PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Telefoon - fax e-mail Dossiernummer Projectnummer GM datum
Daan Demey 016-26 75 23 / 016-26 75 85 ruimtelijkeordening @ vlaamsbrabant.be PRJ200609 – perceel 2: bvba Dehandschutter te Lembeek 228253 juli 2008
Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan - Ontwerp
bvba Dehandschutter te Lembeek 1/43
0. INHOUDSTAFEL 0.
INHOUDSTAFEL
2
TOELICHTINGSNOTA ................................................................................................................................ 3 1. 2.
LEESWIJZER INLEIDING
2.1. Aanleiding 2.2. Situering 3. BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 3.1. De omgeving van het plangebied 3.2. Een beschrijving van het plangebied 4. BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND 4.1. Bestaande feitelijke toestand 4.2. Bestaande juridische toestand 5. JURIDISCH KADER VAN HET PLANOLOGISCH ATTEST 5.1. Inhoud van de aanvraag 5.2. Voorwaarden gekoppeld aan het attest 6. RELATIE MET DE RUIMTELIJK STRUCTUURPLANNEN 6.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 6.2. Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant (RSVB) 6.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Halle (GRS) 7. GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING 8. WATERTOETS 8.1. Algemeen kader 8.2. Toepassing op het PRUP
4 5 5 5 7 7 8 14 14 14 18 18 18 19 19 19 20 21 23 23 24
VERORDENENDE DEEL: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN GRAFISCH PLAN ........ 25 9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 27 10. OP TE HEFFEN BEPALINGEN 37 11. GRAFISCH PLAN 38 12. BIJLAGEN 39 12.1. Bijlage 1: ruimtelijke behoeften op korte en lange termijn conform het positief planologisch attest 40 12.2. Bijlage 2: besluit van de deputatie aangaande het positief planologisch attest 41 12.3. Bijlage 3: watertoets - overstromingsgebieden 42 12.4. Bijlage 4: richtlijnen voor de uitvoering van werken in de nabijheid van ondergrondse hoogspanningskabels 43 2/43
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Telefoon - fax e-mail Dossiernummer Projectnummer GM datum
Daan Demey 016-26 75 23 / 016-26 75 85 ruimtelijkeordening @ vlaamsbrabant.be PRJ200609 – perceel 2: bvba Dehandschutter te Lembeek 228253 juli 2008
toelichtingsnota
bvba Dehandschutter te Lembeek 3/43
1. LEESWIJZER Voorliggend document bevat de beschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘bvba De Handschutter te Lembeek’. Na een globale inleiding wordt ingegaan op de bestaande toestand, de gewenste ontwikkeling en de eigenlijke verordenende stedenbouwkundige voorschriften horende bij het grafisch plan. Hoofdstuk 2 geeft de inleiding weer met de aanleiding voor de opmaak en de situering van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Hoofdstuk 3 en 4 geven inzicht in de bestaande ruimtelijke structuur van de omgeving en het plangebied en bevatten een overzicht van de relevante juridische elementen. Hoofdstuk 5 geeft beknopt de inhoud van het planologisch attest weer alsook de voorwaarden die bij de goedkeuring ervan gesteld zijn. Hoofdstuk 6 duidt de relatie met de relevante elementen uit de diverse ruimtelijke structuurplannen aan. Hoofdstuk 7 geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het bedrijf weer gekaderd binnen de randvoorwaarden van de ruimtelijke structuurplannen en het afgeleverde gedeeltelijk positieve planologisch attest. Hoofdstuk 8 onderwerpt de planopties aan de watertoets. Hoofdstuk 9 bevat de stedenbouwkundige voorschriften horende bij het in hoofdstuk 10 toegevoegde grafisch plan. Hoofdstuk 11 vermeldt de op te heffen bepalen. Het voorliggend document maakt integraal deel uit van de besluitvorming.
4/43
2. INLEIDING 2.1. Aanleiding Op 3 februari 2005 besliste de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant om een positief planologisch attest af te leveren aan de firma Dehandschutter te Lembeek (Halle). Conform art. 145ter §3 van het decreet van 18 mei 1999 is de provincie er toe gehouden om een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) op te stellen voor de toegestane ruimtelijke ontwikkelingen uit het planologisch attest.
2.2. Situering Het bedrijf Dehandschutter situeert zich in de stad Halle en meer bepaald in de deelgemeente Lembeek. Het bedrijf ligt langs de Bergensesteenweg (N6), tussen de aansluitingen met de Steengroefstraat (zijstraat van Veroonskouter) en de Kleine Molenstraat (net ten noorden van de gemeentegrens).
Situering van het bedrijf op een stratenplan (bron: www.mappy.be)
5/43
De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het stockeren en distribueren van bouwmaterialen. Ook het plaatsen van afsluitingen en het leggen van klinkers behoort tot de bedrijfsactiviteit. Het gebied waarop het bedrijf gehuisvest is, was een voormalige kleigroeve. Momenteel zijn op de bedrijfssite zowel bvba Dehandschutter als De Schutter Koen actief. Dit laatste bedrijf verkoopt tuinbouwmachines en doet beperkte herstelwerken aan deze machines. Het bedrijf Dehandschutter heeft zich in 1978 op deze site gehuisvest in de vroegere gebouwen van de steenbakkerij Wouters. Op dat moment werd nog veldovensteen geproduceerd. In 1999 is deze activiteit stopgezet en heeft het bedrijf zich verder gespecialiseerd als groothandel van bouwmaterialen.
6/43
3. BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 3.1. De omgeving van het plangebied Het bedrijf Dehandschutter is in het zuiden van Lembeek gelegen langsheen de Bergensesteenweg (N6) vlak tegen de grens van de stad Halle met de gemeente Tubize (WaalsBrabant). De omgeving wordt sterk gekarakteriseerd door enerzijds de weginfrastructuren en anderzijds de glooiende landbouwgebieden die onderdeel zijn van de Zennevallei. De Bergensesteenweg maakt samen met het kanaal Brussel – Charleroi en de spoorlijn Bergen – Brussel deel uit van een infrastructurenbundel op bovenlokaal niveau. Rondom deze infrastructuren zijn diverse industriële activiteiten gevestigd met in Lembeek een concentratie tussen de spoorlijn en het kanaal. Het plangebied ligt op de westelijke helling van de Zennevallei, meer bepaald in het glooiende valleigebied van de Stasbeek die ten noorden van het bedrijf loopt. Verder in het westen is gestart met de opbouw van een grootschalig recreatief complex van de Belgische voetbalfederatie dat sterk contrasteert met het landbouwgebied in de omgeving. In het zuiden en zuidwesten wordt het gebied begrensd door woningen en weilanden. De gronden rondom de bedrijfssite kunnen op termijn ontgonnen worden (hiervoor is nog geen stedenbouwkundige vergunning verleend). Het betreft een gebied van circa 14ha. In het oosten wordt de site begrensd door de Bergensesteenweg. Aan de overzijde ervan zijn een aantal bedrijven gevestigd. Achter die bedrijven loopt de HST –spoorlijn die op het grondgebied van Tubize de Bergensesteenweg kruist. De Zenne loopt aan de andere kant van die spoorlijn.
7/43
3.2. Een beschrijving van het plangebied De ontsluiting van het bedrijf gebeurt rechtstreeks via de Bergensesteenweg (N6).
Foto 1: ontsluiting via de Bergensesteenweg (N6)
Foto 2: Bergensesteenweg richting Lembeek
Foto 3: Bergensesteenweg richting Tubize
Foto 4: overzicht plangebied
8/43
De bestaande gebouwen zijn westelijk georiënteerd en gelegen aan de noordkant van het perceel. Het betreft een toonzaal, burelen en enkele loodsen voor de opslag van bouwmaterialen. Tegen de toonzaal is langs de noordelijke zijde een loods gevestigd voor verkoop en herstel van land- en tuinbouwmachines. Het betreft het bedrijf De Schutter Koen. Het bedrijfsgebouw met toonzaal is gescheiden van de Bergensesteenweg door een parking aangelegd met waterdoorlatende grindverharding. De terreinen zijn volledig omheind met draad. Een groot deel van de terreinen wordt gebruikt voor opslag van bouwmaterialen in open lucht.
Foto 5: bestaande bedrijfsgebouw (loods)
Foto 6: bedrijf De Schutter Koen
Foto 7: opslagruimte in openlucht
Foto 8: opslagruimte in open lucht
9/43
Ten noordwesten van het plangebied staat momenteel nog een loods die gebruikt wordt door het bedrijf Dehandschutter voor opslag van materiaal. Dit materiaal zal in de nieuwe loods gestockeerd kunnen worden.
Foto 9: achterliggende loods
Foto 10: binnenkant loods
Ten zuidwesten van het plangebied treffen we een parking van nieuwe wagens aan van een nabijgelegen bedrijf. Deze is tevens volledig omheind. Verder ten zuiden van het gebied is er bebouwing. De hagen geven een buffering naar het plangebied toe.
Foto 11: openlucht showroom ten noorden van gebied
Foto 12: bebouwing langsheen Bergensesteenweg richting Tubize
10/43
Het noordwestelijke gedeelte van het plangebied is deels onverhard en onbebouwd. Het wordt gedeeltelijk gebruikt voor opslag en geeft uit op het uitgestrekt landbouwgebied. De weilanden ten noorden liggen hoger dan het plangebied.
Foto 13: zicht op landbouwgebied vanuit Kleine Molenstraat
Foto 14: weilanden ten noorden van het gebied richting Lembeke
Ten zuidoosten van het plangebied, aan de overzijde van de Bergensesteenweg, zijn in hoofdzaak bedrijfsgebouwen gevestigd en is de spoorweg zichtbaar. In het plangebied heeft Elia een hoogspanningsinstallatie in exploitatie. Het betreft de ondergrondse hoogspanningsleiding tussen de hoogspanningsposten "Clabecq" en "Drogenoos".
11/43
Huidige inplantingsplan van het bedrijf bvba Dehandschutter met foto-aanduiding (bron: planologisch attest)
12/43
Dwarsprofielen van de huidige bebouwing van het bedrijf bvba Dehandschutter (bron: planologisch attest)
13/43
4. BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND 4.1. Bestaande feitelijke toestand Zie kaart bestaande feitelijke toestand – situering op de topografische kaart Zie kaart bestaande feitelijke toestand – situering op de luchtfoto Zie kaart bestaande feitelijke toestand – situering op het kadasterplan
4.2. Bestaande juridische toestand Zie kaart bestaande juridische toestand – situering op het gewestplan en BPA’s Zie kaart bestaande juridische toestand – andere plannen type plan gewestplan(nen)
in het gebied gewestplan Halle-VilvoordeAsse (KB van 07/03/1977)
in omgeving gewestplan Halle-VilvoordeAsse (KB van 07/03/1977)
gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
geen
provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
geen
gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
geen
algemene plannen van aanleg
geen
geen
bijzondere plannen van aanleg
geen
• BPA Prinsenbos (MB van 24/01/1995)
• BPA nr. 32 Lembeek-zuid (MB van 17/08/1994)
• BPA Lembeek-noord (MB van 19/08/1996)
• BPA 24 kasteeldomein Lembeek (MB van 08/05/2000) 14/43
type plan verkavelingsvergunningen
in het gebied geen
in omgeving geen
ankerplaats
geen
geen
beschermde monumenten
geen
geen
beschermde stads- en dorpsgezichten
geen
geen
beschermde landschappen
geen
geen
buurt- en voetwegen
geen
geen
rooilijnplan
Bergensesteenweg: rooilijn op 13,00m uit de as van de weg en bouwlijn op 21,00m uit de as van de weg
Bergensesteenweg: rooilijn op 13,00m uit de as van de weg en bouwlijn op 21,00m uit de as van de weg
Vogelrichtlijngebieden
geen
geen
Habitatrichtlijngebieden
geen
geen
Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)
geen
Het Grote Zenne-BerendriesMaasdalbos ten oosten
natuurreservaten
geen
geen
bosreservaten
geen
geen
beschermingszones grondwaterwinning
geen
geen
bevaarbare waterlopen
geen
Kanaal Brussel-Charlerloi ten Oosten
onbevaarbare waterlopen
geen
• De Zenne (1° categorie) ten oosten
• De Stasbeek (3° categorie) ten noorden
• Verschillende niet geklasseerde
15/43
type plan risicozone overstromingsgebied
in het gebied geen
in omgeving Dijlebekken
4.2.1. Vergunningentoestand Zie kaart bestaande juridische toestand – vergunningentoestand Stedenbouwkundige vergunningen
• De oorspronkelijke gebouwen en verhardingen zijn opgetrokken in 1940 en worden geacht vergund te zijn.
• Op 19 juli 1984 is een voorwaardelijk gunstige vergunning afgeleverd voor de bouw van een toonzaal en het plaatsen van reclame.
• Op 14 april 2006 is een vergunning verleend voor het oprichten van een nieuwe loods. Milieuvergunning
• Het bedrijf beschikt voor de huidige bedrijfsactiviteiten over een milieuvergunning die geldig is tot 2026. Omtrent deze milieuvergunning is evenwel een beroep lopende bij de minister. Exploitatievergunning
• Op 20 november 1973 werd door de deputatie van de provinciale raad van Brabant de toestemming gegeven aan W. Dehandschutter om een kleigroeve met veldsteenbakkerij uit te baten. De vergunning van de exploitatie van de kleigroeve vervalt op 1 september 2011. • Op 26 oktober 1995 werd door de deputatie van de provinciale raad van Vlaams-Brabant aan W. Dehandschutter onder voorwaarden een vergunning verleend om de inrichting verder te exploiteren.
16/43
4.2.2. Eigendomsstructuur De volledige bedrijfssite is eigendom van het bedrijf. Het betreft de kadastrale percelen: 5° afdeling – sectie B – 292, 302, 299Y, 290F: eigendom van Vennootschap O.D.M. 5° afdeling – sectie B – 303A, 297D2: eigendom van Willy Dehandschutter en Anny Ots
Het plangebied heeft enkel betrekking op volgende kadastrale percelen: 5° afdeling – sectie B –297D2: gedeelte 5° afdeling – sectie B – 303A: gedeelte
17/43
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande feitelijke toestand - situering op de topografische kaart (NGI 1:10.000) Legende
perimeter PRUP
PRUP bvba Dehandschutter
situering perimeter
situering Halle
datum: juli 2007 schaal: 1:10000
0 50 100
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
200
300
400
±
500 Meter
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande feitelijke toestand - situering op de luchtfoto Legende
perimeter PRUP
PRUP bvba Dehandschutter
situering perimeter
situering Halle
datum: juli 2007 schaal: 1:5000 0 25 50 100
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
150
200
±
250 Meter
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande feitelijke toestand - situering op het kadasterplan Legende
perimeter PRUP
PRUP bvba Dehandschutter
situering perimeter
situering Hallle
datum: juli 2007 schaal: 1:5000 0 25 50 100
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
150
200
±
250 Meter
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande juridische toestand - situering op het gewestplan en BPA's 1000
Legende
0102
BPA Prinsenbos (MB van 24/01/1995)
perimeter PRUP
0701
gemeentegrens
1100
perimeter BPA 1100
Lembeek-Noord
0100- woongebied 0102- woongebied met landelijk karakter
0100
1000
0180- reservegebied voor woonwijken
0901
0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut
BPA Lembeek-Noord (MB van 19/08/1996)
0900
0400- recreatiegebieden 0701- natuurgebied
0180
0702- natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten 0900- agrarische gebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 1000- industriegebieden 1100 0701
0701
1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's
0400 Kasteeldomein Lembeek Lembeek-Dorp
0901
BPA 24 Kasteeldomein Lembeek (MB van 08/05/2000)
PRUP bvba Dehandschutter
1200- ontginningsgebieden 1310- stortgebieden (huisafval en niet-giftige stoffen) 1504- bestaande waterwegen
situering perimeter
0901
0701 0100
1000
1000 1000
1504
1200
0702
0900
Lembeek-Zuid
1100
BPA 32 Lembeek-Zuid (MB van 17/08/1994) 0900 0102
0102
situering Halle
0701
1310
0900
datum: december 2007 schaal: 1:10000
0 50 100
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
200
300
400
±
500 Meter
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande juridische toestand - andere plannen Legende
perimeter PRUP risicozone overstromingsgebied vengebieden waterlopen gemeentegrens 1
rooilijnplan
situering perimeter
PRUP bvba Dehandschutter
1
situering Halle
datum: juli 2007 schaal: 1:10000 0 50 100 200
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
300
400
500 Meter
±
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP): bvba Dehandschutter te Lembeek Bestaande juridische toestand - vergunningentoestand Legende
perimeter PRUP
1
5
1
vergund geacht
2
19/07/1984: toonzaal en plaatsing reclame
3
14/04/2006: oprichting loods
4
milieuvergunning tot 2026
5
exploitatievergunning voor kleigroeve tot 2011
1 1
1
1 situering perimeter
3 2 4 1
situering Hallle
datum: juli 2007 schaal: 1:2000 0 10 20 40
INFRASTRUCTUUR / Ruimtelijke Ordening
60
80
±
100 Meter
5. JURIDISCH KADER VAN HET PLANOLOGISCH ATTEST De opmaak van het PRUP resulteert uit het positief planologisch attest dat op 3 februari 2005 door deputatie werd afgeleverd. Zie bijlagen 1 en 2
5.1. Inhoud van de aanvraag De aanvraag voorzag op korte termijn (binnen een periode van 2 jaar): • afbraak van een aantal bouwvallige gebouwen • vergroting huidige toonzaal en stapelruimte • herinrichting van de parking • ondergrondse buffering • aanplanting van streekeigen groen en op lange termijn (binnen een periode van 10 jaar):
• optrekken van een luifel van 600m² voor opslag en parking
5.2. Voorwaarden gekoppeld aan het attest Het positief planologisch attest wordt afgegeven met volgende voorwaarden voor de behoeften op korte termijn: • de parking krijgt één duidelijke in- en uitrit voor al het in- en uitgaand verkeer • een betere landschappelijke inpassing over een strook van 8,00m langs de noordwestelijke en noordoostelijke perceelsgrens van de nieuw afgebakende site; dit zal een afwerking bieden van de open ruimte ten westen van Lembeek
18/43
6. RELATIE MET DE RUIMTELIJK STRUCTUURPLANNEN 6.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Delen van de stad Halle horen volgens het RSV tot het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De overige delen, evenals de bedrijfssite van Dehandschutter, liggen in het buitengebied. De doelstellingen voor het buitengebied zijn: • het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies • het tegengaan van de versnippering van het buitengebied • het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied • het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen • het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied • het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem • het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied Voor bestaande bedrijven in het buitengebied, zoals Dehandschutter, wordt een maximale verweving met de activiteiten in haar omgeving nagestreefd en dient de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te worden gerespecteerd.
6.2. Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant (RSVB) Het grondgebied van de stad Halle maakt deel uit van de deelruimte ‘Verdicht Netwerk – subgebied Halle – Waterloo - Brussel’ en van de deelruimte ‘Landelijke Kamer West’. Het plangebied van het bedrijf Feyaerts ligt op de overgang tussen beide deelruimten. Binnen de deelruimte ‘Verdicht Netwerk – subgebied Halle – Waterloo – Brussel’ dient Halle te worden uitgebouwd als scharnierpunt tussen het verstedelijkt gebied en het openruimtegebied. Hiertoe is het nodig dat een voldoende woonaanbod en voorzieningenniveau kan behouden blijven. Het bedrijf situeert zich in de ontwikkelingen langsheen de lijninfrastructuren (N6 en de spoorlijn). Ter ondersteuning van de economische potenties van het gebied worden bijkomende bedrijventerreinen voorzien voor het economisch netwerk ‘de zuidelijke Zennevallei’. In de zone te Lembeek situeert dit zich ter hoogte van het bestaande bedrijventerrein aan het kanaal. Een nieuw regionaal bedrijventerrein kan ontwikkeld worden ten zuiden van E429 en ten westen van het kanaal. In de deelruimte ‘Landelijke Kamer West’ dient het landelijk karakter maximaal te worden behouden.
19/43
Binnen het bebouwd perifeer landschap wordt de kern Lembeek geselecteerd als woonkern. De woonkernen staan in voor de opvang en het bundelen van de plaatselijke woonbehoeften. Het wonen staat hier dus prioritair boven de andere mogelijke functies. Wel voorziet de woonkern in de lokale basisbehoeften. De Bergensesteenweg (N6), waarlangs het bedrijf ontsloten wordt, is geselecteerd als secundaire weg type III. De hoofdfunctie van dit type weg is het garanderen van een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer en de fiets. De weg behoudt een verbindingsfunctie voor het autoverkeer, maar deze is ondergeschikt aan het openbaar vervoer en/of de fiets.
6.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Halle (GRS) Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Halle is in opmaak.
20/43
7. GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Het voorzien van een bestendiging van de huidige bedrijfsactiviteit Het bestendigen van de huidige bedrijfsactiviteit, zijnde het verkopen en stockeren van bouwmaterialen en toebehoren, op de huidige locatie kan verantwoord worden door de ligging van het bedrijf enerzijds aan de rand van de kern van Lembeek waardoor de bebouwing geclusterd kan worden maar tegelijkertijd geen hinder wordt gecreëerd voor de woonomgeving. Anderzijds ligt het bedrijf in de onmiddellijke nabijheid van grootschalige bedrijfsactiviteiten. Het bedrijf is tegelijkertijd goed ontsloten door de ligging langs een bovenlokale verbindingsweg, de Bergensesteenweg (N6), waardoor het lokale wegennet niet gehinderd wordt door doorgaand verkeer. Ook is het bedrijf op deze locatie reeds in 1978 gevestigd (binnen een bestaand bedrijfsgebouw dat dateert van 1940) hetgeen geleid heeft tot een maatschappelijke verankering zowel inzake werkgelegenheid alsook inzake afzetmarkt. Tot slot is de bebouwing op de bedrijfssite hoofdzakelijk vergund en is het nieuw op te richten gebouw in omvang niet veel groter dan het af te breken gebouw. Binnen voorliggend plan zal de bestendiging van de huidige bedrijfsactiviteit worden toegestaan met name het stockeren en verhandelen van bouwmaterialen. Ook nevenactiviteiten zoals kantoren, een refter en sanitaire voorzieningen zijn toegestaan. Het begrenzen van de maximaal toelaatbare uitbreiding In overeenstemming met de draagkracht van het gebied wordt, conform de voorwaarden van het planologisch attest, de bestaande verkrotte bebouwing afgebroken; enkel de huidige toonzaal en burelen blijven behouden. Achter deze bebouwing wordt een nieuwe loods opgericht met een maximale oppervlakte van 1.300m². Aan de zuidwestelijke gevel kan een luifel worden opgericht met een maximale oppervlakte van 600m². De nieuwe gebouwen zijn noodzakelijk om de verkoops- en opslagactviteiten te kunnen blijven uitvoeren volgens de hedendaagse eisen. Ook kunnen op die manier de activiteiten geconcentreerd worden en kan het achterliggende gebied (met loods) vrij gemaakt worden voor andere ontwikkelingen. De grote bedrijfsoppervlakte dateert nog van in de periode dat de steenbakkerij actief was. Aangezien deze activiteiten zijn stopgezet is deze ruimte overbodig geworden. Het respecteren van de landschappelijke inpassing Conform de voorwaarden van het planologisch attest wordt aan de noordwestelijke en noordoostelijke perceelsgrens van de nieuw afgebakende site een voldoende ruime groenbuffer voorzien die de landschappelijke impact van de bedrijfssite in de achterliggende landelijke en glooiende omgeving van het valleigebied van de Stasbeek ondervangt. De groenbuffers be21/43
staan uit dense groenschermen die zijn aangelegd met streekeigen beplanting (hoogstammen en heesters). In het noordwesten is deze groenbuffer 7,00m breed. In de voorwaarden, opgelegd in het planologisch attest, werd gevraagd naar een breedte van 8,00m. De reden voor deze aanpassing is ingegeven omwille van het voorzien van een minimumruimte tussen de buffer en het voorziene (reeds vergunde) gebouw; mede in functie van de brandveiligheid. Ook langsheen de straatkant wordt een groenstrook voorzien waarvan de breedte en inrichting zijn afgestemd op de bepalingen van het BPA Lembeek Dorp aan de overzijde. De bestaande en toekomstig voorziene bebouwing wordt geconcentreerd in één aaneengesloten gebouw zodanig dat een duurzaam en zuinig ruimtegebruik kan worden gerealiseerd. Aan de straatzijde is de landschappelijke impact beperkt aangezien aan de overzijde van de Bergensesteenweg reeds grootschalige bedrijfsgebouwen aanwezig zijn. Aan de zuidwestelijk grens sluit het plangebied aan op een gebied dat recent is aangelegd voor het stockeren van nieuwe wagens. Het respecteren van bouwvrije zones Ten aanzien van de Bergensesteenweg wordt de huidige bouwvrije strook gerespecteerd doordat de toekomstige bebouwing achter de te behouden toonzaal en burelen wordt opgericht. Omwille van brandveiligheid worden rondom de gebouwen voldoende ruime bouwvrije stroken voorzien met een minimumbreedte van 5,00m. Het voorzien van een gepaste verkeersontsluiting Om het doorgaand verkeer op de Bergensesteenweg minimaal te hinderen, zal het verkeer gebundeld worden op het bedrijfsterrein en via een gezamenlijke in- en uitrit ontsloten worden op de Bergensesteenweg.
22/43
8. WATERTOETS 8.1. Algemeen kader Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed. Het besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Het besluit, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2006 (Nr. 350 - pag 58326), trad in werking op 1 november 2006.
23/43
8.2. Toepassing op het PRUP De bedrijfssite van Dehandschutter is niet gelegen binnen een risicozone voor overstromingen of binnen een overstromingsgevoelig gebied. Het huidige waterbergend vermogen van de site wordt maximaal gevrijwaard. Bovendien wordt er bijkomend een bufferbekken voorzien om het hemelwater op te vangen en te herbruiken. Doordat in voorliggend PRUP de aanleg van groenbuffers, een grasberm aan de straatkant en verspreide groenvoorzieningen op het bedrijfsterrein worden opgelegd, zullen mogelijkheden voor infiltratie van regenwater gecreëerd worden. Het nieuwe gebouw is in oppervlakte niet veel groter dan de huidige bebouwde oppervlakte. Voor de afkoppeling van hemelwater is de provinciale verordening van 19 juli 2005 van toepassing. Om bovenstaande redenen kan geconcludeerd worden dat er geen bijkomende schadelijke effecten worden gecreëerd met voorliggende planoptie en dat infiltratiemogelijkheden gecreeerd worden. Zie bijlage 3 voor de kaart van de watertoets
24/43
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Telefoon - fax e-mail Dossiernummer Projectnummer GM datum
Daan Demey 016-26 75 23 / 016-26 75 85 ruimtelijkeordening @ vlaamsbrabant.be PRJ200609 – perceel 2: bvba Dehandschutter te Lembeek 228253 juli 2008
verordenende deel: stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan
bvba Dehandschutter te Lembeek 25/43
Dit ruimtelijk uitvoeringsplan werd, in toepassing van artikels 9 en 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van volgende ruimtelijke planners opgenomen in het register :
Tom Lagast diensthoofd ruimtelijke ordening
Katrien Van den Bergh ruimtelijk planner – studiebureau Grontmij
Definitief vastgesteld door de provincieraad op 9 september 2008 Van raadswege:
Marc COLLIER provinciegriffier
Vic LAUREYS voorzitter
26/43
9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Algemeen
Toelichting
Binnen de perimeter van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan is slechts één bedrijf toegestaan. Groenvoorzieningen Voor de groenvoorzieningen dient steeds gebruik gemaakt te worden van streekeigen en standplaatsgebonden groenvoorzieningen. Inrichtingsstudie Bij elke vergunningsaanvraag wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedures voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.
Bij elke vergunningsaanvraag dient een inrichtingsstudie te worden opgemaakt als informatief document. Deze studie geeft de wijze weer waarop de stedenbouwkundige voorschriften vertaald zijn.
27/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Zone voor bedrijfsgebouwen en aanverwante voorzieningen
Toelichting
Artikel 1
§1 Bestemming De zone is bestemd voor de noodzakelijke bebouwing voor opslag van materialen en voor herstelwerken. Aanvullend zijn kleinschalige verkoopsactiviteiten toegestaan.
Het bestaande bedrijf is een groothandel van bouwmaterialen met beperkte aanlegactiviteiten.
Bij heroriëntering van de bedrijfsactiviteiten mogen de nieuwe of andere activiteiten niet meer hinder veroorzaken dan de aanwezige en voorziene activiteiten.
§2 Inrichting Binnen de zone zijn enerzijds de noodzakelijke gebouwen, met inbegrip van een luifel, en aanverwante voorzieningen toegestaan en anderzijds verhardingen in functie van toeritten, parkeerplaatsen en stapelplaatsen in open lucht.
Plaatsing van de gebouwen en terreinbezetting Binnen de bestemmingszone zoals aangeduid op het grafisch plan. Binnen deze zone dient één aaneengesloten gebouw te worden opgericht. Ook de luifel dient aan te sluiten bij het gebouw. Het gebouw heeft een maximale oppervlakte van 1700m² en de luifel heeft een maximale oppervlakte van 600m². De toonzaal, binnen het gebouw, heeft een maximale oppervlakte van 350m².
Een luifel betreft een constructie die aan minimum 2 zijden open is. De luifel dient aansluitend op het gebouw te worden opgericht en kan ondersteund worden door kolommen.
In het kader van compact ruimtegebruik dient een nieuw gebouw of een nieuwe constructie binnen deze zone zo goed mogelijk aan te sluiten bij de bestaande gebouwen.
28/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Maximale bouwhoogte De maximale bouwhoogte ten opzichte van het referentiepeil bedraagt 7,50m voor de nokhoogte. Deze maximale bouwhoogte geldt evenwel niet voor schoorstenen, verluchtingskanalen, zonnepanelen en antennes voor zover deze beperkt zijn en zo centraal mogelijk in het plangebied worden ingeplant en zo weinig mogelijk hinder voor naburige percelen veroorzaken.
Toelichting
Het referentiepeil 0,00m stemt overeen met de bovenkant van het bestaande of ontworpen aanliggend weggedeelte waarlangs het perceel ontsloten wordt. Hinder voor naburige percelen heeft te maken met schaduw, geluid, geur, ….
De stapelhoogte op de niet – bebouwde delen binnen de zone wordt beperkt tot maximum 4,00m. Materiaalgebruik Materialen en kleuren zijn vrij te kiezen maar wel in die mate dat de bouwvolumes zich maximaal integreren in de bebouwde en de landschappelijke omgeving.
Vormgeving Elke nieuwbouw moet op kwaliteitsvolle wijze uitgevoerd worden.
Bij de vergunningsaanvraag wordt het materiaal qua kleur en textuur geëvalueerd op basis van de integratie in de bebouwde omgeving enerzijds en de landschappelijke integratie naar de open ruimte anderzijds. Bij de bebouwde omgeving wordt in eerste instantie de nadruk gelegd op de afstemming op het bestaande bedrijfsgebouw.
Kwaliteitsvolle uitvoering houdt in dat de kroonlijsthoogte, de gevelopbouw, de dakvorm en het materiaalgebruik op een doordachte en samenhangende wijze opgebouwd en uitgevoerd worden. Daarnaast houdt kwaliteitsvolle uitvoering ook een duurzaam en zuinig ruimtegebruik in.
29/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Niet – bebouwde ruimte De niet – bebouwde ruimten mogen worden verhard.
Toelichting
Voor het afkoppelen van hemelwater wordt verwezen naar de vigerende regelgeving.
Reliëfwijzigingen zijn toegelaten als deze beperkt worden tot hetgeen nodig is voor het verlenen van toegang tot de bedrijfsgebouwen.
30/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Zone voor private parkeerplaatsen, interne circulatie en opslagruimte
Toelichting
Artikel 2
§1 Bestemming De zone is bestemd voor private parkeerplaatsen, interne circulatie, opslagruimte,waterbuffering en groenaanleg.
De verharde, niet-bebouwde ruimte stemt overeen met de bestaande (waterdoorlatende) verhardingen.
§2 Inrichting Verhardingen Maximum 97% van deze zone mag verhard worden. Maximaal 720m² van deze zone kan verhard worden met nietwaterdoorlatende materialen. Voor het gebouw zijn maximum 20 parkeerplaatsen toegestaan.
Niet-waterdoorlatende verhardingen zijn toegestaan voor het opslaan van losse, fijne bouwmaterialen (tussen keerwanden). De bestaande grindverharding is een waterdoorlatend verhardingsmateriaal. Voor het afkoppelen van hemelwater wordt verwezen naar de vigerende regelgeving.
Stapelhoogte De stapelhoogte is beperkt tot maximaal 4,00m. Groenvoorzieningen Minimum 3% van de zone-oppervlakte dient te worden aangelegd met groenvoorzieningen, bestaande uit hoogstammen en lage beplantingen.
31/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting
Afsluitingen Een keuze dient gemaakt uit volgende mogelijkheden: • géén afsluitingen; • streekeigen hagen van maximaal 2,50m; • draad- en/of metaalafsluiting van maximaal 2,50m hoog, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. Poorten worden geïntegreerd in de afsluiting.
Verlichtingspalen Voor de verlichting van de gebouwen en terreinen zijn verlichtingspalen of lantaarns toegestaan met een maximale hoogte van 11,00m.
Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting.
Bij de inrichting van de bedrijfspercelen en de plaatsing van de verlichtingspalen of lantaarns dient rekening gehouden te worden met het beperken van lichthinder voor de omgeving.
Reliëfwijzigingen Reliëfwijzigingen zijn toegelaten als deze beperkt worden tot hetgeen nodig is voor het verlenen van toegang tot de bedrijfsgebouwen of voor de aanpalende ontginningsactiviteiten. Keerwanden Voor het stockeren van losse bouwmaterialen kunnen verplaatsbare keerwanden geplaatst worden met een maximale hoogte van 3,00m.
Waterbuffering Ten noordoosten van het bedrijfsgebouw dient een waterbufferbekken te worden voorzien. Deze kan zowel bovenals ondergronds worden aangelegd.
Onder losse bouwmaterialen wordt onder meer zand verstaan. De verplaatsbare keerwanden worden opgetrokken met betonblokken die ten allen tijde verplaatst kunnen worden.
Het waterbufferbekken wordt opgericht in functie van een maximaal hergebruik van regenwater.
32/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Zone voor landschappelijke inpassing
Toelichting
Artikel 3
§1 Bestemming De zone is bestemd voor het ontsluiten van het bedrijfsterrein en voor het integreren van het terrein in het straatbeeld.
Teneinde een kwalitatief bedrijfsterrein te creëren is een optimale en verzorgde inpassing van het terrein in het straatbeeld noodzakelijk.
§2 Inrichting Binnen de zone is de aanleg van groenvoorzieningen toegestaan evenals verhardingen in functie van een ontsluitingsdoorsteek. Alle vormen van bebouwing evenals het stapelen en tentoonstellen van materialen in open lucht zijn verboden. Verhardingen Er is maximaal één gezamenlijke in- en uitrit toegestaan die integraal verhard kan worden. De in- en uitrit heeft een maximale breedte van 6,00m.
Om het doorgaande verkeer op de Bergensesteenweg minimaal te hinderen worden maximaal één gezamenlijke in- en uitrit toegestaan. Voor het afkoppelen van hemelwater wordt verwezen naar de vigerende regelgeving.
Groenvoorzieningen Met uitzondering van de in- en uitrit dient de volledige zone te worden aangelegd als groenstrook. De groenstrook moet integraal beplant, deskundig aangelegd en gehandhaafd worden.. De groenstrook dient te bestaan uit struikgewas met verspreid een aantal hoogstammen. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten.
33/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting
Reclame Eén reclamepyloon ten behoeve van de publiciteit van het eigen bedrijf is toegestaan voor zover deze op een kwalitatieve en contextuele wijze worden ingepast op het bedrijfsperceel. De hoogte van de reclamepyloon mag de bouwhoogte van de bijhorende bedrijfsgebouwen niet overschrijden. De reclame kan verlicht worden, maar het gebruik van neonverlichting is verboden. Afsluitingen Een keuze dient gemaakt uit volgende mogelijkheden: • géén afsluitingen; • streekeigen hagen van maximaal 0,60m hoog; • draad- en/of metaalafsluiting van maximaal 2,50m hoog, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. Poorten worden geïntegreerd in de afsluiting.
Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting.
34/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Zone voor groenbuffer
Toelichting
Artikel 4
§1 Bestemming De zone is bestemd voor het aanleggen van een groenbuffer rondom de bedrijfssite.
De groenbuffer wordt voorzien om de bedrijfssite landschappelijk in te passen in het achterliggende glooiende landbouwlandschap.
§2 Inrichting Binnen deze zone zijn alle vormen van bebouwing en verharding verboden evenals het stapelen van materialen in open lucht. Groenvoorzieningen De groenbuffer moet integraal beplant, deskundig aangelegd en gehandhaafd worden. De groenbuffer moet aangelegd worden met een gemengd bestand van hoog- en laagstammig groen. Het groenscherm dient ook tijdens de winter zijn bufferend karakter te behouden. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten.
De landschappelijke integratie kan bekomen worden door het gepast inspelen op bestaande landschapskenmerken (bomenrijen, struwelen, plassen of poelen, solitaire bomen, e.d.). De bufferstrook heeft als doel de open ruimte ten westen van Lembeek af te werken en te begrenzen.
Afsluitingen Een keuze dient gemaakt uit volgende mogelijkheden: • géén afsluitingen; • streekeigen hagen van maximaal 0,60m hoog; • draad- en/of metaalafsluiting van maximaal 2,50m hoog, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen.
35/43
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting
Poorten worden geïntegreerd in de afsluiting.
Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting.
Doorsteken Er is maximaal één doorsteek met een maximale breedte van 1,50m toegestaan voor zover deze niet voor bedrijfsactiviteiten wordt aangewend.
36/43
10. OP TE HEFFEN BEPALINGEN Bij de inwerkingtreding van voorliggend provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan worden binnen het betreffende plangebied de voorschriften van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB van 07/03/1977) opgeheven.
37/43
11. GRAFISCH PLAN Zie verordenend grafisch plan
38/43
12. BIJLAGEN
39/43
12.1. Bijlage 1: ruimtelijke behoeften op korte en lange termijn conform het positief planologisch attest
40/43
12.2. Bijlage 2: besluit van de deputatie aangaande het positief planologisch attest
41/43
12.3. Bijlage 3: watertoets - overstromingsgebieden
Situering van het bedrijf op de kaart van de watertoets (bron: http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/watertoets)
42/43
12.4. Bijlage 4: richtlijnen voor de uitvoering van werken in de nabijheid van ondergrondse hoogspanningskabels
43/43
l
UITVOERING VAN WERKEN IN DE NABUHEID VAN ONDERGRONDSE HOOGSPANNINGSKABELS
l
1. De aanduidingen op onze plannen laten enkel toe een zone af te bakenen waarin de kabels
gelegd werden. 2. Een kabel wordt niet noodzakelijk rechtlijnig gelegd, zijdellngse uitwijkingen over de breedte van de kahelsleuf zljnMui.terëiard mogelijk. 3. Onze plannen zijn slechts een beperkte tijd bruikbaar gezien de veelvuldige aanpassingen. I n geval van grote vertraging of uitstel van de werken moet u bijkomende Inlichtingen inwinnen. 4. Indien onze plannen nlet de volledige werkzone bestrijken, mag men nlet extrapoleren, maar moeten er bijkomende plannen aangevraagd worden.
5. Het is steeds mogelijk dat bepaalde vaste referentiepunten gewijzigd werden door een andere huisnummering of wegenlswerken. Er dient dus eerst naar overeenstemming gezocht tussen plan en omgeving. 6. De bestaande reglementeringen leggen bepaalde verplichtingen op aan de aannemers van
werken in de nabijheid van elektrische kabels. De voornaamste van deze verplichtlngen zijn:
- Geen enkel grondwerk, bestrating of ander werk mag in de omgeving van een ondergrondse elektrische kabel ultgevoerd worden, zonder voorafgaand de eigenaar van de kabel t e raadplegen.
- Het Is niet toegelaten gebruik te maken van machines of mechanische werktulgen in een zone tussen twee verticale vlakken, op een afstand van 50 cm aan weerszijden van de kabel, zonder voorafgaandelijke toestemming van de eigenaar van de kabel.
7. Wij verzoeken u ons te verwittigen vooraleer de werken aan te vangen: EUA Asset nv Assets Noord i Vaartkaal 2 2170 MERKSEM Tel. 03/640.07.11 ,
Dit geldt eveneens voor werken die tijdelijk onderbroken werden door een opschorting van de werken, af voor werken die tijdelijk naar een andere werkzone verplaatst werden.