Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Nonnebossen Zonnebeke
DEFINITIEF ONTWERP– juni 2012
TOELICHTINGSNOTA
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 1 van 65
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2
DOEL EN SITUERING VAN DE OPDRACHT ........................................................... 5 Doel van de opdracht ................................................................................................ 5 Randvoorwaarden vanuit het gevoerde planningsproces ........................................... 5
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
RUIMTELIJKE CONTEXT......................................................................................... 6 Ligging van het RUP ................................................................................................. 6 Ruimtelijke kenmerken van het plangebied ................................................................ 7 Bestaande toestand problematiek............................................................................ 11 Problematiek permanente bewoning in gebied voor verblijfsrecreatie....................... 11 Ontsluiting ............................................................................................................... 12 Nonnebossen Bos ................................................................................................... 12 Agrarische zone ...................................................................................................... 12 Horeca .................................................................................................................... 12 Vijver....................................................................................................................... 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
JURIDISCHE CONTEXT ......................................................................................... 14 Bestemmingsplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen ................... 14 Wegen en water ...................................................................................................... 17 Beschermingen / Landschapsatlas .......................................................................... 18 Natuurbeschermingsgebieden en VEN-gebieden..................................................... 18 Andere .................................................................................................................... 19
4 4.1 4.2 4.3 4.4
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN ................................... 21 Relatie met bovenlokale ruimtelijke structuurplannen ............................................... 21 Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zonnebeke ............................. 26 Gevoerde planningsproces: provinciaal beleidskader voor de weekendverblijven..... 29 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening...................................................................... 31
5 5.1 5.2
VISIEVORMING ...................................................................................................... 32 Probleem van permanente bewoning....................................................................... 32 Uitgangspunten voor het RUP ................................................................................. 33
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 3 van 65
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.3.7 5.4 5.4.1
Vertaling in het RUP ................................................................................................ 37 Algemeen................................................................................................................ 37 Zone voor recreatief wonen ..................................................................................... 38 Zone voor bos ......................................................................................................... 40 Zone voor bouwvrij agrarisch gebied’ (geel) ............................................................. 43 Zone voor open oppervlaktewater (blauw) ............................................................... 43 Zone voor horeca (paars) ........................................................................................ 44 Zone voor wegenis met openbaar karakter .............................................................. 44 Overige elementen .................................................................................................. 46 Brandveiligheid en riolering ..................................................................................... 46
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.4 6.5 6.6 6.7
DECRETALE BEPALINGEN .................................................................................. 47 Opgave van de strijdige bepalingen ......................................................................... 47 Gewestplan ............................................................................................................. 47 Opheffen van verkavelingsvergunningen ................................................................. 48 Ruimtebalans .......................................................................................................... 51 Watertoets............................................................................................................... 52 Algemeen kader ...................................................................................................... 52 Toepassing op het PRUP ‘Nonnebossen’ ................................................................ 53 Buurtwegentoets ..................................................................................................... 56 Conclusies onderzoek tot m.e.r. .............................................................................. 57 Onteigeningsplan .................................................................................................... 59 Planbaten, planschade en compensatieregeling ...................................................... 60
7 7.1 7.2
BIJLAGEN .............................................................................................................. 63 PRUP ‘Nonnebossen’ - ontheffingsbeslissing Dienst MER onderzoek tot m.e.r. ....... 64 PRUP ‘Nonnebossen’ – verslag plenaire vergadering .............................................. 65
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 4 van 65
1
DOEL EN SITUERING VAN DE OPDRACHT
1.1
Doel van de opdracht
De opdracht bestaat uit het opmaken van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) voor de recreatiezone Nonnebossen. Dit RUP wordt opgemaakt om een oplossing te bieden aan de problematiek van het permanent wonen in weekendverblijfparken zoals omschreven in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn ter uitvoering van het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS).In het PRS zijn geen acties opgenomen die directe aanleiding geven tot de opmaak van een dergelijk RUP. In het Ministerieel besluit houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan van 6 maart 2002 van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening wordt wel de opmerking gemaakt dat voor provinciale planningsinitiatieven zoals weekendverblijven en permanent wonen in gebied voor verblijfsrecreatie het essentieel is dat voorafgaandelijk een ruimtelijke visie wordt opgebouwd die rekening houdt met de gewenste ontwikkeling van de structuurbepalende elementen van de natuurlijke, agrarische, landschappelijke en nederzettingsstructuur. Zonnebeke maakt deel uit van de laagdynamische infrastructuur: ‘landelijk toeristisch-recreatief netwerk Heuvelstreek’.
1.2
Randvoorwaarden vanuit het gevoerde planningsproces
In de resolutie van het Vlaams Parlement van 27 juni 2002 werd een stappenplan vooropgesteld voor de planningsgerichte aanpak van de problematiek van de zonevreemde en/of permanent bewoonde weekendverblijfclusters. Hierbij werden vier stappen voorzien: stap 1: inventaris, stap 2: afweging vanuit elementen van Vlaams niveau, stap 3: uitwerking visie, ruimtelijke afweging en voorstel van ontwikkelingsperspectief op provinciaal niveau en stap 4: opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het opmaken van een provinciaal ruimtelijk structuurplan ‘Nonnebossen’ te Zonnebeke is een vierde en laatste stap in de aanpak van de problematiek die zich voordoet in de clusters van zonevreemde en/of permanent bewoonde weekendverblijven binnen de provincie. Na de eerste afweging op Vlaams niveau werd de provincie belast met het formuleren van ontwikkelingsperspectieven en eventuele opmaak van PRUP’s voor verschillende clusters op haar grondgebied. Op 24 april 2008 werd het beleidskader voor de weekendverblijven goedgekeurd door de deputatie. Binnen het beleidskader werd beslist dat het RUP ‘Nonnebossen’ te Zonnebeke één van vier te behandelen clusters is waarbinnen permanent wonen tot de mogelijkheden behoort. De andere gebieden waarvoor een PRUP inzake permanent wonen wordt opgemaakt zijn: Leugenboombos in Koekelare en Vorsevijvers te Wingene en Vijverbos in Zonnebeke. Deze worden gebiedsgericht aangepakt, met het bewaken van coherentie onderling.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 5 van 65
2
RUIMTELIJKE CONTEXT
2.1
Ligging van het RUP
De Nonnebossen zijn gelegen in het westen van de gemeente Zonnebeke (ten zuidwesten van de A19) nabij de grens met Ieper. Het betreft een omvangrijke, ruimtelijk geïsoleerde cluster (ca 29,96ha)
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 6 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
2.2
Ruimtelijke kenmerken van het plangebied De cluster is geïsoleerd gelegen ten opzichte van de woonkern van Zonnebeke. In de omgeving zijn een aantal woonlinten aanwezig. Het betreft een grote cluster, waarbij het overgrote deel van de weekendverblijven permanent bewoond worden (in totaal ongeveer 250 woningen waarvan 210 permanent bewoond). Hoewel de Nonnebossen op het eerste zicht een samenhangende cluster lijkt te vormen, kunnen we toch 7 verschillende entiteiten onderscheiden.
1
1) Nonnebossen Bos (bebost gebied dat de vier andere onderdelen van
2
1
5 6 7
2) 3) 4) 5)
3 1 1 4
6) 7)
elkaar scheidt), ontsluit via de Nonnebossenstraat, de Oude Kortrijkstraat en Nonnenbossen-West. Er is tevens een grotendeels ontbost woonlint langs de Elfenbosdreef Nonnebossen Noord, ontsluit via de Nonnebossenstraat. Nonnebossen Oost, ontsluit via de Oude Kortrijkstraat. Nonnebossen Zuid, ontstuit via Nonnebossen-west naar de Oude Kortrijkstraat Nonnebossen West, ontsluit eveneens via Nonnebossen-west naar de Oude Kortrijkstraat. Bio chalets Het westelijke deel van de gewestplanbestemming (overkant Elfenbosdreef) De verkaveling Nonnebossen Bos is bebost. Alle andere verkavelingen zijn zo goed als onbebost. Het zuidelijke deel van de Nonnebossen Bos is aangeduid als een ‘faunistisch voornaam gebied’. De verkavelingen Nonnebossen Noord, Oost, Zuid, West en Biochalets zijn zeer dicht bebouwd op kleine percelen (behoudens Nonnebossen West, die nog gedeeltelijk in aanbouw zijn), terwijl in bepaalde delen van de verkaveling Nonnenbossen Bos grotere kavels zijn gelegen en grotendeels onbebouwd zijn. Het meest westelijke deel van de gewestplanbestemming aan de overkant van de Elfenbosdreef is volledig onbebouwd en zelfs nog niet verkaveld. Bepaalde woningen in Nonnebossen Bos hebben een zeer lage woonkwaliteit en overstijgen niet het niveau van vakantiechalets. De
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 7 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
woningen van Noord, Oost en Zuid zijn voor het overgrote deel permanent bewoond. Nonnebossen West is nog maar voor de helft bebouwd (maar wel volledig verkaveld en uitgerust met wegenis). Er wordt vastgesteld dat, waar al bebouwing is, in de woningen permanent wordt gewoond. In Nonnebossen Bos is de permanente bewoning een minderheid. Bovendien kan worden vastgesteld dat een aantal van de permanent bewoonde woningen aan de openbare wegen palen of langs de verbindingsweg tussen Nonnebossen Zuid en Nonnebossen West. Nonnebossen West en Zuid kennen een redelijke interne ontsluiting. Deze interne ontsluiting is in Nonnebossen Bos, Noord en Oost middelmatig tot ronduit slecht Met betrekking tot openbaar vervoer is er mogelijkheid tot busvervoer. Er zijn twee belbushaltes, namelijk halte Oude Kortrijkstraat 27 en halte Nonnebossen Langs de Elfenbosdreef in Nonnebossen Bos ligt een aaneengesloten woonlint waarvan de percelen grotendeels ontbost zijn.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 8 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Foto 9
Foto 10
Foto 11
Foto 12
Foto 13
Foto 14
Foto 15
Foto 16
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 9 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
Foto 17
Foto 18
Foto 19
Foto 20
Foto 21
Foto 22
Foto 23
Foto 24
Foto 25
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 10 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
2.3
Bestaande toestand problematiek
2.3.1
Problematiek permanente bewoning in gebied voor verblijfsrecreatie
Het voornaamste knelpunt in het plangebied is deze van het permanent wonen. In totaal werden 250 stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd voor weekendverblijven. Hiervan zijn er 210 permanent bewoond, dit is ongeveer 85% van het totaal aantal weekendverblijven. Het permanent wonen komt hoofdzakelijk voor in de verkavelingen Noord, Oost, Zuid, West en Biochalets. Alsook in de strook langs de Elfenbosdreef tussen verkaveling Zuid en West. In Nonnebossen Bos wordt quasi niet permanent gewoond. De 5 vermelde verkavelingen worden zo goed als volledig permanent bewoond (er zijn slechts 11 percelen in gebruik als 2e verblijf). Binnen deze clusters valt geen ruimtelijk onderscheid meer af te bakenen ten aanzien van de weekendverblijven. Bovendien zijn de clusters overwegend bebouwd.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 11 van 65
RUIMTELIJKE CONTEXT
2.3.2
Ontsluiting
De wegenis in Nonnebossen West, Zuid en Biochalets voldoet aan de normen inzake bereikbaarheid voor o.a. brandweer in woongebied. Nonnebossen Oost en Noord zijn daarentegen ronduit slecht ontsloten. Het gaan veeleer om zeer smalle erftoegangen. Ook in Nonnebossen Bos zijn de wegen veelal ontoereikend om te functioneren als ontsluitingswegen cfr. brandveiligheidsvoorschriften voor woongebied. Met betrekking tot openbaar vervoer is er mogelijkheid tot busvervoer. Er zijn twee belbushaltes, namelijk halte Oude Kortrijkstraat 27 en halte Nonnebossen.
2.3.3
Nonnebossen Bos
De verkaveling Nonnebossen Bos is vrij heterogeen. Het meest kenmerkende is het beboste karakter. Het gebied is slechts minimaal ontsloten; het gaat om onverharde boswegels met typische dreefstructuur. De zone van Nonnebossen Bos is vrij omvangrijk. Toch zijn er slechts 23 tweede verblijven en 21 permanente woningen in gelegen. Deze aantallen zijn niet structureel te noemen. Dit bos wordt volgens de biologische waarderingskaart quasi volledig zeer hoog gewaardeerd.
2.3.4
Agrarische zone
Het meest westelijke deel van het recreatiegebied (overkant Elfenbosdreef) is niet bebouwd en niet verkaveld. Deze zone is momenteel in agrarisch gebruik. De zone vormt een eenheid met het omliggende gebied dat in het gewestplan is ingekleurd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
2.3.5
Horeca
Voor het goed taverne ’t Nonnebos werden in het verleden volgende stedenbouwkundige vergunningen verleend met betrekking tot deze site: 11/03/1993: het bouwen van een cafetaria met woning 15/03/1994: uitbreiden taverne – restaurant met overdekt terras 22/01/1996: uitbreiden van taverne met stal voor paarden en huifkar 14/02/2002: bouwen 3 vakantiewoningen (als verblijfsgelegenheid horende bij andere horeca-infrastructuur), uitbreiden van de zaal en het bouwen van een berging bij cafetaria / taverne ’t Nonnebos. Deze horecazaak is nog steeds in exploitatie.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 12 van 65
2.3.6
Vijver
Grenzend aan Nonnebossen – Oost is een grote vijver gelegen. Deze is samen met Nonnebossen Bos van zeer hoge biologische waarde volgens de biologische waarderingskaart.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 13 van 65
3
JURIDISCHE CONTEXT
3.1
Bestemmingsplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
TYPE PLAN
BINNEN BIED
Gewestplannen
Gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979)
HET
PLANGE-
GRENZEND PLANGEBIED
AAN
Binnen het plangebied zijn volgende bestemmingen aanwezig: gebied voor verblijfsrecreatie Grenzend het plangebied vinden we: landschappelijk waardevol agrarisch gebied ontginningsgebied (met grondkleur agrarisch gebied)
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
geen
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 14 van 65
JURIDISCHE CONTEXT
Algemene aanleg
plannen
van
geen
geen
Bijzondere aanleg
plannen
van
geen
geen
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 15 van 65
JURIDISCHE CONTEXT
Verkavelingsvergunningen opgenomen in het plannenregister van de gemeente Zonnebeke met als aangegeven status ‘niet vervallen of vervalstatus onbekend’ (zie ook disclaimer bij decretale bepalingen inzake ‘op te heffen verkavelingen’)
1. VKen Nonnebossen Bos (39 verschillende verkavelingen met ref. 1981/90 tot ref. 1981/128) dd. 04/02/1982 562.1052 PR/AMC 2. VK N.v. Nonnebossen dd. 26/05/1975 248.358 JD/DC 3. VK N.v. Nonnebossen dd. 10/01/1980 562.1029
2
4. De Zandberg 25/01/89 (wijz. 07/03/90) 248.358 JVO/AS 5. De Zandberg 25/01/89 (wijz. 07/03/90) 248.258 JVO/AS 6. VK Biochalets 09/11/1999 (wijz.28/10/2002) 5.00/33037/1152.1
5 6
3 1 4
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 16 van 65
JURIDISCHE CONTEXT
3.2
Wegen en water
TYPE
BINNEN PLANGEBIED
GRENZEND AAN PLANGEBIED
Gewestwegen
geen
geen
Provinciewegen
geen
Fietsroute (provinciaal fietsroutenetwerk)
geen
Voet- en buurtwegen
Sprookjesdreef: Voetweg nr. 33
geen geen
Oude Kortrijkstraat: Buurtweg nr.5 Rooilijnplannen
geen
geen
Bevaarbare waterlopen
geen
geen
Onbevaarbare geklasseerde waterlopen
geen
Hanebeek (Cat. 3)
Overstromingsgebieden
Delen van het plangebied zijn gelegen binnen ‘mogelijk overstromingsgevoelig gebied’, niet binnen ‘risicozones voor overstroming’ welteverstaan.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 17 van 65
JURIDISCHE CONTEXT
3.3
Beschermingen / Landschapsatlas
TYPE
BINNEN HET PLANGEBIED
GRENZEND AAN PLANGEBIED
Monumenten
geen
geen
Landschappen / landschapsatlas
Volledig plangebied ligt binnen de relictzone ‘Rug van Westrozebeke’
Geen. Echter in de nabije omgeving vinden we de ankerplaatsen ‘Hoge Netelaar – Groenenburgh’ en ‘Doelbos en Reutelbos’
Stads- en dorpsgezichten
geen
geen
3.4
Natuurbeschermingsgebieden en VEN-gebieden
TYPE
BINNEN HET PLANGEBIED
GRENZEND AAN PLANGEBIED
Vogelrichtlijngebied
geen
geen
Habitatrichtlijngebieden
geen
Neen. In de nabije omgeving vinden we de ankerplaatsen ‘Hoge Netelaar – Groenenburgh’ en ‘Doelbos en Reutelbos’ die wel behoren tot het habitatrichtlijnengebied.
VEN-gebieden
geen
Geen
Waterwinning
Ja. Het gehele plangebied behoort tot oppervlaktewaterwinningsgebied.
Ja.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 18 van 65
JURIDISCHE CONTEXT
3.5
Andere
TYPE
BINNEN HET PLANGEBIED
GRENZEND AAN PLANGEBIED
Gebieden met recht van voorkoop
geen
nvt
Geregistreerde bouwovertredingen
Zie tevens volledige lijst van geregistreerde bouwovertredingen in bijlage. Archeologische sites
Ja, maar slechts miniem deel aan Sprookjesbosdreef. . Site met walgracht. Inventarisnummer: 74672 Datering: Late Middeleeuwen Nauwkeurigheid tot op 150m.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 19 van 65
TYPE
BINNEN HET PLANGEBIED
GRENZEND AAN PLANGEBIED
Inventaris bouwkundig erfgoed
geen
nvt
Biologische waarderingskaart
De delen Nonnebossen Bos en het oostelijke deel van Nonnebossen West (zone met vijver) zijn beschreven als biologisch zeer waardevol. Het bebost gebied dat grenst aan Nonnebossen Oost betreft een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 20 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
4
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
4.1
Relatie met bovenlokale ruimtelijke structuurplannen
4.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen behoort Zonnebeke volgens de gewenste ruimtelijke nederzettingsstructuur, binnen het gebied getypeerd als “bundeling in kernen, gelegen op een rasterpatroon”. Het gebied wordt als “bundelingsgebied” beschouwd. De verdere ontwikkeling van wonen, werken en voorzieningen moet er strikter worden gestuurd naar de stedelijke gebieden. Lokale voorzieningen worden gebundeld naar een selectief aantal kernen gelegen tussen de stedelijke gebieden. Het plangebied behoort in het RSV tot het buitengebied Kust-Polders-Westhoek. Het behoud en het versterken van de bestaande bos- en parkstructuur is één van de beleidsdoelstellingen voor dit buitengebied. Het versterken van de multifunctionaliteit van bos, het tegengaan van versnippering en verlies van biodiversiteit en het verkrijgen van een hogere bebossingindex in bosarme streken zijn de concrete doelstellingen. Voor Nonnebossen wordt met dit RUP de bestaande bebouwing bestendigd -deels als recreatieve woningen, deels als bestaande woonconstructies- en verzekerd dat er op de onbebouwde percelen geen bebouwing meer kan bijkomen zodat het bos gevrijwaard blijft. 4.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Zonnebeke is gelegen op de overgang van de deelruimte ‘Heuvel-IJzerruimte’ en de deelruimte ‘Middenruimte: De deelruimte ‘Heuvel-IJzerruimte’ is één van de belangrijkste gebieden van de agrarische structuur. De dynamische grondgebonden landbouw en de natuurlijke structuur nemen in deze deelruimte een belangrijke plaats in. Tevens biedt ze plaats aan een gedifferentieerde toeristisch-recreatieve plattelandsontwikkeling. Buiten de invloedssfeer van de stedelijke gebieden wordt het verspreide kernenpatroon benaderd als een samenhangend geheel. Volgende hier relevante elementen zijn bepalend voor deze ruimte en het bijhorende beleid: o een natuurlijke structuur (o.a. boscomplexen) als drager voor toerisme en recreatie: De West-Vlaamse Heuvels vormen een belangrijke natuurlijke component en hebben belangrijke natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. De bosstructuur wordt er bestendigd en versterkt.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 21 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
o o o
In Ieper, het nabijgelegen stedelijk gebied worden de dynamische activiteiten gebundeld. Dit stedelijk gebied wordt ontsloten o.a. door de A19 (die noordwestelijk langsheen Nonnebossen passeert) als bovenlokaal wegennet. Het aantrekkelijke landschap met relatief geringe bebouwing, golvend karakter en kleine landschapselementen wordt in deze deelruimte benadrukt. De aanduiding van bouwvrije zones ondersteunt optimaal de grondgebonden landbouw. Beperkte toeristisch-recreatieve infrastructuur in het buitengebied: de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van een dergelijke regio vormen de basis van de toeristische aantrekkingskracht.
In de deelruimte ‘Middenruimte’ wordt de bedrijvigheid verder ondersteund (dit betekent o.a. de verwevenheid van diverse soorten land- en tuinbouwactiviteiten en de aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid). Volgende hier relevante elementen zijn bepalend voor deze ruimte en het bijhorende beleid: o Stedelijke gebieden en een gelijkmatig gespreid rasterpatroon van kernen als bundeling van activiteiten: door de historisch gegroeide linten en verspreide bebouwing is het kernenpatroon vervaagd. De selectie van – op regelmatige afstand gelegen – structuurondersteunende hoofddorpen zal het wonen en werken sterker bundelen; o Beekvalleien, heuvelruggen, bosgebieden en openruimteverbindingen worden als natuurlijke bouwstenen gevrijwaard. Het nieuwe landschap van de Middenruimte dient (her)ingericht te worden met integratie van de overgebleven relicten zoals de bovenlokale reliëfcomponenten, openruimteverbindingen, beekvalleien en sommige bosgebieden. Op de structurerende heuvelruggen (waaronder ook de rug van Westrozebeke waartoe Nonnebossen behoren) dienen versnippering, terreinnivellering en bebouwing te worden vermeden. Het afbakenen van bouwvrije zones staat hiervoor garant.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 22 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
Wat betreft de deelstructuren worden volgende relevante elementen aangegeven voor Nonnebossen en omgeving: Wat de gewenste natuurlijke ruimtelijke structuur betreft valt het zuiden van de gemeente Zonnebeke onder “complexen van natuur”: gebieden met natuurelementen die een grote samenhang vertonen met het fysisch systeem. Andere belangrijke elementen op het grondgebied van Zonnebeke wat betreft de natuurlijke structuur zijn de “verbindingen”. Dit betreft enerzijds de ‘waterlopen’ (meerbepaald de rivier- en beekvalleien) en anderzijds de ‘reliëfcomponenten’: o Het netwerk van waterlopen vormt een onderdeel van de natuurlijke structuur en fungeert als verbinding tussen de verschillende complexen van natuur. Rivier- en beekvalleien vormen een belangrijke drager van de natuurlijke structuur. Ze dienen versterkt en ontwikkeld als structuurbepalend element. De valleien hebben een belangrijke verbindingsfunctie en zorgen voor differentiatie. o De reliëfcomponenten zijn structuurbepalend op provinciaal niveau in de ruimtelijke natuurlijke structuur en hebben een belangrijke verbindingsfunctie. Het vormen dragers van natuurlijke gebieden. Belangrijke reliëfcomponenten met betrekking tot de gemeente Zonnebeke zijn de WestVlaamse Heuvels en de Rug van Westrozebeke. Nonnebossen vormt een onderdeel van de hypothese van natuuraandachtzone ‘West-Vlaamse Heuvels’. Deze omvatten naast GEN-, GENO- en natuurverwevingsgebieden (aan te duiden door de Vlaamse overheid) ook een dicht net van natuurverbindingsgebieden tussen de verschillende natuureenheden. Andere activiteiten in deze zones zijn ook mogelijk waarbij ook vormen van gespecialiseerde landbouw of toeristisch-recreatieve infrastructuur mogelijk zijn. Afstemming is hier noodzakelijk. De St.-Jansbeek/Martjesvaart en de Hanebeek in de ruimere omgeving van Nonnebossen worden geselecteerd als natuurverbindingsgebied. Dit zijn gebieden waar kleine natuur- en landschapselementen de migratie van organismen vergemakkelijken in het landschap. Het zijn ruimten die groter zijn dan de kleine landschapselementen op zich die voor die natuurverbinding zullen zorgen. Hierdoor ontstaat een sterke band met de landschappelijke structuur omdat kleine landschapselementen bepalend zijn voor een bepaald type landschap. Volgende elementen zijn van belang: o Natuurverbindingsgebieden zijn in principe aaneengesloten gebieden; o Natuur is er een nevenfunctie die de hoofdfunctie – meestal landbouw – niet kan regelen; o Voor de natuurfunctie staan behoud, herstel en ontwikkeling van kleine landschapselementen, de ondersteuning van kleine natuurgebieden en het behoud van de open ruimte centraal in het beleid. Aangezien het een rivier- en beekvallei betreft, betekent dit dat er ruimtelijke voorwaarden worden gecreëerd die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de samenhang tussen de waterloop en de vallei versterken; Dit gebeurt door: o Behoud en herstel van kleine natuurgebieden en landschapselementen; o Natreven van een natuurlijke loop (meandering); o Zoveel mogelijk opheffen van barrières die de biodiversiteit verstoren; o Vrijwaren van bebouwing; o Behouden en versterken van waterbergend vermogen.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 23 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
Wat de gewenste ruimtelijke agrarische structuur betreft is Zonnebeke gelegen op het overgangsgebied tussen een landbouw met ‘de grondgebonden agrarische structuur als ruimtelijke drager’ en de landbouw met een ‘intensief gedifferentieerde agrarische structuur’ (onderscheid met oog op aanduiding van bouwvrije zones). In deze eerste zone worden grotere aaneengesloten gebieden met grondgebonden landbouw behouden en versterkt omwille van de samenhang van de agrarische structuur zelf. Dit komt ook de landschappelijke waarde, het open houden van het buitengebied of het recreatief medegebruik ten goede. In de tweede zone komt een grotere menging voor van zowel grondgebonden als grondloze landbouw. De draagkracht van de ruimte moet hier het uitgangspunt zijn voor de ontwikkelingsmogelijkheden en vernieuwing van de landbouw. Wat de gewenste ruimtelijke structuur voor toerisme en recreatie betreft is de toeristisch-recreatieve structuur van West-Vlaanderen opgebouwd uit diverse “netwerken”. Ze staan met elkaar in relatie via toeristisch-recreatieve “lijnelementen”. Daarnaast zijn er plaatsen of “knooppunten” met een uitgesproken toeristisch-recreatief karakter. De gemeente Zonnebeke behoort tot het toeristisch-recreatief netwerk ‘De Heuvelstreek’. Hierbinnen vormen vooral Ieper, met aansluitend het pretpark Bellewaarde (ten dele gelegen op het grondgebied van Zonnebeke) en Poperinge belangrijke stedelijke knooppunten. Dit netwerk wordt verder gekenmerkt door diverse relicten uit het oorlogsverleden verspreid in het landschap, archeologische relicten, de vele bossen en door de hoppe- en tabaksteelt. De streek heeft mogelijkheden om kleinschalige verblijfsaccomodatie in te richten in de landschappelijk aantrekkelijke gebieden. In de toeristisch-recreatieve netwerken kan bijkomende ruimte worden voorzien voor de uitbreiding van toeristisch-recreatieve activiteiten. De gemeente wordt doorkruist door twee ‘te onderzoeken’ toeristisch-recreatieve lijnelementen namelijk de oude spoorwegbedding Roeselare-Ieper en de as Poperinge-Menen. Bestaande lijnelementen worden geoptimaliseerd en verlengd met het oog op meer comfort en ruimtelijke kwaliteit. Nieuwe lijnelementen moeten worden uitgebouwd. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur van verkeer en vervoer gaat in de eerste plaats uit van een “concentratie van de verkeersstromen in bundels”. Op het grondgebied van Zonnebeke komt geen bundel van hoofdinfrastructuur voor, wel wordt de gemeente doorkruist door een “verbinding met primaire weg II als basis” (A19) en ten noorden van de gemeente loopt een “verbinding met secundaire weg I als basis”. De geselecteerde bundels worden verfijnd en aangevuld door een “fijnmazig verbindingsnet tussen steden en kernen”. Het veronderstelt een regionale vervoersstructuur van secundaire wegen, een multimodaal net van openbaar vervoer, een bovenlokaal fietsroutenetwerk en secundaire waterwegen. Daarnaast wordt voor bepaalde deelgebieden een aangepaste vervoersstructuur voorgesteld, het gaat niet om de deelgebieden waar de gemeente Zonnebeke bij hoort. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur van het landschap worden enerzijds ‘landschapseenheden’ en anderzijds ‘structurerende landschapselementen en componenten’ onderscheiden: o Binnen de landschapseenheden worden vier verschillende types onderscheiden. Bijna het gehele grondgebied van Zonnebeke behoort tot de ‘gave landschappen’. Het zijn relictzones van traditionele landschappen. Het gaat voornamelijk om de noord-zuid gerichte band van de heuvelrug van Oostrozebeke, waartoe Nonnebossen behoort. Het beleid is gericht op het behouden en versterken van de traditionele kernmerken en de karakteristieke relicten. Dit impliceert niet dat nieuwe ingrepen worden uitgesloten. Wel dient een verhoogde aandacht uit te gaan naar de wijze waarop de ingreep rekening houdt met de landschappelijke draagkracht van het gebied en dit in samenhang met de structurerende elementen en componenten. Ook het maximaal behouden van de open ruimte en de structuurkenmerken van het gebied staan voorop. Deze kenmerken zijn o.a. de perceelsstructuur, de meandering van waterlopen, de landschapstypologie, de morfologie en het nederzettingspatroon. o De structurerende elementen en componenten zijn de waarneembare objecten in het landschap en de openruimteverbindingen. Vier types worden onderscheiden. Op het grondgebied van Zonnebeke komt een structurerende reliëfcomponent voor, meerbepaald de heuvelrug van Oostrozebeke,
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 24 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
waarvan Nonnebossen deel uitmaakt en die de gemeente van noord naar zuid doorkruist. Het vormt een belangrijk element binnen de landschappelijke structuur, heeft een structuurbepalend karakter op provinciaal niveau en is visueel duidelijk gemarkeerd. Het beleid is gericht op het behouden en versterken van de visuele kwaliteit en herkenbaarheid van de heuvelrug. Hierbij dient een vrijwaring van bebouwing en andere storende elementen door de afbakening van bouwvrije en serrevrije zones in ruimtelijke uitvoeringsplannen te gebeuren. Het is ook belangrijk om versnippering van de heuvelrug tegen te gaan zodat de verbindingsfunctie gevrijwaard blijft.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 25 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
4.2
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zonnebeke
Inzake de gewenste nederzettingsstructuur in Zonnebeke moet er onderzoek verricht worden naar de toekomst van de recreatieve verblijfsgebieden. De recreatieve verblijfsgebieden de Nonnebossen en het Vijverbos worden voor het grootste deel permanent bewoond. Het gaat hier niet om een situatie van de laatste jaren, de permanente bewoning is er al sinds 1975. De gemeente wenst de permanente bewoners zekerheid te geven omtrent hun huidige woonst. Ze wenst naar oplossingen te zoeken dat deze inwoners kunnen blijven wonen waar ze al jaar en dag gehuisvest zijn. Deze bewoners/woonbehoefte zijn/is niet meegerekend in de huidige woningquota. De gemeente wenst via een planmatige aanpak naar een oplossing te zoeken voor de permanente bewoning binnen de recreatieve verblijfsgebieden. Ze wenst de huidige permanente bewoners niet de laan uit te sturen, maar samen met hen naar een valabele en menselijke oplossing te zoeken. De gemeente denkt hierbij aan het invoeren van een “recreatieve woonvorm” of “recreatief wonen”. Deze denkpiste zal verder worden onderzocht bij de realisatie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op het terrein. De nodige uitvoeringsplannen met in hoofdzaak specifieke inrichtingsvoorschriften zullen moeten worden uitgezet om deze nieuwe woonvorm te realiseren/legaliseren. Vermits dit een bovenlokale problematiek is, en de gemeente binnen het zoeken naar mogelijke oplossingen afhankelijk blijft van de beslissingen op hoger niveau, wordt aan de hogere overheid gevraagd met bovenstaande suggesties rekening te houden in het onderzoek naar oplossingen voor deze ‘Vlaamse’ problematiek. Wat betreft de gewenste agrarische structuur is de aanwezigheid van landbouwactiviteiten structuurbepalend binnen de open ruimte. De landbouwfunctie speelt een belangrijke rol in het openhouden van de open ruimte. De bestaande landbouwfunctie moet worden behouden en verdere ontwikkelingskansen krijgen, rekening houdend met de eisen op hoger niveau naar een extensivering van de landbouw en de noodzakelijke schaalvergroting voor de rendabiliteit van de bedrijven. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk dat het landbouwgebied zo maximaal mogelijk wordt voorbehouden voor de landbouw.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 26 van 65
Wat betreft de gewenste toeristisch-recreatieve structuur wenst Zonnebeke haar toeristisch-recreatieve netwerk verder uit te bouwen. Dit omvat enerzijds de uitbouw van een aantal nieuwe polen en anderzijds de opname van de aanwezige infrastructuur in een samenhangend netwerk. Binnen de huidige toeristisch-recreatieve structuur tekenen zich een toeristisch-recreatief gebied bij uitstek af (het boscomplex) en een toeristisch-recreatieve noord-zuid en oost-westas. De gemeente wenst dit gebied en deze assen in de toekomst te versterken, de potentiële polen worden er respectievelijk binnen gesitueerd en op geënt. Op die manier kunnen dit gebied en deze assen op termijn fungeren als ruggengraat van het toeristisch-recreatieve netwerk. Het toeristisch-recreatieve gebied bij uitstek omvat de verschillende bosfragmenten, Bellewaerde, de recreatieve verblijfsgebieden de Nonnebossen, het Vijverbos en het Hazebos, de potentiële projecten omtrent de dug-outs en de natuurontwikkeling op de voormalige zandwinningsputten. Het recreatief medegebruik van de open ruimte wordt hier maximaal mogelijk gemaakt. Binnen het toeristisch-recreatieve netwerk vormen de fietsroutes belangrijke verbindingen tussen de activiteiten en de dorpskernen en tussen de activiteiten onderling. ONTWIKKELEN VAN EEN STATUUT VOOR RECREATIEF WONEN De gemeente wil op zoek gaan naar een oplossing voor de huidige permanente bewoners binnen de recreatieve verblijfsgebieden. Ze wenst op zoek te gaan naar een specifieke planmatige oplossing voor deze gebieden. Verder onderzoek moet de mogelijkheden aftasten. Ze wenst deze gebieden een bijkomend statuut te geven. Uiteraard kunnen deze gebieden nooit onder dezelfde regelgeving als de woongebieden vallen. Toch wenst de gemeente een kader te creëren voor deze specifieke woonvorm opdat de huidige ‘zonevreemde’ bewoners niet zouden moeten worden geherlocaliseerd. Daar dit een bovenlokale problematiek vormt blijft de gemeente echter afhankelijk van de oplossingen op hoger niveau. De gemeente wenst dan ook de hogere overheid te suggereren bovengenoemde ideeën mee te nemen in het verdere onderzoek naar mogelijke oplossingen op Vlaams niveau.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 27 van 65
Wat betreft de gewenste landschappelijke structuur is het belangrijk voor de landschappelijke structuur van Zonnebeke dat de open ruimte vanaf vandaag maximaal kan worden gevrijwaard. Dit veronderstelt dat geen nieuwe bebouwing wordt toegelaten in de open ruimte. De bestaande bebouwing moet, al zijn het beperkte, mogelijkheden blijven krijgen om leegstand en verkrotting te voorkomen. Bijkomende ruimte voor andere activiteiten moet worden gezocht in aansluiting op de bestaande bebouwde structuren. Van belang voor de landschappelijke structuur is: - het tegengaan van reliëfnivellering en erosie van de heuvelrug; - het versterken / herstellen van de aanwezigheid van de beken en beekvalleien in het landschap door middel van kleine landschapselementen. Wat betreft de gewenste natuurlijke structuur is het vrijwaren van de specifieke landschappelijke structuur belangrijk. Dit veronderstelt tevens het beschermen van de waardevolle natuur. Belangrijk voor het goed functioneren van de natuurlijke structuur is haar samenhang zowel binnen de open ruimte als binnen en doorheen de bebouwde ruimte. Naast haar ecologische functie draagt ze tevens bij tot de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. Van belang voor de natuurlijke structuur is: - behouden en ontwikkelen van kleine landschapselementen en lineaire groenstructuren ten einde de noodzakelijke samenhang binnen de natuurlijke structuur te herstellen; - voorkomen van de aantasting van het bos- en bermenbestand; - realiseren van kleinschalige waterzuiveringsystemen waar geen riolering komt; - voorkomen van overbemesting. Wat betreft de gewenste economische structuur is voor de economische structuur van de gemeente Zonnebeke is structuurbepalend enerzijds haar ligging binnen de driehoek gevormd door de steden Ieper-Roeselare-Kortrijk en anderzijds haar dubbele aansluiting op de autosnelweg A19 Kortrijk-Ieper, een primaire weg categorie II met een belangrijke verzamel- en verbindingsfunctie op Vlaams niveau. De gemeente wenst deze economisch interessante regionale verankering ten volle te benutten om de positieve evoluties van de laatste jaren binnen de lokale economie te ondersteunen en verder uit te bouwen. De gemeente wenst een bedrijfsvriendelijk klimaat te creëren waarbij gezonde bedrijven zich, binnen ruimtelijke randvoorwaarden, kunnen ontwikkelen. De delocatietendens moet worden tegengegaan. De gemeente wenst bijkomende ruimte te creëren voor de herlocalisatie van zonevreemde bedrijven en voor de ontwikkeling van nieuwe lokale bedrijvigheid enerzijds en verdere ontwikkelingskansen te geven aan de niet meer te herlocaliseren zonevreemde bedrijven anderzijds. Belangrijk bij het uitzetten van de ontwikkelingsperspectieven zowel voor bestaande als voor nieuwe bedrijvigheid is de aandacht voor de kwaliteit van het leven te Zonnebeke (wonen, natuur, milieu, ...). Wat betreft de gewenste vervoers- en verkeerstructuur worden de dorpskernen in de huidige situatie geconfronteerd met heel wat doorgaand verkeer van en op weg naar A19. De gemeente wenst enerzijds de dorpskernen, als belangrijke woon- en scholenzones, verkeersleefbaarder te maken en anderzijds haar goede bereikbaarheid ten volle te benutten. Het juiste verkeer moet op de juiste wegen worden gebracht, zodat de grootste conflicten kunnen worden vermeden. Dit veronderstelt een functionele categorisering van het wegennet, gebaseerd op het selectief prioriteit geven aan ofwel de bereikbaarheid ofwel de leefbaarheid. Volgende functies worden onderscheiden: verbinden, verzamelen en toegang geven. De verschillende verkeerssoorten zoals het doorgaande, het in- en uitgaande en het zwaar verkeer moeten worden gekanaliseerd. Het doorgaande en zwaar verkeer moet zoveel mogelijk uit de verschillende centra worden geweerd. Het zoeken naar een mogelijke omleidingsweg (bevoegdheid provincie) voor de dorpskernen van Passendale, Zonnebeke en Beselare door het benutten van de voormalige spoorwegbedding vormt een belangrijke sleutel binnen dit gewenste scenario.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 28 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
4.3
Gevoerde planningsproces: provinciaal beleidskader voor de weekendverblijven
In de resolutie van het Vlaams Parlement van 27 juni 2002 werd een stappenplan vooropgesteld voor de planningsgerichte aanpak van de problematiek van de zonevreemde en/of permanent bewoonde weekendverblijfclusters. Hierbij werden vier stappen voorzien: stap 1: inventaris, stap 2: afweging vanuit elementen van Vlaams niveau, stap 3: uitwerking visie, ruimtelijke afweging en voorstel van ontwikkelingsperspectief op provinciaal niveau en stap 4: opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Inventaris door de Gemeente Het betreft een grote cluster, waarbij het overgrote deel van de weekendverblijven permanent bewoond worden (in totaal ongeveer 250 woningen waarvan 210 permanent bewoond). Hoewel de Nonnebossen op het eerste zicht een samenhangende cluster lijkt te vormen, kunnen we toch 7 verschillende entiteiten onderscheiden. 1. Nonnebossen Bos (bebost gebied dat de vier andere onderdelen van elkaar scheidt), ontsluit via de Nonnebossenstraat, de Oude Kortrijkstraat en Nonnenbossen-West. 2. Nonnebossen Noord, ontsluit via de Nonnebossenstraat. 3. Nonnebossen Oost, ontsluit via de Oude Kortrijkstraat. 4. Nonnebossen Zuid, ontstuit via Nonnebossen-west naar de Oude Kortrijkstraat 5. Nonnebossen West, ontsluit eveneens via Nonnebossen-west naar de Oude Kortrijkstraat. 6. Bio chalets 7. Het westelijke deel van de gewestplanbestemming (overkant Elfenbosdreef) Afweging vanuit elementen op Vlaams niveau De cluster van weekendverblijven is gelegen in zone voor verblijfsrecreatie volgens het gewestplan. De cluster wordt overwegend permanent bewoond. Volgens de afweging op Vlaams niveau werd de categorie 2b toegekend, wat betekent dat bestendigen van wonen tot de mogelijkheden behoort, maar dat randvoorwaarden worden gesteld naar de ontwikkelingsmogelijkheden. Tevens wordt gesteld: “Verdere afweging door de provincie mogelijk rekening houdend met de ligging in een aaneengesloten open ruimte gebied (bosstructuur en agrarische structuur). De nood aan verdere ruimtelijke afweging en opmaak RUP is ook afhankelijk van de evaluatie van de juridische situatie (goedgekeurde verkaveling). In principe vormt de verkavelingsvergunning een voldoende duidelijk juridisch kader. Indien dit niet het geval is kan verdere afweging door de provincie overwogen worden. Het afwegingskader permanent wonen dient hier dan ook te worden toegepast.”
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 29 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
Ruimtelijke visie op provinciaal niveau Het provinciaal beleidskader voor de weekendverblijven werd goedgekeurd door de deputatie op 24 april 2008. In dit beleidskader werden de ontwikkelingsperspectieven voor de verschillende clusters bepaald, gebaseerd op een ruimtelijke afweging. Bij deze ruimtelijke afweging werd rekening gehouden met de ligging van de cluster, de typering van de cluster en de juridische toestand. Bij de cluster Nonnebossen werd gesteld: “Het bestendigen van het permanent wonen is binnen deze cluster aanvaardbaar, aangezien: het om een grote aaneengesloten cluster gaat; de cluster overwegend permanent wordt bewoond; het permanent wonen reeds geruime tijd aanwezig is; De modaliteiten hiervoor zullen verder worden bepaald bij de opmaak van een provinciaal RUP. Er dient echter binnen de opmaak van een RUP verder te worden onderzocht op welke manier deze ruimtelijk wordt geconfigureerd, met het oog op een verbetering van de ontsluiting, brandveiligheid en dergelijke. Er worden randvoorwaarden gesteld naar de landschappelijke inpassing van de cluster. Het boskarakter dient in de mate van het mogelijke bewaard te blijven. Voorts wordt vastgesteld dat de cluster getypeerd wordt door het gemengd voorkomen van permanent wonen, weekendverblijven en onbebouwde percelen. Deze vallen niet af te baken in gescheiden zones. Er dient verder te worden onderzocht op welke manier hiermee zal omgegaan worden.” Deze randvoorwaarden dienen dan ook te worden meegenomen bij een verdere afweging en invulling in het RUP. Het opmaken van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Nonnebossen’ te Zonnebeke is een vierde en laatste stap in de aanpak van de problematiek die zich voordoet in de clusters van zonevreemde en/of permanent bewoonde weekendverblijven binnen de provincie. Na de eerste afweging op Vlaams niveau werd de provincie belast met het formuleren van ontwikkelingsperspectieven en eventuele opmaak van PRUP’s voor verschillende clusters op haar grondgebied. Op 24 april 2008 werd het beleidskader voor de weekendverblijven goedgekeurd door de deputatie. Binnen het beleidskader werd beslist dat het RUP ‘Nonnebossen’ te Zonnebeke één van vier te behandelen clusters is waarbinnen permanent wonen tot de mogelijkheden behoort, de andere gebieden waarvoor een PRUP inzake permanent wonen wordt opgemaakt zijn: Leugenboombos in Koekelare en Vorsevijvers te Wingene en Vijverbos in Zonnebeke. Deze worden gebiedsgericht aangepakt, met het bewaken van coherentie onderling.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 30 van 65
RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
4.4
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Onder titel V. Diverse bepalingen, Hoofdstuk IV. Aanpak permanente bewoning weekendverblijven staat: Art. 5.4.1: Begrip: “weekendverblijf”: een al dan niet verplaatsbare en vanuit bouwfysisch oogpunt hoofdzakelijk vergunde constructie die krachtens de stedenbouwkundige voorschriften niet tot permanente bewoning kan worden bestemd, en die voldoet aan volgende voorwaarden: Zij heeft een maximaal bouwvolume van 300m3, Onverminderd het tweede lid voldoet zij aan de vereisten, vastgesteld bij en krachtens artikel 5, §1, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, Zij is niet gelegen in een natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, aangewezen op een plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan; “permanente bewoners”: personen die voldoen aan beide hiernavolgende voorwaarden: Op 31 augustus 2009 betrekken zij reeds gedurende ten minste één jaar een weekendverblijf als hoofdverblijfplaats, zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente, Zij hebben geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik. Art. 5.4.2: Planologisch oplossingskader De voor de planopmaak bevoegde bestuursniveaus onderzoeken of planologische oplossingen kunnen worden geboden voor bestaande knelpunten op het vlak van de ruimtelijke inplanting en de permanente bewoning van weekendverblijven. Deze onderzoeken worden uiterlijk op 30 april 2012 afgerond. De ruimtelijke uitvoeringsplannen die gevolg geven aan het door deze onderzoeken vooropgestelde oplossingskader, worden uiterlijk op 30 april 2015 definitief vastgesteld. Planologische omzettingen van op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het bestemmingsplan bestaande en al dan niet permanent bewoonde weekendverblijven naar een zone waar permanent verblijf toegelaten is, worden niet aangerekend op de gemeentelijke woonquota, zoals bepaald door het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Zij worden evenmin meegerekend in de berekening van de woonbehoeften in het kader van de structuurplanning. In afwijking van artikel 2.6.14, §1, eerste lid, 2°, betalen de heffingsplichtige eigenaars van een weekendverblijf de naar aanleiding van een planologische oplossing verschuldigde planbatenheffing binnen een termijn van zes maanden na het verlenen, in laatste administratieve aanleg, van een stedenbouwkundige vergunning voor een functiewijziging naar de functie “wonen”.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 31 van 65
5
VISIEVORMING
5.1
Probleem van permanente bewoning
Het doel van dit RUP is een oplossing te bieden voor de problematiek van de aanwezige permanente bewoning. Een belangrijk knelpunt lijkt zich te situeren op niveau van het individuele perceel: een aantal percelen is bebouwd met volwaardige woningen, terwijl andere percelen bebouwd zijn met rechtmatige weekendverblijven en nog andere percelen op heden onbebouwd zijn. Zoals reeds gesteld in het provinciaal beleidskader van de weekendverblijven vallen deze heel moeilijk af te bakenen in verschillende afgescheiden zones, zeker niet op perceelsniveau. Wat wel opvalt is dat het vooral de verkavelingen Nonnebossen Noord, Oost, Zuid, West en Biochalets zijn, waar het permanent wonen nadrukkelijk aanwezig is. In Nonnebossen Bos is dit duidelijk minder het geval. Indien er echter voor geopteerd wordt om enkel een oplossing te bieden voor de huidige permanente bewoning door enkel deze te bestendigen heeft dit belangrijke nadelen: vanuit maatschappelijk oogpunt valt dit moeilijk te verdedigen: in dit opzicht wordt met het plan het signaal gegeven dat de overtreder wint. Immers krijgen de bewoners die zich daar illegaal gevestigd hebben nu rechtszekerheid voor permanente bewoning, terwijl de overige eigenaars die nooit een overtreding hebben begaan deze mogelijkheid niet krijgen. Vanuit het gelijkheidsbeginsel is dit niet te verantwoorden. op deze manier komt bovendien een ruimtelijk onsamenhangend gebied tot stand. De bestemming van de gronden zou immers per perceel verschillen zonder dat hier een echte ruimtelijke verantwoording voor te geven is. Vanuit het principe van eenduidigheid en rechtszekerheid is het beter om een eenduidige bestemming uit te werken voor de volledige zone, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de zone Bos en de verkavelingen West, Zuid, Noord, Oost en biochalets (zie verder). bovendien betekent een dergelijke maatregel dat een verdere versnippering van het gebied mogelijk is. De bestemming “verblijfsrecreatie” laat immers een verdere opsplitsing van percelen toe en geeft mogelijkheden tot een veel hogere bezettingsgraad (type weekendverblijfpark). Hierdoor zou het gebied, dat op vandaag een sterk boskarakter heeft, op termijn volledig volgebouwd kunnen worden. Zoals reeds gesteld in het beleidskader van de weekendverblijven dient dit ten allen tijde te worden vermeden en dient het boskarakter zoveel mogelijk te worden bewaard.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 32 van 65
VISIEVORMING
Deze knelpunten geven dan ook aan dat een andere oplossing noodzakelijk is, waarbij wordt gezocht naar een voorstel dat zowel maatschappelijk te verantwoorden is, als ruimtelijk enigszins aanvaardbaar. Bij het omgaan met het permanent wonen dient er ook rekening gehouden te worden met het groot verschil in ruimtelijk voorkomen tussen de verkavelingen West, Zuid, Noord, Oost en biochalets enerzijds en Nonnebossen Bos anderzijds: De verkavelingen West en Zuid kennen een redelijke interne ontsluiting en bieden een goede woonkwaliteit, maar op relatief kleine percelen. Het bos is hier grotendeels verdwenen en de woningen zijn quasi allemaal permanent bewoond. De verkavelingen Noord, Oost en Biochalets zijn middelmatig tot ronduit slecht ontsloten, maar bieden de nodige woonkwaliteit op relatief kleine percelen. Ook hier is het bos grotendeels verdwenen en wordt er quasi uitsluitend permanent gewoond op relatief kleine percelen. Nonnebossen Bos heeft een sterk boskarakter dat ruimtelijk duidelijk primeert boven de bebouwing. Gemiddeld genomen zijn de percelen veel groter dan in de verkavelingen West, Zuid, Noord, Oost en Biochalets. Tal van percelen zijn nog onbebouwd en er is nog een significant aandeel weekendverblijven. Bij de verdere uitwerking moet worden nagegaan hoe met dit verschil wordt omgegaan en hoe dit wordt vertaald in de stedenbouwkundige voorschriften.
5.2
Uitgangspunten voor het RUP
Zoals hierboven gesteld dient het RUP een ruimtelijk en maatschappelijk verantwoordbare oplossing na te streven. De volgende uitgangspunten worden dan ook vooropgesteld: het behoud van het groen karakter, het uitwerken van een maatschappelijk aanvaardbaar voorstel dat voldoende rechtszekerheid en duidelijkheid biedt en het tegengaan van een verdere versnippering: -
Behoud van het groen karakter De cluster is niet gelegen in gebied met specifieke Vlaamse en Europese bescherming. Het volledige plangebied is wel gelegen binnen de relictzone ‘Rug van Westrozebeke’. Dit landschap wordt als volgt omschreven: ‘Glooiend reliëf, verschillende panoramische zichten in vele richtingen vanop de heuvelkam: in westwaartse richting zicht op het Houthulstbos en noordwaarts zicht op de Handzamevallei. De skyline meestal topografisch begrensd. Beekvalleien en de geïsoleerde bossen en kerndorpen bepalen de hoofdstructuur, geen tot vrij weinig perceelsrandbegroeiing, kleine regelmatige blok tot strookvorminge percelering, vooral akkerland, verspreide bebouwing, langs wegen geconcentreerd, landelijk karakter.’ Met de opmaak van dit RUP worden ruimtelijke randvoorwaarden gesteld aan het gebied. Het moet de bedoeling zijn om de bestaande landschappelijke kwaliteiten van het plangebied te behouden én waar zinvol dit boskarakter terug te versterken. Het sterk beboste karakter van de deelzone Nonnebossen Bos moet worden behouden. Daarnaast is er ook een kenmerkende drevenstructuur aanwezig in het gebied die als kwalitatieve landschappelijke elementen dienen behouden te blijven.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 33 van 65
VISIEVORMING
Dit RUP zal ervoor zorgen dat de landschappelijke impact van de verdere ontwikkelingen in het plangebied beperkt wordt ten aanzien van de huidige vigerende stedenbouwkundige voorschriften. -
Maatschappelijk en ruimtelijk aanvaardbare oplossing Er dient gestreefd te worden naar rechtszekerheid voor de bestaande permanente bewoning (en weekendverblijven) binnen het plangebied. Het gebied kan hierbij afgebakend worden in 2 duidelijk af te scheiden ruimtelijke entiteiten: enerzijds de dense verkavelingen met kleine percelen (Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets én anderzijds Nonnebossen Bos met grotere percelen met een sterk bebost karakter. Er wordt gekozen voor een éénvormige bestemming per ruimtelijke entiteit (en niet per individueel perceel). Hierbij wordt permanent wonen planologisch mogelijk gemaakt binnen de dense verkavelingen met kleine percelen (Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid en Nonnebossen West en Biochalets); dit is ook logisch gezien de ruimtelijke verschijningsvorm. Voor Nonnebossen Bos wordt ervoor gekozen om de nadruk te leggen op het behoud van het sterke boskarakter en het permanent wonen en de weekendverblijven als een zonevreemde functie te beschouwen in het bos. Enkel bestaande woonconstructies (permanente woningen en weekendverblijven) kunnen worden behouden.
-
Tegengaan van verdere versnippering Zoals hierboven reeds besproken, dient te worden vermeden dat een verdere versnippering van het gebied mogelijk is. Om dit te bewerkstelligen worden de bouwmogelijkheden voor de dense verkavelingen met kleine percelen (Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets) beperkt tot 1 bouwvolume (woning/weekendverblijf) per kadastraal perceel. Het is aangewezen om – gezien de vaak kleine perceelsoppervlaktes – het samenvoegen van percelen te stimuleren. Voor Nonnebossen Bos is het doel om het sterke boskarakter maximaal te behouden. Enkel bestaande woonconstructies (permanente woningen en weekendverblijven) kunnen worden behouden. Er worden geen bijkomende woonconstructies (permanente woningen en weekendverblijven) meer toegestaan.
-
Bouwmogelijkheden Er is een duidelijk onderscheid in de bebouwingsdichtheid van de bebouwde zones in het plangebied die kunnen opgedeeld worden in 2 grote ruimtelijke entiteiten: o
Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets betreffen relatief kleine percelen, alsook de aanwezige bouwvolumes. Deze bouwvolumes overstijgen wel veelal de vigerende voorschriften van de stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven (B.V.R. 8/7/2005) die een maximaal bouwvolume van 240m³ aangeeft; aangepaste stedenbouwkundige voorschriften zijn aangewezen. Er werd door de gemeente een steekproefonderzoek
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 34 van 65
VISIEVORMING
gevoerd naar de aanwezige bebouwde oppervlaktes en bouwvolumes (zie bijlage). Op basis van dit onderzoek wordt er voorgesteld om in de stedenbouwkundige voorschriften het maximale bouwvolume op te trekken naar 400 m³, maar de maximale bebouwbare oppervlakte van 80 m² aan te houden Onderbouwing voor dit maximaal bouwvolume en de maximaal bebouwbare oppervlakte is de volgende:
o
De bestaande overwegend vergunde constructies hebben vaak een oppervlakte die het maximale aangegeven bouwvolume van 300 m³ overschrijdt (cfr. artikel 5.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening);
o
Het voorgestelde maximale bouwvolume van 400 m³ biedt aan alle hoofdgebouwen in het plangebied uitbreidingsmogelijkheden om eventuele comfortaanpassingen te maken: aan gebouwen met een reeds groot volume zeer beperkte uitbreidingsmogelijkheden; aan kleinere gebouwen ruime uitbreidingsmogelijkheden. ten aanzien van de bestaande toestand. Hierdoor worden ook de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor alle eigenaars in het plangebied gelijkgesteld;
o
De maximale bebouwbare oppervlakte wordt echter op 80 m² gehouden gezien de kleine gemiddelde perceelsoppervlakte.
Het is aangewezen om – gezien de vaak kleine perceelsoppervlaktes – het samenvoegen van percelen te stimuleren. Daartoe is het aangewezen om bij samenvoeging van percelen een iets groter maximaal bouwvolume toe te laten van 500 m³, dan wanneer de bestaande perceelstoestand dezelfde blijft. o
Nonnebossen Bos (bebost gebied dat de andere bovengaande onderdelen van elkaar scheidt): betreft overwegend grotere percelen, waarbij de bouwvolumes zeer divers zijn. Er worden geen bijkomende woonconstructies (permanente woningen en weekendverblijven) meer toegestaan. Enkel bestaande woonconstructies kunnen worden behouden. Voor deze bestaande woonconstructies wordt er vastgesteld dat deze inzake bouwvolume veelal de vigerende voorschriften van de stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven (B.V.R. 8/7/2005) overstijgen, die een maximaal bouwvolume van 240m³ aangeeft; aangepaste stedenbouwkundige voorschriften zijn aangewezen. Er werd door de gemeente een steekproefonderzoek gevoerd naar de aanwezige bebouwde oppervlaktes en bouwvolumes (zie bijlage). Op basis van dit onderzoek wordt er voorgesteld om in de stedenbouwkundige voorschriften het maximale bouwvolume op te trekken naar 400 m³, maar de maximale bebouwbare oppervlakte van 80 m² aan te houden. Onderbouwing voor dit maximaal bouwvolume en de maximaal bebouwbare oppervlakte is de volgende: o
De bestaande overwegend vergunde woonconstructies hebben vaak een oppervlakte die het maximale aangegeven bouwvolume van 300 m³ overschrijdt (cfr. artikel 5.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening);
o
Het voorgestelde maximale bouwvolume van 400 m³ biedt aan alle hoofdgebouwen in het plangebied uitbreidingsmogelijkheden om eventuele comfortaanpassingen te maken: aan gebouwen met een reeds groot volume zeer beperkte uitbreidingsmogelijkheden; aan kleinere gebouwen ruime uitbreidingsmogelijkheden. ten aanzien van de bestaande toestand. Hierdoor worden ook de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor alle eigenaars in het plangebied gelijkgesteld;
o
De maximale bebouwbare oppervlakte wordt echter op 80 m² gehouden gezien het streven naar het behouden van het sterk beboste karakter van de percelen.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 35 van 65
VISIEVORMING
Het is aangewezen om het streven naar grotere kadastrale percelen (zie bovengaand) te stimuleren. Dit kan men het best stimuleren door bij samenvoeging van twee of meer percelen een iets groter maximaal bouwvolume toe te laten van 500m³, dan wanneer de bestaande perceelstoestand dezelfde blijft.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 36 van 65
VISIEVORMING
5.3
Vertaling in het RUP
5.3.1
Algemeen
De opmaak van het RUP is beperkt tot de grenzen van het plangebied met als doel na te gaan welke zones geschikt zijn voor permanent wonen, en in welke zones dit uitgesloten dient te worden. Het RUP dient een ruimtelijk en maatschappelijk verantwoordbare oplossing na te streven. Het RUP zal randvoorwaarden opleggen om in delen van het plangebied naast recreatieve weekendverblijven, ook permanent wonen toe te staan en/of te behouden. Deze uitgangsprincipes worden als volgt vertaald in het RUP: -
de bestemming van de sterk permanent bewoonde delen in Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets, wordt vastgelegd als ‘zone voor recreatief wonen’ waarbij zowel permanente bewoning als weekendverblijf tot de mogelijkheden behoort.
-
De bestemming van Nonnebossen Bos wordt ‘zone voor bos’ i.f.v. het behoud van het sterk beboste karakter van deze zone. Hierbij kunnen de bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet verkrotte woonconstructies (permanente bewoning en weekendverblijven) als zonevreemde functie worden behouden.
-
De niet bebouwde open ruimte ten westen van de Elfenbosdreef met een huidig landbouwgebruik, wordt herbestemd van recreatiegebied naar ‘bouwvrij agrarisch gebied’ (categorie van gebiedsaanduiding ‘landbouw’). Hierdoor wordt het openruimtekarakter van dit deelgebied bewaard.
-
Het perceel met de vijver wordt specifiek hiertoe bestemd i.f.v. het behoud van dit kwalitatief landschappelijk element. Hierbij zal er worden gestreefd naar het verhogen van de natuurwaarden in en rond de vijver.
-
Naast de verkaveling Nonnebossen Oost ligt een horecagelegenheid. Om het karakter van het gebied te bewaren wordt deze zone specifiek bestemd als ‘zone voor horeca’ i.f.v; het behoud van de bestaande horeca-activiteiten. In de huidige vergunde toestand betreft dit een cafetaria, woning, stal voor paarden en huifkar en 3 vakantiewoningen.
-
De zonering ‘wegenis met openbaar karakter’ wordt enkel gebruikt voor het vastleggen van een volwaardige ontsluiting voor de dense verkavelingen (Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets). Daarnaast wordt ook de Sprookjesbosdreef in deze bestemming opgenomen, rekening houdende met het feit dat deze weg dient ter ontsluiting van een landbouwbedrijf net buiten het plangebied. Voor de ontsluiting van de ‘zone voor bos’ wordt geen specifieke wegenis/paden opgenomen in deze bestemming aangezien de bosbestemming dit niet nodig heeft. Er wordt enkel voorzien dat bestaande woonconstructies ontsloten kunnen worden.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 37 van 65
VISIEVORMING
5.3.2
Zone voor recreatief wonen Het betreft de verkavelingen Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets.
Deze hebben een zeer gelijkaardige ruimtelijke verschijningsvorm gekenmerkt door dense verkavelingen op relatief kleine percelen. Deze zones zijn quasi volledig permanent bewoond, dus is het zeker verantwoordbaar om in deze gehele zone permanent wonen toe te staan (naast weekendverblijven. Het valt niet te verantwoorden om de weinige niet-permanent bewoonde constructies en enkele resterende onbebouwde percelen uit deze deelzones te halen. Verder verkavelen van de zone is niet toegestaan. De datum van de plenaire vergadering van het RUP geldt als referentietoestand voor de kadastrale percelering. Slechts 1 woning/weekendverblijf per perceel is toegelaten. Een verdere opsplitsing van percelen om bijkomende bouwmogelijkheden te creëren is niet toegestaan. Bouwvolume en oppervlakte Bijna alle entiteiten zijn gebouwd binnen de toegelaten norm van 80m², de percelen zijn allen relatief klein. Daartoe is het aangewezen om de huidige vigerende bouwvoorschriften inzake maximale bebouwingsoppervlakte (inclusief overdekte bouwels en bijgebouwen) – nl. 80m² - te handhaven. De percelen zijn te klein om grotere bebouwde oppervlaktes te verantwoorden en op deze manier blijft er ook voldoende ruimte vrij voor (door)zichten naar de groenstructuren.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 38 van 65
VISIEVORMING
Het maximale bouwvolume wordt beperkt tot maximum 400 m³. Dit cijfer vloeit voort uit een steekproef uitgevoerd door de gemeente waaruit blijkt dat de bestaande bouwvolumes dit cijfer benaderen. Bij samenvoegen van percelen mag dit maximaal bouwvolume verhoogd worden tot maximaal 500 m³. Het hoofdgebouw(en) bestaat uit maximum 2 bouwlagen (eventuele bouwlaag in het dakvolume inbegrepen) De totale verharde oppervlakte mag daarenboven ook nooit meer dan de helft van de perceelsoppervlakte beslaan. Het boskarakter van deze zone wordt voornamelijk bepaald door de ligging aansluitend bij Nonnebossen Bos. Binnen de verkavelingen zelf is het bos quasi volledig verdwenen. Er wordt naar gestreefd om de ‘versteningsgraad’ van de percelen in te perken en een minimale groeninrichting op perceelsniveau te verzekeren door: binnen deze verkavelingen de resterende bestaande waardevolle groenvoorzieningen te behouden; gebouwen dienen op perceelsniveau te bestaan uit aaneengesloten gehelen. Dit betekent minder ruimte-inname ten voordele van het groen; Voor nieuwe gebouwen en herbouwen dient een minimale afstand ten aanzien van de zonegrens te worden gerespecteerd; beperkingen op te leggen inzake de maximaal bebouwbare oppervlakte en verhardingspercentage; opleggen van afsluitingen in streekeigen hagen (al dan niet in combinatie met draadafsluiting). Het gebied wordt bestemd als ‘zone voor recreatief wonen’ en valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘wonen’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 39 van 65
VISIEVORMING
5.3.3
Zone voor bos Het betreft het deelgebied Nonnebossen Bos.
Specifiek voor dit deelgebied dient een afweging gemaakt te worden in welke mate de bestaande permanente bewoning/weekendverblijven nog kunnen worden behouden en of er eventuele bijkomende bouwmogelijkheden kunnen worden geboden, terwijl het sterk beboste karakter als landschappelijke en identiteitsbepalende kwaliteit voor het plangebied behouden én eventueel versterkt kan worden. Uitgangspunten bij deze afweging zijn dus enerzijds het bieden van een oplossing aan de problematiek van permanente bewoning en anderzijds het zoveel mogelijk vrijwaren van het boskarakter. Hierbij zijn er twee kritische factoren: Bijkomende bouwmogelijkheden; Functie-invulling van woonconstructies.
Inzake de bijkomende bouwmogelijkheden zijn er verschillende invalshoeken: Uitgaan van integraal verkavelingsplan (omvattende de 39 verkavelingen opgenomen in het plannenregister van de gemeente Zonnebeke met als aangegeven status ‘niet vervallen of vervalstatus onbekend’) 78 loten nog onbebouwd. dit resulteert in een verdubbeling van de potentiële bebouwing t.a.v. huidige toestand, wat zal resulteren in een sterke aantasting en versnippering van het huidige kwalitatieve boskarakter. Uitgaan van de kadastrale perceelsstructuur nog 37 bijkomende bouwmogelijkheden de bestaande perceelsstructuur biedt soms weinig ruimtelijke relevantie cfr. de bestaande fysieke toestand op het terrein. Tevens kan door eventuele toekomstige opsplitsingen het boskarakter nog zeer sterk worden aangetast en versnipperd. Uitgaan van de nog niet-vervallen verkavelingen (selectie van de 39 verkavelingen opgenomen in het plannenregister van de gemeente Zonnebeke met als aangegeven status ‘niet vervallen of vervalstatus onbekend) 1. aantal nog bebouwbare loten is onbekend (maar zeker niet minder dan het aantal nog niet ingevulde kadastrale percelen boskarakter kan nog sterk aangetast en versnipperd worden.
1
zie ook disclaimer bij decretale bepalingen inzake ‘op te heffen verkavelingen (p. 48)’
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 40 van 65
VISIEVORMING
Uitgaan van eigendomssituatie: iedere eigenaar mogelijkheid tot 1 weekendverblijf geven (bestaand of nieuw) dit genereert ca. 20 bijkomende weekendverblijven. Dergelijke regelgeving kan niet opgenomen worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Een nieuwe/gewijzigde verkaveling is hiervoor noodzakelijk. (Let wel: hierbij wordt geen rekening gehouden met meerdere eigenaars voor 1 perceel). 2 Geen bijkomende bebouwing meer mogelijk: dit kan mogelijk leiden tot procedures voor planschadevergoeding.
Rekening houdende met het streven naar het behouden (en eventueel versterken) van het boskarakter, wordt er dus best geen bijkomende bebouwing meer toegestaan. Inzake de functie-invulling van woonconstructies: Bij de uitgangspunten van het RUP op een onderbouwde manier gekozen voor een éénduidig bestemmingsvoorschrift per ruimtelijke entiteit (Nonnebossen Bos) en niet per individueel perceel; Het aandeel permanente bewoning ligt hier significant lager dan in de dense verkavelingen, maar men wenst voor de bestaande vergunde permanente bewoning en weekendverblijven een gelijkwaardige ontwikkelingsperspectieven te creëren. Rekening houdende met deze aspecten kan men dus concluderen dat de bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructies (voor permanente bewoning en tijdelijk verblijf) best allebei als functie mogelijk worden gemaakt. Dit resulteert in volgend ontwikkelingsperspectief voor de ‘zone voor bos’: Het boskarakter is hier sterk aanwezig en er wordt bijna niet permanent gewoond. De landschappelijke en ecologische waarden van het bos zijn hier nog sterk aanwezig in deze zone met zijn verspreid aanwezige (woon)constructies. Daarom wordt het gebied beheerd als een bos en zijn ook alle activiteiten mogelijk voor de instandhouding, ontwikkeling en herstel van bos. De bestaande ‘woonconstructies’ (permanente bewoning en weekendverblijven) worden als zonevreemde constructies behandeld (overdruk op bestemming). Dit betekent dat enkel de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructies (permanente bewoning en weekendverblijven) hier kunnen worden behouden. Nieuwe woonconstructies voor permanente bewoning of weekendverblijven zijn niet toegestaan. Er wordt een definitie toegevoegd die duidelijk aangeeft wat er verstaan wordt onder een ‘hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructie’: woonconstructie moet hoofdzakelijk vergund zijn of geacht vergund te zijn als constructie volgens het logiesdecreet (als vakantiewoning, chalet of weekendverblijf). Het vergund zijn van de woonfunctie is geen vereiste; hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructie mag niet verkrot zijn; 2
zie ook disclaimer bij decretale bepalingen inzake ‘op te heffen verkavelingen (p. 48)’
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 41 van 65
VISIEVORMING
hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte constructie moet gericht zijn op wonen (permanent wonen of tijdelijk verblijven). De woonconstructie heeft een minimaal uitrustingsniveau i.f.v. dit wonen: toilet, wasbak, keuken met minimaal kook- en afwasvoorziening, leefruimte, slaapvoorzieningen; Deze bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructies kunnen blijven bestaan en kunnen eventueel beperkt uitbreiden binnen randvoorwaarden: De gebouwen hebben een maximale grondoppervlakte van 80m² inclusief overdekte bouwsels en bijgebouwen; De gebouwen hebben een totaal maximaal bouwvolume van 400 m³. Bij samenvoegen van percelen mag dit maximaal bouwvolume verhoogd worden tot maximaal 500 m³. Het hoofdgebouw(en) bestaat uit maximum 2 bouwlagen (eventuele bouwlaag in het dakvolume inbegrepen) Om het sterke boskarakter op deze percelen ook te garanderen wordt de ‘versteningsgraad’ van de percelen sterk ingeperkt en een minimale bebossingsgraad opgelegd: binnen deze verkavelingen dienen de resterende bestaande waardevolle groenvoorzieningen behouden te worden en minimaal 50% van het perceel moet ingericht worden met hoogstammig groen; beperkingen op te leggen inzake de maximaal bebouwbare oppervlakte en verhardingspercentage; gebouwen dienen op perceelsniveau te bestaan uit aaneengesloten gehelen. Dit betekent minder ruimte-inname ten voordele van het groen; Ontsluiting: de vergunde of vergund geachte woonconstructies (permanente bewoning en weekendverblijven) dienen te ontsluiten op de openbare wegenis. De ontsluiting hier is een privaatrechtelijk, waarbij er specifieke aandacht dient besteed te worden aan het feit dat deze wegenis geïntegreerd dient te zijn in het bos. Het gebied wordt bestemd als ‘zone voor bos’ en valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bos’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 42 van 65
VISIEVORMING
5.3.4
Zone voor bouwvrij agrarisch gebied’ (geel)
Ten westen van de Elfenbosdreef ligt nog een zone die volgens het gewestplan als recreatiegebied is bestemd. Het gebied is niet bebost en kent een landbouwgebruik. De zone vormt een eenheid met het omliggende openruimtegebied dat in het gewestplan is ingekleurd als ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’. De maatschappelijke nood aan verblijfsrecreatiegebieden met weekendhuisjes op individuele percelen in de regio is de laatste decennia sterk teruggelopen, ook in Nonnebossen. Er is hier dus zeker geen nood meer aan het behoud van bestemde ruimte voor (verblijfs)recreatie. De bestaand landbouwgebruik als onderdeel van een omliggende openruimtegebied, gekoppeld aan de tanende toeristisch-recreatieve attractie van Nonnebossen resulteert in de conclusie dat de bestemming als recreatiegebied achterhaald is. Overeenkomstig het huidig agrarisch landgebruik, wordt hier geopteerd voor een bestemming als ‘zone voor bouwvrij agrarisch gebied’, waarbij naast het agrarisch gebruik ook het behoud van de open ruimte wordt vastgelegd. De site wordt bestemd als ‘zone voor bouwvrij agrarisch gebied’ en valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘landbouw’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
5.3.5
Zone voor open oppervlaktewater (blauw)
Het perceel met de vijver in de verkaveling Nonnebossen West wordt specifiek hiertoe bestemd i.f.v. het behoud als oppervlaktewater met ontwikkeling van natuurwaarden. De site wordt bestemd als ‘zone voor open oppervlaktewater’ en valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘overig groen’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 43 van 65
VISIEVORMING
5.3.6
Zone voor horeca (paars)
Naast de verkaveling Nonnebossen Oost ligt een horecagelegenheid taverne ’t Nonnebos. Deze site omvat in zijn huidige vergunde toestand een cafetaria, een woning, een stal voor paarden + huifkar en 3 vakantiewoningen (als verblijfsgelegenheid gekoppeld aan de horeca-faciliteit). Deze ontwikkelingsmogelijkheden worden ook vastgelegd in het RUP. De site wordt bestemd als ‘zone voor horeca’ en valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘recreatie’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
5.3.7
Zone voor wegenis met openbaar karakter
In interactie met de ‘zone voor recreatief wonen’ wordt de zonering ‘wegenis met openbaar karakter’ enkel gebruikt voor het vastleggen van een volwaardige ontsluiting voor de dense verkavelingen (Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets): De verkavelingen West en Zuid kennen een redelijke interne ontsluiting. De verkavelingen Noord, Oost en Biochalets zijn middelmatig tot ronduit slecht ontsloten. Er dienen maatregelen genomen te worden in het kader van de brandveiligheid om een herbestemming naar ‘recreatief woongebied’ cfr. deze sectorale wetgeving in de praktijk mogelijk te maken. Indien hieraan wordt voldaan, voldoet men ook direct aan andere vigerende sectorale regelgeving bvb. inzake postbedeling, afvalophaling, enz. Hiertoe zullen de noodzakelijke ontsluitingswegen met minimale gabarieten en afmetingen in het RUP juridisch verordenend vastgelegd moeten worden. Bij de aanleg van deze wegenis dienen ook de nodige nutsvoorzieningen (bvb. gescheiden rioleringsstelsel) gerealiseerd te worden. Inzake wegenis ligt er centraal in Nonnebossen Noord en Nonnebossen Oost een gebied dat behoort tot de gemeenschap van bewoners. Dit gebied is in de oorspronkelijke verkavelingplannen aangeduid als wegenis en groenzone, maar niet uitgevoerd conform deze plannen. Delen van de gemeenschappelijke wegenis en groenzone zijn op heden door tuinen van aanpalenden ingenomen. Omgekeerd is er een zone bij Nonnebossen Zuid die noodzakelijk is voor de ontsluiting van de helft van de percelen, maar nooit als dusdanig opgenomen was in het verkavelingsplan. Gezien de omzetting van de bestemming naar een ‘zone voor recreatief wonen’ dient de wegenis planologisch in overeenstemming gebracht te worden met de vigerende sectorale wetgeving inzake brandveiligheid (en andere sectorale regelgeving). Om de bereikbaarheid voor brandweer en andere hulpdiensten, maar ook voor het inplanten van deze nutsvoorzieningen mogelijk te maken, is opname van deze zones die nog niet behoren tot het openbaar doemin in een onteigeningsplan, dan ook noodzakelijk. Na overleg met de brandweer werd duidelijk welke delen van deze zone noodzakelijk zijn ten aanzien van de brandveiligheid. Enkel de zones die hiervoor absoluut noodzakelijk zijn, zullen worden onteigend (cfr. principes onteigening ten algemenen nutte). Aan het RUP wordt een onteigeningsplan toegevoegd, waarin de gemeente zal worden aangeduid als onteigenende instantie.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 44 van 65
VISIEVORMING
Daarnaast worden ook de Sprookjesbosdreef en de Kabouterbosdreef in deze bestemming ‘wegenis met openbaar karakter’ opgenomen, rekening houdende met het feit dat deze wegen dienen ter ontsluiting van een goed net buiten het plangebied naar de Oude Kortrijkstraat toe. Voor de ontsluiting van de ‘zone voor bos’ wordt geen specifieke wegenis/paden opgenomen in deze bestemming, aangezien de bosbestemming dit niet nodig heeft. Voor de ontsluiting van de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woonconstructies (permanente bewoning en weekendverblijven) kan enkel aangegeven worden dat deze dienen te ontsluiten op de openbare wegenis. De ontsluiting hier is een privaatrechtelijk, waarbij er specifieke aandacht dient besteed te worden aan het feit dat deze wegenis geïntegreerd dient te zijn in het bos. Deze wegenis wordt niet opgenomen in de zone ‘wegenis met openbaar karakter’. De betreffende wegtracés worden herbestemd tot zone ‘wegenis met openbaar karakter’ en vallen onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘wonen’ cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Dit is logisch aangezien het leeuwenaandeel van deze wegenis dient ter ontsluiting van de ‘zone voor recreatief wonen’.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 45 van 65
VISIEVORMING
5.4
Overige elementen
5.4.1
Brandveiligheid en riolering
Een deel van de wegen aangegeven op de goedgekeurde verkavelingsplannen zijn nooit gerealiseerd. De bestaande wegenis die wel is gerealiseerd, is overal in privaat eigendom en de noodzakelijke minimale bereikbaarheidsvoorschriften inzake brandveiligheid zijn ondermaats. Hier wordt ervoor geopteerd om de wegenis onder te brengen in het openbaar domein i.f.v. het algemeen belang. Echter niet alle gronden die zullen worden opgenomen in de zone ‘Bos’ zullen moeten onteigend worden (cfr. onteigening ten algemenen nutte i.f.v. brandveiligheid). De afbakening van de (delen van) percelen die zullen worden opgenomen in het onteigeningsplan, werden in overleg met de hulpdiensten bepaald. Het oorspronkelijke verkavelingsplan en het technische opmetingsplan vormden hierbij de leidraad. Voor de resterende delen van de zone ‘wegen met openbaar karakter’ vormt het RUP echter geen oplossing. Dit zal privaatrechtelijk moeten geregeld worden.
In het verkavelingsplan was een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie (KWZI) ingepland ten noorden van het gebied. Deze noodzaak vervalt aangezien het gebied volgens het zoneringsplan zal worden aangesloten op de collectoren. Volgens het zoneringsplan moet hier een gescheiden rioleringsstelsel komen.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 46 van 65
6
DECRETALE BEPALINGEN
6.1
Opgave van de strijdige bepalingen
6.1.1
Gewestplan
De stedenbouwkundige voorschriften en de bestemmingen, van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Nonnebossen’, vervangen de stedenbouwkundige voorschriften en de bestemmingen van het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979) voor wat betreft de zones die binnen het plangebied van het PRUP vallen. Het betreffen volgende bestemmingen van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen alsook de bestemmingen uit de aanvullende stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan Ieper-Poperinge: gebied voor verblijfsrecreatie De betreffende stedenbouwkundige voorschriften: Recreatiegebied (KB 28/12/1972) ART. 16. 5. De recreatiegebieden: 5.0. De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren. 5.1. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. 5.2. De gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendverblijfparken.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 47 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.1.2
Opheffen van verkavelingsvergunningen
Ten einde een eenduidige en transparante ruimtelijke ordening van het gebied te kunnen verwezenlijken, die voor iedereen duidelijkheid en rechtszekerheid biedt, is een belangrijke doelstelling dat alle verkavelingen bij inwerkingtreding van het RUP niet meer gelden. Conform artikel 4.6.5§1 VCRO kunnen verkavelingen worden opgeheven door middel van een RUP-procedure. Door het opheffen van verkavelingen worden de stedenbouwkundige voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan van toepassing waardoor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied wordt afgestemd op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingsvisie zoals aangegeven in dit document. Na analyse van de huidige juridische toestand, wordt vastgesteld dat deze heel complex is. Dit geldt in het bijzonder voor de verkavelingen in het deelgebied Nonnebossen Bos. Deze zijn opgenomen in het vergunningenregister van de gemeente Zonnebeke als: “niet vervallen of vervalstatus onbekend”. Dit betekent echter geenszins dat alle verkavelingen die hieronder worden opgesomd nu als geldig kunnen worden beschouwd. In de onderstaande disclaimer wordt opgelijst aan welke voorwaarden een verkaveling dient te voldoen om op heden nog niet vervallen te zijn. Vooral in de zone Nonnebossen Bos kan omwille van deze voorwaarden het al dan niet vervallen zijn van de verkavelingen worden betwist. De provincie West-Vlaanderen wenst aan de hand van het RUP juridische duidelijkheid te geven en stelt daarom dan ook dat bij de inwerkingtreding van het RUP alle verkavelingen niet meer van toepassing zijn. Ter volledigheid is het dan ook noodzakelijk alle verkavelingen als op te heffen verkavelingen op te lijsten binnen het RUP, ongeacht of deze op heden reeds zouden zijn vervallen. De opname in onderstaande lijst van een verkaveling wil bijgevolg geenszins zeggen dat de provincie op heden oordeelt dat deze verkaveling niet vervallen is. Bij inwerkingtreding van het PRUP ‘Nonnebossen’ worden bijgevolg volgende (al dan niet nog geldende) verkavelingen opgeheven: VK Nonnebossen Bos dd. 04/02/1982 - 562.1052 PR/AMC (39 verkavelingen) VK N.v. Nonnebossen dd. 26/05/1975 - 248.358 JD/DC VK N.v. Nonnebossen dd. 10/01/1980 - 562.1029 De Zandberg 25/01/89 (wijz. 07/03/90) - 248.358 JVO/AS De Zandberg 25/01/89 (wijz. 07/03/90) - 248.258 JVO/AS VK Biochalets 09/11/1999 (wijz.28/10/2002) - 5.00/33037/1152.1
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 48 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
DISCLAIMER: Het al dan niet juridisch geldig zijn van deze verkavelingen kan in bepaalde gevallen worden betwist aangezien er in het verleden aan de voorwaarden inzake oplevering van de wegenis of een voldoende aandeel verkochte en/of bebouwde percelen niet is voldaan. Voor de verkavelingsvergunningen mét wegenisaanleg goedgekeurd in de periode tussen 22/12/1970 en 1/05/1995 moeten volgende punten onderzocht worden teneinde na te gaan of de verkaveling al dan niet vervallen is (artikel 4.6.4. § 2 en artikel 7.5.6., lid 2 en 3 VCRO): - Wegenbouwwerken opgeleverd binnen 5 jaar na afgifte vergunning; - Voor 1 mei 2005 minimaal 1/3 van de percelen geregistreerd voor verkoop, verhuring voor meer dan 9 jaar, erfpacht of opstalrecht - Voor 1 mei 2010 minimaal 2/3 van de percelen geregistreerd voor verkoop, verhuring voor meer dan 9 jaar, erfpacht of opstalrecht Daarbij zijn ook volgende aspecten van belang: - Tijdige bebouwing – uiteraard enkel met een geldige stedenbouwkundige vergunning - door de verkavelaar conform de verkavelingsvergunning, wordt met verkoop gelijk gesteld (artikel 4.6.4. §2, lid 2 VCRO); - Met verkoop worden gelijkgesteld: de nalatenschapsverdeling en de schenking, met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenot of begunstigde in aanmerking komt; - Alleen de huur die erop is gericht de huurder te laten bouwen op het gehuurde goed komt in aanmerking; - Het verval van rechtswege kan niet worden tegengesteld aan personen die zich op de verkavelingsvergunning beroepen indien zij kunnen aantonen dat met betrekking tot één of meer van hun kavels, de overheid na het verval van de verkavelingsvergunning toch nog wijzigingen aan de verkavelingsvergunning heeft toegestaan, of stedenbouwkundige of bouwvergunningen of stedenbouwkundige attesten heeft verleend (artikel 4.6.4. § 6 VCRO). Volledigheidshalve moet worden gewezen op de specifieke problematiek van de verkoop van een verkaveling in haar geheel. Volgens artikel 4.6.4, § 1, tweede lid, 2° VCRO komt de verkoop van een verkaveling in haar geheel niet in aanmerking om het verval van de verkavelingsvergunning te verhinderen. Artikel 7.5.6 VCRO voorziet evenwel in een overgangsmaatregel voor verkopen in hun geheel uit het verleden. “Art. 7.5.6. De artikelen 4.6.4 tot en met 4.6.8 zijn van toepassing op de verkavelingsvergunningen die verleend zijn vanaf 22 december 1970 en vóór 1 mei 2000. De beperking van artikel 4.6.4, §1, tweede lid, 2°, geldt evenwel niet ten aanzien van de verkopen van verkavelingen in hun geheel die vaste datum hebben verkregen vóór 1 september 2009, op voorwaarde dat de overheid hetzij op grond van of refererend aan de verkavelingsvergunning stedenbouwkundige of bouwvergunningen of stedenbouwkundige attesten heeft verleend, hetzij wijzigingen aan de verkavelingsvergunning heeft toegestaan, inzoverre deze door de hogere overheid of de rechter niet onrechtmatig werden bevonden. Dergelijke verkopen in hun geheel konden wél het verval van een verkavelingsvergunning verhinderen. Het voorgaande heeft nimmer voor gevolg dat teruggekomen wordt op in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen die tot het verval van verkavelingsvergunningen hebben besloten op grond van het oordeel dat verkopen van verkavelingen in hun geheel niet van aard zijn het verval van een verkaveling te verhinderen.”
Dit betekent dat de verkoop van een verkaveling in haar geheel die dateert van voor 1 september 2009 toch het verval van de verkaveling kan verhinderen op voorwaarde dat de overheid voor die datum stedenbouwkundige vergunningen of attesten heeft verleend of wijzigingen aan de verkavelingsvergunning heeft toegestaan. Bijgevolg zal, gelet op bovenstaande regels, voor de verkavelingsvergunning moeten onderzocht worden, welke vergunningen vervallen zijn en welke niet.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 49 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
Indien een eigenaar wenst aanspraak te maken op planschade door het opheffen van de verkavelingen via dit ruimtelijk uitvoeringsplan, zal deze moeten aantonen dat de verkaveling nog effectief geldig was op het moment van goedkeuring het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het feit dat een verkaveling nu in deze lijst is opgenomen wil dus geenszins zeggen dat de provincie West-Vlaanderen deze verkaveling als niet vervallen beschouwt.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 50 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.2
Ruimtebalans
Bestemming gewestplan
Oppervlakte (m²) bij benadering
gebied voor verblijfsrecreatie
299.594,00
TOTAAL
299.594,00
Door middel van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Nonnebossen’ worden de bestemmingen van het gewestplan, voor wat betreft de zones die binnen het plangebied van het RUP vallen, opgeheven en vervangen door onderstaande bestemmingen: Bestemming RUP
Oppervlakte (m²) bij benadering
Gebiedscategorie ‘wonen’ zone voor recreatief wonen wegenis met openbaar karakter
115.214,00 98.100,10 17.113,90
Gebiedscategorie ‘recreatie zone voor horeca
6.203,00
Gebiedscategorie ‘landbouw’ zone voor bouwvrij agrarisch gebied
13.139,00
Gebiedscategorie ‘bos’ zone voor bos
158.336,00
Gebiedscategorie ‘overig groen’ zone voor open oppervlaktewater TOTAAL
6.702,00 299.594,00
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 51 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.3
Watertoets
6.3.1
Algemeen kader
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed. Het besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Het besluit, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2006 (Nr. 350 - pag 58326), treedt in werking op 1 november 2006.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 52 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.3.2
Toepassing op het PRUP ‘Nonnebossen’
Mogelijk of effectief overstromingsgevoelige gebieden (geactualiseerde watertoetskaarten 2012)
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 53 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 54 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
De percelen binnen het plangebied zijn volgens de watertoetskaarten mogelijk overstromingsgevoelig, voor een deel infiltratiegevoelig en matig tot zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem zouden kunnen ontstaan als gevolg van verandering in afvoer van oppervlaktewater, structuurverandering van waterlopen, infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van oppervlaktewater en grondwater en de wijziging in grondwaterstroming. Voor wat betreft infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake o.a. hemelwaterputten. Dit geldt voor verharde oppervlakten zowel op privaat domein als publiek domein. Voorkeur gaat uit naar hergebruik van hemelwater, gevolgd door in afnemende voorkeur: infiltratie op eigen terrein, buffering met vertraagd lozen in oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater en tot slot lozing in de hemelwaterafvoerleiding in de straat.
grondwaterstromingsgevoeligheid
Het RUP vormt niet het kader voor grote ondergrondse constructies; Wat betreft grondwaterstromingspatronen vallen bijgevolg geen significant negatieve effecten te verwachten. Er zijn mogelijk overstromingsgevoelige gebieden aanwezig binnen het plangebied volgens de watertoetskaarten. Om dit gebied niet bijkomend te belasten door het creëren van bijkomend woongebied moet binnen de stedenbouwkundige voorschriften bijkomende verharding beperkt worden (maximaal te bebouwen en verharden oppervlaktes, maximaal gebruik van waterdoorlatende verhardingen, enz.).
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 55 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.4
Buurtwegentoets
Binnen het plangebied is voetweg nummer 33 gelegen. Buurtweg nummer 5 (Oude Kortrijkstraat) grenst aan het plangebied. Deze wegen bestaan vandaag nog steeds als weg en voetweg nummer 33 wordt met het RUP binnen het plangebied bestemd als ‘wegenis met openbaar karakter’.
Atlas der Buurtwegen volgens www.giswest.be
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 56 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.5
Conclusies onderzoek tot m.e.r.
De ontheffingsbeslissing betreffende het onderzoek tot m.e.r. werd verleend op 05/03/2010. De ontheffingsbeslissing wordt toegevoegd in bijlage. Voor de herbestemming die binnen het planologisch kader van het RUP ‘Nonnebossen’ zullen kunnen gerealiseerd worden, is er van rechtswege geen planMER-plicht. Er zijn ook geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten want: De impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in dit planologisch kader kunnen worden gerealiseerd hebben slechts een beperkte potentiële impact op de milieueffecten; Er zijn geen beschermingen in het plangebied of in de onmiddellijke nabijheid aanwezig die met betrekking tot de bestemmingswijzigingen en/of activiteiten bijzondere aandacht vergen; Er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu-impact zwaarder zullen doen doorwegen indien rekening gehouden wordt met onderstaande aandachtspunten: Bodem en water: Gezien de ligging binnen oppervlaktewaterwingebied is de agrarische zone ten westen van het plangebied verbonden aan de strikte regelgeving van het mestdecreet (BVR 20 december 1995, gewijzigd bij BVR van 25 juli 1996). Voor wat betreft infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake o.a. hemelwaterputten. Dit geldt voor verharde oppervlakten zowel op privaat domein als publiek domein. Voorkeur gaat uit naar hergebruik van regenwater, verder in afnemende voorkeur: infiltratie op eigen terrein, buffering met vertraagd lozen in oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater en tot slot lozing in de regenwaterafvoerleiding in de straat. Landschap: Met de opmaak van dit RUP worden ruimtelijke randvoorwaarden gesteld aan het gebied. De percelen mogen niet verder opgedeeld worden en de bestaande kwaliteiten zoals structurele groenwaarden worden in voorschriften vastgelegd. Fauna en flora ‘Nonnebossen Bos’ beschikt over een uniek, waardevol biotoop dat tevens verscheidene kwetsbare zones bevat. Verdere ontwikkeling in de vorm van verblijfsrecreatie, regularisatie en/of bestemmingswijziging zou voor deze zones nefast kunnen zijn indien niet voldoende aandacht geschonken
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 57 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
wordt aan het behoud van deze biologisch, waardevolle complexen. Een permanente bewoning en/of verder ontwikkeling van de cluster ‘Nonnebossen Bos’ is in dit opzicht uitgesloten. Een passende bestemming en/of uitdoofbeleid moet de ecologische waarde van deze biotopen bewaren met behulp van een verplicht percentage bebossing en een goed handhavingsbeleid. Mens Met betrekking tot de brandveiligheid en brandbestrijding dient in samenspraak met de Brandweer van Zonnebeke een aangepaste circulatie en rooilijnplan opgemaakte te worden. De verbreding van de interne ontsluitingswegen is absoluut noodzakelijk om de veiligheid te garanderen van de bewoners. Volgens het zoneringsplan van de VMM behoort het totale plangebied tot ‘collectief te optimaliseren buitengebied’. Een dient bijgevolg een rioleringsplan opgemaakt te worden dat de woningen in directe aansluiting brengt met het zuiveringsstation. Er dient te worden gezocht naar een maatschappelijk aanvaardbare oplossing. Ondanks bovenstaande aandachtspunten is het echter duidelijk dat de toekomstige (planologische) situatie zal verbeteren ten aanzien van het nulalternatief. Mits in acht name van bovenstaande elementen dient er bijgevolg geen planMER opgemaakt te worden voor het RUP ‘Nonnebossen’. Bij de beslissing tot ontheffing van mer-plicht werden nog een aantal aandachtspunten meegegeven die voortkwamen uit gegeven adviezen. Deze zijn: - Verder onderzoek naar het al dan niet toelaten van bebouwing op de onbebouwde percelen in relatie tot het behoud van de huidige waardevolle ecotopen - Duidelijkheid te scheppen voor deelzone 7 en de noodzaak tot het behoud van de huidige bestemming. Aan deze aandachtspunten wordt verder invulling gegeven in het voorontwerp RUP.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 58 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
6.6
Onteigeningsplan
Kaart: onteigeningsplannen Nonnebossen Noord en Zuid
Onteigenen van de wegenis is noodzakelijk om de werken te kunnen uitvoeren die nodig zijn om de veiligheid en bereikbaarheid in het woongebied te kunnen garanderen. Motivering van het algemeen belang Volgende elementen motiveren de voorgestelde onteigeningen ten algemenen nutte: Federale wetgeving inzake brandveiligheid Door de goedkeuring van het PRUP zullen delen van het plangebied herbestemd worden van ‘recreatiegebied’ naar ‘zone voor recreatief wonen’. Hierdoor wordt hier ook strengere federale wetgeving inzake brandveiligheid op van toepassing om de brandveiligheid en de veiligheid in het algemeen te garanderen. Specifiek gaat het hier om de bereikbaarheid van de woningen voor brandweervoertuigen en andere hulpdiensten. In samenspraak met de lokale brandweer werd gekeken welke ruimte minimaal noodzakelijk is om deze vereiste toegankelijkheid te kunnen garanderen. Het betreft de hoofdwegenis in de verkavelingen Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, en Biochalets en een stukje van de wegenis in de verkaveling Nonnebossen West, waar de huidige voorziene wegenis ontoereikend is om te voldoen aan deze federale wetgeving. Daarnaast dienen ook de zijtakken van deze hoofdwegenis, waar achterliggend nog enkele verblijven gelegen zijn, ook bereikbaar te zijn voor brandweer te voet met een slang. De breedte van deze zijtakken is minder van belang, we kunnen hier uitgaan van de bestaande collectieve delen die nog aanwezig zijn. Om de realisatie van deze wegenis te kunnen garanderen dienen deze perceelsdelen in een onteigeningsplan te worden opgenomen, aangezien deze zich vandaag immers in (collectief) privaat eigendom bevindt. De onteigening is noodzakelijk opdat de overheid de noodzakelijke wegeniswerken zou kunnen uitvoeren. Decretale regelgeving inzake integraal waterbeleid Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 vereist dat op termijn elke woning voldoet aan de principes van integraal waterbeleid. Hierbij dient het afvalwater gezuiverd te worden; In het zoneringsplan wordt voor het plangebied aangegeven dat het gebied zal worden aangesloten op collectoren en de waterzuivering zal gebeuren in een RWZI. Om dit praktisch mogelijk te maken, dient de nodige riolering aangelegd te worden die het afvalwater van de woningen afvoert naar de RWZI. Rekening houdende met noodwendigheden en algemeen beheer dient deze riolering ten allen tijde bereikbaar te zijn voor de beherende instantie, meerbepaald de gemeente Zonnebeke. Hiertoe dient deze riolering gelegen te zijn in een zone met openbaar karakter. Om zo min mogelijk ruimte te moeten innemen wordt deze ruimte grotendeels gecombineerd met de openbare wegenis.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 59 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
Woonpercelen die niet met openbare wegenis worden ontsloten zullen wel bereikbaar moeten zijn voor ondergrondse nutsleidingen. Hiertoe wordt bijkomend een smalle strook onteigend tot die reikt tot op niveau van het perceel van elke woning. Op deze manier zullen alle percelen die als woongebied worden bestemd binnen dit RUP voldoen aan de principes van integraal waterbeheer, en worden aangesloten op het rioleringsnet. 6.7
Planbaten, planschade en compensatieregeling
Conform artikel 2.2.2 §7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient een RUP in voorkomend geval te bevatten: een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. Een compensatieregeling is op het plangebied niet van toepassing. De mogelijke planbatenheffing is conform de VCRO van toepassing op de zones die door dit RUP een bestemmingswijziging van de categorie van gebiedsaanduiding recreatie naar de categorie wonen ondergaan: In eerste instantie zijn dit de rood omlijnde zones op bijgaande kaart, nl; de dens bebouwde verkavelingen Nonnebossen Noord, Nonnebossen Oost, Nonnebossen Zuid, Nonnebossen West en Biochalets die cfr. het vigerende gewestplan momenteel bestemd zijn als ‘recreatiegebied’ en herbestemd worden naar ‘zone voor recreatief wonen’; In tweede instantie betreft dit het deelgebied Nonnebossen Bos waar permanent wonen als zonevreemde functie mogelijk wordt in de zone voor bos die cfr. het vigerende gewestplan momenteel bestemd is als ‘recreatiegebied.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 60 van 65
DECRETALE BEPALINGEN
Mogelijke planbaten DISCLAIMER bij kaart mogelijke planbaten en kaart mogelijke planschade Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel 2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie. Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grond- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be, rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op www.codex.vlaanderen.be, zoekterm “gebruikerscompensatie”. Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden. Meer informatie over het register is opgenomen in de toelichting die eveneens in deze bijlage van het RUP is opgenomen.”
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 61 van 65
Mogelijke planschade is conform de VCRO van toepassing op: de zone die door dit RUP een bestemmingswijziging van de gebiedscategorie recreatie naar de categorie landbouw gaat (gele kleur op bijgaande kaart). Het deelgebied Nonnebossen Bos die nu cfr. het gewestplan behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding ‘recreatie’ en in de toekomst tot de categorie van gebiedsaanduiding ‘bos’ (groene arcering op bijgaande kaart).
Mogelijke planschade
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 62 van 65
7
BIJLAGEN
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 63 van 65
7.1
PRUP ‘Nonnebossen’ - ontheffingsbeslissing Dienst MER onderzoek tot m.e.r.
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 64 van 65
BIJLAGEN
7.2
PRUP ‘Nonnebossen’ – verslag plenaire vergadering
RUP_30000_213_00080_00001_tn_juni2012.doc Pagina 65 van 65
Bijlagen: adviezen
Vertegenwoordiger(s)
Provinciehuis Boeverbos ● Koning Leopold III-laan 41 ● B-8200 Sint-Andries ● Telefoon 050 40 31 11 ● Fax 050 40 31 00
- Toerisme Vlaanderen
- Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn West-Vlaanderen
- Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer
- Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - tav. David Stevens
Verontschuldigd:
Tom De Visschere
Stephaan Barbery, diensthoofd ruimtelijke planning
Patrick Van Gheluwe, gedeputeerde
- provincie West-Vlaanderen
Stijn Loose
- Agentschap voor Natuur en Bos West-Vlaanderen
Piet Gellynck, voorzitter
- PROCORO West-Vlaanderen
Patrick Blancke, diensthoofd ruimtelijke ordening
Francis Claeys, secretaris
Franky Bryon, eerste schepen
Verslaggever: Tom De Visschere Telefoon 050 40 32 29 Fax 050 40 33 76 e-mail:
[email protected]
Betreft: Verslag plenaire vergadering voorontwerp PRUP Nonnebossen (Zonnebeke)
Dirk Cardoen, burgemeester
- CBS Zonnebeke
Aanwezig: Instantie
Datum vergadering: 28/06/2011
Verslag
Ruimtelijke Planning
Eerst werden de adviezen van de verontschuldigde instanties overlopen.
De vergadering gaat akkoord om de PRUP’s Nonnebossen en Vijverbos samen te behandelen, gezien de dossiers en ook de adviezen sterk gelijklopend zijn.
2. Bespreking adviezen
2
Deze schriftelijke adviezen worden integraal bij het verslag gevoegd (zie bijlagen). De adviezen werden ontvangen voor of tijdens de plenaire vergadering.
- Toerisme Vlaanderen
- Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn West-Vlaanderen
- Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer
West-Vlaanderen
- Agentschap voor Natuur en Bos West-Vlaanderen -
- PROCORO West-Vlaanderen
- Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - tav. David Stevens
- CBS Zonnebeke
Volgende instellingen en administraties hebben schriftelijk advies gegeven:
- Toerisme Vlaanderen
- Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn West-Vlaanderen
- Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer
West-Vlaanderen
- Agentschap voor Natuur en Bos West-Vlaanderen -
- Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling
- PROCORO West-Vlaanderen
- Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - tav. David Stevens
- CBS Zonnebeke
Volgende instanties zijn om advies gevraagd:
1. Inleiding
Verslag van de plenaire vergadering over het voorontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Nonnebossen (Zonnebeke)
De Lijn geeft de opmerking mee dat er in het document geen melding wordt gemaakt van de twee belbushaltes die in de nabijheid van het plangebied gelegen zijn.
3
De Lijn De Lijn gaf enkel advies over het PRUP Nonnebossen aangezien het hier gaat om meer dan 250 wooneenheden.
Het behoud van geïsoleerde verspreide bebouwing is geen antwoord op een duurzame visie op wonen. Wonen nabij een kern dient de voorkeur te krijgen. Als suggestie wordt hier het uitdoofbeleid aanbevolen.
Voor het PRUP Vijverbos werd in een vroeger stadium gevraagd rekening te houden met de beekvallei in het zuiden van het plangebied, hier is nu voldoende rekening mee gehouden.
Voor het PRUP Nonnebossen wordt de opmerking meegegeven dat het niet evident is om een gebied met weekendverblijven de bestemming ‘bos’ te geven. Dit kan namelijk verwarring scheppen met de standaardvoorschriften van de gebiedscategorie ‘bos’.
Het advies loopt voor beide PRUP’s gelijk.
Vanuit de dienst VR werd beslist dat geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient op gemaakt te worden, en er voor wat betreft het aspect externe veiligheid geen verdere actie dient ondernomen te worden.
LNE Er werd een advies ingediend vanuit de dienst Veiligheidsrapportering (VR) en vanuit de algemene dienst.
Het advies loopt voor beide PRUP’s gelijk.
Daarnaast wordt gevraagd ook vakantiewoningen volgens het logiesdecreet vergunbaar te maken. Dit is niet tegenstrijdig met de bestemming (wonen en weekendverblijven), deze terminologie zal er op na worden gezien dat ook vakantiewoningen kunnen vergund worden.
De plenaire vergadering wenst hier echter niet op in te gaan, aangezien hiervoor uitbreiding van de volumes noodzakelijk zijn, en dit kan niet de bedoeling zijn. Er is binnen het toegelaten volume immers te weinig ruimte voor een eigen woning als hoofdbestemming en kleinschalige logies als nevenbestemming.
Toerisme Vlaanderen Binnen de voorschriften van recreatief wonen zijn kleinschalige logies niet mogelijk. Vanuit toerisme Vlaanderen wordt gevraagd dit bijkomend mogelijk te maken, bijvoorbeeld als nevenbestemming.
Het advies loopt voor beide PRUP’s gelijk.
Er wordt toegelicht door Tom De Visschere dat de PRUP’s ook strikt genomen binnen de grenzen van het perimeterplan van GRUP Ieperboog liggen.
Er wordt wel nog verwezen naar de relatie met de visie op de buitengebiedregio ‘Kust-PoldersWesthoek’ die geconcretiseerd dient te worden.
De gemaakte keuzes zijn duidelijk gebaseerd op de ruimtelijke kenmerken en de waarden van het gebied en zijn ruimtelijk aanvaardbaar.
RWO dienst Ruimtelijke Planning Het advies is gunstig.
Op de vergadering wordt gesteld dat sommige voorschriften inzake het behoud van bos, vb. 50% behoud van het bos op heden niet voldoende zijn en best worden aangepast.
ANB vraagt bijgevolg te kiezen voor een bestemming als woonpark of zone voor verblijfsrecreatie. In deze zones mag ook niet ontbost worden, maar kan wel een ontheffing worden aangevraagd.
Bovendien dient volgens de voorschriften 50% van het bos behouden te blijven wat eigenlijk betekent dat de helft van het bos kan worden gekapt.
Daarnaast moet in een zone die onder de gebiedscategorie ‘bos’ valt bij ontbossing steeds een ontheffing voor ontbossing aangevraagd worden bij de minister. De minister zal in een gebied dat onder de categorie ‘bos’ valt ook geen ontheffing verlenen voor ontbossen voor bijvoorbeeld uitbreiding of plaatsen van een bijgebouw. Ontbossen gaat ook over het verwijderen van de onderbeplanting in een bos.
Op Vlaams niveau wil men de bosgebieden uitbreiden en herbestemmen. Deze zone zou hier onder kunnen vallen, maar dit is geen duurzaam bos. ANB heeft liever niet dat een dergelijk versnipperd bos onder de uitbreiding van het bosbestand valt.
Wonen en bosgebied zijn immers onverenigbaar met elkaar.
ANB gaat akkoord met de conclusie dat een herbestemming voor het bosgebied zich opdringt, maar heeft ernstige bezwaren tegen het inkleuren van de zone als bosgebied. (dit geldt voor beide PRUP’s).
4
ANB ANB gaat akkoord met de conclusie dat het sterk ontwikkelde deel van het gebied van Nonnebossen beter wordt omgezet naar een vorm van woongebied, gezien de feitelijke situatie op terrein. Ook de herbestemming naar agrarisch gebied en zone voor horeca is te verantwoorden.
Volgende instanties waren aanwezig en lichtten hun advies mondeling toe:
De dienst gaf als opmerking mee dat het gebied is gelegen langs een waterloop van 2e categorie, waar een vrije strook van 5m moet gehanteerd worden. Deze en een bepaling met betrekking tot de afrasteringen dienen mee te worden opgenomen.
Provinciale dienst Waterlopen De dienst waterlopen gaf advies over het PRUP Vijverbos.
Het advies loopt voor beide PRUP’s gelijk.
In de zone voor ‘bos’ zal het voorschrift zo worden gewijzigd dat er moet individueel gezuiverd worden tenzij kan aangesloten worden op een bestaande riolering.
VMM wil er bij het toelaten van waterpartijen en afwateringsgrachten wel op wijzen dat deze geen permanente drainage mogen veroorzaken met een grondwaterstandsdaling tot gevolg.
VMM Het advies is gunstig voor beide PRUP’s.
5
Op de vergadering wordt gesteld dat hier niet op zal worden ingegaan. Omdat de oorspronkelijke bestemming verblijfsrecreatie was, en de afstandsregels voor verblijfsrecreatie dezelfde zijn als voor wonen is dit niet nodig. Bovendien wordt een deel van het recreatiegebied herbestemd naar bosgebied, waardoor de afstandsregels minder zullen spelen voor het bestaand landbouwbedrijf.
Er wordt een voorstel gedaan om de woongebieden in het RUP te vervangen door woongebied met landelijk karakter. Dit omdat de afstandsregels ten opzichte van agrarische functies dan wegvallen.
Er werd gesteld dat het goed is dat er een onteigeningsplan is om te kunnen optreden indien de gronden niet worden overgedragen op vrijwillige basis.
PROCORO De PROCORO staat achter de doelstelling van de PRUP’s om het ‘groenachtige’ karakter van het gebied te behouden en enkel de bestaande constructies rechten te geven.
Het was niet mogelijk tot een consensus te komen, maar er wordt gesteld te zoeken naar een creatieve oplossing om een antwoord te bieden aan de bezorgdheid van ANB. Hierbij wordt onder andere onderzocht of de categorie van gebiedsaanduiding ‘overig groen’ een oplossing kan bieden.
De vereiste IBA zal ook binnen de toegelaten volumes/verharde oppervlaktes moeten gerealiseerd worden.
Belangrijk is te stellen dat het gaat om het bestendigen van bestaande constructies. De toegelaten volumes zijn vaak op vandaag al benut. Het gaat in geen geval over nieuwe constructies.
Bovengenoemde gevaren met betrekking tot de categorie ‘wonen’ blijven dan echter aanwezig.
Er wordt een voorstel gedaan om in algemene termen de volledige zone onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘wonen’ te plaatsen, en te werken met subzones voor de afzonderlijke bestemming.
Het bosdecreet is hoe dan ook van toepassing, het gaat hier waarschijnlijk om 90% van de zone die met dit RUP naar bos bestemd is.
De provincie wil echter het boskarakter in het gebied behouden, tegen de wil in van veel eigenaars. De provincie is wel bereid hiervoor te gaan en een duidelijk beleid te voeren ten aanzien van de eigenaars. Als het gebied onder een groene categorie valt is het duidelijk wat bereikt wil worden. Valt het gebied onder de categorie ‘wonen’, bestaat het gevaar dat eigenaars zich beroepen op de typevoorschriften van deze gebiedscategorie, of door middel van afwijkingen op vlak van afmetingen, en regels tot vrijstelling van vergunning, toch meer gaan kunnen bouwen dan eigenlijk de intensie is met dit RUP.
ANB wil vermijden dat een zone waar het bos in de strikte zin van het woord niet aanwezig is door de veelheid aan constructies, mee zal tellen in een dergelijke quota.
Een herbestemming naar wonen telt niet mee in de quota voor wonen volgens de VCRO. Herbestemmen naar bos telt wel mee in de quota voor bos.
De verdere discussie over de bestemming bos werd op het einde van de plenaire vergadering gevoerd:
De nodige aanvullingen aan de toelichtingsnota toe te voegen.
-
Uitbreiden van het onteigeningsplan t.a.v. alle noodzakelijke verwervingen voor wegenis en nutsvoorzieningen
6
Onderzoeken op welke manier de definitie van bestaande vergunde woonconstructie beter kan worden geformuleerd, zeker inzake de vastgelegde minimum-oppervlakte
-
Voor het RUP Nonnebossen:
Afstemmen van de voorschriften van het RUP op het behoud van bos en de specifieke wetgeving inzake ontbossing en onderzoeken of er een categorie van gebiedsaanduiding kan worden gebruikt die de doelstellingen van het RUP nog mogelijk maakt en geen invloed heeft op de ruimtebalans inzake bos.
-
Voor de RUP’s Nonnebossen en Vijverbos:
Er wordt aan de deputatie voorgesteld om de procedure verder te zetten en een aantal elementen verder te onderzoeken en indien nodig aan te passen zoals hierboven besproken. De belangrijkste aanpassingen zijn:
3. Conclusie
Bijkomend op de vergadering werd een vraag gesteld inzake de bepaling omtrent 400m³ en 500m³. Als een woning hier buiten valt (meer dan 500m³) en ze is vergund dan kan het volume bewaard blijven, is ze niet vergund dan valt ze terug op 400m³. Hiervoor wordt verwezen naar de algemene bepalingen.
Bij beide PRUP’s wordt een opmerking gemaakt ivm planbaten. Hierbij wordt verwezen naar de disclaimer die is toegevoegd. De zone voor bos valt mogelijks onder planbaten én planschade.
Ook bij het PRUP Nonnebossen wordt gesteld dat ook de zijtakken van de hoofdwegen, noodzakelijk voor brandveiligheid, dienen te worden opgenomen in het onteigeningsplan om de nutsleidingen tot bij elke woning te kunnen voorzien . Het gaat hier om een indicatieve zone waarbij de breedte niet van belang is. De breedte van de gemeenschappelijke delen kan hiervoor genomen worden. Het gaat om de zones Noord en Oost.
Bij de opmerking op p.46 wordt geconcludeerd dat het hier gaat om de zone ‘bos’, en niet om de zone ‘wegen met openbaar karakter’.
Bij het PRUP Nonnebossen wordt een bemerking gegeven over p.45, waar ook de Kabouterbosdreef dient toegevoegd te worden bij wegenis met openbaar karakter. Dit is op het grafisch plan al zo.
Belangrijkste doelstelling is dat het steeds moet gaan om een hoofdgebouw op een perceel bedoeld voor permanente bewoning of weekendverblijf, het mag namelijk niet mogelijk zijn verschillende gebouwen op een perceel aanspraak op een woning te laten maken.
Op de plenaire vergadering wordt gesteld dat de vereisten voor een woonconstructie moeten worden herbekeken. Specifiek voor de minimumoppervlakte kan worden bekeken om deze norm van 40m² eventueel te verlagen of weg te laten.
Gemeente Zonnebeke Voor Nonnebossen Bos en Vijverbos vraagt de gemeente de minimumvereiste van constructies op 40m² weg te laten vallen, maar wel het noodzakelijke voorzieningenniveau voor basiscomfort uitgebreider vast te leggen.