Basisarrangement
Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1
Vak:
Mens & Maatschappij
Leertijd:
2x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen
Materialen:
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Waar woon je? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Weet wat je eet (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Kleren maken de mens (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Ik betaal! (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek hobby (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Kerndoelen: 1. De leerling leert over de rol van de consument in de Nederlandse samenleving, leert als consument bewuste en kritische keuzes te maken en leert daarbij bewust om te gaan met sociale druk. (Weet wat je eet) Hierbij kan men denken aan: het begrijpen en beoordelen van consumenteninformatie en reclameboodschappen; het onderzoeken en vergelijken van producten en diensten op prijs, kwaliteit, gezondheid en duurzaamheid; het kennen en gebruik kunnen maken van diensten van consumentenorganisaties; bewust omgaan met sociale druk en de invloed van de sociale omgeving (leeftijdsgenoten) op het eigen consumptiepatroon. 2. De leerling leert te budgetteren en leert de eigen financiën te beheren, mede met het oog op zelfstandig wonen in de toekomst. (Ik Betaal!) Hierbij kan men denken aan: leren hoe je je inkomsten en uitgaven kunt bijhouden; besef ontwikkelen over wat je kunt uitgeven, gegeven de inkomsten; leren begroten/budgetteren voor de situatie nu (nog niet financieel zelfstandig); leren begroten voor de situatie straks, bij (zo zelfstandig mogelijk) wonen, met name het onderscheid tussen vaste lasten en overige uitgaven; leren aankopen te betalen met alle relevante betaalmiddelen; leren afwegen wanneer je wilt sparen of lenen en wat daarvan de financiële gevolgen zijn; leren over risico's die verbonden zijn aan het niet betalen van rekeningen; kennis maken met elementaire bank-, verzekering- en belastingzaken; onderkennen van eventuele behoefte aan hulp bij financiële problemen en hulp effectief kunnen inschakelen. 3. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland en de wereld te gebruiken om zich te kunnen verplaatsen en te reizen. (Waar woon je?) Hierbij kan men denken aan: dagelijkse reispatronen in de eigen omgeving; niet dagelijkse reispatronen buiten de eigen omgeving; keuze van vervoersmiddel, waaronder openbaar vervoer, en het gebruik maken daarvan; het leren werken met atlas, kaarten en plattegronden (op papier en digitaal); het leren werken met een navigatiesysteem; het plannen van een (vakantie-)reis m.b.v. informatiebronnen; het naleven van wetten en regels in het verkeer; het naleven van algemeen aanvaarde normen en gedragsregels in het openbaar vervoer. 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Hierbij kan men denken aan: de rechten en plichten van werknemers en werkgevers, waaronder de rol van CAO; de rol van vakbonden bij onderhandeling over arbeidsvoorwaarden; de functie van regelingen voor arbeidsomstandigheden (ARBO-regels en hoe die worden gehanteerd); de functie van relevante uitkeringen (WW, Wajong) en hoe men daar (eventueel) gebruik van kan maken; conflicten en conflictbeslechting tussen werkgever en werknemer, waar kun je terecht?; verschil tussen betaalde en onbetaalde arbeid; verschil tussen 'zwart' en 'wit' werken; leren kennen en omgaan met verschillende rollen, taken, posities en verantwoordelijkheden in een (arbeids)organisatie en de eigen plaats daarbinnen; leren samenwerken met anderen ongeacht hun groepsidentiteit, sociale en culturele achtergronden; in stage-/werksituaties leren afspraken maken, afspraken nakomen en compromissen sluiten; leren meedoen en bijdragen aan stage-/werkoverleg op de 'werkvloer'. 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. Hierbij kan men denken aan: nadenken over en uitvinden van je persoonlijke voorkeuren voor de besteding van je vrije tijd, waaronder het vinden en onderhouden van sociale contacten; verkennen van verschillende mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding; verkennen van uitgaansgelegenheden in de buurt; verkennen van beschikbare financiële voorzieningen voor vrije tijdsbesteding (zoals stadspas, gemeentelijke subsidies e.d.); verkennen van (wijk)voorzieningen en de 'sociaal-culturele kaart' van de eigen leefomgeving; verkennen van mogelijkheden om bij te dragen aan een plezierige leef- en woonomgeving (buurtcomités, inspraakcommissies, vrijwilligerswerk). 6. De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als burger in te vullen en leert de betekenis te zien van respect voor verschillen tussen mensen in opvattingen en leefwijzen, met daarbij aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit. Hierbij kan men denken aan: leren om zelf op een democratische manier actief te participeren op school, op stage/werk en in de bredere samenleving; leren wat het betekent om in een rechtsstaat te leven, namelijk dat de staat de rechten van burgers respecteert en verdedigt: de grond- en vrijheidsrechten, mensenrechten en kinderrechten; leren dat men in een democratie nastreeft conflicten zo bevredigend mogelijk op vreedzame wijze op te lossen; leren dat burgers de rol van gezagsdragers respecteren bij het oplossen van conflicten en problemen, waaronder politie, justitie en onderwijsgevenden; leren omgaan met de diversiteit in de Nederlandse samenleving, de verscheidenheid aan mensen, etnische groepen, religies, levensbeschouwingen, seksuele oriëntatie, waarden, normen, gewoonten en gebruiken; leren zich in elkaars standpunten te verplaatsen; leren een dialoog te voeren, ook met andersdenkenden; leren de eigen opvattingen te kunnen spiegelen aan bestaande wetten, normen, regels en rechten. 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn. Hierbij kan men denken aan: leren over de hoofdkenmerken van de parlementaire democratie: gekozen volksvertegenwoordiging d.m.v. vrije verkiezingen; politieke partijen van verschillende kleur omdat mensen het niet altijd met elkaar eens zijn; respecteren van minderheidsstandpunten; een eigen standpunt bepalen over het wel of niet meedoen aan verkiezingen. 8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. Hierbij kan men denken aan: besef ontwikkelen ten aanzien van het eigen heden, verleden en toekomst; het leren beschrijven van de eigen levensloop en mijlpalen daarin benoemen; het leren wat generaties zijn en dat iedere generatie weer in een andere wereld leeft; het leren over de geschiedenis van de eigen omgeving. 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen. Hierbij kan men denken aan: het leren over de Holocaust als moreel ijkpunt van de westerse cultuur; het leren over de betekenis van 'Europa' en het ontstaan van 'Europa': nooit meer oorlog; het leren over de technologische vooruitgang die we nu kennen en die nog maar van een heel recente tijd is; het leren over de ontdekkingsreizen en wat deze in de wereldgeschiedenis hebben teweeggebracht.
Lesmodel: DAIM 45 min Instructievaardigheden:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord
5 min Oriëntatie: 5 min Instructie: (IA) Begeleid inoefenen: 30 min Verwerking: 5 min Afsluiting:
herhalen vorige les Nederlands doel benoemen aan het begin van de les verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement tussentijds feedback geven aan individuele leerlingen leerlingen leveren individueel het werk in
Streven naar:
Referentieniveau 1F Januari: Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni:Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1
Vak:
Mens & Maatschappij
Extra aanvullend op het basisarrangement: Leertijd: 2 keer per week 45 werken aan de basisdoelen. Na de klassikale instructie tenminste een verlengde instructie van 10 minuten. Materialen:
Intensief arrangement
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Waar woon je? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Weet wat je eet (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Kleren maken de mens (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Ik betaal! (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Media 1 (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Alle leerstofdoelen dienen extra aandacht te krijgen. Onderwijsbehoeften:
Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel geheugensteuntjes opschrijven. Rekenkaart gebruiken. Meer in oefening van de aangeboden leerstof Opdrachten mondeling afnemen i.p.v. schriftelijk Sommige opdrachten in subgroep met intensief arrangement gezamenlijk doorlopen.
Streven naar:
Referentieniveau 1F Januari: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni:Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5. 2 x per week 45 minuten aan de basisdoelen.
Leertijd: Materialen:
Verdiepend arrangement
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Waar woon je? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Weet wat je eet (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Kleren maken de mens (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Ik betaal! (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Media 1 (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Leerstofdoelen:
??
Onderwijsbehoeften:
Op redelijk zelfstandige basis behalen van de basisdoelen.
Streven naar:
referentieniveau 1F/KSE 2 (2F) Januari: Cijfer tussen de 8,0 en de 10,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni:Cijfer tussen de 8,0 en de 10,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Basisarrangement
Groep: AGL fase 1 Leerjaar 2
Vak:
Mens & Maatschappij
Leertijd:
2x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen
Materialen:
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Leuk wonen (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Fit voor stage (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Hoe zie ik eruit? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Een grote aanschaf (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek …(methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Kerndoelen: 1. De leerling leert over de rol van de consument in de Nederlandse samenleving, leert als consument bewuste en kritische keuzes te maken en leert daarbij bewust om te gaan met sociale druk. Hierbij kan men denken aan: het begrijpen en beoordelen van consumenteninformatie en reclameboodschappen; het onderzoeken en vergelijken van producten en diensten op prijs, kwaliteit, gezondheid en duurzaamheid; het kennen en gebruik kunnen maken van diensten van consumentenorganisaties; bewust omgaan met sociale druk en de invloed van de sociale omgeving (leeftijdsgenoten) op het eigen consumptiepatroon. 2. De leerling leert budgetteren en leert de eigen financiën te beheren, mede met het oog op zelfstandig wonen in de toekomst. (Een grote aanschaf) Hierbij kan men denken aan: leren hoe je inkomsten en uitgaven kunt bijhouden; besef ontwikkelen over wat je kunt uitgeven, gegeven de inkomsten; leren begroten/budgetteren voor de situatie nu (nog niet financieel zelfstandig); leren begroten voor de situatie straks, bij (zo zelfstandig mogelijk) wonen, vooral het onderscheid tussen vaste lasten en overige uitgaven; leren aankopen te betalen met alle relevante betaalmiddelen; leren afwegen wanneer je wilt sparen of lenen en wat daarvan de financiële gevolgen zijn; leren over risico's die verbonden zijn aan het niet betalen van rekeningen; kennis maken met elementaire bank-, verzekerings- en belastingzaken; onderkennen van eventuele behoefte aan hulp bij financiële problemen en hulp effectief kunnen inschakelen. 3. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland en de wereld te gebruiken om zich te kunnen verplaatsen en te reizen. (Leuk wonen) Hierbij kan men denken aan: dagelijkse reispatronen in de eigen omgeving; niet dagelijkse reispatronen buiten de eigen omgeving; keuze van vervoersmiddel, waaronder openbaar vervoer, en het gebruik maken daarvan; het leren werken met atlas, kaarten en plattegronden (op papier en digitaal); het leren werken met een navigatiesysteem; het plannen van een (vakantie-)reis m.b.v. informatiebronnen; het naleven van wetten en regels in het verkeer; het naleven van algemeen aanvaarde normen en gedragsregels in het openbaar vervoer. 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. (fit voor stage, Hoe zie ik eruit?) Hierbij kan men denken aan: de rechten en plichten van werknemers en werkgevers, waaronder de rol van CAO; de rol van vakbonden bij onderhandeling over arbeidsvoorwaarden; de functie van regelingen voor arbeidsomstandigheden (ARBO-regels en hoe die worden gehanteerd); de functie van relevante uitkeringen (WW, Wajong) en hoe men daar (eventueel) gebruik van kan maken; conflicten en conflictbeslechting tussen werkgever en werknemer, waar kun je terecht?; verschil tussen betaalde en onbetaalde arbeid; verschil tussen 'zwart' en 'wit' werken; leren kennen en omgaan met verschillende rollen, taken, posities en verantwoordelijkheden in een (arbeids )organisatie en de eigen plaats daarbinnen; leren samenwerken met anderen ongeacht hun groepsidentiteit, sociale en culturele achtergronden; in stage-/werksituaties leren afspraken maken, afspraken nakomen en compromissen sluiten; leren meedoen en bijdragen aan stage-/werkoverleg op de 'werkvloer'. 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. Hierbij kan men denken aan: nadenken over en uitvinden van je persoonlijke voorkeuren voor de besteding van je vrije tijd, waaronder het vinden en onderhouden van sociale contacten; verkennen van verschillende mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding; verkennen van uitgaansgelegenheden in de buurt; verkennen van beschikbare financiële voorzieningen voor vrije tijdsbesteding (zoals stadspas, gemeentelijke subsidies e.d.); verkennen van (wijk)voorzieningen en de 'sociaal-culturele kaart' van de eigen leefomgeving; verkennen van mogelijkheden om bij te dragen aan een plezierige leef- en woonomgeving (buurtcomités, inspraakcommissies, vrijwilligerswerk). 6. De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als burger in te vullen en leert de betekenis te zien van respect voor verschillen tussen mensen in opvattingen en leefwijzen, met daarbij aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit. Hierbij kan men denken aan: leren om zelf op een democratische manier actief te participeren op school, op stage/werk en in de bredere samenleving; leren wat het betekent om in een rechtsstaat te leven, namelijk dat de staat de rechten van burgers respecteert en verdedigt: de grond- en vrijheidsrechten, mensenrechten en kinderrechten; leren dat men in een democratie nastreeft conflicten zo bevredigend mogelijk op vreedzame wijze op te lossen; leren dat burgers de rol van gezagsdragers respecteren bij het oplossen van conflicten en problemen, waaronder politie, justitie en onderwijsgevenden; leren omgaan met de diversiteit in de Nederlandse samenleving, de verscheidenheid aan mensen, etnische groepen, religies, levensbeschouwingen, seksuele oriëntatie, waarden, normen, gewoonten en gebruiken; leren zich in elkaars standpunten te verplaatsen; leren een dialoog voeren, ook met andersdenkenden; leren de eigen opvattingen te kunnen spiegelen aan bestaande wetten, normen, regels en rechten. 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn. Hierbij kan men denken aan: leren over de hoofdkenmerken van de parlementaire democratie: gekozen volksvertegenwoordiging d.m.v. vrije verkiezingen; politieke partijen van verschillende kleur omdat mensen het niet altijd met elkaar eens zijn; respecteren van minderheidsstandpunten; een eigen standpunt bepalen over het wel of niet meedoen aan verkiezingen. 8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. Hierbij kan men denken aan: besef ontwikkelen ten aanzien van het eigen heden, verleden en toekomst; het leren beschrijven van de eigen levensloop en mijlpalen daarin benoemen; het leren wat generaties zijn en dat iedere generatie weer in een andere wereld leeft; het leren over de geschiedenis van de eigen omgeving. 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen. Hierbij kan men denken aan: het leren over de Holocaust als moreel ijkpunt van de westerse cultuur; het leren over de betekenis van 'Europa' en het ontstaan van 'Europa': nooit meer oorlog; het leren over de technologische vooruitgang die we nu kennen en die nog maar van een heel recente tijd is; het leren over de ontdekkingsreizen en wat deze in de wereldgeschiedenis hebben teweeggebracht. Lesmodel: DAIM 45 min
Instructievaardigheden:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord
5 min Oriëntatie: 5 min Instructie: (IA) Begeleid inoefenen: 30 min Verwerking: 5 min Afsluiting:
herhalen vorige les Nederlands doel benoemen aan het begin van de les verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement tussentijds feedback geven aan individuele leerlingen leerlingen leveren individueel het werk in
Streven naar:
Referentieniveau 1F Januari: Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni: Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Groep: AGL fase 1 Leerjaar 2
Vak:
Mens & Maatschappij
Extra aanvullend op het basisarrangement: Leertijd: 2 keer per week 45 werken aan de basisdoelen. Na de klassikale instructie ten minste een verlengde instructie van 10 minuten. Materialen:
Intensief arrangement
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Leuk wonen (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Fit voor stage (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Hoe zie ik eruit? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Een grote aanschaf (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Media 2 (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Alle leerstofdoelen dienen extra aandacht te krijgen. Onderwijsbehoeften:
Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel geheugensteuntjes opschrijven. Rekenkaart gebruiken. Meer in oefening van de aangeboden leerstof Opdrachten mondeling afnemen i.p.v. schriftelijk Sommige opdrachten in subgroep met intensief arrangement gezamenlijk doorlopen.
Streven naar:
Referentieniveau 1F Januari: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5. 2 x per week 45 minuten aan de basisdoelen.
Leertijd: Materialen:
Verdiepend arrangement
Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Leuk wonen (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Fit voor stage (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Hoe zie ik eruit? (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Een grote aanschaf (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Media 2 (methode Cultuur & Maatschappij) Promotie Cultuur en Maatschappij infoboek 1 en 2
Leerstofdoelen:
Zie basisarrangement.
Onderwijsbehoeften:
Op redelijk zelfstandige basis behalen van de basisdoelen.
Streven naar:
referentieniveau 1F/KSE 2 (2F) Januari: Cijfer tussen de 8,0 en de 10,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 1 en 2. Mei/juni:Cijfer tussen de 8,0 en de 10,0 voor de methodegebonden toetsen van boekje 3, 4 en 5.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Basisarrangement
Groep: Fase 2 leerjaar 3
Vak:
Mens en Maatschappij
Leertijd:
1 lesuur per week
Materialen:
Deviant Kies 1 Het leerwerkboek bestaat uit tien thema’s. In deze thema's komen de dimensies van het vak burgerschap geïntegreerd aan bod: 1. kiezen; 2. ik, jij, wij; 3. relaties; 4. samen leven; 5. wetten & regels 6. inspraak 7. werk 8. geld 9. gezondheid 10. seksualiteit. Met uitzondering van het eerste (introductie)thema bestaat elk thema uit 6 lessen: · - in les 1 tot en met 4 komen de beschreven dimensies in wisselende samenstelling aan bod; - In de les belangrijke woorden oefent de leerling met de begrippen uit het thema; - in de les keuzeopdrachten werkt de leerling aan een bewijsstuk voor het portfolio
Kerndoelen:
Mens en Maatschappij 1. De leerling leert over de rol van de consument in de Nederlandse samenleving, leert als consument bewuste en kritische keuzes te maken en leert daarbij bewust om te gaan met sociale druk. (Thema 1,2,3,4,5,6) 2. De leerling leert budgetteren en leert de eigen financiën te beheren, mede met het oog op zelfstandig wonen in de toekomst. (Thema 7, 8) 3. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland en de wereld te gebruiken om zich te kunnen verplaatsen en te reizen. 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. (Thema 5,6,7,8) 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. 6. De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als burger in te vullen en leert de betekenis te zien van respect voor verschillen tussen mensen in opvattingen en leefwijzen, met daarbij aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit. (Thema 1t/m10) 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn. (Thema 2,5,6,7) 8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen.
Lesmodel: DAIM 45 min: Instructievaardigheden: 5 min Oriëntatie: 10 min Instructie: 20 min inoefenen: (IA) Begeleid inoefenen: 10 min Afsluiting: Streven naar:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord herhalen vorige les Burgerschap doel benoemen aan het begin van de les de leerlingen verwerken het thema verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement nabespreking en feedback Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van thema 1,2, Mei/juni:Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van thema 3,4
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Groep: Fase 2 leerjaar 3
Vak:
Mens en Maatschappij
Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) leertijd: Lessen worden begeleid uitgewerkt aan de instructietafel. Leertijd:
Intensief arrangement
Na iedere klassikale instructie 10 minuten verlengde instructie.
Doel:
Extra aandacht voor de leerstofdoelen
Materialen:
Kies 1 Deviant en studiemeter
Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Het verkrijgen van een positieve kijk op de Nederlandse maatschappij en de ondersteuningsmogelijkheden. Onderwijsbehoeften:
Vergroten van zelfvertrouwen door het geven van complimenten Opdrachten mondeling afnemen i.p.v. schriftelijk
Streven naar:
Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van thema 1,2, Mei/juni:Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van thema 3,4
Leertijd:
als in basisarrangement
Materialen: Leerstofdoelen:
Verdiepend arrangement
Kies 1 Deviant en studiemeter Extra verwerking als een leerling klaar is d.m.v .werkbladen gericht op Europees en Wereldburgerschap.
Onderwijsbehoeften:
Korte instructie Zelfstandig stille verwerking Complexere opgaven
Streven naar:
Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer van een 8 of hoger voor de methodegebonden toetsen van thema 1,2, Mei/juni:Cijfer van een 8 of hoger voor de methodegebonden toetsen van thema 3,4
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Basisarrangement
Groep: Fase 2 leerjaar 4
Vak:
Mens en Maatschappij
Leertijd:
1 lesuur per week
Materialen:
Deviant Kies 1 Het leerwerkboek bestaat uit tien thema’s. In deze thema's komen de dimensies van het vak burgerschap geïntegreerd aan bod: 1. kiezen; 2. ik, jij, wij; 3. relaties; 4. samen leven; 5. wetten & regels 6. inspraak 7. werk 8. geld 9. gezondheid 10. seksualiteit. Met uitzondering van het eerste (introductie)thema bestaat elk thema uit 6 lessen: · - in les 1 tot en met 4 komen de beschreven dimensies in wisselende samenstelling aan bod; - In de les belangrijke woorden oefent de leerling met de begrippen uit het thema; - in de les keuzeopdrachten werkt de leerling aan een bewijsstuk voor het portfolio
Kerndoelen:
Mens en Maatschappij 1. De leerling leert over de rol van de consument in de Nederlandse samenleving, leert als consument bewuste en kritische keuzes te maken en leert daarbij bewust om te gaan met sociale druk. (Thema 1,2,3,4,5,6) 2. De leerling leert budgetteren en leert de eigen financiën te beheren, mede met het oog op zelfstandig wonen in de toekomst. (Thema 7, 8) 3. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland en de wereld te gebruiken om zich te kunnen verplaatsen en te reizen. 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. (Thema 5,6,7,8) 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. 6. De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als burger in te vullen en leert de betekenis te zien van respect voor verschillen tussen mensen in opvattingen en leefwijzen, met daarbij aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit. (Thema 1t/m10) 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn. (Thema 2,5,6,7) 8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen.
Lesmodel: DAIM 45 min: Instructievaardigheden: 5 min Oriëntatie: 10 min Instructie: 20 min inoefenen: (IA) Begeleid inoefenen: 10 min Afsluiting: Streven naar:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord herhalen vorige les Burgerschap doel benoemen aan het begin van de les de leerlingen verwerken het thema verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement nabespreking en feedback Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van thema 5,6 Mei/juni:Cijfer tussen de 6,1 en de 7,9 voor de methodegebonden toetsen van thema 7,8
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Groep: Fase 2 leerjaar 4
Vak:
Mens en Maatschappij
Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) leertijd: Lessen worden begeleid uitgewerkt aan de instructietafel. Leertijd:
Intensief arrangement
Doel:
Extra aandacht voor de leerstofdoelen
Materialen:
Kies 1 Deviant en studiemeter
Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Het verkrijgen van een positieve kijk op de Nederlandse maatschappij en de ondersteuningsmogelijkheden. Onderwijsbehoeften:
Vergroten van zelfvertrouwen door het geven van complimenten Opdrachten mondeling afnemen i.p.v. schriftelijk
Streven naar:
Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van thema 5,6 Mei/juni: Cijfer tussen de 5,5 en de 6,0 voor de methodegebonden toetsen van thema 7,8
Leertijd: Materialen: Leerstofdoelen:
Verdiepend arrangement
Na iedere klassikale instructie 10 minuten verlengde instructie.
als in basisarrangement Kies 1 Deviant en studiemeter Extra verwerking als een leerling klaar is d.m.v. .werkbladen gericht op Europees en Wereldburgerschap.
Onderwijsbehoeften: ·Korte instructie Zelfstandig stille verwerking Complexere opgaven Streven naar:
Het afsluiten van KIES 1 Januari: Cijfer van een 8 of hoger voor de methodegebonden toetsen van thema 5,6 Mei/juni: Cijfer van een 8 of hoger voor de methodegebonden toetsen van thema 7,8
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Basisarrangement
Groep: AGL fase 3
Vak:
Mens en Maatschappij
Leertijd:
1 lesuur per week
Materialen:
Deviant Kies 1 Het leerwerkboek bestaat uit tien thema’s. In deze thema's komen de dimensies van het vak burgerschap geïntegreerd aan bod: 1. kiezen; 2. ik, jij, wij; 3. relaties; 4. samen leven; 5. wetten & regels 6. inspraak 7. werk 8. geld 9. gezondheid 10. seksualiteit. Met uitzondering van het eerste (introductie)thema bestaat elk thema uit 6 lessen: - in les 1 tot en met 4 komen de beschreven dimensies in wisselende samenstelling aan bod; - In de les belangrijke woorden oefent de leerling met de begrippen uit het thema; - in de les keuzeopdrachten werkt de leerling aan een bewijsstuk voor het portfolio
Kerndoelen:
Mens en Maatschappij 1. De leerling leert over de rol van de consument in de Nederlandse samenleving, leert als consument bewuste en kritische keuzes te maken en leert daarbij bewust om te gaan met sociale druk. 2. De leerling leert te budgetteren en leert de eigen financiën te beheren, mede met het oog op zelfstandig wonen in de toekomst. 3. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland en de wereld te gebruiken om zich te kunnen verplaatsen en te reizen. 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. 6. De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als burger in te vullen en leert de betekenis te zien van respect voor verschillen tussen mensen in opvattingen en leefwijzen, met daarbij aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit. 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn. 8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen.
Lesmodel: DAIM 45 min: Instructievaardigheden:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord
5 min Oriëntatie: 10 min Instructie: 20 min inoefenen: (IA) Begeleid inoefenen: 10 min Afsluiting:
herhalen vorige les Burgerschap doel benoemen aan het begin van de les de leerlingen verwerken het thema verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement nabespreking en feedback
Streven naar:
De methode biedt verschillende manieren om aan te tonen dat leerlingen voldoen aan de inspanningsverplichting voor het vak burgerschap: leerlingen bouwen een portfolio op door keuzeopdrachten uit het leerwerkboek te maken; leerlingen kunnen bij elk thema een papieren toets maken; leerlingen kunnen online toetsen maken over de belangrijkste theorie en begrippen.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014
Groep: AGL fase 3
Vak:
Mens en Maatschappij
Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) leertijd: Lessen worden begeleid uitgewerkt aan de instructietafel.
Intensief arrangement
Verdiepend arrangement
Leertijd:
Na iedere klassikale instructie 10 minuten verlengde instructie.
Doel:
Extra aandacht voor de leerstofdoelen
Materialen:
Kies 1 Deviant en studiemeter
Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Het verkrijgen van een positieve kijk op de Nederlandse maatschappij en de ondersteuningsmogelijkheden. Onderwijsbehoeften:
Vergroten van zelfvertrouwen door het geven van complimenten Opdrachten mondeling afnemen i.p.v. schriftelijk
Streven naar: Leertijd:
Toetsafname methodegebonden toets door docent. Het doel is behaald wanneer de leerlingen minimaal 70% goed scoren. als in basisarrangement
Materialen:
Kies 1 Deviant en studiemeter
Leerstofdoelen:
Extra verwerking als een leerling klaar is d.m.v. werkbladen gericht op Europees en Wereldburgerschap.
Onderwijsbehoeften:
Korte instructie Zelfstandig stille verwerking Complexere opgaven
Streven naar:
Het doel is behaald wanneer de leerlingen minimaal 70% goed score.
Drechtster College AGL arrangement Mens en Maatschappij 2013-2014