PUM Netherlands senior experts
LENTE 2016
HET GESPREK
INTERVIEW
BIJGEBLEVEN
Afscheid van Thijs van Praag
Hobbykok brouwt speciaalbier
Paprika’s uit Pretoria
PUMmagazine
SPECIAL
PUM-landen komen en gaan
INHOUD
SPECIAL
15
In de special deze keer aandacht voor de criteria om in een land te beginnen of te stoppen. Daarnaast ook nieuws uit landen waar we recentelijk zijn begonnen en niet eerder over hebben bericht: Kaapverdië en Somalië.
HET GESPREK
11
Na negen jaar neemt Thijs van Praag afscheid van PUM. Hoe heeft de organisatie zich ontwikkeld in die periode? Over de kwaliteitsslag die is gemaakt en het belang van aantoonbare concrete resultaten als gevolg van PUM-interventies. INTERVIEW
Ruim veertig jaar geleden begon Riek Banus als kok en later doceerde hij aan hogescholen. Hij vertrok onlangs naar Albanië naar een hotel met microbrouwerij.
8
PUM Netherlands senior experts
Productie PUM Communicatie * Redactieadres communications@pum.nl * Hoofdredacteur Gabriëlle
Bezuidenhoutseweg 12
ten Bokkel Huinink - Reichwein * Redactie Dénise ten Bokum, Hans Geleynse, Lia van Lieshout, Karin Overtoom,
2594 AV Den Haag
Frank Steverink, Ans Tromp, Froukje Wattel * Ontwerp en illustratie Ontwerpwerk, Den Haag * Fotografie Irene Clarijs, Jeroen Poortvliet, privébezit experts, Thinkstock * Druk Ando, Den Haag * PUMmagazine verschijnt
T 070 349 05 55
vier keer per jaar.
F 070 349 05 90 ALTIJD IN CONTACT Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is tijdens
[email protected]
kantooruren bereikbaar voor vragen rond een project. Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij respec
www.pum.nl
tievelijk de landen- of sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM-kantoor aanwezig. Hun e-mailadressen vindt u op PUMnet.
2 PUMmagazine LENTE 2016
VOORWOORD
Verandering
TESTIMONIAL
BIJGEBLEVEN
DE ERVARING LEERT
PUM IN HET KORT UPDATE IN CIJFERS COLUMN LANDENFOCUS ONDERTUSSEN IN... SECTOR UITGELICHT
26 4 7 19 25 24 28
DAGBOEK
14
10
20
Verandering is onlosmakelijk verbonden met ons bestaan. Ik ben daar niet dagelijks mee bezig, maar ik ben me er wel van bewust. Zoals de invloed van de mens op de natuur, maatschappij, economie en technologie. Verandering is voor mij een bron van inspiratie, een uitdaging, ontwikkeling. In ruim twintig jaar PUM heb ik de organisatie zien veranderen: het aantal experts, stafvrijwilligers en vaste mede werkers is fors uitgebreid. De manier waarop de projecten worden vastgelegd is geprofessionaliseerd. Algemeen directeuren zetten hun stempel: Jan Röben bracht een scheiding aan tussen landen- en sectorcoördinatoren, functies die voorheen werden gecombineerd. Hij legde de nadruk op vervolgmissies, om zo bedrijven nog beter van dienst te zijn. Zijn opvolger, Thijs van Praag, was de initiator van het PSD Platform, waarin organisaties die zich richten op private sector ontwikkeling met elkaar overleggen. En hij richtte zich onder meer op de kwaliteit van de expert. Intern vindt nu de discussie plaats over wat de grenzen zijn voor de (staf)vrijwilliger. Vrijwilligheid is geen vrijblijvendheid. Maar wat kun je nog wel en wat kun je niet meer van een vrijwilliger vragen? Het MT geeft de vaste medewerkers en stafvrijwilligers de tijd en de ruimte om mee te denken over de missie en visie van PUM voor de toekomst. Dat maakt dat ik me nóg meer betrokken voel bij onze organisatie. Ik ben er trots op dat ik een radertje mag zijn in deze mooie machine. 2016 wordt een jaar met veel veranderingen. Een nieuwe algemeen directeur. PUM gaat zich in de nieuwe beleids periode meer richten op donoren en strategische partners. We gaan een nieuwe subsidieaanvraag indienen bij onze grootste sponsor, het ministerie van Buitenlandse Zaken. Spannend! Verandering: het is onlosmakelijk verbonden met ons bestaan.
Karin Overtoom Hoofd secretariaat/ directiesecretaresse
CASE
22 PUMmagazine LENTE 2016 3
IN HET KORT TWEETS
Ook PUM is volop online te vinden. Hieronder enkele berichten die via Twitter gedeeld werden. Volg ons @PUM_nl en twitter ook mee!
Dec 18 PUM_nl: The President of Ukraine had a meeting with VNO-NCW and a Dutch business delegation. PUM was also present.
Dec 28 PUM_nl: Maina Muthuma: “We hebben veel geleerd van de PUMexpert over betere huisvesting voor onze koeien en het voederen”.
Jan 07 RT @WimAEJansen: Staff and management of Manyu Community Radio in #Cameroon grateful for PUM assistance and advice.
Jan 12 PUM_nl: Het ministerie van Buitenlandse Zaken is nu 24 uur per dag 7 dagen per week bereikbaar op +31 247-247-247
Feb 18 PUM_nl: Cooperation between PUM and SNV lifts Kenyan dairy industry to higher level.
4 PUMmagazine LENTE 2016
BRIEF
Hoeveel koeien moest je voor je vrouw betalen? Joost de Jong is ambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken, maar ook al jaren PUM-expert op het gebied van tuinbouw. Hij stuurde een verhaal in over zijn missie die u op PUMnet (op de landenpagina Oeganda) in zijn geheel kunt lezen onder de naam ‘Uganda blog’. Een korte anekdote uit zijn verhaal: ‘In een andere cultuur leven en daar westerse kennis overbrengen aan twee tuinbouwbedrijven. Dat heb ik de afgelopen weken gedaan in het noordwesten van Oeganda. Dit soort werk leert je ontzettend veel over de cultuur en de gebruiken die gangbaar zijn. Het meest opvallende is dat mannen een flinke bruidsschat moeten meenemen voor de schoonouders. Dat kan wel oplopen tot tien koeien als de vrouw gestudeerd heeft. Dat zoiets negatief uitwerkt op de man-vrouwverhoudingen in het huwelijk (bezitselement) moge duidelijk zijn. Ook bij begrafenissen moet er flink betaald worden, afhankelijk van de stam waartoe je behoort… …Een van de jongens, Alex Aleti, was gescheiden en had destijds tien koeien moeten betalen voor zijn eerste vrouw. Het zou beter geweest zijn om dat te investeren in je bedrijf dan in de pensioenvoorziening van je schoonouders. Op mijn vraag of hij nog wat teruggekregen had bij de scheiding zei hij: ‘nee, want ze heeft me vier kinderen gegeven.’
BERICHTEN
Zuivelfabriek Kabul geopend
De foto op de cover is gemaakt door PUM-landencoördinator Arie Houweling. Hij werd op 15 januari 2016 slachtoffer van een terreuraanval in Ouagadougou, Burkina Faso. In januari namen wij ook afscheid van Peter Pans, onze landencoördinator Armenië. Onze gedachten gaan uit naar de nabestaanden van Arie en Peter.
Vijf jaar geleden kwam Mirwais Momand, een Nederlands-Afghaanse ondernemer, bij PUM met een bijzondere vraag: Hij had het plan opgevat een zuivelfabriek in Kabul op te zetten. Kon PUM helpen met kennis en expertise? Dat gebeurde, op afstand, vanuit Nederland. Sinds kort is het zover, Mido Dairy is in bedrijf. De fabriek is onlangs geopend door de Nederlandse ambassadeur in Afghanistan, Henk Jan Bakker. Tot voor kort was men in Kabul voor zuivel volledig afhankelijk van langhoudbare import uit omringende landen. Wat te verkrijgen was, was duur en lang niet altijd van optimale kwaliteit. Dankzij de geopende fabriek is er nu goedkopere, lokaal geproduceerde zuivel van goede kwaliteit beschikbaar. De fabriek biedt direct werk aan 100 mensen en nog eens indirect aan 200. Uiteindelijk zullen zo’n 700 boeren melk gaan leveren aan Mido Dairy. Mirwais Momand kijkt met dankbaarheid terug op de samenwerking met PUM. Thijs van Praag, algemeen directeur van PUM: ‘Ik vind het een mooi voorbeeld van een project waarbij we niet in een vliegtuig hoeven te stappen, maar toch onze kennis op een vruchtbare wijze hebben kunnen delen.’
PUM-projecten vallen in de prijzen in Benin De Wereldbank schreef in Benin een wedstrijd uit waarbij bedrijven businessplannen konden insturen. Er deden 2.700 bedrijven aan mee, waaruit uiteindelijk 100 bedrijven geselecteerd zijn die behalve met een financiële injectie ook met kennis worden bijgestaan. Onder de winnaars waren vier PUM-bedrijven. Een van die winnaars was het bedrijf dat expert Theodore Peter Vlaar adviseerde, een bedrijf in het verwerken, invriezen en exporteren van Afrikaanse reuzenslakken. In het voorjaarsnummer van 2015 ging PUMmagazine er uitvoerig op in. U kunt het artikel nog nalezen op PUMnet. Een andere winnaar was een klant die door expert Kees van den Boer is geadviseerd. Deze ondernemer wil zijn bouwadviesburo
uitbreiden met een tak die zich richt op het voorkomen, vinden en oplossen van bouwfouten. Hierover leest u in een volgende uitgave van PUMmagazine meer. Ton de Schwartz is expert in de textielsector en met name adviseur op het gebied van wasse rijen en chemisch reinigen. Hij adviseerde een onderneemster die een wasserij runt waar voor 80% handmatig gewassen wordt. Het bedrijf wilde algemeen bedrijfsadvies om het proces door te lichten en te kunnen groeien. De expert hielp hen met bedrijfsvoering, management en logistiek. Verder wilde men
specifiek advies op het gebied van betere vlekverwijdering en uitbreiding van kennis en expertise op het gebied van wassen. De onderneemster wilde het bedrijf ook uitbreiden met een stomerij. Het businessplan wat zij uiteindelijk schreef met hulp van Ton de Schwartz was één van de winnaars van de Wereldbankwedstrijd. De vierde winnaar was het bedrijf dat door expert Jan Bekkers geholpen is met het opstellen van een bouwplan voor een palmolieextractiemachine.
PUMmagazine LENTE 2016 5
BERICHTEN
Op de hoogte blijven? Met enige regelmaat verzendt PUM een nieuwsbrief aan bedrijven die in het verleden PUM-advies hebben gekregen. Deze nieuwsbrieven bevatten handige ‘tips & tricks’ voor ondernemers en verhalen uit de praktijk. Nieuw dit jaar is de lancering van een nieuwsbrief waarin we nader ingaan op samenwerkingsverbanden met andere partijen en interessante ontwikkelingen binnen PUM. Deze nieuwsbrief verschijnt elke twee maanden en geeft informatie over recent afgesloten contracten en partnerships, voorbeelden uit de praktijk en thema’s zoals voedselzekerheid, vrouwelijk ondernemerschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen en meer.
Interesse? Wilt u deze (Engelstalige) nieuwsbrieven ook ontvangen? Inschrijven kan via de aanmeldbutton onderaan de homepage van onze website www.pum.nl.
Workshop Adviesvaardigheden & Interculturele Communicatie De workshop Adviesvaardigheden & Interculturele Communicatie die sinds begin 2015 elke maand gehouden wordt voor PUM-experts, wordt een verplicht onderdeel van de introductie voor nieuwe experts (tot dusver was het facultatief). Hierdoor zal het aantal inschrijvingen toenemen. Dus mocht u interesse hebben in de workshop, schrijf u dan tijdig in! Aanmelding gaat via PUMnet: log in met uw wachtwoord en zoek ‘workshop’ via het zoekmenu. U vindt daar ook de data voor 2016. De cursusdag is inclusief lunch. Met vragen kunt u bellen naar Sector Support (070 34 90 545/ 519) of mail:
[email protected]. NB: reiskosten voor deelname aan deze workshop zijn voor eigen rekening.
BUSINESS LINKS De afgelopen maanden waren er weer de nodige Business Links tussen PUM-klanten en het Nederlandse bedrijfsleven. Pieter van Hagen bezocht een ondernemer die elektronisch afval recycelt in Peru. De missie leidde tot een bezoek van ondernemer Alonso Saavedra van Peru Green Recycling SAC aan Nederlandse bedrijven. Hij toonde zich aan het einde van zijn bezoek dankbaar en enthousiast. Over de impact, ook op MVO-gebied, leest u meer in het komende PUMmagazine. In Indonesië wilde men graag in samenwerking met Nederland de kwaliteit van de opleiding voor automonteurs verbeteren. In het kader van een VEHICLE-project1 is daaraan de laatste vier jaar hard gewerkt onder leiding van Koos Krabbendam (foto), emeritus hoogleraar Operations Management Universiteit Twente, en met hulp van docenten van het ROC van Twente. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een samenwerking met Innovam, het kennis- en opleidingscentrum voor de mobiliteitsbranche in Nederland. Op uitnodiging van Innovam kwam in februari een delegatie uit Indonesië naar Nederland voor een Business Link. De delegatie bestond uit twee onderwijsfunctionarissen van de lokale Sumatraanse overheid, de leiders van vier Indonesische ROC’s uit de regio Medan, en de directeur met twee medewerkers van SEHAT, een garagebedrijf met 15 vestigingen op Sumatra. Tijdens deze Business Link zijn concrete plannen ontwikkeld om met ondersteuning van Innovam een soortgelijk instituut als Innovam te vestigen op Sumatra. De intentie: komende jaren 800 docenten trainen en jaarlijks maximaal 10.000 studenten examineren voor een gecertificeerd diploma dat wordt erkend in alle ASEAN-landen. Al met al een mooi voorbeeld van hoe PUM een rol heeft kunnen spelen bij de verbetering van beroepsonderwijs in Indonesië en daarbij hechte samenwerking tot stand kon brengen tussen Nederlandse en Indonesische opleidingsinstituten en bedrijven in de automobielbranche. Meer hierover in de zomereditie van PUMmagazine 2016.
1
6 PUMmagazine LENTE 2016
Het speciale beroepsonderwijsprogramma dat in 2015 afliep.
HULP EN HANDEL BUSINESS LINKS Ondernemers die blijk geven van potentieel voor internationale handel en samenwerking worden uitgenodigd om naar Nederland te komen en kennis te maken met mogelijke zakenpartners. Elk jaar genereren deze bezoeken een handelsvolume van € 5 tot € 15 miljoen en soms komen er ook joint-ventures met Nederlandse bedrijven tot stand. Het Business Link bezoek krijgt ondersteuning uit de sector. Meerdere experts kunnen betrokken zijn bij de organisatie van de Business Link zodat de klant ten volle kan profiteren van het netwerk van onze PUM-experts.
Handelsrelaties Een groot aantal bedrijven gaat na het bezoek van een PUM-expert zelfstandig een handelsrelatie aan met Nederland zonder tussenkomst van PUM.
222 219
187 117*
2012
2013
2014
2015
* De daling in deze cijfers wordt veroorzaakt door het feit dat PUM sinds 2015 geen trainingen en stages meer faciliteert in Nederland.
Internationale handelskansen? Klant en PUM-expert organiseren Business Link
Klant en PUM-expert organiseren Business Link buiten PUM om
Klant start samenwerking met Nederlands bedrijfsleven
Impact van Business Links Relevante dienst voor onze klant. Honderden internationale contacten voor het MKB in Nederland. Goede PR voor de ‘BV Nederland’. Stijging van het handelsvolume (import, export, kapitaalgoederen). Uitzenden van PUM-experts als vrijwilliger naar 70 landen wereldwijd kost geld maar genereert ook inkomsten voor Nederland – Hulp en handel.
INTERVIEW
Een professionele hobbykok in een microbrouwerij
Bier in Albanië
INTERVIEW: FRANK STEVERINK FOTOGRAFIE: THINKSTOCK EN RIEKS BANUS
Koken, voedselbereiding, technologie en training. Zo zou je de expertise van Rieks Banus kunnen omschrijven. Ruim veertig jaar geleden begon hij als kok, en later doceerde hij aan hogescholen. Zelf noemt de expert zich een ‘professionele hobbykok’. Hij stopte op zijn 59e met werken en vertrok onlangs naar Albanië, zijn vijfde PUM-missie.
8 PUMmagazine LENTE 2016
Rieks Banus deed diverse PUM-missies. ‘In Ethiopië was ik bij een hotel met een staf van 40 mensen. Ik heb daar de keuken verbeterd, de keukenbrigade getraind, ze leren koken voor toeristen en met de eigenaar andere hotels en hun keukens bezocht. In Nepal adviseerde ik een Engelse hotelschool en in Oeganda trainde ik koks en gaf ik les aan studenten. Voor deze missie in Albanië ging ik naar een ondernemer die een bierbrouwerij combineert met een hotel en die bierbrouwerij wilde vernieuwen. De medewerkers hadden bijscholing nodig op het gebied van receptuur en technieken. Technologisch gezien weet ik genoeg van bier brouwen, maar een fabriek opstarten is een ander verhaal.’
Wat trof je aan? ‘De brouwerij was een microbrouwerij, het hotel was bestemd voor de ‘VIPs’ uit het communistische tijdperk die daar door de toenmalige overheid gefêteerd werden. Dus een goed degelijk hotel, communistisch en met oubollige service, en de televisie ging nooit uit. De ondernemer wilde het hotel compleet vernieuwen, helemaal opnieuw beginnen, afgezien van het interieur, want dat is mooi. Het is belangrijk dat er ook iets te doen is voor de gasten. De natuur is er prachtig en ze zijn nu bezig om wandelpaden aan te leggen.’
En de brouwerij? ‘Die was klein, maar wel vol tanks: 22 stuks in totaal, van elk 1000 liter. Het zag er op het eerste oog redelijk uit, maar het bier bedierf snel, werd zuur. Ik ga altijd eerst met de mensen praten en laat ze hun verhaal doen. Ik loop twee dagen mee en ga dan sturen: dat stel ik zo…en zo voor en mijn idee is dat, dat… en dat ook mogelijk is. In dit geval was het probleem hygiëne, men gebruikte tanks van hout. Als dat gaat rotten krijg je azijnzuur en wordt het bier zuur. En men bleek de gist twee tot drie keer te gebruiken. Dan krijg je al kippenvel: hoe is dat twee, drie jaar lang goed gegaan? Ik heb ze met name op het gebied van hygiëne geadviseerd. Mondkapjes ingevoerd, de zolen van schoenen worden nu ontsmet in een bak water.
‘Dan krijg je kippenvel: hoe is dat zo lang goed gegaan?’ Ik adviseerde ze ook een nieuw bierrecept te introduceren. Dat werd een daverend succes waarmee ze prijzen wonnen. De productie verdubbelde in twee jaar’.
Wat leverde de vervolgmissie op? ‘Ze wilden de productie vergroten, maar ik heb dat afgeraden. Dat redden ze niet met het huidige personeel. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat het geen zin heeft om de pilsplas te vergroten die de bulkbrouwers, zoals Stella, op de markt brengen. Er zit veel meer marge in speciaal bieren, dat wordt in Europa gedronken. Dat is het bier dat studenten drinken, met een alcoholpercentage van 7 tot 8%. Ik heb ook geadviseerd over marketing: kom met een simpele boodschap. Houd je van apart bier? Wil je wat anders? Drink dan Puka (zo heet de brouwerij).’
Hoe ging het Business Linkbezoek van de bierbrouwer? ‘Ze wilden onder andere leveranciers van grondstoffen bezoeken. Ik heb zelf lessen genomen bij brouwerij De Leckere. Zo kom je aan adressen. We hebben microbrouwerijen bezocht, een fabrikant van tap-systemen, bierpompen en een produ cent van bottelapparatuur. Ik heb de ondernemer en zijn zoon geadviseerd een eigentijds systeem aan te schaffen waarmee hij vooruit kan.’ (Inmiddels heeft dit geleid tot meerdere orders voor het Nederlands bedrijfsleven).
Albanië was een totaal afgesloten communistische dictatuur die nu een toeristenbestemming wordt. Wat was je indruk? ‘De natuur is fenomenaal, je kunt er in de bergen klimmen en mountainbiken. Er zijn stranden waar nu al toeristen komen: D uitsers, Nederlanders, Engelsen en Italianen. De hoofdstad Tirana heeft een oud deel met markten, musea. Het toerisme ontwikkelt zich, maar ik denk dat het nog wel even duurt voordat het land daar echt klaar voor is. Alleen er komen is al ingewikkeld. Je moet via Oostenrijk, als je gaat vliegen en daar is een stop-over van drie uur. Het echte probleem is dat alles aan elkaar hangt van traditie. In de bergdorpen heb je nog bloedwraak. Er is een grote grijze economie met zwart geld. Alles wat snel moet gaan, gaat met steekpenningen. Verder is het de gewoonte om bij je koffie ook een glas raki te drinken, ook al is het half zes ‘s morgens. Het duurt nog zeker vijf tot tien jaar voordat ze lid worden van de EU, maar je kunt al wel met de euro betalen.’
PUM is sinds 1994 actief in Albanië en realiseerde er in 2015 36 missies. Er wonen ca. 3 miljoen mensen op een oppervlakte half zo groot als Nederland. Met een BNP inkomen per capita van 10.619 US$ staat het land op rangnummer 112 van in totaal 180 landen. (bron: Wikipedia, 2014)
PUMmagazine LENTE 2016 9
BIJGEBLEVEN
VAN KOMKOMMER TOT PAPRIKA TEKST DÉNISE TEN BOKUM FOTOGRAFIE ROBERT VINK
Ondernemer Kobela Mokgohloa wilde graag sap maken van zijn komkommeroogst. Maar hij kan zich beter richten op het telen. Dat vindt PUM-expert Robert Vink die naar Pretoria, Zuid-Afrika, afreisde om hem te adviseren. Robert Vink: ‘Kobela Mokgohloa is een enthousiaste ondernemer met een klein bedrijf: ongeveer 4.100 m2. Kobela heeft als businessmodel: komkommers en paprika’s telen. Maar de basiskennis van het telen ontbrak. Veel mensen denken: ik zet een kas neer en ik zaai wat zaadjes. Maar telen is een vak, er komt echt meer bij kijken. Het belangrijkste daarbij is gevoel te hebben hoe planten reageren. Er viel voor mij dus veel te adviseren, al moet hij het natuurlijk zelf doen. Hij stond open voor kritiek en advies, dat werkte heel fijn. Hij zei letterlijk: ‘zeg me maar wat je vindt’. Daardoor kon ik hem echt een spiegel voorhouden.
10 PUMmagazine LENTE 2016
Op dit moment heeft het bedrijf heeft ongeveer 80% kom kommers en 20% paprika’s in tunnels staan. Door een goede kosten/baten analyse te doen, is er een verschuiving mogelijk in het teeltprogramma om zo tot een beter bedrijfssaldo te komen. Ik adviseer hem dan ook om zich meer te focussen op paprika’s, in de afzetmarkt in Pretoria kan je hier een grote voorsprong krijgen als je paprika’s teelt. Kobela is van plan om april 2016 naar Nederland te komen, zodat ik hem kan introduceren bij ondernemers (telers) die ik ken. Ik denk dat het arbeidsethos en -ritme dat wij hier in Nederland hebben heel verhelderend voor hem kan zijn. Daarnaast wil ik een aantal zaadbedrijven met hem gaan bezoeken. Hij haalt nu ook zijn zaden uit Nederland, dus dat is interessant voor hem. Hij is ook begonnen met geintegreerd biologisch telen, dus een bezoek aan Koppert Biological Systems (biologische bestrijding) staat ook op het programma. Als hij dit doorzet, kan hij echt een mooi bedrijf neerzetten en zorgen voor werkgelegenheid in de omgeving.’
HET GESPREK
Thijs van Praag: ‘Uit een missie moeten aantoonbare concrete resultaten voortvloeien’ Thijs van Praag neemt na negen jaar afscheid van PUM als algemeen directeur. We kijken met hem terug hoe de organisatie zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. ‘Er is een kwaliteitsslag gemaakt,’ zegt de algemeen directeur. INTERVIEW FRANK STEVERINK FOTOGRAFIE JEROEN POORTVLIET
Helemaal geen selectie? TvP Experts kwamen binnen op basis van hun CV, zonder dat er persoonlijk met hen was gesproken. Dus er bleek op kwaliteit veel winst te behalen, zowel in de selectie van experts als van aanvragen. We zijn toen begonnen om de sectorcoördinatoren intake-interviews te laten houden, even later met HRM-experts erbij; het recruitmentteam is toen ontstaan. Recent is daar de workshop ‘Adviesvaardigheden & Interculturele Communicatie’ bijgekomen (zie ook korte berichten, pag. 6) Een volgende stap zal zijn: het vermogen van een expert bekijken om een ondernemer te stimuleren en te enthousiasmeren en dingen concreet te verbeteren. Vakinhoudelijke kennis is belangrijk, maar implementatie bewerkstelligen ook. Hoe komt een vertrouwensrelatie tot stand? Hoe verschilt dat per cultuur?
Wat trof je aan toen je begon in 2007?
Dat was de expert en verder?
TvP Door mijn werk als internationale consultant kende ik wel enkele PUM-experts en voormalig directeur Jan Röben kende ik uit een VNO-NCWcommissie. Dus het werk van PUM was me bekend, maar ik maakte me grote zorgen over de kwaliteit van de projecten. Het accent lag erg op de kwantiteit, de kwaliteit kon beter. De PUM-organisatie was wel professioneel, maar in de uitvoering van de missies zaten grote verschillen.
TvP Het werk van onze vertegenwoordigers in de landen waar we actief zijn, was ook een punt. Toen ik begon, hadden we in veel landen één vertegenwoordiger. Bedrijven bezoeken, de ondernemer in de ogen te kijken is essentieel. Is er echt commitment, echte wil om dingen te verbeteren en vooruit te komen? Dat kan niet als je in het hele land moet acquireren. Daarom is het aantal aanzienlijk vergroot, ongeveer verdrievoudigd. De actieradius van een vertegen woordiger is nu hoe ver hij of zij kan/wil reizen voor het bedrag aan onkosten dat we vergoeden.
Hoe ontdekte je dat? TvP Ik hoorde over de projecten, sprak met klanten en onze vertegenwoordigers. Er waren nogal wat projecten waarvan ik dacht: dat moeten we niet doen. Een klein schooltje helpen bijvoorbeeld, heeft niks met het bedrijfsleven te maken en het zet qua omvang geen zoden aan de dijk. Een ander punt was de kwaliteit van de experts. We maakten toen nog geen selectie. 11 PUMmagazine WINTER 2015
Zijn ze professioneler geworden? TvP Niet zozeer professioneler, wel beter opgewassen tegen de taak. Je kan niet verwachten dat deze vrij willigers, want dat zijn ze ook, expertise hebben in de 70 sectoren waarin we actief zijn. We zijn daarom begonnen om ook experts te vragen acquisitie te doen, PUMmagazine LENTE 2016 11
›
› als hun missie dat toelaat. De vertegenwoordigers
krijgen dan hulp van een vakinhoudelijke kracht. Een ondernemer laat zich eerder overtuigen door een collega, die begrijpt waar het over gaat. De vertegenwoordiger leert daar ook weer van. We hebben ook sectorsheets voor alle sectoren waarin omschreven staat wat we doen en we bieden binnenkort ook een verkoop training voor onze vertegenwoordigers. Hoe werkt het om een bedrijf binnen te komen en een ondernemer ervan te overtuigen dat je iets te bieden hebt?
En hoe staat het met de buitenwereld? TvP We zijn bezig met het vinden van partners. We willen het kennisoverdrachtproces effectiever maken. Denk aan de traditionele ngo’s als SNV, ICCO en Cordaid, maar ook lokale partners, bijvoorbeeld in de metaalindustrie, of een coöperatie van boeren. We hebben het dan over een langer traject van meerdere missies en verschillende PUM-experts, waarbij we ook lokale mensen kunnen laten meelopen die de kennisoverdracht later kunnen overnemen.
12 PUMmagazine LENTE 2016
‘Experts helpen PUM- vertegenwoordigers met acquisitie’ Is het proces veel zakelijker geworden door internet? TvP Ja, de communicatie is veel eenvoudiger geworden met onze klanten en tussen experts en coördinatoren via ons intranet, PUMnet. Dat hebben we onlangs vernieuwd, met een bibliotheek en communities, zodat kennis delen binnen PUM makkelijker wordt. Experts kunnen zo ook bouwen op ervaringen van voorgangers. Van de missies tot 2000 zit alle kennis in een archief, op papier, dus eigenlijk niet overdraagbaar. Maar ook de digitale rapporten zijn niet zomaar toegankelijk. Communities en digitale bibliotheken moeten zorgen dat relevante praktijkervaring van experts gedeeld kan worden. Zo bouwen we voort op elkaars ervaring.
Over het meer zakelijke karakter wordt soms geklaagd: ‘vroeger was het leuker’.
Waarom is het belangrijk om in zo veel landen en sectoren actief te zijn?
TvP Voor een vrijwilliger voelt het soms bureaucratisch. Dat heeft mede te maken met andere eisen van donoren. Aantonen waar je geld aan uitgeeft is veranderd in aantonen dat je waar voor hun geld biedt. Experts moeten nu zorgen dat er aantoonbare concrete resultaten uit hun missie voortvloeien. De sfeer was anders 25 jaar geleden. We hadden toen vooral contact met het buitenland via de fax. Tegenwoordig kunnen experts thuis lezen wat de status is van hun project. Daarmee is misschien wat gezelligheid verdwenen. We naderen wel een spanningsveld tussen wat je van een vrijwilliger kunt vragen enerzijds en anderzijds de wens van onze donoren om meetbare resultaten qua impact en omzet. We lijken steeds meer op een professionele advies organisatie, de vraag is in hoeverre je dat nog kunt laten doen door vrijwilligers. Met steeds meer eisen omtrent rapportages en dergelijke, dreigt er een moment waarop men zegt ‘dit vind ik niet leuk meer’.
TvP De groep waar wij ons op richten, midden- en kleinbedrijven die echt gecommitteerd zijn om te groeien, is niet zo groot. Om ze toch te bereiken moeten we een breed palet aan sectoren en landen hebben, om voldoende volume te krijgen.
Hoe ga je om met zo’n spanningsveld? TvP Enerzijds door ondersteuning van vrijwilligers door onze professionele staf, maar je kunt ook denken aan een betaalde kracht die de landenteams ondersteunt. Onze Duitse zusterorganisatie werkt met betaalde landencoördinatoren. We moeten zorgen dat het werk van de expert leuk blijft en tegelijkertijd de professionele ‘ballast’ van het advieswerk goed doen.
Wat sprong er positief uit in de afgelopen jaren? TvP Ik heb twee jubilea meegemaakt. Bij het 30-jarig jubileum was Herman Wijffels onze eregast. Hij was secretaris van NCW toen PUM opgericht werd. Bij het 35-jarig jubileum was prinses Beatrix onze eregast. Daarnaast heb ik veel gereisd omdat ik het belangrijk vond onze klanten en vertegenwoordigers te ontmoeten. Om een gevoel te krijgen hoe men daar tegen ons en de kwaliteit van onze adviezen aankijkt.
Eén van je wapenfeiten is het PSD-platform. Wat is dat? TvP Een samenwerkingsverband van door buitenlandse zaken ondersteunde organisaties die zich bezighouden met private sector development. We werken daarin samen met onder meer CBI (importbevordering uit ontwikkelingslanden), DECP namens de werkgevers, FMO qua financiering en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het idee is om synergie te bereiken door samenwerking. Een van de praktische uitvloeisels was een gezamenlijke landenlijst. Men wist niet goed van elkaar waar men actief was en voor synergie moet je dat weten. Toen het Dutch Good Growth Fund werd gelanceerd, is er een lijst opgesteld van 68 landen. Sinds vorig jaar zijn dat ook de landen waar PUM en alle andere leden van het PSD platform actief mogen zijn.
PUM moet steeds meer de impact van de interventies aantonen. Maar goodwill voor de BV Nederland meet je zo niet. Is dat niet jammer? TvP Ja, dat is zeker zo; ambassades krijgen vaak reacties van onze klanten en ervaren zo wat PUM teweeg kan brengen. Zelf hebben we het Business Link programma dat de verbinding maakt met Nederlandse bedrijven. Combineren van hulp en handel, gaat de toekomst worden voor PUM. Van oorsprong een hulpinstrument is bij PUM de handelskant toegevoegd toen we begin 90-er jaren financiering kregen van het ministerie van Economische Zaken. Eerst hebben we Business Links alleen in de EZ-landen (landen rond de EU) aangeboden, later kwamen de ontwikkelingslanden erbij. Wij zouden in de toekomst met de partners in het PSD-platform dit nog veel meer kunnen uitbouwen.
Wat zie je als de grootste toekomstige uitdaging? TvP PUM heeft 38 jaar min of meer onafhankelijk kunnen opereren. In de toekomst zullen we meer met partners gaan samenwerken om onze impact zo groot mogelijk te kunnen maken. Dat vereist een cultuurverandering binnen PUM. We kunnen dan niet langer ons eigen spel spelen zoals we gewend waren. Inter nationaal worden we ook steeds bekender, door de activiteiten van de afdeling Business Development. Daar gaan we de vruchten van plukken door samenwerking met internationale spelers. Wat we nu al doen is in landen samenwerken met lokale organisaties die zelf voor financiering zorgen, bijvoorbeeld in Thailand, Kazachstan, Macedonië, Panama en Ecuador. En wat ik ook heel positief vind, steeds meer landen hebben zelf kennis in huis, maar nog geen organisatie om die kennis te verspreiden. Daar proberen we, naar PUM-voorbeeld, een lokale variant van een vrijwilliger senior expert organisatie te helpen opzetten. Dat speelt al in Honduras en El Salvador. Peru en Indonesië hebben interesse getoond. Meer landen zullen volgen; zo zorgen we ervoor dat we kennisoverdracht ‘sustainable’ maken.
Is er een persoonlijk leermoment geweest? TvP Advies geven is één ding, maar implementeren, zorgen dat het ‘tussen de oren zit’ is een ander verhaal. Het duurt lang voordat een verandering echt geïnternaliseerd is. Daar moeten we als PUM veel meer rekening mee houden. PUMmagazine LENTE 2016 13
‘Getting my head out of the sand and see the bigger picture’
TESTIMONIAL Marius van Huijstee is bij PUM ingedeeld in de sector groothandel. Zelf ziet hij zijn expertise breder, hij geeft vooral commerciële bedrijfsadviezen. Hij is CEO van DADTCO, een zogenoemde social enterprise, actief in Afrika in de cassaveteelt. Hij vertelt: ‘De aanvrager is een ondernemer uit de vierde generatie blanke Zimbabwanen. Deze groep, die alles is kwijtgeraakt, heeft alles weer moeten opbouwen. Men wilde strategisch advies en verbetering van bedrijfsprocessen. Hun probleem zat in de definitie van hun business. Ik zag een IT-groothandel die wat service erbij deed, terwijl ze eigenlijk een servicebedrijf met verkoop zouden willen zijn.’ ‘Your PUM expert’s visit created an emotional rollercoaster for me! It is very hard to accept open yet necessary and honest criticism and appraisals of various ‘systems’ in place; oft-time stating the obvious, but in essence resulting in a fresh view being established. We very much appreciated the ‘First World’ approach and are already implementing simple strategies in improving our service levels and making our business more accessible to our existing, and hopefully new clients. Doing business in Zimbabwe, whilst challenging, is not really that different to doing business elsewhere! Our PUM expert helped me get my head out of the sand and see the bigger picture. I have pages and pages of ‘tasks’ that can be implemented, and will revisit these after one month and type up a ‘hit list’ for the next twelve months, a few will take longer. I felt very drained the first three to four days; and started feeling consciously better in the second week. 14 PUMmagazine LENTE 2016
I believe that the PUM expert that we had was very much the ‘right person’ for our business and he is an incredible inspiration. I had one senior member of staff exposed for an in-depth period, and this also will yield very positive results. A visit was paid for a training/lecture session to be given to a school group (15 year old pupils) in Harare and this was very well received by their staff and the pupils themselves. This diversity exemplifies the strength of our PUM expert whom we forged a very good understanding with. We would like to stay in touch with him and offer some feedback as we move forwards. In all we can only recommend PUM as an outstanding ‘service’ and organization and would hope that sometime in the future should the opportunity arise that our PUM expert could re-visit us for a shorter follow-up on site. Our sincere thanks to you all.’ Monty Montgomery van Kilwick Investments (pvt) Limited.
SPECIAL
‘NIEUWE LANDEN’ EN LANDEN WAAR PUM ZIJN ACTIVITEITEN STAAKT PUM is wereldwijd actief, maar waar wel en waar niet, dat fluctueert nogal. Zo zijn de PUM-activiteiten dit jaar gestopt in Kameroen, Kirgizië en Namibië. Voor China (zie kader) geldt dat onderhandelingen over financiering door China nog lopen. Dus wellicht blijft PUM hier nog actief. Er zijn ook een paar nieuwe landen waar we kijken of ze perspectief bieden om daar actief te worden. Op die lijst staan: Angola, Guinee Conakry, Liberia, Nigeria, Togo en Tsjaad. In deze special aandacht voor de criteria om in een land te beginnen of te stoppen. Daarnaast ook nieuws uit landen waar we recentelijk begonnen zijn en waar we niet eerder over hebben bericht: Kaapverdië en Somalië.
›
›
Alex Meerkerk, lid van het Management Team (Analyse & Monitoring) geeft uitleg over criteria om in een land te stoppen of te beginnen. ‘We moeten resultaten kunnen behalen, dat houdt in: een MKB kunnen bedienen dat behoefte heeft én potentie. Het MKB moet voldoende aanwezig zijn, zodat we een volwaardig programma kunnen draaien. Als die groeimogelijkheden er niet zijn, bijvoorbeeld vanwege te veel corruptie, stoppen we daar. Een voorbeeld daarvan is Oezbekistan. En Eritrea, daar werd het MKB effectief gesaboteerd doordat het regime import onmogelijk maakte omdat men geen buitenlandse valuta mocht gebruiken. Er zijn ook moeilijke landen waar we bescheiden resultaten kunnen behalen, maar daar zitten we bewust wél omdat de situatie ter plekke zo moeilijk is. Daar is onze additionaliteit het grootst; zonder onze hulp komt men nóg moeilijker vooruit. Denk daarbij aan fragiele staten als Niger en eigenlijk alle minst ontwikkelde landen. Minister Ploumen kiest bewust voor landen waar we het hardst nodig zijn, waar het hele land in armoede verkeert en men moeilijk vooruit komt. PUM is daarnaast ook actief in diverse landen die economisch verder zijn ontwikkeld maar die nog wel (veel) armoede kennen. In deze landen boeken we meestal sneller en meer resultaten. Uitgangspunt is wel dat het land (klanten, overheden) meer financieel bijdraagt aan de PUM-activiteiten. Een ander criterium is financiering; als die er niet is, kunnen we ook niet van start gaan. Het ministerie heeft landen gedefinieerd in de zogenoemde bedrijfslevenlandenlijst en die fluctueert. Als er nieuwe landen bijkomen waar we niet actief zijn, gaan we daar kijken of die ook aan onze andere criteria voldoen. Verder kijken we uiteraard naar veiligheid en praktische overwegingen, bijvoorbeeld of het land goed bereikbaar is per vliegtuig.’
KAAPVERDIË
GUINEE
LIBERIA
TOGO
Allemansvriend De zich ontwikkelende toeristensector is belangrijk voor het land. ‘We hebben missies gedaan bij hotels en restaurants. En we hebben een organisatie die microkrediet verstrekt goed doorgelicht en missies naar de nationale oliemaatschappij, een verwerker van visafval en een bakkerij.’ Het is niet echt een heel arm land. Kaapverdië is een allemansvriend die per capita relatief veel hulp krijgt, ook al vanwege de strategische ligging. De bevolking heeft vaak familie in Portugal, de VS en Nederland, die ook veel geld naar huis stuurt. Dat komt de lokale economie ten goede, je komt er ook regelmatig mensen tegen die Nederlands spreken, na een verblijf in Nederland.’
Kaapverdië en Guinee Conakry
Guinee Conakry
In 2014 werden in Kaapverdië contracten gesloten met lokale partners en ging PUM er van start. De lokale partners (Kamers van Koophandel en ADEI, een organisatie die het bedrijfsleven ondersteunt bij innovatie) fungeren als PUM-vertegenwoordigers. Kaapverdië bestaat uit eilanden van vulkanische oorsprong, met een grote variatie: vlakke mooie witte stranden, maar ook bergen met veel groen. PUM heeft er tot nu toe 10 missies gedaan op vijf verschillende eilanden. De target voor 2016 is 15-20 projecten. Henk van der Spek, landencoördinator voor Guinee, Kaapverdië en Senegal: ‘Dit land met negen bewoonde eilanden is een voormalige Portugese kolonie. Voor de Portugezen was het een logistiek steunpunt voor hun schepen. De bewoners zijn een smeltkroes van gevluchte slaven afkomstig van de Portugese schepen en Portugezen en Brazilianen.’
In november was Henk van der Spek voor het eerst in Guinee Conakry, een voormalige Franse kolonie: ‘Een ex-ebola land, erg arm maar wel vol goede moed om vooruit te komen. Op straat zie je heel veel ambulante handel. Omdat het een ex-ebolaland is, heeft Nederland besloten het land een extra impuls te geven.’ Minister Ploumen was er op bezoek in juni 2015. Daarom is Henk er in januari naar toegegaan voor een zogenoemde quickscan, een snel onderzoek op hoofdlijnen en potentiële bedrijven, en om het PUM-programma een vliegende start te geven. ‘Daarvoor zijn er inmiddels twee vertegenwoordigers aangesteld. Twee experts, een sectordeskundige en een algemene bedrijfsmatige expert bezoeken bedrijven die profijt zouden kunnen hebben van PUM-hulp. We denken aan land- en tuinbouw, visserij, voedselverwerking en vrouwelijke ondernemers in het algemeen.’
16 PUMmagazine LENTE 2016
KIRGIZSTAN
CHINA
TSJAAD
NIGERIA
SOMALIË
KAMEROEN
China
TSJAAD
RIA
SOMALIË
KAMEROEN
ANGOLA
NAMIBIË ANGOLA
NAMIBIË
Lidwine Dellaert ging onlangs terug naar China, waar ze eerder missies deed. PUM is hier sinds 1989 actief, maar kan in de toekomst alleen nog missies uitvoeren als China die zelf betaalt. Hierover lopen nog gesprekken. Lidwine over de veranderingen die zich de afgelopen jaren voltrokken: ‘Na vier jaar weer terug in China. Wat is het goed om terug te zijn! Ik ga naar Gansu in Noordwest-China, het land van de zijderoute. In 2000 was ik daar voor het eerst voor een Nederlands zaadbedrijf, voor de controle van groentezaadproductie in Juiquanregio. De stad Juiquan was toen een klein provinciestadje met 60.000 inwoners, nauwelijks geasfalteerde wegen en nauwelijks auto’s, en met slechts een eenvoudig hotel en een karaoke bar. De enige wagens die je zag waren bedrijfsauto’s en blauwe vrachtwagentjes. Inmiddels is Juiquan uitgegroeid tot een stad met 1.1 miljoen inwoners, goed geasfalteerde wegen, een voetgangersgebied in het centrum, terrasjes en grote warenhuizen, een nieuw ziekenhuis en vlakbij een vliegveld en een station voor de hoge snelheidslijn… De ontwikkelingen op het platteland lopen sterk achter bij de stad en bij de verwerkende industrie. De wegen zijn wel sterk verbeterd, maar de meeste handelingen in de land- en tuinbouwproductie zijn nog handmatig. Bij de kasteelt wordt nog weinig aan preventie van ziekten en plagen gedaan en de bedrijven zijn te arm en te klein om te investeren in schaalvergroting en mechanisatie. Door de vorming van krachtige coöperaties, training en stimuleringssubsidies van de overheid is het volgens mij mogelijk om vrij snel voortgang te boeken.’
PUM-activiteiten in landen dit jaar gestopt nieuwe landen
onderhandeling loopt nog
PUMmagazine LENTE 2016 17
Somaliland Niek van Dam, tijdens zijn werkzame leven docent werktuigbouw, is sinds 1998 PUM-expert en deed zo’n 17 of 18 missies. Zijn specialisme: wind en zonneenergie. Hij ging op pad toen Somaliland assistentie vroeg voor duurzame energie, om de energieprijs omlaag te brengen. Voor de onwetenden onder ons: Somaliland is een afgescheiden deel van Somalië. Republiek Somaliland, is een de facto onafhankelijk land op het territorium van Somalië en volgt de grenzen van het vroegere Brits-Somaliland. Bij Somalië’s onafhankelijkheid in 1960 werd dit gebied samengevoegd met het voor malige Italiaans-Somaliland, tot het in 1991 de onafhankelijkheid uitriep.
Electriciteit voor de economie Aanvrager was een coöperatie die het elektriciteits bedrijf van Berbera heeft overgenomen (een havenstad ten zuiden van de golf van Aden). Omdat men tot nu toe alle elektriciteit opwekt met dieselgeneratoren, zijn de kosten daarvoor erg hoog. ‘Ze zitten daar te schreeuwen om elektriciteit om de economie te ontwikkelen,’ zegt Niek van Dam. ‘Ze hebben geen internationale erkenning en kunnen dus maar heel moeilijk internationale hulp krijgen. Bij Niek van Dam thuis vroegen ze of hij helemaal gek geworden was, om naar Somalië te willen gaan. Maar het was dus Somaliland. Van Dam heeft overigens wel de nodige ervaring in lastige landen. Voor Buitenlandse Zaken heeft hij gewerkt in Jemen, waar hij met een militaire escorte reisde naar een project in Marib. In Somaliland had hij ‘alleen maar’ een politieman met een geweer als begeleiding. Naar zijn smaak was dat niet nodig, maar alle buitenlanders krijgen dat. ‘Ik heb het ervaren als een heel vreedzaam land, met erg vriendelijke mensen en ik werd er met open armen ontvangen.’
Windmolens De PUM-expert denkt dat hij waardevolle adviezen heeft kunnen geven. De aanvrager had windmolens aangeschaft van Chinese makelij, maar ze draaiden niet. Ze waren deels door USAID gefinancierd en stonden al meer dan een jaar stil door technische problemen. Die heeft van Dam kunnen oplossen. Kort gezegd kwam het erop neer dat de windmolens meer stroom opwekten dan de generatoren aan konden. Ze werden ‘gloeiend heet’ tot ze in brand dreigden te vliegen. Dat was het probleem. Een agent uit Kenia had ‘de dingen 18 PUMmagazine LENTE 2016
neergezet’ zonder rekening te houden met de lokale windcondities, met als gevolg dat er al drie generatoren uitgebrand waren. De schade bedroeg $ 160.000. In totaal staan er bijna twintig van deze windmolens in het land, met allemaal dezelfde problemen. Het verhaal is bekend. Goed bedoelde ontwikkelingshulp, van USAID in dit geval, komt door gebrek aan kennis ter plaatse niet tot zijn recht. Een relatief snelle interventie van PUM kan direct tot resultaat leiden. Inmiddels lopen er contacten met het Nederlandse bedrijfsleven om betere windturbines te leveren. Voor de nieuwe landen, Angola, Liberia, Nigeria, Togo en Tsjaad, geldt dat er fact finding-missies uitgevoerd worden. Daarbij kijken we of de landen aan de genoemde criteria voldoen en uiteraard wegen we de lokale veiligheidssituatie ook zorgvuldig mee.
COLUMN
THIJS Thijs gaat weg. Wat sneller dan ik verwachtte, maar je vergeet bij hem dan ook makkelijk dat hij de pensioengerechtigde leeftijd al weer even gepasseerd is. Een man die met zijn tijd meegaat, maar niet zijn afkomst verloochent. Modern maar degelijk. Professioneel gevormd in een tijd dat we nog gewoon ontwikkelingshulp mochten zeggen. Dat woordje hulp mag nu overigens weer, maar dan moet je erbij vermelden dat je naar handel gaat. Thijs is het grootste deel van z’n leven consultant geweest. Begonnen bij Haskoning, waarvoor hij projecten in Afrika en Suriname deed. Maar hij is ook een manager, en dat kun je lang niet van alle adviseurs zeggen. Met bewondering sloeg ik hem gade bij de totstandkoming – onder zijn leiding – van het World Water Forum in Den Haag in het jaar 2000. Een complex evenement dat hij smeedde tot een destijds unieke combinatie van Ministeriële Conferentie (voor zo’n 130 landen), een wetenschappelijke c onferentie over watermanagement én een commerciële beurs voor ondernemers. Multistakeholdermanagement avant la lettre. In een tijd dat voor de trits overheid-kennisinstellingenbedrijfsleven nog niet de modieuze term ‘gouden driehoek’ in zwang was. Een prachtklus van Thijs, maar zeker ook van de toenmalige Prins van Oranje, die daar voor het eerst in zijn leven en voor het oog van de natie een officiële functie vervulde als acting chairman van het Forum. Daar in Den Haag werd de kiem gelegd voor de waardering van handel in relatie tot ontwikkelingsprojecten. Onder de hoede van maar liefst drie ministeries gaven meer dan vijfduizend wetenschappers, politici en ondernemers water de plek op de internationale agenda die het verdient. De nieuwe Thijs moet volgens Ebbinge* een man of vrouw zijn die PUM’s positionering verder moet versterken. De basis is er, met een vrijwilligersclub die alom wordt beschouwd als een relevante speler in OS. Die landen nu ook zelf voor hulp laat betalen en waar mogelijk nieuwe lokale PUMmen helpt oprichten. Hij of zij zou samen met DGIS nog eens goed naar de waterwereld moeten kijken, waar al sinds meer dan vijftien jaar alle seinen op groen staan voor een hulp- en handelagenda. Maar waar – ondanks alle inspanningen van het Netherlands Water Partnership en de Topsector Water – ons wereldwijde marktaandeel qua watermanagement nog steeds achterblijft bij onze reputatie. Positioneren tot je dienst, maar we leggen het af tegen meer opportunistische landen waar de koopman op één staat. Laat dus maar komen, die opvolger met dat commercieel/zakelijk profiel. Herman Nieuwenhuis Herman Nieuwenhuis werkt als public affairs-adviseur en werkt voor goede doelen, overheden en ondernemers. * Ebbinge is een werving- en selectiebureau PUMmagazine LENTE 2016 19
Kakkerlakkengel en restaurantbehandeling voor ongedierte Ton den Braber is chemicus en expert in onder meer het ontwikkelen van bestrijdingsmiddelen tegen bijvoorbeeld ratten en vliegende insecten. Dit is bij PUM een kennisgebied waarin het aantal experts dun gezaaid is, er zijn ook maar enkele bedrijven in Nederland op dit gebied actief. Ton is 72 en staat dus op het punt om af te zwaaien als expert, na in totaal ruim tien missies.
TEKST FRANK STEVERINK & FOTOGRAFIE TON DEN BRABER
Bevlogen vertelt hij over ‘zijn’ bedrijf in Tunesië dat dankzij de PUM-interventies echt een ontwikkeling doormaakt. ‘Ze hebben kakkerlakkengel in de markt kunnen zetten en andere nieuwe producten. Die genereren nu 30% van de omzet en hebben voor 30% groei gezorgd.’ De zaken gaan goed voor het bedrijf want: ‘als je kakkerlakken of te veel vliegen, muggen of ratten hebt, is dat niet aangenaam, dan moet je wat doen.’
Eerste missie in 2008 ‘Het bedrijf zat toen nog in Tunis in een erbarmelijk onderkomen, eerlijk gezegd een gore bende. Vanaf 1997 importeerde men verdelgingsmiddelen, maar ze hadden de ambitie die zelf te gaan produceren. We hebben toen gepraat over kakkerlakkengel, een sophisticated product. Het is een pasta met allerlei lokmiddelen die je moet aanbrengen op de looppaden van de kakkerlakken. Het ruikt lekker, om het ongedierte te lokken. Maar er zit bitrex in, dat zorgt voor een ontzettend bittere smaak, zodat kinderen het niet gaan opeten. De kakkerlakken proeven dat niet. Ze hadden een recept, maar het eindproduct bleef water afscheiden. We hebben net zo lang proeven gedaan tot het stabiel was. Nu is het hun 20 PUMmagazine LENTE 2016
topproduct, dat ze bovendien voor een topprijs kunnen verkopen!’
Nieuwe producten ‘De uitdaging om in een minder ontwikkeld land nieuwe producten op de markt te brengen, zit in het feit dat je moet werken met wat lokaal voorradig is,’ vertelt Ton den Braber. ‘Je kunt een recept meenemen uit Nederland maar je moet het maken met hun grondstoffen, roeien met de riemen die je hebt.’ Zijn bezoeken aan de chemieproducent in Tunesië, waren er dus vooral om proeven te doen, net zo lang tot het eindproduct naar wens was. ‘Voor de gebruiker,’ voegt hij er met de nodige ironie aan toe. En die gebruiker is in
dit geval het ongedierte: ‘je moet hen zien als bezoekers in een restaurant die je een lekker hapje voorschotelt. Alleen dan komen ze eten en dan is het product effectief.’
‘Zonder PUM was het een stuk moeilijker’
Expert Ton den Braber (links) in gesprek met de Tunesische ondernemers.
Vervolgmissie In één van de drie vervolgmissies – waar het bedrijf overigens een financiële bijdrage aan leverde – hielp Ton een rattenverdelgingsmiddel te produceren. ‘Zij importeren dat nu uit Spanje en willen het zelf gaan maken. Het gif wordt in de vorm van pallets, kleine staafjes, geproduceerd. Gelukkig hadden ze een pers om die pallets te maken. De basis is een graanproduct, het moet wel een beetje stevig zijn. Pallets mogen niet te hard of te zacht zijn, een rat is heel kritisch op zijn eten. Als iets vreemd is voor een rat, mag de laagste rat in rang het eerst proeven. Als die binnen twee of drie dagen geen nare verschijnselen heeft, gaat de rest ook eten. Zo slim zijn ze. Je moet iets vinden wat die rat altijd lekker vindt. Dat is de graanbasis, maar een geschikte vind je niet over al. We hebben gekeken naar toevoegingen zoals vanille-aroma, anijs en proeven gedaan met griesmeel.’
Rattengif Bij de productie van rattengif komt nog meer kijken, kleurstoffen bijvoorbeeld. Niet voor de ratten, want die zijn kleuren blind en onderscheiden alleen licht en donker. Maar wel voor de consument die
het product koopt. Ton den Braber: ‘Voor de consument moet het herkenbaar zijn als gif, dus we kiezen daarvoor meestal rood of blauw. Ook hier zorgt de toevoeging van het extreem bittere bitrex ervoor dat je er niet over peinst om het gif op te eten, de smaak blijft uren op je smaakpapillen.’ De geur is er overigens niet alleen om ratten aan te trekken, maar ook om de geur van mensen te maskeren. Ratten houden namelijk niet van mensen, ze zijn bang voor ons: ‘Een rat zal altijd op de vlucht slaan als hij een mens ziet, alleen als hij niet vluchten kan, valt hij aan.’
Zonder PUM
Hoe zou het bedrijf zich ontwikkeld hebben als er geen PUM-expert aan te pas was gekomen? ‘Het was een stuk moeilijker geworden. De kakkerlakkengel was er nooit gekomen. Hetzelfde geldt voor de spuitbussen. Daarmee zijn ze nu zelfs exporteur geworden naar andere NoordAfrikaanse landen. En soms ontbreekt het ook aan basale kennis, waardoor mede werkers gezondheidsrisico’s lopen. Zo had men bijvoorbeeld de koolstoffilters op het dak niet goed afgesteld, waardoor de afzuiginstallatie niet werkte en de oplosmiddelen gewoon in de fabriek bleven hangen!’ Het simpele advies om de koolstof filters juist af te stellen, leverde een enorme verbetering op qua arbeidsomstandigheden in de fabriek.
Ton den Braber heeft het bedrijf ook geholpen met het produceren van spuitbussen. Tot dusver importeert men die uit Europa, maar ze hebben de ambitie ook die zelf op de markt te brengen. En ook hier geldt weer: je moet werken met de lokaal voorradige spullen. ‘Je kunt er niet van op aan dat je grondstoffen kunt importeren, want soms is er een importstop. De spuitbussen worden gevuld met gif tegen vliegende en kruipende insecten.’ PUMmagazine LENTE 2016 21
CASE: Van simpel idee tot serieuze onderneming
Bestrijding bananenboorder leidt tot uitvinding TEKST FRANK STEVERINK FOTOGRAFIE THINKSTOCK & PETER KERKHOF
Peter Kerkhof (64) heeft een interessant arbeidsverleden. Na bijna dertig jaar in het onderwijs startte hij een boomkwekerij. Zijn eerste missie, in 2008, kreeg een onverwachts staartje. Hij deed een uitvinding tijdens zijn missie bij een Marokkaanse kwekerij. Een insectenval voor al wat ’s nachts vliegt, die wellicht ook helpt tegen malaria- en denguemuggen. Die uitvinding verkoopt hij nu over de hele wereld.
22 PUMmagazine LENTE 2016
Zijn eerste missie ging naar Marokko, een land waarover hij grapt: ‘Hoe vaker ik er kom, hoe minder ik er van snap. In juli 2008 vertrok ik naar een kwekerij in Marokko. Na zes uur wachten op de luchthaven arriveerde er iemand om me op te halen. De beloofde tolk was niet beschikbaar en ik moest me redden met een Prismawoordenboekje en vier jaar ULO-Frans. Er was voor mij een appartementje op de kwekerij, op tien kilometer van het stadje. De eerste avond werd ik meegenomen naar een supermarkt voor inkopen, om de komende twee weken mijn eigen potje te kunnen koken. Om vijf uur ’s avonds ging iedereen naar huis en bleef ik achter op de kwekerij met de gardien. Het was mijn eerste missie en ik dacht dat dit gewoon was.’
‘Een stukje eigenwijzigheid’ De bananenboorder Een jaar later was hij er voor de tweede keer. Er was intussen een besmetting met Opogona sacchari, bananenboorder geconstateerd. Een lastig motje waarvan de rupsen zich in de plant naar binnen vreten en grote schade veroorzaken. Het probleem liet hem, terug in Nederland, niet los. Want zijn drijfveer is: ‘een stukje eigenwijzigheid. Niet denken in problemen, maar in oplossingen.’ Een houding die hij bij alle adviesmissies voor PUM in de praktijk brengt. Hij kwam er via internet achter dat Wageningen Universiteit een feromoon ontwikkeld had om de mannetjes weg te vangen. Het feromoon bleek nog maar net ontwikkeld en hij mocht een aantal vallen meenemen om ze in Marokko te proberen. Er waren verschillende soorten vallen. Eentje was een
schotel water met daarboven het feromoon. Die bleek in de praktijk heel goed te werken. Het enige probleem was dat de vrouwtjes niet gevangen werden en een bevrucht vrouwtje legt ruim 200 eitjes… Toen kreeg hij een ingeving: wat zou er gebeuren als je het feromoon boven de waterbak vervangt door een UV-zaklamp? De vangsten waren verrassend. Er vlogen tot 50 motjes per nacht in één val. Het enige probleem was dat de batterijen na twee nachten vervangen moesten worden en de lampen gingen vrij snel stuk. Maar het principe werkte.
insectenval helpt misschien ook tegen malaria- en denguemuggen contact bleef, enkele kwekers in Nederland en met goede technische ondersteuning, is er nu een insectenval die insectenplagen voorkomt in de cultuur van diverse gewassen.
De boer op De uitvinding Peter kwam in contact met elektrotechnisch ingenieur Ad van den Wildenberg en samen ontwikkelden ze een prototype met UV-powerleds. Na wat aanpassing bleek de uitvinding behoorlijk effectief. Behalve Opogona sacchari blijkt de val bijna alle insecten te vangen die ’s nachts actief zijn, zoals motten, kevers en muggen. Peter Kerkhof: ‘Op dit moment hebben we vallen verkocht aan kwekerijen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Canada, Amerika en Maleisië. Voor de energievoorziening maken we gebruik van het lichtnet, oplaadbare batterijen en accu’s, eventueel in combinatie met zonnepanelen. De vallen zijn ontwikkeld voor gebruik in de sierteelt, maar worden nu ook in de tuinbouw gebruikt. In de nabije toekomst willen we de vallen ook gaan testen op bijvoorbeeld malaria- en denguemuggen. De malariamug is ’s nachts actief en het is te verwachten dat die zich ook in de val laat lokken.’ Wat begon als een simpel idee van een UV-zaklampje boven een bak water, is nu een serieuze onderneming geworden. In samenwerking met de mensen van de kwekerij in Marokko, met wie hij al die jaren in
In februari stond de uitvinder er mee op IPM, een grote beurs in Duitsland waar de hele tuinbouwwereld elkaar ontmoet. De toepassing wordt steeds breder. Op de website, ledsprotect.com, staat een lange lijst van alles wat ’s nachts vliegt en met de val gevangen kan worden. Rijk wordt hij er vooralsnog niet van, hij is al blij als de investeringen terugverdiend worden. Als er nu eens een hele grote afnemer komt, die duizend vallen tegelijk bestelt, maar zover is het nog niet. En de kweker in Marokko, is die vrij van de bananenboorder? Peter Kerkhof: ‘Een Nederlands bedrijf zou de vallen structureel uitzetten, tien per hectare, dan ben je probleemvrij. In Marokko, waar het bedrijf nu vijftig hectare groot is, bestrijdt men de motten en rupsen alleen daar waar de overlast het grootst is.’ Toch is hij tevreden dat hij de ondernemer heeft kunnen helpen. De kwekerij ligt in een ruraal gebied waar verder niets is. De jongens van de boerderijen uit de omgeving kunnen nu dankzij de gecreëerde werkgelegenheid toch extra inkomen vergaren. En wie weet, komt dankzij een PUM-missie hulp in de strijd tegen malaria en dengue. Peter Kerkhof zou graag iemand vinden die wil testen of zijn val ook Zika-muggen vangt. PUMmagazine LENTE 2016 23
ONDERTUSSEN IN..
MACEDONIË
TEKST FRANK STEVERINK FOTOGRAFIE BETI DEJANOVA
Beti Dejanova is sinds 1997 PUM-vertegenwoordigster in Skopje. PUM heette toen nog NMCPNetherlands Management Cooperation Programme. Beti zag in haar PUM-carrière tot op heden drie algemeen directeuren in actie. Willem Zuidhof werd opgevolgd door Jan Röben, die op zijn beurt werd opgevolgd door Thijs van Praag. Dit jaar was Beti een van de zeven gelauwerde PUM Champion Representatives, de beste vertegenwoordigers op basis van nominaties van landencoördinatoren en statistische data die PUM verzamelt over alle missies. Beti Dejanova: ‘in de eerste jaren dat ik vertegenwoordigster was, had je nog geen online-aanvragen, alles ging via documenten op papier. Toen algemeen directeur Thijs van Praag begon en Johan van den Berg landencoördinator was, ging het aantal missies omhoog naar dertig per jaar. Ik kreeg toen ook de kans het PUM-kantoor in Den Haag te bezoeken en alle medewerkers daar te ontmoeten. In 2015 kwam er een MoU (memorandum of understanding) tot stand tussen PUM en de Macedonische overheid, die een deel van de kosten van de missies betaalt.’ Haar succes als vertegenwoordigster van PUM ligt aan een combinatie van factoren, denkt zijzelf. Focus, creatieve ideeën en hard werken, om te beginnen. Daarnaast moet je potentiële klanten goed voorbereid benaderen en is het essentieel goed contact te houden met het landenteam, de expert en de klant. De beste reclame voor PUM is volgens Beti een missie die goed is uitgevoerd en een tevreden klant.
24 PUMmagazine LENTE 2016
Landencoördinator
LANDENFOCUS
Vietnam Actief in Vietnam sinds: 1993
36
74
75
Aantal missies 2013
2014
2015
Titus Vissers
[email protected]
Titus Vissers is sinds maart 2015 landencoördinator Vietnam. Het communistische land meet van noord naar zuid ongeveer 1400 kilometer. Het noordelijke deel is meer bureaucratisch, het zuiden wat meer liberaal. Het is een snelgroeiende opkomende economie en het land is tegenwoordig veilig en stabiel.
Titus Vissers: ‘we doen er veel missies, maar er komen heel weinig aanvragen voor vervolgmissies. Vanwege de grote economische groei wordt Vietnam overstelpt door donoren. PUM is een van de weinigen die voor vervolgmissies geld vraagt. Bedrijven lijken af te haken als ze kennis elders gratis kunnen krijgen. Wat opvalt is dat veel bedrijven in eenzelfde sector met vergelijkbare vragen naar PUM komen. Het gaat dan om kwaliteitsverbetering, managementgerelateerde problemen en exportvragen naar Europa. We proberen daarom vergelijkbare vragen binnen een uitzending aan elkaar te koppelen, zodat een expert in één missie meerdere bedrijven kan bedienen. Daarnaast proberen we waar mogelijk de interne kennisinstituten te ondersteunen door hen te koppelen aan vragen uit het bedrijfsleven aldaar. Omdat ook Nederlandse scholen actief ondersteuning bieden aan Vietnam, overleggen we waar samenwerking kan leiden tot effectievere advisering die meer beklijft. Verder zoeken we afstemming over onze inzet met onze ambassade en het consulaat, en met het (Nederlandse) CBI (Centre for the Promotion of Imports from developing countries), dat export in 48 ontwikkelingslanden ondersteunt in 27 sectoren. Voor 2016 hebben we drie speerpunten geformuleerd waarop we de missies willen concentreren: hospitality, landbouw en horticultuur en de productieindustrie. De vraag is daar: hoe kunnen we sectorbreed het kwaliteits proces verbeteren en meer samenhang in de keten brengen? Hoe ontwikkelt zich vraag en aanbod in die sector? Veel bedrijven willen exporteren terwijl er op de interne markt en de Zuidoost-Aziatische landen genoeg vraag is.’
INWONERS 93.421.835 (2014)
INKOMEN met een pro capita inkomen van $ 2,171 staat het land op rangnummer 131 (bron: IMF 2015) van de in totaal 186 landen. In de Human Development Index, dat een beter beeld geeft van ontwikkelingsniveau, staat het land op positie 121.
ECONOMIE: belangrijkste pijlers zijn de landbouw, machinebouw, auto-assemblage, textielindustrie, cementindustrie, productie van chemische meststoffen, glasproductie en bandenproductie. Het toerisme wordt steeds belangrijker (in 2014 7 miljoen buitenlandse toeristen en 25 miljoen binnenlandse). PUMmagazine LENTE 2016 25
DE ERVARING LEERT
Waterzuivering in ontwikkelingslanden TEKST LEO ENTHOVEN
Met de beste bedoelingen worden in opkomende economieën waterzuiveringsinstallaties gebouwd met veel buitenlands subsidiegeld. Helaas schiet meestal de kennis ter plekke tekort om ze optimaal te benutten. Resultaat 1: veel installaties staan stil; resultaat 2: zonde van de centen; resultaat 3: teleurstellingen en frustraties bij betrokkenen.
PUM-expert Klaas Visscher heeft hoofdschuddend in Zuid-Amerika en Azië de voorbeelden gezien en ook in Europa, zoals in Kosovo. Als afgestudeerd chemisch technoloog (Eindhoven) en microbioloog (Wageningen) weet hij waar hij het over heeft, na een belangrijk deel van zijn leven in de waterzuiveringsbusiness werkzaam te zijn geweest.
Onze kennis Voor milieuverbetering door zuivering van oppervlaktewater is op allerlei plekken in de wereld aan goede bedoelingen geen gebrek. Maar aan kennis des te meer. Nederland heeft zijn zaakjes al jaren goed voor elkaar met veel zuiveringsinstallaties bij bedrijven of in beheer bij (semi-)overheden. De wetgeving is duidelijk, milieuheffingen werken. Het principe ’de vervuiler betaalt’ prikkelt bedrijven noodzakelijke maatregelen te nemen. De handhaving is op orde. Kennis bij bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden leidt tot innovaties. Nieuwe zuiveringsmethodes met dubbel effect zijn
ontwikkeld, bijvoorbeeld anaerobe afval waterzuivering, waarbij bacteriën in afwezig heid van zuurstof organische stof in het water omzetten naar biogas. Opbrengst: schoner water én schonere energie.
Dramatisch slecht Zo ver zijn ontwikkelingslanden bij lange na nog niet. Daarom is het jammer als met bijvoorbeeld Europese subsidiegelden waterzuiveringsinstallaties worden gebouwd die niet of nauwelijks functioneren omdat niemand weet hoe ermee om te gaan. Klaas (PUM-missies naar Nepal, Niger, Guatemala, El Salvador en Kosovo) wil daar verandering in brengen. ‘De situatie in sommige ontwikkelingslanden is dramatisch slecht. Het oppervlaktewater is daar ernstig vervuild.’ Kosovo kent wetgeving met strenge lozingseisen, afgestemd op strakke Europese normen. Tot handhaving komt het niet of nauwelijks, simpelweg omdat goed bedoelende ambtenaren niet weten waar het over gaat. Alleen bij calamiteiten komt de overheid in actie.
Afvalwater in de rivier Zuivelfabriek Bylmeti in Kosovo riep de hulp van PUM in. Klaas: ‘Deze fabriek loosde afvalwater rechtstreeks in een rivier, wat voor de omgeving geweldige stankoverlast opleverde. De zuiveringsinstallatie, voor 80 procent met EU-geld betaald, functioneerde niet, omdat niemand bij het bedrijf enig benul had van wat ze in huis hadden.’ Tot zijn stomme verbazing bleek een paar straten verderop bij een andere zuivelfabriek een identieke situatie te bestaan. En op meer plekken in het land. Dankzij het PUM-project staat bij de zuivel fabriek nu een goedwerkende zuiveringsinstallatie die met plaatselijke aannemers is gebouwd. De beluchtingapparatuur is in Nederland gekocht. De installatie kan worden beheerd dankzij overgedragen kennis en analyseapparatuur gefinancierd vanuit het Hans Blankert Fonds*. Klaas is duidelijk: ‘Het heeft geen zin installaties neer te zetten als mensen ter plaatse niet weten wat ze ermee moeten doen. We willen het omdraaien: eerst kennis opbouwen, dan installaties leveren.’
Leerstoel watertechnologie Klaas begon met een gesprek bij de Universiteit van Mitrovica in Noord-Kosovo. Die reageerde enthousiast en wil een leerstoel watertechnologie ontwikkelen. PUM heeft het idee omarmd en er is een overeenkomst gesloten met de universiteit om met de inzet van PUM-experts een lesprogramma met laboratoriumpractica op het gebied van watertechnologie te ontwikkelen. Met steun van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) * HBF: PUM’s fonds voor kleine investeringen.
26 PUMmagazine LENTE 2016
gaat de Hogeschool van Hall Larenstein (onder meer opleidingen Watertechnologie en Water- en milieutechnologie) uit Leeuwarden PUM daarbij ondersteunen. Rector en conrector van de universiteit van Mitrovica zijn, op eigen initiatief en eigen kosten, in Leeuwarden op bezoek geweest.
Afvalwaterseminar en verder Een afvalwaterseminar in Mitrovica vormde juli vorig jaar de kick-off, met 28 deelnemers afkomstig van universiteiten, bedrijfsleven en centrale en lokale overheden. Topics waren EU- en nationale wet- en regelgeving, de watercyclus, basis chemie en microbiologie, bemonstering van analyses, huishoudelijk en industrieel afvalwater, zuiveringsprocessen en proces controles. Daarnaast kwamen aan de orde de onderwijsbehoefte op dit terrein en het vormen van netwerken voor samenwerking. Een excursie naar de waterzuiverings installatie van Bylmeti maakte de theoretische lesstof concreter. Erg illustratief werkte de demonstratie en uitleg door de Bylmeti-staf van de laboratoriumapparatuur. De volgende stappen die Klaas gaat zetten zijn het formeren van een Nederlands projectteam, het intensiveren van de samenwerking, fondsenwerving en het voor bereiden van een stuk of tien missies door PUM-experts. ‘Als we in Kosovo de goeie mensen weten te vinden en hen een gedegen opleiding geven, gekoppeld aan laboratoriumpraktijk, dan kunnen die over een jaar of drie op een behoorlijk niveau zitten.’
‘niemand had enig benul van wat ze in huis hadden’
PUM over dit project: ‘veelzijdig’ Pedro Eikelenboom, PUM business development manager: ‘Door zijn veelzijdigheid is het afvalwaterzuiveringsproject in Kosovo zeer interessant.’ Hij somt op: ‘Er zijn meerdere stakeholders in Nederland én in Kosovo bij betrokken: bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen. Het gaat om het ontwikkelen van een curriculum en het tegelijkertijd opbouwen van laboratoria voor het praktijkgedeelte. Die veelzijdigheid kan andere partijen inspireren ook in het project te investeren. PUM is bereid te helpen zoeken naar geïnteresseerden. Met als uiteindelijk doel: beter watermanagement. We kijken nu al met een schuin oog naar buurlanden van Kosovo. Misschien kunnen we daar hetzelfde doen.’
PUMmagazine LENTE 2016 27
UITGELICHT: Animal Feed Production
SECTOR ANIMAL FEED PRODUCTION ZOEKT EXPERTS! Voer is voor dieren wat benzine is voor een auto. Als het niet aanwezig of van slechte kwaliteit is, kun je geen prestaties verwachten. Voldoende goed voer is het uitgangspunt voor elk type dierlijke productie. Voor koeien, schapen en geiten is ruwvoer (gras, hooi en kuilvoer) de basis, maar voor hogere producties is krachtvoer noodzakelijk. Voor pluimvee en varkens is krachtvoer essentieel. Krachtvoer bestaat uit een mengsel van graanproducten die de energie leveren voor het dier in combinatie met met eiwitrijke residuen van de bereiding van kookolie uit sojabonen, zonnebloempitten, pinda’s, etc. Aan de mengsels worden vitamines en mineralen toegevoegd. Stijgende wereldvraag
Experts gezocht
De Nederlandse krachtvoerindustrie levert producten van hoge kwaliteit voor de grote eigen veestapel maar ook basismengsels voor de export. Door de stijgende wereldvraag naar dierlijke producten zoals melk en vlees neemt in veel landen de vraag naar krachtvoer toe. PUM krijgt dan ook steeds meer vragen naar expertise op dit gebied. Bij de sector Animal Feed Production gaat het om krachtvoer voor runderen, schapen, geiten, pluimvee, varkens, vissen en gezelschapsdieren.
Experts in deze sector hebben expertise op één of meer van de volgende gebieden: • Goed laten functioneren van machines om te malen, mengen, pelleteren, etc. • Ontwerpen of verbeteren van de hele procesketen. De efficiëntie van het fabricageproces – zowel financieel als technisch – wordt doorgelicht. Maar zaken als arbeids omstandigheden, vermindering van lawaai, stofreductie en het vermijden van zware lichamelijke arbeid komen ook aan de orde. • Nutritionisten die de optimale samenstelling van het voer voor de verschillende diersoorten tegen zo laag mogelijke kosten kunnen berekenen. • Laboratorium kennis van analyses om de voederwaarde gehaltes en de aanwezigheid van schadelijke stoffen te bepalen. Ook op het gebied van management, klantvriendelijk heid van de medewerkers, onderhoud en (voedsel)veiligheid in het laboratorium worden experts gevraagd.
De aanvragen in deze sector nemen toe en het aantal experts is beperkt. Vooral nutritionisten zijn schaars. Nieuwe experts in alle deelgebieden zijn daarom zeer welkom. Aanmelden kan via www.pum.nl of mail voor meer informatie naar
[email protected].
Volg ons op Twitter, Facebook, LinkedIn en YouTube