Aanvraagformulier
Promotiebeurs voor leraren 2014 – 2de ronde Het ingevulde aanvraagformulier met de verklaring van de
Lees de brochure Promotiebeurs voor leraren zorgvuldig voordat u
werkgever moet via het elektronisch aanvraagsysteem Iris bij
dit formulier instuurt.
NWO ingediend worden. Zorg er voor dat het ingevulde
De uiterste indiendatum voor het indienen van aanvragen is 2
formulier en de bijlage worden toegevoegd in PDF-formaat.
september 2014 om 14:59 uur. De datum waarop u het
Iris is toegankelijk via de NWO website: www.iris.nwo.nl.
aanvraagformulier indient via Iris is de geldende indiendatum.
Indien mogelijk gebruik dan het lettertype Verdana, 8,5 pt
Let op: indien u heeft meegedaan aan de voorjaarsronde
met regelafstand 13.
2014 kunt u niet meedoen met deze ronde.
Algemene informatie Hoofdaanvrager Titel(s)
drs
Voornaam
Bram
Voorletters
A J Th
Achternaam
Tenhaeff
Correspondentieadres (waarop u gedurende de beoordelingsprocedure bereikbaar bent) Telefoonnummer
x M
V
Kwerenpad 24, 1811 DB, ALKMAAR 0654281069
E-mail
[email protected]
Naam en adres van de school
Jac P Thijsse College, Castricum De Bloemen 65, Castricum
Huidige functie
Docent Natuurkunde en NLT
Onderwijstype waarin u werkzaam bent
x
Primair onderwijs
Beroepsonderwijs & educatie
Speciaal onderwijs
HBO
Voortgezet onderwijs
Titel onderzoeksplan Clash? Jeugdcultuur en onderwijs
Samenvatting Samenvatting van het onderzoek Jongeren gebruiken moderne media gemiddeld 6 uur per dag. De hieruit voortvloeiende botsing tussen jeugdcultuur en onderwijs wordt op twee manieren onderzocht:
(1) Vierdeklassers (HV) maken digitale zelfportretten, documenten waarmee zij reflecteren op hun activiteiten met moderne media. Effecten van deze reflectie op hun schoolprestaties zullen met de gewone indicatoren gemeten worden (rapportcijfers, door- en afstroomcijfers, EMOVO-data) en middels open interviews. (2) Uit die interviews wordt vervolgens een etnografie van de jeugdcultuur gedestilleerd: een beschrijving van de leefwereld van leerlingen waarin filosofische en psychologische thema’s aan de orde zullen komen voorzover die te maken hebben met hun onderwijs. Lekensamenvatting van het onderzoek
Jongeren spelen 6 uur per dag met hun gadgets zonder dat iemand zich er mee bemoeit. In dit onderzoek wordt er met opstellen en gesprekken onderzocht wat jongeren met ICT doen, wat dat voor hun schoolwerk betekent, of er goede voornemens geformuleerd kunnen worden en hoe die te handhaven zijn. Trefwoorden
jeugdcultuur, gadgets, onderwijs, http://digitaalzelfportret.nl , etnografie Onderzoeksveld 1. 42.00.00 pedagogiek 2. 45.90.00 sociologie 3. 10.10.00 filosofie van natuurwetenschap en techniek
Onderzoeksvoorstel Inleiding en onderzoeksvragen (365 woorden) In het 1e decennium van deze eeuw hebben we de opkomst gezien van sociale media. Deze culturele gebeurtenis heeft grote gevolgen voor ons onderwijs: met de komst van steeds kleinere zakcomputertjes met fraaie namen zien we dat jongeren een groeiend deel van hun tijd vullen met activiteiten op diverse moderne media. Metingen suggereren dat jongeren in de westerse wereld momenteel gemiddeld ruim 6 uur per dag met moderne media bezig zijn en slechts 4 uur per dag met school! Leerlingen gebruiken die 6 uur voor veel nuttige zaken. Psychologisch gesproken is het de ruimte die pubers altijd al nodig hadden om het spel met hun identiteit te spelen dat nu eenmaal bij die leeftijd hoort. Maar door de vorm die dit spel nu heeft, het eindeloze gebliep met apparaatjes, komt school in het gedrang. Het onderwijs met haar lessen en de leefwereld van leerlingen met hun gadgets lijken al verder uit elkaar te groeien. Scholen komen vaak niet verder dan de standaard reacties van òf verbieden òf radicaal vrij laten, ze hebben zelden een goed integraal beleid in deze. Aan zo’n beleid is grote behoefte. Ook is er behoefte aan goed onderzoek van de leefwereld van jongeren en hun gadgets waar het onderwijs wel wat mee kan: we kunnen toch wel wat anders verzinnen dan alleen maar verbieden of vrijlaten? We moeten ons als onderwijsgevenden bezinnen op de nieuwe situatie. Het pedagogisch regime van scholen zullen we opnieuw moeten doordenken en we moeten met de leerlingen in gesprek gaan over hun omgang met moderne media. We mogen onze leerlingen (met name de jongens) niet laten afvoeren met de stroom van bliepjes die er uit hun apparaten komen. Dit onderzoek is bedoeld deze problematiek te analyseren en te helpen oplossen. Als onderzoekstechniek worden er digitale zelfportretten en gestructureerde interviews gebruikt. Er worden 4 onderzoeksvragen behandeld: (1) Wordt het afstromen van VWO naar HAVO veroorzaakt door het ICT-gedrag? (2) Wat zijn de effecten van systematische reflectie op hun mediagebruik door vierde klassers? (3) Het maken van een etnografie van jongeren in hun mediawereld, waarin filosofische en psychologische ideeën van de leerlingen voorzover van belang voor hun onderwijs centraal staan. (4) Zijn er beleidsadviezen voor het onderwijs te formuleren?
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Wetenschappelijke vernieuwing (48 woorden) De mediawereld van modern leerlingen bevindt zich halverwege gezin en school. Ouders en leerkrachten worstelen met hun rollen. Het nieuwe aan de aanpak van digitale zelfportretten met etnografische interviews is dat de kloof tussen school en thuis wordt geslecht door het inzetten van zachte gesprekstechnieken met harde gevolgen.
Methode/Plan van aanpak
Digitaal zelfportret (382 wdn) Al enkele jaren geef ik bij NLT lessen over de omgang van leerlingen met moderne media. Ik heb er voor mijn leerlingen een boekje over geschreven met als titel de Apencultuur. Ik gebruik die provocerende titel omdat ik wil benadrukken dat niet alles wat leerlingen doen goed voor ze is – apen doen soms stout. Het gaat in dit project om een kritische reflectie van de leerlingen op het eigen gedrag met moderne media. Ik heb een methode ontwikkeld om die reflectie goed te laten verlopen: de leerlingen maken een digitaal zelfportret om hun omgang met moderne media kritisch te onderzoeken. Het digitaal zelfportret is een tekst die de leerlingen over hun ICT-gedrag maken. Het is een gewone tekst, geschreven in gewoon Nederlands. Het is niet mijn bedoeling dat ze indruk maken met ICT-kunstjes. Het is de bedoeling dat ze gewoon nadenken over hun ICT-gedrag en daarover met hun omgeving communiceren. In de tekst geven de leerlingen antwoorden op een serie scherpe vragen die ik in mijn instructie stel. Door weglaten van de cursieve tekst van die vragen ontstaat er op de tekstverwerker een document waarin ze – voor zichzelf, hun mentor, hun ouders en voor wie dan ook - beschrijven wat ze zoal doen in ICT-land. Ze hebben dan een leesbaar opstel over zichzelf gemaakt: een stuk van minimaal 10 A4tjes en 3000 woorden, waar ze trots op kunnen zijn en waar ze veel aan hebben. Het gaat me om de vraag of de leerlingen tevreden zijn over wat ze met hun gadgets doen. Vinden ze zelf goed wat ze doen, of is er nog wel wat te verbeteren? Als ik die vraag in de klas stel wordt er vaak veelbetekenend gegrijnsd. Hebben ze goede gewoontes of zijn sommige dingen juist slecht voor hun schoolprestaties en gezondheid en misschien zelfs wel gevaarlijk? En: als er nog wat te verbeteren is, wat dan? Wat zijn de goede voornemens die ze willen formuleren? Hoe controleren de leerlingen dat die ook gehaald worden? Enz. enz.. De methode van digitale zelfportretten is voortgekomen uit de lessen die ik aan vierde klassers geef. Na een aantal jaren verbeteren is het instrument voor de vierde klassers nu goed genoeg om hun gedrag te onderzoeken en om ze te begeleiden. De instructie staat inmiddels op de site http://digitaalzelfportret.nl
Interviews: etnografie (535 wdn) Een mooie etnografische studie over Nederlandse middelbare scholieren is Meisjes, een wereld apart, het proefschrift van Mieke de Waal uit 1989. Zij zat in de tweede helft van de jaren 80 jaren achter in de klas en interviewde meisjes over hun onderlinge relaties en schoolwerk. Volgens haar ontwikkelden meisjes op school een gezelligheidscultuur die een positieve invloed had op hun schoolwerk, maar die er niet voor zorgde dat ze op school ‘de goede keuzes’ maakten. Meisjes kozen nog niet voor bèta. Bij mijn oudste dochter Barbara zag ik die gezelligheidscultuur indertijd dagelijks. Meest zichtbaar was het dagelijkse bellen: van 7 tot 8 stond de telefoon niet stil en namen de dames de wereld door. Ik moest dan niet proberen om de telefoon te gebruiken, dat kon echt niet! Van 7 tot 8; om 8 uur hield het gebel op, want dan begon Goede Tijden, Slechte Tijden! Dat programma was belangrijk voor hun identiteit, daar gingen alle gesprekken over. Ik denk vaak terug aan dat ene uur: soms heb ik het gevoel dat dat uur nu over de hele dag is uitgesmeerd. Mijn leerlingen en jongste kinderen zijn nu de hele dag met hun apparaatjes in de weer, met precies dezelfde intensiteit van Barbara toen zij aan onze huistelefoon hing. Er bestaan heel goede etnografische studies over de ICT-leefwereld van jongeren, Sherry Turkle heeft de afgelopen 37 jaar aan het MIT een drietal grote studies gemaakt. Maar, die studies gaan niet per se over school en zeker niet over onze verhoudingen tussen leerlingen, ouders en docenten. Er zijn nieuwe interviews nodig om de digitale leefwereld van onze jongeren in kaart te brengen. Dat ga ik doen in CLASH?. Het spreekt voor zich dat ik die interviews goed voorbereid in ga, dat de gesprekken richting hebben. Ik zal het eerste jaar gebruiken om met die richting te experimenteren. Dat experimenteren is noodzakelijk want er is een methodologisch probleem. Een open interview houden, zoals etnografen moeten doen om te weten te komen wat er speelt, betekent dat je onbevangen kijkt. Onbevangen kijken lijkt strijdig met het normatieve kader dat ik stel – wat zijn goede gewoontes met je laptop en I-Phone, wat zijn goede regels thuis en op school over de omgang met deze apparaten? Iedere ouder, leerkracht en leerling weet dat het bij dit thema, de clash van jeugdcultuur en onderwijs, om dat normatieve kader gaat. 3
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
We weten al heel lang dat je bij sociaal wetenschappelijk onderzoek niet om normatieve zaken heen kunt; in de taal die we gebruiken om over de sociale werkelijkheid te spreken zijn normen opgeslagen (Alfred Schutz), onze normen die in schijnbaar objectieve zinnetjes tot uitdrukking komen. Ik zal dan ook veel met kinderen spreken over de vraag wat goede regels zijn, thuis en op school. Ik ben benieuwd wat er thuis gebeurt als ouders in het digitale opstel van hun dochter lezen dat het in haar ogen een goede regel is om de I-Phone ’s avonds bij het slapen gaan beneden neer te leggen, en ik ben ook benieuwd wat de mentor doet als hij in het digitaal zelfportret van de grootste donderstraal uit de klas leest dat hij graag wil dat mobieltjes aan het begin van de les ingeleverd worden.
Werkplan (875 wdn) Behalve op mijn eigen school, waar ik jaarlijks in 2 groepen de lessen uit de Apencultuur draai, bied ik de Digitale Zelfportretten ook op andere scholen aan, om die in projectweken door leerlingen te laten maken. Zowel hele klassen als groepen jongeren met problematisch gedrag met moderne media kunnen het project doen. Na die projectweken volgen dan de interviews. Met het materiaal dat mijn onderzoekstechnieken opleveren ga ik tot slot de 4 onderzoeksvragen beantwoorden. (1) Afstromen van VWO naar HAVO Of het afstromen van gedemotiveerde VWO-ers naar de HAVO veel met ICT-gedrag te maken heeft weten we niet. Uit de combinatie van schoolgegevens – de rapportcijfers door de jaren heen en CITO-scores - en de resultaten van de digitale zelfportretten met de interviews is dit eenvoudig vast te stellen: leerlingen laten blijken wat er gebeurd is en dan is turven genoeg. Op mijn school en op de scholen waar ik de digitale zelfportretten in projectweken ga draaien zal ik de gegevens verzamelen en beschrijven. (2) Effecten reflectie Reflectie werkt veel beter als er een element van herhaling inzit, dat is het idee van de cirkel van reflectie van Fred Korthagen. In de techniek van digitale zelfportretten gecombineerd met interviews zit die herhaling ook. Het effect van reflectie wordt in dit onderzoek op twee manieren gemeten: (1) door leerlingen en hun mentoren te bevragen in interviews en (2) met gewone schoolgegevens (rapportcijfers en door- en afstroomcijfers). De schoolgegevens worden op statistisch verantwoorde wijze verwerkt en vergeleken met de informele resultaten uit de interviews. (3) Etnografische thema’s De lessen van de Apencultuur gaan over 5 filosofische en psychologische thema’s. Die thema’s zijn in mijn boekje aangeduid met de titels (1) Identiteit, (2) Vrij of Gedwongen?, (3) Samen of Alleen?, (4) Kennis of Mening? en (5) Denken of Kiezen?. Ik gebruik simpele woorden in plaats van zware filosofische termen, opdat ik met leerlingen over de thema’s kan spreken. Hieronder een korte aanduiding van die thema’s. In de Apencultuur heb ik 50 pagina’s nodig om er over te spreken. Maar, daar schrijf ik voor kinderen. Een beetje filosoof heeft per thema 300 pagina’s nodig. Bij Identiteit gaat het over de vragen als wat voor persoon de leerlingen zijn, willen zijn en gaan worden. Het gaat over peergroups waarin zij bewegen, welke normen en waarden er in die groepen gelden en welke opvattingen er zijn over vriendschap. Vrij of Gedwongen? begint met de slimme psychologische dwang die er van ICT-apparaatjes uitgaat – het bekrachtigen van Skinner - om uit te komen bij filosofische discussies over determinisme of vrije wil en de vraag van de levenskunst hoe we ons leven moeten inrichten. Zware termen, zeker als je ze zo staccato opschrijft. Maar wel thema’s waar kinderen in de omgang met hun gadgets te maken krijgen. Samen of Alleen? begint met catfishen, het je als een ander voordoen op het net, en loopt uit op de betekenis van vriendschap en op opvattingen over privacy. Leerlingen hebben stellige opvattingen over privacy, soms strenger dan mensen die in de 70er jaren opgroeiden en soms veel liberaler. Ik bevraag ze hier op, ondermeer nadat ze De Cirkel van Dave Eggers hebben gelezen. Kennis of Mening? begint met de tegenstelling van Plato van epistème en doxa en loopt uit op de tegenstelling van feiten en waarden. Uiteindelijk komt het uit bij vragen over hoe je met het internet moet omgaan, dat in mijn boekje een beetje zwaar het Web van Waan en Waarheid wordt genoemd. Hoe weet je of iets waar is als het op het net staat? Denken of kiezen? gaat over de leerpsychologische problematiek die Nicholas Carr heeft geëntameerd: aan het snelle en eindeloze springen van hyperlink naar hyperlink worden fraaie resultaten ontleend – het moois dat op het net gevonden en gedaan wordt - , maar het heeft ook negatieve psychologische effecten op leren. Hier gaat het om vragen naar goede regels thuis en op school en naar oefeningen in zelfbeheersing en discipline. Welke ideeën en opvattingen en leven er in deze bij leerlingen? Het etnografisch deel van mijn proefschrift zal bestaan uit 5 paragrafen met deze titels, waarin leerlingenopvattingen feitelijk beschreven worden.
4
1 Algemene informatie
Promotiebeurs voor leraren 2014
2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Werktitel en voorlopige indeling proefschrift: CLASH? Jeugdcultuur en onderwijs 1 probleemstelling en methoden 2 afstroom naar de HAVO 3 effecten van reflectie 4 etnografie (de 5 thema’s) 5 beleidsadviezen aan scholen Bijlage De Apencultuur
Ik ben ruim 6 jaar met dit project bezig, nooit om er een proefschrift over te schrijven (dat idee ontstond pas dit jaar). In mijn werkplan begin ik daarom in 2014.
Jaar
Werkplan (2015-2020) (130 wdn)
2014
Apencultuur 4HV versie 1 schrijven, en na evaluatie aanpassen tot versie 2 Website digitaalzelfportret.nl maken en geleidelijk aan vullen Nieuwe versie Digitaal Zelfportret maken Promotor en promotiebeurs verwerven Scholen werven voor project Studeren op
2015
(1)
CITO- & IQ-scores en cijfers HAVISTEN bestuderen
(2)
Etnografie
(3)
beleid overheid en papers ped centra mbt nieuwe media op scholen
(4)
relevante filosofie (deugdethiek, socratisch gesprek, levenskunst)
Onderzoek op scholen opzetten I
Interviews uitschrijven
Testen van Digitale Zelfportretten 4HV op JPT en op andere scholen Studeren op (1) t/m (4) 2016
Onderzoek op scholen uitvoeren en uitwerken II Interviews uitschrijven Studeren op (1) t/m (4)
2017
Onderzoek op scholen uitvoeren en uitwerken III Interviews uitschrijven Proefschrift schrijven
2018
Proefschrift schrijven en vertalen in het Engels
Kader van het onderzoek: potentie tot bijdrage aan wetenschap, maatschappij of technologie (28 wdn) Pedagogiek&Filosofie
Er is geen goede etnografie van Jongeren en hun media, die moet er komen.
Onderwijskunde
Onderzoek effect instrument zelfreflectie door leerlingen
Samenleving
Beschrijven clash jeugdcultuur en onderwijs
Opbrengsten van het onderzoek voor het onderwijs van de aanvrager/ de onderwijspraktijk in brede zin(10 wdn) Aanreiken van middelen om mediagebruik jongeren te onderzoeken en verbeteren
5
1 Algemene informatie
Promotiebeurs voor leraren 2014
2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Literatuurreferenties(115 wdn) Op mijn website http://digitaalzelfportret.nl staat een uitgebreide literatuurlijst, ook over mediawijsheid. Daar staan ook recensies van boeken die voor ouders interessant zijn. Hieronder belangrijk etnografische en psychologisch werk dat ik gebruik (precieze literatuurverwijzingen staan op mijn site). Lea Dasberg, Grootbrengen door kleinhouden Jan Derksen, Het narcistisch Ideaal Jose van Dijck, The culture of connectivity, Eric Ericson, Identity Jos Kessels, Socrates op de Markt Leonard Nelson, De socratische methode Jean Piaget, The moral Judgement of the Child Jean Piaget, The Childs conception of physical Reality Wouter Sanderse, Character Education Sherry Turkle, Second Self Sherry Turkle, Life on the screen Sherry Turkle, Alone Together Patty Valkenburg, Beeldschermkinderen Mieke de Waal, Meisjes, een Wereld apart
Overige relevante informatie (50 wdn) Ik ben jarenlang MR- en GMR-lid geweest, meestal voorzitter. Toen ik me realiseerde dat ik ruim 200 vergaderingen had bijgewoond en/of geleid dacht ik: tijd voor wat anders! Sinds die tijd doe ik weer veel meer aan het opzetten van projecten. Minder stroperig, intellectueel meer bevredigend.
Aantal woorden 366+48+382+535+875+28+10+115+51 = 2402
Budget Duur van de financiering Geplande startdatum
1 jan 2015
Geplande einddatum
1 jan 2019
Omvang van het dienstverband op de school (in fte) 1,00 (Halve BAPO, hele lesvrije dag)
Omvang van de aangevraagde vrijstelling (in fte) 0,4 FTE
Investering eigen tijd (niet verplicht) De afgelopen 8 jaar ben ik in verschillende vormen al bezig met dit project. Ik ben goed ingelezen in de literatuur, en er is al veel gedaan. Het boekje de Apencultuur, de methode van de Digitale Zelfportretten en de website zijn af. Gezien het onderwerp en gezien mijn leeftijd (60) is het nodig om het proefschrift in 4 jaar af te ronden. Ik werk tot mijn 67ste, dus in elk geval nog 7 jaar. De komende jaren zal ik mijn BAPO met lesvrijstelling voor het proefschrift
inzetten, evenals 1 dag van het weekend. Zo kom ik op 4 werkdagen per week. Dat is mi genoeg om het project in 4 jaar te voltooien, ik ben namelijk al een heel eind op weg.
6
1 General information
Promotiebeurs voor leraren 2014
2 Research proposal 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Curriculum vitae Persoonlijke informatie Titel(s)
Drs
Voornaam
Bram
Achternaam
Tenhaeff
x M
V
Meisjesnaam Geboorteplaats
Voorst
Geboortedatum
01-02-1954
Nationaliteit
nederlandse
Master's diploma (wetenschappelijk doctoraal diploma) Universiteit
Universiteit van Amsterdam
Faculteit
Wijsbegeerte
Discipline
Filosofie van de Natuurwetenschappen
Stad/Land Afstudeerdatum
1 – 8- 1980
Titel afstudeerscriptie
De Realiteit van Atomen
Cijfer voor MA scriptie
10
Cijfergemiddelde MA
cum laude, dus hoger dan 8
Bachelor's diploma (HBO diploma of wetenschappelijke BA, indien van toepassing) Universiteit/HBOinstelling
Landbouw Universiteit
Faculteit
Kandidaats Moleculaire Wetenschappen
Stad/Land
Wageningen
Afstudeerdatum
1-8-1976
Cijfer voor BA scriptie
Bestond indertijd nog niet
Cijfergemiddelde BA
Activiteiten en publicaties Academische activiteiten Relevante eigen publicaties
Lesmateriaal maken aan diverse universiteiten voor diverse scholen in diverse projecten Rond 1900 (PLON, Univ Utrecht, 1980) Op mijn website http://digitaalzelfportret.nl staan de 10-tallen onderwijskundige projecten die ik van 1980 tot heden alleen of samen met anderen heb geschreven.
7
Promotiebeurs voor leraren 2011
7 Algemene Informatie 8 Onderzoeksvoorstel 9 Budget 10
Curriculum vitae
11
Overige Informatie
12
Verklaring/onderteken
ing
Motivatie voor de aanvraag (299 wdn) Sinds ik in 1980 in het onderwijs belandde heb ik met leerlingen met computers gewerkt. In 35 jaar heb ik alles voorbij zien komen - van programmeren in LOGO in 1980 tot e-learnen en sociale media nu – , computers zijn in die tijd veranderd van technische speeltjes naar communicatie machines. Ik ben altijd enthousiast geweest over het gebruik van computers in het onderwijs, maar ben de laatste jaren kritischer geworden. Mijn aanvankelijk enthousiasme is veranderd in de behoefte om op te voeden. Veel van wat ik leerlingen zie doen is nuttig, sommige dingen zijn heel bijzonder, maar er is ook veel schadelijks De laatste jaren ben ik daarom anderssoortige lessen gaan organiseren, waarin ik leerlingen coach in hun omgang met moderne media. Dat heeft geleid tot de Apencultuur, dat op http://digitaalzelfportret.nl is aangehangen. Als leraar ANW en NLT heb ik ook filosofisch getinte lessen opgezet over medische onderwerpen. Ondersteund door artsen, psychologen en psychiaters heeft dit geleid tot de boekjes Ziek zijn,. . ., beter worden en Gekte?!?,die op
dezelfde site zijn
aangehangen. Ik ben de laatste tijd zachte technieken gaan gebruiken, gesprekstechnieken, om
harde resultaten te
behalen: een verbetering van de studiehouding van mijn leerlingen. Met mijn digitale zelfportretten, met socratische gesprekken en interviews help ik leerlingen op hun digitale pad en bij hun studiekeuze. Nu ik merk dat die methoden succes hebben wil ik de mogelijkheden van die zachte technieken op serieuze wijze onderzoeken. Dat is de reden dat ik dit plan heb gemaakt en dat ik opteer voor een promotiebeurs. Qua opleiding en ervaring ben ik zeer geschikt voor dat werk en ik ben uiterst gemotiveerd om het onderzoek snel af te ronden. Ik zou het prettig vinden aan het eind van mijn loopbaan middels een proefschrift een intellectuele bijdrage aan het onderwijs te kunnen leveren.
8
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Aanbeveling van de promotor Gegevens van de beoogd promotor Titel(s) Voornaam Voorletters Achternaam
M
V
Correspondentie-adres
Telefoonnummer Email
Instituut van de promotor Opties zijn: EUR, RUG, RUN, TUD, TUE, OU, UL, UM, UT, UU, UVA, UvH, UvT, VU, WUR, PThU, TUA, TU of Naturalis.
Typ hier
9
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Om de commissie te ondersteunen bij de beoordeling van de aanvragen verzoeken wij u als beoogd promotor om in te gaan op de aspecten die genoemd worden onder 1, 2, en 3, en een duidelijke onderbouwing te geven. 1.
Kwaliteit van de kandidaat
(Denk aan: achtergrond kandidaat, academische houding, benodigde academische vaardigheden, motivatie kandidaat, ) Typ hier
2.
Kwaliteit en relevantie van het voorgestelde onderzoek
(Denk aan de volgende criteria: wetenschappelijke vernieuwing, helderheid, doeltreffendheid aanpak, potentie tot bijdrage aan de wetenschap, maatschappij of technologie) Typ hier
3. Haalbaarheid van het voorgestelde onderzoek (afronding binnen 6 jaar) (Denk aan de volgende criteria: omvang onderzoek, medewerking van onderzoekers of ander personeel bij het onderzoek, opvullen van methodische lacunes bij de kandidaat) Typ hier
4. Samenstelling begeleidingsteam/informatie over begeleiding (Wie gaat (naast uzelf) de kandidaat mede begeleiden? Wordt de kandidaat ingebed in een bestaande onderzoeksgroep/onderzoeksschool? Vinden er regelmatig gesprekken plaats tussen de kandidaat en de begeleiding?) Typ hier
10
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
5. Opleidingsplan (Denk aan: vormgeving opleiding/cursussen, i.h.b. met het oog benodigde vaardigheden om het onderzoek uit te kunnen voeren; zijn er lacunes die opgevuld moeten worden en zo ja: hoe?) Typ hier
11
Promotiebeurs voor leraren 2014
1 Algemene informatie 2 Onderzoeksvoorstel 3 Budget 4 Curriculum vitae 5 Aanbeveling promotor 6 Verklaring/ondertekening
Verklaring en ondertekening uitgewerkte aanvraag Heeft u voor dit onderzoek elders middelen aangevraagd? Indien ja: gelieve informatie toe te voegen over deze middelen. Indien het financiering van onderzoekstijd betreft graag aangeven om hoeveel tijd het gaat en over welke periode. Houdt u er rekening mee dat uw aanvraag nietontvankelijk kan worden verklaard indien deze middelen in strijd zijn met de subsidievoorwaarden zoals beschreven in de brochure onder 3.2. Nee Ja, namelijk:
Ondertekening Voor de aanvrager: Met het indienen van dit formulier via Iris verklaar ik dat ik dit formulier naar waarheid en volledig heb ingevuld.
Bij het indienen van dit document verklaar ik te voldoen aan de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2012 (VSNU) Handtekening + datum:
Voor de promotor: Ik ondersteun het onderzoeksplan zoals beschreven in de aanvraag en ben van mening dat dit promotieplan voldoende kans van slagen heeft om binnen vier tot maximaal zes jaar – en binnen de voorwaarden van het programma Promotiebeurs voor Leraren – uit te monden in een academisch proefschrift. Ik verklaar bereid te zijn om bij toekenning deze promotie te begeleiden. Handtekening + datum:
N.B.! Deze laatste pagina dient door aanvrager en promotor ondertekend te worden en gescand bij de aanvraag gevoegd te worden.
12