Bijkomend -
DENKEN.DURVEN.DOEN.
;
agendapunt
v
Projectvoorstel voor gebruik middelen plattelandsfonds Biienproïect op de Kolonie 1. Objectieve analyse: een bijenvriendelijk beleid De massale bijensterfte neemt de laatste jaren verontrustend toe. Honingbijen verdwijnen uit hun korven en wilde bijen vinden geen eten of nestplaats meer.
Bijensterfte per land winterjaar 2009 -2010 Kroatië Noorwegen Oostenrijk Denemarken Polen Groot-Brittannië Duitsland Finland Ierland Schotland België Nederland Italië
.... ...
............
| I
......
... ..
•
(
o%
10%
20%
30%
Oorzaken daarvan zijn de afname van biodiversiteit, de varroamijt en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die Neonicotinoïden bevatten. Bijen zijn nochtans van groot belang. Niet enkel voor het ecosysteem, maar ook op economisch vlak. In 2005 werd de omgerekende waarde van de bestuiving voor de Europese voedselproductie door de honingbij op 14,2 miljard euro geraamd. Een dikke 52% van onze dagelijkse productenmix in onze warenhuizen zou verdwijnen 1 . Gemeenten kunnen de bijenpopulatie een handje helpen door een bijenvriendelijk beleid op poten te zetten. Bijenvriendelijke maatregelen leveren allerhande duurzame voordelen op naast het ondersteunen van de btjenpopulatie op zich. Zo zal men gemeentelijke plantsoenen minder moeten onderhouden, spaart men geld uit, verzaakt men aan het gebruik van pesticide en krikt men de biodiversiteit van het landschap op. Kortom, een bijenvriendelijk beleid past in de beleidsdoelstelling om onze gemeente duurzamer te gaan beheren met een oog voor sensibilisering.
r
Artikel HLN: Zo zou ie supermarkt er bijliggen zonder bijen, actie door Whole Foods
Bijkomend agendapunt
u
' t onderstaande cijfers van natuurpunt blijkt dat in de gemeente Merksplas gemiddeld minder vlinders per tuin worden geteld dan gemiddeld in een Vlaamse gemeente.
T
0
p
1
0
v , ï n <
tomlVttenèsn*
Top Iß vflndtes (Nerhspbsi
* « *
—
-
—
T o o n : fMwtepiäs" •j 1. 2. 3. 4. 5.
Soort Dagpauwoog Klein k o o l w i t j e Gamma-uil Atalanta Groot koolwitje Kleine v o s
Î
^
^
^ „ . % turner
aurelia
üistelvlfnder
Oranje zandoogje 10. Citroenvlinder
IB
/ezig 4.* v l i n d e r s g e m i d d e l d Soort 94, t u i n e n a a n w e z i g # v l i n d e r s g e m i d d e l d 2,0 ex. 18 100« 75« 36763 6,4 e x . 1 . Klein k o o l w i t j e 10,0 e x . 60 67« 67« 3,5 e x . 2 . G a m m a - u i l 17934 2,7 ex. 16 67« 59» 50417 1 1 , 0 e x . 3 . Dag p a u w o o g 2,5 ex. 15 67« 52« 10865 2 , 7 e x . 4 . Bont z a n d o o g j e 1,6 e x . 8 56« 48« 10957 3,0 ex. 5. Atalanta 1,6 ex. 8 . 56« 42.« 7837 2,4 e x . 6. C i t r o e n v l i n d e r 2,8 ex. 11 44« 38% 5671 1,9 e x . 7 . Groot k o o l w i t j e 1,3 e x . 5 44« 3 5« 3,2 e x . 8 . l a n d k a a r t j e 3523 2,3 ex. 7 33« 35« 16866 6,3 ex. 9. Baomblauwtje 2,0 ex. 6 33« 33« 6134 2,4 e x . 1 OJcarusblauwtje
Aantal tellers : 7 7 A & Aantal vlinders : 2 0 2 8 5 1 G e m i d d e l d a a n t a l v l i n d e r s p e r tuin : 2 6 , 2
Aantal tellers : 9 A a n t a l v l i n d e r s c 172 G e m i d d e l d a a n t a l v l i n d e r s p e r tuin
19,1
Bron: http : / / w w w . vli n derm ee .be/resultaten.aspx?jaar=201
2. Subjectieve
analyse
Op 29 mei 2013 werd door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement het u n t w e r p v a n decreet tot vaststelling van de regels inzake de verdeling van het Vlaams n a t t e l a n d s f o n d s goedgekeurd. Het b u d g e t voor Merksplas voor 2013 zou 76.000C bedragen. Dit moet dan wel besteed W o r d e n aan projecten die voldoen aan voorwaarde(n) uit onderstaande lijst Projecten a l s vermeld in artikel 3 hierop van toepassing, zoals:
2
-
3
•
inspanningen leveren tot het vrijwaren en ontwikkelen van de open ruimte; bijzondere aandacht hebben voor de kwetsbare gebieden, meer bepaald de natuurgebieden; e e n functioneel wegennet op het platteland verder onderhouden, herstellen o f heraan leggen; r u r a l e ondernemers ondersteunen; d e landbouw op het platteland versterken en verbreden; t o e r i s m e en recreatie op het platteland kansen geven; a a n d a c h t hebben voor kwetsbare groepen op het platteland;
9
Bron:
-
d e leefbaarheid van de dorpen stimuleren; b i j d r a g e n tot het beheren en onderhouden van het waterstelsel van lokaal belang.
http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/gl947-5.pdf
Naar o n z e m e n i n g voldoet dit project aan een aantal van deze voorwaarden waardoor er g e e n e n k e l e reden zou zijn dat een project op basis van ons voorstel geweigerd zou
Bijkomend
agendapunt
N l f l l
DENKEN.DURVEN. DOEN.
kunnen worden. Naar onze mening gaat dit project in aanmerking komen voor element 1, 2, 4 en 6.
De gemeente Merksplas beschikt over akkerland, dreven en te renoveren gebouwen op Merksplas Kolonie. De bermen van de vele dreven en bepaalde braakliggende akkergronden komen in aanmerking voor het inzaaien van bloemenmengsels, het planten van verschillende soorten bloeiende struiken op bermen of tussen bomenrijen. Het is het ideale habitat voor bijen en vlinders en het is gemakkelijk te beheren. Stimuleer landbouwers die akkerland huren op Merksplas Kolonie om géén pesticides (Neonicotinoïden) te gebruiken. Stimuleer biodiversiteit. Aangezien het landbouwlandschap in Vlaanderen zeer intensief beheerd wordt is er té weinig ruimte voor bloeiende planten. Dit tekort aan nectar-en stuifmeelbronnen zorgt ervoor dat bijen op zoek gaan naar alternatieven. Maïsstuifmeel heeft een lage voedingswaarde voor honingbijen, maar toch wordt het massaal verzameld in bepaalde streken. De hongerige bijen storten zich op het besmette stuifmeel en krijgen zo heel wat Neonicotinoïden binnen. Strenge naleving en toezicht van het "Bermbesluit" van de Vlaamse regering. Begraasde (grazige) bermen mogen niet voor 15 juni gemaaid worden. Een eventuele tweede maaibeurt mag slechts uitgevoerd worden na 15 september. Het maaisel dient verwijdert te worden binnen de tien dagen na het maaien. Hier kunnen afwijkingen bekomen worden qua data (vb; omdat vroeger maaien een ander type vegetatie kan geven) maar in principe moet men zich hier aan houden. De gemeente Merksplas heeft alle mogelijkheden om in dit thema een voortrekkersrol op te nemen op korte en lange termijn.
3. Doelgroepomschrijving De toekomstige generaties inwoners in Merksplas.
4. Doelstellingen De maatregelen die hierboven werden benoemd kunnen doelstellingen voor het nieuwe beleidsplan 2014-2019.
4.1. Strategische doelstelling Merksplas gaat voor een bewuste duurzame samenleving.
worden
vastgelegd
in
denken.purven.doen.|
4 . 2 . Tactische doelstelling Merksplas gaat voor een bewuste duurzame samenleving door een bewuste duurzame en geëngageerde projectontwikkeling binnen het voorgeschreven kader van het Plattelandsfonds. -
Indicator: Het aantal projecten die tot ontwikkeling komen in het kader van het Plattelandsfonds.
-
Norm: Elk jaar vindt er een project plaats in het kader van het Plattelandsfonds dat verder bouwt op een ecologische/toeristische invulling van de omgeving van Merksplas Kolonie.
4 . 3 . Operationele
doelstelling
In het werkjaar 2014 zullen er maatregelen genomen worden waardoor de populatie bijen, vlinders en insecten in het algemeen op lange termijn zal toenemen. -
Indicator: de vlindertelling van Natuurpunt in Merksplas
-
Norm: het gemiddeld aantal vlinders per tuin en per soort stijgt jaarlijks met één eenheid.
-
Indicator: De bezetting van de insectenhotels en de diversificatie volgens de standard van natuurpunt.
-
Norm: het voorkomen van elk van de soorten moet met minstens 10% naar het Vlaams gemiddelde gaan.
-
Indicator: de overwinteringsgraad van de bijenkasten meten per bijenstand
. -
Norm: de overwinteringsgraad zou per jaar met 10% moeten stijgen
4 . 4 . Processtappen 4.4.1. Maatregel
(maatregelen)
1: Voorzien in nectar en
stuifmeelbronnen
In het hedendaagse landschap zijn er onvoldoende nectar- en stuifmeelbronnen om de bijen zich mee te laten voeden. De eerste voorstellen omvatten dan ook ludieke acties om de voedselvoorziening voor bijen te verbeteren. Hier vindt u alvast een hele lijst aan bijenvriendelijke bloemen, struiken en bomen.
4.4.1.1. Organisatie bijen- en bloesemdag Elke tuin heeft het potentieel om een bijenreservaat te zijn. Zelfs een terras, balkon of bloembak kan men bijenvriendelijk inrichten. Een eerste leuke actie zou dan ook kunnen bestaan om een inzaaiactie te houden om bijenvriendelijke zaden te verspreiden. Men kan via de bloesemdag zakjes zaad verspreiden. Alhoewel bloemen een heel zichtbare impact zullen hebben op de hoeveelheid stuifmeel en nectar, toch is dit voornamelijk een kortetermijnoplossing. Men spreekt hier immers over één- of
Bijkomend
agendapunt
N U t e
DENKEN,DURVEN.DOEN.
tweejarige bloemen die niet noodzakelijk het jaar hierop terugkomen. Deze actie zal men dus jaarlijks moeten herhalen om een blijvende impact te hebben. Struiken en bomen zijn daarentegen meer effectiever. Toch kan men ook de effectiviteit van bloemenzaden verhogen door te kiezen voor meerjarige bloemen. Deze bloesemdag vormt ook het ideale moment om burgers te sensibiliseren over hun pesticidegebruik. Pesticiden werken misschien goed, maar zijn schadelijk voor het milieu en vooral voor bijenpopulaties, vlinders en andere insecten. Veel van de pesticiden komen daarenboven niet op de plaatsen terecht waarop ze bedoeld waren. 25 tot 75% van de fytosanitaire producten (pesticiden) bezinken niet op het doel dat men wil behandelen. Zo vloeit tot 40% van de gebruikte hoeveelheid herbiciden in een stedelijk milieu af via het oppervlaktewater. Om deze vervuiling tegen te gaan is het beter om deze te vermijden. Op www.zonderisqezonder.be vindt men allerhande tips terug.
4.4.1.2. Inzaaien grote terreinen Een tweede manier om meer voedsel te voorzien voor de bijen en andere stuifmeelen nectar minnende insecten richt zich het best tot de grote grondgebruikers. Gemeenten, landbouw-, natuur- en of industriegroepenverenigingen, maar ook beheerders van (kasteel)parken, jachtverenigingen, beschikken allen over grote percelen waarop men bloemen, struiken en bomen kan inzaaien / aanplanten. Door een bijenvriendelijk beheer op te zetten voor deze gebieden zorgt men ervoor dat de bijenpopulatie ruimte krijgt om zich weer te ontwikkelen. Grote grondgebruikers en bezitters bieden eveneens het potentieel om ineens veel impact te hebben op de beschikbaarheid aan voedsel: Gemeenten
bezitten
bijvoorbeeld verschillende
braakliggende
percelen.
Het zijn ideale percelen om al dan niet tijdelijk in te zaaien. Ook in parken en plantsoenen kan men ervoor opteren om de randen van de groenzones in te zaaien met bijenvriendelijke
bloemen. Verder om de langdurige impact te
verzekeren kijkt men best ook naar plaatsen om struiken en bomen met een hoge nectar en stuifmeel concentratie te plaatsen. »
Industrieparken bezitten ook een groot potentieel om ipv te kiezen voor gewone grasvlaktes om te opteren voor het inzaaien en aanplanten van hun plantsoenen met bijenvriendelijke soorten.
•
Naar landbouwers toe lijkt het interessant om aandacht te vestigen op het aanplanten van struiken en bomen op de perceel randen, peulvruchten kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot het overleven van de bijenpopulatie in het najaar, maar leveren eveneens een bijdrage tot vele andere soorten.
Het overleg met deze grote beheerders kan ook leiden tot het identificeren van andere potentiële duurzame projecten die in onze gemeente op het vlak van het ondersteunen van de biodiversiteit mogelijk zijn. Imkersverenigingen zijn soms zelf bereid om deze percelen in te zaaien. Naar jachtverenigingen toe zijn spork interessante struiken aangezien deze aantrekkelijk zijn voor reeën, maar ook bijen. Zo ziet men dat vele van deze initiatieven synergiën aanbieden voor beide partners.
4.4.2. Maatregel
2: Bijen hotels
Naast een tekort aan voldoende nectar en stuifmeelplanten is er een schaarste aan degelijke nestgelegenheden voor bijen. Wist je dat meeste bijen solitaire bijen zijn?
******
Bijkomend agendapunt
DENKEN.DURVEN.DOEN.
25 % van de solitaire bijen nestelt zich graag in dood hout, anderen opteren voor de grond, bijvoorbeeld in zonnige hard aangestampte zandige gronden. Solitaire bijen vormen daarenboven geen bedreiging voor bijenvolken van imkers of omgekeerd. Bijenhotels zijn de ideale maatregel om solitaire bijen en andere insecten zoals bijvoorbeeld vlinders een steun in de rug te geven. Een bijenhotel bestaat gewoon uit het voorzien van holtes in hout waarin bijen en andere insecten zich veilig kunnen nestelen. Zoals je kan zien in op onderstaande foto's kan men dit op verschillende manieren inkleden. Ze zorgen bijgevolg voor meer biodiversiteit en zijn een mooi uithangbord voor de duurzaamheid van de gemeente. Door ze een centrale plaats te geven in een wijk, park kan dit zowel ecologisch als educatief een belangrijke bijdrage leveren in de bewustwording en aanvaarding van bijen. Spreek ook andere partners aan zoals beheerders van industrie, landbouw en/of natuurgebieden om samen enkele bijenhotels te plaatsen. Het kan immers hun imago rond duurzaamheid versterken.
4.4.2.1. Maak zelf je eigen bijen hotel- sensibiliseringeducatie duurzaamheid in één
en
Bijenhotels zijn er in verschillende groottes en vormen, maar het leukste is natuurlijk als men deze zelf kan ontwerpen en uitbouwen. Een bijenhotel kan men opzetten door een workshop in te richten waarbij buurtbewoners hun eigen bijenhotel maken (bijvoorbeeld in Stabroek1). In Stabroek heeft men een workshop bijenhotel all-in georganiseerd dat openstond voor iedereen. Dit gebeurde via een samenwerking tussen Natuurpunt Educatie, de compostmeesters en de gemeente. Men kreeg er eveneens planttips. Men kan opteren om de eerste vijfentwintig mensen die inschrijven te laten deelnemen. Met de nodige voorbereiding kan men in drie uur een bijenhotel opbouwen om thuis in de tuin of in de wijk een bijenhotel inrichten. Gemeente Merksplas kan deze actie speciaal naar kinderen richten. Kinderen knutselen aan een bijenhotel terwijl de ouders een natuurwandeling rond dit thema maken. Naast een open workshop, kan men eveneens een workshop opzetten met de lokale scholen om een groot bijenhotel in te richten om deze vervolgens op een publieke plaats in een wijk, park of andere openbare ruimte te plaatsen. De gemeente
Bijkomend agendapunt
Mwrtnk
DENKEN.DURVEN.DOEN.
kan hiervoor materiaal ter beschikking stellen of opteren of de studenten materiaal laten samenbrengen uit hun eigen tuin (bamboe, zacht dood hout, ..).
zelf
Indien men zelf geen bijenhotel wil bouwen kan men deze eveneens aankopen bij Natuurpunt of andere verenigingen.
4.4.2.2. Tips voor een goed bijenhotel Op aanraden van enkele experts geven we enkele tips en wijsheden mee rond een goed bijenhotel: •
Een afdak is essentieel voor een bijenhotel. Tijdens de overwintering mogen insecten immers niet nat worden of ze vriezen dood. Zie dus zeker dat men alles droog kan houden;
•
Gebruik verschillende diameters. 7-8 mm is bijvoorbeeld de breedte
voor
metselbijen, deze ruimen hun rommel niet op. Hun buisjes zal je dan ook na verloop van tijd moeten vervangen; «
In de onmiddellijke omgeving van een bijenhotel moet er voldoende voedsel beschikbaar zijn en dit gedurende het hele jaar, anders zal het geen succes hebben. Vooral in het najaar hebben bijen nood aan meer nectar en stuifmeel;
• •
Voorzie voldoende voedsel rondom het bijenhotel; Soms is het beter om verschillende bijenhotels te hebben die wat verder uit elkaar staan dan één groot. In tegenstelling tot honingbijen gaan solitaire bijen minder ver foerageren. Ze zoeken bijvoorbeeld hun meeste voedsel op 50 m van hun nest;
•
Qua materiaal biedt al het hout met een zachte kern de mogelijkheden om bijen zich in te laten nestelen. Bamboe vormt eveneens een mogelijkheid. Snij de bamboestokjes door en zorg ervoor dat één uiteinde steeds dicht blijft. Gebruik geen plastic stokjes aangezien deze niet ademen zoals hout;
•
Een klein bijenhotel omvat zo een 300-400 nestplaatjes terwijl een groot tot wel 900 stokjes kan gaan. Hoe groter men het bijenhotel maakt, hoe meer voedsel er uiteraard in de omgeving te vinden moet zijn;
• •
Het duurt ongeveer twee jaar voordat een bijenhotel vol is geboekt; Af en toe zal men de 'kamers' moeten vervangen aangezien er allerlei resten overblijven die niet meer worden opgeruimde door andere insecten.
4.4.3. Maatregel
3: Een
minder-wiedpolitiek
4.4.3.1. Openbare domeinen anders onderhouden Aangezien het gebruik van pesticiden voor lokale besturen wordt verboden vanaf 2015 en de handmatige onkruidbestrijding handenvol geld kost, lijkt het opportuun om een alternatieve inkleding te doen van gemeentelijke plantsoenen en bermen. In Lier kiest men bijvoorbeeld om een gedeelte van de begraafplaats om te vormen waarbij men gedeelten niet wiedt, maar inricht op duurzame wijze. Dit houdt in dat men stroken grasperk omvormt tot bloemenweiden voor bijen. Het gevolg is dat men deze maar sporadisch moet maaien. Via de juiste zaadmengsels brengt men kleur in de grasperken aan en vergroot men eveneens de aanvaardbaarheid van het nietwieden.
Bijkomend
agendapunt
wmwriim.
DENKEN.DURVEN.DOEN.
Aan deze maatregel is niet alleen een duurzaam kaartje verbonden, het biedt eveneens de kans om te sensibiliseren rond de problematiek van de bijen en het pesticidegebruik. In Lier plaatst men bijvoorbeeld infobordjes voor de bezoekers. Bijenmengsels bieden daarenboven een goedkoper alternatief ten opzicht van ander bloemenzaad. Het kost ongeveer 25 euro voor een kilogram bijenmengselbloemenzaad terwijl andere bloemenzaadmengels al gauw 200-250 euro per kilogram kosten.
4.4.3.2. Ecologische wegbermen Bermen moeten niet noodzakelijk 3-4 keer op een jaar gemaaid worden. Via een overleg met imkersen natuurverenigingen kan men een bijenen insectenvriendelijk bermbeheersplan opmaken die het maaien van bermen regelt. Een afgestemd maaibeleid betekent voornamelijk om bloem en bij beter te synchroniseren met het maaibeleid. Men houdt best rekening met de belangrijkste bloei van een bepaalde soort. Als begindata voor eventuele maaibeurten worden 15 juni en 15 september vooropgesteld. Half juni is een tijdstip dat voor nagenoeg alle bermen, ongeacht de bodem, als richtdatum kan beschouwd worden. Sommige bermen bieden door hun ligging eveneens het potentieel om zonder veel hinder nog minder gemaaid te worden en eventueel in te zaaien met de bijenbloemenmengsels of het aanplanten van struiken en bomen. Om het gebruiksgemak van fiets en wandelaars te vrijwaren kan men opteren om gedeeltelijk te maaien waarbij men maximaal 0,5m - l m maait. Waarom later of niet-maaien? Een laat maaitijdstip laat toe om zaad te vormen. Sommige planten kennen in het najaar een tweede bloei. Soms begint men te zwaaien met het bermbesluit om toch te 'moeten' maaien. Om redenen van natuurbehoud kan men een afwijking krijgen wat betreft bovengenoemde richtdata (artikel 4 van het bermbesluit). Verder is het ook interessant om in samenspraak met de natuurverenigingen en imkers bloemen in te zaaien, en bomen en struiken aan te planten. Er is vooral een nood aan meer stuifmeel en nectar in het najaar. Peulvruchten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. I
1
•• • • ::
;
-•
•
".<
c
1
; " ' • : • •••.-• •. ;..:' il . " > ' .-;.. .!. ' ' -r W :.'•. • - i - : • • 'r • ".::••! •:'..": • : '. • ' ' i... ; ; :
«
J J* .
- '
*'
t *
* 'L . '' < : ' ' ' ' • ' — :. : ' .. :..;•.•' ; v • ' • . • • ; ; • . . :. •
1
,
• '. \ " : .
-
"
'
' •
. . : . "' •' , • : . :; . • :. :..••.. : . ' :
' '
' 1
.
De communicatie van een minder-wiedpolitiek is essentieel, omwonenden mogen immers niet denken dat de gemeente haar domeinen niet onderhoudt. Het plaatsen van een klein informatiebord met uitleg over het doel van het niet maaien kan zo al vele bezorgdheden wegnemen.
4.4.4. Maatregel verblijven
4: Plaatsen
aanduiden
om bijenvolken
te laten
De imkerhobby is in. Helaas vinden vele startende imkers onvoldoende plaatsen om hun volken te laten uitvliegen. De gemeente Merksplas dient publieke plaatsen te identificeren waar bijenvolken kunnen uitzwermen. Kies steeds voor een beperkte aanwezigheid van volken om de bevolking niet te provoceren. Publieke ruimten zoals begraafplaatsen, parken, (volks)tuinen, daken van administratieve centra, en ander openbaar groen kan men gemakkelijk openstellen voor bijenvolken. Een speelplein voor jonge kinderen ligt eerder gevoelig. De braakliggende gronden reeds vermeld in een voorgaande maatregel zijn eveneens idealen plaatsen om bijenvolken te huizen.
.
Bijkomend agendapunt MÏ^i'ÏV mmmm
DÊNKEN.DURVEN.DOEN,
4.4.5. Maatrege! uitsluit
5:
Een
ruimtelijke
I v• ff .;;-..
£
ordening
die
bijen
niet
Maandelijks keurt men nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplannen goed die bouwsels uitsluiten in agrarische gebieden en natuurgebieden. Zo sluit men, zonder dat men het echter weet, ook het plaatsen van bijenhallen uit. Daarom vraagt N-VA om bij de opmaak van RUP's steeds rekening te houden met de mogelijkheid om bijenhallen toe te laten. Een uitdrukkelijke vermelding hiervan in de voorschriften zou de imkers een significante ondersteuning geven.
Bijkomend
agendapunt 'L
f;
5. Ontwerp gemeenteraadsbesluit Overwegende dat: •
het ecologisch belang van de bestuiving door de honing- en de wilde bij voor de biodiversiteit en het gehele ecosysteem;
•
het economisch belang van de bestuiving door de honing- en de wilde bij voor de landbouwproductie, naast het economisch belang van de specifieke honingbijproducten (honing, was, propolis en bijengif);
•
de wereldwijde, massale sterfte van de honingbij en de wilde bij een bedreiging vormen voor ons gehele ecosysteem;
•
de bewezen schadelijkheid van bepaalde pesticiden in het leefmilieu v o o r d e honing- en de wilde bij;
•
het Europees programma tot de vermindering van het gebruik van pesticiden;
•
gebruik van pesticiden voor lokale besturen wordt verboden vanaf 2015;
•
onkruidbestrijding op gemeentelijke plantsoenen handenvol geld kost;
•
middelen bij lokale besturen beperkter zijn dan ooit;
•
Bloemenmengsels voor bijen vele malen goedkoper zijn dan andere bloemenmengsels;
•
Vele RUP's voor agrarische en natuurgebieden het plaatsen van bijenhallen onbewust uitsluiten;
•
Een bijenvriendelijk beleid leidt tot minder afvoer van maaisel;
•
Sensibilisatie rond bijenpopulaties en pesticidegebruik noodzakelijk is.
•
Op 29 mei 2013
door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement het
Ontwerp van decreet tot vaststelling van de regels inzake de verdeling van het Vlaams Plattelandsfonds werd goedgekeurd. Bron:
http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/gl947-5.pdf
Projecten als hierboven vermeld in artikel 3 hierop van toepassing, zoals: -
inspanningen leveren tot het vrijwaren en ontwikkelen van de open ruimte; bijzondere aandacht hebben voor de kwetsbare gebieden, meer bepaald de natuurgebieden; de landbouw op het platteland versterken en verbreden; toerisme en recreatie op het platteland kansen geven; aandacht hebben voor kwetsbare groepen op het platteland; de leefbaarheid van de dorpen stimuleren;
Bijkomend agendapunt
•
De gemeente Merksplas beschikt over akkerland, dreven en te renoveren gebouwen op Merksplas Kolonie. Bermen van dreven en bepaalde braakliggende akkergronden komen in aanmerking voor het inzaaien van bloemenmengsels, het planten van verschillende soorten bloeiende struiken op bermen of tussen bomenrijen
Verzoekt de gemeenteraad het schepencollege: Art.
1: Om een inzaai- en plant actie te doen met een bijenvriendelijk bloemenmengsel. Bij de keuze voor de zaden moet men steeds gaan voor een diversiteit in verschillende bloemperiodes. Verder kiest men best meerjarige bloemsoorten. Men maakt best een selectie aan bloemen/planten/struiken/bomen die stuifmeel- en nectargevend zijn. Deze zaaiactie lanceert men best op twee niveaus: •
een
zaaiactiedag
voor
particulieren
waarbij
men
de
zaadmengsels
uitdeelt/verkoopt tegen inkoopprijs aan de inwoners; een zaaiactie voor grootgrondbeheerders private
terreinen.
Deze
kunnen
op een selectie aan publieke en
omvatten:
lokale
agrobeheergroepen
die
bijvoorbeeld randen langsheen akkers of percelen kunnen selecteren om in te zaaien en struiken aan te brengen; •
De
beheerders
van
de
lokale
bedrijventerreinen
kunnen
eveneens
hun
plantsoenen ter beschikking stellen voor een inzaai- en plant actie; •
Natuurbeheerders, jachtverenigingen die gebieden aanduiden voor mogelijke inzaai en plant acties.
Art. 2:
Om een sensibiliseringsactie uit te werken om het privégebruik van pesticiden te verminderen. Dit kan samen gebeuren met bovengenoemde inzaai- en . plantacties in artikel 1; Art. 3: Om het gebruik van pesticiden en de neonicotinoïden in het bijzonder vroegtijdig te stoppen voor gemeentelijk gebruik; Art. 4: Om bijenhotels te plaatsen. Men kan eveneens ervoor kiezen om in samenspraak met landbouw, natuur en of industriegroepenverenigingen geschikte locaties te zoeken waarbij deze ook hun steentje bijdragen. Deze kunnen op drie manieren verwezenlijkt worden: •
Samen met de bevolking, met aandacht voor sensibilisatie naar kinderen;
•
Als ideale technische opdracht voor lokale scholen;
•
Aankoop van reeds afgewerkt bijenhotel.
Voorstel één en twee dragen hierbij de voorkeur. Art. 5: Om een bijenvriendelijk bermuitvoeringsplan op te maken die de maaiperiodes strikt aflijnt en bepaalde bermen minimaal maait. Imkers- en natuurverenigingen vormen hierbij ideale partners om de periodes te selecteren waarin het opportuun is om te maaien. In overleg met de imkers kan men aanduiden om bepaalde bermen in te zaaien met bloemenzaadmengels. Men onderzoekt of men bepaalde bermen maar gedeeltelijk hoeft te maaien (maximaal 0,5m - l m breedte) zodat het gebruikscomfort van bijvoorbeeld de trage wegen niet onder druk komt te staan. Art. 6: Om een minder-wiedbeleid in te voeren waarbij men bepaalde gedeelten van de plantsoenen bv. in parken, begraafplaatsen, of anderen selecteert waar men
Bijkomend agendapunt DENKEN.DURVEN.DOEN,
«.at *•^ _ ,
te . „
opteert om bloemenweiden in te zaaien i.p.v. grasperken te houden. Dit zorgt eveneens voor meer kleur in de openbare ruimte. Een gelijktijdige informatieronde rond het nieuwe beheersplan is hiervoor essentieel aangezien dit ingaat tegen het traditionele beeld rond onderhoud. Hiervoor verwijzen we naar artikel 8. Art 7: Om het plaatsen van bijenhallen en -volken steeds in overweging te nemen in de voorschriften van een RUP zodoende om een uitsluiting van bijenhallen te vermijden. Art. 8: Om openbare terreinen ter beschikking te stellen om bijenvolken te plaatsen - voor het uitoefenen van imkers hun hobby. Deze actie gaat ideaal samen met een sensibiliseringsactie vernoemt in artikel 8. De hierna vernoemde locaties lijken hierbij meest opportuun in onze gemeente: •
Op of rond het administratief centrum, de kolonie;
•
Begraafplaats; Braakliggende percelen van de gemeente.
Art.
9: Om een communicatiecampagne op te zetten rondom het nieuwe bijenvriendelijke beleid, dit om het bewustzijn te vergroten en om de argwaan rond het nieuwe beheer van de openbare ruimte weg te nemen. Hierbij denken we aan een artikel in het gemeentelijk infoblad, aandacht op de gemeentelijke website, maar eveneens om op de bovenvernoemde actieplaatsen eventueel borden te plaatsen.
Besluit met eenparigheid van stemmen: Om de bovenvermelde artikels 1 tem 9 integraal op te nemen in het beleid