Protocol kwaliteitsindicatoren geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen Tussen de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Zorginspectie, ICURO, Zorgnet Vlaanderen, de Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg, de Federatie van Diensten voor Beschut Wonen, de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie, de Belgische Federatie van Psychologen en de Vlaamse Verpleegunie, wordt het volgende overeengekomen: 1. Doelstelling van het project ‘Kwaliteitsindicatoren GGZ’ Het project beoogt op de eerste plaats het verbeteren van de kwaliteit van de zorg door het stimuleren en faciliteren van het gebruik van klinische proces- en resultaatindicatoren. Gelijktijdig komt de aldus verworven informatie beschikbaar voor GGZ-zorgverleners en -voorzieningen in hun opdracht van maatschappelijke verantwoording. Binnen het kader van dit project wordt gekozen voor kwantitatieve data. Andere benaderingen zoals kwalitatieve benaderingen of het exploreren van niet-specifieke factoren blijven zeer waardevol, maar maken geen deel uit van het project ‘Kwaliteitsindicatoren GGZ’. Dit project sluit aan bij het programma van Flanders’ Care. De actieve en volgehouden participatie aan dit proces kan leiden tot een labeling door Flanders’ Care. 2. Definitie kwaliteit van zorg Kwaliteit van zorg kan gedefinieerd worden als: ‘The degree to which health services for individuals and populations increase the likelihood of desired health outcomes and are consistent with current professional knowledge.’. 3. Doelstelling van het protocol Dit protocol expliciteert de beleidsmatige, organisatorische, operationele en logistieke aspecten van het initiatief; meer in het bijzonder het vastleggen van de afspraken in verband met de ontwikkeling, de aanvoer, de verwerking, het beheer en de toegankelijkheid van de gegevens. 4. Definities van proces- en resultaatindicatoren Een indicator is een instrument voor het zichtbaar maken van bepaalde meetbare aspecten van de kwaliteit van de zorg. Een direct gevolg van de definitie is dat alleen elementen uit de zorg die meetbaar zijn, in aanmerking komen als indicator. Indicatoren leveren kwantitatieve gegevens in absolute cijfers of vaker weergegeven als een ratio. Die kwantitatieve meetresultaten doen geen uitspraak over de kwaliteit van de zorg. Zij geven aan de GGZ-voorziening en professionals wel informatie die hen zal toelaten zich een mening te vormen over de kwaliteit van de door hen geleverde zorg. Kwaliteitsindicatoren zijn meetinstrumenten en moeten dus alle kenmerken hebben van een goed meetinstrument: valide, betrouwbaar, gevoelig en specifiek. Concreet in de zorg komt daar de vereiste bij van een evidence based karakter en een relevantie voor de zorgpraktijk. Met dit laatste wordt onder andere bedoeld dat zij moeten aansluiten bij een mogelijkheid tot verbeteracties.
1
5. Initiatiefnemers Verschillende initiatiefnemers wensen zich actief in te zetten om de geformuleerde objectieven te realiseren:
Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Zorginspectie. Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie. Vlaamse Verpleegunie. Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg. Federatie van Diensten voor Beschut Wonen. Belgische Federatie van Psychologen. Zorgnet Vlaanderen. ICURO.
De initiatiefnemers vormen een Bureau bestaande uit een afgevaardigde van elke initiatiefnemer. Het Bureau heeft de inhoudelijke leiding van het project en bereidt de bijeenkomst van het Indicatorenforum voor. 6. Voorzitter Op voordracht van het Bureau werd prof. dr. Geert Dom door het Forum van 18 december 2012 verkozen als voorzitter. Prof. dr. Geert Dom leidt de vergaderingen van het Bureau en het Indicatorenforum. Het mandaat van de voorzitter loopt tot eind 2014 zoals verder voorzien in de fasering. 7. Ondersteunende partijen Onderstaande partijen hebben reeds aangegeven hun ondersteuning te willen verlenen bij de realisatie en operationalisatie van het Quality Indicator Project:
De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. De mutualiteiten. Het Vlaams Patiëntenplatform. Het Familieplatform Geestelijke Gezondheid.
Ook na het afsluiten van dit protocol kan de toetreding van andere meewerkende partijen gerechtvaardigd worden en dit zowel in het kader van draagvlakontwikkeling als met het doel om relevante expertise te kunnen integreren in dit project. 8. Indicatorenforum Het Indicatorenforum, bestaande uit afgevaardigden van de initiatiefnemers, ondersteunende partijen en participanten uit de GGZ-sector, komt periodiek samen.
2
Het Indicatorenforum is belangrijk voor de ontwikkeling van draagvlak en interactie met het werkveld. Het Indicatorenforum is tevens de instantie waaraan de uitgewerkte indicatoren ter goedkeuring worden voorgelegd. Omwille van het belang van goede betrokkenheid is het aantal afgevaardigden hierbij niet beperkt. 9. Soorten data waaruit indicatoren kunnen afgeleid worden Primaire data: gegevens die door de GGZ-voorzieningen zelf worden verzameld met het oog op aanwending in proces- en outcome-indicatoren, via een afzonderlijke overeenkomst. Secundaire data: gegevens die door de GGZ-voorzieningen worden overgemaakt aan een andere instantie (overheid, mutualiteit, simulatie-instantie, …) in het kader van de administratief-financiële dataverwerking en die in tweede instantie kunnen aangewend worden voor het uitwerken van resultaatindicatoren, via een geëxpliciteerd protocol. De indicatoren van de FOD en van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid maken eveneens gebruik van secundaire data. 10. Duur en fasering 2012: voorbereiding van het QI-Project GGZ: installatie van het QI-Bureau en het QI-Forum. 2013: uitwerking en validatie van een basisset van proces- en resultaatindicatoren door daartoe opgerichte multidisciplinair samengestelde ontwikkelingsgroepen. Er wordt gestreefd naar de voorstelling van een eerste basisset tegen eind 2013. Vanaf 2014: concrete opstart van de werking: validatie, dataverzameling en feedback vanuit de Trusted Third Party. Alle GGZ-voorzieningen krijgen de gelegenheid om vrijwillig aan dit project te participeren en krijgen feedback op basis van een benchmarkrapport. De GGZvoorzieningen worden gestimuleerd om tegen eind 2014 ook externe rapportage te publiceren over hun geregistreerde indicatoren. De werking wordt eind 2014 geëvalueerd en in functie van de opportuniteiten kan nadien een nieuw protocol uitgewerkt worden. Dit protocol krijgt uitwerking vanaf de datum van ondertekening en is geldig tot eind 2014. Na afloop van deze periode kan het protocol verlengd worden. 11. Engagementen van de initiatiefnemers en de ondersteunende partijen
a. Engagement van de Vlaamse overheid De Vlaamse overheid ondersteunt het principe van het beperken van extra registratielast voor de sector. Hiertoe wil de Vlaamse overheid onder meer met de federale overheid en het RIZIV een samenwerkingsrelatie ontwikkelen waarbij de betreffende gegevens beschikbaar worden gesteld voor de initiatiefnemers van dit project. De opgebouwde expertise van de federale overheid die de afgelopen jaren werd ontwikkeld, zal zo optimaal mogelijk geïntegreerd worden in deze werking. De federale overheid zal uitgenodigd worden om te participeren aan het QI-Project GGZ.
3
De Vlaamse overheid engageert zich, binnen de mogelijkheden van de budgettaire begroting en conform de bepalingen onder punt 12 van dit protocol, tot een ondersteuning voor de nodige uitrusting van hard- en software, onderhoud en exploitatie ervan, inclusief de kosten van de datamanager.
b. Engagement van de mutualiteiten De deelnemende mutualiteiten engageren zich via het Intermutualistisch Agentschap (IMA) tot het beschikbaar stellen van gegevens die nodig zijn voor de ontwikkeling van indicatoren met een bepaalde systematiek en binnen vastgelegde randvoorwaarden. Intermutualistisch, via het IMA, engageren de ziekenfondsen zich mee te werken aan het verwerken, analyseren, interpreteren en mee ontwikkelen van indicatoren.
c. Engagement van de GGZ-voorzieningen De GGZ-voorzieningen engageren zich tot het beschikbaar stellen van primaire gegevens die nodig zijn voor de ontwikkeling van indicatoren met een bepaalde systematiek en binnen de vastgelegde randvoorwaarden. Hierbij worden ook de belangrijke rol en inbreng van de artsen uitdrukkelijk gesteld, evenals de multidisciplinaire benadering en samenwerking met alle zorgprofessionals.
d. Engagement van het Vlaams patiënten- en familieplatform Het Vlaams patiënten- en familieplatform engageren zich om actief te participeren aan het Quality Indicator Project en meer specifiek behartigen zij het patiënten- en familieperspectief in de ontwikkeling van indicatoren. Hierbij bewaken zij ook de vertaling en verduidelijking van de indicatoren en de resultaten naar de gebruikers van de GGZ. 12. Uitwerken van de indicatoren en modaliteiten om gegevens te verzamelen en te verwerken Voor elke indicator wordt een fiche ontwikkeld die gedetailleerd aangeeft hoe de beschikbare data worden verwerkt en wat derhalve de juiste betekenis is van de indicator. Volgende fases worden onderscheiden: Consensus in de stuurgroep over de indicatorfocus. Verzameling van de toepasselijke evidence based richtlijnen of protocollen. Uitwerken van de indicatorfiche en definiëren van de data die hiervoor nodig zijn, inbegrepen eerste validatie van de indicatoren. Indien aangewezen uittesten van indicator door enkele voorzieningen. Oproep tot vrijwillige deelname. Verzamelen van de vereiste data. Verwerken van data tot de betreffende indicator. Opleveren van de feedbackrapporten aan deelnemers. Validatie van de indicator. Definitieve oplevering van rapporten en algemeen publieke rapportage.
4
Modaliteiten en operationalisering: De data zullen toevertrouwd worden aan de ‘Trusted Third Party’ (TTP) die hiervoor reeds is opgestart binnen het QI-Project voor de algemene ziekenhuizen. 1 Het is logisch dat het QI-Project GGZ maximaal kan gebruik maken van de faciliteiten van deze TTP zodat een geïntegreerde werking kan uitgebouwd worden. De GGZvoorzieningen engageren zich om de gegevens van de indicatoren door te sturen naar deze TTP. De toegang tot de data van de TTP is geregeld via een TTP-protocol. Gezien het grote belang van onafhankelijkheid, neutraliteit en geloofwaardigheid voor burgers, professionals en GGZ-voorzieningen kan geen van de initiatiefnemende of ondersteunende partijen een Trusted Third Party zijn voor indicatoren zoals bedoeld in dit protocol. Een Quality Indicator Dataserver bestuur (QID-Bestuur) zal toezien op de modaliteiten van dataverzameling, dataverwerking en datatoegang. Zowel de aangeleverde data als de indicatoren zelf worden opgeslagen of ter beschikking gesteld aan een toegewezen server bij de TTP. De TTP stelt een datamanager aan na gemotiveerd advies van het Bureau die verantwoordelijk is voor het operationeel beheer van de server en de data. De toegang tot de data wordt geregeld via een TTP-protocol. Volgende principes zijn van toepassing: o Voor het verwerken van de data tot het opleveren van specifieke indicator(en): datamanager. o Voor de opgeleverde indicator(en): Geaggregeerde indicatoren: na de eerste externe voorstelling in 2014 alle initiatiefnemers en ondersteunende partijen: op verzoek, via procedure TTP. Voorzieningsspecifieke indicatoren: elke GGZ-voorziening krijgt met een vaste systematiek feedback over zijn indicatoren met een positionering t.o.v. de andere GGZ-voorzieningen (geaggregeerde resultaten). Hiervoor is derhalve geen toegangsfaciliteit tot de data nodig. Deze specifieke toegang kan wel verantwoord zijn voor volgende instanties: - Zorginspectie en Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: deze hebben steeds, via gemandateerden, een rechtstreekse en beveiligde toegang tot voorzieningsspecifieke data en/of indicatoren. De Agentschappen geven over de noodzaak van de inzage en het gebruik van de data en indicatoren alle nodige informatie aan het Bureau. - Universiteiten: op verzoek van een onderzoeker en met akkoord van de betreffende GGZ-voorzieningen, met een onderzoeksprotocol en via de TTP-procedure, mits akkoord van het QI-Bureau. - Voor andere eventuele aanvragen dient de finaliteit en de proportionaliteit, met het akkoord van de GGZ-voorzieningen, omstandig te worden gemotiveerd en voorgelegd aan het QI-bureau en aan het toezichtorgaan van de TTP. 1
Deze functie wordt uitgeoefend door vzw Smals
5
13. Privacy van de gegevens De leden van het QI-Bureau werken een kader en context uit waarbinnen alle wettelijke aspecten met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van medische persoonsgegevens gewaarborgd blijven. 14. Extern kenbaar maken van indicatoren Het kenbaar maken van de indicatoren verloopt volgens de beschreven fasering. Dit wil zeggen dat de GGZ-voorzieningen zullen gestimuleerd worden om vanaf eind 2014 vrijwillig, op hun website, hun proces- en outcome-indicatoren kenbaar te maken. 15. Financiële ondersteuning De Vlaamse overheid engageert zich, binnen de mogelijkheden van de budgettaire begroting, tot een ondersteuning voor de nodige uitrusting van hard- en software, onderhoud en exploitatie ervan, inclusief de kosten van de datamanager. Dit engagement wordt gekaderd in de contractuele relatie die wordt uitgewerkt met de TTP. 16. Wetenschappelijk onderzoek met indicatoren De Vlaamse universiteiten krijgen de mogelijkheid om wetenschappelijk onderzoek te verrichten op de diverse aspecten van het werken met indicatoren, onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 12. Ook het Intermutualistisch Agentschap en de GGZ-voorzieningen kunnen hierbij betrokken worden. 17. Evaluatie De initiatiefnemers en de ondersteunende partijen evalueren jaarlijks de resultaten die ze hebben bereikt in functie van de objectieven en de timing van voorliggend protocol. Dit zal de eerste maal gebeuren in december 2013. 18. Opzegging Elke initiatiefnemer en elke ondersteunende partner kan zijn participatie aan dit initiatief opzeggen, mits het respecteren van een opzegtermijn van minimaal 6 maanden. Gedurende deze periode zal de opzeggende partner zijn engagement in dit project voluit respecteren. 19. Ingangsdatum Met de ondertekening van dit protocol engageren alle partijen zich vanaf 23 april 2013 tot uitwerking van dit initiatief, conform de beschreven modaliteiten.
6