2015
Pupillenleider zijn, hoe doe je dat? sv KMD en voetbalschool Stap voor Stap
Voorwoord Toen hij 5 jaar werd startte mijn oudste zoon als voetballer in de mini-pupillen. Niet lang daarna werd ik “gescout” als leider van zijn team. Omdat ik zelf heb gevoetbald en wel aardig uit mijn woorden kan komen, werd ik al snel geschikt bevonden. Maar er kwam toch meer bij kijken dan ik dacht. Natuurlijk wist ik dat je niet alleen de coaching tijdens de wedstrijd moest doen. En ik had van de coördinator een heel verhaal gekregen over limonade, shirts wassen, normen en waarden, ouders, en de balans tussen plezier en prestatie. En toch viel me elke keer weer op dat ik verrast werd door kleine en soms grotere dingen die ik voor het eerst meemaakte. In de 9 jaar er na heb ik zelf als leider en jeugdcommissielid veel geleerd. Lessen die een ander niet door schade en schande hoeft te leren. Want samen met Voetbalschool Stap voor Stap hebben wij besloten om de leiders van sv KMD te voorzien van een handboek waarin veel is uitgewerkt over wat het leiderschap voor de pupillen inhoudt. Serieus, maar op een toegankelijke wijze. En onthoudt, hoe moeilijk het soms ook is, het is natuurlijk geweldig om leider te zijn van een jeugdteam! Dit handboek is via www.voetbalschoolstapvoorstap.nl ook te downloaden en eenvoudig geschikt te maken voor een andere voetbalverenging. Want we doen dit uiteindelijk niet alleen voor sv KMD, maar voor de voetballerij. Veel leesplezier!
Jaco van der Tang Jeugdvoorzitter sv KMD
1
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 De seizoenstart ........................................................................................................................................ 2 Trainen..................................................................................................................................................... 3 Vóór de wedstrijd .................................................................................................................................... 4 Warming-up E en F jeugd ........................................................................................................................ 6 Het spelsysteem ...................................................................................................................................... 7 Het coachen........................................................................................................................................... 10 Wisselbeleid .......................................................................................................................................... 12 Na de wedstrijd ..................................................................................................................................... 13 Ouders ................................................................................................................................................... 15 Normen en waarden in het veld............................................................................................................ 16 Scheidsrechter ................................................................................................................................... 16 Spelers ............................................................................................................................................... 16 Ouders ............................................................................................................................................... 16 Tegenstanders ................................................................................................................................... 16 Normen en waarden buiten het veld .................................................................................................... 17 Nawoord ................................................................................................................................................ 18
1
De seizoenstart KMD streeft er naar om twee leiders per team te hebben. Zorg dat je zo snel mogelijk kennismaakt met elkaar en een onderlinge rolverdeling afspreekt. Het voetbalseizoen start bijna altijd op het moment dat de zomervakanties op school voorbij zijn. Jij hebt je team dus waarschijnlijk voor het eerst bij elkaar op een zaterdag vlak voor de wedstrijd. Dat is jammer, maar soms kan het nu eenmaal niet anders. Probeer zo snel mogelijk in het seizoen een moment te prikken dat je de kinderen even een kwartiertje apart hebt om rustig met elkaar alle afspraken voor het komende seizoen samen door te nemen. Dat kan gaan over organisatorische zaken of voetbalzaken, waarover later meer. Plan daarnaast ook een gesprekje van een half uur met alle ouders. Gewoon onder het genot van een kop koffie nader kennismaken en afspraken maken. Te denken valt hierbij aan: Op tijd afbellen & naar wie? Op tijd verzamelen Altijd verzamelen bij KMD Verplicht douchen Ouders niet op het veld, maar langs de lijn met gepast gedrag Communicatie afspraken (telefoonnummers uitwisselen, groepsapp etc.) Wedstrijdverslagen Shirts wassen De ervaring leert: hoe duidelijker je vooraf afspraken met elkaar maakt, ook al lijken ze op voorhand overbodig, hoe minder gedoe je er over krijgt in de loop van het seizoen. Je ontvangt van KMD een voetbaltas met daarin enkele ballen, een verbandtrommel, een aanvoerdersband en een waterzak met bidons + spons. Deze tas moet aan het einde van het seizoen weer compleet worden ingeleverd. Mocht er onverhoopt iets kwijtraken of kapot gaan, dan graag zo spoedig mogelijk doorgeven aan de coördinator Materialen. Maak een foto van je team en stuur die naar de coördinator van de Jeugdcommissie, zodat deze foto op de teampagina op de website van KMD kan worden geplaatst. Voor alle vragen die je zelf nog hebt kan je je het beste wenden tot de coördinator uit de Jeugdcommissie.
2
Trainen Een leider is niet verantwoordelijk voor de trainingen. Hier zijn de trainers voor. Wel heeft een leider op een andere manier invloed op de training en daarmee op de ontwikkeling van het individu en het team. De trainer is meestal niet aanwezig bij de wedstrijd van zaterdag. Tijdens de wedstrijden blijkt vaak al snel waar het fout gaat. Het is belangrijk dat de leider regelmatig afstemt met de trainer en andersom. Wat moeten de kinderen in de leeftijdscategorie waar ze in zitten al wel kunnen en wat komt pas later? Hoe is de trainingsopkomst? Wat gaat er goed en minder goed tijdens de wedstrijd? Waar zou meer aandacht voor moeten zijn tijdens de trainingen? Waarop wordt er tijdens de trainingen getraind en gecoacht? Hoe gaat het met de ontwikkelingen van het spelertje? Misschien is het zelfs wenselijk dat een leider een keer aansluit bij een training. Zo kan je samen ook ‘sparren’ over de wedstrijd en/of training. Overigens is het doorgeven aan de trainers geen garantie dat ze het wel even oplossen. Veel voetballers kunnen bepaalde dingen nog niet als ze jaren later in de senioren voetballen. Dat ligt echt niet alleen aan de leiders en trainers.
3
Vóór de wedstrijd Er zijn natuurlijk goede afspraken gemaakt over het tijdig afbellen. Als er meer spelers afwezig zijn, dan kunnen er spelers bij een ander team worden geleend. Dit gebeurt in overleg met de coördinator (die soms weer overlegt met de trainer) of als er andere afspraken zijn gemaakt, rechtstreeks tussen de leiders onderling. Voor een uitwedstrijd altijd in de kantine van KMD verzamelen. Verzamelen op het parkeerterrein is onveilig. Samen verzamelen is onderdeel van het teamproces, dus rechtstreeks vanaf huis naar de andere vereniging alleen bij hoge uitzondering en in overleg. En als je onverhoopt een speler mist, dan is het makkelijker om even een andere leider aan te schieten met de vraag om een invaller. Bij een uitwedstrijd altijd even melden dat je er bent in de commissiekamer van de betreffende vereniging. Zorg ervoor dat de spelers op normaal schoeisel naar de club komen en niet op hun voetbalschoenen! Buiten dat het voor slijtage van de noppen zorgt, is het ook slecht voor de manier van lopen. De verzameltijden scherp bewaken en op tijd de kleedkamer in (vooraf afspraken maken over wat er gebeurt als je te laat komt). Omkleden, de bespreking en de warming-up nemen minstens een half uur in beslag. Ouders alleen in de kleedkamer als het nodig is om te helpen omkleden, daarna is de kleedruimte van de leiders en de spelers. Spelers kunnen zich dan gaan concentreren op de wedstrijd. Je kunt afspraken maken over hoe de kinderen zich opstellen tijdens de bespreking. Stil zijn, vinger op steken, allemaal aan één kant van de kleedkamer zitten etc. Visualiseren werkt nog beter. Dat kan bijvoorbeeld door de kinderen zich in de kleedkamer daadwerkelijk te laten opstellen, of door een tekening, magneetjes e.d. Leiders gebruiken de tijd van het omkleden om te zorgen dat de ballen goed zijn opgepompt en de waterzak gevuld is. Om de wisselspelers verantwoordelijkheid mee te geven, is het een optie om hen deze mee te laten nemen naar het veld. Kinderen kunnen op jonge leeftijd al heel veel, kijk maar wat ze op school allemaal al moeten en mogen doen. Daarom kan je best van kinderen vragen om teamafspraken na te komen.
4
Aanvoerder zijn kan ontzettend leuk zijn voor kinderen en kan goed zijn voor het verantwoordelijkheidsgevoel, maar het kan ook voor scheve gezichten zorgen onderling. Het is aan jou of je het wilt doen (het is namelijk niet per sé nodig). Als je het wel doet dan adviseren we om de band te laten rouleren. Leer de kinderen netjes het veld op te gaan. Met de juiste soort voetbalschoenen, veters vast, scheendekkers om, handen uit de mouwen en shirt in de broek. Tegenwoordig wordt er veelal op kunstgras gespeeld. Bij natuurlijk gras kunnen kunstgrasschoenen te glad zijn. Let erop dat spelers in ieder geval altijd noppenschoenen bij zich hebben. Leiders gaan ook goed gekleed het veld op met de door KMD verstrekte sponsorkleding voor het jeugdkader. Doe de warming-up die KMD heeft uitgewerkt voor pupillen. De eerste paar keren zal het lastig zijn, maar al snel ontstaat er discipline en een voetbaltechnisch en medisch verantwoorde warming-up. Deze warming-up is altijd met een bal, omdat de spelers op deze leeftijd nog geen opwarming nodig hebben voor hun spieren. Op deze leeftijd is de warmingup een middel om de spelers geconcentreerd te krijgen voor de wedstrijd en als extra ‘training’.
5
Warming-up E en F jeugd 1. Passen/trappen oefening (benodigdheden 4 hoedjes en 1 bal). Zorg voor 2 groepen tegenover elkaar die één bal (direct) aanspelen naar elkaar en na het passen snel van kant wisselen (langs de pionnen lopen). Afstand ongeveer 15 meter. Ongeveer 5 minuten.
2. Positiespel 4 tegen 3/4 in vierkant (gebruik hierbij de hoek van het kunstgras bij het doelgebied, benodigdheden 7/8 spelers, 1 bal, 3/4 hesjes of trainingsjasjes), 1 leider. Tegelijkertijd kan de keeper worden ingeschoten door de andere leider. Ongeveer 5 minuten.
3. Afwerken op het doel. Je speelt de speler bij de rand van het doelgebied aan welke aanneemt en draait en op het doel schiet. Je loopt de bal achterna en neemt de positie over. Speler die geschoten heeft haalt de bal en sluit aan in de rij. Ongeveer 5 minuten.
6
Het spelsysteem Deze handleiding is voornamelijk bedoeld voor de pupillen, daarom focussen we hier ook op het 7 tegen 7 systeem. De naam zegt het al, het is dus niet de bedoeling dat er 8 tegen 8 wordt gespeeld. Een beginnend leider zou kunnen denken dat één jongetje extra makkelijk moet kunnen, maar dat blijkt dus toch niet zo te zijn. Het wordt direct druk en rommelig met een extra speler. Niet doen dus. Daarbij gaat het tijdens wedstrijden naast plezier ook om ontwikkeling. De regel is hoe meer balcontacten je hebt, hoe meer leermomenten. Met hoe meer spelers je speelt, des te minder balcontacten per speler. Tenslotte, bij de trainingsvormen in de pupillen wordt altijd rekening gehouden met het 7 tegen 7 systeem. Bij een team van 6 veldspelers en een keeper spelen we altijd een 1-3-3 formatie, omdat dit het meest aansluit bij de toekomstige 1-4-3-3. Bij professioneel voetbal wordt altijd gesproken over het ‘creëren van driehoekjes’ en ‘het lopen tussen de linies’. Dit is iets waar je uiteraard naar toe wilt, maar de pupillen nog niet mee moet belasten. Dit kan je ze wel onbewust laten doen, door te gaan spelen zoals in onderstaande formaties (zie afbeelding 1, volgende pagina). Wij pleiten voor één van onderstaande opstellingen, afhankelijk van de sterkte van de tegenstander. Als je de 1-3-3 formatie op één lijn zou laten spelen heb je maar twee linies en twee à drie afspeelmogelijkheden per speler. Degene recht voor je en degene meteen naast je. Andere medespelers niet, omdat de tegenstander deze lijn zal blokkeren (als het goed is). De rechterverdediger zal eigenlijk nooit de bal kwijt kunnen aan de linkerverdediger, omdat de centrale verdediger in de passlijn staat. Dit geldt uiteraard ook voor de voorhoede. Als je speelt met een centrale verdediger en een centrale aanvaller die minder diep of juist dieper staat dan de medeverdedigers en/of aanvallers kan je de bal aan meerdere teamgenoten kwijt (zie afbeelding 1, volgende pagina)! Daarbij gaat het in de F voornamelijk om baas te worden over de bal en dus lekker een actie mogen maken! Als je speelt op twee lijnen kan je alleen naar voren en naar achteren een dribbelactie maken. Als je speelt zoals in de besproken formaties, kan je je dribbelacties inzetten naar achter, naar voren en naar opzij.
7
Bij teams die al wat verder zijn kan je als leider de twee onderstaande opstellingen mixen en koppelen aan aanvallen of verdedigen. Dat betekent dat als er verdedigd moet worden de nummer 3 en 6 iets zakken tot achter hun teamgenoten aan de zijkant en als er aangevallen wordt zullen deze spelers er juist iets voor spelen. Dit is één van de redenen waarom je je beste aanvaller en je beste verdediger doorgaans in het midden positioneert.
Afbeelding 1; formatie pupillen 1-3-3 8
Er kan per team een enorm kwaliteitsverschil zijn, maar je kunt altijd vragen van spelers om hun best te doen. Bij KMD streven we naar het maken van teams met gelijkwaardige spelers, maar soms kan het juist goed zijn voor de ontwikkeling en/of het vertrouwen van een speler om hem boven of onder zijn eigen niveau in te delen. Dit wordt dan bepaald door de hoofdtrainer, meestal in overleg met de Technische Commissie. Op deze leeftijd (met mogelijk uitzondering van de keeper) zijn het nog geen vaste spitsen, laatste mannen of buitenspelers etc. Op deze leeftijd moeten ze zoveel mogelijk posities uitproberen, want overal valt wel iets te leren. Probeer dit dan ook echt te rouleren, desnoods alleen in oefenwedstrijden of wanneer de stand het toelaat. Ieder jaar zien we weer leiders die heel slimme varianten in het systeem bedenken. Soms kan een team dit aan en soms kan het zelfs verstandig zijn, maar vergeet niet dat we de spelers proberen te leren voetballen. Op deze leeftijd zijn ze gebaat bij herkenbaarheid. Maak dus altijd de afweging of jouw ambitie als supercoach nog steeds dit doel dient. Hier onder drie filmpjes met uitleg over de verschillende spelsystemen. Filmpje: 1:3:3 Filmpje: 1:3:1:2 Filmpje: 1:3:2:1
9
Het coachen Een coach begeleidt een speler in de ontwikkeling tot een zo goed mogelijke voetballer, op een leuke en veilige manier. Resultaat is prachtig en iedereen wil dat, alleen bij KMD zeggen we “Met punten pak je geen ontwikkeling, met ontwikkeling pak je wel punten”. Hiermee wordt bedoeld dat het om de lange termijn gaat en niet om de korte termijn. Probeer altijd vragen te stellen aan de spelers. Je kunt alles wel lukraak voorzeggen, maar weten zij dan in de toekomst ook wat ze in die situatie moeten doen en waarom? De ervaring leert, dat dit niet het geval is. Daarom is het belangrijk om interactie te hebben met het individu en het team. De spelers zijn vaak veel slimmer dan je denkt. Het is veel mooier dat een speler of het team aangeeft wat je graag wilt horen, dan wanneer je het zelf voorzegt. Wanneer iemand het juiste antwoord geeft, geef je een compliment waardoor hij of zij het ook veel sneller zal toepassen. Een ander voordeel is dat je na een wedstrijd een speler of een team ook kan herinneren aan de gemaakte afspraken.
Een aantal handige tips Ga niet coachen en aanmoedigen, je bent dan al snel ‘te’ aanwezig waardoor de spelers minder gehoor voor je hebben. Maak vooraf afspraken over wie penalty’s, corners en vrije trappen neemt. Coach voor of na een actie en niet tijdens, laat ze zelf ervaren wat er gebeurt. Coach de kinderen zonder bal, vooral op het aansluiten en het veld breed houden. 10
Stel tijdens de wedstrijd vragen, zeg niet ‘Klaas ga bij je man staan!’ maar ‘Klaas waar is je tegenstander?’ of ‘Klaas wat moeten wij nu doen?’ Tijdens de rust, begin niet direct met je hele verhaal. Laat ze eerst even bijkomen en snel wat drinken. Anders ben je uitgepraat, gaan ze alweer het veld op, en zijn ze je coaching al lang vergeten. Durf een speler tijdens een wedstrijd naar je toe te halen en te coachen, het roepen in het veld heeft vaak veel minder effect. Wanneer je praat met een spelertje of een groep, zak qua houding naar hun ‘ooghoogte’. Dit heeft veel meer effect en zo is de speler ook meer gefocust. Praat in de taal van de speler. ‘Jip en Janneke taal’ wordt beter begrepen dan mooie vaktermen. Als je vaktermen gebruikt moet je zeker weten dat ze het snappen. Praat altijd over je eigen team en zo min mogelijk over de tegenstander en de scheidsrechter. Het draait om de ontwikkeling van onze spelers en geef ze vertrouwen. Ga niet aangeven dat de tegenstander zo goed is. Probeer zoveel mogelijk te praten in het concept ‘praatje, plaatje en daadje’. Tijdens wedstrijden valt dit niet altijd mee, maar dit levert wel het meeste effect op. Visualiseer alles, zo veel mogelijk uitbeelden, tekenen etc. Laat de spelers dromen, vraag of ze hun ogen dicht doen en dromen wat ze het liefste zouden willen doen tijdens de wedstrijd en vraag ze of ze dit willen doen. Geef de spelers maximaal twee aandachtspunten mee, bij voorkeur één. Voetbal is al zo lastig, alles moet stapsgewijs geleerd worden. Er is meer baat bij iedere maand op een vast aandachtspunt coachen, dan elke wedstrijd op alles. Geef vooral aan wat er goed gaat, geef hierin complimentjes. Dit is de beste sturing die er is. Tegenover ieder uitgesproken punt van kritiek moeten minimaal vijf complimenten gegeven worden om dit te compenseren. Vooral op de leeftijd van de pupillen is dit belangrijk. Wanneer een speler het naar haar of zijn zin heeft, zal diegene harder trainen, langer blijven voetballen en beter presteren. Ga tijdens de bespreking zo staan, dat er niets achter je gebeurt waardoor ze afgeleid kunnen zijn. Dus bijvoorbeeld niet dicht bij de toeschouwers gaan staan. Laat de kinderen de drinkflessen die ze eventueel bij zich hebben afgeven voor de wedstrijd aan de leider. Dan kan er in de rust bij de leider drinken worden gehaald en kan de bespreking in de rust in relatieve rust verlopen. Als je eigen kind ook op het veld staat, spreek dan af dat de andere leider bij blessures of boosheid van je kind de coachrol pakt.
Website: over het effect van het positief coachen
11
Wisselbeleid Heel belangrijk onderdeel van het beleid van KMD is dat iedere speler evenveel speeltijd krijgt. Het kan soms verleidelijk voor een leider zijn om zijn beste speler altijd te laten staan, maar dat is dus niet de bedoeling. Het staat een leider natuurlijk wel vrij om “slim” te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld bij een vriendschappelijke wedstrijd of bij een dikke voorsprong of achterstand net even anders wisselen. Als het eindresultaat maar is dat alle leden evenveel voetballen. Het is aan te raden om op een lijstje bij te houden wie hoe vaak wissel heeft gestaan. Voor jezelf, maar ook voor ouders die hier vragen of opmerkingen over hebben. Als een speler even wissel staat, dan kan hij ook veel leren. Het is niet de bedoeling dat hij dan gaat spelen of bij zijn ouders staan. Gewoon bij jou in de buurt. Kinderen leren veel door vanaf de zijkant met ze te bespreken wat er wel en niet goed gaat. Laat één van de leiders de wissels doen. Doe dat bij voorkeur aan de kant waar de ouders niet staan, dan is er ook geen afleiding. Zorg dat je de tijd van de volgende wissel in de gaten houdt, bijvoorbeeld met je telefoon. Wissel niet om de 2 minuten, maar bijvoorbeeld iedere 10 minuten bij de F en 12,5 minuten bij de E. Bij voorkeur de wisselspeler die je inbrengt laten spelen op de plek van degene die je eruit haalt, anders wordt het al snel rommelig.
12
Na de wedstrijd Als de wedstrijd is afgelopen worden er eerst penalty’s genomen. Netjes in een rij blijven staan en sportief blijven naar tegenstanders is belangrijk. Bijvoorbeeld geen “boeh” roepen als de tegenstander een penalty neemt. Na de penalty’s geven de spelers en de leiders van beide partijen elkaar een hand om te bedanken voor de wedstrijd. De leiders en eventueel de spelers bedanken ook de scheidsrechter voor het fluiten.
Het is goed om kort terug te kijken, op het veld of in de kleedkamer, op de wedstrijd. Houdt het wel kort en alleen maar positief. Kritiekpunten kunnen bij de voorbespreking van de volgende wedstrijd terugkomen. Na een thuiswedstrijd zorgen leiders voor limonade. Zowel voor het eigen team als voor de tegenstander. Dit kan je natuurlijk ook delegeren aan een ouder. De kannen hiervoor kunnen in de kantine gehaald worden en bij het verlaten van de kleedkamer weer worden teruggebracht.
13
Er is altijd minimaal één leider aanwezig in de kleedkamer, bij voorkeur zelfs twee. De reden hiervoor is, dat je waarborgt of alles wel goed verloopt, te denken aan ongewenst gedrag van de spelers of de leiders en dat er geen spullen vergeten worden. Douchen na de wedstrijd (met slippers) is normaal, hygiënisch en een regel bij KMD. Ouders weten dat niet altijd. Dit punt moet aan het begin van het seizoen goed duidelijk gemaakt worden, anders wordt er al snel mee geschoven. Check voor vertrek uit de kleedkamer of deze schoon is en haal er eventueel een bezem/trekker doorheen. Na een uitwedstrijd altijd even op KMD de uitslag doorgeven, zodat de uitslag op de website vermeld kan worden. Laat de shirts gewassen worden voor het hele team tegelijk. Dit kan je bijvoorbeeld op alfabet laten rouleren. Voordeel is dat de shirts dan dezelfde eventuele kleurafwijkingen ontwikkelen. Het is voor de kinderen, ouders, andere familieleden en geïnteresseerde KMD-leden leuk als iemand wekelijks een verslag van de wedstrijd schrijft. Dit kan rouleren, maar er kan ook iemand zijn die dit gewoon graag doet.
14
Ouders Ouders zijn zéér waardevol voor KMD. Ze kunnen de noodzakelijke vrijwilligersrollen vervullen, maar het is natuurlijk ook gewoon leuk als ze er zijn en hun betrokkenheid tonen. Ouders kunnen soms ook lastig zijn. Ze zetten hun kind onder druk, ze gaan coachen, hebben kritiek op het beleid van de leider in het bijzonder of KMD in het algemeen. Soms kan het ook ingewikkeld zijn doordat ouders gescheiden zijn. Hoe dan ook, ouders spelen in de jongere jeugd een zeer prominente rol. Het best werkende recept lijkt te zijn: Duidelijke regels vooraf Direct aanspreken op negeren van de regels Investeer in het “ouderteam”. Het kan bijvoorbeeld ontzettend leuk zijn om een keer met het hele team inclusief ouders ergens af te spreken. Ouders moedigen alleen aan, de leiders zijn voor de coaching. Anders wordt het te verwarrend voor de spelers. Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat de twee leiders tegenstrijdige coaching geven. Filmpje: Geef kinderen hun spel terug Mocht het voorkomen dat een ouder aangesproken moet worden, probeer dit zo veel mogelijk voor of na de wedstrijd te doen. Tijdens de wedstrijd verdienen de spelers alle aandacht.
15
Normen en waarden in het veld Tijdens de wedstrijd heeft een leider met allerlei partijen te maken:
Scheidsrechter Natuurlijk ga je respectvol met hem om. Je stelt je voor de wedstrijd voor en bedankt hem of haar na de wedstrijd. Accepteer de beslissingen van de scheidsrechter, door een opmerking gaat hij echt niet zijn beslissing terugdraaien en of voor jullie fluiten. Daarbij heeft de leider een voorbeeldrol voor de kinderen. Gebruik de rust en het moment na de wedstrijd om het één en ander door te nemen met de scheidsrechter. We verwachten daarnaast ook van je dat je hem in bescherming neemt als hij onheus bejegend wordt door de leider of ouders van de tegenstander. Filmpje: Voorbeeldfunctie coach
Spelers Dit is de leeftijd dat ze moeten leren wat sportief spelen is. Dit uit zich door een handje geven als er iets gebeurt tijdens de wedstrijd en na de wedstrijd. Als een speler een opzettelijk harde overtreding maakt, dan haalt de leider hem er even uit (ook als dat niet hoeft van de scheidsrechter). Langs de lijn kan het kind dan op een passende manier geconfronteerd worden met zijn gedrag. Vraag de speler eventueel ook hoe hij of zij het zou vinden, al zou het bij hem of haar gebeuren? Filmpje: Voorbeeldfunctie speler
Ouders Zij weten best dat ze geen vervelende taal mogen uitslaan en dat ze niet mogen coachen. Toch gebeurt het soms gewoon. Incidenteel kan dat eens gebeuren, maar houdt het wel kort, want het gaat snel van kwaad tot erger. Filmpje: Voorbeeldfunctie ouders
Tegenstanders Spelers, ouders en leiders van de tegenstanders kunnen zich soms te buiten gaan. Incidenten hieromtrent altijd melden aan de jeugdcommissie zodat KMD hier contact over kan opnemen met de betreffende vereniging. Ga zo min mogelijk in op misdragingen van de tegenstander. 16
Normen en waarden buiten het veld Tegen pestgedrag wordt hard opgetreden bij KMD. Als je als leider twijfelt hoe dit aan te pakken, kan je altijd in overleg treden met de Jeugdcommissie. Koppel dit ook terug aan de hoofdtrainer, zodat hij of zij ook hierover goed geïnformeerd is. Gelukkig hebben we bij KMD nog nooit klachten gehad over ongewenste intimiteiten. Het is wel iets waar we zeer alert op zijn. Dit doen wij onder andere door het aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag.
17
Nawoord Als je deze handleiding voor het eerst hebt gelezen, dan duizelt het je nu wellicht. Maak je geen zorgen, je leert het beste in de praktijk. Je ontwikkelt een eigen stijl, net als de topcoaches. Wij adviseren je om deze handleiding over een week of 4 nog een keer door te lezen. Je zult zien dat er dan al veel op z’n plaats is gevallen. Pak op dat moment net die paar puntjes er uit die jou een nog betere leider maken. Op deze manier kan het voor je gaan dienen als naslagwerk bij situaties waar je twijfelt. Heel veel succes met de rest van het seizoen. En wat er ook gebeurt, vergeet niet dat we alles doen in het belang van de kinderen!
18