Psalmenvesper 8 september 2013 Organist: mw. Janny Knol- de Vries Voorganger: dr. J.A. van den Berg Met medewerking van het Arezzo Consort, onder leiding van Henk Vogel Welkom in de Martinikerk Hartelijk welkom in de Martinikerk. We hopen dat u vanavond op deze prachtige plek in het centrum van Groningen iets van God ervaart. De Martini is al vele eeuwen lang een plaats van gebed. Bid en zing mee, en laat u raken door Hem.
Verwelkoming en mededelingen Introïtus door het koor Oculi omnium in te sperant, Domine, SWV 88 - Heinrich Schütz (15851672) Oculi omnium in te sperant, Domine, et tu das escam illorum in tempore opportuno. Aperis tu manum tuam, et imples omne animal benedictione. De ogen van allen wachten op U U geeft hun hun voedsel op zijn tijd. U doet Uw hand open en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen. (Psalm 145:15-16, HSV) Psalm 116:1, 2, 3 en 4 (staande) Moment van stilte, bemoediging en groet (staande) Psalm 116: 5, 6, 7 en 8 1
Gebed Lezing 1: Psalm 116 (NBV) De H E E R heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, 1
hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. 2
Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, 3
ik voelde angst en pijn. 4 Toen riep ik de naam van de
HEER:
‘H E E R , red toch mijn leven!’
Koorzang: Circumdederunt me - Cristóbal de Morales (1500-1553) Circumdederunt me gemitus mortis dolores inferni circumdederunt me. Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. De H E E R is genadig en rechtvaardig, onze God is een God van ontferming, 5
de H E E R beschermt de eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd. 6
Kom weer tot rust, mijn ziel, de H E E R is je te hulp gekomen. 7
Ja, u hebt mijn leven ontrukt aan de dood, mijn ogen gedroogd van tranen, 8
mijn voeten voor struikelen behoed. 9
Ik mag wandelen in het land van de levenden
onder het oog van de H E E R . 10 Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik: ‘Ik ben diep ongelukkig.’
2
Al te snel dacht ik: Geen mens die zijn woord houdt. 11
Hoe kan ik de H E E R vergoeden wat hij voor mij heeft gedaan? 12
Ik zal de beker van bevrijding heffen, de naam aanroepen van de H E E R 13
en mijn geloften aan de H E E R inlossen in het bijzijn van heel zijn volk. 14
Met pijn ziet de H E E R de dood van zijn getrouwen. 15
Ach, H E E R , ik ben uw dienaar, uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares: 16
u hebt mijn boeien verbroken. 17
U wil ik een dankoffer brengen.
Ik zal de naam aanroepen van de H E E R 18 en mijn geloften aan de H E E R inlossen in het bijzijn van heel zijn volk, 19 in de voorhoven van het huis van de
HEER,
binnen uw muren, Jeruzalem. Halleluja!
Koorzang: Benedic anima mea - Claudin de Sermisy (1495-1562) Benedic, anima mea, Domino, et omnia quæ intra me sunt nomini sancto ejus. Benedic, anima mea, Domino, et noli oblivisci omnes retributiones ejus. Qui propitiatur omnibus iniquitatibus tuis ; qui sanat omnes infirmitates tuas. Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest. (Psalm 103:1-3 HSV)
3
Lezing 2: 2 Korintiërs 4 (NBV) De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van 6
zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus. 7 Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8 We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. 9 We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10 We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. 11 Wij levenden worden altijd omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. 12 Zo is in ons de dood werkzaam, en in u het leven. 13 Er staat geschreven: ‘Ik bleef vertrouwen, daardoor kon ik spreken.’ In datzelfde vertrouwen spreken ook wij, omdat we geloven 14 en weten dat hij die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons samen met u naar zich toe zal voeren. 15 Dit alles gebeurt omwille van u, zodat Gods goedheid, die zich door steeds meer mensen verbreidt, ook tot steeds meer dankzegging leidt, tot eer van God. Daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag 16
vernieuwd. 17 De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. 18 Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.
Gezang 431:1 en 4 Uitleg en verkondiging Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Het is een vrolijk lied, Psalm 116. De blijdschap en de vreugde van de redding van de HEER klinken door het lied heen. De eerste zin alleen al is prachtig: De HEER heb ik lief. Een innige uiting van geloven in God. Ook later: ik ben van u! 4
De schrijver van de Psalm heeft zijn lied bedoeld als een individuele lofverheffing. Een lofprijzing ter omlijsting van het betalen van geloften aan de HEER. Een lied dat 1 persoon zingt, ten overstaan van een grotere groep, bijvoorbeeld in de tempel. Bedoeld om de anderen mee te nemen in de lofzang op God. Een lofzang op de God die bevrijdt. Misschien hebt u / jij ook wel iets waarvoor je de HEER wilt danken. Een diep gevoel van dankbaarheid en blijdschap. Misschien omdat je na lange tijd weer voelt dat je energie en moed hebt. Dat je krachten terugkomen, zoals de schrijver van de Psalm in v 3 en 4 zingt over genezing. Of je verdriet, of het nu samenhing met ziekte of niet, is eindelijk weggeëbd. Het zit er misschien nog wel als litteken, maar je bent getroost! (v8). Of, je voelt je beschermd tegen de leugens van mensen (v11). Letterlijk staat daar: alle mensen zijn leugenaars! Het slot van de Psalm met de beker van de bevrijding doet ons natuurlijk ook denken aan het avondmaal. Vanmorgen was er hier in de kerk avondmaal. Niet iedereen die hier zit was daarbij. We hebben daarin onze bevrijding gevierd en ervaren. Dit lied past daar prachtig bij. Nu kan het natuurlijk zo zijn dat we zeggen: het is een prachtig lied, maar ik wilde dat ik het kon zingen. Ik hunker ernaar dat ik kan opademen. Dat ik de bevrijding van de HEER ervaar in mijn leven. Dat ik niet zo moe en ziek ben. Dat ik niet het idee heb dat God niet meer naar me luisteren. En ik heb er juist wel last van dat mensen niet te vertrouwen zijn. Ik voel het niet dat God naar mij luistert. Ervaringen van mensen verschillen nu eenmaal. Zeker ervaringen in relatie met God. Hoe kom je mee in dit lied? Wat in ieder geval helpt, is het feit dat de Psalmist niet erg gedetailleerd vertelt wat hem is overkomen. Het blijft een beetje vaag. Hij benoemt een paar dingen waarin hij de bevrijdende kracht van de HEER heeft ervaren, maar het wordt niet tot in detail ingevuld. Je hoeft je niet zo diep af te vragen of je wel helemaal hetzelfde hebt als die Psalmist. Wat de Psalmist wel sterk benadrukt, zijn de eigenschappen van de HEER in vers 5: De HEER is genadig en rechtvaardig. Onze God is een ontfermer. Die eigenschappen van God bestaan. Ze bestonden voordat de Psalmist ziek was. Ze bestonden toen de psalmist ziek was en toen hij genezen werd. De schrijver van de psalm heeft deze eigenschappen niet 5
altijd heeft gezien, maar er wel op heeft gehoopt. Hij zegt ook letterlijk in vers 10: Ik bleven vertrouwen, ook al zei ik: Ik ben diep ongelukkig. En omdat hij er op heeft gehoopt, is hij ze gaan zien. Hij heeft erop gehoopt, en daarom heeft hij God aangeroepen. Dat blijkt meermalen in de Psalm. Dat noemt hij ook heel expliciet. Hij heeft gebeden tot God. Hij ook geloften gedaan aan God. Het blijkt dus dat hij de bevrijdende liefde van God is gaan ervaren via de weg van geloof, van gebed en het doen van geloften. Toen hij niet zag, riep hij wel tot God. Daarin wil de Psalm ons meenemen, wil de Psalmist ons deze Psalm laten meezingen, ook al zie je die bevrijdende eigenschappen van God nog niet. Doe het dan vanuit de hoop. We doen dan overigens ook een heel bijzonder iemand na: Jezus Christus. Hij heeft deze Psalm gezongen op een heel vreemd moment. Op een moment waarop heel Jeruzalem feest vierde, maar hij zelf wist dat Hij zou gaan sterven. Psalm 116 is namelijk deel van het Hallel, dat door de Joden werd en wordt gezongen met het Pesach feest. Op 33jarige leeftijd zong Jezus dat lied ook mee in de Paasnacht, de nacht waarin Hij werd overgeleverd. Vers 11 was voor hem heel actueel. Een van zijn vrienden zou hem gaan verraden. Een paar uur later waren vers 3 en 4 zijn eigen ervaring. Diep en zwaar worstelde hij met de dood. En toch hief hij de beker van de verlossing en zei Hij: ik heb er zeer naar verlangd deze maaltijd met jullie te houden. En vanaf nu zal ik deze beker niet meer drinken tot ik haar nieuw zal drinken in mijn koninkrijk. Hij leed, Hij beefde, Hij worstelde, maar bleef dus vertrouwen dat God de banden van de dood zou losmaken. En dat heeft God gedaan! Hij is door de dood heen opgestaan. Hij heeft de banden van de dood voor altijd losgemaakt. Daarom kunnen wij deze Psalm zingen, of we nu blijdschap ervaren in dit leven of niet. We doen Jezus, onze voorloper na. Hij heeft zich met deze Psalm zelfs het lijden in gewaagd en Hij is niet beschaamd uitgekomen. God heeft Hem het leven teruggegeven. Doordat God de banden van het doodsrijk voor Jezus heeft losgemaakt, is de bevrijding van de dood en ondergang nog veel groter en rijker geworden. Het is niet alleen dat je langer blijft leven, of niet te jong 6
overlijdt. Het is leven voorbij aan de dood. Eeuwig leven. Leven dat hier in dit leven inwendig al begint en niet geremd kan worden door de machten van de lichamelijke afbraak. Wanneer we geloven in Jezus, zijn we met Hem verbonden. Is zijn zingen van Psalm 116, dat van ons. Hij heeft hoofd zong het voor. Dat verklaart ook het optimisme van Paulus in 2 Kor. 4. Ondanks alles, ondanks het feit dat hij voelt en weet dat zijn lichaam maar een aarden vat is, dat zo stuk kan vallen, is hij zo vol hoop. Hij heeft ook gedacht aan Psalm 116, want die Psalm haalt hij aan. In vers 13 zegt hij: Ik bleef vertrouwen en daarom kon ik spreken. Die woorden zijn een aanhaling uit de Griekse vertaling van Psalm 116. De weergave is iets anders, waardoor het voor Paulus direct van toepassing was op het blijven verkondigen, ondanks de moeite die het hem kost. De hoofdlijn blijft hetzelfde: dat God je niet prijsgeeft aan de dood. Dat er redding is uit het graf. Meerdere mensen hebben dat na hem ervaren. Deze Psalm komt vaak naar voren in gesprekken en ervaringen van mensen. Het is een lied dat hoop geeft voorbij de dood. Een danklied voor leven en redding. De woorden van de Psalm krijgen een extra dimensie wanneer we hem zo in verbondenheid met Jezus Christus zingen. Hij heeft gezongen over de angsten van de dood en de leugens van de mensen. Hij kent die, maar bleef vertrouwen. Bleef spreken van Gods goedheid. We mogen dat Hem nadoen. Het heil aan Hem gebeurt, zijn redding uit het graf wordt de onze. Het perspectief dat je eenmaal met vreugde het huis van de HEER zult binnengaan om voor eeuwig zijn naam te danken, dat ontroert me: de beker van verlossing, nieuw drinken met Hem. Onze geloften Hem betalen ten overstaan van allen die met ons meevieren. Amen Gezang 431: 5 en 7 Geloofsbelijdenis, afgewisseld met Gezang 310 (staande) Voorganger: 1. Ik geloof in God de Vader, de almachtige Schepper van de hemel en de aarde, Allen Gezang 310:1 7
Voorganger: 2. En in Jezus Christus, Zijn enig geboren Zoon, onze Here, 3. Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, 4. Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, 5. ten derden dage wederom opgestaan van de doden, 6. opgevaren ten hemel, zittende aan de rechterhand van God, de almachtige Vader, 7. vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Allen Gezang 310:2 Voorganger 8. Ik geloof in de Heilige Geest, 9. Ik geloof één heilige algemene christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen 10. de vergeving van de zonden, 11. de wederopstanding van het vlees 12. en een eeuwig leven. Amen. Allen Gezang 310:3 Gebeden Na een moment van stilte worden de gebeden besloten met een door het koor gezongen lied: Verleih uns Frieden - Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) Verleih uns Frieden gnädiglich, Herr Gott, zu unsern Zeiten. Es ist doch ja kein andrer nicht, der für uns könnte streiten, denn du, unser Gott, alleine. (Maarten Luther, 1531) Geef ons genadig vrede, Here God, in onze tijd. Er is immers geen ander die voor ons kan strijden dan u, onze God, alleen. 8
Inzameling van vrijwillige gaven voor de Protestantse Gemeente Groningen Gezang 389 (staande) Uitzending en zegen (staande, met gezongen ‘amen’) Orgelspel Bij de uitgang worden er gecollecteerd voor het fonds van de wijkgemeente. De zendingsbussen staan er deze maand voor IFESNederland.
9
Contact Na afloop van de dienst zijn er mensen beschikbaar voor een nazorggesprek. Deze dienst wordt geleid door de wijkpredikant dr. J.A. (Sjaak) van den Berg. Ook hij is na afloop van de dienst beschikbaar voor reacties en vragen. Mocht u op een ander moment met hem willen praten, neem gerust contact op via 050-5418205 of
[email protected].
Wijkgemeente Martinikerk Deze dienst wordt georganiseerd door de wijkgemeente Martinikerk. Deze gemeente is voluit Gronings: deel van de Protestantse Gemeente Groningen, actief in het stedelijke kerkenwerk en gericht op de verkondiging van Gods Woord in de stad. Samen met de andere protestantse wijkgemeenten in Groningen wil zij een krachtige geloofsgemeenschap zijn, die op eigentijdse wijze getuigt van de levensveranderende boodschap van het evangelie. De Martinigemeente noemt zich ‘orthodox’, weet zich schatplichtig aan de gereformeerde traditie. Ze hecht aan een eredienst met de verkondiging van de drie-enige God als centrum. Jong en oud voelen zich bij ons welkom in de diensten en op de Bijbelkringen. Voor meer informatie: www.wijkgemeente-martinikerk.nl.
1 0
Maandelijkse Psalmenvespers in de Martinikerk Zondagavond, aanvang 19.00 uur Toegang vrij, met vrijwillige collecten, iedereen welkom Deze Psalmenvespers worden gehouden om de blijvende verbondenheid met de Synagoge tot uitdrukking te brengen, in continuïteit met de christelijke traditie in kloosters en kathedralen, en als inspiratie voor onze eigen spiritualiteit in verhouding tot God, onszelf, onze naaste en onze cultuur in het heden. Datum
Voorganger
Koor
Psalm
2013 08-092013 13-102013 10-112013 08-122013
Dr. J.A. van den Berg Dr. J.A. van den Berg Ds. O.C. Kerssen (Sloten) Dr. J.A. van den Berg
Arezzo Consort Roder Koren
Psalm 116
Martinikerkkoor Roder Koren
Psalm 118
Psalm 117
Psalm 119
Voor actuele informatie kunt u zich aanmelden via
[email protected] . Diensten kunnen worden meegeluisterd of nageluisterd via www.kerkomroep.nl > provincie Groningen > Groningen, Martinikerk
1 1