Provinciaal Cultuurbeleid Cultuurbeleid van provincies en provinciale instellingen 2005-2008
Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2006
Inhoud 1. Cultuurbeleid provincies 2005-2008 5 Taken en verantwoordelijkheden van de provincies 5 Analyse provinciale cultuurnota’s 7 2. Vergelijking beleidsvoornemens provincies 2001-2004 en 2005-2008 16 Rol van de provincie 16 Trends 16 Kerntaken en beleidsvoornemens 17 3. Beleid van provinciale instellingen 21 Plaatsbepaling en profilering 22 Werkvelden en doelgroepen 22 Beleidsaccenten en kerntaken 22 Inhoudelijke doelstellingen 23 Werkwijze en activiteiten 23 Samenwerking 24 4. Samenvattingen per provincie 25 Provincie Drenthe 25 Provincie Flevoland 29 Provincie Friesland 32 Provincie Gelderland 35 Provincie Groningen 38 Provincie Limburg 40 Provincie Noord-Brabant 42 Provincie Noord-Holland 45 Provincie Overijssel 48 Provincie Utrecht 50 Provincie Zeeland 53 Provincie Zuid-Holland 55 Literatuur 58
Inleiding Iedere vier jaar schrijven de provincies – analoog aan de vierjarige cultuurplanperiode van de landelijke overheid – een cultuurnota. In deze nota's staan de beleidslijnen voor kunst en cultuur uitgezet en de financiële kaders waarbinnen dit beleid gestalte moet krijgen. Cultuurnetwerk Nederland ziet het als zijn taak om de kennis over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie te ontsluiten en toegankelijk te maken voor belanghebbenden en belangstellenden in de sector cultuureducatie. En analyse van en vergelijking tussen provinciale cultuurnota’s hoort daar ook bij. Zo publiceerden we in 2001 over de provinciale cultuurbeleidsplannen voor de periode 2001-2004.1 In 2005 en 2006 voerde Cultuurnetwerk Nederland opnieuw een analyse uit, nu van de provinciale cultuurnota’s 2005-2008, om te zien hoe het provinciale beleid zich heeft ontwikkeld. De resultaten van deze analyse kunt u in deze publicatie lezen. Het eerste hoofdstuk zet de elementen van provinciaal cultuurbeleid op een rijtje. Dit deel is in het najaar van 2005 als voorpublicatie digitaal gepubliceerd. Hoofdstuk twee geeft een vergelijking van de beleidsvoornemens van de provincies voor de periode 2001-2004 met die van de periode 20052008. Het geeft antwoord op de vraag of beleidsprioriteiten en trends sterk veranderen of dat provincies voor langere tijd dezelfde beleidslijnen vasthouden. Het derde hoofdstuk beschrijft de beleidsvoornemens van de provinciale ondersteuningsinstellingen. Sluiten de beleidsplannen van deze instellingen aan bij het beleid van hun provincie? Zijn ze voorlopers of volgers van het provinciale beleid? Het afsluitende hoofdstuk ten slotte bevat samenvattingen per provincie van beleid van de provincies zelf alsmede van de provinciale instellingen.
1
4
Bergman, V., Zicht op…provinciaal en lokaal beleid, Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht, 2001
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
1. Cultuurbeleid provincies 2005-2008 Taken en verantwoordelijkheden van de provincies Het provinciale bestuur was lange tijd een verlengstuk van de rijksoverheid. Provinciale Staten mochten tot ver in de twintigste eeuw maar tweemaal per jaar vergaderen (een zomer- en een wintervergadering). De taken van Provinciale Staten bestonden vooral uit toezicht houden op gemeenten en Waterstaat. Na de Tweede Wereldoorlog groeide het aantal bevoegdheden van het provinciale bestuur echter gestaag. Na de streekplanbevoegdheden kwamen de decentralisatiegolven in de welzijns- en culturele sector eind jaren zestig en zeventig. Daardoor kregen de provincies steeds meer mogelijkheden om eigen beleid te voeren op het gebied van kunst en cultuur.2 Op het gebied van cultuurbeleid is er in ons land sprake van complementair bestuur. Dat wil zeggen dat de drie bestuurslagen – de landelijke, de provinciale en de lokale overheid – elk een autonoom beleid voeren, maar tegelijkertijd streven naar onderlinge samenwerking en afstemming. De traditionele verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincies en gemeenten voor respectievelijk productie, spreiding en afname van kunst is nauwelijks meer aan de orde. Rijk, provincies en gemeenten werken steeds vaker samen volgens het principe van gelijkwaardige participatie: gezamenlijke financiering van gezamenlijke doelen. Daarom worden sinds 1997 parallel aan de Cultuurnota vierjarige overeenkomsten gesloten tussen het Rijk en de vijf landsdelen3 waarin alle provincies en twaalf grotere steden zijn vertegenwoordigd. Met de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, sluit het Rijk aparte overeenkomsten. In deze vierjarige cultuurconvenanten worden afspraken gemaakt over culturele aangelegenheden in het betreffende landsdeel of stad en over de daar gevestigde instellingen die een meerjarige instellingssubsidie ontvangen in het kader van de Cultuurnota. Provincies en gemeenten kunnen – bij voorkeur per convenantgebied – een cultureel profiel opstellen. In het Algemeen Kader Cultuurconvenanten4 is vastgelegd dat dit profiel bestaat uit twee delen: een beschrijving van de huidige stand van zaken en de ambities voor de komende periode. Naast de verdeling van de verantwoordelijkheden en afspraken, vastgelegd in de cultuurconvenanten, voeren de provincies ook een eigen cultuurbeleid. Alle provincies hebben een cultuurnota uitgebracht voor de periode 2005-2008. Deze nota’s bevatten beleidslijnen voor de komende periode en de financiële kaders waarbinnen dat beleid gestalte moet krijgen. De provincie profileert zich hiermee in toenemende mate om de herkenbaarheid van de eigen bestuurslaag te vergroten. Dat de taken en de rol van de provincies in de toekomst mogelijk zullen wijzigen, blijkt uit de Nota Verschil maken (2005). Deze gaat over de herijking van de huidige cultuurnotasystematiek voor de 2 3
Bron: C.H. Wijn (red.), Handboek Cultuurbeleid, Den Haag, 1989 Landsdeel Noord omvat de provincies Groningen, Friesland en Drenthe en de steden Leeuwarden en Groningen; landsdeel Oost de provincies Overijssel en Gelderland en de steden Nijmegen, Arnhem, Zwolle en Enschede; Landsdeel Zuid de provincies Zeeland, NoordBrabant en Limburg en de steden Maastricht, Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en Breda; Landsdeel West de provincies Noord- en ZuidHolland en de stad Haarlem, Landsdeel Midden de provincies Utrecht en Flevoland.
4
Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen overheden op het terrein van cultuurbeleid hebben Rijk, provincies en gemeenten in 1994 een Algemeen Kader Cultuurconvenanten getekend. Het kader zorgt voor een effectief overleg tussen overheden, gericht op de totstandkoming van concrete afspraken tussen het Rijk en de per landsdeel samenwerkende provincies en steden en tussen het Rijk en de vier grote steden. Medio 2002 is dit kader voor de derde maal bekrachtigd met het oog op de Cultuurnota 20052008.
5
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
periode vanaf 2009.5 De toenmalige staatssecretaris Van der Laan zegt in deze nota dat gemeenten, provincies en Rijk traditioneel partners zijn bij het stimuleren van een bloeiend cultureel klimaat. Om het cultuurpolitieke debat beter tot zijn recht te laten komen, wordt de cultuurnota van de regering voortaan losgemaakt van de besluiten over subsidies aan instellingen en makers. De bestuurlijke samenwerking binnen de cultuurnotasystematiek kan volgens Van der Laan op een aantal punten beter. Bij elke cultuurnota worden afspraken gemaakt die voortvloeien uit de gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid voor de culturele infrastructuur. Samen met de andere overheden streeft het Rijk naar een doelmatig en constructief overleg, dat is ontdaan van bureaucratische procedures en dat is gericht op structurele samenwerking en samenhangende besluitvorming van de verschillende bestuurslagen. Nu de cultuurnota een andere positie krijgt en wordt losgemaakt van subsidiebesluiten, zal ook in het overleg en de bestuurlijke afspraken met de lagere overheden onderscheid gemaakt worden tussen afspraken over de hoofdlijnen van het beleid enerzijds en de uitvoering van programma’s en het toekennen van subsidies anderzijds. Zo zal de bestuurlijke samenwerking in een drieslag vorm kunnen krijgen: 1.
Overleg Ministerie van OCW met IPO en VNG over hoofdlijnen van beleid Voor de kabinetsvoornemens over de hoofdlijnen van het beleid, die hun weerslag vinden in de cultuurnota, zal in het bestuurlijke overleg met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) inhoudelijke afstemming plaatsvinden. Voorafgaand aan iedere cultuurnota zal een gefundeerde analyse worden gemaakt van de culturele sector, zowel vanuit de invalshoek van de afzonderlijke sectoren als vanuit het voorzieningenniveau in regionaal en landelijk perspectief.
2.
Overleg Ministerie van OCW met provincies en steden over realisatie van het beleid Over de kaders en realisering van het subsidieplan en de concrete invulling van de cultuurconvenanten vindt overleg plaats met steden en provincies. Dit overleg zal zich richten op de positie van instellingen die op basis van hun positie in het landelijk bestel vierjarige subsidies ontvangen van het Rijk, maar die tegelijkertijd van belang zijn voor het regionale en stedelijke voorzieningenniveau.
3.
Overleg Ministerie van OCW met IPO en VNG over gemeenschappelijke programma’s Voor de totstandkoming van gemeenschappelijke programma’s vindt primair bestuurlijk overleg plaats met IPO en VNG. Dit overleg betreft de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en de uitvoeringsstructuur. In geval van gemeenschappelijke financiering, zoals het Actieplan Cultuurbereik, wordt voor een tripartiete (Rijk, provincies en gemeenten) aansturing gekozen. Met IPO en VNG is afgesproken de mogelijkheden hiertoe verder te verkennen, vooral in het domein van het cultuurbereik en de programmeringsubsidies voor podiumkunsten en festivals.
Bovengenoemde afspraken zullen resulteren in aanpassing van het Algemeen Kader Cultuurconvenanten.
5
6
Medy van der Laan,. Verschil maken. Herijking cultuurnotasystematiek. Ministerie van OCW, Den Haag, 2005.
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Analyse provinciale cultuurnota’s In deze paragraaf zijn de resultaten van de analyse van de provinciale beleidsplannen samengevat. Zo is opgesomd welke rollen de provincies voor zichzelf weggelegd zien, welke begrippen ze hanteren en welke trends ze signaleren. Ook zijn overeenkomsten tussen de provincies en hun aanpak van het Actieplan Cultuurbereik geïnventariseerd. Ten slotte zijn de overeenkomsten in kerntaken, beleidsaccenten, beleidsinstrumenten, beleidsuitvoering en financiën samengevat.
De rol van de provincie Het basisdocument van het Interprovinciaal Overleg (IPO) Vernieuwing van politiek en bestuur in de provincie (1994) schetst verschillende metaforen voor de rollen van de provincie, zoals gebiedsgerichte regisseur, makelaar en conflictoplosser. Deze blijken nog steeds op te gaan. Uit de provinciale cultuurnota's 2005-2008 blijkt dat de meeste provincies zich hoofdzakelijk beschouwen als regisseur die zorg draagt voor de randvoorwaarden en die het gemeenten mogelijk maakt om op bovenlokaal niveau een coherent cultuurparticipatiebeleid te voeren. Ook zien zij zichzelf als regisseur van culturele ontwikkelingen, van de integratie van cultuur in andere beleidsterreinen en van het verspreiden van cultuur op bovengemeentelijk niveau. Daarnaast zien de provincies zichzelf als bestuurlijke partner van gemeenten en Rijk. In die hoedanigheid investeren ze ook in plaatselijke en landelijke initiatieven. Sommige provincies zien zichzelf ook als kwaliteitsbewaker en –bevorderaar. Als kwaliteitsbewaker houdt de provincie door meerjarige budgetovereenkomsten met culturele instellingen de culturele infrastructuur in stand, om de verschillende culturele activiteiten in stad en op het platteland te ondersteunen en te versterken. Verschillende provincies zien een rol voor zichzelf weggelegd als aanjager van nieuwe initiatieven en als netwerkontwikkelaar om verschillende partners bij elkaar te brengen. Andere rollen die provincies noemen zijn die van co-investeerder of financier van voorzieningen, boodschapper, ontwikkelaar, verbindingsofficier, stimulator en coördinator, bewaker van continuïteit, bemiddelaar en adviseur. Samengevat kan opgemerkt worden dat de provincies in toenemende mate een stempel willen drukken op en verantwoordelijkheid willen nemen voor het culturele leven in de provincies.
Begripsomschrijving Wat verstaan de provincies onder cultuur en cultuureducatie? Sommige provincies geven in hun beleidsnota's een omschrijving van de functies van kunst en cultuur. Andere provincies beschrijven de inhoud: wat valt onder cultuur? Weer andere onderscheiden verschillende dimensies van cultuur. De begrippen cultuur en kunst worden overigens nogal eens door elkaar gebruikt. Kunst en cultuur Volgens de provincies kan cultuur verschillende effecten teweegbrengen. Het beoefenen van cultuur draagt volgens veel provincies bij aan de ontwikkeling van het gevoel voor schoonheid, aan zingeving, waardering en respect voor het verleden en het andere. Cultuur is een inspiratiebron die kleur geeft aan het leven en die de mens met zichzelf confronteert. Tegelijk biedt cultuur aan mensen de mogelijkheid om zich te uiten, creativiteit te ontwikkelen, zich te organiseren, actief te zijn en op ontdekkingstocht te gaan. Kunst en cultuur moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Cultuur inspireert en versterkt volgens de provincies de kwaliteit van de samenleving. Diverse provincies onderscheiden de intrinsieke en de maatschappelijke waarde van cultuur. Volgens de provinciale cultuurnota’s bezit kunst en cultuur allereerst een waarde en doel op zich. Het gaat daarbij om een verkenning van vormen, klank of compositie. Cultuur wordt hierbij opgevat als de
7
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
weerslag van alles wat de mens heeft bedacht en gemaakt en als iets dat grote groepen van de bevolking inspireert tot actieve en passieve cultuurdeelname. Daarnaast kunnen kunst en cultuur tevens een maatschappelijke boodschap overbrengen. Ze fungeren als spiegel van de samenleving en laten mensen nadenken over ethische kwesties, normen en waarden en de hedendaagse maatschappij. Bijna alle provincies beschrijven in hun plannen aan cultuur en kunst gelieerde begrippen als identiteit, sociale cohesie en diversiteit, cultuureducatie, culturele planologie en erfgoed, en economie en toerisme, evenals de wijze waarop cultuur hieraan kan bijdragen: - Identiteit Volgens verschillende provincies maakt cultuur mensen bewust van hun identiteit én dient identiteit als een inspiratiebron voor culturele activiteiten. Cultuur creëert samenhang, verbinding, diversiteit en dynamiek. Zij geeft het leven een toegevoegde waarde en mensen hun identiteit. - Sociale cohesie en diversiteit Door haar eigenheid en uniciteit levert cultuur – zo zeggen diverse provincies – een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van sociale samenhang en deelname aan de samenleving (sociale cohesie). Cultuur verrijkt een mensenleven en verhoogt daarmee de kwaliteit van het leven. Cultuur kan sociale cohesie en uitwisseling bevorderen. Kunst en cultuur brengen mensen bij elkaar en overbruggen (culturele) verschillen. - Cultuureducatie Alle provincies onderschrijven het belang van cultuureducatie. Cultuureducatie levert een bijdrage aan de creatieve ontwikkeling van kinderen en zorgt ervoor dat kinderen een band met en besef krijgen van hun directe leefomgeving en van kunst- en erfgoedinstellingen. Een aantal provincies constateert dat cultuureducatie de hoeksteen is van het cultuurbeleid: cultuureducatie legt de basis voor het actieve en reflectieve publieksbereik. Provincies merken ook op dat cultuureducatie een belangrijk instrument is om kunst en cultuur toegankelijk te maken. Cultuureducatie is onderdeel van het sociale beleid en beoogt voorkoming van sociale uitsluiting en een volwaardige deelname van alle jonge mensen aan de samenleving. Cultuureducatie is het ontwikkelen van kennis, beoordelingsvermogen en belangstelling voor cultuur. Het draagt bij aan het historisch besef van leerlingen. Ten slotte kan cultuureducatie, aldus de cultuurnota’s, ons vermogen tot identificatie met de medemens versterken. - Culturele planologie en erfgoed Een creatieve omgeving is belangrijk. Mensen moeten geïnspireerd worden door de omgeving waarin ze wonen en werken. Cultuur moet daarom volgens verschillende provinciale cultuurnota’s in de komende periode een grotere rol gaan spelen bij planologische ontwikkelingen. Cultureel bewustzijn geeft richting aan onze omgang met het verleden en met het landschap. - Economie en toerisme Volgens verschillende provincies draagt cultuur bij aan de versterking van de economische en sociale vitaliteit op het platteland en het vestigingsklimaat in stad en regio. Het culturele klimaat levert een bijdrage aan de leefbaarheid en de sociale netwerken en vormt een vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. Cultuur speelt een niet te onderschatten rol in andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling. Cultuur schept werkgelegenheid, aantrekkelijke vestigingsfactoren voor mensen en bevordert het toerisme. Een levendig cultureel klimaat vormt een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit en het innovatieve vermogen van de samenleving.
8
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Trends De provincies beschrijven in hun plannen de volgende maatschappelijke ontwikkelingen en trends die het cultuurbeleid beïnvloeden: - globalisering en internationalisering Als tegenreactie signaleren provincies een toenemende belangstelling voor het streekeigene, de eigen identiteit en de eigen historie. - snelle technologische ontwikkelingen en digitalisering Deze maken nieuwe kunstvormen mogelijk en kunnen samenwerking tussen culturele domeinen bevorderen. Klassieke of traditionele scheidslijnen tussen de culturele disciplines lijken steeds minder van belang, er ontstaan nieuwe dwarsverbanden. - meer marktwerking Door het verslechterde economische tij lopen bestedingen van consumenten in de culturele sector terug. De consument stelt bovendien steeds hogere eisen. Dat dwingt tot keuzes en tot professionalisering. Er is een tendens naar commercialisering zichtbaar. De 'markt' doet zijn werk en sponsoring wordt steeds gebruikelijker. - demografische ontwikkelingen Genoemd worden onder meer de veranderende leeftijdssamenstelling van de bevolking en de instroom van nieuwe groepen. Met andere woorden: ‘Nederland ontgroent, vergrijst en is veelkleurig.’ - integrale aanpak Er worden nieuwe combinaties van profit en non-profit onderzocht en geëxploreerd. Er worden steeds meer relaties gelegd met andere sectoren in de samenleving, bijvoorbeeld met welzijn. Deze toenemende vraag naar een integrale aanpak uit zich bijvoorbeeld in gecombineerde beleidsnota’s over de sectoren welzijn, cultuur en sport. - meer samenwerking tussen overheden De provincies wijzen op een toenemende samenwerking tussen de verschillende overheden. Het Actieplan Cultuurbereik is daarvan een voorbeeld. Deze trends zijn terug te vinden in de uiteindelijke acties en activiteiten die de provincies willen ondernemen op het terrein van cultuur.
Actieplan Cultuurbereik Alle provincies noemen het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 in hun cultuurnota's. Dit tweede actieplan is een voortzetting, in gewijzigde vorm, van het Actieplan 2001-2004, met wederom als inzet om cultuur bij een breder publiek op de agenda te krijgen. Hiertoe werkt het Ministerie van OCW samen met de dertig grote gemeenten en met alle provincies. Middelgrote en kleinere gemeenten kunnen aan het actieplan deelnemen via de provincie. Om het centrale doel te bereiken hebben de deelnemende gemeenten en provincies vierjarenprogramma’s ontwikkeld. In deze plannen zetten zij uiteen hoe ze in hun eigen plaats of provincie de deelname aan cultuur willen vergroten. De financiering van het Actieplan Cultuurbereik berust op matching. Voor het eerste Actieplan Cultuurbereik benoemden de drie overheidslagen vijf doelstellingen: –
Versterking van de culturele programmering;
–
Ruim baan maken voor diversiteit;
–
Investeren in jeugd;
–
Beter zichtbaar maken van cultureel vermogen;
–
Culturele planologie op de agenda zetten.
9
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 wijkt in een aantal opzichten af van zijn voorganger6: 1.
De specifieke uitkeringen Cultuur en School en Cultuurbereik worden gebundeld tot één brede doeluitkering voor cultuurbereik. Cultuureducatie is en blijft een probaat middel om het bereik van cultuur te vergroten.
2.
Aanvraag en verantwoording zullen meer gericht zijn op outputdoelstellingen die een bijdrage leveren aan het bereiken van de centrale doelstelling.
3.
De procedures voor aanvraag en verantwoording worden eenvoudiger. Gemeenten en provincies dienen bijvoorbeeld nog maar één keer een aanvraag in voor een vierjarig programma.
4.
De Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving maakt niet langer deel uit van het Actieplan Cultuurbereik.
Het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 heeft een breed geformuleerde doelstelling. Het gaat erom het cultureel bewustzijn van burgers te versterken door zowel het publieksbereik als de actieve participatie in kunst en cultuur te vergroten. Deze doelstelling beslaat de volle breedte van het cultuurbeleid. Dat betekent dat een provincie (of gemeente) kan kiezen voor projecten uit of met alle cultuursectoren. Het Ministerie van OCW noemt amateurkunst en cultuureducatie specifiek als vormen van cultuurbeleid die goed passen bij de doelstelling van het actieplan. Alle 30 gemeenten en 12 provincies die deelnamen aan het Actieplan 2001-2004, hebben verklaard ook deel te willen nemen aan het Actieplan 2005-2008. De provincies onderschrijven de doelstellingen van het actieplan in hun cultuurnota's.
Kerntaken en beleidsaccenten In hun cultuurnota's zetten de provincies diverse kerntaken uiteen met per provincie specifieke beleidsaccenten. De volgende onderwerpen komen in meer nota's aan de orde: Cultuurbereik Alle provincies vinden cultuurbereik belangrijk. Dit vloeit logischerwijs voort uit de afspraken van de provincies met het departement over het Actieplan Cultuurbereik. Cultuurbereik richt zich volgens de provinciale cultuurnota’s op alle inwoners van de provincie dan wel op specifieke groepen zoals jongeren. Cultuureducatie In de meeste provinciale plannen is cultuureducatie één van de speerpunten van beleid voor de komende vier jaar. Sommige provincies stimuleren cultuureducatie (binnen en buiten school, in primair en/of voortgezet onderwijs) alleen binnen de kaders van het actieplan. Andere provincies maken cultuureducatie en bereik van jongeren als speerpunt van hun gehele cultuurbeleid. De provincies zien het als hun taak de positie en deelname van jongeren te versterken. Zij willen zowel de vraagkant (de onderwijsinstellingen) als de aanbodkant (de culturele instellingen) versterken. Een provincie omschrijft het doel van het cultuureducatiebeleid als: het bevorderen van een sterke, structurele positie van cultuureducatie in het onderwijs, zodat alle leerlingen in de provincie in een doorlopende leerlijn kennis maken en ervaring opdoen met cultuur. Andere provincies benadrukken dat cultuureducatie ook gericht is op jongeren buiten het onderwijs. De provincies noemen verschillende taken die zij met cultuureducatie willen vervullen, zoals het versterken en verdiepen van culturele netwerken, het verstevigen van de band tussen scholen en het culturele veld en het ondersteunen van scholen bij het ontwikkelen van hun visie op cultuureducatie. Door de invoering van de basisvorming, het studiehuis en het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming
6
10
Bron: www.cultuurbereik.nl
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
(CKV) heeft het voortgezet onderwijs volgens provincies blijvend behoefte aan informatievoorziening en ondersteuning bij de vakinhoudelijke invulling van cultuureducatie. Amateurkunst Aan amateurkunst besteden provincies in hun plannen veel aandacht. Verschillende provincies wensen te komen tot een kwalitatief, samenhangend en gespreid palet aan amateurkunst en semiprofessionele kunst in alle cultuursectoren. Diverse provincies ondersteunen tal van amateurkunstinitiatieven en zij roepen subsidiebudgetten in het leven voor de ontwikkeling van de amateurkunst en de samenwerking met de professionele kunsten. Genoemde doelen zijn onder meer de stimulering van kwaliteitsverbetering en vernieuwing in de amateurkunst, versterking van de regionale infrastructuur van de amateurkunst en de bevordering van de deelname aan de amateurkunst. Professionele kunsten Een groot deel van de provinciale cultuurbegroting gaat naar de professionele culturele instellingen in de provincies. De provincies willen een divers en kwalitatief kunstaanbod stimuleren. Zij vinden dat kunst- en cultuurvormen zich moeten richten op een (groot) publiek en proberen hier via subsidiëring van instellingen druk op uit te oefenen. Provincies stimuleren ook de ontwikkeling van nieuw talent, experimenten en nieuwe toepassingen. Het culturele productieklimaat in de regio moet levend worden gehouden. In de plannen is veel aandacht voor beeldende kunst en vormgeving en podiumkunsten, maar ook de deelterreinen film en festivals komen regelmatig aan bod. Cultureel erfgoed Cultureel erfgoed is een belangrijk onderdeel van het provinciale beleid. Cultureel erfgoed moet zoveel mogelijk behouden en meer en beter zichtbaar gemaakt worden voor alle publieksgroepen. Ook willen de provincies de positie van erfgoededucatie in het onderwijs versterken. Samenhang is het sleutelwoord in het erfgoedbeleid. Ook voor de provincie zelf is dit een opdracht: de sectoren cultuur en cultuurhistorie van de provincie moeten meer samen optrekken. Andere doelen die de provincies noemen zijn het vergroten van kennis over en belangstelling voor het erfgoed en de kwaliteit van het beheer van het erfgoed verbeteren. Culturele planologie De provincies leggen een hernieuwde belangstelling voor culturele planologie aan de dag. Ze willen met culturele planologie voorkomen dat cultuurhistorisch erfgoed verdwijnt. Ze zien het vooral als instrument om een omgeving te creëren waarin mensen zich thuis voelen en waarmee mensen zich kunnen identificeren. Een karakteristieke omgeving met een eigen identiteit is voor veel mensen een voorwaarde om prettig te kunnen wonen, werken en recreëren. De provincies willen hierop aansluiten door al in een vroeg stadium kunstenaars te betrekken bij ruimtelijke indeling en planologie van de regio en ruimtelijke veranderingsprocessen te laten profiteren van de geschiedenis van lokale gebouwen, steden en landschappen. Aandacht voor regio en eigen identiteit Als tegenhanger van de verregaande globalisering en individualisering zetten de provincies sterk in op de eigen regio. Provincies willen de eigen regionale identiteit versterken door aandacht te schenken aan instandhouding en presentatie van taal en cultuur en van cultureel erfgoed. Er wordt veel ingezet op initiatieven met een regionale functie. Men wenst een krachtige wisselwerking tussen cultuur, landschap en ruimtelijke inrichting. Regio en eigen identiteit staan centraal in alle provinciale plannen voor de komende vier jaar.
11
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Samenwerking gemeenten en instellingen De provincies bevorderen de samenhang en samenwerking binnen de culturele sector en met andere sectoren. Alle provincies noemen in hun plannen de noodzaak van afstemmen en samenwerken met instellingen en gemeenten. In het kader van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 werken provincies vanzelfsprekend samen met de middelgrote en kleinere gemeenten (< 90.000 inwoners); daarnaast wordt aandacht besteed aan de samenwerkingsrelatie met andere partijen. Integraal werken Integraal werken – samenwerking en samenhang tussen verschillende beleidsterreinen – vinden de provincies van groot belang. Sommige leveren voor het eerst een gezamenlijke nota over de beleidsterreinen cultuur, welzijn, zorg en sport. Andere provincies zien kansen in samenwerking met de beleidsterreinen recreatie en toerisme. Men vindt dat het integreren van cultuur in andere beleidsvelden de identiteit benadrukt en de waarde van cultuur een eigen, extra dimensie geeft. Men gelooft in de cohesie bevorderende kracht van cultuur en gaat daarom verbindingen aan met jeugdbeleid en vrijwilligerswerk. Economie en toerisme Verschillende provincies maken in hun plannen regelmatig de verbinding tussen cultuur, economie en toerisme. In navolging van de theorie van Richard Florida, uiteengezet in zijn boek The rise of the creative class, verwachten de provincies dat cultuur toeristen en bedrijven trekt en dat dit een positief effect heeft op de economie van stad en streek. Er gaat, volgens de provincies, veel geld om in cultuur, veel mensen zijn werkzaam in de culturele sector en een gevarieerd en bijzonder cultuuraanbod is bovendien een belangrijke vestigingsfactor. Cultuur verhoogt de toeristische aantrekkelijkheid en versterkt de ruimtelijke kwaliteit van de provincie. Provincies willen het cultuurtoerisme onder meer bevorderen door gebruik van cultuurhistorie en monumenten. De relatie tussen cultuur en economie is van belang voor de profilering van de regio's en een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Een goed en innovatief ontwikkelingsklimaat hangt ook direct samen met de creatieve industrie die zich in de regio heeft gevestigd of wil vestigen.
Beleidsinstrumenten en uitvoering De provincies hebben verschillende instrumenten tot hun beschikking ter verwezenlijking van beleidsdoelen. Allereerst subsidies aan instellingen en projecten. De provincies werken vooral met structurele subsidies. Dit zijn veelal vierjaarlijkse subsidieovereenkomsten met een aantal grote instellingen in de provincie. Daarnaast kiezen de meeste provincies voor tijdelijke budgetten, die voor een kortere periode zijn vastgelegd. Vervolgens kunnen provincies nog incidentele bijdragen verstrekken. Sommige provincies benadrukken in hun plannen het belang van een terugdringing van de uitvoeringsbureaucratie. Er is een toenemende nadruk op flexibiliteit, efficiency en effectiviteit. Veel provincies benadrukken ook het belang van heldere afspraken met instellingen. De provincies willen niet langer het in stand houden van instellingen subsidiëren, maar de te leveren prestaties. Er is meer aandacht voor marktwerking en voor een zakelijke verhouding tussen provincie en instellingen. Deze verhouding komt tot uiting in prestatieafspraken en prestatiesubsidies. De provincies willen van tevoren zo concreet mogelijk bepalen welke diensten zij verwachten van de opdrachtnemers. Van de instellingen verwachten zij heldere werk- en activiteitenplannen met daarbij behorende productbegrotingen. Sommige provincies beëindigen in de komende cultuurplanperiode een aantal vaste subsidierelaties en kiezen daarvoor in de plaats voor grotere, flexibele budgetten. Veel provincies willen meer
12
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
projectmatig gaan werken en op deze manier aansluiten op marktwerking. Er is echter ook een provincie die juist voor de tegenovergestelde lijn kiest. Deze provincie vermindert het aantal kleine projectsubsidies en kiest vaker voor meerjarige subsidiëring van instellingen, initiatieven en programma's. Met de flexibele projectsubsidies willen de provincies snel, flexibel en effectief inspelen op allerlei culturele initiatieven om zo een bijdrage te leveren aan een levendig en vernieuwend cultureel aanbod voor een zo groot mogelijk publiek. De samenwerking met gemeenten is een tweede belangrijk instrument. Veel provincies zien gemeenten als essentiële partners; samen zijn ze, ieder op een eigen manier, verantwoordelijk voor de culturele infrastructuur en het cultuurbeleid in de provincie. Binnen het Actieplan Cultuurbereik onderhoudt de provincie een samenwerkingsrelatie met gemeenten en Rijk. Daarnaast hebben de regio's vaak nog onderlinge afspraken, zoals Landsdeel Midden, cultuurprofiel Oost-Nederland of de Noordelijke Convenantspartners. Deze laatste hebben bijvoorbeeld een Noordelijk Productie Fonds ingesteld van waaruit noordelijke initiatieven ondersteund kunnen worden om zo een hoger kwaliteitsniveau te bereiken. Provincies zetten een deel van hun budget ook in voor monitoring. Ze ontwikkelen instrumenten om activiteiten meetbaar te maken, zoals klantenonderzoeken, effectmetingen, visitatiecommissies en het vergelijken van resultaten met vergelijkbare organisaties binnen of buiten de provincie (benchmarking). Sommige provincies loven prijzen uit, zoals de Culturele Prijs in Zeeland, of de jaarlijkse Prijs voor Amateurkunst. Anderen organiseren cultuurdebatten. Verschillende provincies werken nog met adviescommissies, maar de tendens is deze gericht in te zetten dan wel te verminderen tot één adviescommissie voor alle beleidsterreinen samen. De uitvoering van het provinciale cultuurbeleid leggen de provincies veelal in handen van hun provinciale ondersteunende instellingen, waarmee ze prestatieafspraken maken. Deze instellingen hebben veelal een ontwikkelingsfunctie, voeren (in opdracht van de provincie) concrete projecten uit, zijn adviseur van de provincie en ondersteunen het culturele veld. Daarnaast werken provincies voor de uitvoering vaak samen met andere provincies uit hun convenantgebied. Dit geldt meestal voor een specifiek onderdeel van het cultuurbeleid. Ook met gemeenten binnen de provincie worden uitvoeringsafspraken gemaakt.
Financiën De provinciale uitgaven voor cultuureducatie, amateurkunst en beeldende kunst en vormgeving, zoals vermeld in de cultuurnota’s, blijken moeilijk vergelijkbaar. Provincies hanteren niet dezelfde namen voor beleidsprogramma’s en dezelfde begrippen dekken niet altijd dezelfde lading. Zo heeft de ene provincie letterlijk 'cultuureducatie' op de begroting staan, terwijl een andere ‘projecten voor het onderwijs’ financiert, maar niet onder de noemer cultuureducatie. Bij weer een andere provincie valt cultuureducatie onder het programma cultuurbereik en is nauwelijks te achterhalen hoeveel geld daarvan daadwerkelijk voor cultuureducatie gebruikt wordt. Daarnaast zijn er ook nog provincies waarvan de cultuurbudgetten op het moment van schrijven nog niet beschikbaar waren. Vandaar dat hier wordt volstaan met een indicatief overzicht van provinciale budgetten voor cultuureducatie 20052008. De cijfers zijn overgenomen uit de cultuurnota's van de provincies.
13
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provincie
Cultuureducatie
Groningen
2005
2006
2007
2008
853.000
851.000
851.000
851.000
Friesland
-
-
-
-
288.000
288.000
307.000
250.000
Overijssel
1.210.000
1.090.000
1.090.000
n.b.
Flevoland
160.218
147.900
115.000
115.000
Drenthe
Gelderland
387.861
463.792
236.000
236.000
Utrecht
2.119.000
2.119.000
2.119.000
2.119.000
Noord-Holland
4.527.600
4.527.600
4.527.600
4.527.600
-
-
-
-
266.000
266.000
266.000
266.000
Noord-Brabant
1.882.400
1.882.400
1.882.400
1.882.400
Limburg
1.022.307
1.022.307
1.022.307
1.022.307
Zuid-Holland Zeeland
Tabel 1: provinciale uitgaven voor cultuureducatie 2005-2008
De tabel laat zien dat de provinciale uitgaven voor cultuureducatie per provincie sterk verschillen. Dit heeft behalve met beleidsprioriteiten en voorkeuren van de betreffende provincies, ook te maken met het aantal inwoners, de aanwezigheid van steden en dorpen en de financiële situatie van de provincie. Te zien is dat enkele provincies in de beleidsperiode 2005-2008 bezuinigen op cultuureducatie, terwijl een andere provincie juist méér geld wil besteden aan cultuureducatie. Bij de helft van de provincies is het budget voor de periode 2005-2008 constant. Tabel 2 toont de diversiteit van de provincies met behulp van een aantal kengetallen van de bevolking. Inwoners Totaal
waarvan
X 1.000
w.o. allochtonen
Inwoners
Totaal
w.o.
per km2 land
0-19
20-64
65 jaar
niet-
jaar
jaar
Of ouder
westerse
%
absoluut
Groningen
573
23
63
14
12
6
245
Friesland
640
25
60
14
8
4
191 182
Drenthe
481
25
60
16
9
3
Overijssel
1.101
26
60
14
14
7
331
Flevoland
352
30
61
9
23
15
248
Gelderland
1.960
25
61
14
14
6
394
Utrecht
1.152
25
63
12
19
10
831
Noord-Holland
2.573
23
63
13
26
15
964
Zuid-Holland
3.440
25
62
14
25
16
1.221
Zeeland
378
24
59
16
15
4
212
Noord-Brabant
2.400
24
62
13
15
7
488
Limburg
1.142
23
62
15
20
5
530
Tabel 2: Bevolking per provincie, 1 januari 2003. Bron: Statistisch jaarboek 2004
Zuid-Holland heeft de meeste inwoners per provincie en ook het aantal inwoners per vierkante kilometer ligt daar het hoogst. In de provincie Flevoland wonen de meeste jongeren onder de 19 jaar (30%). In de provincies Groningen, Utrecht en Noord-Holland woont de grootste 'middenmoot': 63 procent van de inwoners is daar tussen de 20-64 jaar. De provincies Drenthe en Zeeland vergrijzen het meest: 16 procent van de bewoners is 65 jaar of ouder. De bevolking van de provincies Noord-
14
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Holland, Zuid-Holland en Flevoland is voor ongeveer een kwart van allochtone afkomst. Het grootste percentage niet-westerse allochtonen (16%) komt voor in Zuid-Holland.
15
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
2. Vergelijking beleidsvoornemens provincies 20012004 en 2005-2008 In dit hoofdstuk vergelijken we de provinciale cultuurnota’s uit de periode 2001-2004 met die van de periode 2005-2008. Zo wordt duidelijk of er verschuivingen hebben plaatsgevonden in de prioriteiten van de provincies.
Rol van de provincie Duidelijker gezicht In 2001 werd een toenemende tendens bespeurd bij de provincies om de eigen bestuurslaag een duidelijker gezicht te geven. De provincies zien daarbij rollen voor zichzelf weggelegd als regisseur en als aanjager van nieuwe ontwikkelingen en als kwaliteitsbewaker. Deze trend lijkt zich door te zetten in de beleidsperiode 2005-2008. De provincies willen in toenemende mate een stempel drukken op het culturele leven in de provincies. Dit doen zij in de rol van regisseur, maar zeker ook als kwaliteitsbewaker en -bevorderaar.
Trends Globalisering & regionale identiteit Een trend die uit de cultuurnota's 2001-2004 naar voren kwam, was globalisering. Wat zich gisteren bijvoorbeeld in Milaan manifesteerde, kan morgen in Rotterdam optreden. Tegelijkertijd signaleerden provincies naast 'het mondiale culturele speelveld' ook een schaalverkleining, met veel verschillende subculturen en een groeiende belangstelling voor het 'streekeigene'. Dit laatste signaleren vooral de minder Randstedelijke provincies. Ook in de beleidsnota's voor de jaren 2005-2008 signaleren provincies globalisering als trend. Maar de trend neemt wel af in belangrijkheid; er is een grotere nadruk op de eigen regio en identiteit. In de cultuurnota van de provincie Groningen staat bijvoorbeeld: Juist in de huidige tijd van verdergaande globalisering is er steeds meer belangstelling voor de regionale geschiedenis. (…) Kennis van de eigen regio laat die regio ook in een breder perspectief plaatsen. Een perspectief dat verder reikt dan de provinciegrenzen en waarmee de dynamiek en rijkdom van die eigen regio zichtbaar wordt gemaakt en daarmee de potentie. Groningen als het eigen ankerpunt in Nederland, Europa en de wereld. (p. 53)
Demografische ontwikkelingen In de cultuurnota's 2001-2004 wijzen provincies op demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en multiculturalisering. Men ziet een toenemende deelname van ouderen aan culturele activiteiten en constateert anderzijds dat jongeren nauwelijks participeren in 'traditionele' culturele activiteiten. De veranderende leeftijdssamenstelling van de bevolking en de instroom van nieuwe groepen zijn anno 2005 nog steeds onderwerp van gesprek. De provincies signaleren dat Nederland 'ontgroent, vergrijst en verkleurt'.
Digitalisering Ook technologische ontwikkelingen en daarmee samenhangend de grote toegankelijkheid van informatie en culturele uitingen worden genoemd in de nota's van 2001-2004. Deze trend zet ook
16
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
door in de jaren 2005-2008. Onder invloed van de snelle technologische ontwikkelingen ontstaan nieuwe kunstvormen en nieuwe verbindingen.
Culturele trends Naast deze maatschappelijke trends omschreven de provincies in 2001-2004 verschillende 'culturele trends'. Men constateert dat cultuur een dynamisch fenomeen is, dat zich nieuwe culturele uitingen aandienen en dat scheidslijnen tussen verschillende disciplines vervagen. Verder constateert men:
-
Het ontstaan van een interactieve mediakunst Een grote deelname aan allerlei vormen van amateurkunst Verschillen in wensen tussen traditionele amateurverenigingen en de individuele 'zappende' amateur
-
Professionalisering van de amateurkunst Toenemende belangstelling voor cultureel erfgoed Een belangrijke rol van bibliotheken als cultureel trefpunt Toenemende recreatieve activiteiten met een cultuurhistorische component Meer betekenis van kunst en cultuur voor de ruimtelijke omgeving Toenemende aandacht voor kunst in het bedrijfsleven
In de nota's voor de jaren 2005-2008 is nog steeds aandacht voor amateurkunst, erfgoed en de rol van bibliotheken.
Integraal werken Samenwerking is zowel binnen de cultuursector als met andere beleidsterreinen (zoals omgevingsbeleid, economie en welzijn) belangrijk. In vergelijking met de jaren 2001-2004 is integraal werken in 2005-2008 aan belangrijkheid toegenomen. Sommige provincies leveren voor het eerst een gezamenlijke nota af met de beleidsterreinen welzijn, zorg en sport. Vooral vanuit het oogpunt van sociale cohesie worden de banden met andere beleidsterreinen steviger aangetrokken.
Economisch tij & cultuurtoerisme In de nota's 2001-2004 wordt het cultuurtoerisme als belangrijk aandachtspunt gezien maar pas in de daarop volgende nota's is dit onderdeel verder uitgewerkt. Het verslechterde economische tij zorgt er anno 2005 voor dat er binnen de cultuursector flink bezuinigd wordt. Cultuur kost geld, maar brengt, volgens de provincies, ook geld in het laatje. De sector trekt toeristen en kan zo ook werkgelegenheid genereren. Daarnaast versterkt cultuur het vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen. In de nota's 2005-2008 trekt de cultuursector de banden met economie en toerisme wat steviger aan. In de Friese cultuurnota staat het aldus: Cultuur wordt te vaak beschouwd als een geldverslindende kostenpost. Maar cultuur levert werkgelegenheid op en brengt, zeker in de zomerperiode, een stroom toeristen op gang die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de Friese economie. Wij streven ernaar om meer samenhang en spreiding te brengen in de culturele, toeristisch en sportieve elementen. (p. 12)
Kerntaken en beleidsvoornemens Verbetering culturele infrastructuur Vanuit hun positie als regisseur en aanjager zagen en zien de provincies het als een belangrijke taak om de culturele infrastructuur te verbeteren. Het gaat daarbij om het stimuleren van een veelvormig,
17
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
kwalitatief cultuuraanbod. In de jaren 2001-2004 vonden bijna alle provincies het bevorderen van samenwerking en afstemming ten behoeve van een breder bereik en een efficiëntere inzet van de middelen belangrijk. In de nota's 2005-2008 is hiervoor ook ruime aandacht. Bijna alle provincies noemen in hun plannen de noodzaak van afstemmen en samenwerken met instellingen en gemeenten.
Cultuurparticipatie Als tweede belangrijke kerntaak signaleerden de provincies in 2001-2004 de bevordering van cultuurparticipatie. Ze streefden naar een verbreding van het publiek, waarbij jongeren en culturele minderheden werden gezien als belangrijke nieuwe doelgroepen. Aandacht voor nieuwe doelgroepen is er in de nieuwe cultuurnota’s nog steeds, hoewel culturele diversiteit als kerntaak wel naar de achtergrond is verdwenen. Jongeren en bewoners van achterstandsbuurten staan voor de komende jaren hoger op de politieke agenda. Er is veel aandacht voor community arts, ofwel gemeenschapskunst. Dit hangt samen met de behoefte aan en zoektocht naar de eigen identiteit en cohesie.
Culturele planologie De provincies vragen in hun nota's 2005-2008 nadrukkelijk aandacht voor culturele planologie. Dit onderwerp stond in de voorgaande jaren niet hoog op de politieke agenda. Voor verschillende provincies is culturele planologie echter één van de speerpunten van hun beleid geworden, bijvoorbeeld voor Noord-Holland: De identiteit van een gebied, waaronder regionale karakteristieken, duurzaamheid en leefbaarheid blijven belangrijke elementen van een prettige leefomgeving. Door het inzetten van culturele planologie als instrument worden hedendaagse cultuur en cultuurhistorie ingebracht in ruimtelijke ordeningsprocessen, waardoor de kwaliteit en de leefbaarheid van de stedelijke en landschappelijke omgeving worden verhoogd. (p. 19) Naast culturele planologie, waarbij kunstenaars worden ingezet bij ruimtelijke ordeningsprocessen, worden kunstenaars ingezet op scholen.
Cultuureducatie In de jaren 2001-2004 werd, in het kader van de bevordering van cultuurparticipatie veel waarde gehecht aan de ondersteuning van cultuureducatie. In de cultuurplanperiode 2005-2008 is dit niet anders. Cultuureducatie zien de provincies als een van hun kerntaken. Alle provincies onderschrijven het belang van cultuureducatie, sommigen zien cultuureducatie als de hoeksteen van hun cultuurbeleid. Bijvoorbeeld de provincie Gelderland: Cultuur betrekt mensen bij het maatschappelijke debat en (zo) bij de samenleving als geheel. Cultuureducatie is zo de basis van ons cultuurbeleid; dit beleid verdient daarom versterking. Cultuureducatie richt zich niet alleen op jongeren binnen het onderwijs, maar op alle leeftijdsgroepen. (p. 16) Bijna alle provincies zagen en zien voor de steunfunctie-instelling een taak weggelegd in het primair en voortgezet onderwijs, gekoppeld aan initiatieven in het kader van het landelijke stimuleringsprogramma Cultuur en School. De grote aandacht voor jongeren komt op verschillende manieren tot uitdrukking. Provincies willen ruimte creëren voor jongerencultuur (door en voor
18
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
jongeren), waarbij ze willen komen tot een integraal jeugd- en jongerenbeleid door een relatie te leggen tussen cultuur, jeugd- en jongerenwerk en onderwijs. Dit geldt voor beide beleidsperiodes. Cultuureducatie heeft in de jaren alleen maar toegenomen in belangrijkheid. Er lijkt wel een verschuiving plaats te vinden van het versterken van de aanbodkant (de culturele instellingen) naar het ondersteunen van de vraagkant (de onderwijsinstellingen).
Cultureel erfgoed Als belangrijkste taken op het gebied van cultureel erfgoed zagen de provincies in 2001-2004 het bevorderen van de samenwerking tussen verschillende erfgoedinstellingen. In veel gevallen was er sprake van de facilitering van een provinciaal overlegorgaan of samenwerkingsverband. Daarnaast wilden provincies voorzieningen en faciliteiten financieren. Vooral musea werden gestimuleerd om aandacht te besteden aan erfgoededucatie, al dan niet in samenwerking met instellingen voor kunsteducatie. Mede in het kader van de bevordering van cultuurparticipatie hechtten provincies veel waarde aan de ondersteuning van cultuur- en erfgoededucatie. Opvallend daarbij was, dat sommige provincies van plan waren de steunfunctie-instelling voor kunstzinnige vorming onder de loep te nemen en te bekijken of er mogelijkheden waren om scholen meer inspraak te geven bij de totstandkoming van culturele programma's. Daarbij werd gedacht aan regionale netwerken van scholen, culturele instellingen en de steunfunctie-instelling. Cultureel erfgoed blijft in de beleidsperiode 2005-2008 een belangrijk onderdeel. Cultureel erfgoed moet zoveel mogelijk behouden worden en meer zichtbaar gemaakt worden voor nieuwe publieksgroepen. Ook willen de provincies de positie van erfgoededucatie in het onderwijs versterken. Samenhang is het sleutelwoord geworden in het erfgoedbeleid; de sectoren cultuur en cultuurhistorie van de provincie moeten meer samen gaan optrekken.
Amateurkunst In het kader van de amateurkunst signaleerde men in de jaren 2001-2004 een hernieuwde belangstelling voor de sociaal-maatschappelijke dimensie. Sommige cultuuruitingen die in het kader van de amateurkunst om aandacht vroegen, hadden eerder een sociaal dan een kunstzinnig doel. De provincies zien de amateurkunst in de jaren 2005-2008 nog steeds als 'sociaal' instrument. De provincies geven hun ondersteuningsinstellingen opdracht zich te richten op ontwikkelingen in het amateurkunstveld. Zoals in Noord-Holland: Stichting De Kunst vervult een ondersteuningsfunctie voor de amateurkunst. Aan De Kunst wordt gevraagd in te spelen op recente ontwikkelingen, zoals een afnemend aantal vrijwilligers, vergrijzing en het toenemend aantal, vooral jongere bewoners met een niet-westerse achtergrond. (p. 37) Verder zetten de provincies anno 2005 in op kwaliteitsverbetering en vernieuwing in de amateurkunst, het versterken van de regionale infrastructuur en het bevorderen van de deelname aan de amateurkunst.
Concluderend De provincies hebben in de opvolgende beleidsperiodes geen grote omslag gemaakt. Veel provincies gaan door op de ingeslagen weg. Zo blijft cultuureducatie belangrijk maar stimuleert en ondersteunt men nu meer dan voorheen de onderwijsinstellingen zelf in plaats van de culturele instellingen. De omslag van aanbod naar vraaggericht werken wordt door de provincies gestimuleerd. Wat verder opvalt aan de provinciale plannen is de nadrukkelijke terugkeer naar de eigen achtergronden en identiteit. Dit blijkt bijvoorbeeld aan de inspanningen die provincies ondernemen om de eigen streektaal weer op de agenda te zetten. De regio is kortom weer volop in beeld, en
19
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
cohesie is hierbij erg belangrijk. Veel thema's hebben hiermee te maken, zoals het belang van amateurkunst (en vrijwilligers) maar ook culturele planologie. Hiermee wil men de leefomgeving veraangenamen en een prettig bijkomend effect is dat het toeristen trekt. Dit hangt samen met een andere trend namelijk de toenemende samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen, zoals welzijn, zorg en toerisme. Om de gestelde doelen op de verschillende terreinen te bereiken, maken de provincies heldere prestatieafspraken met de provinciale instellingen. Veel provincies willen de uitvoeringsbureaucratie en de ondoorzichtige subsidiestructuur doorbreken en bespreken met de uitvoeringsinstanties welke concrete doelen er behaald moeten worden in de huidige beleidsperiode. Provincie Overijssel vat de waarde van kunst en cultuur mooi samen en daarmee het streven van de verschillende provincies: 'Een levendig cultureel klimaat vormt een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit en het innovatieve vermogen van onze samenleving. Kunst en cultuur geven kleur aan het leven, inspireren en confronteren. Het culturele klimaat draagt bij aan de leefbaarheid en de sociale netwerken en vormt een vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. Kunst en cultuur brengen mensen bij elkaar en overbruggen (culturele) verschillen'. (p. 14)
20
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
3. Beleid van provinciale instellingen Iedere provincie heeft één of meer instellingen voor de uitvoer van het provinciale cultuurbeleid (zie tabel 3). Provincies hebben instellingen voor kunst, erfgoed of amateurkunst, of een combinatie van meer aandachtsgebieden. Erfgoedinstellingen staan vaak op zich. Negen provincies hebben een aparte instelling voor erfgoed, te weten Drenthe, Flevoland, Friesland, Gelderland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland. Sommige provincies hebben de ondersteunende taak voor cultuureducatie en amateurkunst in één instelling ondergebracht. Dit is zo in Drenthe, Friesland, Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland. De provincies Flevoland, Limburg, Noord-Brabant en Noord-Holland hebben een apart instituut voor de amateurkunst. Per provincie zijn deze instellingen onderzocht op basis van het beleidsplan en de website van de instellingen. Provincie Drenthe
Instelling Kunst & Cultuur Drenthe
Kunst
Erfgoed
Amateur-
(educatie)
(educatie)
kunst
X
Drents Plateau Flevoland
Centrum voor Amateurkunst Flevoland
X
Erfgoedcentrum Nieuw Land Friesland
Keunstwurk
X X
Tresoar Gelderland
Edu-Art Gelderland
X X
Stichting Kunst en Cultuur Gelderland
X
KunstStation C
X
IVAK Noordoost Groningen
X
Limburg
Huis voor de Kunsten Limburg
Noord-
Centrum voor Amateurkunst Noord-Brabant
Brabant
BISK
X X
Stichting Gelders Erfgoed Groningen
X X
X
X X X
Erfgoedhuis Brabant
X
Noord-
Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland
X
Holland
Stichting De Kunst
X
Provinciaal Consulent Kunsteducatie
X
Overijssel
Stichting Kunst & Cultuur Overijssel
X
Utrecht
Kunst Centraal
X
Erfgoedhuis Utrecht
X
ZIMIHC Zeeland
Scoop
X X
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
X X
Zeeuwse bibliotheek CBK Zeeland Zeeuws Museum Zuid-
Kunstgebouw
Holland
Erfgoedhuis Zuid-Holland
X
X X
Tabel 3: Onderzochte provinciale instellingen
De beleidsplannen en websites van de provinciale instellingen zijn geanalyseerd op de volgende punten: de plaatsbepaling en profilering, het werkveld en de doelgroep, de gekozen beleidsaccenten en verkregen kerntaken, de werkwijze en activiteiten en de samenwerking met andere instellingen en overheden.
21
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Plaatsbepaling en profilering De rol van de provinciale instellingen is afhankelijk van de taak en sector die de provincie hen via subsidie toebedeelt. De instellingen voor cultuureducatie en amateurkunst noemen vooral hun ondersteunende en adviserende rol voor onderwijsinstellingen en amateurkunstverenigingen. Daarnaast zien deze instellingen zichzelf als trainer, ontwikkelaar van activiteiten en onderzoeker van trends. Ook onderhouden ze netwerken en begeleiden ze scholen bij de ontwikkeling van cultuureducatiebeleid. Hun missie is om cultuur – in al haar verscheidenheid – onder de mensen te brengen en hen in staat te stellen om van kunst te genieten of om zelf kunst te beoefenen. De ondersteuningsinstellingen voor erfgoed zetten zich in voor behoud, beheer, presentatie, ontwikkeling en waardering van cultureel erfgoed, geschiedenis of architectuur. Ze stimuleren kennisvermeerdering, professionalisering en draagvlakverbreding van de erfgoedsector. Hiertoe ondersteunen zij instellingen die zich bezighouden met erfgoed. Alle ondersteuningsinstellingen noemen als missie zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met kunst en cultuur. De instellingen dragen naar eigen zeggen zo bij aan een cultuurrijke samenleving en een prettig woon- en werkklimaat. Daarnaast zien ze kunst als een belangrijke impuls voor het toerisme. Sommige instellingen noemen ook het bevorderen van de lokale samenhang om zo de gemeenschap vitaal te houden als missie.
Werkvelden en doelgroepen De onderzochte instellingen richten zich op het primair en/of voortgezet onderwijs, op amateurkunst, op professionele kunst of op erfgoed. De doelgroep van de instellingen is uiteraard afhankelijk van de sector waarbinnen zij actief zijn. De ondersteuningsinstellingen voor erfgoed richten zich vooral op erfgoedinstellingen, zoals archieven, musea, historische verenigingen en monumentenorganisaties. Voor het verspreiden van kennis over erfgoed richten zij zich op de bewoners van de provincie. De ondersteuningsinstellingen voor amateurkunst richten zich op de ondersteuning van amateurkunstverenigingen, vaak voor meer disciplines, zoals theater, dans, muziek en fotografie. De provinciale instellingen die zich vooral richten op cultuureducatie noemen als hun doelgroep zowel de onderwijsinstellingen als ook culturele instellingen. Sommige instellingen noemen nadrukkelijk een specifieke doelgroep, zoals jongeren of senioren. Anderen richten zich op de gehele bevolking.
Beleidsaccenten en kerntaken Het blijkt niet eenvoudig een gemeenschappelijk beeld te schetsen van de beleidsaccenten en speerpunten van de instellingen. Daarvoor is de onderlinge diversiteit te groot. Genoemd worden de uitbouw van educatieve activiteiten, verbetering van de naamsbekendheid door het presenteren van de collectie en organisatorische speerpunten (zoals ruimere openingstijden). De instellingen beschrijven een breed scala aan (kern)taken. Alle instellingen zien een adviserende en informerende rol voor zichzelf weggelegd. Provinciale ondersteuningsinstellingen voor erfgoed adviseren musea en erfgoedinstellingen bijvoorbeeld over beheer en behoud van collecties. Andere instellingen adviseren amateurkunstverenigingen over hun organisatie of activiteiten. Scholen krijgen advies bij visie- en beleidsvorming voor cultuureducatie. Daarnaast bieden de instellingen trainingen en scholing. In het kader van innovatie en deskundigheidsbevordering bieden ze cursussen en studiedagen aan. Bijvoorbeeld aan het
22
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
(toekomstig) kader van amateurkunstverenigingen, leerkrachten van het basisonderwijs of museummedewerkers. Veel instellingen leggen de nadruk op het bevorderen van samenwerking. Ze willen een intermediair zijn en leggen daartoe verbindingen tussen kunst en publiek, scholen en instellingen, gemeenten en kunstenaars, amateurs en professionals enzovoorts. De netwerkfunctie sluit hierbij aan. Instellingen onderhouden netwerken van gemeenten, scholen en instellingen, organiseren periodiek werkoverleg, platforms en onderhouden contacten met sleutelfiguren. Ondersteuningsinstellingen voor erfgoed leggen veelal de nadruk op hun presentatie- en publieksfunctie. Zij stellen ten toon en zorgen voor collectiebeheer en documentatie. Ondersteuningsinstellingen voor kunst en cultuureducatie leggen meer de nadruk op productie en programmering. Sommige instellingen ontwikkelen en voeren zelf projecten uit voor bijvoorbeeld het onderwijs. Voor beide soorten instellingen geldt dat zij zorgen voor informatie en documentatie van gegevens over de spelers in het culturele veld en relevante ontwikkelingen.
Inhoudelijke doelstellingen De instellingen noemen diverse inhoudelijke doelstellingen en thema's. Een algemeen thema bij alle instellingen is het professionaliseren van de eigen organisatie en het verhogen van de doelmatigheid. Ze willen de eigen organisatie professionaliseren om hun klanten optimaal te kunnen bedienen. Onderdeel daarvan is de wens om te groeien naar een doelmatige, efficiënte organisatie. Een andere doelstelling die veel ondersteuningsinstellingen noemen, is het vergroten en verbreden van publieksbereik en van actieve en passieve cultuurdeelname. De ondersteuningsinstellingen voor kunst en cultuur noemen inhoudelijke doelstellingen die gericht zijn op de versterking van de positie van kunst en cultuur binnen het onderwijs. Zo willen ze een doorgaande leerlijn versterken en cultuureducatie verankeren in het hart van het onderwijs. Daarnaast willen de instellingen samenwerking tussen scholen en culturele instellingen stimuleren. Sommige instellingen zijn uitvoerder van provinciale stimuleringsregelingen, terwijl andere met innovatieve projecten een impuls willen geven aan het kunstklimaat. Enkele instellingen richten zich ook op de aanbieders van kunst. Zij willen de kwaliteit van het kunstproduct, het kunstproces en de podia vergroten. De ondersteuningsinstellingen voor erfgoed richten hun inhoudelijke doelstelling vooral op het ontsluiten, in stand houden en presenteren van erfgoed. Daarnaast zorgen zij voor een afwisselend tentoonstellingsprogramma en de instandhouding en ontwikkeling van de infrastructuur voor erfgoed. De ondersteuningsinstellingen voor amateurkunst willen talentvolle jongeren stimuleren zich verder te ontwikkelen. Ook richten zij zich op de ondersteuning van het kader en willen zij de omvang, breedte en diepte van de amateurkunstbeoefening bevorderen.
Werkwijze en activiteiten De provinciale instellingen zijn weinig concreet over de wijze waarop ze hun kerntaken gaan uitvoeren. Veel instellingen vermelden niet hoe zij hun doelstellingen willen bereiken. Sommige instellingen vermelden in hun beleidsplan dat zij een projectmatige werkwijze hanteren. Wel noemen de instellingen concrete producten en activiteiten om doelstellingen te realiseren. Het gaat bijvoorbeeld om onderzoeksprojecten, kennis delen via internet, verzorgen van publicaties,
23
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
verzorgen van culturele activiteiten of kunstmenu's. Andere producten zijn lezingen, debatten en symposia, tentoonstellingen, nieuwsbrieven, workshops en subsidies.
Samenwerking De provinciale instellingen werken samen met veel verschillende partners in het culturele veld. Natuurlijk is er intensieve samenwerking met de provincie, die – als geldschieter – vaak tegelijkertijd fungeert als opdrachtgever én opdrachtnemer. Ook gemeenten worden vaak genoemd als belangrijke samenwerkingspartners. Ondersteuningsinstellingen voor kunst werken vaak samen met onderwijsinstellingen (zowel primair als voortgezet onderwijs en soms ook pabo's of universiteiten). Verder werken de provinciale ondersteuningsinstellingen samen met producenten en met culturele instellingen als theaters, bibliotheken of erfgoedinstellingen. Andere genoemde samenwerkingspartners zijn het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, andere provinciale ondersteuningsinstellingen en amateurkunstkoepels. Sommige instellingen werken samen met het bedrijfsleven of richten zich op toeristische instellingen, fondsen of media.
24
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
4. Samenvattingen per provincie In dit hoofdstuk geven we een beeld van elke provincie. Per provincie worden achtereenvolgens de kengetallen, het cultuurbeleidsplan 2005-2008 plus bijbehorend budget en de provinciale instellingen beschreven.
Provincie Drenthe Kengetallen: Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
474.506 2.680 12
Aantal personenauto's
201.088
Aantal woningen
193.307
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
22.200 44 9.331
Tabel 4: Kengetallen van de provincie Drenthe. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De Drentse cultuurnota voor de periode 2005-2008 is getiteld De kunst van het combineren. De verschillende beleidsterreinen van cultuur zijn in de nota samengebracht tot vijf ‘cultuurdragers’. Deze cultuurdragers vertellen wat de provincie belangrijk vindt op het terrein van cultuur; ze benadrukken de meerwaarde van samenhang en samenwerking binnen de cultuursector. De vijf cultuurdragers zijn: beeldkwaliteit, het grote publiek, informatiekanalen, onvoltooid verleden tijd en taligheden. Beeldkwaliteit Beeldkwaliteit gaat over het zichtbare en het tastbare in de openbare ruimte. De provincie doelt dan niet alleen op kunstobjecten, maar ook op de kwaliteit van de bebouwing in haar omgeving. Drenthe heeft een prachtig landschap en veel cultuurhistorische schatten. Cultuurhistorische waarden spelen een rol bij de toetsing en ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Drenthe wil het beeldendkunstklimaat verlevendigen, daartoe geeft de provincie de ruimte aan kunstenaarsinitiatieven en creëert ze nieuwe presentatieplekken. Het grote publiek Bij het grote publiek gaat het de provincie om het bevorderen van culturele activiteiten en het vergroten van de toegankelijkheid hiervan. Ze streeft naar lage drempels voor mensen om actief en receptief deel te nemen aan kunst en cultuur. De provincie wil bevorderen dat de verschillende groepen in de samenleving met een passend en veelal vraaggericht cultureel aanbod worden bediend. Een spannende programmering en goede locaties voor nieuwe vormen van cultuur kunnen een bijdrage leveren aan een groter publieksbereik. De inzet van de provincie zal gericht zijn op kruisbestuiving tussen kunstdisciplines en tussen amateur- en professioneel initiatief. De provincie wil nieuwe samenwerkingsvormen stimuleren, nieuw talent en initiatief de kans geven om zich te ontwikkelen en te bewijzen. Ze wil daarbij een sterkere betrokkenheid van de consument bij de totstandkoming van het aanbod. Ook wil de provincie het culturele veld ondersteunen, faciliteren en
25
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
adviseren. Verder wil Drenthe via duidelijke afspraken met instellingen en gemeenten bijdragen aan het vergroten van het cultuurbereik en de versterking van de culturele infrastructuur in de provincie. Informatiekanalen Deze cultuurdrager gaat over de verschillende manieren waarop (culturele) informatie beschikbaar wordt gesteld en wordt overgebracht. Musea, archieven, lokale radio en tv (RTV Drenthe) en openbare bibliotheken hebben hierbij een sleutelrol. Onvoltooid verleden tijd Onvoltooid verleden tijd gaat over de zichtbare en overdrachtelijke overblijfselen uit het verleden (archeologische en gebouwde monumenten, geschiedenis, verhalen, legendes, mythen enzovoorts). Lange tijd was een objectgerichte, sectorale benadering leidend in het beleid voor cultureel erfgoed. Deze lijn wordt landelijk en ook door de provincie Drenthe steeds meer verlaten en ingeruild voor een gebiedsgerichte, integrale aanpak. Taligheden Taligheden gaat over zowel Drentse als Nederlandse taal en letteren. De provincie richt zich bij taligheden vooral op het actief bevorderen van afstemming, samenwerking en verdere professionalisering van de streektaalinfrastructuur. Ook stimuleert de provincie dat leesbevordering en educatieve streektaalactiviteiten als leerlijn deel gaan uitmaken van de cultuureducatieve infrastructuur, onder meer door duidelijke prestatieafspraken te maken met de betrokken culturele instellingen. Provinciaal beleid op het gebied van letteren richt zich op het bevorderen van een literair klimaat waarin goede literaire activiteiten kunnen ontstaan waarvan het publiek kan genieten. Budget De provincie Drenthe besteedt – vergeleken met voorgaande jaren – méér geld aan cultuur. In 2005 wordt 757.704 euro meer besteed dan in 2004. Van 2005 tot 2008 nemen de provinciale uitgaven voor cultuur toe met 640.940 euro. De uitgaven voor cultuureducatie gaan, met uitzondering van een piek in 2007, achteruit. Drenthe Beeldkwaliteit Het grote publiek
2004
2005
2006
2007
2008
583.200
507.136
493.619
500.284
507.135
2.460.100
2.994.191
2.870.032
2.794.372
2.797.627
288.000
288.000
307.000
250.000
12.516.500
12.890.232
13.166.957
13.957.474
13.670.182
1.287.000
1.218.361
1.320.731
1.235.505
1.236.611
224.000
225.584
225.106
231.409
237.889
17.077.800
17.835.504
18.076.446
18.719.043
18.476.444
waarvan Cultuureducatie Informatiekanalen Onvoltooid verleden tijd Taligheden Totaal
Tabel 5: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
Provinciale instellingen In de provincie Drenthe zijn twee instellingen voor kunst- en cultuureducatie: Kunst & Cultuur Drenthe en Drents Plateau. Kunst & Cultuur Drenthe Kunst & Cultuur Drenthe (KCDr) is een provinciale instelling die een belangrijke bijdrage levert aan het kunst- en cultuurklimaat in Drenthe. KCDr gaf met projectplannen vorm aan het provinciale beleid in het kader van het actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004.
26
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
De instelling zet zich breed in voor het verstevigen van de cultuur in Drenthe vanuit en met de kunsten. Ze wil bevorderen dat zoveel mogelijk mensen in Drenthe kennis kunnen nemen van de kunsten en uitgenodigd worden deze zelf te beoefenen of bij te wonen. KCDr streeft naar een herkenbare positie tussen kunst en samenleving. Ze wil zich ontwikkelen tot een ontmoetingscentrum over vraagstukken op het gebied van de kunsten. De waarde van kunst voor individu en samenleving moet, zo vindt ze, tot uiting komen in een dialoog. Deze missie bepaalt tevens de vorm van de producten en diensten van KCDr. KCDr is actief in de volgende disciplines: dans, popmuziek, toneel, jongerenuitbureau, poppentheater, audiovisuele kunst en beeldende kunst. Doelgroep zijn de inwoners van Drenthe. Deze worden benaderd via het onderwijs, de professionele cultuur en de amateurkunst met respectievelijk Kunst in het onderwijs, Kunst ter plekke en Kunst in de regio. KCDr legt in haar beleid het accent op de volgende aspecten: –
Verbindende en bemiddelende rol van KCDr tussen kunst en samenleving
–
Netwerken en projecten bepalen de waarde van KCDr
–
Aandacht voor de regio
–
Aandacht voor nieuwe klanten en gebruikers
–
Aandacht voor samenwerkingsverbanden
–
Aandacht voor interdisciplinaire ontwikkelingen en nieuwe media
–
Aandacht voor multiculturaliteit
Speerpunten van KCDr zijn jongeren, interculturele samenleving, cultureel Drenthe en het Actieprogramma Cultuurbereik. Daarnaast wil KCDr toegankelijke kunstuitingen aanbieden, de culturele infrastructuur versterken en kunst in diverse terreinen van de samenleving integreren. De kerntaken van KCDr zijn adviseren, bemiddelen, trainen en innoveren. Concrete doelstellingen zijn: –
Het versterken van een doorgaande leerlijn van kunstzinnige vorming naar kunsteducatie tot
–
Het vergroten van de deelname aan kunst, zowel actief als receptief.
–
Het vergroten van de kwaliteit van het kunstproduct, het kunstproces en de podia.
cultuurparticipatie voor het primair en voortgezet onderwijs.
KCDr realiseert deze doelstellingen door: –
Begeleiding bij en programmeren van voorstellingen en kunstprojecten in het primair en voortgezet onderwijs
–
Ondersteunen van amateurkunst en professionele kunsten in Drenthe met adviezen, informatie, opleidingen en wedstrijden
–
Zelf nieuwe evenementen te ontwikkelen en initiatieven van anderen te ondersteunen
–
Een stimulerende rol te vervullen richting scholen, culturele instellingen, gemeenten en professionele kunstenaars op het gebied van de kunsten, kunsteducatie en cultuurparticipatie
De provincie is regisseur in de samenwerking tussen provincie, gemeenten en provinciale instellingen. Daarnaast werkt KCDr samen met kunstenaars, scholen, verenigingen, het Prins Bernhard Cultuurfonds, Bolwerk, VOG, CNL, SBA, LCA, Theater Netwerk NL, Het Nationaal Popinstituut en de SNK. Drents Plateau Drents Plateau is het Drentse kenniscentrum voor erfgoed en architectuur. Het is het adviesorgaan voor de provincie over erfgoed; de provincie betrekt het centrum actief bij beleidsontwikkeling voor erfgoed en de daarbij behorende activiteiten zoals erfgoededucatie.
27
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
De instelling zet zich in voor behoud, ontwikkeling en waardering van het erfgoed en de architectuur in Drenthe. Een mooie omgeving draagt bij aan een prettig woon- en werkklimaat en is een belangrijke impuls voor het toerisme in Drenthe. Drents Plateau is een tweedelijnsinstelling en bereikt via provincie en gemeente haar doelgroep: de Drentse bevolking. De speerpunten van de instelling zijn: –
Van kenniscentrum naar ontwikkelcentrum: extern een profilering van Drents Plateau als partner in ontwikkelingen waarbij de kwaliteit van de omgeving een rol speelt; intern een traject om de benodigde vaardigheden te ontwikkelen
–
Betrokkenheid in een eerder stadium: in gesprek met provincie en gemeenten om Drents Plateau in een eerder stadium te betrekken bij de planvorming
–
Versterken van de kennisfunctie: opzetten van een intern documentatiesysteem om cultuurhistorische kennis beter toegankelijk te maken
–
Inventarisatie cultuurhistorische waarden: regisseur van de vraag naar informatie over de cultuurhistorische waarden in een bepaald gebied
–
Landschap: meer aandacht voor landschap en groen erfgoed
De kerntaken van Drents Plateau zijn advies, onderzoek, voorlichting en educatie. Concrete doelstellingen van Drents Plateau zijn: - Cultuurhistorie als richtinggevend voor het ruimtelijk beleid – doel is de cultuurhistorie een vroegtijdige en structurele plek te geven in de planologische processen- Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit – doel is de schoonheid van Drenthe te helpen behouden en bevorderen - De instandhouding van het Drentse erfgoed – doel is behoud en ontwikkeling van het Drentse erfgoed: landschap, monumenten, archeologie, geschiedenis en roerende objecten - Een goede ontsluiting van het Drentse erfgoed – doel is informatie over het Drentse erfgoed optimaal toegankelijk te maken voor zowel burgers, beleidsmakers als specialisten - Een goede infrastructuur op het gebied van erfgoed en architectuur – doel is een goed functionerende erfgoed- en architectuursector in Drenthe - Ontwikkeling van de kwaliteit van het cultuurtoerisme in Drenthe – doel is bezoekers op een goede en verantwoorde wijze kennis te laten maken met het Drentse erfgoed - Ruim aandacht in het onderwijs aan erfgoed – doel is dat leerlingen zich bewust worden van de (geschiedenis van) de eigen omgeving Drents Plateau kent een veelheid aan activiteiten die in negen producten zijn ondergebracht. Daarbinnen zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden: –
Producten voor de provincie: archeologie, regionale geschiedenis, museumconsulentschap, monumentenzorg, steunpunt monumentenzorg en archeologie, ondersteuning particulier initiatief en erfgoededucatie
–
Producten voor de gemeenten met een geheel eigen financieringsstelsel: welstandsadvisering
–
Opdrachten en projecten die via de 'markt' worden verworven
De belangrijkste partners en afnemers van de diensten van Drents Plateau zijn de overheden in Drenthe: provincie en gemeenten. Daarnaast zijn erfgoedinstellingen een belangrijke partner voor Drents Plateau. Om belangenverstrengeling te voorkomen met het advieswerk voor de overheid zal de stichting in de regel niet optreden als adviseur namens particulieren of bedrijven.
28
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provincie Flevoland Kengetallen: Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
370.800 1.419 6
Aantal personenauto's
229.201
Aantal woningen
140.709
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
22.445 5 6.453
Tabel 6: Kengetallen provincie Flevoland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De cultuurnota 2005-2008 van de provincie Flevoland heeft als titel Raakvlakken. Hiermee wil de provincie duidelijk maken dat zij cultuur in breed perspectief ziet. De provincie ziet raakvlakken tussen cultuur en ruimtelijke ontwikkelingen, tussen kunst en cultureel erfgoed en tussen cultuur en toerisme. De situatie in Flevoland is uitzonderlijk: vergeleken met de andere, eeuwenoude provincies is deze provincie zeer jong en zijn er nog weinig gevestigde culturele instellingen. Er wordt hard gewerkt aan werkgelegenheid, onderwijs en zorg, maar de culturele infrastructuur blijft achter. Daarin wil Flevoland verandering brengen met haar cultuurbeleid voor 2005-2008. De provincie heeft twee speerpunten geformuleerd: een voor kunst en een voor cultureel erfgoed. Speerpunt voor kunst Al sinds 1989 is landschapskunst hét speerpunt van het provinciale kunstbeleid. Met de zes monumentale landschapswerken profileert Flevoland zich in Nederland. Voor de podiumkunsten is er sprake van een inhaalslag. Die krijgt onder meer gestalte in de oprichting van het Productiehuis Podiumkunst Almere Flevoland. De provincie stimuleert de bijzondere relatie tussen landschapskunst en podiumkunst door festivals in landschapskunstwerken7 te subsidiëren. Speerpunt voor cultureel erfgoed Flevoland beschikt over een bijzonder archeologisch verleden, monumenten, twee eilanden op het droge, de inpolderingsgeschiedenis, recente stedenbouw en (landschaps)architectuur. Belangrijk voor het speerpunt cultureel erfgoed is het openbaar lichaam Erfgoedcentrum Nieuw Land. Het Erfgoedcentrum is een combinatie van onder meer het Nieuw Land Poldermuseum, het sociaalhistorisch centrum Flevoland, het Rijksarchief Flevoland en het archeologisch depot Flevoland, waarin de provincie, het waterschap en de gemeenten Lelystad, Dronten, Urk en Zeewolde participeren. Budget De provincie Flevoland besteed in 2008 52.782 euro meer aan cultuur dan in 2005. Aan cultuureducatie in het primair onderwijs wordt in de laatste jaren (2007, 2008) geen geld besteed.
7
Een voorbeeld van een landschapskunstwerk is Het Observatorium in Lelystad van Robert Morris (1977).
29
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Flevoland Organisaties Projecten e.d. Waaronder:
2005
2006
2007
2008
2.923.700
3.043.700
3.103.700
3.113.700
1152418
1048100
1005200
995200
Cultuureducatie VO
115.000
115.000
115.000
115.000
Cultuureducatie PO
45.218
32.900
0
0
76300
96300
96300
96300
4.152.418
4.188.100
4.205.200
4.205.200
Diversen Totaal
Tabel 7: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
Provinciale instellingen De provincie Flevoland kent twee instellingen voor kunst- en cultuureducatie: het Centrum voor Amateurkunst Flevoland en het Erfgoedcentrum Nieuw Land (Nieuw Land). Centrum voor Amateurkunst Flevoland Het Centrum voor Amateurkunst Flevoland (CAF) beijvert zich voor een vruchtbaar kunstklimaat in Flevoland waarbinnen de amateurkunst kan groeien. Het CAF heeft contact met onder meer lokale en provinciale overheden, Flevolandse podia, Centra voor Kunstzinnige Vorming, Flevolandse festivals, landelijke ondersteuningsinstellingen (Unisono, LCA, Theaterwerk, NPI) en landelijke fondsen die de amateurkunst subsidiëren. Het CAF is bovendien het aanspreekpunt voor ongeveer driehonderd koren, orkesten, dans- en theatergroepen en tachtig popbands in de provincie Flevoland. Verbetering van de positie en de artistieke kwaliteit van amateurkunst is een belangrijk doel van het CAF. Zijn basistaak is het volgen, adviseren en stimuleren van actieve amateurgroepen. Het CAF wil daarnaast vernieuwing stimuleren door kaders te scheppen waarbinnen nieuwe artiesten en ensembles zich uitgedaagd voelen hun kunsten te presenteren. Het probeert bijzondere producties en samenwerkingsverbanden van de grond te krijgen. De instelling opereert in de disciplines dans, pop, muziek en toneel. De komende jaren richt het CAF zijn beleid op vier onderdelen: –
Traditie en vernieuwing
–
Podia (versterken van de lokale culturele infrastructuur, een intensiever contact met gemeentelijke overheden, een wisselwerking met recreatie en toerisme)
–
Multidisciplinaire activiteiten
–
Jongeren
De kerntaken van het CAF zijn adviseren en informeren, verzorgen van scholing en bevorderen van samenwerking (tussen disciplines en tussen instellingen). Concrete doelstellingen zijn: –
Organiseren van een financiële bedding voor een jaarlijks terugkerend festival per discipline
–
Het organiseren van korte afgeronde projecten
–
Vernieuwing stimuleren door kaders te scheppen waarbinnen nieuwe artiesten en ensembles worden uitgedaagd om hun kunsten te presenteren
–
Verbeteren van plaatselijke voorzieningen voor amateurkunst, zoals het uitbreiden van podia
–
Streven naar optimale voorzieningen voor amateurkunst in elke gemeente
–
Bevorderen van inspirerende ontmoetingen van amateurkunstenaars uit verschillende disciplines door het bieden van een podium waarop groepen rond een gezamenlijk thema een productie kunnen neerzetten en zo buiten hun eigen kunstdisciplines en reguliere presentaties iets ondernemen
30
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
–
Stimuleren van cultuurdeelname van jongeren door het bieden van nieuwe, voor jongeren aantrekkelijke werkvormen.
Het CAF ontwikkelt plaatselijke initiatieven waardoor mensen direct in aanraking komen met kunst. Ook vervult het een netwerkfunctie en stimuleert het samenwerking tussen verschillende organisaties voor amateurkunst. Ten slotte biedt het CAF professionele begeleiding aan amateurkunstenaars. Het centrum werkt samen met provinciale en gemeentelijke overheden. De provincie ziet het CAF als belangrijke katalysator van culturele manifestaties en cursussen en voorziet dan ook mede in de exploitatiekosten. Ook onderhoudt het CAF contacten met landelijke instellingen op het gebied van amateurkunst. Erfgoedcentrum Nieuw Land Nieuw Land is het kenniscentrum voor behoud, beheer, onderzoek en presentatie van het cultuurhistorische erfgoed van Flevoland. Nieuw Land is in 2004 ontstaan uit een fusie van vier erfgoedinstellingen: Provinciaal Archeologisch Depot, Nieuw Land Poldermuseum, Rijksarchief in Flevoland en Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland. Daarnaast beheert Nieuw Land de statische archieven van vier Flevolandse gemeenten (Dronten, Lelystad, Urk en Zeewolde) en van het Waterschap Zuiderzeeland. De provincie regisseerde de fusie en is de belangrijkste financier van Nieuw Land. De kerntaken van Nieuw Land zijn collectiebeheer, educatie, onderzoek, tentoonstellen, publiceren en het ontsluiten en presenteren van Flevolands cultureel erfgoed en, in breder verband, de Nederlandse traditie van inpoldering, winning van nieuw land en de strijd tegen het water. De missie van Nieuw Land is het actief en attractief informeren over het cultureel erfgoed van Flevoland en het Zuiderzeeproject. Het erfgoedcentrum vertelt het verhaal van de grootste polder ter wereld in vaste en tijdelijke tentoonstellingen, een studiecentrum, evenementen en educatieve programma's. Flevoland als de grootste polder ter wereld en Nederland met zijn mondiale reputatie als belangrijke poldernatie geven Nieuw Land een nationale en internationale uitstraling. Nieuw Land bedient een breed scala aan doelgroepen op het gebied van erfgoed: professionals, onderwijs en betrokken en geïnteresseerde burgers. Nieuw Land richt zijn beleid op: –
Het vakkundig en professioneel verzamelen, beheren, ontsluiten en digitaal beschikbaar stellen van overheids- en particuliere archieven en overige collecties
–
Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek
–
Het deskundig steunen van amateurs en professionals bij cultuurhistorische activiteiten
–
Het ontwikkelen van een actief educatief beleid voor alle vormen van onderwijs en educatie
–
Het grote publiek door spelen, ontdekken, ervaren en beleven kennis laten maken met hoe mensen in Flevoland en het Zuiderzeegebied reageren op hun omgeving: de wisselwerking tussen land en water en de sociaal-economische aspecten daarvan
–
Het ontsluiten van het fenomeen 'polder' in aansprekende tentoonstellingen en publicaties
Centrale thema's in de komende jaren zijn scheepsarcheologie, polders in Nederland, polders in de wereld en archeologie (Swiftbantcultuur). Nieuw Land werkt samen met de provinciale overheid, met (cultuur)toeristische instellingen en universiteiten.
31
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provincie Friesland Kengetallen: Aantal inwoners
642.066
Oppervlakte in km2
5.740
Aantal gemeenten
31
Aantal personenauto's
257.784
Aantal woningen
271.725
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
37.700 72 12.903
Tabel 8: Kengetallen van de provincie Friesland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 Sels Dwaan (Zelf Doen) luidt de titel van de cultuurnota van de provincie Friesland. De provincie koos de volgende vier accenten in haar cultuurbeleid: Versterking van het culturele productieklimaat. Om de cultuur in Friesland overeind en levend te houden, is een actief cultuurbeleid noodzakelijk. De keuze voor versterking komt tot uiting in de verhoging van budgetten van enkele incidentele subsidieregelingen. Daardoor kan de provincie flexibel reageren en door financiering culturele activiteiten realiseren. Verduidelijken van de subsidierelatie Instellingen die in de komende periode structureel subsidie van de provincie krijgen, komen niet in aanmerking voor subsidiëring van (nieuwe) incidentele activiteiten. Verder wil de provincie op basis van evaluaties tussentijds kunnen vaststellen of instellingen inderdaad bijdragen aan de realisatie van het cultuurbeleid en of haar beleid of de afspraken met instellingen wellicht bijstelling behoeven. Bij elkaar brengen van cultuur en economie Cultuur wordt volgens de provincie te vaak beschouwd als geldverslindende kostenpost. Maar cultuur levert werkgelegenheid op en brengt, zeker in de zomerperiode, een stroom toeristen op gang die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de Friese economie. De provincie streeft ernaar om meer samenhang en spreiding te brengen in de culturele, toeristische en sportieve evenementen. Vereenvoudiging subsidiëring De incidentele subsidieregelingen die deel uitmaken van het budget Taal en Cultuur worden deels samengevoegd en vereenvoudigd. Dat geldt voor de regelingen voor Friestalige literatuur, culturele activiteiten, internationale contacten en tweetaligheid. Budget Er zijn op moment van schrijven geen gegevens bekend van de uitgaven van de provincie Friesland voor de jaren 2006-2008.
32
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Friesland
2005
Amateurkunst
2006
2007
2008
2.023.000
Beeldende kunst en vormgeving
163.000
Musea
3.619.600
Budget Taal en Cultuur
524.000
Podiumkunsten
243.000
Letteren
272.000
Archieven
35.000
RTV/Film
3.971.000
Tijdschriften Totaal
434.000 11.284.600
Tabel 9: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005
Provinciale instellingen In de provincie Friesland zijn twee instellingen voor kunst- en cultuureducatie, te weten Stichting Keunstwurk, een provinciale organisatie die zich inzet voor de kunsten in Fryslân, en Tresoar, het instituut voor letteren en geschiedenis van Friesland. Stichting Keunstwurk Stichting Keunstwurk is een zelfstandige organisatie gericht op de ontwikkeling en het onderhoud van de culturele infrastructuur in Fryslân. Met de provincie Fryslân maakt de instelling heldere afspraken over:
-
Inhoud en inzet van de activiteiten Terreinen waarop Keunstwurk actief is Doelgroepen Kwaliteit en performance van de geleverde diensten
Het grootste deel van de inkomsten van Keunstwurk komt uit provinciale subsidies, aangevuld met bijdragen uit andere subsidies, fondsen en deelnemersbijdragen. Keunstwurk is een projectorganisatie en heeft als doel de bevordering en stimulering van activiteiten op het gebied van theater, dans, popmuziek, beeldende kunst en vormgeving in de provincie Fryslân. Ze verzorgt educatie, verstrekt informatie, programmeert voorstellingen, organiseert festivals en produceert zelf voorstellingen en tentoonstellingen. Keunstwurk werkt vooral met en voor talentvolle jongeren, startende professionele kunstenaars, mensen werkzaam in de kunsteducatie, kunstcoördinatoren in het onderwijs en het amateurkader. De projecten van Keunstwurk ontstaan meestal in samenwerking met andere organisaties. Keunstwurk richt zich daarbij op de professionele kunsten, de amateurkunst en het onderwijs. Aandachtspunten voor de komende jaren zijn: het blijven ontwikkelen van artistiek vernieuwende projecten, het stimuleren van samenwerking tussen culturele instellingen in de provincie, het versterken van de relatie met gemeenten en provincie en het verder professionaliseren van de eigen organisatie. De vier kerntaken van Keunstwurk betreffen: - het verzamelen en verspreiden van kennis met als doel de deskundigheid op het gebied van de kunsten in Fryslân te vergroten - het bij elkaar brengen van vraag en aanbod - het stimuleren en verder ontwikkelen van talent - het stimuleren van artistieke vernieuwing.
33
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Keunstwurk heeft zich bij het uitoefenen van de kerntaken vijf doelen gesteld. In de nieuwe beleidsperiode zal Keunstwurk: - De rol van kenniscentrum op het gebied van de kunsten in Fryslân versterken - Een groei in de cultuurparticipatie van kinderen, jongeren en volwassenen in Fryslân realiseren - Talentvolle jongeren stimuleren zich verder te ontwikkelen - Met innovatieve projecten een impuls geven aan het kunstklimaat in Fryslân - Zich tot een sterke en professionele organisatie blijven ontwikkelen De huidige activiteiten van Keunstwurk zijn onder te verdelen in informatie en advies, begeleiding en ondersteuning, educatie, productie en programmering. Informatie en advies wordt vertaald in het verzamelen en verspreiden van kennis met als doel de deskundigheid op het gebied van de kunsten in Frieslân te vergroten. Keunstwurk verzamelt alle relevante informatie en stelt deze voor een breed publiek ter beschikking onder meer via internet, publicaties en nieuwsbrieven. Verder geeft Keunstwurk adviezen en ontwikkelt het verschillende vormen van scholing voor het onderwijs, amateurkunstenaars, vakdocenten en professionele kunstenaars. Keunstwurk stimuleert netwerken en andere samenwerkingsverbanden tussen culturele instellingen, kunstenaars en specifieke publieksgroepen, met als doel vraag en aanbod bij elkaar te brengen en zo de cultuurparticipatie in Fryslân te vergroten. Tresoar Tresoar is het Fries Historisch en Letterkundig centrum. Op 1 september 2002 is Tresoar ontstaan na de fusie van het Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum (FLMD), de Provinciale- en Buma-bibliotheek (PBF) en het Rijksarchief in Friesland (RAF) . Tresoar, het centrum voor historie en letterkunde, wil fungeren als hèt centrum in Fryslân waar vraag en aanbod van hoogwaardige informatie over met name cultuur, geschiedenis en literatuur fysiek dan wel virtueel bijeen gebracht worden en kennis en wetenschap gestimuleerd worden. Tresoar wil niet alleen het gebruik van de collectie Fryslân versterken, maar bovendien adviseren en activiteiten organiseren op het gebied van historie, letterkunde en cultuur. Tresoar wil zijn kennis en expertise aan burger en overheid overbrengen. Het centrum wil een groter en gevarieerder publiek bereiken door het verbeteren van het aanbod en het stimuleren van de vraag. Speerpunten van de instelling zijn onder meer:
– – – – –
Uitbreiden van de elektronische dienstverlening in en buiten het gebouw Uitbouwen en bundelen van alle educatieve activiteiten Het bieden van een afwisselend tentoonstellingsprogramma Verbeteren van de naamsbekendheid door het presenteren van de collectie Actief verzamelen van particuliere collecties en audiovisueel materiaal met documentaire waarde voor de regio
34
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provincie Gelderland Kengetallen Aantal inwoners
1.972.010
Oppervlakte in km2
5.137
Aantal gemeenten
56
Aantal personenauto's
860.652
Aantal woningen
776.553
Aantal bedrijfsvestigingen
113.170
Aantal musea
121
Bruto regionaal product
42.335
Tabel 10: Kengetallen van de provincie Gelderland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De provincie Gelderland formuleert in haar cultuurnota met de titel Verbindingen drie hoofddoelen: cultuurbereik, cultuurproductie en samenhang tussen productie en bereik. De belangrijkste inhoudelijke accenten voor de komende jaren zijn: - Bevorderen van de samenhang en samenwerking binnen de culturele sector en met andere sectoren - Bevorderen van samenhang in de sectoren cultuur en cultuurhistorie - Overname van de speerpunten uit het Cultuurprofiel Oost-Nederland: culturele planologie, grote festivals, de culturele atlas en versterking van het middensegment - Extra aandacht voor cultuureducatie: alle projecten die de provincie ondersteunt, schenken aandacht aan educatie. Cultuureducatie moet ook gericht zijn op jongeren buiten het onderwijs - Extra aandacht voor vrijwilligers: ze zijn de smeerolie in cultureel Gelderland - Extra aandacht voor amateurkunst: hoe breder de basis, hoe hoger de top - Stimuleren van jeugdtheaterscholen: zij zijn succesvol en sluiten goed aan bij de wensen van jongeren - Meer ondersteuning van popfestivals die plaats inruimen voor (semi-)amateurbands uit de regio - Uitbreiden van gebiedsgericht beleid, maar alleen als bij de gemeenten in de regio's voldoende draagvlak is Budget Het budget van de provincie Gelderland voor cultuur blijft door de jaren heen gelijk. Gelderland Ondersteuningsinstellingen
2005
2006
2007
2008
5.849.438
5.849.438
5.849.438
5.849.438
220.000
500.000
500.000
500.000
80.000
80.000
80.000
80.000
900.803
728.488
728.488
763.488
Gebiedsgericht cultuurbeleid Monitoring Subsidieregelingen Projecten
792.375
867.375
907.375
907.375
3.222.121
3.149.436
3.109.436
3.074.436
Cultuureducatie
387.861
463.792
236.000
236.000
Amateurkunst
140.000
190.000
100.000
120.000
Erfgoed
898.435
947.806
969.866
910.674
2.034.650
1.851.965
1.811.965
1.776.965
Instellingen Waarvan:
Podiumkunsten Beeldende kunst en vormgeving
424.326
418.118
346.010
346.010
Letteren
73.359
88.359
88.359
88.359
Film
15.000
30.000
30.000
30.000
11.174.737
11.174.737
11.174.737
11.174.737
Totaal
Tabel 11: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2006
35
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provinciale instellingen De provincie Gelderland telt drie culturele ondersteuningsinstellingen: Edu-Art Gelderland, de Stichting Gelders Erfgoed en de Stichting Kunst en Cultuur Gelderland. Deze instellingen hebben een ontwikkelfunctie, zij voeren (in opdracht van de provincie) concrete projecten uit, zijn adviseur van de provincie en ondersteunen het veld. Edu-Art Gelderland Edu-Art is het Gelders expertisecentrum dat onderwijs en cultuur inhoudelijk en organisatorisch verbindt. Het adviseert, ontwikkelt en organiseert cultuureducatie op vraag van het onderwijs. De partners van Edu-Art zijn culturele organisaties, producenten en de Gelderse gemeenten. De instelling heeft als doel cultuureducatie in het hart van het onderwijs te verankeren. De organisatie heeft inhoudelijke kennis op het gebied van theater, beeldende kunst, fotografie, film en video, literatuur, dans, muziek en cultureel erfgoed. Edu-Art speelt voor cultuureducatie een centrale rol in de provincie. Edu-Art is een belangrijke uitvoerder van het provinciale cultuureducatiebeleid van 2005-2008. De provincie wil dat Edu-Art zich voornamelijk richt op het primair onderwijs, het vmbo en het niet stedelijk gebied. Edu-Art verricht ook wel diensten voor de eerste twee jaar van het havo en vwo; deze dienstverlening is gebaseerd op een reële kostprijs. Strategische speerpunten waar Edu-Art de komende periode aan werkt zijn: - Het positioneren van Edu-Art als dé dienstverlener voor cultuureducatie voor het primair en voortgezet onderwijs - Het opbouwen van cultuureducatieve expertise - Het professionaliseren van de organisatie om zo de stakeholders op de cultuureducatieve markt optimaal te kunnen bedienen - Transitie naar een doelmatige, efficiënte organisatie om aan de klantvraag te kunnen voldoen - Het waarborgen van de aandacht voor cultuureducatie bij onderwijsinstellingen en subsidieverschaffers in de provincie Gelderland - Het actief bij elkaar brengen van vragende en aanbiedende partijen, waarbij synergie tussen vraag en aanbod wordt bewerkstelligd. Edu-Art heeft vier kernactiviteiten: advisering, ontwikkeling, training & coaching en evaluatie. In deze activiteiten vervult Edu-Art verschillende rollen, te weten intermediair en netwerker, adviseur en expert, ontwikkelaar en uitvoerder. De belangrijkste marktpartijen voor Edu-Art zijn de instellingen voor primair en voortgezet onderwijs als klanten en de culturele instellingen (producenten, theaters, bibliotheken en eerstelijnsinstellingen) als aanbieders. Daarnaast werkt Edu-Art samen met de provincie, het Ministerie van OCW en de gemeenten. Zij vervullen de rol van financier en beleidsbepaler. Ten slotte werkt Edu-Art met andere ondersteuningsinstellingen in Gelderland samen. Stichting Gelders Erfgoed Stichting Gelders Erfgoed, rechtsopvolger van Gelders Oudheidkundig Contact, is de uitvoerder van de provinciale beleidsdoelstellingen voor erfgoed. Gelders Erfgoed realiseert als steunfunctie-instelling voor de erfgoedsector de volgende beleidsdoelstellingen: kennisvermeerdering, professionalisering, draagvlakverbreding en samenhang & samenwerking. Gelders Erfgoed wil de samenhang en
36
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
samenwerking tussen archieven, musea, historische verenigingen, monumentenzorgorganisaties en overige relevante organisaties genereren en faciliteren. Kernactiviteiten van Gelders Erfgoed zijn advies en deskundigheidsbevordering, projectontwikkeling en dienstverlening. Zij bevordert de kwaliteit, toegankelijkheid en diversiteit van het Gelders materiële en immateriële erfgoed en waar mogelijk stimuleert zij het gebruik hiervan voor studie, educatie en genoegen. Gelders Erfgoed richt zich op erfgoedinstellingen in Gelderland, met name archieven, musea, historische verenigingen en monumentenorganisaties. Gelders Erfgoed begeeft zich op vijf samenhangende taakvelden: bedrijfsvoering, documentatie, behoud, publiciteit en onderzoek. Zij biedt ondersteuning door de volgende activiteiten uit te voeren: –
Gelders Erfgoed ondersteunt musea en geschiedbeoefening door advisering over bedrijfsvoering, beheer en behoud van collecties, registratie en documentatie, tentoonstellingen en presentatie, educatie, PR en historisch onderzoek.
–
Gelders Erfgoed organiseert cursussen en diverse activiteiten over deze onderwerpen voor museummedewerkers en amateur-historici.
–
Gelders Erfgoed verzorgt publicaties op deze gebieden en geeft het cultuurhistorisch tijdschrift
–
Gelders Erfgoed verkoopt materialen voor zorgvuldig behoud van collecties.
–
Gelders Erfgoed verleent praktische diensten t.b.v. musea, historische verenigingen en andere
Gelders Erfgoed en de MuseumKijkwijzer uit.
cultuurhistorische organisaties. Gelders Erfgoed werkt samen met partners op provinciaal, nationaal en internationaal niveau. Stichting Kunst en Cultuur Gelderland De Stichting Kunst en Cultuur Gelderland (SKCG) voert als provinciale instelling voor cultuurdeelname en cultuureducatie delen van het provinciaal cultuurbeleid uit. Ze werkt voor culturele organisaties in de provincie en ontwikkelt culturele projecten op bovengemeentelijk niveau. Daartoe krijgt ze subsidie van de provincie Gelderland. De SKCG stimuleert en versterkt het culturele leven in Gelderland door mee te helpen cultuur, in al haar verscheidenheid, onder de mensen te brengen en hen in staat te stellen van kunst te genieten of zelf kunst te beoefenen. De SKCG heeft expertise op alle kunstdisciplines, van muziek tot theater en van film tot beeldende kunst. Daarnaast heeft zij uitgebreide kennis over het culturele veld in de provincie. De belangrijkste afnemers en samenwerkingspartners van de SKCG zijn plaatselijke en regionale organisaties voor de professionele kunsten, de amateurkunst en de kunsteducatie. Hieronder vallen bijvoorbeeld filmhuizen, muziek- en dansscholen, podia, samenwerkende verenigingen in het amateurtoneel of de amateurmuziek, creativiteitscentra en gemeenten. Samen met deze organisaties geeft het SKCG vorm aan drie kerntaken: –
Deskundigheidsbevordering
–
Advies, informatie en publicaties
–
Projectontwikkeling en uitvoering
De SKCG realiseert dit door het organiseren van opleidingen, cursussen en studiedagen voor de culturele sector. Daarnaast beschikt de SKCG over een groot netwerk en databestand met overzichten van instellingen, inhoudelijke specialisten en repertoire op diverse vakgebieden. Op basis hiervan kan ze klanten informeren, adviseren en bemiddelen. Daarnaast verricht SKCG projectontwikkeling en uitvoering in opdracht en op eigen initiatief. Deze projecten zijn gericht op het bieden van kansen aan culturele initiatieven in Gelderland en het vergroten van de publieksparticipatie.
37
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
SKCG werkt samen met instellingen op provinciaal (Edu-Art, Gelders Erfgoed en Centrum Beeldende Kunst Gelderland), interprovinciaal (Kunst & Cultuur Overijssel, Spectrum en het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme) landelijk en soms grootstedelijk niveau. De SKCG bedient en onderhoudt een uitgebreid netwerk in de provincie Gelderland.
Provincie Groningen Kengetallen: Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
570.369 2.341 25
Aantal personenauto's
223.575
Aantal woningen
245.546
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
28.800 82 15.778
Tabel 12: Kengetallen van de provincie Groningen. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De cultuurnota 2005-2008 van de provincie Groningen heet Stroomversnelling. Groningen kiest hierin voor de volgende drie ontwikkelingslijnen:
-
Bereik door verankering: het versterken van de sociaal-culturele samenhang door in te zetten op laagdrempelige functies en initiatieven in de provincie, dichtbij en herkenbaar voor Groningers
-
Identiteit door ontwikkeling: het versterken van de regionale identiteit door in te zetten op instandhouding en presentatie van de taal en cultuur van Groningen
-
Profiel door dynamiek: het versterken van de dynamiek in de Groningse kunsten door in te zetten op de ontwikkeling van talent en kwaliteit
Bij elke ontwikkelingslijn hoort een programma,, gebaseerd op de productgroepen Cultuurbereik, Erfgoed en Kunsten & Media. Het het programma ‘Creatieve netwerken’ sluit aan bij de eerste ontwikkelingslijn (Bereik door verankering). Met dit programma is gericht op verankering en een vraaggerichte aanpak, waardoor cultuur ook in het dagelijks leven een grotere rol speelt en waardoor talent zich kan ontwikkelen. Het tweede programma 'Het verhaal van Groningen' sluit aan bij de ontwikkelingslijn Identiteit door ontwikkeling. De eigen identiteit wordt gezien als oriëntatiepunt van waaruit je de wereld kunt begrijpen. Om dit te bereiken wil de provincie het collectieve veld van culturele erfgoed versterken door de verschillende collecties te benaderen als één geheel, te weten de Collectie Groningen, en door integrale presentaties. 'De dynamiek in de kunsten van stad en regio', het derde programma van Groningen, sluit aan bij de ontwikkelingslijn Profiel door dynamiek. Het programma wil de dynamiek in de kunsten in de stad (Groningen als culturele hoofdstad van het Noorden) en regio vergroten. Daarbij gaat het om het beter benutten van de bestaande instellingen, het gericht zoeken en begeleiden van nieuwe talenten en initiatieven en het vergroten van randvoorwaarden voor vernieuwingen.
38
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Budget De investeringen van de provincie Groningen voor cultuur nemen door de jaren heen af met 555.854 euro. De uitgaven voor cultuureducatie hebben daar minimaal onder te leiden. Er wordt slechts 2.700 euro minder besteed. Groningen
2005
2006
2007
2008
3.971.200
3.968.500
3.968.500
3.968.500
Investeren in jeugd
137.700
135.000
135.000
135.000
Uitbouw cultuureducatie
716.000
716.000
716.000
716.000
Het verhaal van Groningen
2.039.500
2.100.000
2.091.500
1.900.000
Dynamiek ik de kunsten van stad en regio
2.425.900
2.501.000
2.460.500
2.301.000
290.000
150.565
197.626
1.246
8.726.600
8.720.065
8.718.126
8.170.746
Creatieve netwerken Waaronder:
Budgetten los van programma’s Totaal
Tabel 13: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
Provinciale instellingen In de provincie Groningen zijn twee instellingen voor kunst- en cultuureducatie, namelijk KunstStation C en IVAK Noordoost Groningen. Beide richten zich op cultuur- en erfgoededucatie. KunstStation C KunstStation C het provinciaal bureau voor cultuureducatie, is in september 2003 opgericht door de provincie Groningen. Het werkgebied van KunstStation C bestaat uit de hele provincie Groningen met uitzondering van de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Groningen. KunstStation C ondersteunt scholen bij het formuleren van hun wensen op het gebied van cultuureducatie, het opstellen van het cultuureducatieplan en de inbedding hiervan in het schoolwerkplan. Kunststation C wil iedere leerling in aanraking laten komen met kunst en cultuur; daarbij staat een geïntegreerde aanpak van cultuureducatie centraal. Doel is een doorlopende leerlijn voor leerlingen van 4 tot 17 jaar, waarin informatie en kennis over en beleving van en ervaring met cultuur centraal staan. Het bureau wil komen tot een vraaggerichte aanpak, waarbij scholen zelf hun vraag formuleren. De werkzaamheden van KunstStation C omvatten de disciplines erfgoed, beeldende kunst, audiovisuele kunst, muziek, drama, dans en letteren. KunstStation C richt zich daarbij vooral op het basisonderwijs. De instelling noemt als kerntaken: - Scholen helpen bij het opstellen en vormgeven van een cultuureducatieplan - Een intermediaire functie vervullen tussen scholen en hun culturele omgeving - De uitvoering van een pilot Cultuur en School van OCW Deze kerntaken komen tot uiting in de ondersteuning van scholen bij: –
Het ontwikkelen van beleid voor cultuureducatie
–
Het formuleren van een vraag voor cultuureducatie
–
Het opzetten van een cultuureducatieplan
–
Het vormgeven van activiteiten uit het cultuureducatieplan
–
Het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod
–
Het in kaart brengen van de culturele omgeving
–
Het contact leggen met de culturele omgeving
39
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
–
Het zoeken naar geschikt lesmateriaal
–
De uitvoering van OCW-beleid
Kunststation C werkt samen met de provincie, het Ministerie van OCW, IVAK, Kunstencentrum Groningen, basisscholen en gemeenten. IVAK Noordoost Groningen Het IVAK, Centrum voor Kunst en Cultuur in Noordoost Groningen, voert voor de gemeenten Loppersum, Delfzijl en Appingedam ondersteunende en uitvoerende taken op het gebied van cultuureducatie uit. Het IVAK fungeert als ondersteuner, aanjager en informatiepunt op het gebied van cultuureducatie. Het IVAK is een gecombineerde eerste- en tweedelijnsinstelling. De eerstelijnsinstelling is een muziek-, dans- en theaterschool en creativiteitscentrum met een aanbod van korte cursussen, jaarcursussen en projectmatige activiteiten in muziek, dans, yoga, theater, beeldende kunsten, letteren, audiovisuele media en cultureel erfgoed. De tweedelijnsinstelling is de steunfunctie-instelling voor cultuureducatie, gericht op ondersteuning van het primair onderwijs in het IVAK-werkgebied. De doelstelling van het IVAK is zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met kunst en cultuur. Daarnaast wil het de lokale sociale samenhang versterken en de gemeenschap vitaal houden. Basistaak van het IVAK is het implementeren van cultuureducatie in het beleid van de scholen. Het IVAK ondersteunt scholen bij het formuleren van hun wensen voor cultuureducatie, het ontwikkelen van een visie op cultuureducatie die aansluit op de eigen onderwijsvisie, het opstellen van een cultuureducatieplan en de inbedding hiervan in het schoolwerkplan. Op dit moment werkt het IVAK voor de basisscholen. In de beleidsperiode 2005-2008 is het tevens de bedoeling dat de aansluiting op de basisvorming van het voortgezet onderwijs verzorgd gaat worden. Een vraaggericht werkwijze is uitgangspunt van de dienstverlening. Een gebiedsgerichte aanpak moet leiden tot een adequaat samenspel tussen cultuur en school op (regionaal en) lokaal niveau. Daarnaast vervult het IVAK een intermediaire functie. Zij brengt vraag en aanbod bij elkaar en stimuleert een structurele samenwerking van culturele instellingen en kunstenaars met scholen voor primair en voortgezet onderwijs op (regionaal en) lokaal niveau. IVAK en Kunststation C werken nauw samen en fungeren als sparringpartners. Het IVAK werkt daarnaast samen met alle basisscholen in zijn werkgebied, met de openbare bibliotheek Delfzijl en met Museum Stad Appingedam.
Provincie Limburg Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
1.135.962 2.209 47
Aantal personenauto's
503.848
Aantal woningen
486.000
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
57.200 82 21.900
Tabel 14: Kengetallen provincie Limburg. Bron: www.provincies.nl
40
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Beleid van de provincie 2005-2008 In plaats van te komen met traditionele sectornota’s heeft de provincie Limburg in het provinciale coalitieakkoord 2003-2007 gekozen voor een thematische en integrale aanpak. Via vijf actieprogramma's geeft de provincie hier concreet vorm aan. Zo biedt het actieprogramma 'Ontplooiing' jongeren kansen om hun individuele talent en kennis te ontwikkelen met sportieve en vernieuwende culturele projecten voor en door jongeren. Een van de thema's is 'Jong zijn in Limburg'. Limburg kiest voor jongeren als doelgroep vanwege: - De noodzaak van vernieuwing en dynamiek in Limburg, waarbij kinderen, jongvolwassenen en jonge makers zelf een stimulerende rol vervullen - De sterke ontgroening in Limburg - De opvatting dat kinderen, jongeren en jongvolwassenen het recht hebben om op hun eigen manier kind en jongere te zijn. In dit kader zijn voor cultuur de volgende speerpunten geformuleerd:
-
Cultuur voor en door jongeren Jonge makers (ook over de grenzen heen) Beeldende kunst en vormgeving
Cultuur voor en door jongeren is een geactualiseerde voortzetting van het Actieprogramma Cultuurbereik. Er komen regionale actieprogramma's, te ontwikkelen door de regio's zelf. De provincie stimuleert een breed cultuureducatief aanbod voor primair en voortgezet onderwijs. Ook ligt er een accent op amateurkunstprojecten voor jongeren en vernieuwende cultuurprojecten. Vanuit het tweede speerpunt biedt de provincie steun aan kunstenaarsinitiatieven. Met name jonge, vernieuwende kunstenaars worden gestimuleerd tot het creëren van een aansprekend cultuuraanbod. Er moet een nieuw centrum voor beeldende kunst komen, dat een ondersteunende en bemiddelende rol gaat spelen voor jonge professionele kunstenaars. Er komen presentatieplekken en ateliervoorzieningen. Budget
De besteding van Limburg aan cultuureducatie blijft de gehele cultuurnotaperiode gelijk. De culturele instellingen van provinciaal belang, die op basis van meerjarenplannen en bijbehorende begroting worden gesubsidieerd, worden gevraagd hun activiteiten meer op de wensen en behoeften van jongeren te richten8. Culturele instellingen zullen met prestatieafspraken moeten verduidelijken op welke wijze hun activiteiten aansluiten bij de provinciale thema's.
Limburg (Actieprogramma ontplooiing)
2005
2006
2007
2008
Actieplan cultuurbereik
367.532
367.532
367.532
367.532
Projectenbudget kunst en cultuur (jonge
654.775
654.775
654.775
654.775
1.022.307
1.022.307
1.022.307
1.022.307
makers) Totaal
Tabel 15: Provinciale uitgaven Actieprogramma ontplooiing 2005-2008 N.B. Dit zijn slechts de cijfers van het ‘kunst’gedeelte van het Actieprogramma Ontplooiing. Overige cultuurnotauitgaven zijn niet opgenomen.
8
Zie hiervoor de aparte notitie over de Cultuurplaninstellingen waaronder de musea.
41
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provinciale instellingen In de provincie Limburg is één provinciale ondersteunende instelling, het Huis voor de Kunsten Limburg. Deze ondersteunt de amateurkunstsector in Limburg. Van het Huis is geen beleidsplan in het bezit. De informatie is afkomstig uit het ondernemingsplan en van de website. Huis voor de Kunsten Limburg Het Huis voor de Kunsten Limburg is in hoofdzaak een dienstverlenende organisatie, die voor en met de culturele en amateurorganisaties uit de provincie Limburg werkt. Het Huis is actief voor de disciplines muziek, toneel, dans, beeldende kunst, audiovisueel, literatuur, musea, streektaal, monumenten, festivals en educatie. Het Huis voor de Kunsten versterkt de kwaliteit van de amateurkunsten door de deskundigheid van het artistieke en organisatorische kader binnen de zes verschillende disciplines (muziek, toneel, dans, beeldende kunst, literatuur en foto/film/video) te bevorderen. Het huis bevordert innovatie en stimuleert en helpt bonden en provinciaal werkende organisaties bij het ontwikkelen van initiatieven, het initiëren van samenwerking en het bereiken van een breder publiek. Daarnaast beantwoordt het Huis ook specifieke vragen van niet-aangesloten organisaties. Tot slot initieert het Huis zelf projecten en activiteiten. Het Huis voor de Kunsten heeft de volgende kerntaken:
-
Ondersteunen van provinciale besturen van koepelorganisaties in bestuurstaken op financieel en administratief gebied
-
Op verzoek scholen, begeleiden en stimuleren bij de artistieke ontwikkeling van het aanwezige en potentiële amateurkader
-
Op verzoek coördineren van activiteiten binnen en tussen de verschillende disciplines in de amateurkunstensector
-
Ontwikkelen van en motiveren en stimuleren tot gezamenlijke vernieuwende activiteiten aansluitend bij de wensen en behoeften van organisaties in de sector
-
Coördinatie- en contactpunt en belangenbehartiger van de amateurkunstensector in de provincie Aanspreekpunt en coördinator voor cultuureducatieve activiteiten en het Actieplan Cultuurbereik. In goede afstemming met de koepelorganisaties mee ontwikkelen van regioplannen
Provincie Noord-Brabant Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten Aantal personenauto's
2.411.400 5.097 68 1.135.800
Aantal woningen
978.500
Aantal bedrijfsvestigingen
160.000
Aantal musea Bruto regionaal product
180 59.000
Tabel 16: Kengetallen provincie Noord-Brabant. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 In Cultuur in uitvoering beschrijft de provincie Noord-Brabant vier centrale doelstellingen voor de periode 2005-2008: - Vergroting van de culturele participatie
42
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
- Ontwikkeling van de culturele competenties - Ontwikkeling van het culturele aanbod - Vergroting van de culturele en ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving De vergroting van de participatie wil de provincie bereiken door versteviging van de samenwerking tussen culturele instellingen onderling, maar ook tussen cultuur-, zorg- en welzijnsinstellingen, tussen cultuur- en onderwijsinstellingen en tussen cultuur en bedrijfsleven. Budget De uitgaven voor cultuureducatie van de provincie Noord-Brabant blijven voor de periode 2005-2008 gelijk.
Noord-Brabant
2005
2006
2007
2008
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
702.400
702.400
702.400
702.400
100.000
100.000
100.000
100.000
80.000
80.000
80.000
80.000
1.882.400
1.882.400
1.882.400
1.882.400
Cultuureducatie Waarvan:
Gemeenten Scholing &Product ontwikkeling Erfgoedinvestering Netwerk
Totaal
Tabel 17: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
Provinciale instellingen In de provincie Noord-Brabant zijn drie provinciale culturele instellingen: het Brabants Instituut voor School en Kunst (BisK), het Erfgoedhuis Brabant en het Centrum voor Amateurkunst Brabant (CVA). Van het Erfgoedhuis Brabant is helaas geen beleidsplan in het bezit. De informatie die is opgenomen is afkomstig van de website. Brabants Instituut voor School en Kunst De belangrijkste doelstelling van het BisK is het bewerkstelligen en bevorderen van kunsteducatie voor kinderen en jongeren in Noord-Brabant. Het beoogt daarmee cultuurbereik en – participatie te vergroten en bij te dragen aan cultuurspreiding. Een belangrijk beleidsvoornemen van BisK is het versterken van de samenhang binnen de culturele infrastructuur. Niet door verdere centralisatie en monopolieposities te creëren, maar door gestructureerde samenwerking op grond van consensus. Bij deze samenwerking tussen de verschillende instellingen en overheden moet sprake zijn van zowel inhoudelijke als financiële matching: waar de provincie het BisK inzet voor kunsteducatie op lokaal niveau, mag verwacht worden dat de lokale overheid de betreffende instelling subsidieert voor hetzelfde doel. Het BisK zoekt de samenwerking met de lokale centra voor kunsteducatie en ondersteunt deze in hun ontwikkeling tot cultuureducatieloket voor het onderwijs. In zijn dienstverlening zal BisK aansluiten bij de mate waarin de lokale instellingen al vorm geven aan hun spilfunctie voor kunsteducatie. Het BisK wil de provinciale infrastructuur voor cultuureducatie verbeteren door culturele netwerken te ontwikkelen dan wel te koppelen. Doel is de toegankelijkheid van culturele voorzieningen te vergroten
43
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
en scholen meer inzicht te geven in de samenwerkings- en gebruiksmogelijkheden van voorzieningen in hun omgeving. Het BisK zoekt naar samenwerkingsvormen met organisaties voor cultureel erfgoed en ziet op provinciale schaal de Brabantse Regionale Geschiedbeoefening (BRG, participant in het Erfgoedhuis) als belangrijkste partner. BisK beoogt zo de ontwikkeling van erfgoedprojecten op twee fronten te stimuleren: - Projecten die als onderdeel van een lokaal cultureel programma kunnen worden aangeboden aan het onderwijs en dus geënt zijn op de lokale situatie - Projecten met een bovenlokaal karakter die bemiddelbaar zijn in een aantal regio's binnen de provincie Het BisK ziet zichzelf hierbij primair als bemiddelaar, de inhoudelijke expertise moet vooralsnog komen van het Erfgoedhuis respectievelijk de BRG. Het BisK zoekt ook samenwerking met het centrum voor amateurkunst (CVA) om voorwaarden te scheppen voor de introductie van amateurkunst in het onderwijs. Binnen de dienstverlening aan het basisonderwijs blijft kunstprogrammering volgens de opzet van het Kunstmenu een van de kernactiviteiten. Het BisK werkt aan de introductie van varianten op het bestaande kunstmenu. Dit bevat producten uit het brede landelijke kunstaanbod, die vakconsulenten van het BisK op basis van inhoudelijke en praktische criteria selecteren. Inhoudelijke ontwikkelaars plaatsen dit aanbod vervolgens in een educatieve context. Het kunstmenu zal in de komende jaren op steeds meer plaatsen geleverd worden aan de lokale centra voor kunsteducatie die het vervolgens introduceren en organiseren in het onderwijs, aangevuld met activiteiten en projecten uit de eigen culturele omgeving. Erfgoed Brabant In Noord-Brabant is een groot aantal organisaties en instellingen actief voor het behoud en het creatief benutten van het cultuurhistorisch erfgoed. In 1999 hebben dertig van hen het Cultuurhistorisch manifest Noord-Brabant uitgebracht, met een pleidooi voor het cultuurhistorisch erfgoed als vanzelfsprekend en onmisbaar element in onze samenleving. Zeven overkoepelende instellingen vormen sinds voorjaar 2001 samen het Erfgoedhuis NoordBrabant. Onder deze noemer ondernemen ze samen activiteiten, onder meer op het gebied van publieksvoorlichting en educatie. De website www.erfgoedbrabant.nl met informatie uit alle sectoren van het cultuurhistorisch erfgoed is een voorbeeld van deze samenwerking. In 2004 participeren de volgende instellingen in het Erfgoedhuis Noord-Brabant:
-
Brabantse Regionale Geschiedbeoefening Brabantse Museumstichting Federatie Noordbrabants Monumentenoverleg Kring van archivarissen in Noord-Brabant Monumentenhuis Brabant Monumentenwacht Noord-Brabant Stichting Brabants Heem Stichting Het Brabants
Het is de bedoeling de website op termijn uit te breiden met een cultuurhistorische databank NoordBrabant. Deze moet de mogelijkheid bieden om vanuit één centraal punt gelijktijdig een groot aantal digitale bestanden te doorzoeken.
44
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Centrum voor Amateurkunst Noord-Brabant Het Centrum voor Amateurkunst in Noord-Brabant (CVA) is het provinciale ondersteuningsinstituut voor de amateurkunst in Noord-Brabant. De missie van het CVA is het stimuleren van de kwaliteit van de amateurkunst in al zijn uitingsvormen en het bewerkstelligen van een duurzame verankering ervan in het culturele leven in de provincie Noord-Brabant. Het CVA werkt voor alle kunstdisciplines zoals deze door amateurs, al dan niet in georganiseerd (groeps-)verband, worden uitgevoerd. De doelstellingen van het CVA zijn: - het vervullen van de rol van expertise- en kenniscentrum voor de amateurkunst - het realiseren van een op artistiek en bestuurlijk kader gericht scholingsaanbod - het stimuleren van publiekspresentaties en bevorderen van presentatiemogelijkheden voor amateurkunst - het door derden tot ontwikkeling laten brengen en ondersteunen, en/of zelf initiëren van 'impulsproducten' om nieuwe ontwikkelingen, nieuwe samenwerkingsverbanden en nieuw bereik te stimuleren - het bevorderen van de samenhang en afstemming tussen de koepels en Centra voor Kunsteducatie aan amateurs en hun organisaties plus het stimuleren en ondersteunen van de dienstverlening aan hen Het bieden van faciliteiten aan amateurs. Het CVA rekent tot haar belangrijkste doelgroepen het artistieke en organisatorisch/bestuurlijke amateurkader en docenten die lesgeven en workshops bieden aan amateurs. De komende jaren wil het CVA zich in sterke mate richten op samenwerking met en ondersteuning van Centra voor Kunsteducatie waar het de amateurkunst betreft. Het CVA wil bevorderen dat instellingen grensoverstijgend denken. Om de rol van expertise- en kenniscentrum op een professionele manier te kunnen vervullen onderhoudt het CVA contacten en wisselt zij kennis en expertise uit met landelijke organisaties op het gebied van amateurkunst (PAK, Unisono) en landelijke instellingen op het gebied van kunsteducatie, kunstproducenten, het kunstvakonderwijs, lokale en regionale overheden en de provincie.
Provincie Noord-Holland Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
2.595.294 2.670 65
Aantal personenauto's
1.007.156
Aantal woningen
1.166.156
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
189.500 157 81.742
Tabel 18: Kengetallen provincie Noord-Holland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 Met de provinciale cultuurnota Cultuur verbindt wil de provincie Noord-Holland een brug vormen tussen heden en verleden, tussen mensen onderling, tussen jong en oud en tussen mens en zijn omgeving.
45
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Het cultuurbeleid is gebaseerd op vier pijlers:
-
Cultuurbehoud Cultuurparticipatie Cultuureducatie Culturele planologie
De twee pijlers die de komende jaren de meeste accenten zullen krijgen zijn cultuureducatie en culturele planologie. De centrale doelstelling van het cultuureducatiebeleid is om cultuureducatie in het onderwijs zodanig te versterken dat leerlingen van 4 tot 18 jaar in een doorgaande leerlijn kennis opdoen van kunst en erfgoed in hun omgeving. Culturele planologie is een nieuwe pijler in het beleid. Hedendaagse cultuur en cultuurhistorie worden ingebracht in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen om daarmee de kwaliteit en de leefbaarheid van de stedelijke en landschappelijke omgeving te verhogen. Noord-Holland heeft gelden voor de uitvoering en projectgelden beschikbaar en werkt ook hier nauw samen met de gemeenten. De pijler cultuurbehoud is al lang een krachtig onderdeel van het beleid van de provincie. Het archeologiebeleid wordt versterkt en het monumentenbeleid voortgezet. Het museumbeleid blijft van groot belang en wordt toegespitst op publieksbereik, samenwerking en op de musea met een provinciaal of regionaal belang. De aandacht voor de archieven en de regionale geschiedenis blijft via de consulent historische informatie, die straks vanuit het erfgoedhuis zal werken. Bij de pijler cultuurparticipatie speelt het Actieplan Cultuurbereik een grote rol. Hier is de samenwerking met de gemeenten cruciaal. De provincie maakt gerichte afspraken met de tien grotere en zes middelgrote gemeenten en voert bij kleinere gemeenten een stimuleringsbeleid. Daarnaast zullen de provinciale steunfunctie-instelling en uitvoeringsorganisaties een voortrekkersrol spelen. Versterking van de infrastructuur en de relatie tussen aanbod en afname in de beeldende kunst krijgt extra aandacht door de vorming van het CBK Kunst en Vormgeving Noord-Holland en de nieuwe regeling Beeldende Kunst en Vormgeving. Essentieel voor het beleid is ook de vernieuwing van de openbare bibliotheken, waarin de provincie een belangrijk aandeel heeft als regisseur. Budget De provincie Noord-Holland besteedt, ten opzichte van 2004, 14 euro minder aan het beleidsterrein cultuur. Aan cultuureducatie besteedt de provincie, eveneens ten opzichte van 2004, € 286.700 méér.
Noord-Holland
2005
2006
2007
2008
Cultuureducatie
4.527.600
4.527.600
4.527.600
4.527.600
Culturele planologie
854.600
854.600
854.600
854.600
Cultuurbehoud
3.140.500
3.140.500
3.140.500
3.140.500
Cultuurparticipatie
4.637.745
4.637.745
4.637.745
4.637.745
Media/bibliotheken
5.228.810
5.228.810
5.228.810
5.228.810
30.613.755
30.613.755
30.613.755
30.613.755
Totaal
Tabel 19: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
Provinciale instellingen Er zijn drie instellingen belast met de uitvoering van het provinciale beleid, te weten Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland, Stichting De Kunst en de provinciaal consulent Kunsteducatie Noord-Holland.
46
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland MHP Noord-Holland zet zich in voor professionalisering en kwaliteitsverbetering van musea en historische verenigingen in Noord-Holland. De basis is het provinciale beleid voor cultuureducatie en publieksgerichtheid. De ondersteuning van de consulenten is gericht op continuïteit in en de ontwikkeling van de musea. MHP adviseert en ondersteunt musea, historische verenigingen en andere organisaties die werken met historische informatie, met name bij publieksgerichte activiteiten en erfgoededucatie. Daarbij is sprake van vraaggericht maatwerk. MHP onderhoudt nauwe contacten met besturen, directies en medewerkers van musea en historische verenigingen. In het kader van de erfgoededucatie werkt ze daarnaast behalve met musea en historische verenigingen ook samen met monumentenzorg, archeologie, archieven en onderwijs. Op verzoek adviseert MHP ook bestuurders en beleidsmakers van gemeentelijke overheden over het te voeren beleid op museaal en historisch gebied. MHP fungeert als aanjager voor netwerkvorming in het voortgezet onderwijs en ondersteuner bij netwerkvorming in het primair onderwijs. Daarnaast fungeert ze als intermediair tussen vragen vanuit het onderwijs en het aanbod van de erfgoedinstellingen. MHP bevordert de deskundigheid van erfgoedinstellingen op het gebied van erfgoededucatie en verzorgt de informatievoorziening over cultureel erfgoed in samenwerking met de steunfunctie-instelling kunsteducatie. Stichting De Kunst Stichting De Kunst is het provinciale expertisecentrum voor de amateurkunst in Noord-Holland. De Kunst werkt als netwerkorganisatie aanvullend op lokale en regionale voorzieningen en instellingen voor amateurkunst. Ze legt verbindingen tussen de verschillende disciplines en tussen amateurkunst, educatie en professionele kunst. Als intermediair voor overheden, culturele instellingen en onderwijs creëert De Kunst in dit kader duurzame voorzieningen en samenwerkingsverbanden. Door lokale en regionale partijen bij elkaar te brengen verbetert ze de infrastructuur op regionaal niveau. Zowel het georganiseerde verenigingsleven als losse initiatieven kunnen dan beter tot hun recht komen. De Kunst streeft een levendige amateurkunst na, waarbij beleving, kwaliteit en deelname centraal staan. De Kunst werkt samen met vrijwilligers en professionals, individuen en groepen, particuliere initiatieven en gesubsidieerde instellingen. De Kunst richt zich specifiek op kaderontwikkeling om zo de directe ondersteuning aan amateurkunst te verbeteren. De Kunst biedt de volgende diensten aan: advies, bemiddeling, informatie en training. Daarbij heeft bemiddeling en digitalisering van informatie prioriteit. In projecten met een voorbeeldfunctie biedt De Kunst inhoudelijke en organisatorische ondersteuning aan. Vertrekpunt van de dienstverlening is de vraag van de klant. De kerndoelen van De Kunst zijn het vergroten van de participatie (in omvang, breedte en diepte) aan de amateurkunstbeoefening en het helpen verbeteren van artistieke processen en de daaruit voortkomende kunstproducten. De instelling werkt vanuit een eigen verantwoordelijkheid, maar kiest het provinciale cultuurbeleid als substantieel onderdeel van het eigen beleid. Provinciaal consulent Kunsteducatie Noord-Holland Het Noord-Hollands model voor de kunsteducatie bestaat uit zeven zelfstandig opererende regionale steunpunten voor de kunsteducatie met intensieve provinciale dwarsverbanden en directe koppeling
47
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
aan gemeentelijke instellingen voor Kunst en Cultuur. Daarnaast is een provinciaal consulent aangesteld; deze is ondergebracht bij Artiance, centrum voor de kunsten te Alkmaar. De provincie stuurt de provinciaal consulent aan om haar beleid uit te voeren en als intermediair tussen tussen provincie en steunpunten te fungeren. De consulent vervult daarbij een antennefunctie: wat gebeurt er in de regio's, in de provincie, in het land? Wat is belangrijk om door te geven aan een van die partijen? Welke partners hebben baat bij afstemming of samenwerking? De consulent stemt onder meer de werkplannen, de werkontwikkeling, innovatie, kwaliteitsontwikkeling en bemiddelingstaken van de steunpunten op elkaar af. Daarnaast treedt de consulent op als adviseur en begeleider van de zeven regioteams. De consulent onderhoudt contacten met professionele kunstenaars, de koepels van de amateurkunst en andere organisaties voor de kwaliteitsverbetering en verdieping van de steunfunctieactiviteiten in NoordHolland. De consulent voert de provinciale voorstellingssubsidieregeling van het theaterkrediet uit, een van de provinciale beleidsinstrumenten voor de cultuureducatie. Ten slotte werkt de consulent ook direct voor de scholen, bij stimuleringsregelingen en bovenregionale projecten.
Provincie Overijssel Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
1.094.032 3.420 25
Aantal personenauto's
435.600
Aantal woningen
432.566
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
57.100 74 22.971
Tabel 20: Kengetallen van de provincie Overijssel. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De provincie Overijssel kiest voor een integraal programma Sociale Actie, waarin het beleid voor kunst en cultuur, (jeugd)zorg, integratie en maatschappelijke ontwikkeling in nauwe samenhang wordt ontwikkeld. De hoofddoelen van de provincie zijn participatie en leefkwaliteit. De hoofddoelen zijn uitgewerkt in vier centrale thema's:
-
Goede sociale en culturele infrastructuur Versterken deelname en positie jongeren Langer zelfstandig wonen voor ouderen en gehandicapten Sociaal en vitaal platteland
De uitgangspunten voor het kunst- en cultuurbeleid zijn: het vergroten van het cultuurbereik en cultuureducatie; het behouden, versterken en uitdragen van kunst en cultuur; het ruimte geven aan de ontwikkeling, samenhang en spreiding van kunst en cultuur en het waarborgen van kwaliteit. Een van de uitgangspunten daarbij is dat provincie en gemeenten nauw samenwerken in een gebiedsgerichte aanpak. Deze thema's leiden voor het kunst- en cultuurbeleid tot de volgende vijf accenten: - Goede culturele en sociale infrastructuur (inzetten op kwaliteit & ontwikkeling en samenhang & spreiding) - Versterken maatschappelijke deelname en positie jongeren
48
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
- Sociaal en vitaal platteland - Dwarsverbanden cultuur en fysiek (kunst en cultuur als inspiratiebron voor de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie) - Dwarsverbanden cultuur en economie (kunst en cultuur dragen door hun creativiteit, kwaliteit en originaliteit bij aan de ontwikkeling van de economie). Budget In de financiële verdeling over de thema's zijn de budgetten cultuurbereik en cultuureducatie toegerekend naar het thema jeugd. Onder het thema culturele en sociale infrastructuur zijn budgetten van instellingen opgenomen die ook geheel of gedeeltelijk culturele activiteiten voor jeugd en jongeren organiseren. De tabel laat zien dat de provinciale uitgaven voor cultuur in de jaren 20052007 afnemen met € 1.251.000. Overijssel (kunst en cultuur) Goede sociale en culturele infrastructuur/
2005
2006
2007
9.376.000
8.599.000
8.245.000
1.210.000
1.090.000
1.090.000
10.586.000
9.689.000
9.335.000
2008
vitaal platteland Versterken deelname en positie jeugd en jongeren Totaal
Tabel 21: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2007 N.B. De bijdragen in de tabel zijn de autonome bijdragen van de provincie Overijssel, exclusief bijdragen van derden.
Provinciale instellingen In de provincie Overijssel is één provinciale ondersteuningsinstelling, namelijk Stichting Kunst & Cultuur Overijssel (KCO). Stichting Kunst & Cultuur Overijssel KCO is de verbindende schakel in het Overijsselse culturele bestel. De stichting onderhoudt netwerken, informeert, adviseert en ondersteunt de spelers in het culturele veld. De dienstverlening is op maat en vraaggericht. De missie van KCO is werken aan een gezond cultureel klimaat met ruimte voor het maken van kunst en een aantrekkelijke, doordachte presentatie van kunst- en cultuuruitingen aan een zo groot mogelijk publiek. De hoofddoelstellingen van KCO luiden:
-
Verbeteren van de kwaliteit van culturele activiteiten en voorzieningen Verhogen van de samenhang tussen culturele activiteiten en voorzieningen Vergroten en verbreden van het publieksbereik
KCO werkt voor de beeldende kunst en vormgeving, kunst en openbare ruimte, musea en erfgoed, amateurkunst, podiumkunst, film, popmuziek en cultuureducatie. Reguliere taken van KCO zijn het onderhouden van netwerken, het in stand houden van een up-todate informatie- en documentatiebestand per werkveld en bemiddeling. Van daaruit ontwikkelt ze projecten op het gebied van deskundigheidsbevordering, advisering, ondersteuning, presentatie/publieksactiviteiten, innovatie en promotie. KCO werkt veelal op verzoek en soms ook op eigen initiatief.
49
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
KCO wil de komende jaren netwerkvorming op lokaal en regionaal niveau stimuleren. Het beleid van zowel de rijksoverheid als de provincie legt een accent op het verbinden van cultuur en economie. KCO schenkt daarom meer aandacht aan het economische belang van cultuur en wil cultuurtoerisme bevorderen. Vergroten van het publieksbereik en cultuurparticipatie is een centrale doelstelling van het provinciale beleid en daarmee ook van KCO. Ze wil hieraan bijdragen door het cultuurtoerisme te versterken en veel aandacht te schenken aan cultuureducatie voor de jeugd en jongeren. Voor kunsten cultuureducatie brengt KCO vraag en aanbod bij elkaar in concrete bemiddelingsprogramma's. KCO stelt zich op als partner van scholen (vraagzijde) en de culturele instellingen (aanbodzijde). De hoofddoelstellingen zijn:
-
De kwaliteit en samenhang van het cultuureducatieve aanbod in Overijssel verhogen Het bereik onder leerlingen vergroten en verbreden
Voor de komende beleidsperiode wil KCO vooral investeren aan de vraagzijde. Samen met de onderwijsinstellingen wil zij bewerkstelligen dat:
-
Cultuureducatie beter geïntegreerd en verankerd wordt in het schoolbeleid en het reguliere onderwijsprogramma
-
Het aanbod cultuureducatie een zodanige samenhang vertoont dat sprake is van een doorgaande leerlijn
-
Binnenschoolse en buitenschoolse activiteiten beter op elkaar worden afgestemd
KCO werkt samen met de provincie Overijssel. Daarnaast heeft zij samenwerkingsrelaties met collega-ondersteuningsinstellingen, fondsen, het bedrijfsleven en de media.
Provincie Utrecht Kengetallen Aantal inwoners
1.137.258
Oppervlakte in km2
1.440
Aantal gemeenten
33
Aantal personenauto's
523.417
Aantal woningen
459.417
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
63.300 43 35.105
Tabel 22: Kengetallen van de provincie Utrecht. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De provincie Utrecht heeft haar beleidsvoornemens voor cultuur beschreven in het cultuurprogramma Dat moet je breed zien!. Utrecht wil de komende periode vooral presteren en zichtbaar zijn in de samenleving. Het beleid zal daarom resultaatgericht, projectmatig, integraal en gebiedsgericht zijn. De rol van de provincie omschrijven zij als volgt:
-
Initiatiefrijk: de provincie pleegt inzet waar zaken anders niet van de grond komen, gericht op behoeften
-
Duidelijk: de provincie maakt bewuste en waar nodig nieuwe keuzes; een heldere prioritering, toegankelijk voor de burger
-
Gericht op samenwerking: de provincie werkt flexibel samen met andere overheden (complementair) en spelers in het veld aan het vernieuwen en versterken van de culturele infrastructuur
50
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
De provincie Utrecht legt de volgende hoofdaccenten in het cultuurbeleid: - Versterking steden Amersfoort en Utrecht binnen Convenant Midden Nederland
-
Agenda 2010-project Vrede van Utrecht Cultuur Arrangement Amersfoort
- Vergroting publieksbereik - Vernieuwing infrastructuur - Programmatische en gebiedsgerichte samenwerking - Verbreding raakvlakken met fysieke en economische pijlers In het provinciale cultuureducatiebeleid staat het bevorderen van een sterke en structurele positie van cultuureducatie in het onderwijs centraal. Alle leerlingen moeten in een doorlopende leerlijn kennis kunnen maken en ervaring kunnen opdoen met cultuur. De vraag van de scholen staat hierbij centraal. In de periode 2005-2008 geeft de provincie extra aandacht voor het primair onderwijs. In plaats van losse cultuureducatieve activiteiten moeten scholen zorgen voor een samenhangend aanbod dat is vastgelegd in het onderwijsprogramma. De provincie gaat basisscholen stimuleren en ondersteunen bij het ontwikkelen van een eigen visie op cultuureducatie. De uitvoering hiervan ligt bij Kunst Centraal en het Erfgoedhuis. In 2008 moet het beleid resulteren in een hoog percentage scholen dat een cultuureducatiebeleid heeft. De lijn van versterking van cultuureducatie in het voortgezet- en beroepsonderwijs wordt voortgezet. Het voortgezet onderwijs heeft, met de nieuwe basisvorming, het studiehuis en het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) blijvend behoefte aan informatievoorziening over en ondersteuning bij de vakinhoudelijke invulling van cultuureducatie. Hiervoor blijft de komende jaren de stimulans en financiering vanuit het Actieprogramma Cultuurbereik. Budget De provincie Utrecht kort het budget voor cultuur van 2005 tot 2008 met 11.009.000 euro. In de jaren 2007 en 2008 is er voor cultuureducatie 132.000 euro minder te besteden dan in de twee voorgaande jaren. Dit bedrag wordt in 2005 en 2006 ingezet voor de regeling versterking cultuureducatie primair onderwijs. Utrecht Algemeen
2005
2006
2007
2008
152.000
152.000
152.000
152.000
Cultuureducatie
1.769.000
1.760.000
1.637.000
1.637.000
Actieprogramma Cultuurbereik
1.200.000
1.200.000
1.200.000
1.200.000
Cultuureducatie
350.000
350.000
350.000
350.000
Cultuurhistorische hoofdstructuur en
463.000
463.000
463.000
463.000
Monumenten en archeologie
4.547.000
502.000
502.000
502.000
Musea
3.401.000
401.000
401.000
301.000
Archieven en regionale geschiedenis
1.712.000
892.000
52.000
52.000
Erfgoedhuis en beheerorganisatie voor
1.809.000
1.809.000
1.809.000
1.809.000
Waarvan:
ruimtelijk beleid
onroerend erfgoed Amateurkunst
492.000
492.000
492.000
492.000
Podiumkunst
1.502.000
1.430.000
1.430.000
1.430.000
Beeldende kunst en vormgeving
1.040.000
1.040.000
1.040.000
1.040.000
Bibliotheken
4.480.000
3.030.000
2.480.000
2.480.000
Regionale omroepen
7.650.000
7.650.000
7.650.000
7.650.000
30.217.000
20.821.000
19.308.000
19.208.000
Totaal
Tabel 23: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008
51
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Provinciale instellingen De provincie Utrecht telt drie provinciale instellingen: Kunst Centraal, Erfgoedhuis Utrecht en het centrum voor amateurkunst ZIMIHC. Van het Erfgoedhuis Utrecht is geen beleidsplan in ons bezit. Kunst Centraal Kunst Centraal is het steunpunt Kunsteducatie van de provincie Utrecht. Kunst Centraal richt zich specifiek op de bevordering van deelname van kinderen aan het culturele en artistieke leven binnen het reguliere onderwijs. Haar voornaamste taak is het actief ondersteunen en stimuleren van scholen en leerkrachten bij het realiseren van een hoogstaand, samenhangend en inspirerend cultuureducatieprogramma. De kerntaken van Kunst Centraal zijn:
-
Ondersteuning bieden aan scholen en leerkrachten bij het ontwikkelen van hun visie op cultuureducatie
-
Tot stand brengen van lokale netwerken van scholen en culturele instellingen Zorg dragen voor bovenlokale coördinatie en bemiddeling Stimuleren van en zorgdragen voor passende cultuureducatieve activiteiten
Kunst Centraal is actief als bemiddelaar en ontwikkelaar. Zij ontwikkelt, zo zegt de beleidsnotitie, samen met de scholen een cultuurmenu voor de hele schoolloopbaan van een leerling. Hiertoe ontwikkelt Kunst Centraal ook lesmateriaal dat de creatieve en kunstzinnige talenten van kinderen stimuleert. Daarnaast ontwikkelt Kunst Centraal een nascholingstraject voor leraren voor het zelfstandig begeleiden van kunsteducatieve activiteiten. ZIMIHC ZIMIHC is het centrum voor amateurkunst in de stad en provincie Utrecht. Het geeft advies op maat aan amateurkunstenaars en ondersteunt hen bij organisatie, subsidieaanvragen en het zoeken naar repetitie-, speel- en werkruimte. Ook inhoudelijke ondersteuning wordt geboden. ZIMIHIC heeft voor iedere kunstdiscipline een consulent. Deze consulenten onderhouden een netwerk, hebben contacten met podia, zoeken expositie- en publicatiemogelijkheden en vertegenwoordigen de helpdesk. ZIMIHC heeft de website www.kunsthuisutrecht.nl ontwikkeld voor iedere amateurkunstenaar of organisatie. Daarnaast is er ook een fysiek Huis voor Amateurkunst dat, met zijn repetitieruimtes en een theaterzaal een belangrijke ontmoetingsplek is. Het culturele projectenbureau van ZIMIHIC ontwikkelt op basis van cultureel ondernemerschap projecten, festivals, optredens, wedstrijden en evenementen waarbij amateurkunsten in het middelpunt staan of juist hand in hand gaan met professionele kunsten. Voor de beleidsperiode 2005-2008 heeft ZIMIHC de volgende voornemens:
-
Het virtuele kunsthuis Utrecht krijgt een vertaling naar een grotere, landelijke variant met voorbeeldfunctie, www.kunsthuisnederland.nl
-
Theaterwerkplaats Utrecht als model: uitwerken werkplaatsen met naast theater ook andere disciplines en via samenwerkingsverbanden expertises delen
-
Netwerkvorming en expertiseuitwisseling: een blijvende impuls voor verfrissing en vernieuwing Uitbreiding fysiek huis voor amateurkunst met een nieuwe vestiging Uitbouw en zichtbaar maken helpdesk Provinciale taakstelling: zichtbaar netwerk opzetten van vraag naar en aanbod van amateurkunst in de hele provincie
-
52
Wijkgerichte aanpak: samenwerking zoeken met partners in de wijken Artistieke ontwikkeling amateurs
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
ZIMIHC zoekt samenwerking met verschillende culturele instellingen in Utrecht, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, de provincie en gemeenten.
Provincie Zeeland Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
374.920 2.932 13
Aantal personenauto's
154.669
Aantal woningen
164.459
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
24.600 35 8.186
Tabel 24: Kengetallen provincie Zeeland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 In de nota Cultuur Continu heeft de provincie Zeeland de volgende ambities geformuleerd:
-
Een substantiële bijdrage leveren aan de totstandkoming van een zo gevarieerd en zo gespreid mogelijk cultureel aanbod in Zeeland
-
Een zo groot mogelijke cultuurparticipatie realiseren Het versterken van de culturele factor in de Zeeuwse samenleving
Bij de uitwerking van deze ambities koos de provincie voor enkele speerpunten, vanwege hun specifieke belang voor de cultuur in Zeeland én vanwege hun bijdrage aan de duurzaamheid van de Zeeuwse samenleving. Het gaat om:
-
Amateurkunstbeoefening en amateurcultuurbeoefening Cultuureducatie Cultureel erfgoed in de meest brede zin Samenwerking met de Zeeuwse gemeenten in de vorm van regionale cultuurarrangementen
Budget Bij het opstellen van het financiële kader heeft de provincie Zeeland rekening gehouden met de voor 2004 tot en met 2007 doorgevoerde efficiencykortingen op de subsidies aan de grotere culturele instellingen (van meer dan 100.000 euro per jaar) en de bezuinigingstaakstelling op de resterende activiteitenbudgetten. De provincie Zeeland bezuinigt van 2005 tot 2008 ruim 700.000 euro. De budgetten voor twee programma’s van C-Culture die zijn gericht op jeugd - 'cultuur en school' en 'jeugd en cultuur' - blijven gelijk.
53
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Zeeland Kunst en cultuur algemeen Dragende instellingen
2005
2006
2007
2008
169.950
169.950
169.950
169.950 9.177.092
9.476.685
9.186.888
9.177.092
Podiumkunsten en festivals
805.300
805.300
805.300
805.300
Beeldende kunst
120.000
120.000
120.000
120.000
Amateurkunst
270.750
270.750
270.750
270.750
Letteren
24.600
24.600
24.600
24.600
Museum
37.700
2.700
2.700
2.700
514.300
514.300
514.300
514.300
Cultureel erfgoed C-culture* Waarvan:
830.174
814.467
805.737
805.737
Cultuur en school
165.000
165.000
165.000
165.000
Jeugd en cultuur
101.000
101.000
101.000
101.000
12.249.459
11.548.955
11.530.429
11.530.429
Totaal
Tabel 25: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005-2008 * C-culture bestaat uit 6 programma’s. Twee daarvan zijn stimuleringsprogramma’s voor cultuureducatie: cultuur en school en jeugd en cultuur.
Provinciale instellingen In de provincie Zeeland zijn vijf dragende provinciale culturele organisaties. Deze vijf organisaties hebben ieder op eigen wijze een belangrijke (sleutel)positie voor de cultuur in Zeeland. Het gaat om de Zeeuwse bibliotheek, Scoop, Instituut voor Sociale en Culturele Ontwikkeling, CBK Zeeland, provinciaal centrum voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Architectuur, Zeeuws Museum en de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ). De beleidsplannen van Scoop en SCEZ worden hier kort beschreven omdat deze instellingen zich in de provincie Zeeland bezighouden met cultuur- en erfgoededucatie en amateurkunst. Scoop Scoop is het Zeeuwse Instituut voor Sociale en Culturele Ontwikkeling. Scoop, opgericht in 1998, onderzoekt trends en ontwikkelingen in Zeeland en speelt een belangrijke rol bij de versterking van de amateurkunst en cultuureducatie. Scoop investeert in de sociale en culturele kwaliteit van de Zeeuwse samenleving. In Nederland is Scoop het enige provinciale instituut dat de sociale en culturele sector verbindt en relaties legt met economische en ruimtelijke beleidsterreinen. Scoop wil de gescheiden terreinen doorbreken en bewerkstelligen dat maatschappelijke en culturele organisaties, burgers, ondernemers en overheden elkaar weten te vinden. De belangrijkste taken van Scoop zijn signalering (onderzoek en monitoring), vernieuwing (ontwikkeling, innovatie), discussie en debat (opinievorming), advisering, dienstverlening, begeleiding en (proces)ondersteuning. De provincie Zeeland is de belangrijkste opdrachtgever en tevens financier van Scoop. Scoop sluit per jaar met de provincie een prestatieovereenkomst af, gekoppeld aan een meerjarige budgetovereenkomst. Scoop is verantwoordelijk voor de interactie tussen samenleving en overheden. Scoop werkt samen met gemeenten en instellingen en instanties op lokaal, regionaal, provinciaal, landelijk en internationaal niveau. Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland De SCEZ is het kenniscentrum voor materieel en immaterieel cultureel erfgoed in Zeeland. De stichting draagt in belangrijke mate bij aan de instandhouding en ontwikkeling van de infrastructuur voor cultureel erfgoed. Als koepelinstelling vervult zij voor de onderscheiden doelgroepen een loketen platformfunctie. Zij is bemiddelaar, adviseur, expert, doorgeefluik en informatiepunt. Zij signaleert ontwikkelingen en neemt initiatieven. De SCEZ beschikt over een uitgebreid netwerk en is in staat praktisch af te stemmen en samenwerkingsverbanden te initiëren en te onderhouden.
54
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Het centrale doel van de SCEZ is het leveren van een bijdrage aan het in stand houden van het cultureel erfgoed en het vergroten van de publieksparticipatie. Dat gebeurt door het actief en ontwikkelingsgericht stimuleren en ondersteunen van activiteiten en organisaties voor behoud, beheer, toegankelijkheid, onderzoek en ontsluiting van het cultureel erfgoed. De SCEZ houdt zich in het bijzonder bezig met het:
-
Ontwikkelen, initiëren en coördineren van projecten Uitvoeren van de provinciale steunfuncties Ondersteunen en adviseren van overheden, particuliere organisaties en burgers Voeren van een stimulerend en publieksgericht beleid Verlenen van diensten en faciliteiten
De provincie Zeeland is hoofdsubsidiënt. De SCEZ voert als 'dragende' instelling provinciaal cultuurbeleid uit. Verder richt de SCEZ zich op gemeenten en waterschappen, erfgoedorganisaties, onderwijsinstellingen, amateurs en vrijwilligers, monumenteneigenaren en geïnteresseerde burgers.
Provincie Zuid-Holland Kengetallen Aantal inwoners Oppervlakte in km2 Aantal gemeenten
3.400.000 2.867 86
Aantal personenauto's
1.200.000
Aantal woningen
1.456.000
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal musea Bruto regionaal product
131.200 130 88.692
Tabel 27: Kengetallen van de provincie Zuid-Holland. Bron: www.provincies.nl
Beleid van de provincie 2005-2008 De provincie Zuid-Holland gaat in haar cultuurplan 2005-2008 Identiteit als inspiratie uit van een selectief cultuurbeleid. Ze kiest daarbij voor een herkenbare provincie, een duidelijke taakafbakening met gemeenten, rijk en instellingen en substantiële inzetten. De provincie wil zijn ambities en uitgangspunten waarmaken door een meer gerichte inzet van mensen en middelen, door selectiever te zijn in prioriteitsstelling en beleiddoelstelling en door heldere afspraken over taakafbakening en samenwerking met derden. De provincie heeft voor haar cultuurbeleid drie speerpunten geformuleerd: - Culturele planologie: ruimtelijke veranderingsprocessen laten profiteren van de lokale geschiedenis van gebouwen, steden en landschappen - Cultuurbereik: versterken van cultureel bewustzijn en participatie - Culturele informatiedragers: sleutelrol voor bibliotheken, archieven, Regionaal Historische Centra en de regionale omroepen als informatie- en cultuurdragers en als kenniscentra en inspiratiebronnen voor de Zuid-Hollandse cultuur en identiteit Budget We beschikken alleen over cijfers voor het eerste jaar van de planperiode. In 2005 besteedt ZuidHolland 668.739 euro minder aan cultuurbereik dan in 2004.
55
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Zuid-Holland
2005
Culturele planologie
3.565.000
Cultuurbereik
8.742.500
Waarvan:
Boekjaarsubsidies cultuurbereik* BKV
Culturele informatiedragers Algemeen Totaal
2006
2007
2008
4.115.000 1.250.000
21.436.000 1.060.000 34.803.500
Tabel 28: Provinciale uitgaven voor cultuur 2005 * In de nota van Zuid-Holland staat dat de boekjaarsubsidies ingezet worden om structurele activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen te ondersteunen. De doelstelling van cultuurbereik is toegespitst op publieksparticipatie, meer specifiek op jongeren en cultuurtoeristen.
Provinciale instellingen In de provincie Zuid-Holland houden Kunstgebouw en Erfgoedhuis Zuid-Holland zich bezig met de provinciale ondersteuning van kunst, cultuur en erfgoed. Kunstgebouw Kunstgebouw is als stichting voor kunst en cultuur een van de uitvoeringsorganisaties van het kunsten cultuurbeleid van de provincie Zuid-Holland. Kunstgebouw wil kunst en cultuur laten leven bij mensen. Om dit te bereiken ontwikkelt het vernieuwende concepten waarbinnen professionele kunst, vrijetijdskunst en kunsteducatie elkaar vinden en versterken. Kunstgebouw richt zich op kunstparticipatie en kunsteducatie. Hiernaast fungeert Kunstgebouw als adviseur en trainer voor overheid, culturele en onderwijsinstellingen en amateurkunstkader. In opdracht of op eigen initiatief voert Kunstgebouw projecten uit, veelal op regionaal en provinciaal niveau. Als intermediair brengt Kunstgebouw mensen en ideeën bijeen, wat leidt tot duurzame samenwerkingsverbanden en een aansprekend eindresultaat. Kunstgebouw heeft voor de komende beleidsperiode drie speerpunten: - Structureren vanuit inhoud - Verhelderen en versterken van de vraag - Adviseren vanuit expertise Daarnaast maakt Kunstgebouw de volgende kunstinhoudelijke keuzes: - Nieuwe media - Kunst zichtbaarder maken in de publieke omgeving - Jonge kunstenaars een podium bieden Kunstgebouw legt als intermediair verbindingen tussen kunst en publiek, tussen scholen en instellingen, tussen gemeenten en kunstenaars, tussen amateurs en professionals enzovoort. Daarbij ontwikkelen ze waar mogelijk en desgevraagd vernieuwende concepten. Kunstgebouw richt zich de komende jaren nadrukkelijker op het tot stand brengen van structurele samenwerking tussen scholen, lokale culturele aanbieders en gemeenten in de provincie. Kunstgebouw levert steeds meer maatwerk. Kunstgebouw legt zich toe op het verder ontwikkelen van regionale structuren waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten. Kunstgebouw kan bovendien grootschaliger concepten en projecten ontwikkelen die in een breed gebied kunnen worden afgezet. De provincie Zuid-Holland is de belangrijkste subsidiënt en belangrijkste samenwerkingspartner. Op verschillende manieren werkt Kunstgebouw ook samen met de meeste gemeenten in de provincie. Daarnaast werkt zij samen met de regionale platforms, culturele aanjagers en met lokale centra voor
56
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
de kunsten. Kunstgebouw werkt voor scholen, gemeenten, kunstenaars – amateurs en professionals – en publiek. Erfgoedhuis Zuid-Holland Het Erfgoedhuis Zuid-Holland is een dienstverlenende provinciale instelling voor erfgoed. Het is in 1999 gesticht als samenwerkingsverband van een aantal provinciale erfgoedinstellingen. Het Erfgoedhuis Zuid-Holland biedt ondersteuning aan iedereen die zich in Zuid-Holland met erfgoed bezighoudt, zowel instellingen, overheden, scholen als particulieren. Het erfgoedhuis wil zich toeleggen op het samenstellen, doorgeven en beleven van ‘Het verhaal van Zuid-Holland’. Het erfgoedhuis zorgt ervoor dat monumentale gebouwen, vaar- en voertuigen, collecties, historisch landschap en geschiedenis behouden, benut en beleefd kunnen worden. Het erfgoedhuis ziet zichzelf als provinciaal expertise-, informatie- en servicecentrum voor het behouden, benutten en beleven van erfgoed. Daarbij gaat het erfgoedhuis zich concentreren op drie hoofdvormen: digitale expertise, deskundigheidsbevordering en advies op maat. Het erfgoedhuis gaat nieuwe producten en diensten ontwikkelen. Verder wil het de eigen organisatie versterken en slagvaardiger maken. Kerntaken van het erfgoedhuis zijn:
-
Ondersteuning van erfgoedinstellingen als musea, archieven, historische verenigingen, bibliotheken
-
Monumentenwacht Provinciaal steunpunt monumentenzorg en archeologie Erfgoededucatie.
Zij vertaalt deze kerntaken in twee ambities. Het erfgoedhuis wil instellingen bedienen met integrale consultancy: (betaald) advies op maat voor meer vakspecialismen tegelijk. Ten tweede wil het erfgoedhuis inzetten op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat betekent het ondersteunen van (beheersmatige) samenwerking tussen musea onderling en met andere erfgoedinstellingen en collectiemobiliteit en –ruil.
57
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Literatuur Bronnen algemeen Bergman, V., Zicht op…provinciaal en lokaal beleid, Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2001. Centraal Bureau voor de Statistiek, Statistisch jaarboek 2004, Den Haag 2004. www.cultuurbereik.nl Richard Florida, The rise of the creative class: and how it's transforming work, leisure, community and everyday life, New York 2002 Interprovinciaal Overleg, Basisdocument van het Interprovinciaal Overleg (IPO) Vernieuwing van politiek en bestuur in de provincie, 1994. Interprovinciaal Overleg, De Provincies. Kiezen in cultuurbeleid, Den Haag 2005. Laan, M. van der, Verschil maken, Herijking cultuurnotasystematiek, Ministerie van OCW, Den Haag 2005. Ministerie van OCW, Algemeen Kader Cultuurconvenanten, Den Haag 1994. Ministerie van OCW, Actieplan Cultuurbereik 2001-2004. Ministerie van OCW, Actieplan Cultuurbereik 2005-2008. Wijn (red), C. H., Handboek Cultuurbeleid, Den Haag 1989.
Bronnen per provincie Drenthe Drents Plateau, Hoofdlijnen werkplan 2006, Assen 2005. Kunst & Cultuur Drenthe, Beleidsplan 2002-2004, Stimulerend en verrijkend, Assen 2001. Provincie Drenthe, Mensen in het middelpunt, provinciale sociale agenda 2005-2008, Assen 2004. Provincie Drenthe, De kunst van het combineren, concept Cultuurnota 2005-2008, Assen 2005. www.drentsplateau.nl www.kcdr.nl www.tresoar.nl Flevoland Centrum voor Amateurkunst Flevoland, Hoe nu verder, het beleid in grote lijnen 2004-2008, Lelystad 2004. Erfgoedcentrum Nieuw Land, Beleidsplan 2005-2008, Lelystad 2005. De Kubus, centrum voor kunst en cultuur, Beleidsplan 2005-2010, Lelystad 2005. Provincie Flevoland, Hoofdlijnen Kunstbeleid 2005-2008, Lelystad 2004. Provincie Flevoland, Raakvlakken, cultuurbeleid provincie Flevoland 2005-2008, Lelystad 2005. www.centrumamateurkunst.nl www.dekubuslelystad.nl www.nieuwlanderfgoedcentrum.nl
58
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Friesland Keunstwurk, Makelaar in de kunsten voor Fryslân, Beleidsplan 2005-2008, Leeuwarden 2004. Provincie Friesland, Startnotysje Kultuernota 2005-2008, Leeuwarden 2004. Provincie Frieslan, Sels dwaan! Cultuurnota 2005-2008, Leeuwarden 2006. www.keunstwurk.nl Gelderland Edu-Art Gelderland, Stichting Ondersteuning Kunst en Cultuur, Ondernemingsplan, Arnhem 2005. Edu-Art Gelderland, Stichting Ondersteuning Kunst en Cultuur, Meerjarenbeleid 2006-2008, Arnhem 2005. Provincie Gelderland, Verbindingen 2005-2008, Cultuurbeleid provincie Gelderland, Kaders voor verbinden, verdiepen en vernieuwen, Arnhem 2004. Provincie Gelderland, Verbindingen 2005-2008, Cultuurbeleid provincie Gelderland, Arnhem 2005. Stichting Gelders Erfgoed, Beleidsplan 2005-2008, Zutphen 2004. Stichting voor Kunst en Cultuur Gelderland, Beleidsplan 2006-2008, Arnhem 2005. www.cbkgelderland.nl www.edu-art-gelderland.nl/www.edu-art.eu www.gelderserfgoed.nl www.skcg.nl Groningen IVAK Centrum voor Kunst en Cultuur in Noordoost Groningen, Cultuureducatie IVAK binnen scholen. Inhoudelijk verslag schooljaar 2003-2004, Delfzijl 2005. Kunststation C, Bureau Cultuureducatie in de provincie Groningen: Kunststation C, Groningen 2003. Kunststation C, Jaarverslag 2004, Groningen 2004. Provincie Groningen, Beleidsbrief cultuurbeleid 2005-2008 (aan Provinciale Staten), Groningen 2004. Provincie Groningen, Stroomversnelling, Cultuurnota van de provincie Groningen 2005-2008, Groningen 2004. www.ivak.nl www.kunststationcultuur.nl Limburg Centrum voor Amateurkunsten Limburg, Ondernemingsplan 2002-2006, Thorn 2002. Provincie Limburg, Cultuurprofiel Limburg. Deel 1 State of the Art. Ten behoeve van cultuurnota 2005-2008, Maastricht 2003. Provincie Limburg, Uitgangspuntennotitie cultuurbeleid 2005-2008, Maastricht 2003. Provincie Limburg, Actieprogramma 'Ontplooiing'. Thema jong zijn in Limburg, Maastricht 2004. Provincie Limburg, Nota Cultuurplaninstellingen 2005-2008, Maastricht 2004.
59
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Noord-Brabant BISK, Brabants Instituut voor School en Kunst, À la carte… beleidsvisie 2003-2006, Helmond 2002. Provincie Noord-Brabant, Leren met cultuur, cultuureducatie in primair en voortgezet onderwijs in Noord-Brabant, 2005-2008, ’s-Hertogenbosch 2003. Provincie Noord-Brabant, Cultuur in uitvoering, uitgangspunten van provinciaal cultuurbeleid 20052008, ’s-Hertogenbosch 2003. Provincie Noord-Brabant, L. Sijbers, Cultuureducatie in uitvoering. Cultuureducatie op school beleid 2005-2008, ’s-Hertogenbosch 2004. www.bisk.nl Noord-Holland Provincie Noord-Holland, Een ingeslagen weg. Startnotitie voor de nieuwe cultuurnota 2005-2008, Haarlem 2003. Stichting De kunst, Centrum voor Amateurkunst Noord-Holland, Ambities waarmaken, strategisch beleidsplan stichting de kunst 2005-2008, Alkmaar 2005. Provincie Noord-Holland, Cultuur verbindt. Provinciale Cultuurnota Noord-Holland 2005-2008, Haarlem 2005. Overijssel Provincie Overijssel, Sociale Actie 2005-2008, het provinciale beleid op het gebied van jeugdzorg, kunst en cultuur, zorg en maatschappelijke ontwikkeling en integratie, Zwolle 2004. Provincie Overijssel, Uitvoeringsprogramma Sociale Actie 2005, Zwolle 2004. Stichting Kunst & Cultuur Overijssel, In het Rijk van de cultuurpraktijk, instellingsbeleidsplan 20052008, Zwolle 2004. www.kco.nl Utrecht Kunst Centraal, Goed plan! Beleidsnotitie 2005-2008, Utrecht 2004. Provincie Utrecht, Cultuur in uitvoering, opmaat cultuurprogramma 2005-2008, Utrecht 2003. Provincie Utrecht, Dat moet je breed zien! Cultuurprogramma 2005-2008, Utrecht 2005. www.kunstcentraal.nl Zeeland Provincie Zeeland, Cultuur continu. Startnotitie cultuurnota 2005-2008, Middelburg december 2003. Provincie Zeeland, Cultuur continu. Cultuurnota 2005-2008 van de provincie Zeeland, Middelburg 2005. Scoop, Een nieuw raamwerk, beleidsplan 2004-2005, Middelburg 2004. Scoop, Uitvoeringsprogramma behorende bij beleidplan 2004/2005, Middelburg 2004. Scoop, Werk in uitvoering 2004, Middelburg 2004. www.scoopzld.nl Zuid-Holland Kunstgebouw, Stichting Kunst en Cultuur Zuid-Holland, Verankering en verwondering, beleidsplan Kunstgebouw 2005-2008, Rijswijk 2004. Provincie Zuid-Holland, Cultuurplan 2005-2008, Identiteit en inspiratie, Den Haag 2004. www.kunstgebouw.nl
60
PROVINCIAAL CULTUURBELEID
Colofon Provinciaal Cultuurbeleid 2005-2008, Cultuurbeleid van provincies en provinciale instellingen 20052008 is een uitgave van Cultuurnetwerk Nederland. Onderzoek en tekst Judith Lieftink en Marlies Tal Redactie Piet Hagenaars en Marlies Tal Eindredactie Bea Ros Uitgave december 2006
Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.org
61
PROVINCIAAL CULTUURBELEID