toegewezen. b) Er is sprake van een overgangsjaar, waarbij in representatie ingekocht gaat worden. Het is nu nog niet duidelijk hoe dat in 2016 zal gaan gebeuren en welke keuzen de verzekeraars zullen maken. Indien een aanbieder geen overeenkomst heeft om niet toewijsbare zorg te declareren, kan hij dit dus niet leveren en ook niet declareren. Gemeenten en zorgverzekeraars bepalen wie deze taak mag uitvoeren. c) Zorgaanbieders kunnen een samenwerkingsverband aangaan om deze taak uit te kunnen voeren. d) Er worden op voorhand geen mogelijkheden uitgesloten, mits men kan voldoen aan de criteria. e) Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de wijkverpleegkundige een klant, in het belang van de klant, doorverwijst naar een andere zorgorganisatie als waar hijzelf in dienst is. Dus klantbelang en klantwens gaan voor organisatiebelang. f) Er dient een businesscase format ingevuld te worden, wat in grote lijnen het proces beschrijft.
204
23
hoofdstuk 5, 5.1
Niet toewijsbare zorg
Voor de mogelijkheid om niet-toewijsbare zorg te gaan leveren dient een businesscase te worden ingediend. Wat is de uiterste inleverdatum van deze business-case?
Bij de inschrijving, dus uiterlijk 1 september 2014.
205
23
Hoofdstuk 5, 5.1
Niet toewijsbare zorg
In het blauwe kader staat "Alleen aanbieders die voldoen aan de toegangseisen, alle minimum én differentiatie-eisen (met uitzondering van casemanagement dementie) bij toewijsbare zorg (zie hoofdstuk 4) en die niet onder verscherpt toezicht staan bij de IGZ, kunnen in aanmerking komen voor een afspraak voor niet-toewijsbare zorg." Welke criteria worden bij de selectie gehanteerd als meer dan enkele zorgaanbieders aan alle door het zorgkantoor gestelde eisen voldoen?
De beoordeling van deze plannen zal in overleg met de betreffende gemeenten opgepakt worden waarbij de al aangegeven onderwerpen meegenomen worden. Hier is geen voorafgestelde rangorde van onderwerpen. De inzet van een wijkverpleegkundige in de niet-toewijsbare zorg kan namelijk per gemeente verschillen.
206
23
hoofdstuk 5; § 5.1
Niet toewijsbare zorg
In de ZN inkoopgids zijn de minimumeisen voor niet-toewijsbare zorg geformuleerd. Eén van de eisen is dat de wijkverpleegkundige randvoorwaardelijk in staat wordt gesteld de verwijzing naar een zorgaanbieder onafhankelijk te laten plaatsvinden. Is het de taak van de wijkverpleegkundige de klant naar een zorgaanbieder te verwijzen? De wijkverpleegkundige zal indiceren. Is het vervolgens niet de klant die de zorgaanbieder van zijn voorkeur kiest die de zorg en begeleiding van de afgegeven indicatie kan bieden?
De klant kan inderdaad na deze indicatiestelling een keuze maken voor een zorgaanbieder. Met deze zinssnede wordt bedoeld dat als de wijkverpleegkunidge wordt gevraagd in deze keus te ondersteunen dat er geen automatische doorgeleiding naar de eigen organisatie plaatsvindt.
207
23
5
Niet toewijsbare zorg
Bovenaan de pagina staat dat Menzis op basis van de aangeleverde formats, indien nodig in afstemming met de gemeenten, een selectie/keuze gaat maken welke zorgaanbieders deze taken krijgen toegewezen. De procedure is ons niet helemaal helder, zou u omwille van de transparantie willen toelichten hoe deze procedure precies in zijn werk zal gaan?
Indien u in aanmerking wenst te komen voor een overeenkomst inclusief niet toewijsbare zorg, dient u aan alle gestelde criteria te voldoen. Daarbij dient u een businesscase format aan te leveren (en dient u zelf al afstemming met de gemeente en participanten te hebben gezocht en afspraken te hebben gemaakt of aan te tonen dat u die al had). Menzis zal conform onze verantwoordelijkheid afstemming zoeken met de gemeente. Menzis beslist uiteindelijk zelf welke aanbieder(s) in aanmerking komen voor deze aanvullende overeenkomst.
208
23, 24
Niet toewijsbare zorg
Nee, hier is geen sprake van tegenstrijdigheid: Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de wijkverpleegkundige een klant, in het belang van de klant, doorverwijst naar een andere zorgorganisatie als waar hijzelf in dienst is. Dus klantbelang en klantwens gaan voor organisatiebelang.
209
23,24
Niet toewijsbare zorg
Algemeen: enerzijds streeft Menzis verbinding binnen het wijknetwerk en samenwerking na, anderzijds zien we door de criteria voor de niet-toewijsbare zorg (“los van de moederorganisatie”) hierin een zekere tegenstrijdigheid, want hoe beweegt een wijkverpleegkundige straks als autonome professional in de wijk ‘los van de moederorganisatie’ en maakt de wijkverpleegkundige tegelijkertijd ‘onlosmakelijk’ deel uit van de wijkverpleging in de wijk. Vragen:- Is deze tegenstrijdigheid juist?- Zo nee, waarom niet? Uitgaande van deze professionele autonomie van de wijkverpleegkundige (pag. 24: “Niet toewijsbare zorg is een onderdeel van de aanspraak Wijkverpleging en maakt onlosmakelijk deel uit van het werk van de wijkverpleegkundige)”. Vragen: a) Als dit het werk is wat behoort tot de wijkverpleegkundige, is het dan niet opmerkelijk dat dit deel van het werk van de wijkverpleegkundige slechts bij één of beperkt aantal aanbieders wordt ondergebracht? b) Vergelijk de situatie dat slechts 2 van de 10 huisartsen in een gemeente een deel van hun ‘zorg zoals huisartsen dit plegen te bieden’ wel betaald krijgen en de andere huisartsen niet.
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 27
a) Wij willen voorkomen dat er te veel zorgorganisaties/functionarissen hierin actief zijn: dat is ook de vraag van de huisartsen en klanten: niet te veel verschillende actoren. Daarnaast heeft Menzis al jaren het beleid dat het (samen)werken in de wijk of buurt belangrijk is en trekken wij die lijn door. Wij willen graag onze visie vertalen in handelen en denken dat op deze wijze te moeten doen. b) Dit is geen vraag en kunnen wij niet beantwoorden.
210
24
Hoofdstuk 5, 5.2
Niet toewijsbare zorg
In dit onderdeel geeft het zorgkantoor een duidelijke duiding van de positie van de wijkverpleegkundige. Deze visie vinden we ook terug in de duiding op pagina 18 over de basisformatie van een wijkteam. In de landelijke Inkoopgids Wijkverpleging staat op pagina 19 dat bij de niet-toewijsbare zorg de wijkverpleegkundige los van de moederorganisatie moet worden gepositioneerd. Mogen we ervan uitgaan dat het gestelde op pagina 24 onder 5.2 van de Inkoopgids Wijkverpleging 2015 van Menzis leidend is in de inkoopeisen?
Ja, het Menzis Inkoopbeleid is hierin leidend. Belangrijk is dat een wijkverpleegkundige professioneel onafhankelijk op basis van vakinhoudelijk, klinisch redeneren haar werk kan uitvoeren en keuzes kan maken. Een zorgaanbieder moet haar wijkverpleegkundigen deze ruimte bieden.
211
24
Hoofdstuk 5, 5.1
Niet toewijsbare zorg
In het blauwe kader worden de criteria voor de business case levering niettoewijsbare zorg aangegeven. Hoe worden deze criteria afzonderlijk gewaardeerd?
De beoordeling van deze plannen zal in overleg met de betreffende gemeenten opgepakt worden waarbij de al aangegeven onderwerpen meegenomen worden. Hier is geen voorafgestelde rangorde van onderwerpen. De inzet van een wijkverpleegkundige in de niet-toewijsbare zorg kan namelijk per gemeente verschillen.
212
28
Niet toewijsbare zorg
U geeft aan dat op basis van de overeenkomst toewijsbare zorg en de businesscase wordt bepaald met welke aanbieders afspraken voor niet toewijsbare zorg worden gemaakt. Vraag: kunt u meer toelichting geven op welke criteria de overeenkomst toewijsbare zorg beoordeelt in relatie tot de gunning van niet toewijsbare zorg? Speelt hier de grootte van de aanbieder of combinatie van aanbieders een rol in?
De grootte van de zorgaanbieder speelt geen echte rol, wel hoe deze zorgaanbieder (of een samenwerkingsverband) zich manifesteert, of geworteld is in die gemeente. Als het goed is hebben veel zorgaanbieders al connecties en/of samenwerkings afspraken met gemeenten (met name de GVK aanbieders zullen hier actief in zijn). Zie ook focuslijst wijkverpleging en sociaal domein.
213
11
Nieuwe zorgaanbieders/ZZP'ers
In het inkoopdocument wijkverpleging wordt genoemd dat deze wijkverpleegkundigen de geïndiceerde zorg niet zelf uit hoeven te voeren. Hier is ruimte voor de zzp’ers met niveau 5, welke vooral zelf ook zorg willen leveren, niveau 4 en ook 3 die nu aan de pilot meedoen. Zij voldoen aan de in voorgaande jaren gestelde eisen door het zorgkantoor en andere partijen. Zij hebben de faciliteiten en zijn hiermee bekend. Als deze eisen niet toereikend waren, waaruit is dat gebleken? Er wordt van de nieuwe wijkverpleegkundigen verwacht onafhankelijk te zijn. Zij waren of zijn meestal in loondienst (geweest) bij grotere thuiszorgorganisaties en loyaliteit aan deze organisatie ligt voor de hand. Zzp’ers zijn onafhankelijk, maar hebben ook anderen ndig om de zorg mee te delen. Deze verpleegkundigen niveau 5 worden bijgeschoold om te kunnen indiceren. Naar verwachting zal er zeker in 2015 nog een tekort zijn aan niveau 5 Menzis verwacht dit tijdelijk op te lossen met niveau 4 onder auspiciën van een niveau 5 verpleegkundige. Onder de zzp’ers niveau 3 en 4 zitten vele deskundige en ervaren zorgprofessionals. Zij hebben door jaren lange ervaring en meerdere cursussen en bijscholingen, in mijn geval ook op post-HBO niveau, zich gespecialiseerd in bijvoorbeeld, kindzorg, palliatieve zorg, ziektebeeld gerelateerde zorg, of zoals in mijn geval, de zorg aan uiterst kwetsbare mensen mensen, de zorgmijders. Voor de breed opgeleide wijkverpleegkundigen nieuwe stijl is het on haalbaar om op ieder terrein ervaren te zijn. Zij zullen deze gespecialiseerde collega’s nodig hebben.
Zorgverzekeraars hebben uitgesproken dat ook in 2015 de continuïteit van zorg geborgd moet blijven. Verzekerden moeten kunnen vertrouwen dat zij tijdens het overgangsjaar 2015 goede zorg zullen blijven ontvangen die aansluit bij hun behoeften. Dit betreft zowel de klanten die vanaf 1 januari 2015 zorg zullen ontvangen vanuit de Wlz als vanuit de aanspraak wijkverpleging in de Zvw. Tegenover de continuïteit van zorg staat dat zorgverzekeraars verantwoordelijk zijn voor het borgen van goede kwaliteit van zorg voor hun verzekerden. Om hieraan te voldoen zijn duidelijke voorwaarden essentieel, die deels worden geformuleerd in samenspraak met branches. Deze voorwaarden gelden voor zowel zorgaanbieders als ZZP’ers. Eén van de voorwaarden bij de inkoop wijkverpleging waar de zorgverzekeraars zich uniform bij aansluiten is het normenkader, opgesteld door de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgende Nederland. Een norm uit het normenkader betreft ‘het indiceren en organiseren van zorg door een bachelor of master opgeleide verpleegkundige’. Ook de ZZP’ers moeten aan het normenkader voldoen, zodat zorgverzekeraars onder meer kunnen vertrouwen op de kwaliteit van de geleverde zorg.
hoofdstuk 4, 4.2
Ik vraag van u nogmaals te overwegen het beleid tav de zzp’ers te herzien en ons zzp’ers laten doen waar we goed in zijn: verpleging zorg en begeleiding! 214
6
Hoofdstuk 2
Omvang Wijkverpleging
Op blz. 6 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘In de zorgkantoorregio Menzis vindt het belangrijk dat er goede en betaalbare zorg wordt geleverd die Groningen wordt circa driekwart van het aanbod wijkverpleging geleverd door vijf de leefkracht van klanten bevorderd. Dit is niet gekoppeld aan een aantal aanbieders.’ Wat is de visie van Menzis op de toekomst van de wijkverpleging in aanbieders maar aan de inhoud en doelmatigheid van de zorg. Groningen? Heeft Menzis de ambitie om een (nog) hoger percentage van het aanbod wijkverpleging door de vijf aanbieders te laten vervullen, of zelfs door (nog) minder aanbieders van deze vijf?
215
6
Hoofdstuk 2
Omvang Wijkverpleging
In het blauwe kader (6e bullet) staat: "Uit een eerste voorzichtige analyse van de uitgaven voor wijkverpleging per AWBZ-verzekerde per zorgaanbieder blijkt dat de uitgaven variëren van 6.000 euro tot 8.000 euro, en in de regio Groningen van 6.000 tot 9.000 euro." Kunnen de uitgaven per AWBZ-verzekerde ook per specifieke zorgaanbieder worden aangeleverd en zo ja, hoe kan de zorgaanbieder deze gegevens dan verkrijgen?
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 28
Deze gegevens worden bij het Zorgkantoor momenteel per zorgaanbieder in kaart gebracht en zullen door de contractmanager met de zorgaanbieder besproken worden.
216
18
hoofdstuk 4, 4.3
Organisatievormen
Op blz. 18 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 wordt gesproken over het Medisch Technisch Handelen team. Tijdens de presentatie op 25 juni werd op een vraag beantwoord dat het ook mogelijk zou zijn om een MTH team in samenwerkingsof coöperatie verband op te zetten. Is het juist dat de formulering van de huidige tekst inderdaad de mogelijkheid biedt om een aparte organisatie vanuit een apart team op te richten dat vanuit samenwerkings- of coöperatie verband (tussen meerdere zorgaanbieders) werkt? Zo ja, aan welke eisen moet deze samenwerking dan voldoen?
Het is mogelijk om als nieuwe organisatievorm in te schrijven (zie ook ZN inkoopgids hoofdstuk 5, paragraaf 5.4.2, nieuwe zorgaanbieders). Voor deze nieuwe organisatievorm zijn de eisen voor nieuwe zorgaanbieders van toepassing en wordt er een ondernemingsplan gevraagd.
217
10
4
Overgangsrecht
In de 2e alinea van boven spreekt u over het ‘overgangsrecht’. In de handreiking die Actiz op 24 juli jl. heeft gepubliceerd wordt gesproken dat er sprake is van een overgangsregime en geen overgangsrecht. 1) Kunt u aangeven of er sprake is van overgangsrecht of overgangsregime? 2) Kunt u aangeven wat het verschil tussen beiden is?
218
10
4
Overgangsrecht
U geeft in de 2e alinea aan dat de inhoud van de zorgverlening een andere invulling kan krijgen. Kunt u aangeven wat u hiermee bedoeld?
Die uitspraak is van en door Actiz. 1) Volgens Menzis is er sprake van overgangsrecht: zie tekst uit bijlage brief VWS, kenmerk 646367-124068-HLZ. In de Zvw verschuiven de rechten van klanten van een wettelijk recht op AWBZ-zorg naar een wettelijk recht op Zvw-zorg. De zorgverzekeraar in de Zvw heeft zorgplicht. Om de continuïteit van zorg voor klanten te borgen, beschouwen zorgverzekeraars het op 31 december 2014 in zorg zijn, of het op 31 december 2014 hebben van een geldig indicatiebesluit dat op 1 januari 2015 nog niet is verlopen, als het in het bezit zijn van een geldige verwijzing voor de Zvw. Dit betekent dat alle klanten die in zorg zijn op 1 januari 2015 zorg ontvangen van dezelfde aanbieder, ook als deze zorgaanbieder geen contract heeft kunnen sluiten met de zorgverzekeraar. Het is niet zo dat de zorg exact hetzelfde hoeft te zijn als de zorg die klanten ontvingen vanuit de AWBZ. In de loop van 2015 kan het zijn dat er, binnen het recht op zorg dat in de Zvw geldt, een andere invulling aan de zorg gegeven wordt. 2) Nee, Is in dit kader voor ons niet relevant. Dat de zorgverlener/zorgaanbieder een herbeoordeling moet doen wat betreft de zorgvraag en het daarbij behorende zorgplan. Er is binnen de zorgverzekeringswet geen sprake meer van functies. Uren, invulling of gebruik van informele zorg kan veranderen.
219
10
Hoofdstuk 4
Overgangsrecht
Op pagina 10 (alinea 2) staat over het overgangsrecht: “De inhoud van de zorgverlening kan echter een andere invulling krijgen”. Wat wordt hiermee bedoeld?
Dat de zorgverlener/zorgaanbieder een herbeoordeling moet doen wat betreft de zorgvraag en het daarbij behorende zorgplan. Er is binnen de zorgverzekeringswet geen sprake meer van functies. Uren, invulling of gebruik van informele zorg kan veranderen.
220
-
-
Planning formats documenten
Op de website van Menzis staat dat er nog enkele documenten in ontwikkeling zijn, o.a. het declaratieprotocol, het format business case niet toewijsbare zorg en format productieafspraken. Wanneer gaat u deze publiceren?
Zodra deze klaar zijn, maar we zijn hierin ook afhankelijk van andere organisaties (Nza, ZN).
221
website
Planning formats documenten
Op de website staat dat de volgende documenten in ontwikkeling zijn en zodra gereed Zo spoedig mogelijk. op de website worden geplaatst : Overeenkomst wijkverpleging, Declaratie-protocol wijkverpleging, Format business case niet toewijsbare zorg,Format produktie-afspraken. To op heden (07-08-2014) zijn de genoemde documenten niet gepubliceerd! Vraag: wanneer denkt u deze documenten wél op de website te plaatsen?
222
25 en website
Planning formats documenten
Op uw website geeft u aan dat het inschrijfformat wijkverpleging (bestuursverklaring en eigen verklaring); declaratieprotocol wijkverpleging, overeenkomst wijkverpleging; format businesscase niet toewijsbare zorg en format productie afspraken in ontwikkeling zijn. Kunt u aangeven wanneer deze beschikbaar zijn op uw website.
Zo spoedig mogelijk.
Prestaties
Kunt u aangeven welke opleidingsniveaus (3, 3 VIG, 4, 5) zijn gelegitimeerd om welke prestaties te leveren? Voorheen was dit expliciet aangegeven.
De aanspraak Wijkverpleging is zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden. Wij hanteren de normen zoals door de beroepsgroep zijn opgesteld en de daarbij behorende opleidingseisen.
Prestaties
Palliatief terminale zorg is niet als aparte prestatie omschreven. Vraag:Onder welk product dient palliatief terminale zorg dan weggeschreven te worden?
Dit klopt en pas recent is duidelijk geworden dat die er ook niet komt. Deze zal moeten worden ingeregeld op basis van de prestaties binnen de aanspraak wijkverpleging. Op dit moment wordt binnen ZN verband gekeken of er een "eigen prestatie" kan worden beschreven (hetgeen mogelijk is binnen de Zvw).
Prestaties
De zelfredzaamheid van de klant wordt bevorderd door advies, voorlichting en instructie; betekent dit dat deze dienstverlening nog apart wordt ingekocht?
AIV kan deel uitmaken van de afspraken: is een aparte prestatie in de aanspraak wijkverpleging.
6.1
223
224
10
225
13
Menzis
4.2
QenA Wijkverpleging 2015 29
226
13
4.2
Productieafspraken- en herschikking V&V
227
18
4.3
Productieafspraken- en herschikking V&V
228
29
6.4
Productieafspraken- en herschikking V&V
229
29
6.4
Productieafspraken- en herschikking V&V
230
1
1
Representatie
Het inkoopbeleid van de representerende zorgverzekeraar is leidend in de inkoop van In 2015 is er sprake van een overgangs jaar, waarbij in representatie de aangewezen regio’s. Dit inkoopbeleid wordt aangevuld met specifieke eisen van ingekocht gaat worden. In 2016 dient dit. Het is nu nog niet duidelijk hoe dat in Menzis. Zijn de eisen representatief voor 2016 als ook andere zorgverzekeraars 2016 zal gaan gebeuren en welke keuzen de verzekeraars zullen maken. inkopen?
Restitutie
Menzis zal haar definitieve keuze voor de hoogte van deze vergoeding in haar In Artikel 13 van de Zorgverzekeringswet is geregeld dat verzekerden ook naar een niet-gecontracteerde zorgaanbieder kunnen gaan. De verzekeraar stelt dan de hoogte verzekeringspolis aan de verzekerde opnemen. van de vergoeding vast. Wat is de vergoeding per prestatie aan de nietgecontracteerde zorgaanbieder?
Rol Wijkverpleging
In het gemarkeerde blok is de laatste zin weggevallen, kunt u deze aanvullen?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
231
Zorg wordt waar mogelijk afgebouwd, de zelfredzaamheid van de klant en diens omgeving wordt bevorderd door advies, voorlichting en instructie. Wordt hiervoor extra AIV beschikbaar gesteld? Hoe verhoudt zich dit tot de berekening van het budgetplafond 2015? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingesteld bezwaar.
Hierover kunnen tijdens de inkoopgesprekken specifieke afspraken worden gemaakt, maar hiertoe dienen wel plannen te worden opgesteld welke zullen worden besproken. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag hiermee is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. Er staat geschreven dat zorgaanbieders die in staat zijn de zorgkosten in 2015 positief Indien u kunt aantonen dat u met dezelfde middelen meer klanten op een goede wijze (kwalitatief goede en doelmatige zorg en naar tevredenheid van te kunnen beïnvloeden, in 2016 resultaatafspraken kunnen maken met Menzis. Op pagina 30 staat daaraan toegevoegd dat zorgaanbieders ook binnen hun de klant) kunt helpen binnen het budgetplafond, voldoet u aan die criteria. budgetplafond moeten blijven. Hoe staat dit in verhouding tot een onverwachte Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan toename van het aantal klanten? Wat als we over het budgetplafond heen gaan door ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. een toename van het aantal klanten, maar wel de gemiddelde zorgkosten per klant hebben verlaagd? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar. Als het budgetplafond vroegtijdig wordt overschreden zal er een tariefsaanpassing volgen. Hoe verhoudt zich dit tot een eventuele groei van het aantal klanten met gemiddeld afnemende zorgkosten per klant? En hoe is dit gerelateerd aan het Macro Beheersinstrument dat benoemd is in de inkoopgids wijkverpleging van ZN? Indien nodig moet u deze vraag ook opvatten als een ingediend bezwaar.
Menzis zal zich moeten houden aan de beleidsregel MBI. Daarnaast zal Menzis de productie van de gecontracteerde zorgaanbieders scherp in de gaten houden en op deze wijze de contracteerruimte bewaken. Indien er aanleiding is tot vragen of ingrijpen obv klantstromen zullen wij dat doen. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan. Er wordt gesteld dat de basis voor het budgetplafond de realisatie in AW319 is van 1 Menzis baseert haar berekening en aanbod op de bij ons bekende gegevens januari tot 1 juli 2014. Tevens wordt gesteld: "of anders het budgetplafond 2014". Hoe van de genoemde periodes: die worden vervolgens lineair geëxtrapoleerd. geldt dit voor aanbieders die in 2014 GVK zijn? Die hebben (afhankelijk van de Hierin zal indien nodig ook rekening gehouden kunnen worden met het GVKregionale contracteerruimte) immers een groeiruimte? Indien nodig moet u deze vraag schap. ook opvatten als een ingesteld bezwaar. Dit betreft geen aanbesteding in de zin van de Aanbestedingswet. We gaan ervan uit dat uw vraag is beantwoord, dan wel dat uw bezwaar hiermee is afgedaan.
232
5
233
5
hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
In het blauwe kader "Rol wijkverpleging 2015-2018" mist aan het eind een stuk tekst. Welke tekst ontbreekt?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
234
5
Hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
de tekst in blok “Rol wijkverpleging (…)” lijkt niet compleet. Hoe luidt de volledige tekst?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
235
5
hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
In het grijze vak waarin de rol wijkverpleging 2015-2018 staat beschreven, is de laatste zin niet afgemaakt. Kunt u deze aanvullen?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
236
5
hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
In het grijze kader is de laatste zin ‘door deze…..gebruik te’ afgebroken. Kunt u de volledige tekst bekend maken?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
237
5
hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
In het inkoopdocument is op blz 5 een blauw kader opgenomen over de rol wijkverpleging 2015-2018. De zin ‘Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te…’ is niet af. Wat moet hier staan?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
238
5
Hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
Betreffende het tekstblok “Rol wijkverpleging 2015-2018”; Het tekstblok lijkt niet compleet, gezien het afbreken van de laatste zin.
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
239
5
Hoofdstuk 2
Rol Wijkverpleging
In het inkoopdocument is op blz 5 een blauw kader opgenomen over de rol wijkverpleging 2015-2018. De zin ‘Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te…’ is niet af. Wat moet hier staan?
Dit is ondertussen in de laatst gepubliceerde versie gecorrigeerd: “Door deze werkwijze hoeven klanten minder gebruik te maken van de tweede lijn.”
Menzis
QenA Wijkverpleging 2015 30
240
6
241
14
242
14
243
14
244
23
245
34
246
34
Rol Wijkverpleging
Is de functie, en de daar bijhorende taken en verantwoordelijkheden, van de wijkverpleegkundige hetzelfde voor gecontracteerde zorgaanbieders als voor niet gecontracteerde zorgaanbieders?
Samenwerking sociaal domein
De zorgaanbieder toont aan dat er een samenwerkingsrelatie is met het sociaal Door middel van de business case, met daarin een weergave van bestaande domein binnen de gemeente waar de zorgaanbieder actief is. Op welke wijze dient dit afspraken. aangetoond te worden?
Hoofdstuk 4, 4.2
Samenwerking sociaal domein
Op blz. 14 van het Inkoopdocument Wijkverpleging 2015 staat: ‘De zorgaanbieder toont aan dat er een samenwerkingsrelatie is met het sociaal domein binnen de gemeenten waar de zorgaanbieder actief is.’ Hoe moet deze samenwerkingsrelatie precies vormgegeven worden? Aan welke eisen dient deze samenwerkingsrelatie te voldoen? Hoe en wanneer moet dit precies worden aangetoond?
Dit kan een zorgaanbieder aantonen door verslagen, rapportages, evaluaties etc. van activiteiten op het gebied van samenwerking met sociale domein. NB: bij de inschrijving gaat Menzis uit van High Trust, High penalty. Waar nodig vraagt Menzis documenten op.
Hoofdstuk 4, 4.2
Samenwerking sociaal domein
Op blz 14 geeft Menzis aan dat de zorgaanbieder moet aantonen dat er samenwerkingsrelaties zijn met het sociale domein. Op welke wijze moet de zorgaanbieder dit aantonen?
Dit kan een zorgaanbieder aantonen door verslagen, rapportages, evaluaties etc. van activiteiten op het gebied van samenwerking met sociale domein. NB: bij de inschrijving gaat Menzis uit van High Trust, High penalty. Waar nodig vraagt Menzis documenten op.
Samenwerking sociaal domein
Kunt u aangeven aan welke exacte eisen de samenwerkingsrelatie met het sociaal domein binnen de gemeenten waar wij actief zijn moet voldoen?
Deze staan beschreven in de focus lijst verbinding sociaal domein
7.3
Samenwerking met gemeenten
Wat heeft Menzis afgesproken met de gemeenten over het tijdstip van initiatief nemen Wij zijn op dit moment nog in overleg met de gemeenten, wij willen tussen in dit proces door de gemeenten? 1-15 oktober hierover de gesprekken voeren met zorgaanbieders en tevens daarbij overleg hebben gehad met gemeenten
Hoofdstuk 7, 7.3
Samenwerking met gemeenten
In paragraaf 7.3 van het document “inkoop wijkverpleging 2015” wordt gesproken over Het gaat hier om de wijkverpleegkundige die niet toewijsbare zorg levert. “de wijkverpleegkundige”. Wordt hiermee de wijkverpleegkundige bedoeld die toewijsbare zorg levert of de wijkverpleegkundige die niet-toewijsbare zorg levert?
247
Screenen van klantbestand
Screenen van klantbestand. a. Welke eisen worden gesteld aan deze screening? Wordt hier een indicatiestelling door de wijkverpleegkundige bedoeld? b. Om het gehele klantbestand te screenen in 4 maanden is zeer intensief vandaar het verzoek om hiervoor een periode van 6 maanden te geven. Kunnen we er vanuit gaan dat de tijd ingezet voor extra screening als directe klanttijd kan worden gedeclareerd?
A) dat is correct B) wij willen het tijdspad handhaven en ja, dat is correct
248
Screenen van klantbestand
Screenen van klantbestand: ‘zodat alleen de noodzakelijke zorg wordt geboden’. De huidige klanten zijn geïndiceerd door het CIZ, de normen van het CIZ zijn toch gebaseerd op noodzakelijke zorg of wordt er momenteel ook dor het CIZ voor niet noodzakelijke zorg geïndiceerd? Kunt u dit toelichten met een voorbeeld?
In de Zvw verschuiven de rechten vanklanten van een wettelijk recht op AWBZzorg naar een wettelijk recht op Zvw-zorg. De zorgverzekeraar in de Zvw heeft zorgplicht. Om de continuïteit van zorg voor klanten te borgen, beschouwen zorgverzekeraars het op 31 december 2014 in zorg zijn, of het op 31 december 2014 hebben van een geldig indicatiebesluit dat op 1 januari 2015 nog niet is verlopen, als het in het bezit zijn van een geldige verwijzing voor de Zvw. Dit betekent dat alle klanten die in zorg zijn op 1 januari 2015 zorg ontvangen van dezelfde aanbieder, ook als deze zorgaanbieder geen contract heeft kunnen sluiten met de zorgverzekeraar. Het is niet zo dat de zorg exact hetzelfde hoeft te zijn als de zorg die klanten ontvingen vanuit de AWBZ. In de loop van 2015 kan het zijn dat er, binnen het recht op zorg dat in de Zvw geldt, een andere invulling aan de zorg gegeven wordt.
Screenen van klantbestand
Als zorgaanbieders het klantbestand gaan screenen en klanten een nieuw arrangement aanbieden met het oogmerk alleen de noodzakelijke zorg te bieden met inachtneming van het steunsysteem en de verbinding met het sociale domein, dan hebben we de volgende vragen! Vragen: a) Welke screeningcriteria zijn passend, volgens de zorgverzekeraar om, de screening tot stand te brengen? b) Hoe dient de zorgaanbieder om te gaan met klanten die wel aan de screeningseisen voldoen, maar niet instemmen om alleen de noodzakelijke zorg te ontvangen en de oude rechten wensen te behouden?
A) u dient te handelen conform het gestelde in het normenkader indicatiestelling V&VN. B) In de Zvw verschuiven de rechten van klanten van een wettelijk recht op AWBZ-zorg naar een wettelijk recht op Zvw-zorg. De zorgverzekeraar in de Zvw heeft zorgplicht. Om de continuïteit van zorg voor klanten te borgen, beschouwen zorgverzekeraars het op 31 december 2014 in zorg zijn, of het op 31 december 2014 hebben van een geldig indicatiebesluit dat op 1 januari 2015 nog niet is verlopen, als het in het bezit zijn van een geldige verwijzing voor de Zvw. Dit betekent dat alle klanten die in zorg zijn op 1 januari 2015 zorg ontvangen van dezelfde aanbieder, ook als deze zorgaanbieder geen contract heeft kunnen sluiten met de zorgverzekeraar. Het is niet zo dat de zorg exact hetzelfde hoeft te zijn als de zorg die klanten ontvingen vanuit de AWBZ. In de loop van 2015 kan het zijn dat er, binnen het recht op zorg dat in de Zvw geldt, een andere invulling aan de zorg gegeven wordt. Indien een klant daadwerkelijke bezwaren heeft zal hij zich eerst tot de zorgaanbieder die de indicatie heeft gesteld wenden, of die de zorgverlening uitvoert. Als deze procedure is doorlopen kan deze klant zich uiteindelijk met zijn klacht vervoegen bij de zorgverzekeraar, dan wel de gemeente.
249
Menzis
14
hoofdstuk 2, 2.3 ZN inkoopgids
QenA Wijkverpleging 2015 31
Ja, een wijkverpleegkundige voldoet aan de competenties expertisegebied wijkverpleging zoals beschreven in 2012 ongeacht waar hij/zij werkzaam is.
250
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Screenen van klantbestand
Wat wordt verstaan onder het "steunsysteem"?
Iedereen die de verzekerde ondersteunt in het dagelijks bestaan, bijvoorbeeld familie, vrijwilligers, andere organisaties en professionals in wonen, zorg en welzijn.
251
14
4.2
Screenen van klantbestand
Volgens de systematiek van de zorg wordt half jaarlijks de zorg geëvalueerd en het zorgplan bijgesteld. Om onrust te voorkomen bij verzekerden stellen wij voor deze screening gedurende de half jaarlijkse evaluatie uit te voeren. Dit betekent dat wij voorstellen de screening voor 1 juli 2015 plaats te laten vinden. Bent u bereid tot het opschorten van de datum 1 mei naar 1 juli?
Wij zullen hier de landelijke afspraken volgen, klanten dienen in het eerste kwartaal te worden beoordeeld. Nee, daartoe zijn wij niet bereid: wij willen ons houden aan het genoemde tijdpad.
252
10
4
Toewijsbare zorg
In de 3e alinea staat dat palliatief terminale zorg valt onder de reguliere aanspraak wijkverpleging en onderdeel zijn van deze contractering: Wat verstaat Menzis onder palliatief terminale zorg? Valt hier tevens de palliatieve begeleiding onder die niet naar de Wmo gaat?
Vooralsnog betreft dit alleen de extramurale PTZ. Op 30 juni jl. heeft de Minister een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin wordt aangegeven hoe zij wil omgaan met intramurale PTZ-zorg voor mensen die in de thuissituatie wonen wanneer zij palliatief worden. In deze brief geeft de Minister aan dat de NZa voor deze zorg prestatiebeschrijvingen zal ontwikkelen. ZN heeft de Minister inmiddels geïnformeerd dat zorgverzekeraars de inkoop van intramurale PTZ-zorg voor 1 november 2015 niet meer kunnen inregelen.
Veilige principes
Veilige principes in de medicatieketen. De wijkverpleegkundige informeert de verzekerde / mantelzorg over de veilige principe en zorgt er voor dat deze toegepast kunnen worden. Bij het toepassen van de veilige principes zijn wijkverpleegkundigen afhankelijk van andere schakels in de keten (huisarts, apotheker). Wordt deze eis op dezelfde wijze verwoordt naar huisartsen en apothekers? Kan een wijkverpleegkundige zich tot Menzis wenden wanneer de veilige principes niet nageleefd kunnen worden door toedoen van een andere partij?
Dat is correct.
253
254
31
Hoofdstuk 6, 6.6
Voorbehoud
De beleidsregels van de NZa (BR/CU-710 ;TB/CU-7098-01; NR/CU-721) zijn De beleidsregels zijn bepalend geweest voor de definitieve financiële uitgebracht ná de inkoopgids Wijkverpleging van Menzis. Hebben deze NZa paragraaf zoals die binnenkort gepubliceerd wordt. beleidsregels nog consequenties voor de inkoopgids Wijkverpleging van Menzis? (zie ook 6.6 Voorbehoud)
255
32
Hoofdstuk 7, 7.1
Wat biedt Menzis
Vragen: Hoe garandeert Menzis zorgverzekeraar dat de zorgadvieslijn haar onafhankelijkheid bewaart in de advisering en niet sturend optreedt voor zover het de instroom- en uitvoering van de extramurale zorgverlening betreft, richting wijkverpleegkundigen en mantelzorgers. - Begeeft Menzis zorgverzekeraar zich met de zorgadvieslijn niet op ‘glad ijs’ door in het domein van de zorgaanbieder te treden?
Wijkgericht werken
Wijkgericht werken. Menzis geeft hier een gedetailleerde beschrijving voor de inrichting en werkwijze van zelfsturende teams. Het lijkt er op dat alle aanbieders geacht worden een kopie te worden van Buurtzorg. A) Met welke doelstelling benoemt u hierbij het woord zelfsturend; zorgorganisaties zijn toch zelf verantwoordelijk voor de wijze van aansturing van medewerkers? B) Een wijkzorgteam (15 personen) moet 7 x 24 uur verzorging en verpleging bieden? Een dergelijke organisatie is absoluut niet doelmatig en strookt niet met het vorig jaar door Menzis Zorgkantoor ingezette beleid om juist voor de onrendabele uren in de avond, nacht en bereikbaarheid samenwerking te zoeken. Kunt u een nadere toelichting geven of deze tekst laten vervallen? c) Een team bestaat uit maximaal 15 personen waarvan 2 (wijk)verpleegkundigen op niveau 5. Ook hiervoor geldt dat zorgorganisaties zelf verantwoordelijk zijn voor een doelmatige inrichting van de zorg. Betekent het dat een organisatie die andere keuze maakt bij de inrichting van wijkgericht werken niet voldoet aan deze differentiatie-eis?
Wijkgericht werken
U geeft aan dat de wijkverpleegkundige de regie op zich kan nemen voor het realiseren van een gezonde buurt of wijk en daartoe contacten legt met de huisarts, gemeente, welzijnsinstellingen en informele zorg. Zouden conatcten met de zorgaanbieders in de wijk ook niet bijdragen aan deze taak?
U heeft gelijk, in principe kan dat indien dat aan de orde is zeer relevant zijn en voor Menzis is dat een vanzelfsprekendheid
Wijkgericht werken
U spreekt hier van ‘kleine (zelfsturende)teams’. Het is duidelijk dat u voorschrijft dat het hebben van kleine teams een vereiste is! Vragen: a) Wat is de minimale en maximale omvang van een klein team, in uw perceptie? b) Wat verstaat u onder ‘zelfsturend’?- In hoeverre vereist u dat de kleine teams ‘zelfsturend’ moeten zijn?
A) Op blz. 17 en in het blauwe kader op blz. 18 vindt u de eisen en ideeën B) daar kunt u zelf invulling aan geven die past bij uw visie en bedrijfsvoering
256
257
7
258
17
Menzis
hoofdstuk 3; § 3.1
QenA Wijkverpleging 2015 32
Wijkverpleging is nu een aanspraak in het kader van de Zvw: Menzis behartigt de belangen van en voor haar verzekerden (en in 2015 ook die van andere zorgverzekeraars) Er hoeft geen sprake te zijn van onafhankelijkheid, sterker: we willen juist voor hen opkomen. De zorgadvieslijn is verder juist bedoeld als extra service en ondersteuning als een mantelzorger of een professional "er niet meer uit komt" om welke reden dan ook (dat kan deskundigheids tekortkoming zijn, maar ook onduidelijkheid in regelgeving) A) dat is correct, de wijze waarop een instelling daar invulling aan geeft is vrij. B) wij willen deze eis niet laten vallen: binnen de aanspraak wordt duidelijk omschreven dat er sprake is en moet kunnen zijn van 7x 24 uurs zorgverlening C) wij zijn van mening dat kwalitatief goede zorgverlening alleen op basis van deze samenstelling kan voldoen aan de hoge kwaliteitseisen
259
17
4.3
Wijkgericht werken
In de laatste alinea, 2e bullet wordt gesproken over ‘hoge kwaliteit van zorg’. Wat bedoelt u exact met ‘hoge’?
260
18
4.3
Wijkgericht werken
In het grijze kader geeft u aan wat Menzis ‘belangrijk’ vindt. Hoe moeten we het grijze Het betreft hier eisen waar aan voldaan dient te worden kader lezen? Betreft het hier ‘eisen’ of beschrijft het enkel de visie van Menzis op de samenstelling van wijkteams?
261
18
4.3
Wijkgericht werken
Een wijkzorgteam bestaat uit max. 15 personen waarvan min. 2 (wijk)verpleegkundigen op niveau 5 (min 1 FTE per team). Vorig jaar was de eis ten aanzien van het niveau nog 4/5. Waarom is deze eis aangescherpt en hoe verhoudt zich deze aangescherpte eis tot de doelstelling de zorgkosten te beperken?
Deze eis is inderdaad verscherpt omdat niveau 5 nodig is om de indicatie stelling te doen. Daarnaast past het in onze visie dat we hoogwaardige kwalitatieve zorg willen inkopen. Wij denken dat de tijdige en juiste inzet van niveau 5 juist een positief effect zal hebben op de zorgkosten
262
18
4.3
Wijkgericht werken
Op pagina 18 van het inkoopdocument heeft Menzis het volgende opgenomen: "Menzis vindt het daarom belangrijk dat basisformatie van een wijkzorgteam bestaat uit maximaal 15 personen, waarvan minimaal 2 (wijk)verpleegkundigen niveau 5 met een totaal dienstverband van minimaal 1 fte per team én een team functioneert binnen 1 dorp, 1 wijk of binnen 1 stadsdeel. a) Mogen wij dit opvatten als de meest wenselijke indeling van een wijkzorgteam of betreft dit een eis? b) Indien het een eis betreft doen wij het volgende verzoek. Een wijkzorgteam is operationeel in een dorp, wijk of stadsdeel. De grootte van een dergelijk werkgebied kan van elkaar verschillen. Een wijkzorgteam heeft daarom niet altijd de zorg voor evenveel (hulpbehoevende) inwoners. Dat betekent dat de basisformatie van een wijzorgteam van maximaal 15 personen, waarvan minimaal 2 (wijk)verpleegkundigen, disproportioneel kan zijn indien het wijkzorgteam verantwoordelijk is voor relatief weinig (hulpbehoevende) inwoners. Ons verzoek is of Menzis deze eis kan laten vervallen, zodat het ter beoordeling aan de zorgaanbieders is hoe een wijkzorgteam moet worden ingericht. Zorgaanbieders hebben de kennis in huis om te beoordelen hoe een wijkzorgteam optimaal kan worden samengesteld per dorp, wijk of stadsdeel. Wij vernemen graag of u akkoord bent met ons verzoek. c) Indien u toch wenst vast te houden aan de hiervoor genoemde eis, hoe verhoudt zich dat dan tot het volgende (pag. 15 Inkoopdocument): "Daartoe zijn er voldoende verpleegkundigen niveau 5 in vaste dienst van de zorgaanbieder. Indien er niet voldoende verpleegkundigen op niveau 5 in dienst zijn, wordt een verbeterplan opgesteld". Bij deze eis wordt expliciet de mogelijkheid geboden tot een verbeterplan. Bent u bereid om ook voor de eis met betrekking tot de basisformatie van een wijkzorgteam toe te staan dat daarvoor een verbeterplan wordt opgesteld? Zo niet, waarom niet?
A) u moet dit opvatten als eis. B) de omvang van een wijk, buurt of dorp kan zowel in inwoneraantallen als in geografische omvang verschillend zijn (overigens is deze eis niet nieuw, maar was deze al zo in 2014 bij het zorgkantoor) Deze eis is, omdat niveau 5 nodig is om de indicatie stelling te doen. Daarnaast past het in onze visie dat we hoogwaardige kwalitatieve zorg willen inkopen. Wij denken dat de tijdige en juiste inzet van niveau 5 een positief effect zal hebben op de zorgkosten C) Het verbeterplan is relevant ten behoeve van de ontwikkelingen met betrekking tot de indicatiestelling en heeft dus een andere oorzaak en grondslag. We houden daarom vast aan onze eis. Echterop basis van een analyse van de zorgaanbieder kunnen maatwerkafspraken worden gemaakt indien een verbeterplan aangeleverd wordt met betrekking tot dit thema.
Zorgplan
De zorgaanbieder zorgt ervoor dat het zorgplan te allen tijde (digitaal) inzichtelijk is voor de klant en zijn mantelzorger/contactpersoon. A)Betekent dit dat zorgplannen digitaal ontsloten moeten zijn of is een hardcopy van het zorgplan bij de cliënt voldoende? B)Indien het zorgplan digitaal kan worden aangeboden is dit dan voldoende of blijft de verplichting om ook een hardcopy in de woning van de client te houden?
A) Digitaal ontsloten en hardcopy bij klant is voldoende. B) De klant (en mantelzorger indien van toepassing) moet altijd (in de thuissituatie) een (ondertekend) exemplaar van het zorgplan (digitaal of hardcopy) in kunnen zien, tot zijn beschikking hebben.
Zorgplan
In de inkoopdocumenten staat dat de cliënt altijd moet kunnen beschikken over een Hier wordt bedoeld dat er voor elke klant een zorgplan wordt opgesteld en dat digitaal zorgplan. Wordt hier dan ook mee bedoeld dat er een digitaal ECD is wat een moet fysiek of digitaal beschikbaar zijn voor de klant en/of mantelzorger, cliëntportaal heeft? verder is de aanbieder vrij een systeem te kiezen.
Zorgplan
U geeft aan dat de inhoud van zorgverlening een andere invulling kan krijgen. Vraag: Het kan zijn dat de bestaande zorgverlening op een andere wijze ingevuld kan Wat is de visie van Menzis op “een andere invulling” en kunt u hier concrete worden, bijvoorbeeld in plaats van dagelijkse activiteit, waarbij het nooit voorbeelden van geven? geprobeerd is een klant het zelf te leren, of gebruik te maken van hulpmiddelen, wordt gekeken naar alternatieven of wordt alsnog gekeken of klant (mantelzorger) iets aangeleerd kan worden zodat de zorg kan worden verminderd of afgebouwd
263
264
265
Menzis
Hoofdstuk 4, 4.2
10
QenA Wijkverpleging 2015 33
Hier wordt mee bedoeld kwalitatief hoogwaardige zorg die geleverd wordt door het juiste personeel, met de juiste deskundigheidniveaus, op basis van het individuele zorgplan (opgesteld op basis van de normen die de beroepsgroep daarvoor heeft opgesteld: "te doen gebruikelijk binnen de beroepsgroep") waarbij een hoge klanttevredenheid is en die ook nog (bewezen) doelmatig is
266
14
Zorgplan
Lezen wij het goed dat er voor de indicerende wijkverpleegkundigen instrument moet U leest het goed zijn voor een objectieve beoordeling van de zorgvragen. Deze instrumenten staan beschreven in de V&VN Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving. En daarbij zijn er in de Richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging de volgende opties beschreven: standaard zorgplannen, klinische paden en classificaties zoals de NANDA, NOC, NIC, ICF en Gordon. De wijkverpleegkundige mag dus via het instrument van RAI de interventies bepalen en dit uitwerken in een standaard zorgplan dat voldoet aan de plan-do-check-act.
267
14
Zorgplan
U geeft hier aan dat het zorgplan digitaal inzichtelijk moet zijn voor de klant? Vragen: a) Wat bedoelt u precies met ‘digitaal inzichtelijk voor de klant’? b) Welke voorziening moeten we als zorgaanbieder treffen om het zorgplan digitaal inzichtelijk te maken? c) Is het de bedoeling dat de klant kan inloggen in een digitale omgeving of moet de wijkverpleegkundigen zijn uitgerust met een laptop of ipad om de klant digitaal inzicht te geven in het zorgplan? d) Kunt u ons een praktische zienswijze aanreiken waarbij voldaan wordt aan privacyeisen?
268
14
Hoofdstuk 4.2
Zorgplan
269
14
Hoofdstuk 4, 4.2
Zorgplan
Menzis
A) hier wordt bedoeld dat er voor elke klant een (digitaal) zorgplan wordt opgesteld en dat moet fysiek of digitaal beschikbaar zijn voor de klant en/of mantelzorger. B) de aanbieder is vrij een systeem te kiezen en keuzen te maken of men digitaal het zorgplan wil ontsluiten (een actuele ondertekende hardcopy bij klant is op zich voldoende), maar de klant (en mantelzorger indien van toepassing) moet dus altijd (in de eigen thuissituatie) een (ondertekend) exemplaar van het zorgplan (digitaal of hardcopy) in kunnen zien cq tot zijn beschikking hebben. C) hangt van uw eigen keuze af D) er zijn hiervoor wettelijke eisen en normen In de zin; “Aanvullend op de eisen zoals benoemd is de ZN inkoopgids Wijkverpleging Nee, digitaal is niet verplicht, maar is onderstreept omdat het wel zeer gewenst 2015 zorgt de zorgaanbieder ervoor dat het zorgplan te alle tijde (digitaal) inzichtelijk is. is voor de klant én zijn mantelzorger/contactpersoon” Het word “digitaal” is onderstreept. Bedoelt u hiermee dat een zorgaanbieder alleen een digitaal zorgplan mag worden gebruikt of is het gebruik van een papieren zorgdossier ook nog steeds toegestaan? Zo nee, kunt u dan omschrijven wat u wel bedoelt. De zorgverleningsovereenkomst en het zorgplan dienen te worden ondertekend door Wij zijn bereid om in overleg te gaan over alternatieve vormen van registratie de zorgaanbieder en de verzekerde en/ of diens vertegenwoordiger. De instelling die zowel de adminstratieve lasten van klant en zorgverlener verminderen en heeft een voorstel om de (ervaren) administratieve lasten te verminderen. Met de die voldoen aan de door ons gestelde eisen. invoering van het Elektronisch Clienten Dossier ontstaat een nieuwe mogelijkheid om aan deze eis te voldoen. Er wordt in de zorgovereenkomst een artikel opgenomen waarin staat dat de zorgverlener zich verplicht om elk nieuw zorgplan met de cliënt te bespreken. Dit document wordt door beide partijen ondertekend. Het origineel krijgt de cliënt en een gescande versie wordt gekoppeld aan het dossier van de cliënt. Na bespreken van het zorgplan maakt de zorgmedewerker hier melding van in het dossier en registreert in het ECD dat deze actie is uitgevoerd. Met deze handelswijze kan ons inziens worden voldaan aan de eis van de handtekening en het bespreken met de cliënt. Ook voor de cliënten zou dit een vermindering van de administratieve lasten betekenen. Het dossier is daarnaast inzichtelijk voor de cliënt en familie, hieraan wordt voldaan door de koppeling met cliënt- en mantelzorgportaal Carenzorgt.nl. Is het mogelijk om bovenstaande afspraak te maken?
QenA Wijkverpleging 2015 34