PROVINCIALE RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN STRAND EN DIJK
SAMENVATTING Aanleiding voor opmaak en belang voor de provincie De kust is één van de belangrijkste toeristische trekpleisters in Vlaanderen. De aantrekkingskracht is in eerste instantie te danken aan het specifieke natuurlijke milieu van zee, strand en duinen. Een verdere intensivering van het toeristisch recreatief gebruik van deze ruimten is nog steeds aan de gang, met een toenemende vraag naar strand- en dijkconstructies tot gevolg. Bepaalde delen van het strand zijn op vandaag ingekleurd als natuurgebied op het gewestplan. Dit betekent dat er in principe geen constructies kunnen opgericht worden. Daarnaast valt het grootste gedeelte van het strand buiten de afbakening van de gewestplannen, waardoor het dus ‘onbestemd’ gebied is. Deze situatie zorgt reeds lang voor onduidelijkheid over de juridische en planologische randvoorwaarden voor constructies in functie van toerisme en recreatie. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (kortweg PRS-WV, goedgekeurd 6 maart 2002) is een beleidskader opgenomen, dat reeds een aantal hoofdlijnen weergeeft voor de verdere inrichting van strand en dijk. De 10 provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen voor strand en dijk zijn aldus een rechtstreekse uitvoering van het PRS-WV. Voor elk plan (één voor elke kustgemeente) werd een aparte decretale procedure gevoerd. De voorbereidingen van de plannen en het overleg werden wel gebundeld. Plannings- en overlegproces −
Een eerste voorstel van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen werd in november 2002 ruim besproken met alle betrokken doelgroepen, gemeentebesturen en bevoegde Vlaamse administraties (AWZ, Aminal natuur, gewestelijk planologisch ambtenaar, Toerisme Vlaanderen, …).
−
De plannen werden bijgestuurd en in het voorjaar 2003 opnieuw besproken met de betrokken gemeenten en Vlaamse administraties.
−
In november 2003 werden de plenaire vergaderingen gehouden, waar de gemeentebesturen en de betrokken Vlaamse instanties formeel advies indienden. Op basis van de opmerkingen van de plenaire vergaderingen heeft de bestendige deputatie beslist de plannen bij te sturen.
−
Vervolgens werden de 10 - door de provincieraad voorlopig aanvaarde - ontwerpen onderworpen aan een openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek dat liep van 19 juli tot 16 september 2004 konden bezwaren en adviezen worden ingediend.
−
De 207 ingediende bezwaren en adviezen werden gebundeld en behandeld door de PROCORO (provinciale commissie voor ruimtelijke ordening) en bracht advies uit aan de bestendige deputatie.
−
Op 12 mei 2005 werden de aangepaste plannen definitief vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen.
−
Op 19 september 2005 werden de plannen definitief bekrachtigd door de Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening. Voor een aantal uitvoeringsplannen betrof het een gedeeltelijke goedkeuring.
Wat wordt er geordend met deze ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) ? Het doel van deze provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen is het ordenen van het toeristisch-recreatief functioneren binnen elk plangebied, met in het bijzonder alle constructies, zowel van tijdelijke als permanente aard en de daarbijbehorende activiteiten. Bij de afweging wordt rekening gehouden met de functie als zeewering en de ecologische waarden van stranden en duinen. Op basis van het subsidiariteitsprincipe worden de natuurgebieden die deel uitmaken van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), alsook de natuurverwevingsgebieden die deel uitmaken van het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON), afgebakend door het Vlaams Gewest. De gebieden waarvan deze afbakening reeds vastligt, worden in eerste instantie uitgesloten uit de provinciale RUP’s. Indien er toch overlappingen zijn tussen het RUP en natuurgebieden van Vlaams niveau zal de hoofdfunctie ‘natuur’ ongewijzigd blijven en worden er enkel bepalingen opgenomen voor ondergeschikte functies die te verenigen zijn met de hoofdfunctie ‘natuur’. Niet alle problematieken rond activiteiten en constructies op strand en dijk zullen geregeld worden in de provinciale RUP’s. Naast deze ruimtelijke bestemmingsplannen blijven nog andere instrumenten voorhanden om een aantal zaken te regelen. Hiermee bedoelen we de jaarlijks te hernieuwen strandconcessies, de gemeentelijke politiereglementen en lastenboeken. De ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen wel steeds het toetskader voor hierboven vermelde reglementeringen. Korte inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen Voor elk van de tien kustgemeenten werd een provinciaal RUP opgemaakt voor dat gedeelte van het strand en de dijk ter hoogte van elke badplaats, telkens vertrekkende van een gemeenschappelijke visie. Belangrijke globale doelstellingen zijn o.a. het garanderen van het publiek karakter, de toegankelijkheid en de kwalitatieve uitbouw van de stranden en dijken, zonder daarbij het specifieke karakter van elke badplaats uit het oog te verliezen. Ook het onderscheid tussen zomer- en winterseizoen wordt benadrukt in de uitvoeringsplannen. ALGEMENE PRINCIPES VOOR DE 10 UITVOERINGSPLANNEN In alle zones van elk RUP geldt de zeewering als hoofdfunctie. Alle initiatieven die nodig zijn voor de realisatie van deze hoofdfunctie zijn toelaatbaar. Er wordt een onderscheid gemaakt in een zomer- en winterseizoen, dat respectievelijk loopt van 15 maart t/m 15 oktober en van 16 oktober t/m 14 maart. Gedurende het winterseizoen dient het strand volledig te worden gevrijwaard van alle tijdelijke (wegneembare) constructies. Langs de volledige hoogwaterlijn dient een voldoende brede, continue en vrije doorgang voor recreanten te worden voorzien. Elke badplaats krijgt een ‘centrumgebied voor dagrecreatie’ ter hoogte van de dijk, dat kan worden ingericht voor een zo ruim mogelijk doelpubliek. In deze zone worden de toeristische accommodaties zoveel mogelijk geconcentreerd. Op de dijken in het centrumgebied kunnen er ondergrondse parkeergarages worden gerealiseerd en kunnen de openlucht-terrassen het ganse jaar blijven staan, op voorwaarde dat een voldoende brede, vrije doorgang voor passanten wordt gegarandeerd. Aan de uiteinden van het ‘centrumgebied’ worden ‘overgangsgebieden’ aangeduid, waar een verweving tussen natuur en recreatie plaatsvindt. In deze zones worden op de daarvoor geschikte plaatsen locaties aangeduid voor een strand- en watersportclub. Vaak betreft het bestaande strandhuizen, maar in sommige gevallen wordt een herlocalisatie voorgesteld voor een op vandaag slecht ingeplante constructie. Ook is er soms nog de mogelijkheid voor een constructie voor publieke dienstverlening (sanitair of redderspost) en een beperkt aantal tijdelijke strandcabines. De ‘overgangsgebieden’ vormen letterlijk de overgang naar de ‘natuurgebieden’. Deze natuurgebieden worden door het Vlaamse beleidsniveau ingericht. Op enkele plaatsen, waar er zich achter de duinen bebouwing bevindt worden een beperkt aantal tijdelijke constructies op het strand gebundeld toegelaten.
RUP DE PANNE (volledig goedgekeurd) Het centrumgebied van De Panne situeert zich ter hoogte van de zeedijk tussen de Leopold I Esplanade en het Canadezenplein. Het bestaande polyvalent gebouw aan het Bortierplein, waar een surfclub, een vissersclub en een bergruimte voor reddingsmateriaal aanwezig is, wordt bestendigd. In de overgangsgebieden aan beide zijden van het centrumgebied is er enkel een tijdelijke redderspost mogelijk ter hoogte van een bewaakte badzone. Uitzondering hierop is een tijdelijke constructie in functie van evenementen aan de strandzeilclub. RUP KOKSIJDE (volledig goedgekeurd) Dit RUP bevat drie centrumgebieden (in St.-Idesbald tussen de Dumontlaan en de Kievittenstraat; voor Koksijde-Bad ter hoogte van de zeedijk vanaf het bouwblok ten westen van de E. Van Langenhovestraat tot het Elisabethplein; voor Oostduinkerke-Bad ter hoogte van de zeedijk tussen het IJslandplein en het Europaplein). Het openluchtzwembad in Oostduinkerke-Bad kan eventueel overdekt worden. Op het strand tussen St.-Idesbald en Koksijde-Bad, beter bekend als ‘Ster der zee’, zijn geen constructies toegelaten, wel mag er onder de dijk een ondergrondse parkeergarage aangelegd worden. De bestaande sportclubs ‘SYCOD’ (Oostduinkerke) en de ‘KYC’ (Koksijde) worden bestendigd op hun huidige locatie en krijgen op die manier rechtszekerheid. De noodzakelijke infrastructuur voor een bewaakte badzone aan het strand van ‘St.André’, gelegen in natuurgebied, mag bestendigd worden. RUP NIEUWPOORT-KOKSIJDE (volledig goedgekeurd) Het strandgedeelte op het grondgebied van Nieuwpoort is aangeduid als centrumgebied (tussen Kinderlaan en Loodswezenplein). Het gebouw van het loodswezen krijgt specifieke mogelijkheden bij een eventuele herbestemming. De recent opgerichte strandconstructie aan het Koningin Elisabethinstituut met naast de surfclub, een lokaal voor paardenvissers en meteo-dienst, wordt opgenomen in het RUP. Het dijk- en strandgedeelte van Groenendijk-Bad (gemeente Koksijde) ligt in overgangsgebied, maar onder de dijk kan er wel een ondergrondse parkeergarage worden aangelegd. Op het strand zijn een beperkt aantal tijdelijke constructies toelaatbaar. RUP MIDDELKERKE (goedgekeurd, met uitsluiting van tekstdeel in art.10) In Middelkerke worden twee centrumgebieden aangeduid (enerzijds in Westende-Bad ter hoogte van de zeedijk tussen de strandhoofden aan de Franselaan en de Zonnelaan en anderzijds in Middelkerke tussen de strandhoofden aan de L. Logierlaan en het A. De Greefplein). Ter hoogte van het casino van Middelkerke wordt de mogelijkheid voorzien voor het versterken van het contact tussen dijk en zee. Ter hoogte van de Oceaanlaan in Westende wordt een nieuwe site aangeduid voor de herlocalisatie van de constructies van de sportclub VVW Westende en het verderop gelegen sanitair blok. Het strandgedeelte richting Nieuwpoort ter hoogte van het St-Laureinsstrand behoort tot de bevoegdheid van het Vlaams Gewest en is dan ook niet opgenomen in het provinciaal RUP. In het overgangsgebied tussen Westende en Middelkerke worden geen constructies toegelaten. Ter hoogte van de C. De Grootelaan (Middelkerke-Bad) wordt een mogelijke locatie voorzien voor de inplanting van een nieuwe watersportclub. In het natuurgebied ter hoogte van de Idyllenlaan (Lombardsijde) kan noodzakelijke tijdelijke infrastructuur voor een bewaakte badzone voorzien worden.
RUP OOSTENDE (goedgekeurd, met uitsluiting van het specifiek centrumgebied ‘Oosteroever’) Het centrumgebied situeert zich vanaf de Dorpsstraat in Mariakerke tot aan de havengeul van Oostende. Naast de bestaande sportclub (‘Outside’) wordt er een mogelijke locatie aangeduid voor een nieuwe club ter hoogte van de Dinantstraat in Mariakerke. Ter hoogte van het strand van Raversijde wordt een ‘specifieke centrumgebied’ voorzien, dat een aantal recreatieve mogelijkheden krijgt, zij het iets beperkter dan het centrumgebied. De aanduiding van het specifiek centrumgebied ‘Oosteroever’ werd als te voorbarig beschouwd en dient nader onderzocht te worden in samenhang met o.a. de mogelijke aanleg van een oostelijke strekdam. RUP BREDENE (goedgekeurd, met uitsluiting van art.14 bij toepassing op oostelijk overgangsgebied) Deze badplaats krijgt omwille van zijn specifiek karakter, zijnde een eerder natuurlijk karakter met een duinengordel i.p.v. een dijk met hoogbouw, een specifieke benadering. De drie meest bezochte strandtoegangen (‘Duinegat’, ‘Astrid’ en ‘Hippodroom’) zijn geselecteerd als ‘specifiek centrumgebied’. De strandposten ‘Turkeyen’ en ‘Parasol’ liggen in overgangsgebied, maar kunnen een beperkt aantal tijdelijke en permanente constructies huisvesten. De bestaande surfclub ‘Twins’ wordt bestendigd in het RUP. RUP DE HAAN (volledig goedgekeurd) Dit RUP heeft twee centrumgebieden (In De Haan, ter hoogte van de zeedijk en in Wenduine, tussen het zwembad ‘Wielingen’ en de Manitobahelling). Aan beide zijden worden telkens overgangsgebieden voorzien, voornamelijk voor tijdelijke strandcabines. In het oostelijke overgangsgebied van De Haan wordt een locatie voorzien voor de bestendiging van de aanwezige sportclub ‘De Windhaan’. In Wenduine wordt op een gelijkaardig plaats een mogelijke locatie voorzien voor een nieuwe sportclub. De strandtoegang ‘Vosseslag’ krijgt, omwille van zijn bestaande dynamiek, een bestemming als ‘specifiek centrumgebied’. De strandtoegangen ter hoogte van ‘Zware Kiezel’ en ‘Harendijke’, beide deels gelegen in natuurgebied, kunnen enkel voorzien worden van tijdelijke infrastructuur voor een bewaakte badzone. De bestaande tearoom ‘Westhinder’ in Wenduine wordt mee opgenomen en krijgt op die manier meer rechtszekerheid. RUP BLANKENBERGE (goedgekeurd, met uitsluiting van tekstdeel in art.17) Het centrumgebied van Blankenberge situeert zich tussen de havengeul en de J. Gadeynehelling. Er worden specifieke voorschriften opgenomen voor de ‘pier’, de ‘velodroom’, ‘King Beach’ en ‘Vakantiezorg’. In het overgangsgebied ten oosten van het centrumgebied wordt een aanduiding voorzien voor de herlocalisatie van de nu ongelukkig gelegen surfclub onder de pier. De tearoom ‘La Montagne’ aan de overzijde van de vaargeul wordt mee opgenomen in het RUP om extra kwaliteitsgaranties voor deze site af te dwingen. RUP BRUGGE (goedgekeurd, met uitsluiting van meest oostelijk gelegen deel van overgangsgebied, inclusief sportclub)
In Zeebrugge is een centrumgebied voorzien tussen de westelijke havenstrekdam (Baron De Maerelaan) en de Londenstraat. Behalve de bestaande vaste constructies, zijnde het badengebouw, een tearoom en het evenementenplatform, kunnen geen nieuwe permanente constructies worden opgericht. Het overgangsgebied loopt vanaf de Londenstraat tot op het einde van de woonbebouwing. Binnen deze zone kunnen nog een beperkt aantal tijdelijke strandcabines geplaatst worden. De locatie van de surfclub ‘Surfcity’ werd van goedkeuring onthouden omwille van de ligging in kwetsbaar gebied.
RUP KNOKKE-HEIST (goedgekeurd, met uitsluiting van deel centrumgebied tegenaan ‘Baai van Heist’ en tekstdelen in art.6 en 12) Op het grondgebied van Knokke-Heist is er een centrumgebied aangeduid vanaf de oostelijke strekdam van de haven van Zeebrugge tot aan het strandhoofd ter hoogte van de Oosthinderstraat. Het centrumgebied wordt onderbroken voor de strand- en dijkzone langs het Dir. Generaal Willemspark, dat wordt ingekleurd als overgangsgebied. Hierin wordt een herlocalisatie voorzien voor de op vandaag niet optimaal gelegen sportclub van de VVW Heist. Daarnaast wordt er aan de kant van Duinbergen een beperkte evenementenzone voorzien. In het centrumgebied tussen Duinbergen en Knokke-Zoute worden de bestaande clubs (‘RBSC Duinbergen’ en ‘Riverwoods’) bestendigd. Ter hoogte van het casino worden specifieke voorschriften voor eventuele toekomstige architecturale ingrepen voorzien. In het overgangsgebied worden de bestaande sportclub ‘RBSC Zoute’ en de stranduitbating ‘Lekkerbekbeach’ bestendigd op hun huidige locatie. De huidige inplanting van ‘Surfer’s Paradise’ is niet opgenomen in het provinciaal RUP. De best geplaatste overheid moet voor deze problematiek een oplossing aanreiken.
Provincie West-Vlaanderen Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit 17 november 2005