Puntjes op de “i” Oprispingen bij humeurpijn door Prof. Dr. Henri Rosenberg בס"ד
Zal de met grote luister ingewijde nieuwe Opperrabbijn van Machsike Hadass de hoge verwachtingen inlossen? Pagina 1/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Echt Antwerps FORUM– פאָרוּם van de joden van Antwerpen “twee joden, drie meningen”
Zal de met grote luister ingewijde nieuwe Opperrabbijn van Machsike Hadass de hoge verwachtingen inlossen?1
Plein in Rome, tussen het Capitool en de Palatijnheuvel, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.
196 nummers van Echt Antwerps Forum Weekblad 47 nummers van Puntjes op de “i” en 58 nummers van Forum Nieuwsflash Nu ONLINE
De grote luister waarmee de nieuwe Opperrabbijn van Machsike Hadass, de Weleerwaarde Rabbijn A. Schiff, werd ingewijd en de grote weerklank die deze gebeurtenis heeft gekregen, zijn amper geluwd of de Opperrabbijn moest na het paasfeest al aan het werk. Er wacht hem grote uitdagingen, die gedeeltelijk het gevolg zijn van een stuurloze Kehille in het voorbije decennium. 1
Met inhoudsopgave van de rubriek “Mijn Daas Jochid” www.goedkosjer.org www.HenriRosenberg.com www.LexPlusUltra.com
De auteur is Licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschappen (KUL, 1974), Licentiaat Rechten cum maxima laude (UA, 1985), postgegradueerd in Europees Recht (RUG), Haven- en Maritiem Recht (RUG), Banking and Finance Law (City of London University), Intellectual Property Law (City of London University), American Law (Columbia-Leiden). Hij is Professor Joods Recht aan de Faculteit voor Vergelijkende Godsdiensten (FVG-VUB) en voorheen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen (20032008). Als maatschappijcriticus heeft hij honderden bijdragen gepubliceerd in academische en andere publicaties over filosofie, theologie, maatschappijproblemen en joods recht.
Pagina 2/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
De geestelijke leiding van de Kehille daadwerkelijk opnemen Reeds onder de zieke ongeëvenaarde Opperrabbijn Chaim Kreiswirth, had een trojka (of een kwartet) de res publica van de joodse Gemeente Machsike Hadass stevig in handen genomen zonder enige daadwerkelijke morele en geestelijke leiding of controle. De junta was oppermachtig, zeker in het lange vacuüm dat na het heengaan van Opperrabbijn Kreiswirth was ontstaan. Dit leidde tot een dieptepunt in de glorie van de Kehille en ging gepaard met allerlei onkoosjere wantoestanden, waarvan het merendeel hier aangeklaagd werd. Nog niet zo lang geleden organiseerden de notabelen van Machsike Hadass een ware hold-up op het archiefmateriaal van de Verenigde Gemeenten, dat van oudsher wordt bijgehouden door Shomre Hadass, maar waartoe Machsike Hadass ongehinderde toegang moet hebben. De boegbeelden van Machsike Hadass hebben mits misleiding van Shomre HadassPresident Laurent Trau onder het mom van kopiename van bepaalde archiefstukken (die naar verluidt betrekking hadden op de onkiese rol die Machsike Hadass had gespeeld in het uiteenvallen van de Verenigde Kehilles in 1953), gewoon de archieven in origineel meegenomen.
Shabat BeShabato met gelukwensen aan de ingewijde Opperrabbijn, dermate ‘aangevuld’ dat de indruk wordt gewekt dat synagoge Moriah deel uitmaakt van Machsike Hadass2.
Zulke kwajongensstreken konden in het lange Rabbinaal interregnum ongestraft plaatsgrijpen, omdat er geen morele autoriteit aan het hoofd stond, die kon ingrijpen. Dit heeft het imago van de Kehille prominenten ernstig geschaad, wat uiteraard ook zijn weerslag had op de Kehille zelf. Het is bedroevend vast te stellen dat een zo dynamische joodse kerkgenootschap als Machsike Hadass3, door de kwajongensstreken van haar boegbeelden in een dergelijk negatief daglicht wordt gesteld.
2
Een paar weken later, alweer misbruik makend van de naïviteit van Rabbijn Aron Kohen van de Shomre Hadass Moriah synagoge (Terliststraat), heeft Machsike Hadass een advertentie in
Zie achteraan brief van Rabbijn Aron Kohen. 3 Zie o.a.: H. Rosenberg, Machsike Hadass versus Shomrei Hadass - Deel I, in Forum nr. 88 dd. 21 oktober 2004, p. 25-29 en Deel II, in Forum nr. 88 dd. 21 oktober 2004, p. 21-25, Deel III, in Forum nr. 90 dd. 4 november 2004, p. 26-27.
Pagina 3/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
De greep van de kopstukken van Machsike Hadass op de Kehille en vooral op haar financiën is dermate groot, dat het maar de vraag is in hoeverre de kersverse Opperrabbijn deze vastgeroeste toestand zal kunnen terugdraaien. Op dit vlak ontbreekt mij de vindingrijkheid om hem hierin advies te geven. Ik kan alleen hopen dat hij enigszins zijn stempel zal kunnen drukken op de Gemeente aan wier hoofd hij thans staat en dat hij zich niet zal laten degraderen tot rubberstempelende volgzaamheid. Wat Opperrabbijn A. Schiff wel moet weten is dat hij nu een groot krediet geniet, dat hij als wapen kan inzetten om de geestelijke en morele leiding daadwerkelijk op te nemen. De schaduwzijde hiervan is dan ook, dat indien hij dit vertrouwen nu niet benut, zijn geloofwaardigheid de grond ingeboord wordt. Waar ik mij echter wel durf te wagen in adviesverlening (per slot van rekening mijn broodwinning en specialiteit als jurist en socioloog), is in volgende dringende zaken, die een sterk signaal van de nieuwe Opperrabbijn vergen of op zijn minst een geïnformeerd standpunt.
De versnippering gemeenschap
van
de
De almaar verder gaande fragmentering van onze samenleving is een waar probleem, dat de grondvesten van een geünificeerde Kehille aantast.
Niet alleen is de Machsike Hadass al een soort federatie van ontelbare minikehilles (elk met haar eigen Rabbijn), maar naarmate broedertwisten in de wereld onder Rebbeszonen bij chassidische sekten schisma’s veroorzaken, vindt ook hier te Antwerpen het ontdubbelen van deze mini-Kehilles plaats met een nog grotere versnippering als gevolg. Hiermee zal de Opperrabbijn moeten worstelen, maar mij lijkt dit een mission impossible, maar wie weet. Op het vlak van de weldadigheid stellen wij ook een galoperende versnippering vast –en dat is nieuw-, die tot gevolg heeft dat De Centrale – de moeder van alle instellingen, volgens wijlen Opperrabbijn Chaïm Kreiswirth- in de grootste financiële moeilijkheden is geraakt. Nieuwkomers als Nedivei Lev, Kupat Haïr en Tomchei Shabbes maken dat de Chareidi mensen liever aan deze Heimish ogende organisaties bijdragen, maar ook dat diezelfde mensen nog steeds in grote getale voor steun gaan aankloppen bij De Centrale, met het gevolg dat zij twee keer bij de kassa passeren voor ontvangsten maar slechts één keer voor bijdragen4. Ook hier ligt een belangrijke unificerende taak weggelegd voor de Opperrabbijn.
4
H. Rosenberg, Alle Rabbijnen eensgezind: geef geld! Verdeeldheid over de begunstigden van dat geld De kort termijn visie van het Rabbinaat – De Centrale, kind van de rekening, in Puntjes op de “i”, nr. 28 dd. 26 februari 2010. H. Rosenberg, Doofpotoperatie: Rabbinaat. Machsike Hadass verzwijgt geldverduistering bij Nedivei Lev, Puntjes op de “i” nr. 9 van 4 juli 2008.
Pagina 4/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Voorzitterschap van Tal Torah De Opperrabbijn van Machsike Hadass was van oudsher statutair de Voorzitter van de Jesode Hatora – Beth Jacob Scholengemeenschap en wijlen Opperrabbijn Ch. Kreiswirth heeft dit ambt ook jarenlang vervuld, samen met het voorzitterschap van de Tal Torah school5. Na zijn heengaan heeft Rosh Jeshiva Rabbijn J. Treger hem opgevolgd als voorzitter van de Jesode Hatora, maar heeft destijds bedankt voor diezelfde eer bij Tal Torah6…. Thans is door de Inrichtende Macht het Voorzitterschap van Jesode Hatorah aan Opperrabbijn A. Schiff aangeboden. Hij heeft dit afgewezen op de -begrijpbare en zelfs lofwaardige- overweging dat het niet past om Rabbijn J. Treger deze functie te ontnemen. Het zal moeten blijken of dit excuus geen Talleyrand-achtige diplomatieke allures heeft en eigenlijk de geestelijke leider een ontsnappingsroute biedt. De Opperrabbijn wordt echter zeer binnenkort geconfronteerd met hetzelfde ‘probleem’ met de Tal Torah school of de Jeshiva Tichonit van de Jesode Hatora. En daar is de functie niet bezet, zodat het dilemma daar drukkender is.
geestelijke leider wenst te zijn van de ultraorthodoxen, wat zijn vestimentaire uiterlijke zou kunnen doen vermoeden, maar dat hij zich ook de Rabbijn van de modern-orthodoxen acht. Zonder een sterk signaal in die zin, zal hij onvermijdelijk afglijden naar de extremen en fanatici in onze gemeenschap. Wij zullen vrij vlug weten welke toer onze Opperrabbijn wenst op te gaan, ofschoon niets er tot nog toe op wijst dat hij zijn groot modern-orthodoxe achterban de rug wenst toe te keren. Immers moet hij in de voetsporen van zijn illustere voorganger treden en het voorzitterschap aanvaarden van de Tal Torah leerinstelling, die de humanioraopvoeding combineert met joodse studies. Het ligt voor de hand dat de Opperrabbijn dit voorzitterschap dient te aanvaarden, nu de ouders en initiatiefnemers van deze school allemaal leden zijn van Machsike Hadass. De zeloten van de Kehille begrijpen dit echter niet zo en hebben steeds gestreden tegen deze school, die de alleen-joodse-opvoeding-zonderseculiere-kennis doorbreekt en op de helling dreigt te zetten.
De Opperrabbijn zal m.i. duidelijk moeten maken dat hij niet alleen de 5
H. Rosenberg, Tal Toïre: minderwaardigheidscomplex en identiteitscrisis, in Forum nr. 29 dd. 20 november 2003, p. 13-14. 6 H. Rosenberg, Fundraisingdiner voor Tal Toïre: Rabbijnen pakken hun biezen, in Forum nr. 66 dd. 3 juni 2004, p. 14-15.
Het zal de Opperrabbijn dus een dosis moed kosten om het voorzitterschap van Tal Torah te aanvaarden. Met deze beslissing, in welke richting ook, gaat
Pagina 5/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
een sterk signaal uit van de Opperrabbijn. Het is dus uitkijken naar deze baanbrekende beslissing van Rabbijn A. Schiff.
In het nabije verleden zijn namens ons allen standpunten ingenomen, die bij de publieke opinie vreemd of ronduit choquerend overkwamen.
Richting- en leidinggeven in de verhoudingen met de omringende samenleving en met het gezag
Hierbij denk ik aan het gepubliceerd Rabbinaal verbod op de inburgeringcursussen, dat door ALLE Rabbijnen van onze stad getekend werd en waarin deze cursussen als strijdig met de Bijbelse wet werden bestempeld7.
Onze Charedi samenleving komt meer en meer negatief in het licht en het respons van onze woordvoerders en prominenten onthult een vergaande vervreemding van de moderne samenleving en doet ons imago bij de publieke opinie zeker geen goed. Dat geldt voor een aantal religieus getinte materies, die maken dat de Opperrabbijn daar zijn woord in dient te hebben. Dit impliceert dat hij deze zaken ambtshalve nauwlettend opvolgt, dat hij kranten leest om zich in te leven in de moderne wijze van denken van de publieke opinie. Hij moet de impact kunnen inschatten van een bepaald standpunt op deze publieke opinie en dus diplomatische gaven ten beste geven om orthodox joodse standpunten op een zo minst mogelijke choquerende wijze te laten publiceren. Dikwijls moet men het haalbare verkiezen boven strakke dogmatische standpunten, die uiteindelijk contraproductief blijken. Hij moet vooral beseffen dat wat hij intra muros preekt of publiceert, met de hedendaagse communicatiemiddelen onvermijdelijk extra muros belandt of dreigt te belanden. Hij moet dus goed opletten voor een dubbel discours.
Het standpunt dat ten tijde van het openbare debat over het nakende verbod op de islamitische hoofddoek in scholen, door het Forum van Joodse Organisaties werd ingenomen, is nog zo een voorbeeld van een totaal gebrek aan Fingerspitzengefühl of intuïtieve flair. Het Forum van Joodse Organisaties hield zich destijds niet alleen –m.i. ten onrechte- afzijdig in het debat, maar vond er niets beter op dan wereldkundig te maken dat het verbod op de hoofddoek voor moslima’s geen enkele incidentie kon hebben op het dragen van een keppeltje8 door joden. 7
H. Rosenberg, Een Joods onderonsje: Al onze Rabbijnen tegen inburgeringcursussen. Wat nu?, in Puntjes op de “i”, nr. 19 van 2 februari 2009. H. Rosenberg, Ook beroepsopleiding volwassenen wordt gecensureerd!, in Forum nr. 169 dd. 19 mei 2006. Lex Moolenaer, Na de hoofddoek: de rabbijnen, Gazet van Antwerpen van 1 februari 2009, p. 21. Rabbijnen wijzen inburgering af. Les over holebihuwelijk en vrouwelijke lesgevers struikelblok, Gazet van Antwerpen van 1 februari 2009, p. 9. De Morgen dd. 2 februari 2009. H. Rosenberg, Hoezeer zijn joden ingeburgerd?, in Forum nr. 168 dd. 11 mei 2006 , p. 13. 8 H. Rosenberg, Eli Ringer (Forum) en Filip Dewinter (Vlaams Blok) op één lijn: strijd om kippa loskoppelen van deze tegen de hoofddoek, in Forum nr. 43 dd. 6 februari
Pagina 6/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Alleen de moslims werden geviseerd en de joden zouden buiten schot blijven. Ook de reactie van het joods orthodoxe establishment in het debat rond de censuur in joodse scholen (vooral in de Jesode Hatora – Beth Jacob Scholengemeenschap), werd m.i. verkeerd aangepakt. Door in kranten en vooral voor de camera’s het daglicht te ontkennen, daar waar leerkrachten van deze scholen met welsprekende illustraties en voor de onderwijzers gedrukte richtlijnen schermden9, gaven de pleitbezorgers van de school een ondermaatse en vooral niet overtuigende vertoning ten beste. Door ongegeneerd te beweren dat de joodse leerkrachten de gecensureerde materies tijdens de joodse lessen onderwezen, bereikte dat verweer een beschamend dieptepunt10. Het standpunt dat het orthodoxe en liberale Jodendom wereldkundig maakten in de pers n.a.v. de hetze rond de chassidische non-scholen in P-Magazine11, waaruit elk jaar honderden joodse jongentjes ‘afstuderen’ zonder seculiere vakken en zonder kennis van het Nederlands, 2004, p. 2-5. H. Rosenberg, Hoofddoek en keppel: één strijd, in Forum nr. 43 dd. 6 februari 2004, p. 5-8.. 9 Gazet van Antwerpen, 27 oktober en 2 november 2010. 10 Koppen (VRT) dd. 17 maart 2011. H. Rosenberg, Koppen (VRT) geeft vertekend beeld van joodse scholen, Puntjes op de “i”, nr. 47 dd. 22 maart 2011. 11 21 september 2010, p. 18-22. P-magazine is niet voor niets het enige Vlaamse medium dat geselecteerd werd voor De Loep, de jaarlijkse prijs voor onderzoeksjournalistiek in het Nederlandse taalgebied. Bron: NederlandsVlaamse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ)
was evenzeer een misstap12. Het probleem gewoon minimaliseren13, daar waar objectief kan vastgesteld worden over hoeveel joodse jongentjes het gaat, is in een open samenleving met vrije doorstroming van informatie contraproductief14.
De recente weigering van joodse scholen om het Charter over homoseksualiteit, dat het nondiscriminatieprincipe van holebi’s vastlegt, te onderschrijven is een 12
H. Rosenberg, Het overwegen waard: onze kinderen een vak aanleren, Forum nr. 119 van 26 mei 2005, p. 2-8; 13 Zoals het Forum van Joodse Organisaties en Joods Actueel doen. Zie: P-Magazine van 28 september 2010, p. 146-147. Joods Actueel, nr. 45 (oktober 2010), p. 3 en 8. H. Rosenberg, Joods Actueel reageert op het interview in PMagazine: een schizofreen dilemma, Puntjes op de “i”, nr. 41 dd. 15 oktober 2010. 14 H. Rosenberg, Orthodoxe joden horen voor SP.a te stemmen, omdat SP.a de niet-erkende religieuze scholen zonder seculier onderwijs helpen in stand houden, Puntjes op de “i”, nr. 32 dd. 18 juni 2010. H. Rosenberg, Met leiders als Pinkas Kornfeld hoeft de joodse gemeenschap geen vijanden meer te hebben. Zijn reactie op het artikel in De Standaard “Over vijftig jaar zijn er geen joden meer in Antwerpen”, Puntjes op de “i”, nr. 33 dd. 27 juni 2010. H. Rosenberg, B’nai Brith reageert op het interview in P-Magazine, Puntjes op de “i”, nr. 40 dd. 7 oktober 2010. H. Rosenberg, Joods Actueel reageert op het interview in PMagazine: een schizofreen dilemma, Puntjes op de “i”, nr. 41 dd. 15 oktober 2010.
Pagina 7/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
verder incident dat orthodoxe joden in een slecht daglicht stelt15. Schepen Robert Voorhamme (sp.a), die een dag voor de weigering aanwezig was op de Holocaust herdenking in Antwerpen, uitte zijn onbegrip met de weigering van de joodse scholen, nu op de herdenking eraan herinnerd werd dat ook homoseksuelen slachtoffers waren van de nazi’s. Dat argument slaat spijkers met koppen en is moordend voor het joodse standpunt. Ten slotte wordt m.i. het probleem van het ritueel slachten evenzeer verkeerd aangepakt door het European Board of Shechita. Vooreerst verzet deze Europese drukkingsgroep zich tegen het nieuwe etiketteringwetsvoorstel, dat voorschrijft dat vlees uit rituele slachting zonder verdoving, dit op de verpakking uitdrukkelijk dient te vermelden. Dat verzet wordt niet ingegeven door religieuze overwegingen, maar wel door economische. Gevreesd wordt dat dit vlees door dierenvrienden en activisten geschandvlekt wordt, met het gevolg dat het goedkoper moet aangeboden worden16. Het lobbywerk van het European Board of Shechita heeft gefaald17, maar heeft ook door de publiciteit die aan de campagne werd gegeven, andermaal gezorgd voor imagoschade van joden, die gepercipieerd worden als mensen die onder het mom van religie het prijspeil 15
Joodse scholen weigeren charter over homoseksualiteit, Gazet van Antwerpen, 12 mei 2011, p. 15. 16 Hierbij moet geweten dat joden het onderste deel van het geslachte dier niet nuttigen en het in het niet-joodse circuit brengen. Indien dat vlees thans met de voorgenomen etikettering goedkoper wordt, jaagt het meteen de prijs van het koosjere vlees de hoogte in. 17 Zie Lemaan Teda, nr. 442 dd. 22 april 2011.
van koosjer vlees hoog wensen te houden en hiervoor zelfs bereid zijn een door de grote meerderheid van het Parlement gewilde wet te kelderen. Dat zelfde European Board of Shechita strijdt ook onverbiddelijk tegen elke poging om wettelijk enige vorm van verdoving in te voeren bij de rituele slachting. De stelling die het European Board of Shechita uitdraagt is compromisloos: “geen verdoving”, punt, amen en uit. Hiervoor rekent deze drukkinggroep op, wat Pinkas Kornfeld als volgt beschrijft18: “ אינטערווענצען און שתדלנות ביי די העכסטע אינסטאנצען פון אללע אייראפעאישע . ”פאליטישע פארטייעןof “interventies en lobbywerk bij de hoogste instanties van alle Europese politieke partijen”. Ook deze strategie van algehele confrontatie is gedoemd om te falen, omdat de publieke opinie te zeer door dierenactivisten gesensibiliseerd is geworden voor het dierenleed dat de Shechita veroorzaakt. Niet alleen choquerende beelden van zichtbaar dierenleed vóór en na het slachten, maar vooral hersenscans tonen op onweerlegbare wijze aan dat het dier een doodstrijd van enkele minuten ondergaat, wat tot de conclusie bij de publieke opinie leidt dat 3300 jaar geleden de Shechita weliswaar de minst pijnlijke manier van doding was, maar dat dit met de technische middelen waarover wij vandaag beschikken, kennelijk niet meer het geval is. Deze “hoogste instanties” waarover P. Kornfeld het heeft, worden in stijgende mate onder druk gezet door de lagere echelons in de administratie en door het kiezerskorps.
18
Lemaan Teda, nr. 442 dd. 22 april 2011.
Pagina 8/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Op Europees vlak19 is de verplichting van verdoving bij ritueel slachten (shechita) al een feit, maar laat de Europese regelgeving individuele staten toe om bepaalde afwijkingen toe te kennen20. In Nederland wordt een wetsvoorstel in de Tweede Kamer in overweging genomen, dat zou doen verzaken aan dit uitzonderingsregime, waardoor onbedwelmd ritueel slachten verboden wordt. Dit voorstel wordt gesteund door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Er blijkt een zeer grote meerderheid te bestaan, die dit voorstel steunt. Joden zijn er alleen nog aangewezen op de “hoogste instanties”. In Zweden is het ritueel slachten verboden, tenzij het onder verdoving gebeurt. Ook in Zwitserland, Noorwegen en IJsland geldt eenzelfde regeling. In Denemarken, Finland en Niederösterreich is verdoving verplicht onmiddellijk na het slachten (misschien een piste voor ons?, Mijnheer de Opperrabbijn). Alleen een strategie van compromis kan m.i. het koosjere vlees nog redden. De verdoving vóór het slachten is naar 19
Richtlijn 93/119/EC van 22 december 1993 aangaande de bescherming van dieren bij het slachten of doden. 20 De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren (kort gezegd de dierenwelzijnwet) bepaalt dat het slachten van dieren slechts na bedwelming kan, of in geval van heirkracht, volgens de minst pijnlijke methode. Het zesde hoofdstuk van de wet voorziet echter in een belangrijke uitzondering in geval van slachtingen die voorgeschreven zijn door de « ritus van een eredienst ». In dit geval kunnen dieren zonder bedwelming worden geslacht, wat een schending inhoudt van de principiële basis van de bepalingen tegen het doden van dieren uit de dierenbeschermingswet.
joods recht slechts verboden onder bepaalde omstandigheden, zodat er een denkpiste moet uitgedokterd worden (en hier is de rol van de Opperrabbijn cruciaal), waarbij een zekere verdoving acceptabel wordt geacht, zodat politici naar buiten toe met een compromis kunnen komen, dat zowel de publieke opinie geruststelt in haar legitieme aspiraties om het dierenleed te beperken, als de koosjer etende joden. Immers heeft de wetenschap enorme vorderingen geboekt sinds de vooroorlogse hetze rond de (elektronarcose) verdoving, die het wereldwijde Rabbinaat mobiliseerde21. Reeds toen werd betoogd (o.a. door Rabbijn Jechiel Jacob Weinberger, auteur van Responsa Sridei Esh22 en Rabbijn Ezriel Munk23), dat niet het principe van de verdoving verboden was, maar dat de elektro-narcose onherroepelijke schade aan het dier veroorzaakte waardoor het onfit werd voor koosjere consumptie. Toen reeds werd de deur opengelaten voor nieuwere technieken van verdoving en modernere diagnostische middelen om vast te stellen in hoeverre de verdoving het dier volgens de joodse wet al dan niet onfit maakt24. Over de toegeeflijke stelling van Rabbi Jechiel Jacob Weinberg over de 21
E. Munk, שו"ת על מאבק השחיטה,עדות נאמנה . תשל"ח, ירושלים, ח"א, באירופהE. Munk, Shechita, Religious and Scientific Aspects, as Part Two of עדות נאמנה, Jerusalem, 1976. 22 E. Munk, שו"ת על מאבק השחיטה,עדות נאמנה .246-250 ' עמ, תשל"ח, ירושלים, ח"א,באירופה. Zie vooral Responsa Sridei Esh, Vol. I. 23 E. Munk, Shechita, Religious and Scientific Aspects, as Part Two of עדות נאמנה, Jerusalem, 1976, p. 242-3. 24 E. Munk, Shechita, Religious and Scientific Aspects, as Part Two of עדות נאמנה, Jerusalem, 1976, p. 2423-.
Pagina 9/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
bedwelming vóór shechita en vooral over de niet-religieuze maar politieke aspecten die in dit debat onder Rabbijnen gelden, nog het volgende:
Rabbi J.J. Weinberg25
“As the major poseq in Germany, Rabbi Weinberg took on the challenge. He did find a possibility for lenient ruling on this issue and began corresponding with the leading rabbis and roshei yeshivah, trying to elicit support for his position. (This correspondence to and from him makes up a large part of the first volume of 25
Rabbi J. J. Weinberg was een naaste vriend van wijlen mijn grootvader Rabbi Chaïm Tobias en heeft er n.a.v. een kort bezoek aan Antwerpen gehouden mij als twaalfjarige op mijn Talmudkennis te testen (Farheren) over de tweede Perek van Talmudtraktaat Kessubos. Over mijn illustere grootvader schrijft hij in vol. II, nr. 151:
Seridei Esh.). However, with all his energy expended to prove that his position for leniency in this case has halakhic validity, R. Weinberg failed to gain a consensus for his position. The leading rabbis and roshei yeshivah rejected his call for a lenient psaq. The reasons, Shapiro shows, were ‘metahalakhic’ (Shapiro’s term), i.e. the decree might soon be rescinded, but the heter would remain. It also might endanger the position of shehitah in other countries. Although he believed he was right, R. Weinberg, acquiesced to the majority opinion26”. Tot slot geeft ook het vandaag verspreide persbericht door het Forum van Joodse Organisaties onder de titel “ZIJN ER NOG TABOES?”, geen blijk van veel zin voor Realpolitik en plaatst het gans de joodse gemeenschap in de rand van de Vlaamse samenleving. Immers daarin verzet het Forum zich op ongenuanceerde wijze namens alle joden tegen elke bespreking van amnestie (want het gaat om de beslissing om in het Parlement een debat hierover te voeren), tegen het standpunt van alle Vlaamse partijen in.
Communiceren is de boodschap De boodschap die ik met deze opsomming aan de Opperrabbijn wens over te maken is dat hij ervan bewust moet worden gemaakt dat onze gemeenschap op versnelde wijze meer en meer door de buitenwereld negatief gepercipieerd wordt en dat de lapmiddelen die het tot nu toe bij de 26
Simcha Krauss, Between the Yeshiva World and Modern Orthodoxy: The Life and Works of Rabbi Jehiel Jacob Weinberg, 1884–1966 By Marc B. Shapiro, A Review, in The Edah Journal, 1:1, Marheshvan, 5761, 2000, p. 1-6.
Pagina 10/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
“hoogste instanties” konden doen [de interventies door de Shtadlanim (lobbyisten)], niet kunnen verhinderen dat de publieke opinie een negatief imago heeft van onze gemeenschap en dat dit feit zijn repercussies heeft op de “hoogste instanties”, die niet koste wat het kost de publieke opinie voor de borst zullen blijven stoten om hun joodse prominenten tevreden te stellen. Vooral moet de Opperrabbijn zich op autonome wijze langs verschillende kanten laten voorlichten en niet alleen vertrouwen op zijn prominenten met de lange arm, die beweren de zaken discreet te kunnen arrangeren. Het is precies dat laatste dat niet altijd op de lange termijn de verhoopte vruchten afwerpt. Dikwijls veroorzaakt men met dergelijke demarches op lagere echelons een drukketel, die op termijn ook door de hoogste sferen niet meer in bedwang kan gehouden worden (kijk maar naar het bovenvermelde etikettering-wetsontwerp, waarvan P. Kornfeld zelf erkent dat het joodse lobbywerk mislukt is27). Kortom, men mag de publieke opinie niet uit het oog verliezen, omdat deze uiteindelijk ook de “hoogste instanties” beïnvloedt. Stellingnamen, zoals hoger geschetst over inburgeringcursussen, censuur in scholen, onderwijs zonder seculiere vakken en taalkennis, slachten zonder verdoving, niet-discriminatie van homo’s, hebben een vergaande negatieve impact op de omringende samenleving en bezorgen ons grote imagoschade.
27
Lemaan Teda, nr. 442 dd. 22 april 2011.
De Opperrabbijn moet ook beseffen dat men in ons modern tijdperk niets binnenkamers kan houden en dat men absoluut moet communiceren, maar die communicatie naar buiten toe moet gebeuren met kennis van de denkpatronen die in de algemene samenleving leven. Een illustratie uit het verleden kan dit toelichten. Wanneer keizer Napoleon I de Grote Sanhedrin in 1806 in Parijs samenriep, stelde hij aan de Assemblee twaalf vragen, waarvan de derde de moeilijkst te beantwoorden was. Hij vroeg aan de joodse prominenten o.l.v. Rabbijn David Sintzheim uit de Elzas28 of een jood een niet-joodse mocht huwen en viceversa of dat joden alleen onder elkaar mochten trouwen29? Het antwoord naar joods recht lag voor de hand, maar de Assemblee kende de verborgen agenda van Napoleon, die assimilatie nastreefde voor de joden, die met hun zopas verkregen burgerrechten citoyens van de Franse staat hoorden te worden. De Grote Sanhedrin antwoordde dat op dezelfde wijze als de katholieke clerus gemengde huwelijken ongewenst acht, ook de joden dit als hoogst onaanbevelenswaardig aanzagen. Dat geeft blijkt van diplomatie en strookt ook met de waarheid. Onze prominenten laten zich daarentegen te dikwijls verleiden tot ontkenningen en 28
Max Warschawski (Chief Rabbi), David Sintzheim (1745 - 1812), Extrait de l'Almanach du KKL-Strasbourg 5749-1989. 29 Maurice Gelbard, 1808 – 2008 Bicentenaire de l'organisation du culte israélite par Napoléon 1er, Site de la Société des Gens de Lettres de France, Oncy-sur-Ecole (F), 2007. Michel Gurfinkiel, Et Napoléon créa le Consistoire…, 2009 (www.MichelGurfinkiel.com) .
Pagina 11/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
onwaarheden30, die ons imago nog meer schaden. Wat zij dan achter de schermen bij de “hoogste instanties” regelen, is niet van aard om deze imagoschade te herstellen. De Opperrabbijn zal het begrepen hebben: hij treedt aan in een uiterst moeilijk tijdperk qua buitenwereld, maar ook een uitermate belastend moment in eigen rangen, nu aan vastgeroeste zekerheden wordt vastgehouden, die in de veranderende ontvoogde samenleving niet meer althans niet op alle niveaus van de administratie- werken. Van hem wordt dus veel gevraagd, indien hij echt voor onze samenleving dienstig wil zijn. Nederlands leren om correct geïnformeerd te worden en adequaat te communiceren, is de minste van zijn uitdagingen31.
Colofon Echt Antwerps FORUM wordt uitgegeven door de v.z.w. GOEDKOSJER – joodse Verbruikersvereniging, [Oprichting: 1 mei 1989. Statuten: Bijl. B.S. 12 oktober 1989, nr. 13.711. Aangesloten bij: Centraal Israëlitisch Consistorie voor de Benelux32], Belgiëlei 195ª te 2018 Antwerpen. Verantwoordelijke uitgever: David Rosenberg, Belgiëlei 195ª te 2018 Antwerpen. Medewerkers, schrijvers, tekenaars, fotografen worden niet betaald en zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Echt Antwerps FORUM verschijnt vrijdag. Member of the worldwide Anti-Defamation Chain. Nummers online: http://membres.lycos.fr/antwerpforum/i ndex.html Redactie & Administratie: v.z.w. GOEDKOSJER – joodse Verbruikersvereniging, Belgiëlei 195ª te 2018 Antwerpen. Tel.: 03 218 81 43 – Fax: 03 230 55 02. Webstek: www.goedkosjer.org. E-post:
[email protected]
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers en van de European Periodical Publishers Association (F.A.E.P.) 30
Over deze negationistische instelling, zie: H. Rosenberg, B’nai Brith reageert op het interview in P-Magazine, Puntjes op de “i”, nr. 40 dd. 7 oktober 2010, p. 7-9. 31 H. Rosenberg, Alle Rabbijnen in onze stad Nederlandsonkundig, in Forum nr. 113 dd. 14 april 2005, nr. 114 dd. 20 april 2005, nr. 116 dd. 6 mei 2005 en nr. 120 dd. 4 juni 2005.
נא להדפיס על נייר
Natuurvriendelijk – arm aan chloo
32
Wettelijk Kerkgenootschap (art. 2:2 B.W.).
Pagina 12/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Pagina 13/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011
Curiosum
Cash geld gezocht om Satmar Bais Rachel school uit de greep van seculiere opvoeding te redden
Pagina 14/14
Puntjes op de “i” - 13 mei 2011