DIT IS EEN BIJLAGE BIJ DAGBLAD DE TELEGRAAF. DE INHOUD VAN DEZE BIJLAGE VALT NIET ONDER DE REDACTIONELE VERANTWOORDELIJKHEID
Pure ambacht De veelzijdigheid van het slagersvak
Topsector Agrofood De ideale gouden driehoek No. 3 / Febr. ’08
EERLIJK & PUUR 4 TIPS
DUURZAAMHEID BINNEN DE KETEN
Albert Jan Maat: ‘De grootste uitdaging is betere samenwerking tussen boeren, afnemer, verwerkers en de markt’ Telegraaf Banner.pdf
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
13-06-2012
Michael Braungart: ‘Bij cradle to cradle zijn producten ontworpen om gerecycled te worden. Het recyclen begint al op de ontwerptafel’
10:08:37
HET GROOTSTE AGRO EVENEMENT VAN NEDERLAND
2 · JUNI 2012
DE UITDAGING Het belang van duurzaamheid wordt steeds groter in Nederland. Bedrijven en organisaties spelen steeds meer in op de toenemende vraag naar eerlijke en pure producten. Daarom is het belangrijk om de duurzame productieketen uit te lichten. Dit dossier behandelt het gehele proces waarbij de belangrijkste schakels van de keten worden doorlopen. Topkok Ron Blaauw en duurzaamheidsgoeroe Herman Wijffels bespreken hun visie op de rol die de consument speelt in dit proces.
Vele mogelijkheden voor duurzaamheid
consument aan zorgvuldig geproduceerde producten. Daarom zijn producenten van chocolade meer gaan kijken naar de manier waarop cacaoboeren behandeld worden. Zo zie je maar dat om zowel ecologisch als sociaal positieve gevolgen te verwezenlijken er in de hele keten verduurzaamd moet worden.
Herman Wijffels Hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de Universiteit Utrecht.
D
uurzaamheid is een enorm breed begrip maar uiteindelijk gaat het om de zorgvuldige omgang met natuurlijke hulpbronnen en het zorgvuldig omgaan met elkaar. De relatie tussen mensen onderling en de relatie tussen de mens en de aarde staan hierbij centraal.
Aspecten van verduurzaming
Er zijn allerlei aspecten van duurzaamheid, een bekend voorbeeld is natuurlijk groene energie. Het gebruik van fossiele energie levert in zekere mate vervuiling op voor de omgeving, gebruik je daarentegen duurzame energie dan is die vervuiling veel minder en wordt de omgeving dus ook minder belast. Ook binnen het productieproces van goederen zoals witgoed en auto’s zijn er duurzame mogelijkheden. Grondstoffen werden vaak één keer gebruikt en vervolgens weggegooid. Wat we nu steeds vaker zien is dat grondstoffen zo veel mogelijk herbruikt worden; de productiegoederen moeten zo in elkaar gestoken worden dat het mogelijk is de grondstoffen eruit te halen en opnieuw te gebruiken.Op die manier kunnen we efficiënter omspringen met grondstoffen waardoor we er uiteindelijk ook minder van nodig hebben. Nog een bekend voorbeeld is chocolade. Je ziet op steeds meer verpakkingen van chocolade staan dat het een duurzaam geproduceerd product is. Dit vertelt ons dat de industrie is gaan inspelen op de behoefte van de
Ondernemers en consumenten
Voor ondernemers liggen er talloze uitdagingen voor het grijpen wat betreft verduurzaming. Dit geldt voor de grote organisaties die zich massaal richten op het omhoog tillen van het niveau van het productieproces maar ook zeker voor kleinere organisaties. Vooral binnen de biologische sector is er sprake van veel kleine ondernemingen die bijvoorbeeld streekproducten leveren. En natuurlijk zijn er voor ons als consument ook talloze kansen. Je moet constant je voorkeur bepalen, bij elke (aankoop)beslissing die je doet. Ga je voor een duurzaam geproduceerde spijkerbroek en betaal je wat meer of kies je voor een broek die minder kost maar waar misschien wel kinderarbeid aan te pas is gekomen? Neem je de auto of de fiets? Vraag jezelf zo nu en dan af wat het effect van je handeling is op het milieu en op andere mensen. Je keuze beïnvloedt uiteindelijk de productie. Zo kun je ervoor kiezen om biologisch vlees te kopen in plaats van een kiloknaller. Daar betaal je wel meer voor maar als je vervolgens beslist om minder vaak vlees te eten kun je nog goedkoper uit zijn ook. Het bewustzijn is inmiddels groeiende maar nog lang niet iedereen is bereikt. Er zijn zoveel manieren waarop we kunnen bijdragen aan een duurzame samenleving. Het hele leven zit vol mogelijkheden voor duurzaamheid en door na te denken over de gevolgen van ons handelen komen we al een heel eind.
ANNE DE VOGEL
[email protected]
Genieten van de smaak van wortels en bieten
WIJ RADEN AAN Philip den Ouden Directeur van de Federatie Nederlandse levensmiddelenindustrie
PAGINA 17
‘Verduurzaming is een issue waar heel veel bedrijven op heel veel vlakken mee bezig zijn. Iedereen binnen de levensmiddelenindustrie ondervindt het, het is een fundamentele transformatie voor het hele ketenproces’
WIJ RADEN AAN
Eerlijk eten
Ron Blaauw Chef-kok
C
hef-kok Ron Blaauw (44) heeft een uitgesproken mening over eten en gelooft heilig in puur natuur. Sinds 2011 is hij chefkok in het gelijknamige restaurant in Amsterdam-Zuid, dat in korte tijd twee Michelinsterren vergaarde. Blaauw is gepassioneerd over de biologische ingrediënten van zijn leveranciers en hekelt de Nederlandse eetmentaliteit. “We moeten in Nederland echt af van het elke avond vlees,aardappelen en wat groente eten.Je hoeft echt niet elke dag de ‘schijf van vijf’ te eten. Er ligt voor ons als koks een taak om Nederlanders aan ander voedsel te helpen. Begin bijvoorbeeld eens met een paar dagen alleen maar groente te eten.We doen in Nederland altijd alsof we niet veel groente hebben, maar er zijn zoveel groenten die je heerlijk kunt bereiden. Neem Hollandse bitjes, die zijn zo waanzinnig lekker als je ze op de juiste manier klaarmaakt. Wij denken in Nederland niet op deze manier, wij hebben echt nog wat slagen te maken om hier Bourgondischer te worden. Wij zijn denk ik het enige land dat een hele aparte afdeling heeft met broodbeleg en allemaal ‘Bassie en Adriaan’ worst. En als je dan vlees eet, betaal dan wat meer voor biologisch en lekker vlees. Als je nu een speklapje in de pan gooit zie je eerst een halve liter water eruit lopen, omdat het lapje helemaal is volgepompt. Ik vind ook dat boeren die biologisch vlees produceren meer subsidie moeten ontvangen. En biologisch vlees zou vaker in de aanbieding mogen zijn.”
“Op ons niveau van koken is alles biologisch. Maar biologisch heeft toch een geitenwollensokken smaak erom heen hangen. Ik zou het in plaats van biologisch gewoon eerlijk willen noemen. Eerlijk Hollands voedsel. Wij werken in het restaurant alleen maar met Nederlandse leveranciers waar verder niemand tussen zit. Dat zijn mensen die met ziel en zaligheid aan hun vlees of groente werken. Wij krijgen hier twee keer per week manden met seizoensgroente waarvan we nooit weten wat erin zit.Dan gaan wij ermee aan de slag en experimenteren. Laatst nog met bloemetjes van aardbeien, daar maken we heerlijke siroop van of ijs. Hoe belangrijk puur natuur is merkte ik een paar jaar geleden San Francisco. Daar stond op een biologische markt een kraampje met alleen maar wortels. Zo’n wortel smaakt dan ook naar wortel en niet naar water. Hou je aan het seizoen wat betreft groenten. Nu is het aanbod beperkt, maar vroeger had de groenteboer achttien verschillende soorten aardappels. Die kant moeten we weer op.”
PAGINA 19
Daan Kneppers Freelance haarstylist en haarkunstenaar. Winnaar van Keune’s Next Hair Guru en de Coiffure Award Heren regio Noord.
‘Ik probeer constant rekening te houden met de natuur en dat kan ik iedereen aanraden’
We make our readers succeed! EERLIJK & PUUR 1E EDITIE, JUNI 2012 Managing Director: Marc Reineman Editorial Manager: Stella van der Werf
Natuur
“Misschien heeft het met leeftijd te maken, maar nog elk jaar krijg ik meer respect voor alles wat er in de natuur groeit. Ik kijk nu anders naar de planten en bloemen als ik door de natuur wandel. Ook wat ik in mijn eigen tuin aan groenten zie groeien dankzij wat water en zon is schitterend om te zien. Daarom ben ik ook ambassadeur van de Westfriese Omringdijk. Daar zitten zoveel boeren die prachtige producten maken. Daar leer ik zelf elke dag van. Ik denk dat we hier in Nederland moeten leren op een andere manier onze producten te bereiden. Doe op de barbecue in plaats van alleen maar kilo’s vlees wat prei met uitjes en geraspte kaas. Of maak van oud brood zelf lekker toast, er is niets lekkerder. Of pof een ui in de oven met een beetje zeezout. Zorg dat je het simpel houdt en het product echt kan proeven.” SANDER COLLEWIJN
[email protected]
Business Development Managers: Reinoud Jager Thomas de Vries Project Managers: Sanne van den Eijnde sanne.eij
[email protected] Stephanie van de Korput
[email protected] Bas Louwaars
[email protected] Benjamin Boogerd
[email protected] Gedistribueerd: De Telegraaf, juni 2012 Drukkerij: Dijkman Offset Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000 Fax: 020-7077099 E-mail:
[email protected]
Dit is een bijlage bij dagblad De Telegraaf. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van De Telegraaf.
Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar.
Eerlijk eten? Eitje! Eerlijker en puurder kan niet. Wie een ei koopt van Rondeel kan ervan uitgaan dat er ruime aandacht is geweest voor dierenwelzijn. En: dat de verpakking milieu vriendelijk is. Directeur Ruud Zanders vertelt. “We hebben een oplossing bedacht waar iedereen achter kan staan. Van dierenwelzijninstanties en boeren tot natuurlijk de consument. Een Rondeelei is het enige ei dat een Milieukeur heeft. Het is wat je noemt een duurzaam ei, dat bovendien drie sterren heeft gekregen van de Dierenbescherming. De Consumentenbond beoordeelde ons ei met een 7,9 als beste. Daar zijn we heel trots op”, zegt Ruud Zanders.
Minder CO2-uitstoot
Bij Rondeel begint het bewustzijn al bij de huisvesting van de leghennen. Zo hebben die een dag- en een nachtverblijf en de beschikking over een bosrand, gebaseerd op de natuurlijke behoefte van de dieren. “Uniek is dat de stal elke dag open is voor publiek zodat de consument zelf kan komen kijken wat we doen. Daarnaast is onze ver-
pakking ook duurzaam te noemen. De kenmerkende ronde Rondeeldoosjes –waar zeven eieren in zitten- zijn vervaardigd van aardappelzetmeel. Dit zorgt er niet alleen voor dat ze volledig composteerbaar zijn, maar ook dat bij de productie hiervan er minimaal 25 procent minder CO2-uitstoot optreedt. Deze manier van werken is voor ons heel belangrijk, omdat we ernaar streven om het meest duurzame ei te verkopen. Dit komt vanuit onze wil om de wereld zo min mogelijk te belasten in combinatie met grote aandacht voor dierenwelzijn.”
Bewustzijn
Rondeel BV is onderdeel van de Venco Groep. Zusterbedrijf Vencomatic won recent de Koning Willem I Prijs, waarbij ook veel aandacht is voor duurzaamheid. “Dat is veelzeggend omdat er in het
hele concern een groot bewustzijn is van de voetafdruk die we achterlaten op de wereld.
Ruud Zanders
Rondeel doet er ook alles aan om die zo minimaal mogelijk te laten zijn. Dit doen we momenteel in samenwerking met drie boeren. Het doel is om op verantwoorde wijze langzamerhand uit te breiden. Zodoende kunnen meer mensen -die oog hebben voor duurzaamheid, dierenwelzijn en die willen weten waar hun ei vandaan komteieren van Rondeel kopen. Ook de consument vindt duurzaamheid namelijk steeds belangrijker.”
Het Rondeel.... ...een paleis voor kippen Een onderzoek naar de spanningsverhoudingen tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen, behoeften van de leghen en een ideale werkomgeving voor de pluimveehouder, werd beschreven in het rapport ‘Houden van Hennen’. Het resultaat is de bouw van het Rondeel, een paleis voor kippen.
Bosrand
Nachtverblijf
Het “nachtverblijf” voorziet in de eerste levensbehoeften van de kip: eten, drinken, rusten en eieren leggen. In deze ruimte is een volièresysteem geïnstalleerd waarin al deze elementen zijn geïntegreerd. Uniek hier is dat door middel van een geheel oprolbare geïsoleerde zijwand er één klimaat wordt gecreëerd tussen het dag- en nachtverblijf.
Dagverblijf
De “bosrand” komt tegemoet aan de natuurlijke behoeften van de kip zoals scharrelen, verkennen en beschutting zoeken. De bosrand is een afgeschermde ruimte waardoor de kippen kunnen genieten zonder dat ze gestoord worden door vossen en/of roofvogels. In de bosrand zijn boomstronken geplaatst, waarvan de kippen volop gebruik maken.
Centrale middenkern
Het “dagverblijf” voorziet in de natuurlijke behoeften van de kip zoals scharrelen en stofbaden. De natuur is hier naar binnen gehaald. Hierdoor maken veel kippen gebruik van de scharrel- en stofbadgelegenheid. Bezoekers kunnen deze natuurlijke gedragingen observeren vanuit de bezoekerstunnel die in één van de dagverblijven is geplaatst. Op ooghoogte met de kip kunnen de bezoekers zien wat er allemaal in het Rondeel gebeurd. Het dagverblijf is afgeschermd met een lichtdoorlatend zeil, waardoor regen en uitwerpselen van andere vogels niet door kunnen dringen en de kippen volop kunnen genieten van de frisse lucht.
De “Centrale Middenkern” bestaat uit 3 verdiepingen. Op de begane grond is de werkruimte voor de pluimveehouder, waar de eieren worden ingepakt. Op de eerste verdieping bevind zich de bezoekersruimte. Van hieruit kan men via de bezoekerstunnel, op leefniveau tussen de kippen doorlopen. Bezoekers zijn iedere dag welkom, en kunnen lezen en voelen wat het Rondeel is. Op de tweede verdieping staan twee warmtewisselaars die het klimaat regelen en de voor- en nadroging van de mest verzorgen.
Het Rondeel.... ...het kippenpaleis waar onze kippen in alle rust uw heerlijke Rondeeleitjes leggen
Kom gerust kijken Wij verheugen ons op uw bezoek!
De Rondeelboeren: Barneveld: Gerard en Jeanet Ewijk: Willy en medewerkers Wintelre: Els en medewerkers
Te koop: bij alle vestigingen van Albert Heijn en op diverse regionale verkooppunten
Rondeeleieren combineren optimaal dierenwelzijn met maximale zorg voor het milieu!
w w w. ro n d e e le i e re n . n l
4 · JUNI 2012
NIEUWS
Een voortdurende zoektocht naar duurzaamheid
De agrarische sector in Nederland is goed voor zo’n 10% van het bruto nationale product en zorgt voor veel werkgelegenheid. De boeren in Nederland houden zich voornamelijk bezig met het verbouwen van specialistische gewassen. Ondanks de kleine schaal behaalt Nederland de grootste productie per hectare en is mondiaal tweede op het gebied van agrarische export.
Door de goede kwaliteit grondstoffen en ligging is het ook voor buitenlandse boerenbedrijven interessant om in Nederland te opereren. De focus van de overheid heeft zich sterk gevestigd op duurzaamheid. Er moesten daarom op het platteland maatregelen genomen worden ter reductie van CO2 uitstoot. Tegenwoordig speelt de Nederlandse akkerbouw op het gebied van duurzaamheid een vooraanstaande rol.
Beperken chemische middelen
‘’Boeren zijn altijd al duurzaam bezig geweest’’,aldus akkerbouwer en voorzitter van de vakgroep akkerbouw bij LTO Jaap Haanstra. ‘’Elke boer is bezig met zijn visie op de toekomst en wil zijn land zó bewerken dat het van generatie op generatie over gedragen kan worden, daar is duurzaamheid voor nodig.’’ Door middel van functionele agrobiodiversiteit (FAB) probeert de boer het
gebruik van chemische middelen te beperken. FAB wil zeggen dat er gebloemde akkerranden geplaatst worden zodat hier ‘goede’ insecten gekweekt worden die plagen kunnen voorkomen. Een boer die zich hier mee bezig houdt is Cees Schelling; ‘’Al sinds 1998 is mede door FAB het gebruik van chemische middelen met 95% teruggedrongen, iets waar we best trots op mogen zijn. Toch blijft het een voortdurende zoektocht naar optimaliseren’’.
De aardappel wordt op zijn wenken bediend!
De laatste jaren zijn er veel innovaties geweest binnen de akkerbouw. De meeste zijn een gevolg van de intrede van ‘precisielandbouw’, tegenwoordig ‘hot item’ in de akkerbouw. Precisielandbouw houdt in dat het land zeer nauwkeurig wordt bewerkt en de behoefte van het gewas per vierkante meter kan worden bepaald. Dit gebeurd met behulp van nieuwe technologische snufjes waaronder GPS. Het gevolg hiervan is een hoger rendement en minder CO2 uitstoot. De aardappel wordt zo gezegd op zijn wenken bediend. Volgens akkerbouwer Detmer Wage uit Wedde kost de inburgering van het project veel maar levert het ook wat op. ‘’Het zaaien en schoffelen hoeft niet meer met de hand, je hoeft dus niet constant van je wagen te springen. Dit bespaart een hoop tijd. Bovendien werken de apparaten dag en nacht door.’’ Toch zijn nog niet alle boeren overtuigd van de voor-
delen van het gebruik van de nieuwe apparatuur. In de praktijk blijkt het lastig om alles te begrijpen, aan elkaar te koppelen en optimaal te laten functioneren. De verwachting is dat toekomstige generaties boeren hier minder moeite mee hebben. Die groeien immers op met mobiele telefoons waar bijvoorbeeld al GPS op zit.
Nederland op voorsprong
Precisielandbouw staat nog in de kinderschoenen en daarom is het te vroeg om te stellen dat het gewas er kwalitatief beter van wordt. “Het blijkt voornamelijk een kwestie van experimenteren en alert zijn. Wage merkt dat er van alle kanten geknepen wordt als het gaat om de reductie van kunstmestgebruik.‘’Mijn doel op korte termijn is de optimalisatie van dierlijk mestgebruik. Er wordt met samengeknepen ogen gekeken naar Nederland als het gaat om meststoffen. Dat is niet helemaal eerlijk omdat onze opbrengst per hectare veel hoger is in vergelijking met het buitenland. In het buitenland wordt precisielandbouw ook toegepast maar op veel grotere schaal. Dat we in Nederland al zo ver zijn dat er op de vierkante centimeter nauwkeurig gewerkt kan worden getuigt van het feit dat we qua kennis en kunde een aardige voorsprong hebben.’’
! IN HET KORT
We moeten zuinig omgaan met plantenvoeding De groeiende wereldbevolking zorgt ervoor dat steeds meer voedsel nodig is. Dat betekent dat we landbouwgrond zo efficiënt mogelijk moeten inzetten. De beschikbaarheid van mineralen, die voedingstoffen voor planten zijn, speelt daarin een belangrijke rol. Om mineralen zo efficiënt mogelijk te gebruiken is door de Nederlandse akkerbouwsector het Masterplan Mineralenmanagement (MMM) ontwikkeld. Akkerbouwers werken hiermee heel nauwkeurig aan aspecten die helpen zuinig om te gaan met mineralen. Met behulp van dit plan bepalen Nederlandse akkerbouwers bijvoorbeeld steeds nauwkeuriger wanneer gewassen voedingsstoffen nodig hebben. Maar ook hoe een gezond bodemleven kan bijdragen aan optimale opname van meststoffen in de wortels van gewassen. Een akkerbouwer moet zoveel mogelijk kunnen produceren, maar dit mag niet ten koste gaan van het milieu. Het gaat er dus om dat de mineralen (en andere voedingstoffen) op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, in de juiste vorm en op het juiste moment voor het gewas beschikbaar zijn. Want alleen als we efficiënt met beschikbare natuurlijke hulpbronnen omgaan kunnen we alle mensen op deze ene aarde voldoende voedsel bieden. EMMA POELMAN
EMMA POELMAN
[email protected]
Albert Jan Maat Voorzitter van de land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland
■ Vraag: Hoe speelt de landbouwsector in op de grotere vraag naar duurzame producten? ■ Antwoord: Boeren investeren veel in verduurzaming en een goede relatie met de markt.
[email protected]
BioChar
Kiemkracht De wereldbevolking groeit van 7 miljard nu tot 9 miljard in 2050 en tegelijk zal de welvaart stijgen. Het produceren van steeds meer voedsel vraagt veel van onze aarde. De akkerbouw neemt daarin een bijzondere plaats in. Niet alleen produceren akkerbouwbedrijven de belangrijkste voedselgewassen voor de mens (rijst, aardappelen en graan), ook produceren zij het voer voor de veehouderij. De sector is daarom volop bezig de productie duurzamer te maken. Nederland is daarin nu al een wereldwijde koploper. Hoe wij dat in 2012 doen laten de boeren hierboven zien. Tegelijk is de sector druk bezig om de mogelijkheden van de toekomst te onderzoeken. De sector heeft daar Kiemkracht voor opgericht. Kiemkracht is een alliantie van het Productschap Akkerbouw (PA) en het InnovatieNetwerk, dat is ingesteld door het ministerie van EL&I. Samen met LTO en NAV werkt Kiemkracht aan grensverleggende innovaties in de akkerbouw. Twee van de mogelijkheden die Kiemkracht onderzoekt zijn lupine en biochar.
Boer beseft da
Lupine Lupine is ee n kansrijk ni euw gewas de akkerbou voor w dat goed in Nederland te telen is. H et is een eiw itrijk gewas waar heerlij ke vleesverva ngers van te maken zijn. Daarnaast ku nn en we lupine inzetten als inheemse ve rvanger va in veevoer da n soja t vaak helem aal uit Zuid Amerika m oet komen. Dat scheelt wat transpor heel t en zorgt er voor dat wij de mest van in Nederland gefokte dier kunnen gebr en uiken voor de productie van hun eige n voer. Dat voorkomt he uitputten va t n fosfaatvoo rr aden elders in de wereld en maakt de cirkel rond.
ebied Amazoneg en in het n ia d je met in t e a D jaren d duizenden l a de en en et st w rdige re e plantaa ld en. o k o a k m er v er kan chtbaard ru v n ee em in d t o b it concep cht giet d ru zu a ss Kiemkra bioma sje. Door product n ee modern ja je krijg verkolen de stofarm te rheid en a a rl tbaa o o rd te a betert met dat de w arheid ver a tb ch gie. ru bodemv n bio-ener ductie va ro p e p ig o ductie gelijktijd er de pro ogt de bo agt Zo verho d ier en ra en ame man et oploss h n een duurz a ntje bij a ee st jn zi tegelijk bleem. limaatpro van het k
JUNI 2012 · 5
Agrarische ondernemer van het jaar Afgelopen maand werd bloemenbollenteler Jos Borst (46) uitgeroepen tot agrarisch ondernemer van het jaar. Het leverde hem de eer en een cheque van 12.500 euro op. “Alles in mijn bedrijf is toegespitst op het maken van topkwaliteit tulpen.”
PRECISIELANDBOUW De behoefte van gewassen wordt per vierkante meter bepaald. FOTO: JELMER VIERSTRA
at economie en ecologie hand in hand gaan De landbouwsector investeert steeds meer in duurzaamheid en biologische producten. Omdat de vraag toeneemt en omdat boeren beseffen dat economie en ecologie hand in hand gaan. Op het gebied van duurzaam produceren gebeurt heel veel, meent Albert Jan Maat, voorzitter van de land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland. “In de glastuinbouw wordt volop geïnvesteerd in bioenergie en het benutten van zonne-energie en aardwarmte. In de veehouderij draait het om dierenwelzijn en bijvoorbeeld nieuwe stal-
len met weinig ammoniak en stank. Akkerbouwers werken met GPS-gestuurde apparatuur voor een beperkt gebruik van (kunst)mest en gewasbescherming. Daardoor is het gebruik van bestrijdingsmiddelen met 40 procent gedaald.” De productie van biologische producten neemt toe, maar de afzet is nog beperkt. Maat: “De grootste uitdaging is betere samenwerking tussen boeren, afnemer, verwerkers en de markt. Er wordt door boeren veel geïnvesteerd in efficiënter werken, schoon water, gezonde bodem en lucht. Maar nog steeds moet het zo
Schuitemaker, de duurzame partner bij werkzaamheden op het gebied van voederwinning, voeren, bemesten en gladheidsbestrijding.
goedkoop mogelijk.” De afzet van duurzame producten is continu een punt van aandacht, meent Maat. “Wij zijn de grootste exportsector van de Nederlandse economie. Voor ons is er alleen toekomst als we de manier van produceren beter vermarkten. Dat kan door duurzaamheidscertificaten aan het product te koppelen, kijk naar Beemsterkaas, Ronddeeleieren en varkensvlees met een ster van de Dierenbescherming.” Inmiddels is multifunctionele landbouw een van de snelst groeiende sectoren. Boeren bouwen met
streekproducten aan relaties met hun klanten. Ze hebben zorgboerderijen, doen aan agrarisch natuurbeheer, recreatie en kinderopvang. Maat: “Boeren en tuinders dragen bij aan maatschappelijke behoeften als gezondheid, rust , ruimte, water en energie. Kortom, het belang van de land- en tuinbouw gaat verder dan alleen het produceren van voedsel, planten bloemen.”
HELEEN DE BRUIJN
De jury prees ondernemer Borst uit Obdam om hoe hij met zijn NoordHollandse nuchterheid een indrukwekkend bedrijf heeft ontwikkeld, dat bekend is over de grenzen en de beste kwaliteit tulpen levert. Dat hij op de foto stond met de Duitse bondskanselier Angela Merkel, waar een van zijn tulpen naar vernoemd is, vertelt hij zelf niet in het interview. Daar is hij te bescheiden voor. “Ja de jury was het unaniem eens over de uitslag”, zegt Borst. “Ik heb dit bedrijf in 1993 overgenomen van mijn vader en doe mijn hele leven niets anders dan bloembollen kweken. Ik ben wel echt fanatiek en dat is ook nodig met tulpen. Het is puur natuur en je moet wel doen wat de tulpen willen want je krijgt maar een keer per jaar de kans om een goede oogst te realiseren . Omdat we zoveel verschillende tulpen kweken hebben de verschillende kassen andere temperaturen. Om dat te managen is er veel logistiek nodig.” Niet alleen de kwaliteit van de tulpen van Borst is indrukwekkend, juist het commerciële succes van zijn bedrijf is op het conto van de teler te schrijven: “Ik probeer mensen altijd gek te krijgen voor exclusieve tulpen. Ik heb meer dan honderd verschillende tulpen en die gaan naar Aalsmeer, maar ook naar het buitenland. Het is mijn doel om de komende tijd nog meer aan de promotie te besteden, maar de organisatie hier met de kassen en al het personeel kost al veel tijd natuurlijk.”
[email protected]
Puur Schuitemaker
Voor meer informatie:
WWW.SR-SCHUITEMAKER.NL Morsweg 18 Rijssen - Tel. 0548 - 51 41 25 - www.sr-schuitemaker.nl
Wilt u onze machines eens van dichtbij bekijken? Bezoek ons van 5 t/m 8 september op de AgroTechniek Holland in Biddinghuizen!
De Nederlander wil duurzaam voedsel op zijn bord
Het bedrijfsleven wil vanaf 2015 uitsluitend verantwoord geproduceerde soja Het gebruik van verantwoord geproduceerde grondstoffen hoort daarbij. Niet alleen in Nederland maar juist ook ver weg. Van alle soja die wereldwijd wordt geteeld, wordt ca 5% ingevoerd via de havens van Rotterdam en Amsterdam. Daarvan gaat ongeveer 4% direct de grens weer over. Ongeveer 1% blijft achter in Nederland. In de vorm van sojameel voor diervoeder óf als plantaardige olie in levensmiddelen. Het valt niet mee voor consumenten om te ontdekken waar die soja blijft. De boon wordt meestal uitgeperst tot sojaolie, sojaschroot, sojahullen óf tot ingrediënten zoals soja lecithine en belandt als zodanig via diervoeder in melk, vlees, eieren of hagelslag.
Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja
Soja is een bulkgrondstof
Soja-bestanddelen zijn moeilijk te volgen. Laat staan dat je iets zinnigs op de consumentenverpakking kan schrijven. Toch vinden we het allemaal belangrijk dat we soja moeten gebruiken die afkomstig is uit niet-ontbost gebied, met verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en waarbij de boeren daar in normale arbeidsomstandigheden hebben gewerkt. We noemen dat verantwoord geproduceerde soja.
Round Table on Responsible Soy (RTRS)
In 2006 heeft Nederland een rol gespeeld bij de oprichting van de RTRS. Hierin zijn wereldwijd sojaproducenten, handel & industrie en maatschappelijke organisaties betrokken die zich gebogen hebben over de definitie van “verantwoord geproduceerde soja”. Vanuit deze ‘multi-stakeholderdialoog’ is eind 2010 een standaard geformuleerd die bekend staat als RTRS-gecertificeerde soja. In Nederland heeft het bedrijfsleven in samenwerking met bekende maatschappelijke organisaties zich tot doel gesteld om uiterlijk in 2015 alle gebruikte soja in Nederland volgens RTRS-standaard of gelijkwaardig te laten certificeren.
Henk Flipsen Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja
Afgelopen voorjaar hebben vrijwel alle Nederlandse supermarkten maar ook slachterijen, zuivelfabrieken, eierverwerkers, boerenorganisaties, diervoederindustrie en toeleverende olie- en vettenindustrie – ondersteund door maatschappelijke organisaties - gezamenlijk de stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja opgericht. De Nederlandse overheid levert hieraan via de Stichting Initiatief Duurzame Handel ook een belangrijke bijdrage. Deze Stichting gaat ervoor zorgen dat in een oplopende hoeveelheid de soja die in Nederland wordt gebruikt ook volgens de RTRS-standaard wordt gecertificeerd. De certificering wordt uitgevoerd conform RTRS richtlijnen en gecontroleerd door onafhankelijke en daartoe geaccrediteerde certificeringsinstellingen.
Ook in omringende landen
In 2012 wordt reeds 500.000 ton soja gecertificeerd van de ca 2 miljoen ton soja die jaarlijks in Nederland wordt verbruikt. In 2015 moet 100% gecertificeerd zijn. Natuurlijk moet dit niet tot Nederland beperkt blijven. Het Nederlandse voorbeeld wordt op de voet gevolgd door België maar ook in Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Engeland. Dat is ook nodig omdat Nederland zich niet met extra kosten en eisen voor duurzaamheid uit de markt wil prijzen. Een level playing field is vereist. Juist duurzaamheid vormt dé basis voor economische ontwikkeling. Henk Flipsen, Voorzitter Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja
Countus serieuze gesprekspartner voor agrarische ondernemer Waar gaat het een agrarisch ondernemer om als hij/zij advies wil hebben? Dat hij/zij kan praten met mensen die daadwerkelijk verstand hebben van de sector, die weten wat er speelt en ook mee kunnen denken in toekomstige scenario’s. Countus is als adviesorganisatie al bijna 90 jaar werkzaam in de agrarische sector. De agrarische adviseurs van Countus weten waar het over gaat en zijn vrijwel allemaal afkomstig uit de sector. “De ondernemer wil praten met een deskundig adviseur die hem begrijpt. Ze willen het vertrouwen hebben dat ze op de juiste manier worden bediend”, weet Geert Kuipers, manager bedrijfsadvies bij Countus. “Het draait er om de ondernemer te begrijpen en te ondersteunen in alles wat hij doet. Dat doen wij door advies te geven over alle facetten van het ondernemerschap”, zegt Kuipers, die vaak nog zelf aan de keukentafel bij de ondernemer thuis te vinden is. “Dat is het leukste dat er is.” Agrarische ondernemers zijn steeds hoger opgeleid. Waar vroeger MBO gebruikelijk was, is dat vandaag de dag HBO tot universitair. Dat vraagt om deskundige en ervaren sparringpartners met een groot
inlevingsvermogen. Countus heeft deze adviseurs in huis. De ondernemer vraagt steeds meer van het adviesbureau en daar neemt Countus dan ook de tijd voor. Een goed advies is gebaseerd op de wensen van de ondernemer zelf, aldus Kuipers: “wij geven de ondernemer advies over strategische, bedrijfseconomische, juridische en fiscale vraagstukken. Daarnaast ondersteunen wij bij subsidieen vergunningaanvragen op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Ook komt advies over arbeid en organisatie op steeds meer bedrijven aan de orde. Onze adviseurs krijgen voortdurend training om het juiste gesprek met de juiste persoon te voeren. Daarbij staan de drijfveren van de ondernemer centraal en kunnen wij de ondernemer de spiegel voorhouden welke vaak zo nodig blijkt te zijn. Voor al deze vraagstukken hebben wij, op onze 22 vestigingen, zowel op het gebied van MKB als agrarisch, met 650 medewerkers en specialisten de kennis in huis.” Een nieuwe ontwikkeling is de ondersteuning bij duurzaamheidsinitiatieven in de diverse sectoren. Veel agrariërs hebben zich hierbij aangesloten. Zo ondersteunt Countus het platform ‘Boerenfluitjes’ (www.boerenfluitjes.net), een initiatief van Ester van Aalst. Zij vond het vreemd dat de agrarische ondernemer, een echte vak-
Countus accountants + adviseurs
Dokter Stolteweg 2 8025 AV Zwolle
man die trots is op het eindproduct, bij de consument maar weinig in beeld is. “Wij ondersteunen dit initiatief omdat we de ondernemer willen koppelen aan het publiek”, zegt Kuipers. “De eerste concrete uitwerking vindt plaats in Zwolle, waar we onze MKB- en agrarische klanten met elkaar in contact brengen. Kijk eerst eens wat je van dichtbij kunt halen, vaak zijn daar meer koppelingen te maken, waaraan bedrijven door onwetendheid nog nooit hadden gedacht. Op deze manier genereren we meerwaarde voor onze klanten.” Boerenfluitjes is een initiatief dat opgroeide in de stad, maar stichting Veldleeuwerik is een initiatief dat zich ontwikkelde onder de akkerbouwers in Flevoland. De kern hiervan is dat iedere akkerbouwer, gezamenlijk met enkele collega’s, een eigen duurzaamheidsplan schrijft en uitvoert. Door ervaring en kennisuitwisseling zijn de akkerbouwers in staat om een steeds grotere bijdrage aan duurzaamheid te leveren. Ook dit initiatief wordt door Countus ondersteund. “Wij zijn het enige agrarisch financieel-economisch adviesbureau dat actief deelneemt in Veldleeuwerik en daar zijn we trots op. Wij zijn het aan de ondernemers verplicht de initiatieven op het gebied van duurzame bedrijfsvoering te volgen en waar mogelijk verder te ontwikkelen.” Immers: duurzaamheid rendeert, dus de agrarisch ondernemer investeert.
De ondernemer weet als geen ander dat voor een duurzame bedrijfsvoering er harmonie moet zijn tussen mens en milieu. Zonder harmonie groeit er niets. Soms betekent dat ‘terug naar de basis’, kritisch kijken naar je eigen bedrijfsvoering.
Tel.: 038 455 26 00
[email protected]
www.countus.nl
Geert Kuipers, manager bedrijfsadvies bij Countus.
Tot slot, duurzaamheid is geen modebegrip, het is essentieel voor de continuïteit. In diverse rapporten komt naar voren dat in 2020 duurzame bedrijven de norm zijn en in die zin is duurzaamheid voor Countus dan ook synoniem aan continuïteit.
JUNI 2012 · 7
NIEUWS
TOPTEAM AGROFOOD
DRIE LEDEN AAN HET WOORD ‘Het kabinet gaat ons ‘Koester het Hollandse omarmen’ ondernemerschap’ voorbeeld nieuwe producten als vleesvervangers ontwikkelen.Daarnaast moet de overheid verder gaan om ervoor te zorgen dat er Europese richtlijnen komen voor klimaatvriendelijke productie. Toch geldt hier dat het bedrijfsleven in de lead is met innovaties. De wetenschap is er voor de kennis en de overheid,waaronder het topteam,moet de sector stimuleren.”
Groot commitment
Hans Hoogeveen Directeur-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Innovatie & Landbouw
Hans Hoogeveen, Directeur-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Innovatie & Landbouw, ziet veel draagvlak in het bedrijfsleven voor de plannen waar het topteam Agrofood mee komt. Hij hoopt met een nieuw kabinet op een continuïteit van de huidige koers. “Ik ben zeer positief gestemd over de voortvarende aanpak van de implementatie van onze plannen. Het is nu zaak om te bewijzen of we de ambitieuze agenda waar kunnen maken. Wat mij betreft kent de sector Agro & food drie pijlers: het Hollandse ondernemerschap, de innovatie en kenniskracht en de nauwe samenwerking tussen de bedrijven, kennisinstellingen en overheid (de gouden driehoek,red.).”
De drie pijlers
“Ik denk dat we onze innovatieve houding in de landbouw moeten koesteren. Na de Tweede Wereldoorlog zijn we daarin zo ontzettend hard gegroeid dankzij een enorme handelsgeest. Naast Duitsland als ons grootste exportland, exporteren we daardoor nu onder andere steeds meer naar Azië en Rusland. Er is ook veel vraag uit het buitenland over hoe wij produceren. Ook op het gebied van innovatie zijn we heel sterk. Innovatie gebeurt namelijk niet achter de tekentafel, maar vereist fundamenteel onderzoek waarbij meerdere partijen samenwerken. En dat gebeurt in Nederland, kijk naar hoe wij bij-
“We staan als sector natuurlijk voor een moeilijke opgave. Wereldwijd moeten er in 2050 negen miljard monden gevoed worden en dat kan niet alleen met de nu bestaande landbouwgronden. Wat kan het bedrijfsleven daarin doen? Dat is de vraag.In de concrete projecten die we nu realiseren zie ik gelukkig een grote bereidheid van het bedrijfsleven. De mate van commitment was even de vraag, maar we merken dat bedrijven in de financiering van bepaalde programma’s zelfs meer dan de helft van de kosten op hun rekening nemen.Het bedrijfsleven,zowel de grotere bedrijven als de MKB-ers,zien veel in onze plannen.Dat draait om precisielandbouw, de human capital agenda, de productie van drie sterrenvlees en de ondersteuning die we geven aan projecten in Indonesië. Je ziet ook dat het agro onderwijs steeds sneller inspeelt op de arbeidsmarkt. In de praktijk heb je niet alleen land- en tuinbouwers nodig, maar ook mensen in deze sector die geschoold zijn in de ICT of logistiek. Want niet alle banen zijn op dit moment ingevuld.”
Negen miljard monden
“Het is alleen heikel op dit moment of deze benadering in de toekomst wordt doorgezet Het nieuwe kabinet gaat daar straks weer een nieuwe beslissing over nemen. Gelukkig is de motivatie bij veel mensen hoog en vindt iedereen dat de ingeslagen weg moet worden bewandeld. Die lobby is nu al hard bezig in Den Haag. Het slagen van onze plannen hangt ook af van de vraag of de productie van de hele keten gekoppeld wordt aan de retailsector. Daar ligt de succesfactor. De retail moet verbonden zijn met de veranderingen die wij doorvoeren in onze sector, maar daar heb ik alle vertrouwen in.”
Martin Kropff Rector magnificus van de Wageningen University
Martin Kropff, rector magnificus van de Wageningen University, weet dat Nederland onder andere dankzij de goede kennisinstellingen en universiteiten al heel lang een wereldspeler is in de agrofood sector en vindt dat de overheid nog meer geld opzij moet zetten voor innovatie in de sector. “Onze sector wordt als voorbeeld voor de ideale gouden driehoek (onderzoekers, ondernemers en de overheid, red.) gezien. Alle partijen zijn er het afgelopen half jaar ook bijgehaald om nieuwe plannen voor de sector maken. Dat heeft geleid tot innovatiecontracten waarbij bedrijven tot vijftig procent van nieuwe projecten willen financieren. Vijftig procent is echt enorm veel, in het buitenland gaan die financieringen veel moeizamer.Wij zijn een klein land,maar we hebben altijd een innovatieve houding gehad in de agrarische sector, dat was honderd jaar geleden al zo. Daarom is Wageningen University in 1918 ook opgericht,omdat we in ons land wilden innoveren.De kennisinstellingen in Nederland op het gebied van agrofood behoren tot de top-3 van de wereld. En met bedrijven als Friesland Campina en Unilever doen we het ook goed.We mogen best trots zijn dat we bij de wereldtop horen.”
stroomt door. Op het gebied van onderzoeksinstituten en onderwijs is Nederland uniek. Er is ook een traditioneel nauwe samenwerking tussen de overheid, bedrijven en kennisinstellingen. Daarbij is de universiteit onafhankelijk en heeft de wetenschap een grote impact op de samenleving. Er zijn leerstoelen op ecologieen milieugebied, maar ook op het gebied van levensmiddelen, planten, dieren en de sociale wetenschappen. We hebben bijvoorbeeld academische programma’s op het gebied van food en nutrition, die heel interessant zijn voor bedrijven in de Nederlandse levensmiddelensector. Het is een traject waarbij specifieke vragen uit het bedrijfsleven worden uitgezocht door de universiteit. Dat gaat om gezonde voeding en de voedingswaarde van stoffen. Hoe bereik je verzadiging zonder dik te worden? Bedrijven willen daarin onafhankelijke kennis van de wetenschap, zodat ze hun producten echt kunnen verbeteren. Een deel van dit onderzoek wordt samen met andere kennisinstellingen als TNO, andere Universiteiten en bedrijfsleven uitgevoerd binnen het Topinstituut Food and Nutrition (TIFN) waar jaarlijks vele miljoenen in geïnvesteerd worden door overheid en bedrijfsleven. In onze topsector willen we hiermee doorgaan.”
Obesitas
“Ondanks de crisis zal de topsector agrofood op volle kracht doorgaan. Gezonde voeding is altijd cruciaal voor een maatschappij. En innovatie daarin is belangrijk. Obesitas in de Westerse maatschappij is nu een groot probleem en wij kunnen als een sector een rol spelen om dat probleem op te lossen. De plannen die we hebben met het topsectoren beleid moeten gewoon doorgaan, of het nieuwe kabinet dat nu wil of niet. Misschien dat het topsectorenbeleid met een volgend kabinet een andere naam krijgt,maar dit is voor Nederland zo ontzettend belangrijk. In Europa wordt er steeds meer in kennis geïnvesteerd. Onze sector zal alleen maar groeien en het kabinet gaat ons daarin omarmen.”
Bedrijven willen onafhankelijk onderzoek SANDER COLLEWIJN
[email protected]
“Er zit samenhang in het groene onderwijs vanaf VMBO, MBO, HBO tot de universiteit. Kennis
SANDER COLLEWIJN
[email protected]
‘Agrarische sector is de groene motor van Nederland’ (LTO) en lid van het topteam Agrofood, vindt het zeer terecht dat Agrofood tot een van de topsectoren behoort en is trots op de rol die deze sector speelt binnen de Nederlandse economie.
Noud Janssen Portefeuillehouder kennis en innovatie van LTO en lid van het topteam Agrofood
Noud Janssen, portefeuillehouder kennis en innovatie van LTO (Landen Tuinbouw Organisatie Nederland
“De agrarische sector is de groene motor van Nederland, die in de crisis een positieve rol vervult. Natuurlijk treft de crisis ons ook, maar de behoefte naar eten is er altijd.Goed voedsel blijft een eerste vereiste. Wereldwijd zijn we de tweede exporteur van agrarische producten en veel producten kunnen wij internationaal vermarkten. Nu bedraagt de export van onze sector 73 miljard euro.Met het topteam ligt de focus op dit moment voornamelijk op duurzaamheid binnen de sector.Dat draait onder andere om het terugdringen van de emissie van ammoniak,lager energieverbruik en precisielandbouw.Onze sector neemt die maatschappelijke verantwoordelijkheid: wij moeten met minder grondstoffen
betere producten produceren. Op dit moment is het wettelijk verplicht dat zes procent van de stallen van de pluimvee- en varkenshouderijen duurzaam is, maar wij halen nu al het dubbele aantal.”
Communicatie
“De uitdaging voor de sector is om niet alleen zelf duurzaam te zijn, maar ook een prijs te krijgen voor die duurzaamheid. We moeten de consument overtuigen om te kiezen voor duurzame producten. Het topteam ondersteunt daarbij de sector om te communiceren wat we doen op dat gebied. Mensen zijn vaak verrast hoe wij met grondstoffen omgaan. Het is mooi om te zien dat je veel land- en tuinbouwers tegenwoordig zo voor een volle zaal kunt zetten. Ze weten dan een duidelijk verhaal te vertellen over de bewuste keuzes die ze maken. Op het gebied van duurzaamheid spelen wij ook een belangrijke rol in de energieproductie. Met de verwerking van mest wordt duurzame energie opgewekt. Kijk
ook naar de daken in onze sector,die bezaaid zijn met zonnepanelen die energie opwekken. Het moet doordringen in de maatschappij dat wij in het leveren van energie een rol spelen.”
Grondstoffen
“Het productiepotentieel mag niet lijden onder de verduurzaming. Dat is ons grootste issue. We moeten nu nog beter produceren met minder grondstoffen. Met moderne techniek kan dat zeker. Dat is het thema van de topsector: beter met minder.Als hele keten nemen we hierin onze verantwoordelijkheid en er zijn genoeg voorbeelden dat het kan.Ik ben zelf pluimveehouder, ik heb twintig jaar geleden het bedrijf van mijn ouders overgenomen.De inkomens van de agrarische sector staan onder druk, toch zullen we ons moeten blijven ontwikkelen.Gelukkig doen we ons werk allemaal nog steeds met heel veel plezier.” SANDER COLLEWIJN
[email protected]
8 · JUNI 2012
1
NIEUWS
TIP
GA BEWUST OM MET ONZE NATUUR
‘ONKRUIDBESTRIJDINGSMIDDEL KAN VEILIG EN VERANTWOORD IN PARTICULIERE TUIN’ ■ Vraag: Zijn onkruidbestrijdingsmiddelen een verantwoord alternatief voor wieden? ■ Antwoord: In Nederland verkochte bestrijdingsmiddelen wel, mits gebruikt volgens de voorschriften op de verpakking. Wie een tuin heeft en er graag in vertoeft, kent ongetwijfeld de jaarlijks terugkerende problemen van luis in de rozen, aantasting van blad door schimmels en hardnekkig onkruid in de tuin en op paden en terrassen. Wieden, wieden en nog eens wieden is vaak het devies, maar er zijn ook effectieve bestrijdingsmiddelen op de markt. Echter, bestrijdingsmiddelen worden nogal eens bestempeld als onveilig of onverantwoord voor het milieu. Volgens Tuinbranche Nederland, brancheorganisatie van Nederlandse tuincentra en haar leveranciers, worden deze middelen streng gecontroleerd op veiligheid voor de volksgezondheid en het milieu. Brenda Horstra van Tuinbranche Nederland: “We herkennen en ondersteunen dat steeds meer wordt gekeken naar hoe we ons als consument op deze aarde gedragen. Het is van belang dat we bewust omgaan met de natuur om ons heen en dat we ook oog hebben voor het feit dat we willen genieten van tuinieren en de tuin en daar graag in willen vertoeven.” Volgens Horstra spreekt het ge-
bruik van bestrijdingsmiddelen in de tuin dat belang niet tegen. Volgens haar zijn de middelen in Nederland toegelaten door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden(CTGB). “Dit college beslist op basis van wetenschappelijke informatie of een middel geschikt is voor een specifiek gebruik. Er worden voorwaarden gesteld aan de plaats waar een middel mag worden ingezet, waartegen en welke hoeveelheden mogen worden gebruikt. Kort gezegd, als het wordt ingezet zoals voorgeschreven op de verpakking, dan is daar geen enkel probleem mee. Als dat niet zo zou zijn, dan was het middel nooit toegelaten. Wel van belang is dus dat het middel wordt ingezet zoals het hoort.” Tuinbranche Nederland start in 2013 de campagne ‘Bestrijding volgens het boekje’, om consumenten te laten weten dat het gebruik, zoals omschreven op de verpakking, veilig en verantwoord is. Horstra: “We willen de consument voorlichten over hoe een middel in moet worden gezet en waar het wel en waar het niet mag worden toegepast. Het doel Brenda Horstra Adjunct directeur Tuinbranche Nederland
is het aantal consumenten dat de aanwijzingen op de verpakking opvolgt, te maximaliseren.”
Discussie
Desondanks is er soms discussie over middelen die zijn toegelaten door het CTGB. In de Tweede Kamer werd onlangs een motie van Rik Grasshof van GroenLinks aangenomen over een verbod, voor particulier gebruik, op het middel Roundup , met daarin de stof glyfosaat. Het middel werkt tegen vele onkruiden en is de afgelopen decennia veelvuldig toegepast. Volgens Grasshof zou glyfosaat een bedreiging vormen voor de winning van drinkwater uit oppervlaktewater en zou hormoonverstorende effecten hebben, geboorteafwijkingen en dode reptielen en amfibiën veroorzaken. Tot op heden heeft het CTGB echter nog geen aanleiding gezien het middel te verbieden op basis van de feiten. Onduidelijk is nog of en zo ja wanneer de motie zal worden uitgevoerd. Volgens Brenda Horstra is het ook een stof die door de EU is beoordeeld en toegelaten, evenals door het CTGB in Nederland. Wij zijn van mening dat het CTGB haar werk naar behoren doet en daar baseren wij ons dan ook op.”
HELEEN DE BRUIJN
[email protected]
ROUNDUP®: DE FEITEN Een recent rapport van de 'Earth Open Source Group’ (EOS) wordt door plaatselijke nietgouvernementele organisaties (ngo's) gebruikt om twijfel te zaaien over de veiligheid van de Roundup® herbiciden en de actieve stof glyfosaat. Maar wat zijn nu daadwerkelijk de feiten? Roundup® is de naam van het eerste onkruidmiddel op basis van de actieve stof glyfosaat, dat in 1976 op de Nederlandse markt werd geïntroduceerd. Inmiddels is het patent al geruime tijd verlopen en zijn er tal van glyfosaathoudende middelen toegelaten door het College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Roundup® mocht zich direct vanaf de introductie op veel belangstelling verheugen. Dit is niet verbazingwekkend: het middel kent geen bodemwerking, waardoor direct na toepassing gezaaid en geplant kan worden. Bovendien werkt het middel tegen bijna alle onkruiden in alle groeistadia. Glyfosaat werkt curatief via opname in het blad; het middel is dus enkel toepasbaar als er al onkruid staat. Glyfosaat heeft een systemische werking; eens afgestorven onkruid komt niet terug. Hierdoor werden doorlevende onkruiden ineens beter beheersbaar. Tot slot blijft glyfosaat niet achter in de bodem en is er geen sprake van doorspoeling naar het grondwater. Het gevolg van deze sterke eigenschappen laat zich eenvoudig raden: het gebruik van glyfosaat werd gemeengoed in de (landbouw)praktijk, waarbij in samenwerking met proefboerderijen en voorlichtingsinstanties naar een optimaal gebruik werd gestreefd. Zo deden in de jaren tachtig onkruidstrijkers hun intrede, waarmee selectief in plaats van volvelds kon worden gewerkt. Bij de toepassing van Roundup® op verhardingen van industrieterreinen en half-open trottoirs mag enkel pleksgewijs worden gewerkt. Door middel van infrarood meting wordt de exacte positie van de onkruidplant bepaald en krijgt deze een gerichte spuitdosering. Fabrikant Monsanto ondersteunt dit DOB project (Duurzaam Onkruidbeheer op Verhardingen) omdat zij een zorgvuldig gebruik van het middel beoogt, zodanig dat de concentratie in het oppervlaktewater niet hoger is dan bij het gebruik in de landbouw. In de particuliere markt, waarbij het middel tegen onkruid in de tuin wordt ingezet, wordt door de inzet van gebruiksklare verpakkingen overdosering en overschotten gereduceerd. Particulieren hebben overigens maar een klein aandeel in het totale glyfosaat gebruik in Nederland. Glyfosaat werd kortom het belangrijkste onkruidbestrijdingsmiddel in Nederland. Nederland staat hierbij niet op zich; glyfosaat wordt wereldwijd succesvol toegepast en draagt bij aan een efficiënte landbouw en voedselproductie.
www.roundup.nl
Wat is de relatie tussen het gebruik van glyfosaat en volksgezondheid? Het EOS document maakt een overzicht van een reeks artikelen die negatieve effecten van glyfosaat in verscheidene testsystemen aantonen. De auteurs van deze artikelen concluderen hieruit dat dezelfde effecten zich daarom ook in de mens en andere organismen zullen voordoen. Het Ctgb is namens de overheid bevoegd om deze publicaties te onderzoeken en bij nieuwe gegevens na te gaan of de bestaande risico-evaluaties dienen te worden bijgestuurd of dat eventueel middelen dienen te worden ingetrokken. De meeste gegevens waarnaar EOS verwijst werden eerder al door het Ctgb geëvalueerd en toen om specifieke wetenschappelijke redenen niet voldoende relevant beschouwd om de risico’s van glyfosaat hoger in te schatten dan voordien. Eerder hebben de experten van de EU (Duitsland) hierover overeenkomstig geoordeeld. Bestaat er een link tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson? Aanleiding voor deze vraag betreft een publicatie van Chinese auteurs (Gui et al.) in sciencedirect.com op 04/04/2012. Deze studie is, zoals veel vergelijkbare studies, direct uitgevoerd op celculturen in een laboratoriumomgeving. De gebruikte doses waren zeer hoog, met een hoog celsterfpercentage tot gevolg. Bij zulke doses worden overigens ook andere types celculturen gedood. Dergelijke hoge concentraties komen niet voor in het menselijk lichaam “In vitro” onderzoek is bedoeld om mogelijke indicaties te geven van mechanismen. Feitelijke vaststelling vindt plaats door middel van “in vivo” confirmatie in de vorm van dierproeven en klinische testen. Langdurige dierproeven, ruimschoots voorhanden na meer dan 30 jaar glyfosaat gebruik, studies en klinische resultaten bij mensen wijzen niet op enige link met de ziekte van Parkinson. Een recente epidemiologische studie (2011)* bevestigt de voorgaande conclusie. Het Chinese onderzoek waarnaar in diverse landelijke media recentelijk wordt verwezen, brengt kortom geen nieuwe feiten aan het licht in relatie tot de risico-evaluatie van glyfosaat. Monsanto blijft werken aan innovatieve en veilige producten, zoals Roundup® Gel, waarmee onkruidbladeren worden aangestreken, zonder dat enig middel op de grond terecht komt. Hierbij wordt niet alleen het milieu, maar ook de portemonnee van de gebruiker ontzien. Meer informatie: www.roundup.nl * Bron: Mink PJ, Mandel JS, Lundin JI, Sceuman BK. 2011. Epidemiologic Studies of Glyphosate and Non-Cancer Health Outcomes: A Review. Regulatory Toxicology and Pharmacology 61: 172-184. doi:10.1016/j.yrtph.2011.07.006
JUNI 2012 · 9
De terugkeer van de coöperatie ■ Vraag: Zijn coöperaties nog wel van deze tijd? ■ Antwoord: Juist nú blijken cooperaties beter bestand tegen de economische crisis dan andere ondernemingsvormen.
SAMEN STERK
Top 10 agrarische coöperaties in Nederland Plaats
Naam
Sector
Omzet Aantal (*miljoen Euro) FTE
Aantal Leden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
FrieslandCampina ForFarmers FloraHolland Agrifirm Cosun Coforta / The Greenery Avebe FresQ DOC Kaas CZAV
Zuivel Aan / Verkoop Sierteelt Aan / Verkoop Akkerbouw Groente & Fruit Akkerbouw Groente & Fruit Zuivel Aan / Verkoop
9.626 5.224 4.158 2.272 1.776 1.609 525 494 448 426
14.391 6.300 4.908 17.500 9.700 885 2.743 79 1.095 3.042
19.036 884 3.218 3.054 3.500 1.507 1.361 18 188 342
Coöperaties bestaan al een kleine 125 jaar. De Nederlandse land- en tuinbouw is voor 90 procent coöperatief. Ruud Galle is directeur van de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw en hij vertelt er meer over. “Boeren en tuinders zijn al sinds heel lang ‘samen sterk’ door zich te verenigen in coöperaties. Daarmee was de afname van hun product en de inkoop van grondstoffen tegen eerlijke tarieven gegarandeerd en hoefden ze zichzelf niet meer druk te maken over de verwerking van dat product. Hoewel coöperaties nooit weg zijn geweest, is er tegenwoordig wel sprake van een ‘revival’. “Bij deze ondernemingsvorm hebben de leden het voor het zeggen. In deze tijd van crisis blijkt het een voordeel te zijn dat boeren en tuinders hebben gekozen voor een langetermijnstrategie en hebben geïnvesteerd in hun coöperaties.”
Geld voor innovatie
2012 is het VN jaar van de Coöperatie en de NCR merkt dat het aantal coöperaties groeiend is. “Ook jonRuud Galle Directeur van de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw
BRON: NATIONALE COÖPERATIEVE RAAD VOOR LAND- EN TUINBOUW
ge agrarische ondernemers kiezen voor de coöperatie omdat de continuïteitsgedachte en de eigen zeggenschap hen zeer aanspreekt. Nederland is in de wereld een ‘gidsland’ voor de agribusiness. De hele wereld komt hier kijken hoe we het doen, wij lopen voorop ondanks de hoge kostprijs van bijvoorbeeld grond en personeel. De internationale voorsprong bestaat omdat de boeren altijd relatief veel geld in de coöperatie hebben gelaten voor ‘onderzoek en ontwikkeling’. Daardoor blijft de sector innovatief. Een voorbeeld daarvan is dat er nu zuivel-ingrediënten zoals lactose worden toegepast in de farmaceutische industrie. Dankzij dergelijke innovaties behoudt Nederland haar ‘gidsfunctie’.“
Nederland drijft op MKB
Coöperaties in Nederland zijn succesvol (zie tabel links). De gezamenlijke omzet bedroeg het afgelopen jaar 111 miljard euro. Uitgedrukt in procenten van het Bruto Binnenlands Product komt dit bedrag overeen met ongeveer 19%. “Ter vergelijking: de 43 in Amsterdam genoteerde beursondernemingen hadden in 2010 een gezamenlijke omzet van 253 miljard euro.” Galle stelt dat in tegenstelling tot wat men vaak denkt, Nederland niet op beursgenoteerde ondernemingen drijft, maar op het MKB. “De agrarische sector is de laatste Nederlandse maakindustrie en van heel groot belang voor onze export.”
CORRY DAALHOF
[email protected]
Coöperaties van steeds groter belang 2012, het internationale VN Jaar van de Coöperatie is inmiddels in volle gang. Wereldwijd wordt aandacht besteed aan de actualiteit van de coöperatieve ondernemingsvorm. Doel van de VN is vooral “creating cooperative connections”: coöperaties kunnen veel van elkaar leren. De coöperatie met zelfhulp, ondernemerschap, billijke tarieven, en een op duurzaamheid gerichte langetermijnstrategie als belangrijke kenmerken, heeft immers veel te bieden. Coöperaties zijn van grote betekenis voor Nederlandse economie. Coöperatieve ondernemingen in Nederland hebben een gezamenlijke omzet van 111 miljard euro en circa 166.000 werknemers. Nederland telt ongeveer 2.600 economisch actieve coöperaties. Gemiddeld is elke Nederlander lid van 1,8 coöperaties. Het aantal coöperaties neemt toe. Opvallend is dat vooral in de sectoren duurzame energie en de zorg het aantal coöperaties flink is gestegen. Ruud Galle, directeur van de NCR: “Er is steeds meer aandacht voor het coöperatieve antwoord op de twee grote uitdagingen van deze tijd: de economische crisis en het duurzaamheidsvraagstuk.” De grootste drie niet-agrarische coöperaties in omzet zijn Achmea, Rabobank Groep en Coöperatie VGZ. In de landen tuinbouw is Koninklijke FrieslandCampina de grootste.
NCR De Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw (NCR) is een coöperatie-kenniscentrum, en heeft tevens een platformfunctie. De vereniging heeft 51 leden; vooral coöperaties in de land- en tuinbouw en de financiële dienstverlening. De NCR organiseert symposia en heeft onder meer de NCR Code voor coöperatieve ondernemingen uitgegeven, een hulpmiddel voor goed bestuur en toezicht, en het Handboek Coöperatie. Meer informatie over de NCR, de genoemde publicaties en over coöperaties treft u aan op de websites:
) www.cooperatie.nl ) www.jaarvandecooperatie.nl
JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE DUURZAAMHEID PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID PROFESSIONEEL BESTUUR VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE DUURZAAMHEID PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID PROFESSIONEEL BESTUUR VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID DUURZAAMHEID TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE JAARREKENING JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE STRATEGIE DUURZAAMHEID PROFESSIONEEL BESTUUR COÖPERATIE LEDENBETROKKENHEID STRATEGIE JAARREKENING TOEZICHT VERANTWOORDING TRANSPARANTIE
NCR-CODE VOOR COÖPERATIEVE ONDERNEMINGEN
CONTACTGEGEVENS Groenmarktstraat 37 3521 AV Utrecht Telefoon: 030-2840490
NEDAP MAAKT HET VERSCHIL Kuren met de natuur! Op het platteland van Hoogeloon en Nutter vindt u op unieke plekken Boerderij Spa in eigentijds vormgegeven boerderijen. Even helemaal weg en heerlijk genieten van ontspanning, het landschap, gezonde streekgerechtjes en verwennerij op uw huid.
Boerderij Spa is: Op uw persoon afgestemde behandelingen Gezonde hapjes en drankjes Genieten in de broodoven Mineraalhoudend klei op de huid en in de oven Stomen in het Hooi Een bloemenbad in de buitenlucht Een geurige kruidenoven Dompelen in de zwemvijver Floaten in een pakking uit de natuur Ontspanning
“De keuze voor groepshuisvesting met nedap varkensvoerstations was eigenlijk snel gemaakt. Voor het welzijn en het imago staat het me aan en ook voor het werkgemak.” Nedap ontwikkelt en produceert slimme toepassingen. Voor het dier. Voor de ondernemer. Maar altijd technologie die het verschil maakt. In een gezonde balans tussen werk, winst en welzijn.
Boerderijspa.nl
[email protected]
Toekomst voor de Sahel Achttien miljoen mensen in de Sahellanden Niger, Mali, Tsjaad, Burkina Faso, Mauretanië en Senegal worden door honger bedreigd. Al maanden waarschuwt Oxfam Novib voor een humanitaire ramp. Help erger voorkomen.
‘Normaal haal ik zo’n 100 zakken gierst van mijn land, dit jaar maar drie.’ Son Allah Maitchangal (45) is zwaar getroffen door de slechte regenval, net als de meeste andere boeren in Niger. Son Alla woont in het dorp Gobro in de regio Dosso: ‘Eerst kregen we te maken met overstromingen door plensbuien. Het water stroomde rechtstreeks van de droge grond op de hoogvlakte het dorp in. Een paar lemen huizen werden verwoest. Daarna trad de droogte in. ’ Sindsdien is de voedselcrisis in de Afrikaanse Sahel met de dag erger geworden. Het aantal mensen dat door honger wordt bedreigd stijgt snel. Het hoogtepunt van de crisis wordt in juli verwacht. Water oogsten Oxfam Novib biedt nu Noodhulp. En tegelijkertijd helpen we mensen om in de toekomst zelf zulke noodsituaties aan te kunnen pakken. Verschillende technieken worden toegepast om het schaarse water in de grond te laten doordringen en te gebruiken voor irrigatie. Zaaizaad en landbouwgereedschap wordt ter beschikking gesteld. We steunen het aanplanten van bomen. We zetten cash-for-workprogramma’s op om mensen van een inkomen te voorzien. Zo werkt bijvoorbeeld Hamra Housman mee. Samen met andere vrouwen in haar dorp Labado in
Voor 18 miljoen mensen in de Sahel dreigt er honger Door extreme droogte mislukken dit jaar weer de oogsten. Oxfam Novib biedt nu noodhulp…
Tsjaad helpt ze irrigatiekanalen te graven. ‘Als straks het regenseizoen aanbreekt, stroomt het water niet weg, maar blijft het op de akkers. Dan kunnen we ons land bewerken. Ik wil graag gierst en okra planten’, aldus Hamra. Oorzaken Oorzaken van de huidige noodsituatie zijn aanhoudende droogte, waardoor oogsten grotendeels zijn mislukt. Voedselvoorraden zijn vrijwel uitgeput. Structurele armoede en conflicten in verschillende landen verergeren de situatie. Er is onvoldoende geld beschikbaar om mensen door de crisis te helpen. Internationale donoren hebben te weinig toegezegd, ondanks het feit dat er sinds eind vorig jaar aandacht voor deze crisis is gevraagd. Actie Nu! Daarom voert Oxfam Novib nu de actie #Sahel2012. We roepen regeringen en internationale donoren op om nu eindelijk meer geld ter beschikking te stellen. Nu om noodhulp te kunnen geven. En om in de toekomst de steeds terugkerende noodsituatie in de Sahel te helpen doorbreken door meer te investeren in landbouw. Wat kun jij doen? Geef ook geld. Steun de mensen in de Sahel. Je bijdrage wordt gebruikt om noodhulp te geven en om de mensen in de Sahel weerbaar te maken voor toekomstige noodsituaties. Stort jouw bijdrage op giro 100200 t.n.v. Oxfam Novib o.v.v. Sahel Ga naar www.oxfamnovib.nl/sahel en kijk wat je nog meer kunt doen.
…en investeert daarnaast in lokale boeren, veehouders en toegang tot water. Zodat ze in de toekomst zélf in hun voedsel kunnen voorzien.
Stop de honger in de Sahel. 0200 (o.v.v. Sahel)... Stort vandaag nog op Giro 10 l. ...of ga naar www.oxfamnovib.n
JUNI 2012 · 11
INZICHT DE PRAKTIJK
GROEPSHUISVESTING Door de nieuwe wetgeving, verplicht vanaf 2013, krijgen zeugen meer ruimte om zich te ontwikkelen. FOTO: NEDAP
JINTH VAN DIJK Voorzitter van de federatie Agrotechniek
Sterke sector door innovatie
■ Vraag: Waarom is innovatie belangrijk in de agrofood sector? ■ Antwoord: Dat is belangrijk om de toppositie in de wereld te behouden.
In de agrofood sector zorgt innovatie ervoor dat deze sector haar toppositie qua export en kennis behoudt en versterkt. Mevrouw ir. Laan van Staalduinen is algemeen directeur van LEI Wageningen UR. Zij vertelt: “Deze sector staat wereldwijd op de tweede plaats betreffende export en zorgt voor tien procent van het Bruto Nationaal Product in Nederland. De sector is,samen met alle verwerkende en toeleveringsbedrijven, goed voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid. De agrarische sector is nog één van de weinige sectoren in Nederland waar ook echt iets geproduceerd wordt.” Ze stelt dat de sector zo sterk is door de Hollandse handelsgeest én door het belang dat overheid en het bedrijfsleven zien in kennisontwikLaan van Staalduinen Algemeen directeur van LEI Wageningen UR
keling. “Innovaties komen alleen tot stand als partijen durven investeren – ook in kennisontwikkeling - en gelukkig is dat het geval.”
Veilig voedsel
De wereldwijde vraag naar voedsel stijgt door maatschappelijke ontwikkelingen als verstedelijking en de groeiende wereldbevolking. “Men wil gevarieerd en veilig voed-
‘De agrarische sector is nog één van de weinige sectoren in Nederland waar ook echt iets geproduceerd wordt’ sel, maar de ruimte wordt beperkter en de grondstoffen schaarser. We moeten dus meer doen met minder en dat kan deze sector goed. Hoe je boert, is belangrijk. Zo staat één varken in Nederland gelijk aan twee varkens elders in de wereld om dezelfde varkensvleesopbrengst te realiseren en staat hier één koe te-
Eerlijke en pure voedselproductie genover drie koeien ergens anders om dezelfde melkgift te realiseren.”
Maatschappelijk
Techniek en ICT spelen een belangrijke rol bij innovaties in deze sector. “In een project van Tuinbouw Digitaal wordt bijvoorbeeld gewerkt aan slimme software waarmee het mogelijk is om de hele plantenketen van groei tot verkoop in de winkel –te sturen. Dat zorgt voor een efficientere bedrijfsvoering bij tuinder, veiling en handel, maar ook in de winkels waar ook ter wereld.”
Emissie versus diervriendelijk
Ook duurzaamheid speelt een grote rol in deze sector. “Duurzaamheid is nodig, maar lastig. Want hoe weeg je de verschillende aspecten ervan? In moderne stallen – zo blijkt uit onderzoek - zijn de emissies lager, dus dat is goed voor het milieu. Maar dieren buiten in de wei is diervriendelijker. Het is dus in dit geval zoeken naar een duurzame oplossing die minder emissie geeft én diervriendelijk is.” CORRY DAALHOF
De boer van vroeger is niet meer. Werd hij in de jaren tachtig nog gezien als een ‘mestverspreidende subsidievreter’, nu is hij een agrarisch ondernemer op een miljoenenbedrijf met als kernactiviteiten veilige voedselvoorziening, dierenwelzijn en landschapsbeheer. Jint van Dijk is voorzitter van de federatie Agrotechniek,de brancheorganisatie van de agrarische mechanisatiesector. Hij vertelt:”Door innovaties is er veel meer mogelijk dan vroeger. Technologische verbeteringen zorgen voor minder gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen en uiteindelijk ook voor minder medicijnen voor het vee.” Een voorbeeld:”In de akkerbouw kunnen we nu de coördinaten van elk zaadje bepalen, neem dat gegeven maal miljoenen planten. Er worden geen zaden meer verspild, onkruid wordt geschoffeld zonder een plantje te raken en gewasbeschermingsmiddelen worden precies daar toegediend waar het nodig is.” Ook in de melkveehouderij zijn er belangrijke innovaties. “Mest was een probleem, maar wordt straks
een inkomstenbron: belangrijke mineralen als fosfaten en eiwitten worden eruit gefilterd en gebruikt als voedingsstof op de akkers. De rest wordt ondermeer gebruikt als strooisel in stallen voor het vee. Hierdoor blijken dieren minder last te hebben van gewrichtspijnen en dat scheelt weer in het medicijngebruik. Door ‘upcycling’ worden de andere reststoffen ook gebruikt: in de toekomst drinken we water en eten we organische bestanddelen die beide teruggewonnen zijn uit dierlijke mest.”
Cruciale ontwikkelingen
Van Dijk stelt dat deze toekomst mogelijk is door een combinatie van mechanisering, automatisering en robotisering. “In 2025 werkt de boer vanuit zijn kantoor met zicht op computerschermen of elders met zijn smartphone. Robots rijden af en aan, onbemande vliegtuigjes en vaste sensorpalen brengen de bodemgesteldheid in kaart en het welzijn van het vee wordt gemonitord door sensoren in een diervriendelijke halsband. De individuele zorg voor gewas en dier wordt beter dan ooit tevoren: puur en eerlijk.” CORRY DAALHOF
[email protected]
[email protected]
Efficiëntie en meer ruimte Vernieuwende automatisering is van groot belang voor de agrarische sector. Veehouders kunnen daardoor efficient en duurzaam hun werk doen. Schaalvergroting in de agrarische sector vraagt om innovatieve technologische oplossingen. “Automatiseren is nodig om de balans tussen Bertino Verstege Werkzaam bij Nedap
welzijn, werk en winst zo optimaal mogelijk te houden. Bij elke stap vraagt een boer zich af of hij het alleen aankan, of dat er wellicht nieuwe oplossingen en investeringen in techniek nodig zijn”, zegt Bertino Verstege van Nedap, een bedrijf dat technologische oplossingen ontwikkelt.
Voer op maat
Ook de nieuwe wetgeving die groepshuisvesting van dragende zeugen verplicht vanaf 2013 vraagt om vernieuwende oplossingen. “Zeugen krijgen meer ruimte om zich te ontwikkelen. De vraag is hoe je in grotere ruimten er toch voor kunt zorgen
dat de dieren individuele aandacht krijgen. Oplossingen zijn de elektronische oornummers en een speciaal voerstation in de varkenshouderij. De dieren komen zelf naar het station als ze willen eten. Dankzij het oornummer is er individuele identificatie en is bekend wat de toestand van het dier is. Zodoende kan de juiste hoeveelheid voer worden verstrekt. Dit voorkomt verspilling van voedsel en het stelt boeren in staat om grotere groepen dieren te huisvesten”, zegt Verstege.
Bewegingsdetectie
Een ander voorbeeld van innovatie is een tochtigheidsdetectiesysteem
voor melkvee. Dankzij een speciale sensor aan de poot van een koe kan worden afgelezen wanneer een koe tochtig (vruchtbaar) is, waarop de boer het optimale inseminatiemoment kan vaststellen. “Elke twee uur wordt geregistreerd hoe veel een koe beweegt. Wanneer die tochtig is, is er namelijk meer activiteit. Groot voordeel hiervan is dat het de boer minder tijd kost om de activiteit te signaleren en dat de tussenkalftijd wordt verlaagd. Hiermee bedoelen we de periode tussen de geboortes van twee kalfjes. Is die tijd langer, dan is er ook minder melkproductie. Ook qua duurzaamheid is dit een goede oplossing; het stelt boeren in
staat de dieren langer in hun bedrijf te houden, omdat ze er langer profijt van kunnen hebben.” Daarnaast registreert het systeem meteen wanneer een dier minder beweegt en er wellicht iets aan de hand is. Daardoor kunnen dieren die extra aandacht nodig hebben die krijgen en is de boer minder tijd kwijt aan de dieren waarbij dat niet het geval is. “Er worden meer stappen genomen om een zo natuurlijk mogelijke omgeving te creëren. Dit vraagt dus ook om slimme, technologische oplossingen.” MARJOLEIN STRAATMAN
[email protected]
INDUSTRIAL CLEANING EUROPE GEWOON GOED! Sinds 1996 uw specialist voor reiniging in de warmtekrachtkoppeling. Daar waar (biogas) WKK’s zijn, verrichten wij onze werkzaamheden.
Dit is waar we goed in zijn: Hogedruk– lagedruk reinigen
Dat waar alles mee begon en dat wat we nog steeds veel en vaak doen; geoptimaliseerd en VCA* gecertificeerd.
Ultrasoon reinigen
Ultrasoon reiniging is de oplossing voor reiniging van specifieke onderdelen welke een niet doorsnee behandeling verdienen
Specials en maatwerk
Naast het reguliere reinigingswerk verrichten wij ook veel maatwerk. Denk hierbij aan reparatie en vervanging van allerlei soorten koelers. Voor elke situatie een passende oplossing!
Onze pluspunten: ● ● ● ●
Uw machineproblemen voor zijn Uw rendement blijft constant en optimaal Kennis en ervaring brengen u zekerheid U wordt 24/7 uit de brand geholpen.
Cornelissen Consulting Services
Biogas of houtverbranding, interessant voor u? Bepaal het met onze online scan. Deze geeft u snel en eenvoudig antwoord in 5 klikken
Doe de gratis scan op: www.cocos.nl/biogasscan www.cocos.nl/houtverbrandingsscan
Meer weten? Bezoek onze website www.cocos.nl Telefoon 0570-667000 of
[email protected]
Voor meer informatie of een afspraak kunt u contact opnemen met: I.C.E. BV
Swarte Mar 4 9257 MA NOORDBERGUM Telefoon: 0511 – 47 4642 Fax: 0511 – 472932
Mobiel: dhr. K. van der Meulen: 06 10 962 431 E-mail:
[email protected]
www.industrialcleaningeurope.nl
CCS - Duurzaamheid wordt realiteit
Bio gas Plus Systems
Biogas, een kans die we moeten grijpen! Biogas, een nuttige duurzame brandstof. Nederland heeft met haar sterke food- en agrosector een enorme kans om wereldwijd bij de top te horen op het gebied van de productie van biogas. Daar komt bij, we zijn een echt gasland. Weliswaar nog fossiel, maar de link naar biogas is relatief snel gelegd. De realiteit is echter dat de ontwikkeling van duurzame energie – en biogas in het bijzonder – in Nederland ver achterblijft. Links en rechts worden we ingehaald door onze buurlanden. Als we niet oppassen, missen we een enorme kans om onze economie te verduurzamen en te laten groeien. Biogas kan zich snel en eenvoudig ontwikkelen tot een groeisector binnen de Nederlandse economie. Dit heeft grote voordelen: meer duurzame energie, groei van de werkgelegenheid, goede benutting van de in ons land aanwezige organische afvalstromen, verduurzaming van de landbouw, stijging van de export… Veel van de vereiste randvoorwaarden om tot deze groei te komen, zijn al aanwezig. Het enige dat ontbreekt is een duidelijke visie van de overheid, uitgewerkt in een stabiel meerjarenbeleid. Het Duitse systeem is hiervan wel een goed voorbeeld. Dat systeem levert geld op voor de economie in plaats van dat het geld kost.
Experts in biogas en droging
Vanwege ons innovatief vermogen kunnen we bij goed beleid snel doorgroeien tot een internationaal toonaangevend biogasland. Bijkomend voordeel, een sterke groei van de werkgelegenheid. Naast bijvoorbeeld het kopiëren van het Duitse systeem dient er z.s.m. een gelijk speelveld te worden gecreëerd voor de reeds bestaande biogasinstallaties. Ook dienen we als land te investeren in een gasinfrastructuur zodat biogas kan worden geïnjecteerd in het openbare gasnet en moet er worden ingezet op het rijden op groengas. Als bedrijf zijn we klaar voor een versnelde groei van onze sector. We zijn zeer innovatief en roeien tegen de stroom in. Het door Biogas Plus ontwikkelde en gepatenteerde ontwerp van biogasinstallaties (meng/hydrolysering, VacuümDrukTank pompsysteem) is dusdanig dat deze allerhande soorten biomassa kunnen verwerken. Dit zorgt voor een beter financieel rendement. Ons bedrijf zet met haar pasteurisatie- en drooginstallaties ook sterk in op het verwerken van de uitgegiste biomassa. Op deze manier verminderen we de transportbewegingen en streven we naar een maximale efficiency. Biogas, een kans die we moeten grijpen!
www.biogasplus.nl
JUNI 2012 · 13
2 TIP
INZICHT
ZET JE RESTSTOFFEN OM IN ENERGIE
DE PRAKTIJK
BIOGASINSTALLATIE Bij de vergisting van mest en organische reststoffen door micro-organismen ontstaat een reukloos mengsel van methaan en koolstofdioxide. FOTO: KATELIJN VANACKER
Reststoffen omzetten in bio-energie Biogas ontstaat bij de vergisting van mest en organische reststoffen door micro-organismen, het is een reukloos mengsel van methaan en koolstofdioxide. De implementatie van biogas in Nederland biedt vele mogelijkheden en uitdagingen. René Cornelissen van Cornelissen Consulting Services BV, een energieadviesbureau, vertelt over biogas als onderdeel van de toekomst van Nederland.
gas wordt vervolgens opgevangen in het zeil bovenin de vergister en vanuit daar wordt het gas verzameld in een gasopwerkingsinstallatie. Naast mest kunnen ook andere reststoffen gebruikt worden in de vergister,zoals natuurgras en afgekeurde gewassen. Als het aan Cornelissen ligt komt er op elke boerderij een kleine vergister. In sommige gevallen is een subsidie mogelijk voor deze investering. Door vergisters op deze manier te implementeren in de samenleving kan het concept van biogas ingevoerd worden en kan er gewerkt worden aan een duurzame samenleving.
Ontwikkelingen
René Cornelissen Directeur van Cornelissen Consulting Services BV
Als boer beschik je bijna altijd wel over mest en andere reststoffen, waarom zou je dit niet omzetten in energie? Dat is mogelijk met behulp van een vergister. Vergiste mest kun je vervolgens inzetten als bemesting en zo de mineralen ervan beter benutten. Op die manier kan er worden bijgedragen aan de oplossing van het mestprobleem en gezorgd worden voor een duurzame landbouw.
Vergister
“Een vergister is een bak op lichaamstemperatuur, afgedekt met bijvoorbeeld een zeil. De boer zorgt voor de aanvoer van verse mest en de afvoer van vergiste mest.” Het bio-
“Als we internationaal kijken naar de ontwikkelingen van biogas zien we Duitsland als voorbeeldland. In Duitsland staan duizenden biogasinstallaties, Nederland heeft er daarentegen een stuk of honderd. Er kan dus wel gesteld worden dat Nederland achterloopt” aldus Cornelissen. Een reden dat de implementatie van vergisters nog niet zo lekker loopt in Nederland is dat de terugverdientijd rond de acht tot negen jaar ligt en dat is voor veel boeren te lang. Het is echter wel interessant voor boeren die toch al een nieuwe stal willen, zij kunnen namelijk makkelijk een vergister opnemen in hun plan. “De toepassing van het opwekken van biogas brengt nog wat vragen met zich mee. Zo is het wel mogelijk om grootschalig gewassen te telen voor de opwekking van biogas maar dat kan alleen met flinke subsidies. Biogas opwekken uit mest of andere reststoffen maakt opbrengsten daarentegen wel mogelijk, een boer heeft tenslotte altijd reststoffen.Een goede bevinding is dat mest beter vergist als het vers is. Voorheen werd er een stal gebouwd met een mestput er-
onder, de hele winter werd dan mest opgevangen. Nu we weten dat mest beter vergist als het vers is wordt er steeds meer aan gedaan om mest gelijk op te vangen.”
In cijfers
“Eén koe geeft 20 m3 mest per jaar. Eén m3 verse rundermest levert 31 m3 biogas op, een koe geeft dus eigenlijk 620 m3 biogas. Met die 620 m3 biogas kan 380 m3 groen gas worden omgezet van aardgaskwaliteit. Hiermee kan een personenauto aangedreven op groen gas meer dan 5.000 kilometer afleggen. Kortom: de mest van één koe kan ervoor zorgen dat een personenauto gedreven op groen gas meer dan 5.000 kilometer aflegt.” Een grotere boer heeft ongeveer honderd koeien, dus reken maar uit.
Tanken bij de boer
Cornelissen is nu bezig om op boerderijschaal het biogas op te waarderen tot tankkwaliteit. Dit dient in een eenvoudige en robuuste installatie te gebeuren. De eerste installatie is eind dit jaar gepland. Om voldoende afzet van het gas te hebben, is in het project ‘Rijden op biogas’ een bestaande tractor omgebouwd zodat er opgewaardeerd biogas bijgemengd kan worden. “We hebben aan dit project gewerkt samen met Wageningen University en LTO Noord, een belangenorganisatie voor boeren. De performance van de motor is goed, de resultaten waren beter dan verwacht. Nu de korting op dieselaccijns in de landbouw wegvalt door het Lente-akkoord, wordt tanken bij de boer nog interessanter .”
ANNE DE VOGEL
[email protected]
JOEP VAN DEN BROK Bij de biogasinstallatie op zijn erf. FOTO: ERK ENERGY BV / BIOGASPLUS BV
Biogasinstallatie in de praktijk Een biogasinstallatie maakt het mogelijk om reststoffen om te zetten in energie. In het geval van Joep van den Brok, mede-eigenaar Erk Energy BV, kan de biogasopbrengst zelfs 1800 huishoudens voorzien van energie. “Ik heb samen met mijn familie een melkveebedrijf in Zeewolde en inmiddels hebben we 120 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Die produceren met zijn allen natuurlijk mest en daar wilden we graag iets nuttigs mee doen. Omdat we al van plan waren te gaan verduurzamen was een biogasinstallatie een logische stap. Toen we eenmaal de vergunning hadden zijn we meteen aan de slag gegaan.”
Vergisting
“De mest van onze koeien wordt opgevangen in een put onder de stal en dagelijks naar de biogasinstallatie gepompt. Naast mest
vergisten we ook ander restafval, zoals een slechte oogst uien. De gassen die vrijkomen bij de vergisting vangen we op in een grote ballon bovenin de vergister. Die ballon hebben we aangesloten op een warmtekrachtkoppeling en daar wordt biogas omgezet in elektriciteit. Met onze installatie voorzien we zo’n 1.800 huishoudens van groene stroom. Met de warmte die vrijkomt drogen we de dikke fractie van de mest. Dit wordt dan weer als strooisel in de stallen gebruikt. Hiermee is de kringloop op mijn bedrijf rond. Het werk dat ik doe is veelzijdig, het ene moment help ik een koe met bevallen en het andere moment ben ik technisch bezig met de biogasinstallatie. Naast plezier in het werk levert het ook financieel wat op. Het eerste jaar hebben we reeds een positief rendement gedraaid.” ANNE DE VOGEL
[email protected]
1800 huishoudens
Kunnen worden voorzien van energie met de opbrengst van één biogasinstallatie
14 · JUNI 2012
INSPIRATIE Vraag: Hoe wordt de lekkerste kaas gemaakt en welk ambacht vergt dat? Antwoord: Het maken van de lekkerste kaas begint bij de voeding van de koe en eindigt pas na het doorlopen van alle fasen van het rijpingsproces. “Het maken van kwalitatief hoogwaardige kaas luistert heel nauw, het is echt een ambacht”, zegt kaasspecialist Daan Treur.
Het ambacht van het lekkerste stukje kaas DE PRAKTIJK In de kaaskelder en het pakhuis van familiebedrijf E.M.Treur en Zn. BV in Woerden, midden tussen de weilanden, blazen buisjes minuscule zuchtjes lucht langs de stellingen met kazen. “Dat is om de luchtvochtigheid optimaal te regelen”, zegt Daan Treur mede-eigenaar en zoon van oprichter Evert Treur die in 1955 de kaasgroothandel begon. “Ook ligt de kaas te rijpen op houten planken, dat is beter voor de smaakontwikkeling van de kaas. Wij rijpen vooral de betere kazen, onder andere de kaas van CONO Kaasmakers uit Westbeemster. Deze kaasmakerij maakt mooie kazen met een eigen karakter, die op een leeftijd van vijftien dagen oud bij ons binnenkomen om verder te rijpen. Sommige kazen liggen gerust twee jaar in het pakhuis voordat ze worden verkocht. Ons pakhuis heeft vele kaasplanken (totale lengte ca. 34 km) waar zo’n tachtig- tot negentigduizend kazen op eigen kracht hun smaak ontwikkelen.”
Blije koe
Het ambacht van het perfecte stukje kaas begint volgens Treur al met de kwaliteit van het eten voor de koeien. Duurzame soja en vers gras zijn de ingrediënten voor de lekkerste melk. “Van de melk die de koeien in het voorjaar geven maak je een heel smeuïge kaas: graskaas, deze is zo anders omdat de melk van een andere samenstelling is dan in de winter. Dit proef je in de zachte tex-
tuur en romigheid van graskaas,” vertelt hij. “Het is ook belangrijk dat koeien veel buiten lopen. Koeien die buiten lopen zitten beter in hun vel en geven melk met zachtere vetten en eiwitten. Daardoor zit er veel meer Omega 3,6 en 7 in de kaas. Van deze weidemelk wordt een heel smedige kaas gemaakt met een uitzonderlijke smaak. Dankzij de duurzame manier van boeren, waarbij zo min mogelijk krachtvoer en kunstmest wordt gebruikt en waarbij de boeren een eerlijke melkprijs ontvangen ontstaat duurzame kaas.Wij merken zelf dat we steeds meer te maken krijgen met een mondige consument die ons opbelt om te vragen naar de herkomst en het verhaal achter de kaas. Dat vinden we een mooie ontwikkeling.”
Het geheim van de smid
Vanaf de koe gaat de melk in grote bakken waar stremsel, zuursel en zout wordt toegevoegd. Dat zuursel is het geheim van de smid in kaasland. Elke kaasmaker gebruikt zijn eigen unieke zuursel. “De ingrediënten daarvan zijn topgeheim”, zegt Treur. “Daar mag geen onbekende bij komen. Omdat de melk per jaargetijde anders in elkaar zit maakt het voor de kaas ook uit hoeveel zuursel je bij de melk toevoegt.” De ‘wrongel’ is het mengsel van samengeklonterde eiwitten uit de melk, het eerste stadium van kaas. Voor een smedige kaas wordt een open kaasbak gebruikt waar de wrongel met de hand wordt aangeharkt. Dit is nog het echte ambacht.
Keren van de kaas
‘We krijgen steeds meer te maken met een mondige consument die ons opbelt om te vragen naar de herkomst en het verhaal achter de kaas. Dat vinden we een mooie ontwikkeling’ Daan Treur Kaasspecialist
In Woerden komen de kazen op jonge leeftijd binnen,om zo het natuurlijke rijpingsproces te ondergaan. Treur: “Dan brengen we eerst een zo dun mogelijk laagje kaascoating aan. Hoe dunner die coating, hoe beter de kaas kan ademen tijdens het rijpingsproces.” Vervolgens krijgt elke kaas een plek in het pakhuis. Duizenden verschillende kazen liggen er in het doolhof van het kaaspakhuis, als we een rondleiding krijgen in Woerden, dat voor de liefhebber voelt als het Mekka van de kaas. Alles ligt er, van jonge graskaas tot oude kaas die al twee jaar ligt.Maar ook kaas met Italiaanse truffel of boerenkaas met tuinkruiden. “In het begin van het rijpingsproces keren we de kaas twee keer per week”, vertelt Treur erbij. “Bij een kaas van een jaar oud is dat één keer per drie weken. Vroeger deden we dat met de hand, nu kan dat met de machine. Om optimaal te kunnen rijpen heerst er in het kaaspakhuis een constante temperatuur en luchtvochtigheid. In het pakhuis gaat alles zo duurzaam mogelijk. Niet voor niets dat we de kelder ook gebruiken om te rijpen. Onder de grond is het standaard twaalf graden en dan bespaar je op de energie en hoef je in de zomer niet te koelen. Op deze manier voegen wij een stukje waarde toe aan de kaas die bepalend is voor haar smaak.Een stukje ambacht dat door mijn vader is ingebakken en die wij met passie en liefde voortzetten om de pure kaasbeleving door te geven.” SANDER COLLEWIJN
[email protected]
Slagerij van in Coen Bood Mede-eigenaar van Slagerij Bood
Samen met zijn broer Bas is Coen Bood eigenaar van Slagerij Bood in Heemstede. Hij vertelt over het ambacht dat hij uitoefent als slager
Met liefde voor het land, de koeien en de mens bereid en gerijpt! kaas is! E T H C E t a w Proef Proef het beste van de natuur in Weydeland: de duurzame kaas van Nederland die met passie, ambacht en liefde wordt bereid: -
Premium kwaliteitskaas van Hollandse bodem, Duurzaam en ambachtelijk bereid van weidemelk, Van oorsprong minder zout en altijd vers van het mes, Dun korstje voor een extra intense smaak, Natuurlijk gerijpt op houten planken!
Dat maakt Weydeland kaas en haar magere soortgenoten Weydelijner en Twight tot de LEKKERSTE kaas van Nederland!
Verkrijgbaar bij de kaasspeciaalzaak en betere markthandel. Kijk voor meer info en de verkooppunten bij u in de buurt op:
www.treurkaas.nl
JUNI 2012 · 15
Wilma Huisman Mede-eigenaar van wijngoed De Reestlandhoeve.
Biologische wijn: lekker, eerlijk en puur Biologische wijn levert meer op dan alleen een goede smaak. Wilma Huisman, mede-eigenaar van wijngoed De Reestlandhoeve aan het woord over het telen van biologische wijn. Biologische wijn geeft een extra dimensie aan de smaakbeleving. Je drinkt tenslotte iets wat niet alleen lekker is, maar vooral ook eerlijk en puur. “Wijn is een genotsmiddel en het is prachtig om zo nu en dan te genieten van een goed glas maar dat hoeft natuurlijk niet ten koste te gaan van de natuur.”
Cool climate
CAPTURE HEADLINE Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diam nonummy nibh euismod. PHOTO: NAME SURNAME
nkoop tot verkoop en waar de kansen voor verduurzaming liggen binnen het vak. “Onze winkel bestaat uit een slagerij, worstmaker en traiteur, we verkopen naast vlees ook salades en kant-en-klaar maaltijden. Duurzaam is in een slagerij vanzelfsprekend. Bij de inkoop van vlees kijk ik naar dierenwelzijn en de duurzaamheid van grossiers. We werken met dieren uit de duurzame veehouderij
Biologisch, Biodynamisch of Duurzaam? Steeds vaker hoort u termen als biologisch, biodynamisch en duurzaam, ook als het gaat om wijn. Toch kennen maar weinig mensen het verschil tussen deze termen. Biologische wijnbouw is het makkelijkst te beschrijven als de wijnbouw zoals die plaats vond voor de 2e Wereldoorlog, dus zonder kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen. Biodynamische wijnbouw gaat verder en houdt rekening met de invloeden van de kosmos op de natuur. Biodynamische wijnboeren geloven dat de maan, de zon en de sterren invloed hebben op de gewassen en een belangrijke rol spelen in het bepalen van het juiste moment om te oogsten.
en verwerken deze zorgvuldig van kop tot staart. In de winkel komt er natuurlijk ook een stukje verkoop en service bij kijken, we adviseren onze klanten over de bereiding en op die manier kunnen we de klant iets extra’s bieden. Binnen de slagerij kan op veel vlakken verduurzaamd worden en dat doen we dan ook. Allereerst scheiden we het afval en kijken we bij de inkoop naar afbreekbaar verpakkingsmateriaal. We werken daarnaast met gecerti-
Duurzaam ondernemen heeft niet zozeer te maken met biologische of biodynamische wijnbouw, maar met respect voor mens en natuur. Hier wordt dus spaarzaam omgegaan met bestrijdingsmiddelen, maar spelen ook mensen een grote rol. Zo ontvangen de werknemers in Zuid-Afrika vaak niet alleen loon, maar ook aandelen zodat hun welvaart ook op langere termijn wordt gegarandeerd.
ficeerde apparatuur, zo hebben we geïsoleerde kookketels. Daar gaat ongeveer 350 liter water in en als we ze op 90 graden Celsius brengen en vervolgens uitzetten, houden ze nog twaalf uur de temperatuur vast. Ook dekken we toonbanken af. Zo besparen we heel wat energie” aldus Coen.
Veelzijdig vak
“Het slagersvak is enorm veelzijdig, als ik niet bezig ben met de inkoop of verkoop sta ik wel in de worstma-
kerij. Als slager kun je onderscheidende producten maken als je dat wilt, het is namelijk een enorm creatief beroep. Dat onderscheid komt bij ons uiteraard in eigengemaakte vleesproducten naar voren maar ook in maaltijden, soepen en snacks. Door het ambachtelijke karakter ben je hier heel flexibel in.”
“In Nederland kunnen goed frisse en fruitige cool climate wijnen geteeld worden. De rassen hiervoor zijn van origine gekweekt voor de biologische wijnteelt en worden rijp bij lage temperaturen. Veel wijnboeren beginnen dan ook biologisch maar doordat het Nederlandse klimaat koel en vochtig is ontstaan er snel schimmels. Het is dan ook een uitdaging voor wijnboeren om deze niet te bestrijden met fungiciden. Gelukkig zijn er alternatieven, zo heb ik zelf ondervonden dat homeopathie een goede en eerlijke manier is om insecten te verjagen en schimmels te bestrijden. Het is ook interessant om te zien dat gezonde planten minder gevoelig zijn voor ongedierte en schimmel. Met een gezonde bodem en wortel leg je de basis voor een sterke plant. Het geeft een goed gevoel om op een eerlijke manier te streven naar milieuvriendelijkheid.”
ANNE DE VOGEL
ANNE DE VOGEL
[email protected]
[email protected]
Scan deze QR code met uw smartphone of tablet om direct naar onze Facebook pagina te gaan.
Wijnboeren zijn zich bewust van de impact die zij hebben op de natuur én op hun omgeving. Zij waarborgen de kwaliteit van de wijnen en de continuïteit van het bedrijf waardoor wij van hun wijnen kunnen genieten, nu én in de toekomst! De Wijnkring is het grootste samenwerkingsverband van onafhankelijke wijnspecialisten in Nederland. Zelfstandige ondernemers die de krachten bundelen om u te informeren over onze wijnen. Meer weten? Volg ons dan op Facebook.com/wijnkring. Hier vertellen onze wijnboeren waarom zij ervoor kiezen om biologisch, biodynamisch of duurzaam te werken.
De Wijnkring werkt samen met de volgende biologische / biodynamische / duurzame wijnhuizen: Marcel Deiss, Notre Dame de Cousignac, Clos des Clapisses en Domaine Cazes uit Frankrijk, Ken Forrester uit Zuid Afrika en Yalumba uit Australië. Kijk voor meer informatie over de Wijnkring op: www.wijnkring.nl
Werken in de slagerij is uitdagend, veelzijdig en je verdient een leuke boterham. Scan de qr-code voor meer informatie over hoe jouw toekomst in de slagerij eruit ziet of check facebook.com/MeatYourFuture
BiJo, natuurlijk duurzaam! 100% DUURZAAM Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen als het gaat om het milieu. Zeker bedrijven die producten produceren voor consumptie. BiJo wil een voorbeeld zijn voor de internationale AGF-sector. Door gebruik te maken van alleen duurzame energie wil het bedrijf onafhankelijk worden van het gebruik van fossiele brandstoffen. Ruim 727 keer de wereld rond: Een probleem los je op door aan de slag te gaan en innovatief te zijn. In de eerste twee natuurlijk duurzame kassen die BiJo nieuw heeft laten bouwen is geen fossiele brandstofaansluiting meer aanwezig. Normaal verstookt BiJo in een gemiddeld jaar 2.000.000 miljoen m3 gas om de gewassen het juiste klimaat te geven. In de natuurlijke duurzame kassen kan het binnenklimaat geregeld worden zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Dit levert een reductie op van 3.500.000 kilogram CO2 uitsloot per jaar. Een hoeveelheid die overeenkomt met ruim 727 keer de wereld rondrijden in een personenauto…
Puur biologische producten: Naast een gezonde duurzame productie vindt BiJo het ook belangrijk dat de smaak van de biologische producten perfect is. Neem een tomaat of komkommer. Er is een groot verschil tussen niet biologisch geteelde tomaten of komkommers en biologisch geteelde tomaten en komkommers. Niet alleen de tomaten en komkommers, maar alle door BiJo ontwikkelde producten zijn veel voller van smaak. Bovendien worden de biologische producten in de volle grond geteeld, volledig duurzaam en binnen een beschermde en gecontroleerde omgeving.
BiJo eerste tuinder met certificaat voor CO2 Voetafdruk: BiJo Logische Groenten uit ’s-Gravenzande is het eerste tuinbouwbedrijf met een certificaat voor de CO2 Voetafdruk van hun producten. Certificatie volgens PAS 2050 Carbon Footprint geeft weer dat voor groenten van BiJo exact in beeld is hoeveel broeikasgassen er vrijkomen bij het telen. BiJo kan met de certificering hun prestaties in het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen aantonen. BiJo is een biologisch glastuinbouwbedrijf met een gesloten kas. Hierdoor zijn ze niet meer afhankelijk van fossiele brandstoffen en dit zie je terug in de Carbon Footprint.
Even kennismaken: BiJo is een duurzaam en biologisch glastuinbouwbedrijf en handelsbedrijf dat zich richt op het telen, snijden en verpakken van duurzame en biologische groenten. U kunt bij ons een gevarieerd assortiment biologische groenten afnemen, zoals radijs, veldsla, rucola, babyleaf, red chard, tomaten, komkommers, paprika en diverse vers gesneden en verpakte gemaksgroenten. Alle producten dragen bij aan een beter klimaat. Draagt u net als ons het klimaat een warm hart toe en wilt u uw consumenten gezond en natuurlijk geproduceerd voedsel bieden? Maak dan snel kennis met ons assortiment.
Neem een kijkje op:
www.bijo.nl
CONTACTGEGEVENS BIJO: Woutersweg 22, 2691 PR ’s-Gravenzande | Tel: +31 (0 174 444 305 | Fax: +31 (0)174 444 849 | E-mail:
[email protected]
Helpende hand voor Nederlandse paling Paling is een mysterieus dier. Ergens op de oceaan wordt hij geboren als larfje. Hij zwemt vervolgens duizenden kilometers naar onze kust. Daar zwemt hij de rivieren en de meren op als doorzichtig glasaaltje. Althans, zo was de bedoeling van de natuur. Sinds jaren laat deze intrek van paling een dalende lijn zien. De Stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN) werd opgericht om daar verandering in te brengen.
W
as de hoeveelheid paling decennia geleden in Nederland nog ‘onnatuurlijk’ hoog, de laatste jaren baart diezelfde palingstand grote zorgen. De wetenschap lukt het niet de vinger achter de exacte oorzaken te krijgen. Na het afsluiten van het IJsselmeer ontstond een voedselrijk klimaat voor de paling en de stand ‘explodeerde’. Maar Nederlanders willen droge voeten, schoon water en duurzame energie. De waterstanden in Nederland worden daarom geregeld door gemalen, pompen en sluizen. Steeds meer waterkrachtcentrales wekken groene stroom op. Allemaal ontwikkelingen die de vrije doorgang voor paling hebben afgesloten. Kamer stemt in met “Paling over de Dijk” Dit voorjaar heeft de Tweede Kamer zich achter het initiatief van DUPAN gesteld voor het “Paling Over De Dijk”-project. In september starten daarvoor twee pilots in Noord-Holland en Zeeland. Met “Paling over de Dijk” wordt de groei van de palingstand gestimuleerd. Door het over de waterbarrières als pompen en gemalen zetten van volwassen, geslachtsrijpe paling, kan deze ontsnappen naar open zee. Zo kan ze voor nageslacht zorgen en komt er uiteindelijk weer meer jonge paling in Nederland. De gebruikers van het Nederlandse binnenwater zijn be-
Voor meer informatie:
zorgd over de te lage stand van paling in Nederland. Beroepsvissers, DUPAN, de waterschappen en Sportvisserij Nederland zetten zich daarom gezamenlijk in. Zolang de waterbarrières niet zijn aangepast helpen zij de paling er overheen naar zee. Op weg naar duurzaamheid Nederlandse vissers, kwekers en handelaren zijn verenigd in DUPAN. Zij stelden het Duurzaam Paling Fonds in. Vrijwel alle paling die wordt verkocht, draagt bij aan dit fonds. Het geld wordt in zijn geheel besteed aan de uitzet van jonge paling op het binnenwater en aan het overzetten van volwassen paling. Daarnaast wordt geld besteed aan wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld naar effectieve beheermethoden en naar een duurzame balans tussen vangst en exploitatie. Met de uitzet van jonge paling in zoet water en volwassen paling naar zout water, verandert de rol van de Nederlandse visser. Zij worden ook natuurbeheerder. De sector zet daarmee een grote stap. Paling hoort bij Nederland, net als klompen, tulpen en molens. Dit stukje cultuur gaat veel Nederlanders aan het hart. Daarom is het goed om te zien dat waterbeheerders, overheden, sportvisserij en de sector samenwerken om de palingstand te stimuleren.
www.dupan.nl
JUNI 2012 · 17
3
NIEUWS
TIP
DENK BETER NA OV OVER WAT JE IN JE BOODSCHAPPENMANDJE DOET
Philip den Ouden Directeur van de Federatie Nederlandse levensmiddelenindustrie
FOTO: BART VAN VLIET
Verduurzaming levensmiddelen ■ Vraag: Waar liggen de kansen voor verduurzaming binnen de levensmiddelenindustrie? ■ Antwoord: Overal, verduurzaming is een issue waar heel veel bedrijven, op heel veel vlakken mee bezig zijn.
BEWUSTER ETEN Duurzaam voedsel is een trend. De omzet hiervan steeg de afgelopen jaren dan ook. FOTO: SHUTTERSTOCK
Steeds meer vraag naar duurzaam voedsel
■ Vraag: Kan voedsel nog duurzamer dan nu het geval is? ■ Antwoord: Ja, er zijn talloze innovaties op diverse gebieden die ons voedsel nog duurzamer kunnen maken.
De roep om duurzaam voedsel wordt steeds sterker, dé belangrijkste trend in aankoopgedrag van consumenten vorig jaar. Dat is één van de redenen waarom de omzet van duurzaam voedsel de afgelopen jaren een stijgende lijn vertoont. Duurzaam voedsel zijn producten die zich positief onderscheiden door de manier van produceren: diervriendelijk, biologisch,milieuvriendelijk en/of ethisch. De groei blijkt ook uit de jaarlijkse Monitor Duurzaam Voedsel. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie presenteerde deze monitor in juni.De omzet van producten met een onafhankelijk gecontroleerd keurmerk steeg in 2011 met 30,5% tot ruim 1,7 miljard euro.
Wouter de Bruijn Voorzitter van het Platform Verduurzaming Voedsel
De groei is zelfs nog een fractie hoger dan in 2010, toen de stijging 29,4% bedroeg.
Transparanter
“Dat geeft aan dat we hier met een structurele ontwikkeling te maken hebben”, stelt voorzitter van het Platform Verduurzaming Voedsel, Wouter de Bruijn. Dit is een samenwerkingsverband van LTO/ZLTO (boeren en tuinders), FNLI (verwerkende levensmiddelenindustrie), CBL (supermarkten), Veneca (cateraars), KHN (horeca) en het Ministerie van EL&I, dat zich al drie jaar inzet om duurzamere producten op de markt te introduceren en de
bestaande productie- en distributieprocessen versneld te verduurzamen. “Verduurzamen is een continu proces”, aldus de Bruijn. “In het Platform hebben we eerst het containerbegrip ‘duurzaamheid’ vertaald naar negen thema’s waarop verbeteringen plaatsvinden: water, energie, dierenwelzijn, emissies, transport, reststromen,biodiversiteit,arbeid en eerlijke handel. Verder zijn meer dan 40 innovatiepilots in gang gezet. Een voorbeeld daarvan is het verzamelen van koffiedik in de horeca waarna er oesterzwamsporen aan toegevoegd worden en na enige weken deze oesterzwammen terug gaan naar de horeca om gegeten te worden. Zo wordt afval een voedingsbodem! Ook is het Informatie Systeem Verduurzaming Voedsel ontwikkeld. Hier laten bedrijven zien wat zij doen om hun producten en processen duurzamer te maken en dat is een belangrijke stap in het transparanter maken van onze voedselproductie.”
Ketensamenwerking
van 1,75 miljard per jaar. Om een voorbeeld te geven: één op de vijf eieren is al duurzaam,en ook bij 17 procent van de koffie is dat het geval”, zegt onderzoeker Johan Bakker.
users, die alleen maar duurzaam eten kopen. Twintig procent wil het helemaal niet. Blijft over de 75 procent light users, die best duurzaam willen eten mits er aan een aantal factoren wordt voldaan. Vooral in die laatste groep is nog veel te winnen. Duurzaamheid is de toekomst. Het is niet meer dan normaal om na te denken over wat er in je boodschappenmandje gaat. Ook kennis en innovatie zijn hierin belangrijk.”
“De verduurzaming van de productieen distributieprocessen is zeer gebaat bij ketensamenwerking. Sterker nog, dit is naar onze mening een belangrijke voorwaarde voor succes”, aldus De Bruijn. “We merken dat ketensamenwerking steeds intensiever wordt. De schakels aan het eind van de keten zijn steeds meer bereid om garant te staan voor afname, zodat toeleveranciers in grotere zekerheid kunnen produceren. Samenwerking in de keten geeft daardoor een impuls aan vernieuwing en een verdere versnelling in het verduurzamingsproces.” De Bruijn stelt echter dat deze resultaten slechts ‘een topje van de ijsberg’ zijn. “De grote verbeterstappen van verduurzaming zitten in de productie- en distributiesystemen.”
CORRY DAALHOF
[email protected]
Duurzaam eten Hoe duurzaam eet de Nederlander eigenlijk? Het is te vinden in de Monitor Duurzaam Voedsel van het Landbouw Economisch Instituut Wageningen. Johan Bakker Onderzoeker bij het Landbouw Economisch Instituut
Duurzaam eten onderscheidt zich van ‘gewoon’ voedsel door de productiewijze en als er meer (dan normaal) rekening wordt gehouden met zaken als milieu, dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden, of producten met een keurmerk. En wat blijkt: we zijn met z’n allen stukken bewuster gaan eten.
Gedrag en consumptie
“De monitor vertelt ons iets over de consumptie en het gedrag van de consument. De belangrijkste conclusie is dat tussen 2010 en 2011 de verkoop van duurzaam eten weer is gestegen; deze keer met 30,5 procent, met een omzet
Forse stijging
Een forse stijging in de verkoop, voor wie zich bedenkt dat we ons middenin een crisis bevinden. De groei in duurzame etenswaren is al jaren vele malen groter dan die in ‘gewoon’ voedsel. De trend lijkt zich alleen maar voort te zetten. Bakker: “We onderscheiden drie categorieën.Vijf procent van de consumenten zijn heavy
Voor een industrie zo groot als die van de Nederlandse levensmiddelen bestaan er enorm veel kansen en uitdagingen voor verduurzaming. “Inmiddels is het niet meer de vraag of er verduurzaamd moet worden, maar hoe er verduurzaamd moet worden” aldus Philip den Ouden, directeur van Federatie Nederlandse levensmiddelenindustrie. “Verduurzaming is een issue waar heel veel bedrijven op heel veel vlakken mee bezig zijn. Iedereen binnen de levensmiddelenindustrie ondervindt het, het is een fundamentele transformatie voor het hele ketenproces.”
Iedereen betrokken
“Voorbeelden van vlakken waarop de industrie ontwikkelingen doorvoert zijn energiebesparing, verpakkingsmateriaal, recycling en grondstoffen. Heel belangrijk is de samenwerking tussen grondstofpartners. In een regelmatig overleg kijken alle ketenpartners naar de mogelijkheden, ze zijn tenslotte allemaal betrokken bij de verduurzaming. Producten waarbij verduurzaming al een grote rol speelt zijn cacao en koffie. Voor deze producten is een certificering mogelijk die ons vertelt dat de boeren een goede prijs voor hun product krijgen en dat ze verantwoord met het milieu omgaan. Certificering binnen deze producten gaat een steeds grotere rol spelen, het doel is om alle koffie die in Nederland gebrand wordt 75% gecertificeerd te krijgen in 2015.”
Verduurzamingstraject
“Bij het verduurzamingstraject moet allereerst gekeken worden naar de samenstelling van de producten. Je moet zien vast te stellen welke grondstoffen er precies worden gebruikt, waar die vandaan komen en hoe ze geproduceerd worden. Vervolgens moet er stuk voor stuk gekeken worden of ze misschien duurzamer kunnen worden geproduceerd, bijvoorbeeld met minder energie. Ook is het goed om naar productieprocessen te kijken. Naar de machines bijvoorbeeld en de soort en hoeveelheid elektriciteit die ze daarbij gebruiken.” Voor onze samenleving betekent de verduurzaming dat we steeds meer kunnen vertrouwen op eerlijke en pure producten. “Ons uitgangspunt is dat we alles moeten voorkomen wat problemen veroorzaakt voor de volgende generatie.“
MARJOLEIN STRAATMAN
ANNE DE VOGEL
[email protected]
[email protected]
Een zomer vol feestelijke activiteiten en voordeel
ksen an Sa Hof v
R! 5 JAA
E E N F E E S T E L I J K P R O G R A M M A M E T V O O R I E D E R WAT W I L S Beleef volop vakantieplezier op het mooiste vakantiepark van Nederland. Maak deze zomer deel uit van onze zomerparade vol feestelijke activiteiten. Ontdek Drenthe, de gastvrijheid, de service en geniet van alle mogelijkheden die Hof van Saksen u te bieden heeft. Boek nu uw zomerverblijf op Hof van Saksen.
Genoemde prijzen zijn op basis van een 4-persoons boerderij (type 4A). Dit is een voorbeeldprijs, kortingen en prijzen kunnen variëren. Genoemde bedragen zijn exclusief reserveringskosten à € 24,50 en lokale heffingen à € 1,90 p.p.p.n. Kijk voor meer informatie op www.hofvansaksen.nl/zomerparade
35% korting
25% korting
Weekverblijf zomervakantie Hof van Saksen
vanaf
€ 719,(€ 26 p.p.p.n.)
25% korting
Weekendverblijf
Midweekverblijf
zomervakantie Hof van Saksen
zomervakantie Hof van Saksen
vanaf
€ 429,(€ 36 p.p.p.n.)
vanaf
€ 449,(€ 29 p.p.p.n.)
Reserveren: T 0900 – 1971 (€ 0,20 per min.) www.hofvansaksen.nl/zomerparade BUITENGEWOON GENIETEN
9 miljard monden te voeden In 2050 zijn we met 9 miljard mensen op deze planeet. Om straks al die monden te kunnen voeden, moeten we samen meer voedsel produceren. Maar nu al gaan bijna 1 miljard mensen dagelijks met honger naar bed. Niet omdat er onvoldoende voedsel is, maar omdat het oneerlijk wordt verdeeld. En omdat onze aarde langzamerhand uitgeput raakt. Ons huidige voedselsysteem is failliet. Maar samen kunnen we zorgen voor een doorstart. We kunnen voedsel éérlijker verbouwen, en dúúrzamer. Met nieuwe oplossingen hebben ook de generaties na ons voldoende te eten.
De toekomst begint nu
Eerlijker delen
Het is een enorme uitdaging om een eerlijk en duurzaam voedselsysteem op te zetten, van boer tot bord. Maar het kán, als iedereen meedoet: bedrijven, overheden, burgers en consumenten. Samen duurzaam produceren, eerlijk delen en samen leven. Oxfam Novib heeft al ideeën hoe dat zou kunnen.
We moeten de schrijnende ongelijkheid van ons huidige voedselsysteem aanpakken. We moeten de gevestigde belangen van bedrijven en overheden doorbreken, zodat niemand wordt uitgebuit en de gevolgen van bijvoorbeeld klimaatverandering en waterschaarste voor iedereen te dragen zijn. Pas dan is er voldoende voedsel voor iedereen.
Een betere wereld Met GROW voert Oxfam Novib samen met allerlei andere organisaties wereldwijd campagne voor:
Duurzamer produceren We moeten ons voedselsysteem omvormen zodat er wereldwijd meer voedsel verbouwd wordt op een duurzame manier. Bedrijven en overheden moeten de 1 miljard kleine boeren en boerinnen veel meer steunen, zodat zij het land en de middelen krijgen om hun families en anderen te voeden.
Beter samen leven We moeten onze welvaart baseren op duurzaamheid en eerlijkheid. Zodat de aarde niet uitgeput raakt, klimaatverandering beheersbaar blijft en onze kleinkinderen straks in goede harmonie kunnen samenleven.
Veranderen, het kan In Malawi deden 400 boerenfamilies mee aan een irrigatieproject van Oxfam Novib. Nu verbouwen ze een grote verscheidenheid aan gewassen, het hele jaar door.
Doe mee ! Meld je aan! En maak kans op een eerlijk boodschappenpakket of kookboek. Ook jij kunt bijdragen aan een wereld waarin iedereen voldoende te eten heeft. Hoe? Dat lees je in onze regelmatige GROW-actie updates. Meld je aan voor GROW en kom ook in actie! Sluit je aan. Zet de eerste stap en ga naar:
www.oxfamnovib.nl/growactie
Onder alle aanmelders tussen 26 juni en 1 augustus 2012 verloten we een mooi eerlijk boodschappenpakket t.w.v. € 100,-- en 10 x het kookboek “De groene wereldkeuken”.
JUNI 2012 · 19
INZICHT DE PRAKTIJK
Daan Kneppers
Freelance haarstylist en haarkunstenaar. Winnaar van Keune’s Next Hair Guru en de Coiffure Award Heren regio Noord. FOTO: GERBEN VAN DER RIJT
‘Ik haal mijn motivatie en inspiratie uit de natuur’ FOTO: SIMONE VAN REES
De natuur kan een uitstekende bron zijn om je motivatie en inspiratie uit te putten en daar weet Daan Kneppers alles van. Hij is kunstenaar en freelance haarstylist. Zijn werk baseert hij op natuurlijke vormen en hij is een voorstander van biologische producten. “Ik heb het kappersvak in de praktijk geleerd, school was ik al heel snel zat. Wel heb ik altijd mentoren in mijn leven gehad, mensen waar ik tegenop kijk. Zij hebben mij heel veel dingen geleerd over het vak maar ook over het leven.”
Schoonmaker
“Ik heb een stuk of dertien baantjes gehad voordat ik erachter kwam dat het kappersvak echt wat voor mij is. Ik ben begonnen bij een kapsalon als schoonmaker en vanuit daar ben ik hogerop geklommen. Toen ik eenmaal thuis was in de kapperswereld ben ik voor een jaar naar Sidney gegaan. Op mijn skateboard ging ik salons af om te kijken
hoe het vak daar in zijn werk gaat en of er personeel gezocht werd. Het ging niet vanzelf maar uiteindelijk kon ik ook daadwerkelijk aan de slag bij de topsalon waar ik het liefst wilde werken. Daar heb ik enorm veel geleerd over het vak.”
Hobby
“Tijdens mijn werk als kapper ben ik altijd veel bezig geweest met haarstyling en kunst. In mijn vrije
‘Ik probeer constant rekening te houden met de natuur en dat kan ik iedereen aanraden’ tijd verzon ik graag thema’s voor fotoshoots. Ik ging dan op zoek naar een fotograaf en een model. Vervolgens deed ik zelf de styling. Mensen verklaarden me wel eens voor gek omdat ik er zoveel tijd in stak maar achteraf kan ik zeggen dat ik er ei-
genlijk heel veel aan gehad heb. Ik heb daar toentertijd veel ervaring mee opgedaan en daar heb ik nu profijt van.”
Natuur
“Met het ontwikkelen van mijn eigen stijl ben ik enorm geïnspireerd geraakt door de natuur. Bomen, dieren maar ook het menselijk lichaam vind ik erg interessant. Ik ben de natuur gaan analyseren qua vormen en kwam erachter dat geen mens dat na kan maken. De natuur zit echt briljant in elkaar, ik haal er al mijn motivatie en inspiratie uit. Ik werk ook graag samen met duurzame bedrijven die hun grondstoffen biologisch kweken. Ik kies voor producten met korte distributielijnen die verpakt zijn in biologisch afbreekbaar plastic. Ik probeer constant rekening te houden met de natuur en dat kan ik iedereen aanraden.”
ANNE DE VOGEL
ERIK TOENHAKE EN RIEN OTTO Eigenaaren van het duurzame kledinglabel DutchSpirit. FOTO: ROB VOSS
Duurzaam aan den lijve ■ Vraag: Hoe kun je een duurzame levensstijl uitdragen? ■ Antwoord: Natuurlijk via eten. Maar ook in kleding zijn er veel duurzame alternatieven. Wie bewust wil leven is niet meer aangewezen op kneuterige, geitenwollensokken shops. Ook in duurzaam is de keuze ongekend. Een duurzame lifestyle uit zich in eerlijke voeding,vertaalt zich naar duurzame reizen en bijvoorbeeld naar hotels en restaurants die het begrip duurzaamheid toepassen. Een andere manier om een bewuste lifestyle uit te dragen is kleding. Maar wat precies onderscheidt een ‘eerlijk’ kledingstuk nu eigenlijk van een exemplaar dat dat niet is? “Er zijn verschillende aspecten. Eén ervan is hoe een kledingstuk is samengesteld en hoe lang het meegaat. Duurzame kleding draag je meerdere seizoenen. Verder is van belang dat kleding fair trade is en dat er geen kinderarbeid aan te pas komt, dat deze klimaat-
neutraal wordt geproduceerd, dat er goede arbeidsomstandigheden zijn en eerlijke prijzen”, sommen Rien Otto en Erik Toenhake van duurzaam kledinglabel DutchSpirit op.
De verschillen
Niet alleen is het verschil in kwaliteit te voelen.Ook levert duurzame kleding een belangrijke bijdrage aan het milieu, zo menen de twee. “Wie duurzame kleding draagt, vermindert de CO2-uitstoot. Het productieproces van eerlijke kleding verbruikt minder energie en minder water. In het geval van kleding die volgens het Cradle to Cradle-principe wordt vervaardigd, is er geen afval. De kwaliteit van duurzame kleding is hoger, de prijs-kwaliteitverhouding is goed en je bent ook nog eens beter voor het milieu. De vraag is dus: wanneer stap jij over?” MARJOLEIN STRAATMAN
[email protected]
[email protected]
KEUNE HAARVERZORGING VERKRIJGBAAR IN PROFESSIONELE SALONS WERELDWIJD KEUNE.COM Keune Care Line adv Telegraaf def3 (266x131mm).indd 1
11-06-2012 16:37:23
RO O S T E RT E CH N OL OGIE
S Ta C O , V O O R m E E R d a N E E N L E V E N L a N G STREVEN NaaR SILVER Foto: MKB Servicedesk
Steeds meer bedrijven houden zich bezig met het Cradle to Cradleprincipe. Eén van hen is Staco dat met zijn productie van verzinkte stalen roosters het milieu zo min mogelijk belast. Het milieubewustzijn van Staco was er al bij de oprichting, begin jaren zeventig. Doordat het bedrijf onderdeel is van het Nederlandse ROTO, dat onder meer is gespecialiseerd in het verzinken van staal maar ook in het recyclen van zink, was men hier zijn tijd vooruit. Toen al begon men met het scheiden van staal en zink, wanneer de producten het einde van hun levensduur hadden bereikt.
Halverwege 2011 heeft Staco dan ook het Basic Cradle to Cradle-certificaat behaald, wat bewijst dat het bedrijf duurzaam te werk gaat. Een wapenfeit waar commercieel directeur Marc Derks trots op is: “Deze certificaten worden steeds belangrijker, we zijn momenteel zelfs de enige roosterproducent die dit certificaat tot nu toe heeft behaald. Hoewel we erg tevreden zijn met Basic streven we in de toekomst zeker naar het Silver certificaat.” “Er zijn voor ons een aantal zaken erg belangrijk. Eenerzijds zijn het de producten zelf, die een lange levens duur hebben van wel 40 tot 50 jaar en die daarmee dus duurzaam zijn. Anderzijds kan het staal en het zink in onze producten geheel worden gerecycled en dus steeds opnieuw worden gebruikt. Dat is een belangrijk pluspunt in vergelijking met bijvoorbeeld kunststof varianten. Deze kunnen aan het einde van hun levenscyclus niet terugkeren naar hun oorspronkelijke staat. Door het continu investeren
in het productieproces worden er minder grondstoffen en energie verbruikt. Deze principes worden in alle vestigingen binnen de Staco Groep toegepast, waaronder Nederland, België en Polen”, aldus Derks.
VISIE OP dE TOEKOmST Toch is er nog winst te behalen; in de toekomst moet er nog meer worden
gedaan om het milieu te ontlasten. “Het is een continu proces. Denk hierbij aan een statiegeldsysteem voor onze roosters, het werken met minder verpakkingsmateriaal of recyclebare pallets, zonnepanelen en het optimaal gebruik maken van restwarmte. Dergelijke oplossingen vergen wel investeringen. Maar deze doen wij graag, het is namelijk erg belangrijk dat we de aarde goed achterlaten voor de volgende generaties.”
Kantoor Verzinkerij Kampen
VOOR ELKE FUNCTIE EEN OPLOSSING
www.stacoroosters.nl
Floriade
VENLO, 21 juni t/m 1 september
2012
t h g i N by
Orquesta Buena Vista Social Club® featuring Omara Portuondo
dag Op vrij rdag e t a z n e ot open t uur 23.00
Mede mogelijk gemaakt door:
Racoon • Waylon • The BossHoss • MOSS Chef’Special • Gare du Nord • Eefje de Visser Carel Kraayenhof & Limburgs Symfonie Orkest René Shuman & Angel-Eye: Elvis & More... Opera Zuid en Het Brabants Orkest
Live muziek • Openlucht bioscoop • Concerten • Verlichte tuinen
www.floriade.nl
JUNI 2012 · 21
INZICHT DE PRAKTIJK
Prof. Dr. Michael Braungart Een van de grondleggers van Cradle to Cradle FOTO: SPEAKERS ACADEMY - EDITH STENHUYS
Minder slecht is niet goed genoeg! ‘Afval is voedsel’ Iedereen weet inmiddels dat wij Nederlanders goed zijn in recyclen van afgedankte spullen. Toch is er een visie die nog verder gaat en alle producten in een kringloop opneemt. Het grote voordeel is dat er geen ingrediënten overblijven, want de producten zijn ontwórpen om gerecycled te worden. Het recyclen begint al op de ontwerptafel. Cradle to Cradle heet die visie en het staat voor ‘van wieg tot wieg’. Geen enkele verspilling van grondstoffen meer, maar deze telkens opnieuw gebruiken voor hoogwaardige producten in een technische of biologische cyclus. Cradle to Cradle werd bedacht door architect William McDonough en chemicus Prof. Dr. Michael Braungart. Braungart vertelt: “Als chemisch ingenieur werd ik regelmatig geconfronteerd met grote rampen zoals de grote hoeveelheid pesticiden in de Rijn en de kernramp van Tsjernobyl. Ik begon daartegen te protesteren. Na enige jaren bleek dat de chemische industrie en ik verschillende meningen hadden, maar wel dezelfde ideeën. Uiteindelijk kreeg ik een budget om mijn ideeën te toetsen in de wereld. In New York ontmoette ik William en we waren het direct roerend met elkaar eens: als je de verkeerde dingen perfectioneert, is het goed fout. Wij vonden dat alle gebruikte materialen ’ingrediënten’ moesten worden, zodat er nooit meer afval is waar niemand goed raad mee weet.”
Eindeloos opnieuw te gebruiken grondstoffen
De twee schreven een boek dat uitkwam in 2002 en insloeg als een bom. “Grenzen aan de groei? Consuminderen? Welnee, nergens voor nodig”, zegt Braungart stellig. “Want als alles volgens de Cradle to Cradle principes gemaakt wordt, bestaat afval gewoonweg niet meer, afval is voedsel. Voedsel voor de biologische of de technische cyclus. En dan kunnen we gerust doorgroeien.” Bij het ont-
‘Als alles volgens de Cradle to Cradle principes gemaakt wordt, bestaat afval gewoonweg niet meer’ werp van een product wordt dan niet alleen gekeken naar wat dat product moet doen, maar ook naar wat ermee kan aan het einde van de gebruiksduur. “Het product mag geen schadelijke ingrediënten bevatten, moet zonder al te veel moeite uit elkaar zijn te nemen in onderdelen die op zich weer een grondstof vormen voor eenzelfde of een ander product. Het product moet met zo min mogelijk duurzame energie gemaakt worden. Zo hebben we geen extra (steeds schaarser wordende) grondstoffen nodig en putten we de bronnen dus nooit uit. Gewoonweg omdat we een gesloten cyclus hebben.”
FOTO: SHUTTERSTOCK
EXPERT
FLORIADE De wereldtentoonstelling van de tuinbouwsector. FOTO: FLORIADE
Natuur als voorbeeld
Braungart stelt dat de wereld momenteel geregeerd wordt door schuldmanagement. “Mensen worden gepusht om klimaatneutraal te leven, maar dat kan alleen als je niet bestaat. Maak mensen angstig en je krijgt agressiviteit. Laat mensen zich geaccepteerd voelen en je krijgt blijheid. Dat is Cradle to Cradle, de enige manier om tot in lengte van eeuwen van de planeet te blijven genieten. Kijk naar de natuur, daar is nooit afval. Alles wat daar gebeurt, wordt weer opgenomen in de kringloop. Dat kunnen wij ook!” Braungart geeft wat voorbeelden. “Papier wordt al heel lang hergebruikt, maar de inkt en vulmaterialen die eraf worden gewassen, zijn gevaarlijk afval. Nu is er een producent die inkt maakt zonder voor de mens of de natuur ongezonde toevoegingen. Dat betekent dat oud papier uiteindelijk voor honderd procent terug in de biosfeer kan. Het papier opnieuw als papier en de inkt en het vulmateriaal als humus voor bemesting.” Een ander voorbeeld: “TV’s bevatten honderden ingrediënten, en zijn niet ontworpen voor recycling. We stripten een TV zover mogelijk en zochten goede alternatieven voor de stoffen die ongezond zijn. Een Nederlandse fabrikant produceert nu een TV die niet schadelijk is en waarvan de ingrediënten straks weer kunnen worden hergebruikt.”
CORRY DAALHOF
[email protected]
Wereldtentoonstelling met visie De Floriade is een wereldtentoonstelling van de brede tuinbouwsector en wordt eens in de tien jaar gehouden. Het thema van deze Floriade is duurzaamheid en dat is tot in de kleinste details doorgevoerd. Paul Beck Managing director van de Floriade
Managing director Paul Beck vertelt: “Ver voor de bouw begon, is er nagedacht over de aan te leggen infrastructuur. Dat gebeurt niet alleen voor de Floriade, maar heeft ook daarna nut voor het gebied. In samenwerking met de Amerikaanse architect Bob Rogers voerden we het gedachtegoed van de Floriade uit. De opzet is gedeeltelijk Cradle to Cradle, maar in ieder geval duurzaam. Grappig is dat toen we begonnen, bijna niemand daar van had gehoord. Dat veranderde echter heel snel. Met de aanleg hielden we zoveel mogelijk rekening met dat principe.” Zo kwamen er Cradle to Cradle grespijpen in de grond en ging de aanleg van natuur ook volgens het C2C principe. “De Innovatoren en Villaflora zijn gebouwen die la-
ter door de provincie en gemeente gebruikt gaan worden. Deze zijn energiezelfvoorzienend door warmte-koude opslag en zijn CO2 neutraal gebouwd.”
Enthousiasme
Ook de inzendingen voor de Floriade zijn duurzaam, al zal dat de gemiddelde bezoeker niet opvallen. “Duurzame tuinen, duurzame toepassingen in tuinbouw en congressen en symposia die in het teken staan van duurzaamheid. Zelfs de snacks zijn gezond, want de friet wordt gebakken in biologische olie.” De toiletgebouwen zijn zo gemaakt dat deze na de Floriade gemakkelijk af te breken en opnieuw ergens te gebruiken zijn.Het toiletpapier is C2C, evenals de schoonmaakmiddelen. Er zijn zeventig oplaadstations voor elektrische auto’s en op het park zelf rijdt alles ook elektrisch.Afval wordt door een bedrijf verzameld en gerecycled. “We laten hier van alles zien op het gebied van duurzaamheid en veel bedrijven zijn ontzettend enthousiast. Men ziet mogelijkheden om ook hun producten C2C te maken en te vermarkten. Bezoekers waarderen de Floriade met een ‘goed tot zeer goed’.” CORRY DAALHOF
[email protected]
Gezond en duurzaam werken werkt!
European Union
The European Regional Development Fund
cradle to cradle
islands
Investing in the future by working together for a sustainable and competitive region
Zelfvoorzienende eilanden als voorbeeld
Europa heeft hoge ambities als het gaat om innovatie. Dat spreekt ons Friezen aan. Fryslân gelooft in de kracht van vernieuwing voor een socialer en duurzamer Europa. Daarom zetten wij volop in op innovatie. Ons Cradle to Cradle Islands-project is daar een succesvol voorbeeld van. Cradle to Cradle Met het Cradle to Cradle Islands-project (C2CI) willen we dat eilanden in 2020 zelfvoorzienend zijn op het gebied van water en energie. We streven naar innovatieve, duurzame eilanden die daardoor extra aantrekkelijk worden en blijven voor bewoners en toeristen. Met C2CI leveren we innovaties op het gebied van natuur, water, energie en materialen die dat mogelijk maken. De provincie Fryslân trekt het C2CI-project. Hans Konst is er als verantwoordelijk gedeputeerde nauw bij betrokken. “Het project inspireert ons tot het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Het is een uitdaging de kennis uit het project te benutten voor een duurzame ontwikkeling en te vertalen in concrete projecten”, aldus Konst. De gedeputeerde is overtuigd van de kracht van het project voor de Friese economie en leefbaarheid.
Het Cradle to Cradle®-concept geeft een nieuwe kijk op duurzaamheid. Dit concept is gebaseerd op het ‘waste is food’-principe (www.epea.com). Er zijn projecten die zich richten op de bereiding van zoet uit zout water, op sanitatie, op scheiding, zuivering en hergebruik van huishoudelijk afvalwater en op buffering van regenwater. Maar ook wordt gewerkt aan het ontwikkelen en testen van nieuwe producten op zonne-energie. Nog vernieuwender is de pilot ‘Blue Energy’. Daarin wekken we energie op uit het verschil tussen zoet en zout water, maar ook het ontwikkelen en testen van elektrische scooters hoort erbij. Eilanden In Nederland doen twee eilanden mee: Ameland en Texel. Andere eilanden die participeren, zijn Spiekeroog, Region Uthlande, Samsø, Tjörn, Anholt, Runde, Vagan en de Shetland Islands. Deze eilanden fungeren als proeftuin waar onderzoeksinstellingen en bedrijven kunnen experimenteren met nieuwe technologieën. Afsluiting Het project wordt op 12 juli in de Harmonie in Leeuwarden afgesloten tijdens de Dong Energy Solar Challenge 2012 (www.dongenergysolarchallenge.nl). Op dit slotsymposium zijn sprekers uit Australië, New York en diverse Europese landen. Meer informatie is te vinden op de www.wisle.org.
Partners C2CI is een samenwerking van de provincie Fryslân, EPEA, Wetsus, TU Delft, de Universiteiten Lund en Aalborg. Ook nemen de Hogeschool Zeeland, Wetterskip Fryslân en het Oldenburgisches-Ostfrieschisches Wasserverband OOWV deel. En we werken samen met twee partners buiten het Noordzee gebied, namelijk Roosevelt Islands NY en de Finse eilanden Varjakka en Hailuato.
JUNI 2012 · 23
4 TIP
NIEUWS
C2C VERBETERT DE CONCURRENTIEPOSITIE
IN HET KORT
Waddeneilanden in Cradle to Cradle Islands project Cradle tot Cradle Islands is een Europees project met als doel om Noordzee-eilanden in de toekomst zelfvoorzienend te laten zijn op het gebied van water en energie. Ameland en Texel horen daarbij. De provincie Fryslan is projectleider in dit ambitieuze project waar 22 partners, waaronder 12 eilanden, uit Nederland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Duitsland en Groot-Brittannië aan deelnemen.
2
CRADLE TO CRADLE TOEGEPAST 1. Bij de bouw van het stadskantoor in Venlo worden zo veel mogelijk C2Cproducten en materialen gebruikt 2. Het C2C ExpoLAB PHOTO: NAME SURNAME
1
Nieuwe verdienmodellen met Cradle to Cradle Cradle to Cradle heeft de toekomst. Duurzaamheid is belangrijk, maar dit gedachtegoed heeft meer voordelen. Zowel voor consument, als bedrijf en overheid.
ge relatie aan met je klant, kun je meer aan hetzelfde artikel verdienen en blijft er voor iedere vraag een interessant aanbod. Ook voor de starter of student.”
Onderscheiden
VOORBEELD De regio Venlo is hierin een van de koplopers, de principes van Cradle to Cradle zijn er geland en toegepast in verschillende projecten, zoals de nieuwbouw van het stadskantoor en de Floriade. “Cradle to Cradle is een belangrijk speerpunt voor de regio Venlo en wordt ingezet om onderscheidend vermogen te creëren en investeringen aan te trekken. Mooi aan C2C is dat het bedrijven aanzet tot productontwikkeling en innovatie. Niet lineair maar cyclisch, doordat je producten zo ontwerpt dat je goede grondstoffen meerdere keren kunt gebruiken. Dat vraagt een andere manier van denken”, vertelt Roy Vercoulen van het C2C ExpoLAB, dat overheden en bedrijven helpt om Cradle to Cradle toe te passen in hun projecten.
Groene gevel
In het nieuwe Venlose stadskantoor worden zo veel mogelijk C2Cproducten en materialen gebruikt. “Bovendien krijgt het pand een groene gevel met beplanting. Deze verbetert de kwaliteit van de buiten- en de binnenlucht, vergroot de biodiversiteit en heeft een positieve impact op arbeidsproductiviteit
Roy Vercoulen Werkzaam bij het C2C ExpoLAB
en ziekteverzuim. Maar ook in het gebouw zijn eenvoudige slimmigheden toegepast, waardoor een gezondere werkomgeving ontstaat en bovendien geld wordt bespaard. Venlo is een logistieke hotspot. Dat de gemeente het begrip Cradle to Cradle aanhangt, past hier goed bij. Naast de voordelen qua duurzaamheid, verbetert C2C ook de concurrentiepositie”, zegt Vercoulen. Ook de Floriade is van het C2Cidee doordrenkt. Zo is gewerkt met duurzame materialen en is er een verbetering van de water- en luchtkwaliteit en meer biodiversiteit. “De basis is hiermee gelegd voor een gezond bedrijventerrein waar je op een gezonde manier zaken kunt doen. Deze gebouwen en projecten helpen mensen om meer gevoel te krijgen bij de voordelen van Cradle to Cradle, zodat het sneller en breder wordt toegepast en meer mainstream wordt.”
C2C-kantoren
C2C is een belangrijke aanjager van creatieve innovatie, aldus
Eric Logtens Managing director van HME
Eric Logtens. Hij is managing director van internationaal importeursbedrijf HME dat een breed assortiment aan Cradle to Cradle gecertificeerd meubilair levert. “Om bedrijven en overheid te ondersteunen bij duurzaam inkopen hebben wij op basis van dit concept een verdienmodel ontwikkeld, gebaseerd op operational lease. Net als C2C wordt ons concept gekenmerkt door een gesloten productcyclus. Uniek in de kantoormeubelindustrie is de gegarandeerde hoge restwaarde van onze producten waardoor we een duurzame oplossing kunnen bieden die onze klant aanzienlijk economisch voordeel oplevert. Na een leaseperiode van bijvoorbeeld vier jaar worden de producten opgehaald, voorzien van een onderhoudsbeurt en aangeboden voor een tweede levenscyclus tegen een gunstiger tarief. Aan het eind van het tweede leven wordt het product marktconform aangeboden aan een volgende (eind) gebruiker. Zo ga je een langduri-
Volgens hem leeft het C2C-begrip nog niet genoeg bij de consument. Wel is dat steeds meer zo bij overheid en bedrijfsleven. “Duurzaamheid staat hoog op de agenda. Bedrijven die zich niet bezighouden met het leveren van toegevoegde waarde omtrent een product in de zin van (financiele) dienstverlening, zijn de verliezers in de crisis. Cradle to Cradle helpt je ook om je op een positieve manier te onderscheiden van de rest. Wel moeten we ervoor waken dat C2C geen marketingterm wordt. Inmiddels doen we niets anders dan duurzame oplossingen bedenken. Zo is onze bijzondere samenwerking met het C2C ExpoLAB ontstaan. Deze samenwerking zorgt er mede voor dat ExpoLAB zijn C2C perspectieven ook op interieurgebied kan optimaliseren. Ik hoop dat meer bedrijven en instanties zich gaan bezighouden met C2C. Zodat we elkaar kunnen blijven enthousiasmeren. In die zin is het fantastisch wat er al in Venlo gebeurt.”
Hans van Meerendonk en Anne de Vries zijn projectmanagers en zij vertellen er meer over. “Energie wordt nog te weinig duurzaam opgewekt en we verspillen nog steeds veel drinkwater. We gebruiken het Cradle to Cradle principe om dat te veranderen zodat eilanden op termijn zelfvoorzienend en duurzaam bezig zijn.”
Enthousiasmeren
Het ontstane platform met veel kennisinstellingen heeft diverse voorbeelden uitgewerkt om mensen te laten zien wat er allemaal mogelijk is. Op Ameland wordt in een vakantiewoning geëxperimenteerd met duurzame energie en een gescheiden afvalwatersysteem. Naast het project lopen ook onderzoeken naar het winnen van water uit lucht, blue energy (energie opwekken door het mengen van zout met zoet water) en getijdenenergie. Het project besteedt ook aandacht aan duurzaam transport.“Dat kan met elektrische scooters of fietsen. Voor het vervoer van goederen ontwikkelde de TU Delft een vrachtfiets waar een klein bedrijf uit ontstaan is. We merken nu al dat onze voorbeelden anderen in-
spireren. Een student bedacht een picknickset van kurk met daarin waddenproducten waar de eilanders aan meewerken. Roosevelt Island in New York is bij het project betrokken geraakt en er wordt naar mogelijkheden gezocht om C2C-oplossingen daar daadwerkelijk te realiseren.” De twee heren hopen dat de goede voorbeelden een sneeuwbaleffect zullen veroorzaken. “Veel partijen zijn er erg enthousiast over, maar voor ons is het project pas geslaagd als de ideeën op grotere schaal toegepast gaan worden.”
CORRY DAALHOF MARJOLEIN STRAATMAN
[email protected]
[email protected]