Projectplan Experiment Energiesprong kleinschalige Binnenstedelijke Gebieden Realisatie gebiedsprojecten
Verduurzamen energievoorziening Eaton
EATON HENGELO
Inhoudsopgave 1. Managementsamenvatting
1
2. Deelnemers en derden 2.1 Algemeen 2.2 Consortium partners 2.3 Uitbestedingsrelaties
2 3 6
3. Achtergrond
7
4. Gebiedsselectie
9
5. Technische onderbouwing & Doelstelling reductie CO2 emissie 5.1 Technisch inhoudelijke aanpak 5.2 Kwantificering van projectprestaties CO2 emissiereductie en energiebesparing
11 13
6. Selectiecriteria 6.1 Potentiële impact bij opschaling 6.2 Economische haalbaarheid
15 17
7. Realisatie en fasering 7.1 Beschrijving integraal totstandkomingsproces 7.2 Fasering en planningsschema
18 21
8. Ondertekening
Bijlagen: 1. Consortiumverklaring 2. Kopie inschrijvingen Kamer van Koophandel 3. Bedrijfsplan Warmtenet Hengelo 4. Businesscase Westermaat 5. DOZ haalbaarheidsonderzoek 6. EP berekeningen 7. Plattegrond 8. Begroting 9. Referenties
1.
Managementsamenvatting
Doelstelling en achtergrond Het doel van dit project is om minimaal 50% CO2 reductie te realiseren bij het bedrijf Eaton Industries door aansluiting op het Warmtenet Hengelo (WNH). Het bedrijf Eaton heeft in het verleden al meerdere maatregelen doorgevoerd in haar bedrijfsvoering om de CO 2 emissies jaarlijks te verlagen. Nu zijn ze beland bij stap 2 van de Trias Energetica waarbij de energievoorziening wordt verduurzaamd. Dit is mogelijk door aansluiting op het Warmtenet Hengelo. WNH levert warmte en koude die opgewekt wordt uit biobrandstoffen of reststromen uit veelal industriële processen. Voor WNH is het aansluiten van Eaton op het warmtenet een essentiële eerste stap die gerealiseerd moet worden om later ook de andere bedrijven op het bedrijventerrein ‘Westermaat’ aan te kunnen sluiten op het warmtenet. Beknopte beschrijving van het project Het Eaton complex is een fabriek voor elektrotechnische componenten op een terrein van 182.000 m2. Het is onderverdeeld in kantoren (13.500 m2), Hal Middenspanning (23.220 m2), Hal HAT (12.790 m2) en een Hal Laagspanning (24.340 m2). In de eerste fase zullen de kantoren, bedrijfsrestaurant en de hal Laagspanning op het warmtenet worden aangesloten. De BVO van deze onderdelen bedraagt ongeveer 37.500 m 2 Uit de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek is naar voren gekomen dat het plaatsen van een WKK gestookt op biogas gecombineerd met biogasgestookte piekketels de meest haalbare en duurzame optie is. Het uitgangspunt hierbij is wel dat de warmte die door de bio-WKK wordt geproduceerd in de zomer wordt omgezet in koude door absorptiekoelmachines. De strategie voor het bedrijventerrein Westermaat is gelijk aan het basisleveringsgebied van Warmtenet Hengelo: van decentraal naar centraal. Door eerst bij Eaton lokaal de energievoorziening te verduurzamen, kunnen de overige bedrijven op het industrieterrein in een latere fase ook hierop worden aangesloten. De energievoorziening wordt dan ook modulair opgebouwd zodat de investeringen meelopen met de aan te sluiten bedrijven. Eaton heeft in haar beleid hoge prioriteit voor duurzaamheid neergelegd. In haar bedrijfsvoering is dit dan ook standaard meegenomen. Eaton streeft ernaar om jaarlijks een CO2 reductie te realiseren van 3% op het totale energieverbruik, afhankelijk van de gerealiseerde omzet. Projectpartners en projectorganisatie De projectpartners zijn: Gemeente Hengelo; Eaton Industries BV; Warmtenet Hengelo i.o. Momenteel is Warmtenet Hengelo i.o. een onderdeel van de gemeente Hengelo. Warmtenet Hengelo is de partij die de duurzame energievoorziening ontwikkelt, realiseert en exploiteert. Eaton Industries BV zal de afnemer zijn van warmte en koude. De gemeente Hengelo is penvoerder en op dit moment 100% aandeelhouder van WNH. Na definitieve goedkeuring van de Europese commissie zal de provincie Overijssel voor 35% aandeelhouder worden. Bijdrage aan de doelstellingen van de regeling Door de aanleg van dit warmtenet zal een minimale CO2 reductie worden behaald van 50% in de bestaande bebouwde omgeving. Het aansluiten van het bedrijf Eaton op het warmtenet kan een vliegwieleffect hebben voor de omliggende bedrijven. Ook is dit project toepasbaar in het merendeel van andere stedelijke gebieden. De kennis en ervaring die wordt opgedaan tijdens en na dit project zal beschikbaar worden gesteld aan andere initiatiefnemers. Opschalingsperspectief en economische haalbaarheid Het opschalingsperspectief is groot omdat vanuit het warmtenet bij Eaton, andere bedrijven op het industrieterrein Westermaat aangesloten kunnen worden op het warmtenet. Ook ligt dit bedrijventerrein tussen woongebieden van de gemeenten Borne en Hengelo en is hierdoor ook een belangrijke schakel voor verdere aanleg van het warmtenet naar andere gemeenten in de regio en in de provincie. Het is de bedoeling dat in de toekomst dit warmtenet wordt uitgelegd over de gehele provincie Overijssel.
2. Deelnemers en derden 2.1 Algemeen Het consortium bestaat uit 3 partners. De gemeente Hengelo is penvoerder binnen dit consortium. De andere consortiumpartner is Eaton Industries BV. Dit is een toonaangevende producent van energiemanagementoplossingen. Eaton heeft wereldwijd 75.000 werknemers en verkoopt producten aan klanten in meer dan 150 landen. De derde partner is Warmtenet Hengelo BV i.o. Deze BV is momenteel in oprichting. De activiteiten voor het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van het warmtenet worden nu nog uitgevoerd door de gemeente Hengelo. Het is de bedoeling dat deze activiteiten worden ondergebracht in een aparte BV, namelijk Warmtenet Hengelo BV. Hiervoor is een staatssteunmelding gedaan bij de EU. Naar verwachting kan met een voorlopige toestemming vanaf 1 juli 2011 de BV i.o. haar kernactiviteiten gaan uitvoeren met de gemeente Hengelo als 100% aandeelhouder. Na definitieve goedkeuring van de EU gaat naar verwachting de provincie Overijssel (35%) toetreden als aandeelhouder. Voorwaarde voor deelname van de provincie Overijssel is dat het leveringsgebied wordt uitgebreid eerst naar de regio en daarna over de gehele provincie Overijssel. Het consortium heeft geen aparte juridische entiteit, maar is gebaseerd op een gezamenlijk ondertekende consortiumverklaring. Deze kunt u vinden als bijlage bij deze subsidieaanvraag (zie bijlage 1).
2.2 Consortium partners Gemeente Hengelo, penvoerder Naam partner: Adres, PC, Plaats: Contactpersoon: Telefoonnummer: Land van vestiging: Website: Kernactiviteiten:
Motivatie deelname aan het project:
Motivatie bijdrage aan energietransitie:
Beschikbare kennis, expertise, ervaring:
Concrete bijdrage aan het project:
Toepassing en gebruik van de projectresultaten:
Gemeente Hengelo Postbus 18, 7550 AA Hengelo De heer R.J.H. Frank 074 – 245 96 38 Nederland www.hengelo.nl Hengelo is een middelgrote gemeente met ruim 80.000 inwoners. De stad wordt gekenmerkt door een rijke, industriële geschiedenis, de huidige bedrijvigheid en de bijzondere toekomstplannen zoals in het Hart van Zuid. De gemeente wil de bestaande bouw verduurzamen door o.a. gebouwen en gebieden aan te sluiten op het warmtenet. Dit warmtenet wordt gevoed door biobrandstoffen en/of reststromen uit veelal industriële processen. Door steeds meer gebouwen en gebieden aan te sluiten op het warmtenet, zal het gebruik van duurzame energiebronnen toenemen. De gemeente heeft het voornemen om het bestaande bedrijventerrein Westermaat aan te sluiten op het warmtenet. De eerste fase hiervan is het op warmtenet aansluiten van het bedrijf Eaton BV. Vanuit deze locatie kunnen dan gefaseerd de overige bedrijven op het bedrijventerrein Westermaat aangesloten worden. Het warmtenet maakt gebruik van hernieuwbare energiebronnen die CO² neutraal zijn. Tevens maakt ze gebruik van restwarmte en/of koude. Hiermee levert het warmtenet een bijdrage aan energietransitie. De gemeente Hengelo heeft duurzaamheid hoog op de agenda staan. Zo bestaat er binnen de gemeente een apart team Duurzaamheid. Dit team heeft de nodige kennis en ervaring opgebouwd over allerlei facetten van duurzaamheid. De opstart van het project Warmtenet Hengelo heeft vanaf 2001 plaatsgevonden vanuit dit team. In december 2005 heeft de gemeenteraad van Hengelo besloten een warmtenet aan te leggen. Momenteel is men bezig met het onderbrengen van het Warmtenet Hengelo in een aparte BV. Ook op dit gebied heeft de gemeente de nodige kennis en ervaring opgebouwd. Met dit project maakt Hengelo een grote energiesprong omdat gefaseerd een groot aantal bedrijven/kantoren (bestaande bouw) op het bedrijventerrein Westermaat zal worden aangesloten op het warmtenet. Door aansluiting op het warmtenet verbruikt men geen fossiele brandstoffen meer en de CO2 emissie daalt met meer dan 50 % (doelstelling Warmtenet Hengelo). De resultaten zullen tijdens en na het project worden bijgehouden. De ontwikkelde kennis zal worden gedeeld met andere initiatiefnemers.
Eaton Industries BV, consortiumpartner Naam partner: Adres, PC, Plaats: Contactpersoon: Telefoonnummer: Land van vestiging: Website: Kernactiviteiten:
Motivatie deelname aan het project:
Motivatie bijdrage aan energietransitie:
Beschikbare kennis, expertise, ervaring:
Eaton Industries BV Postbus 23, 7550 AA Hengelo De heer J. Hazelaar 074 – 245 46 61 Nederland www.eaton.com/EatonNL/Electrical/ Eaton is wereldwijd leider op het gebied van systemen en componenten voor de beheersing en distributie van elektrische energie, UPSsystemen en producten en diensten voor industriële automatisering. Eaton streeft ernaar om 3% CO2 reductie per jaar te realiseren. Om dit doel te bereiken zijn al meerdere maatregelen uitgevoerd. De volgende stap naar meer CO2 reductie is het verduurzamen van de energiebron. Het warmtenet maakt gebruik van hernieuwbare energiebronnen die CO² neutraal zijn en levert hierdoor een bijdrage aan energietransitie. Bij Eaton (locatie Hengelo) is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor energiebesparing. Hierbij kan gedacht worden aan de getroffen maatregelen voor verlichting, warmteterugwinning op persluchtinstallatie, aanleg van een veld met zonnepanelen, onderzoek naar mogelijkheden om een windturbine te plaatsen en LED-proefopstelling.
Concrete bijdrage aan het project:
Eaton zal afnemer worden van het Warmtenet Hengelo. Wanneer Eaton wordt aangesloten op het warmtenet is het rendabeler om de overige bedrijven en kantoren op het industrieterrein Westermaat ook aan te sluiten op het warmtenet. Daarnaast ligt dit bedrijventerrein tussen woongebieden van Hengelo en Borne in, waardoor vanuit dit terrein ook aftakkingen en leidingen gelegd kunnen worden naar de naastgelegen gemeente Borne.
Toepassing en gebruik van de projectresultaten:
De resultaten zullen tijdens en na het project worden bijgehouden. De ontwikkelde kennis zal worden gedeeld met andere initiatiefnemers.
Zie bijlage 2 voor een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Warmtenet Hengelo BV i.o., toekomstige consortiumpartner Naam partner: Adres, PC, Plaats: Contactpersoon: Telefoonnummer: Land van vestiging: Website: Kernactiviteiten:
Motivatie deelname aan het project:
Motivatie bijdrage aan energietransitie:
Beschikbare kennis, expertise, ervaring:
Concrete bijdrage aan het project: Toepassing en gebruik van de projectresultaten:
Warmtenet Hengelo BV Postbus 1305, 7550 BH Hengelo De heer W. Goosen 074 – 245 93 01 Nederland www.warmtenethengelo.nl Warmtenet Hengelo levert duurzame warmte en koude aan woningen en bedrijven. Deze warmte kan benut worden voor ruimteverwarming, warm tapwater en/of proceswarmte. Warmtenet Hengelo gebruikt hiervoor biobrandstoffen en restwarmte van industriële processen. Het Warmtenet Hengelo is ontstaan om nieuwbouwlocaties en herstructureringsgebieden van een duurzame energievoorziening te voorzien. Nu het warmtenet zich langzamerhand ontwikkeld, is de tijd rijp om ook de bestaande bouw, waar mogelijk, aan te sluiten op deze duurzame energievoorziening. Westermaat als bestaand bedrijventerrein is uitstekend te verduurzamen door Warmtenet Hengelo. Het verduurzamen van Eaton is hierin de eerste stap. Het warmtenet maakt gebruik van hernieuwbare energiebronnen die CO² neutraal zijn. Tevens maakt ze gebruik van restwarmte en/of koude. Hiermee levert ze een bijdrage aan energietransitie. Sinds 2007 is het Warmtenet Hengelo operationeel. Sinds januari 2010 heeft het een aparte status binnen de gemeente Hengelo gekregen. De huidige ‘organisatie’ bevat vier vaste medewerkers. Daar waar nodig wordt expertise ingehuurd of worden diensten uitbesteed. Op het Warmtenet Hengelo zijn op dit moment 288 woningen en circa 90.000 m2 utiliteitbouw aangesloten. Binnen dit project is het Warmtenet Hengelo de partij die het warmtenet ontwikkelt, realiseert en beheert. De resultaten zullen tijdens en na het project worden bijgehouden. De ontwikkelde kennis zal worden gedeeld met andere initiatiefnemers.
Zie bijlage 2 voor een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
2.3 Uitbestedingsrelaties Het warmtenet Hengelo is een onderdeel van de gemeente Hengelo. Hierbij houdt zij zich aan de aanbestedingsregels van de gemeente Hengelo. De diverse leveringen en diensten die benodigd zijn voor de aanleg van het warmtenet zullen volgens die regels worden aanbesteed. Een belangrijk onderdeel van dit project is de benutting van de restwarmte en/of biogas van de RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI). De RWZI is eigendom van het Waterschap Regge en Dinkel (WRD). Het WRD is bezig om te kijken naar een verdere verduurzaming van de RWZI-locatie aan de Wegtersweg te Hengelo. Daarbij ziet zij mogelijkheden om de huidige (rest)warmte en/of biogas te leveren aan het Warmtenet Hengelo. Ook is zij de mogelijkheid aan het bekijken om extra biovergistingsinstallaties te realiseren op deze locatie. Voor deze verduurzamingslag heeft zij een samenwerkingsovereenkomst met het afvalverwerkingsbedrijf Twence. Op bestuurlijk niveau is tussen Twence, Waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Hengelo op 10 maart 2011 afgesproken actief te werken aan de verduurzaming van het bedrijventerrein Westermaat. Waarbij het samenwerkingsverband tussen Twence en Waterschap Regge en Dinkel als meest logische en kansrijke wordt gezien voor de duurzame energielevering.
3. Achtergrond Duurzaamheid Eaton Eaton Corporation is een toonaangevende producent van energiemanagementoplossingen. Eaton is wereldwijd marktleider op het gebied van elektrische systemen voor netvoedingskwaliteit, distributie en beheer van energie; hydraulische systemen en producten en diensten voor industriële en mobiele apparatuur; brandstof-, hydraulische en pneumatische systemen voor lucht- en ruimtevaart voor commercieel en militair gebruik; alsmede aandrijflijnen en -systemen voor personenauto's en vrachtwagens gericht op vermogen, brandstofbesparing en veiligheid. Eaton heeft wereldwijd 75.000 werknemers en verkoopt producten aan klanten in meer dan 150 landen. Bij Eaton (vestiging Hengelo) is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor energiebesparing. Hierbij kan gedacht worden aan de getroffen maatregelen voor verlichting, perslucht, LED-proefopstelling, e.d. Door het Eaton-complex aan te sluiten op het warmtenet, zal het primaire energiegebruik van Eaton in eerste instantie niet lager worden. Wel zal door toepassing van een WKK-installatie minder stroom afgenomen worden van het normale net en daarnaast zullen de CO² emissies aanzienlijk verminderen. Het warmtenet Hengelo maakt namelijk gebruik van hernieuwbare brandstoffen of restwarmte van de lokale industrie. Eaton streeft ernaar om de CO2 emissies met 3% per jaar te verlagen (afhankelijk van de omzet). Om dit te realiseren gaat men te werk volgens onderstaand stappenplan: identificeer projecten en bereken de opbrengsten; deel elkaars ideeën; meet, bewaak en documenteer de besparingen; maak gebruik van in- en externe kennis. In het verleden is er een inventarisatie gemaakt van de grootste energieverbruikers. Hieruit is gebleken dat onderstaande installaties tot de grootste energieverbruikers behoren: compressoren; verwarming; koelinstallaties; verlichting; ventilatie; pompen. De onderstaande maatregelen zijn al door Eaton uitgevoerd om de CO2 emissies jaarlijks te verlagen: Energiebesparing met verlichting (uitschakeling van armaturen); Proefproject toepassing LED-verlichting; Warmteterugwinning perslucht; Perslucht lekkage vermindering; Replacement oven; Toepassen ‘cogged V-belt’ (2-4% efficiency); Onderzoek naar alternatieve energie (waaronder aansluiting Warmtenet Hengelo). Eaton heeft het onderzoek naar alternatieve energie afgerond en hieruit is gebleken dat aansluiting op het Warmtenet Hengelo een goed alternatief is waarmee ook de eigen doelstelling van 3% CO 2 reductie per jaar ruimschoots te behalen is.
Duurzaamheid Gemeente Hengelo en relatie met Warmtenet Hengelo De gemeente Hengelo heeft aan duurzame ontwikkeling een hoge prioriteit toegekend. Vanuit dit beleidskader zijn hoge ambities gesteld aan het niveau van de toepassing van duurzame energie en van de reductie van broeikasgasemissies. Het realiseren van een warmtenet dat gevoed wordt door duurzaam opgewekte warmte en/of gebruik maakt van proces- en restwarmte van de lokale industrie vormt hiertoe een belangrijke bijdrage. In december 2005 heeft de gemeenteraad van Hengelo besloten tot aanleg van een warmtenet. Hiervoor is een leveringsgebied gedefinieerd voor nieuwbouwlocaties en grootschalige herstructurering. Het gebied bevat ongeveer 3.500 woningen en 400.000 m² utiliteitsbouw. Uitbreiding naar de bestaande bouw (renovatie en ketelvervanging) zal het gebied uitbreiden met 2.000 woningen en 100.000 m² utiliteitsbouw. De gemeente wil haar activiteiten voor het Warmtenet Hengelo onderbrengen in een aparte BV. Hiervoor is bij de EU een staatssteunmelding gedaan. Naar verwachting kan met een voorlopige toestemming vanaf 1 juli 2011 de BV i.o. als duurzaam energiebedrijf haar kernactiviteiten gaan uitvoeren met de gemeente Hengelo als 100% aandeelhouder. Na definitieve goedkeuring van de EU gaat naar verwachting eind 2011 de provincie Overijssel (35%) toetreden als aandeelhouder. Voorwaarde voor deelname van de provincie Overijssel is dat het leveringsgebied eerst wordt uitgebreid naar de regio en daarna over de gehele provincie. Het Warmtenet Hengelo (WNH) heeft de volgende toekomstvisie: een multi-toepasbaarheid door een gediversifieerd net met ‘flexibele’ duurzame energie-opwekvoorzieningen. WNH wil hiermee voldoen aan de wens van de klant en inspelen op de (toekomstige) ontwikkelingen, markten en technieken. Het wil optimaal gebruik maken van de beschikbare restwarmte en andere duurzame bronnen. Daarnaast moet de duurzaamheid gegarandeerd zijn. De mogelijke producten van het Warmtenet Hengelo zijn warmte, koude en elektriciteit. De behaalde CO2-reductie in de eindsituatie is minimaal 50%. Hierbij is de referentie de aardgassituatie. Strategie Het is gebruikelijk om op basis van een aanwezige warmtebron een warmtenet op hoge temperatuur aan te leggen en vervolgens de gebouwen aan te sluiten. Doordat Warmtenet Hengelo flexibel naar de toekomst toe wil zijn en als surfer mee wil gaan op de golven van de technologische ontwikkeling is besloten om de ontwikkelingsstrategie volledig om te gooien. Het warmtenet wordt nu vanuit de projecten ontwikkeld en voorzien van (tijdelijke) duurzame installaties. Vervolgens worden de projecten gekoppeld en worden decentrale bio-energiecentrales gerealiseerd. Deze worden vervolgens met elkaar gekoppeld en er ontstaat een compleet warmtenet. Op elk moment kan gebruik worden gemaakt van de lokale aanwezige restbronnen of duurzame opwekkingsmogelijkheden. Status 2011 Het warmtenet is in ontwikkeling. Enkele projecten worden met tijdelijke voorzieningen (op aardgas) al van warmte voorzien. Naar verwachting kunnen de bio-energiecentrales vanaf 2012 worden gerealiseerd. Het bestuur van de gemeente Hengelo heeft uitgesproken om het primaire net vanaf het Twentekanaal tot het kerngebied medio 2012 gerealiseerd te hebben. In de actualisatie van het bedrijfsplan wordt aangegeven meer aandacht aan de uitleglocaties, waaronder Westermaat, te besteden. In het bedrijfsplan van het Warmtenet Hengelo (zie bijlage 3) is aangegeven dat bestaande bouw goede kansen voor verduurzaming biedt. Als uitleggebied is dan ook de locatie Westermaat aangegeven. Hiervoor is in 2010 een bussinesscase (BC) geschreven. (zie bijlage 4). De BC liet zien dat het gebied Westermaat Noord rendabel te ontwikkelen is. Als strategie is gekozen om eerst de ‘parels’ uit het gebied te ontwikkelen en deze dan aan elkaar te rijgen. Eaton is de eerste en essentiële parel. In januari 2011 is het globale haalbaarheidsonderzoek voor Eaton afgerond (zie bijlage 5). Hieruit is naar voren gekomen welke duurzame energievoorziening het meest geschikt is. Tevens bleek uit deze studie dat er een onrendabele top is, hiermee bepalend voor de ontwikkeling van het gehele gebied. Met een bijdrage uit het programma ‘Energiesprong’ kan deze onrendabele top gedekt worden, waardoor het project gerealiseerd kan worden binnen 3 jaar.
4. Gebiedsselectie Het Eaton complex is een fabriek voor elektrotechnische componenten op een terrein van 182.000 m2. Het is onderverdeeld in kantoren (13.500 m2), Hal Middenspanning (23.220 m2), Hal HAT (12.790 m2) en een Hal Laagspanning (24.340 m2). De energievoorziening is decentraal opgezet en bestaat uit aardgas gestookte ketels variërend in vermogen afhankelijk van functie. Warmtenet Hengelo wil de energievoorziening overnemen en verduurzamen. DOZ Energieregie BV heeft hierover een rapportage (zie bijlage 5) opgesteld. Op basis van deze rapportage is gekozen om de verduurzaming in fasen aan te pakken om de volgende redenen: Het verlagen van de onrendabele top; De ontwikkelingen in de ruimtebehoefte van Eaton (uitgaande van de huidige strategie zal de Hal Algemene Toelevering na 2012 een andere bestemming krijgen); De flexibiliteit om de te leveren temperatuurregimes af te stemmen op de (nieuwe) gebruikers; Door de situering van de stookruimtes is het economisch verstandiger om eerst de logisch bij elkaar geplaatste ruimtes te verduurzamen; De wens bestaat om ook de proceswarmte te verduurzamen, dit is echter complexer dan alleen de ruimteverwarming. Daarom zal de hal Middenspanning in een latere fase worden aangesloten. In de eerste fase zullen de kantoren, bedrijfsrestaurant en de hal Laagspanning op het warmtenet worden aangesloten. De BVO van deze onderdelen bedraagt ongeveer 37.500 m 2. In onderstaande tabel staan de nadere specificaties per ruimte. Locatie Gebouw Centrale Voorzieningen Kantoor A Kantoor B Kantoor C Kantoor D Algemene Passage Kantoren Hal Laagspanning Hal Laagspanning Bedrijfsrestaurant Totaal
Bouwjaar 2000
BVO m2 2.065
EPc 1,88
2000 2000 2000 2001 2000
907 907 907 907 1.612
1,88 1,88 1,88 1,87 1,88
2001/2002
5.162
1,90
2001 2001
24.340 817 37.624
1,81
In het gebouw Centrale Voorzieningen is onder andere de staf gehuisvest. De kantoren A, B, C en D zijn identiek. De kantoren zijn met de hallen en het restaurant verbonden via een algemene passage. De hal Laagspanning heeft geen Epc-berekening aangezien het een industriefunctie betreft. Wel is de hal geïsoleerd uitgevoerd. Voor de EP-berekeningen en locatieplattegrond zie bijlage 6 en 7. De aanleg en aansluiting van bedrijven op het industrieterrein Westermaat op het warmtenet wordt gefaseerd uitgevoerd. De start is het aansluiten van het bedrijf Eaton. De eerste fase hiervan is het gedeelte wat onder deze subsidieaanvraag valt. In de tweede fase zal nader onderzocht worden of de warmte uit de bedrijfsprocessen ook verduurzaamd kan worden, zodat ook deze hallen aangesloten kunnen worden op het warmtenet. In fase 3 zullen het laboratorium en de overige losstaande gebouwen kunnen worden aangesloten.
Door de bouwontwikkeling van de netwerksteden in Twente ontstaat er een bebouwingslint van Almelo, Borne, Hengelo tot Enschede. Hiermee ligt het bedrijventerrein Westermaat middenin tussen de woongebieden Bornsche Maten (gemeente Borne), Slangenbeek, Weusthagpark en het centrumgebied van Hengelo. Voor de ontwikkeling van een warmtenet richting Borne is het cruciaal om de Westermaat hierin mee te nemen. Daarnaast is door ontwikkelingen op de rioolwaterzuiveringsinstallatie de mogelijkheid ontstaan om gebruik te maken van de restwarmte en/of biogas. Het aan te pakken gebied valt binnen de gemeente Hengelo. In de bijgevoegde plattegrond (zie bijlage 7) wordt dit gebied aangegeven. Dit gebied kent de volgende specificaties: Omvang van het gebied: rechthoek van130 x 310 m = 40.300 m2; Totaal oppervlak: 37.624 m2 aan BVO; Gebouwdichtheid: 0,93 m2 BVO per m2 gebiedsoppervlak. In onderstaande figuur staan de aan te pakken gebouwen globaal aangegeven binnen de omkadering.
5. Technische onderbouwing & Doelstelling reductie CO2 emissie 5.1 Technisch inhoudelijke aanpak Uitgangssituatie De energievoorziening bij Eaton bestaat nu uit 38 ketels, waarvan specifiek voor ruimteverwarming 28 stuks. Het totaal opgestelde ketelvermogen is circa 7.300 kW en het ingezette vermogen voor ruimteverwarming bedraagt circa 4.100 kW. Het temperatuurregime is 90/70°C. De doelstelling is om Eaton aan te sluiten op het Warmtenet Hengelo en op deze wijze een CO 2reductie van minimaal 50% te realiseren. De daadwerkelijke CO2-reductie is afhankelijk van de toe te passen duurzame energievoorziening. Uit de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek komt naar voren dat het plaatsen van een WKK gestookt op biogas gecombineerd met biogasgestookte piekketels de meest haalbare en duurzame optie is. Het uitgangspunt hierbij is wel dat de warmte die door de bio-WKK wordt geproduceerd in de zomer wordt omgezet in koude door absorptiekoelmachines. De strategie voor het bedrijventerrein Westermaat is gelijk aan het basisleveringsgebied van Warmtenet Hengelo: van decentraal naar centraal. Door eerst bij Eaton lokaal de energievoorziening te verduurzamen, kunnen de overige bedrijven in een latere fase ook hierop worden aangesloten. De energievoorziening wordt dan ook modulair opgebouwd zodat de investeringen meelopen met de aan te sluiten bedrijven. Voor Eaton is bewust de keuze gemaakt om binnen de subsidieregeling van ‘SEV Energiesprong’ de focus te leggen op de verduurzaming van de energievoorziening. Eaton heeft in haar beleid hoge prioriteit voor duurzaamheid neergelegd. In haar bedrijfsvoering is dit dan ook standaard meegenomen. Eaton streeft ernaar om jaarlijks een CO2 reductie te realiseren van 3% op het totale energieverbruik, afhankelijk van de gerealiseerde omzet. Hierdoor zal er dus sec geen energiebesparing ontstaan door aanpassingen aan het gebouw, gebruiksapparatuur of gedrag. Wel zal door het aansluiten op het Warmtenet Hengelo minder primaire energie nodig zijn, door het effectiever opwekken van de benodigde energie. Het grootste effect ontstaat doordat de benodigde energie geleverd wordt door het verbranden van biogas en/of gebruik van restwarmte. Biogas Het uitgangspunt op basis van het haalbaarheidsonderzoek is om een biogasgestookte WKK met biogasgestookte piekketels toe te passen. Uitgangspunt hierbij is dat in de zomer de met de WKK opgewekte warmte met absorptiekoeling naar koude wordt omgezet. In maart 2011 is een verdiepingsslag van het haalbaarheidsonderzoek gestart. Dit om te bepalen wat de beste technische strategie (leidingverloop, fase van aansluiting, exacte vermogenbepaling) is en om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de investeringskosten. Daarnaast zijn de gesprekken met het consortium Waterschap Regge en Dinkel en Twence opgestart om te kijken naar de mogelijkheden voor een zo effectief mogelijke inzet van het biogas dat op de RWZI geproduceerd wordt en de omgang met de restwarmte hierbij. De RWZI bevindt zich op ongeveer 3 km van Eaton. Zoals in de Businesscase van Westermaat (zie bijlage 4) staat opgenomen, wordt het gebied onderverdeeld in clusters. Per cluster komt een onderstation dat gevoed wordt met biogasgestookte WKK’s en/of piekketels.
Principeschema opbouw Warmtenet Hengelo (decentraal naar centraal)
Programma van eisen Voor de uitvoering van dit project is het uitgangspunt een CO2-reductie van minimaal 50%. Uit het nog uit te voeren gedetailleerde haalbaarheidsonderzoek zal naar voren komen welke installatie (verdeling WKK/piekketel en bijbehorende vermogens) geplaatst zal worden. Na aanbesteding is bekend welk fabricaat zal worden toegepast. Daardoor is het niet mogelijk om nu een exacte uitspraak te doen over het rendement van de installatie. Door de staatssteunmelding is Warmtenet Hengelo gehouden te voldoen aan de criteria van bijlage III bij Richtlijn 2004/8/EG. Ook moet er voldaan worden aan de geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden die in beschikking 2007/74/EG van de Commissie van 21 december 2006 staan en aan de richtlijn 2004/8/EG. Deze eisen zullen als randvoorwaarde in de aanbesteding worden meegenomen. Voor de nadere uitwerking van de uit te voeren stappen en fasen om dit project te realiseren, zie paragraaf 7.2. Rolverdeling Warmtenet Hengelo is de partij die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van de duurzame energievoorziening. Voor het inkopen van het biogas is het onderhandelingstraject met het consortium Twence en Waterschap Regge en Dinkel opgestart. De biogasleiding zal eigendom zijn van Warmtenet Hengelo, evenals het warmteleidingnet. In eerste instantie zal de installatie van WKK en piekketels ook eigendom zijn van Warmtenet Hengelo. Maar leaseconstructies zijn bespreekbaar. Eaton is de afnemer van de warmte en/of koude.
5.2 Kwantificering van projectprestaties CO2 emissiereductie en energiebesparing De aanname voor gasverbruik dat gerelateerd is aan de ruimteverwarming is circa 550.000 m3/jaar. Het gasverbruik voor proceswarmte en warm tapwater is circa 250.000 m 3. Het elektriciteitsverbruik is 9.000.000 kWh/jaar. Dit verbruik is van het gehele complex. Op het Eaton-terrein zijn geen individuele meters per gebouw. Hierdoor is het niet mogelijk om een exact energieverbruik per individueel gebouw te hanteren. Op basis van het eerste haalbaarheidsonderzoek en de daadwerkelijke verbruiken is onderstaande verdeling samengesteld. Functie Kantoren Hallen
Aardgasverbruik (m3 / m2 jaar) 21 5
Locatie
BVO (m2)
Gebouw Centrale Voorzieningen Kantoor A Kantoor B Kantoor C Kantoor D Algemene Passage Kantoren Hal Laagspanning Hal Laagspanning Bedrijfsrestaurant Totaal
Elektriciteitverbruik (kWh / m2 jaar) 109 125
2.065
Gasverbruik (m3/jaar) 43.365
Elektriciteitsverbruik (Kwh/jaar) 225.085
907 907 907 907 1.612
19.047 19.047 19.047 19.047 33.852
98.863 98.863 98.863 98.863 175.708
5.162
108.402
562.658
24.340 817 37.624
121.700 17.157 366.812
3.042.500 89.053 4.490.456
CO2 (kg/jaar)
2.065.979 3.419.279
Functie
BVO (m2)
CO2 (kg/jaar)
Referentiesituatie o.b.v. verbruik 2010 CO2 kg/m2/jaar
Nieuwe situatie CO2 kg/m2/jaar
Referentie (bijlage 3 SEV)
Plafond (bijlage 4 SEV)
Kantoren incl. bedrijfsrestaurant
13.284
1.353.300
102
13
73
56
Hallen
24.340
2.065.979
85
11
89
67
Deze aanvraag concentreert zich op de verduurzaming van de energievoorziening. Eaton heeft in haar duurzaamheidbeleid continue aandacht voor haar energieverbruik, waardoor een voor dit moment optimale situatie bestaat. In deze aanvraag zijn dan ook het gebiedgebonden energiegebruik, GAGE en GA niet verder uitgewerkt omdat deze sec geen rol spelen. De Energiesprong wordt gemaakt met het verduurzamen van de energievoorziening. Doordat deze aanvraag zich richt op de verduurzaming van de energievoorziening (stap 2 Trias Energetica) betekent dit dat er geen directe energiebesparing plaats vindt. Wel vindt er een grote CO2 reductie plaats doordat de benodigde warmte voor ruimteverwarming duurzaam wordt opgewekt en/of restwarmte wordt toegepast. Het haalbaarheidsonderzoek geeft aan dat het plaatsen van WKK’s met een vermogen van 800 kWhe en 800 kWth in twee of meer modules realistisch is. Daarmee wordt dan het volgende voor de eerste fase geleverd: 14.000 GJ warmte 3.850.00 kWh Hiermee ontstaat een CO2 reductie van: Aardgas 651.458 kg Electriciteit 2.340.800 kg Totaal 2.992.258 kg Hiermee ontstaat een CO2 reductie van 88% op het totale energiegebruik van de eerste fase. De uitstoot van de CO2 zit daarmee ruim onder het door SEV aangegeven plafond.
6. Selectiecriteria 6.1 Potentiële impact bij opschaling De ontwikkelstrategie van Warmtenet Hengelo is het decentraal ontwikkelen van de ‘parels’ en deze vervolgens aan elkaar te rijgen met een warmtenet. Het realiseren van een duurzame energievoorziening bij Eaton is de start om de locatie Westermaat verder te ontwikkelen. Eaton wordt gezien als het eerste dominosteentje dat moet omvallen om de rest in beweging te zetten. Gezien de levensduur van hun energievoorziening is het nu het natuurlijke moment om te switchen naar Warmtenet Hengelo. Het potentieel is dus groot, zie onderstaande specificatie: Westermaat Noord Vermogen: Warmtevraag: Aansluitingen: BVO:
21,2 MWth 77.000 GJ 70 stuks 540.000 m²
Westermaat Zuid Vermogen: Warmtevraag: Aansluitingen: BVO:
37,2 MWth 102.000 GJ 274 stuks 600.000 m²
Nieuwe ontwikkelingsgebieden In de nabijheid van het industrieterrein ‘Westermaat’ zijn in de toekomst diverse (her)ontwikkelingen voorzien. Met de aanwezigheid van een Warmtenet Hengelo is het mogelijk om ook deze gebouwen aan te sluiten. Hierbij kan gedacht worden aan de woningbouwprojecten Bornsche Maten (1200 woningen), Kristenbos (400 woningen) en Medaillon (220 woningen). Echter is door de economische crisis het realisatietempo onzeker en zijn ze voor deze aanvraag verder niet gekwantificeerd.
Hieronder treft u de ingevulde impacttool aan.
Bepaling potentiële impact CO2 emissiereductie
Eigendom wbouw / utiliteitsbouw Bouwjaar 1991utiliteitsbouw 2000 1991utiliteitsbouw 2000 2001utiliteitsbouw 2010 2001utiliteitsbouw 2010
Bouwvorm
Potentieel opschaal effect reductie CO2 CO2 Emissie reductiepercentage [Mton gebouwsegment gebouwen CO2/jaar]
Kantoren
1,13
88%
1,00
Bedrijfshallen
0,48
88%
0,42
Kantoren
1,20
88%
1,05
Bedrijfshallen
0,50 0,00 0,00
88% 0% 0%
0,44 0,00 0,00
overall
3,31
88,00%
2,91
Vul in om wat Vul de Vul in wat de voor een type categorie bouwvorm is eigendom het bouwjaar gaat van het gebouw in
Vul het CO2 reductiepercentage in voor dat type gebouw*
* Het CO2 reductiepercentage omvat de reductie van de totale energiegerelateerde CO2 uitstoot. Houdt voor subsidieregelingen van het SEV - Energiesprong rekening met de te hanteren berekeningsmethodiek.
Het project is in het merendeel van andere stedelijke gebieden te implementeren. Met de ervaring en kennis, het zogenaamde leereffect, die met dit project is opgedaan, kunnen in Nederland andere projecten voor het verduurzamen van de energievoorzieningen op kantorenlocaties opgestart worden.
6.2 Economische haalbaarheid opschaling Zoals de businesscase van Westermaat laat zien is Westermaat Noord rendabel aan te sluiten. Voor Westermaat Zuid geld een onrendabele top van circa € 2,0 miljoen, op te vangen door subsidies, fiscale regelingen en/of participanten. De gevraagde bijdrage van de SEV zal 1-op-1 doorwerken in de economische haalbaarheid van Westermaat. Ten eerste door het wegnemen van een deel van de onrendabele top. Ten tweede door het vliegwieleffect voor het project. Het Warmtenet Hengelo kan eenvoudig toegepast worden bij nieuwbouwprojecten. Het bedrijfsplan van Warmtenet Hengelo laat dit ook zien. Het aansluiten van bestaande bouw is door de extra kosten t.o.v. nieuwbouw lastiger. Door het aansluiten van Eaton op warmtenet is de basisinvestering gepleegd waardoor uitbreiding (economisch) eenvoudiger wordt. Het aansluiten van Westermaat op het Warmtenet Hengelo zal naast een stuk verduurzaming ook werkgelegenheid creëren. Tijdens de ontwikkeling en de aanleg van de voorziening bij Eaton wordt de werkgelegenheid geschat op 10 tot 15 ‘manjaren’. In de beheersfase zal dit naar verwachting 1 tot 2 fte zijn. Indien de warmtenetvoorziening wordt opgeschaald naar het gehele Westermaat-terrein, zal dat op kunnen lopen naar 90 tot 110 ‘manjaren’ en in de exploitatiefase 5 tot 10 fte. Bij opschaling zonder toepassing van de subsidie zijn de rendementen uit het bedrijfsplan Westermaat (zie bijlage) van toepassing: Westermaat Noord:
Intern rendement (IRR) na belasting Terugverdientijd (TVT) Netto contante waarde (NCW 5,5%) na belasting
4,2% 22 jaar -1,6 mln
Westermaat Zuid:
Intern rendement (IRR) na belasting Terugverdientijd (TVT) Netto contante waarde (NCW 5,5%) na belasting
< 0% 26 jaar -4,8 mln
Binnen de financiële kaders zoals in het bedrijfsplan gesteld, voldoet Westermaat Noord wel en voldoet Westermaat Zuid niet. Zonder extra financiële middelen zal alleen Westermaat Noord uitgevoerd kunnen worden. Kanttekening is dat hiervoor voldoende middelen beschikbaar moeten komen om de onrendabele top van het startproject Eaton te kunnen financieren. Bij toekenning van de gevraagde subsidie van de SEV aan de verduurzaming van Eaton zal dit 1-op-1 doorwerken in de opschaling. Indien deze toegerekend wordt aan de onrendabele top van Westermaat Zuid zijn de volgende rendementen van toepassing: Westermaat Zuid:
Intern rendement (IRR) na belasting Terugverdientijd (TVT) Netto contante waarde (NCW 5,5%) na belasting
2,9% 25 jaar -3,4 mln
Hiermee is het project acceptabel binnen de financiële kaders van Warmtenet Hengelo. In bijlage 8 staan de begrote projectkosten vermeld. In het haalbaarheidsonderzoek van DOZ energieregie BV (bijlage 5) staan de begrote investeringskosten van een biogas WKK-installatie voor het gehele Eaton complex.
7. Realisatie en fasering 7.1 Beschrijving integraal totstandkomingproces Taakverdeling De rollen van de partijen zijn zeer helder: Eaton heeft de rol van warmte-/koude afnemer. Zij zal haar volledige medewerking geven aan de monitoring van dit project; Warmtenet Hengelo is de partij die de duurzame energievoorziening ontwikkelt, realiseert en exploiteert. Warmtenet Hengelo is op dit moment onderdeel van de gemeente Hengelo. Na definitieve goedkeuring van de Europese commissie zal de provincie Overijssel voor 35% aandeelhouder worden. Voor de bedrijfsvoering van het Warmtenet Hengelo is een aparte projectorganisatie opgezet, bestaande uit een Stuurgroep, Projectgroep en diverse werkgroepen. De werkgroepen hebben elk hun eigen specifieke aandachtsgebied. De samenstelling van de groepen kan tijdens de diverse fasen wijzigen. Voor het project ‘Verduurzamen energievoorziening Eaton’ wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij de bestaande organisatie-/overlegstructuren. Stuurgroep In de stuurgroep hebben bestuurlijke vertegenwoordigers en directieleden van de deelnemende organisaties zitting. De stuurgroep staat onder voorzitterschap van de projectdirecteur van Warmtenet Hengelo. Zowel de gemeente Hengelo als provincie Overijssel vertegenwoordigen het project in belangrijke openbare aangelegenheden en publicitaire acties. Projectgroep De projectgroep is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Contracten met externen worden afgesloten door het Warmtenet Hengelo. In de projectgroep worden de projectactiviteiten gecoördineerd en begeleid. In deze groep zit een technische, economische en juridische specialist van de deelnemende partijen onder leiding van een coördinerende projectleider, die binnen zijn eigen organisatie verantwoordelijk is voor de implementatie van projectactiviteiten. Werkgroep Techniek Deze werkgroep wordt aangestuurd door de projectgroep en is verantwoordelijk voor de coördinatie en begeleiding van specifiek technische activiteiten van het project. Voor dit project zal deze werkgroep worden uitgebreid. Werkgroep Communicatie De werkgroep is verantwoordelijk voor alle communicatie en promotie activiteiten rond het project Werkgroep Inkoop De werkgroep is verantwoordelijk voor de inkoop, ondermeer de Bio-WKK en de biobrandstof.
Personeel en organisatie WNH Warmtenet Hengelo is verbonden met diverse partijen en op verschillende niveaus: Op strategisch niveau met de participanten, te weten de gemeente Hengelo en de provincie Overijssel en de landelijke stichting warmtenetwerk; Op uitvoeringsniveau, binnen de gemeente Hengelo vooral die sectoren die zijn belast met communicatie, civieltechnische, financiële en juridische zaken. Buiten de gemeente met verschillende aannemers, leveranciers, adviesbureaus, woningbouwcorporaties en nog vele andere bedrijven en instellingen. Daarnaast zijn er de particuliere en zakelijke afnemers. Ad 1: strategisch niveau Op dit moment is Warmtenet nog een entiteit binnen de gemeente Hengelo en valt als zodanig onder de verantwoordelijkheid van de directie en het gemeentebestuur. Bij de Kamer van Koophandel staat het bedrijf ingeschreven als een BV in oprichting. In mei 2009 hebben de besturen van de gemeente Hengelo en de provincie Overijssel ingestemd met het voornemen om gezamenlijk een BV op te richten. Vooruitlopend op de feitelijke oprichting van de BV fungeert de stuurgroep als primair aanspreekpunt voor belangrijke beslissingen binnen het bedrijf. Een projectgroep, bestaande uit medewerkers van de twee participanten van WNH en de projectdirecteur, bereidt de vergaderingen voor. Daarnaast zijn binnen het bedrijf enkele afstemmingsoverleggen actief, specifiek gericht op de thema’s financiën, juridische zaken en techniek. Het doel van deze overleggen is om de beoogde participanten deelgenoot te laten zijn van de ontwikkelingen van het bedrijf. Warmtenet heeft rechtstreeks een projectdirecteur, een algemene projectleider techniek en duurzame energie en een project- en managementondersteuner in dienst. Voor het overige maakt het bedrijf gebruik van de expertise van Hengelose ambtenaren en externe adviseurs en bureaus. De kosten hiervan worden voornamelijk op uurbasis doorberekend. De werkzaamheden worden voor een deel verricht in werkgroepsverband. Op de volgende pagina treft u een organisatieschema aan.
Provincie Overijssel
Gemeente Hengelo
Coördinatiegroep
Stuurgroep
Projectgroep
Afstemmingsoverleg Techniek
Afstemmingsoverleg Financiën en juridische zaken
Warmtenet Hengelo BV i.o.
Interne werkgroep techniek
-
Werkgroep Coprac (communicatie, promotie en acquisitie)
Ondersteuning vanuit gemeente: ICT, P & O, financiën, juridische zaken Inleen externe krachten voor specifieke tijdelijke klussen
Ad 2: uitvoeringsniveau Tot dusver was het warmtebedrijf vooral een bedrijf in ontwikkeling. Langzamerhand vindt de overgang plaats naar een meer beheersmatige omgeving. Niettemin zal innovatie en ontwikkeling wezenlijk onderdeel van het bedrijf blijven uitmaken, onder meer door de voortgaande vernieuwing van technieken op het terrein van duurzame energievoorzieningen en de geambieerde expansie van het warmtenet. Dat alles vraagt om een professionele organisatie die daarop is ingericht en toegerust. Monitoring De energievoorziening zal gemonitord worden. De resultaten zullen gebruikt worden voor de disseminatie. Het nog op te stellen monitoringsprotocol zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de SEV. Communicatie De opgedane kennis vanuit dit project zal gedeeld worden met andere partijen. Hiervoor zal een communicatieplan opgesteld worden. Onderdelen hiervan zullen het opzetten van een website en een handboek zijn. Daarnaast zal medewerking worden verleend aan excursies en presentaties.
7.2 Fasering en planningsschema De planning van dit project bestaat uit de volgende fasen: Gedetailleerd haalbaarheidsonderzoek Overleg RWZI Keuze systeem Ontwerp Aanbesteding Uitvoering Oplevering Start levering Kennisdeling andere initiatiefnemers
maart 2011 – mei 2011 maart 2011 – september 2011 september 2011 oktober 2011 – december 2011 januari 2012 – maart 2012 april 2012 – november 2012 december 2012 januari 2013 januari 2014 ev.
Opmerking: bij de fase ‘keuze systeem’ wordt gekeken naar het gehele complex. Het traject van ontwerp tot start levering omvat de gebouwen laagspanning en kantoren (fase 1). De aansluiting van de overige gebouwen zal hierna volgen, het een en ander is afhankelijk van het gedetailleerde haalbaarheidsonderzoek. Hieronder volgt een korte beschrijving per projectfase. Gedetailleerd haalbaarheidsonderzoek Het uitgangspunt op basis van het haalbaarheidsonderzoek is om een biogasgestookte WKK met biogasgestookte piekketels toe te passen. Uitgangspunt hierbij is dat in de zomer de met de WKK opgewekte warmte met absorptiekoeling naar koude wordt omgezet. In maart 2011 is een verdiepingsslag van het haalbaarheidsonderzoek gestart. Dit om te bepalen wat de beste technische strategie (leidingverloop, fase van aansluiting, exacte vermogenbepaling) is en om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de investeringskosten. Overleg RWZI Het consortium van Waterschap Regge en Dinkel en Twence is in maart 2011 gestart met het ontwikkelen van het afzetprofiel van de restwarmte en/of biogas van de RWZI te Hengelo. Op basis van de verdiepingsslag van het onderzoek door Warmtenet Hengelo kan zij haar afnameprofiel bepalen. Dit vormt de basis voor het onderhandelingstraject. In september 2011 is het go/no-go moment voor het leveringscontract.
Keuze systeem In september dient er op basis van het gedetailleerde haalbaarheidsonderzoek en na het overleg met RWZI gekozen te worden voor de toe te passen energievoorziening bij Eaton (vermogen WKK, change over systeem koeling, leidingverloop, fasering, etc.) Ontwerp In deze fase wordt het systeem verder ontworpen en besteks- en aanbestedingsgereed gemaakt. De benodigde vergunningen worden aangevraagd. Aanbesteding Bij de aanbesteding moet rekening worden gehouden met de Europese aanbestedingsregels. Uitvoering In deze fase wordt het werk uitgevoerd. Oplevering De oplevering van het systeem inclusief de proefdraaifase. Start levering Start operationele fase. Kennisdeling andere initiatiefnemers In deze fase zal de opgebouwde kennis met andere partijen gedeeld worden, conform de voorwaarden van het SEV-project.
8. Ondertekening Ondergetekende(n): -
is/zijn tekenbevoegd namens het consortium; gaat/gaan akkoord met de voorwaarden zoals gesteld in de regelingtekst; verklaren deze aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld.
Naam/namen: Burgemeester en wethouders van Hengelo, namens dezen, Hoofd afdeling Projecten en Subsidies
De heer drs. J.W.M. Reuvers
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3
3 3.1
Inleiding actualisatie van het bedrijfsplan Algemeen De kernwaarden zoals neergelegd in het bedrijfsplan 2009-2038 blijven gehandhaafd: het realiseren van de klimaat- en milieubeleidsdoelstellingen; het stimuleren van het gebruik van restwarmte/duurzame bronnen uit de regio; de vorming van vitale, duurzame coalities en netwerken tussen marktpartijen en de overheid; het vergroten van het aansluitgebied naar andere gemeenten; vergroten van financiële draagkracht en spreiden van risico; de profileringmogelijkheden op energieambities; borgen van publiek belang voor aangesloten bedrijven en huishoudens. Belangrijkste punten bij de actualisatie van 2010 zijn de aangepaste planning voor realisatie van het primaire net. Deze investeringen drukken zwaar op het bedrijfsresultaat. De gebieden Gezondheidspark (groene gebied) en Oldenzaalsestraat (blauwe gebied) zullen als stand-alone ontwikkeld worden. Koppeling met een primair net is dan met name afhankelijk van de balans tussen de inkoop/opwekking van (rest)warmte en de verhoogde lasten van het primaire net. De verwachting is dat met de komst van biogas de noodzaak om de primaire netten aan te leggen financieel en duurzaam opgevangen kan worden. De efficiëntie van warmtenetten wordt verder verbeterd door Lagere temperaturen toe te passen; De hydraulische circuits zo kort mogelijk te houden; Warmtepompen te integreren; Piekketels toe te passen; Buffering te creëren. In de tweede helft van 2009 is onderzoek gedaan naar het realiseren van individuele warmtapwatervoorzieningen. Conclusie uit dit rapport is dat een individuele warmwatervoorziening voor de woningbouw nu niet rendabel te realiseren is. Uitgangspunt van deze actualisatie is dat warmwater voor het tapwater nog steeds via het net geleverd wordt. Op het moment dat innovatieve én effectievere systemen ontwikkeld zijn wordt bekeken of overgegaan kan worden tot duurzame individuele warm tapwatervoorziening. De boomstructuur uit het huidige ontwerp van het primaire net wordt gehandhaafd en in deeltrajecten gerealiseerd. De temperatuurtrajecten zijn flexibel en kunnen variëren. Er worden 2 bufferzones gecreëerd. De uiteinden van het primaire net worden voorzien van kleinschalige bio-energiecentrales en afgestemd op de afname van de deelgebieden. Dit geheel conform het bedrijfsplan 2009. Tevens wordt de restwarmte van Akzo geïntroduceerd waarbij deze als bron voor een warmtepomp wordt gebruikt. Het in geel aangegeven gebied in figuur 1 wordt volledig uitontwikkeld.
3.2
Uitrol in de regio Voor de beoogde uitrol in de regio zijn de eerste contacten gelegd met ondermeer de Regio Twente en de gemeenten Borne, Zwolle en Almelo. Na vaststelling van de strategie door de Stuurgroep zoals in deze actualisatie opgenomen, kan de acquisitie voor de uitrol actief opgenomen worden. Hiervoor is in juni 2010 een Technisch Accountmanager aangetrokken. Deze zal in de maanden juni-augustus 2010 de locatie Hengelo Zuid opstarten. In september 2010 wordt gestart met een quick-scan voor de uitrol. Gezien de resultaten uit de gesprekken zal bij Almelo de hoogste prioriteit liggen. In de quick-scan zal een inventarisatie van de meest kansrijke projecten plaatsvinden gebaseerd op bureaustudie aangevuld met verkennende gesprekken met de betrokken partijen. Dit zal leiden tot een aanvullend bedrijfsplan welke voorgelegd zal worden aan de Stuurgroep. De kosten voor deze quick-scan bedragen € 30.000.
Figuur 1. Mogelijke leveringsgebieden Groen stand alone Blauw stand alone Geel wordt als 1ste fase volledig uitontwikkeld Overige gebieden nader in te plannen
4
Algemene uitgangspunten warmtebedrijf De algemene uitgangspunten van het warmtebedrijf zijn niet gewijzigd. In de tweede helft van 2010 worden wettelijke kaders verwacht met betrekking tot de Warmtewet. Tevens is een aantal uitgangspunten uitgebreid. Tarief Het uitgangspunt bij vaststelling van de tarieven blijft het Niet-Meer-Dan-Anders-principe zoals vastgelegd in het Raadsbesluit 121679 van 12 december 2006. De Warmtewet laat in haar concept AmvB van 23-11-2009 een andere invulling zien. Voorgesteld wordt om gedifferentieerde tarieven te hanteren voor wisselende temperatuurtrajecten met de berekeningsmethodiek van het Raadsbesluit. In de gevoeligheden (zie hoofdstuk 8) wordt de tariefsystematiek vanuit de Warmtewet meegenomen. Producten Dit plan omvat de levering van warmte. Naast warmte zijn ook de opwekking en/of levering van andere duurzame energieproducten, zoals koude en elektra mogelijk. Ook kunnen in de toekomst door het Warmtenet Hengelo andere duurzame diensten aangeboden worden. Samenwerkingsverbanden Om een rendabel bedrijfsplan te behouden is de noodzaak tot samenwerking met marktpartijen vergroot. Investeringen dienen zoveel mogelijk gespreid te worden om de financieringsbehoefte van het Warmtenet Hengelo te minimaliseren. Ook vraagt de markt om samenwerkingsverbanden. De meest voorkomende redenen zijn bedrijfszekerheid en – continuïteit, grip op de zaak houden en inzicht in de rendementen van project te behouden. Organisatiestructuur Bij de Europese Commissie loopt de Staatssteunmelding voor het oprichten van een BV met de provincie Overijssel en gemeente Hengelo als aandeelhouders. Dit proces heeft door diverse oorzaken een veel langere doorlooptijd gekregen dan ingecalculeerd. De termijn waarop een antwoord werd verwacht vanuit Europese Commissie was 7 juni 2010. Echter opnieuw zijn vragen gesteld waardoor een nieuwe datum waarop het besluit verwacht word niet gegeven kan worden. Eerder was al besloten om met de oprichting van de BV hier op te wachten. Een optie is om een holdingstructuur toe te passen. Dit geeft de mogelijkheid om op eenvoudige wijze de samenwerkingsverbanden met marktpartijen én vanuit de ontwikkeling van de uitleggebieden de BV-structuur op te nemen. Hierbij is het trouwens denkbaar om de naam van de holding te veralgemeniseren. Uitvoeringsplannen Dit bedrijfsplan bevat een inschatting van de te realiseren woning- en utiliteitsbouw. Daarnaast kunnen door kansen in uitleggebieden zich nieuwe projecten aandienen. Indien passend binnen de contouren (zie hierna) van dit bedrijfsplan, zullen dergelijke projecten in de jaarlijkse uitvoeringsplannen opgenomen worden. Past het niet binnen de contouren van dit bedrijfsplan, dan zullen dergelijke projecten met een actualisatie van het bedrijfsplan voorgelegd worden aan de Stuurgroep. Contouren bedrijfsplan Door de grote mate van flexibiliteit in projecten en producten is het niet meer mogelijk om een allesbeschrijvend bedrijfsplan te maken. Om niet voor ieder project opnieuw het bedrijfsplan aan te hoeven passen is besloten om de contouren te beschijven waarbinnen projecten uitgevoerd kunnen worden: 1) Minimale CO2-reductie: 2) Minimum IRR (Internal Rate of Return) 3) Minimum TVT (Minimum terugverdientijd) 4) Totaal beslag op benodigd vermogen
50% t.o.v. de referentiesituatie (aardgas) 7,0% eigen vermogen of 1,5% opslag op rente vreemd vermogen < economische levensduur van de infrastructuur moet passen binnen de in het bedrijfsplan opgenomen financiële uitgangspunten voor verkrijging van externe financiering
5.3
Warmte aansluitwaarde met verdeling en koppeling
De vertraging in de bouwrealisatie en de aanhoudende lage gasprijs noodzaken om de realisatie van de gebieden hierop aan te passen. Met name het doortrekken van het primaire net naar het blauwe en gele gebied drukken zwaar op de rentabiliteit. Hierdoor is besloten om deze gebieden voorlopig als stand-alone te realiseren. Gebied 1(geel) heeft voldoende schaalgrootte om stapsgewijs te worden voorzien van duurzame energie en aan te sluiten op een decentrale bio-energiecentrale, alsmede toekomstige aansluitingen naar Twence en/of AkzoNobel. Gebied 2(groen) is in eerste instantie een stand-alone duurzaam gebied met toekomstige koppelingen richting het ziekenhuis en aanverwante verzorgingstehuizen in de omgeving, evenals richting mogelijke toekomstige uitbreidingen op industrie- en/of kantorengebieden en Bornsche Maten. Gebied 3 (blauw) is in eerste instantie een stand-alone duurzaam gebied; afhankelijk van een succesvolle ontwikkeling van grootschalige utiliteitsbouw. Gebied 2 en 3 kunnen in de toekomst met gebied 1 gekoppeld worden.
Figuur 2. Gedefinieerde gebieden Wanneer deelgebieden voldoende afname genereren, worden bio-centrales geplaatst in vermogens van 5 – 7 MW zijnde 50% van het benodigde vermogen.
6
Ontwerpparameters
De ontwerpparameters zijn in deze actualisatie ongewijzigd maar voor het overzicht toch bijgevoegd. In dit bedrijfsplan wordt uitgegaan van het leveren van warmte voor ruimteverwarming en voor warm tapwater bereiding. De ontwerpparameters en ontwerpcriteria zijn onderstaand weergegeven. Temperatuurniveau Per onderstation of deelgebied wordt gekeken welk temperatuurniveau toegepast wordt. Temperatuurniveaus kunnen afhankelijk van de buitentemperatuur middels flexibel in te stellen stooklijnen per onderstation worden geregeld. Secundaire netten hebben de volgende temperatuur mogelijkheden Woningbouw met warmwatervoorziening via het net. Aanvoertemperatuur 70 °C Retourtemperatuur 40°C Via buffering in de zomer zal de aanvoertemperatuur flexibel tussen de 60 en 70°C worden geregeld, om te kunnen voldoen aan de legionella preventie. Binneninstallatie voorzien van standaardradiatoren. Woningbouw zonder warm tapwatervoorziening via het net. Aanvoertemperatuur 60/55 °C Retourtemperatuur 30/25 °C Binneninstallatie voorzien van laag temperatuursysteem (vloerverwarming of gelijkwaardig). Utiliteit Aanvoertemperatuur 60 – 70 – 80 - 90 °C Retourtemperatuur 30 – 40 – 50 - 60 °C Primaire netten zullen zoveel mogelijk op een temperatuur geregeld worden van 60°C aanvoer en een retourtemperatuur variërend tussen de 30 en 40°C. Toegepast worden toergeregelde pompen: Ontwerpsnelheden Primair net tussen de Secundair net tussen de
3 en 4 m/sec 1 en 2 m/sec
Drukklasse Primair net Secundair net
PN 10 bar PN 6 bar
Materiaalklasse Primair net Secundair net
Staal – PUR - PE of kunststof Staal – PUR – PE of kunststof
7
Milieuprestaties
De uiteindelijke CO2-emissie reductie is afhankelijk van de toe te passen duurzame (rest)bronnen en de ontwikkeling van de bouwrealisatie. Daarom wordt nu ook niet de totale CO 2-reductie in ton vermeld maar in een percentage. Bij de opstart zal gewerkt worden met tijdelijke voorzieningen op aardgas. De verwachting is dat vanaf 2012 de duurzame energievoorzieningen operationeel zijn. Daarnaast zullen de piekvoorzieningen voorlopig draaien op aardgas. Op het moment dat hiervoor biogas beschikbaar komt kan naar een totaal CO2-neutraal warmtenet toegewerkt worden. Benutting restwarmte AkzoNobel De benutting van de restwarmte van AkzoNobel is CO2-neutraal. Opwaardering met een warmtepomp op grijze stroom levert een CO2-reductie1 van ca 30%. Indien de elektra uit de BioWKK kan worden gebruikt wordt een CO2-reductie van ruim 70% benaderd indien de piekvraag op conventionele wijze wordt gemaakt. De koudelevering is indien gebruik wordt gemaakt van groene stroom nagenoeg 100% CO2-neutraal. Bio-WKK Warmte uit de Bio-WKK is CO2-neutraal. Indien de piekvraag op conventionele wijze wordt gemaakt kan een CO2-reductie van minimaal 70% worden bereikt. Warmtepompsysteem Voor de stand-alone situaties waarbij gebruik gemaakt wordt van een warmtepompsysteem (voor zowel de levering van de warmte als koude) wordt bij de warmtelevering een CO 2-reductie bereikt van ca 30% indien aangesloten op grijze stroom. Indien de elektra uit de Bio-WKK kan worden gebruikt wordt een CO2-reductie van ruim 70% benaderd indien de piekvraag op conventionele wijze wordt gemaakt. De koudelevering is indien gebruik wordt gemaakt van groene stroom nagenoeg 100% CO2-neutraal. De locatie Hengelo Zuid realiseert een CO²-reductie boven het ambitieniveau van 50 % als weergegeven op pagina 32 van het bedrijfsplan 2009 (ambitieniveau van 50 % voor het totale leveringsgebied van het warmtenet in Hengelo). Voor het jaar 2015 levert deze locatie al een CO2reductie van 700 ton CO2. Aangezien de uitrol in de regio op dezelfde strategie wordt uitgevoerd, zal hier ook een CO 2besparing van minimaal 70% mogelijk moeten zijn e.e.a. afhankelijk van de beschikbare lokale (rest)bronnen.
1
1 GJ warmte opgewekt door gas heeft een uitstoot van 44,7 kg CO2 1 GJ wamte opgewekt door een warmtepomp obv restwarmte heeft een uitstoot van ca. 30 kg CO2
8
Conclusies haalbaarheidsberekening
De berekeningen zijn in overleg met de werkgroep techniek bijgesteld en uitgewerkt in bijlage 10.3. Voor de actualisatie 2010 is alleen de op de huidige crisissituatie geënte woningbouwrealisatie in de base case meegenomen (dus geen utiliteitsbouw). De conclusie is dat deze actualisatie de worst case van het bedrijfsplan 2009 benadert. 8.1
Samenvatting rekensheet
Om de financiële haalbaarheid te kunnen analyseren is de rekensheet uit bijlage 10.3 gebruikt om per scenario de uitgangpunten door te rekenen. In deze actualisatie zijn dezelfde uitgangspunten toegepast als in het bedrijfsplan 2009 Op een aantal punten heeft een verdiepingsslag plaatsgevonden doordat deze getoetst zijn aan de huidig uitgevoerde projecten. Zie bijlage 10.2.
Actualisatie 2010 Over totale looptijd bedrijfsplan IRR voor belasting incl. restwaarde IRR na belasting incl. restwaarde IRR voor belasting excl. Restwaarde IRR na belasting excl. restwaarde NCW (5,5%) incl. restwaarde voor belasting NCW (5,5%) incl. restwaarde na belasting NCW (5,5%) excl. restwaarde voor belasting NCW (5,5% excl. restwaarde na belasting
4,4% 3,3% 2,4% <0%
9.094 k€ 7.048 k€
-5.061 k€ -7.107 k€
Investeringen Aansluitbijdragen
36.645 k€
Netto investeringen
15.088 k€
Onderhoud en monitoring AK
10.554 k€ 10.093 k€
Totaal O/M AK
21.557 k€
20.647 k€
Vastrecht
35.202 k€
Warmte-inkoop Warmteverkoop
64.809 k€
Exploitatiekosten
40.546 k€
Winst na belasting
16.296 k€
110.924 k€
Resultaten haalbaarheidsberekening(genoemde bedragen inclusief indexatie en inflatie
8.2
Gevoeligheden
Op basis van de gevoeligheden uit het bedrijfsplan 2009 en de wijzigingen van uitgangspunten zijn de volgende gevoeligheden onderzocht: a) Tarieven gebaseerd op concept-AmvB Warmtewet (aansluitbijdrage € 1.500 /wo, vastrecht € 470/jaar wo) b) Facturatiebedrag op basis van € 25/woning c) Warmte-inkoopprijs vanaf 2013 naar € 7/GJ door gebruik restwarmte AkzoNobel d) Utiliteitsbouw van 100.000 m2 in 10 jaar tijd. e) Aansluitbijdrage € 3.500 en warmteverlies 10% (toepassing laag temperatuur)
IRR na belasting met restwaarde Terugverdientijd
Actualisatie 2010 3,3%
a.
b.
c.
d.
e.
3,8%
4,0%
4,5%
5,0%
2,7%
27,5 jaar
26,1 jaar
26,3 jaar
24,6 jaar
24,6 jaar
28,3 jaar
De conclusie die je uit de gevoeligheidsanalyse kunt trekken is dat het neergezette scenario echt beschouwd kan worden als worst case scenario. Daarnaast zijn door de gekozen strategie de grootste (negatieve) gevoeligheden vanuit het bedrijfsplan 2009 geminimaliseerd. Het actief uitwerken van de optie met restwarmte van AkzoNobel heeft hoge prioriteit.
Actualisatie 2010
Bouwscenario vastgesteld leveringsgebied Woningen (aantal) Gestapelde nieuwbouw Gestapelde bestaande bouw Grondgebonden nieuwbouw 1.824Grondgebonde n bestaande bouw Totaal:
gerealiseer d 24
201 0 21
201 1 281
201 2 132
201 3 245
201 4 174
201 5 132
201 6 30
totaa l 1.729
0
0
0
15
30
30
50
50
1.345
67
67
21
112
116
81
135
92
50
0
0
0
10
0
20
30
30
810
42
393
248
326
379
294
150
5.70 8
Totaal (rechterkolom) is t/m 2039 2010 – 2015 Conform woningbouwlocatielijst gemeente Hengelo 2016 – 2039 Aanname (jaarlijks gelijk)
Utiliteit (m2 BVO) Nieuwbouw Bestaande bouw Totaal 2009 – 2013 2014 – 2039
gerealiseerd 55.000
2010
2011
2012
2013
2014
5.000 0 5.000
27.000 0 27.000
18.000 0 18.000
27.000 0 27.000
12.000 5.000 17.000
2015 12.000 5.000 17.000
Totaal 444.000 130.000 557.000
Op basis van projectenlijst gemeente Hengelo Aanname (jaarlijks gelijk)
Op basis van bovenstaand scenario zijn de investeringen voor het gehele gebied bepaald. Voor het gebied Hengelo Zuid is hieruit onderstaande bouwscenario vastgesteld. Bouwscenario Hengelo Zuid De in het bedrijfsplan 2009 benoemde bestaande woningbouw is voornamelijk gerelateerd aan het gebied Hengelo Zuid en daarom 1- op-1 overgenomen. Woningen (aantal) Gestapelde nieuwbouw Gestapelde bestaande bouw Grondgebonden nieuwbouw 1.824Grondgebonde n bestaande bouw Totaal:
gerealiseer d 24
201 0 21
201 1 216
201 2 93
201 3 150
201 4 174
201 5 91
201 6 41
totaa l 1.596
0
0
0
15
30
30
50
50
1.345
67
21
78
89
81
59
113
83
678
0
0
0
10
0
20
30
30
810
42
294
207
261
283
284
204
4.42 9
De bestaande bouw is verhoogd van 1.820 naar 2.155 stuks. Het grootste deel hiervan zal vanuit het woningbestand van de woningbouwcorporatie komen. De aantallen zijn bepaald op een quickscan. Voor dit onderdeel wordt in 2010 een renovatieplan samen met Welbions geschreven.
Warmtevermogen Voor de berekening van de vermogensopbouw zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld (inclusief gelijktijdigheid). Hierbij is rekening gehouden met lagere vermogens ten gevolge van verwachte EPc-verlagingen. Nieuwbouw
2009 - 2012
2016 - 2020
4,70 kW
2013 – 2015 4,23 kW
3,53 kW
2021 2038 3,29 kW
vermogensvraag gestapelde woning (incl. gelijktijdigheid 60%) vermogensvraag grondgebonden woning (incl. gelijktijdigheid 60%) vermogensvraag utiliteit (gem. kantoor) (incl. gelijktijdigheid 100%)
6,80 kW
6,12 kW
5,10 kW
4,76 kW
50,0 W/m2 BVO
47,5 W/m2 BVO
42,5 W/m2 BVO
40,0 W/m2 BVO
Bestaande bouw
2009 - 2012
2016 - 2020
vermogensvraag gestapelde woning (incl. gelijktijdigheid 60%) vermogensvraag grondgebonden woning (incl. gelijktijdigheid 60%)
6,60 kW
2013 – 2015 5,94 kW
4,95 kW
2021 2038 4,62 kW
9,50 kW
8,55 kW
7,13 kW
6,65 kW
vermogensvraag utiliteit (gem. kantoor) (incl. gelijktijdigheid 100%)
70,0 W/m2 BVO
66,5 W/m2 BVO
59,5 W/m2 BVO
56,0 W/m2 BVO
Warmtevraag Voor de berekening van de netto warmtevraag zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld. Hierbij is rekening gehouden met verminderde warmtevraag ten gevolge van verwachte EPcverlagingen. Nieuwbouw warmtevraag gestapelde woning (incl. 6,0 GJ warm tapwater) warmtevraag grondgebonden woning (incl. 8,0 GJ warm tapwater) vermogensvraag utiliteit (gem. kantoor) (excl. warm tapwater)
2009 - 2012 23,00 GJ
2013 - 2015 19,55 GJ
2016 - 2020 16,10 GJ
2021 – 2038 14,95 GJ
33,00 GJ
28,05 GJ
23,10 GJ
21,45 GJ
0,15 GJ/m2 BVO
0,14 GJ/m2 BVO
0,12 GJ/m2 BVO
0,11 GJ/m2 BVO
Bestaande bouw warmtevraag gestapelde woning (incl. 6,0 GJ warm tapwater) warmtevraag grondgebonden woning (incl. 8,0 GJ warm tapwater) vermogensvraag utiliteit (gem. kantoor) (excl. warm tapwater)
2009 - 2012 32,20 GJ
2013 - 2015 27,37 GJ
2016 – 2020 22,54 GJ
2021 - 2038 20,93 GJ
46,2 GJ
39,27 GJ
32,34 GJ
30,03 GJ
0,21 GJ/m2 BVO
0,19 GJ/m2 BVO
0,17 GJ/m2 BVO
0,16 GJ/m2 BVO
Warmteverliezen 2009 – 2038
15,0 %
(Toelichting) Tarieven 2009 Woningbouw nieuwbouw Woningbouw bestaande bouw
Aansluitbijdrage 4.507,00 € 2.500,00 €
Vastrecht 277,65 €/jaar 277,65 €/jaar
Warmte 24,64 €.GJ 24,64 €/GJ
Utiliteit nieuwbouw Utiliteit bestaande bouw
85,00 €/kWth 85,00 €/kWth
12,00 €/kWth.jaar 12,00€/kWth.jaar
18,00 €/GJ 18,00 €/GJ
Door de dalende gasprijs zijn de tarieven voor warmte (NMDA-principe) aangepast. De aansluitbijdrage van 4.500 € is afgestemd op levering van 70/40°C. Voorstel om deze te verlagen naar 3.500 € voor het afstemmen op een laag temperatuurtraject 55/25°C. Met deze lagere temperaturen wordt het rendement van het net hoger en kan effectiever gebruik gemaakt worden van ondermeer de restwarmte van AkzoNobel. Daarnaast is er een concept AMvB voor de warmtewet betreffende NMDA-methodiek. De gevolgen hieruit zijn verwerkt in de gevoeligheid. Tarieven 2010 Woningbouw nieuwbouw Woningbouw bestaande bouw
Aansluitbijdrage 4.500,00 € 2.500,00 €
Vastrecht 277,65 €/jaar 277,65 €/jaar
Warmte 17,50 €.GJ 17,50 €/GJ
Utiliteit nieuwbouw Utiliteit bestaande bouw
85,00 €/kWth 85,00 €/kWth
12,00 €/kWth.jaar 12,00€/kWth.jaar
16,00 €/GJ 16,00 €/GJ
De tarieven zijn gebaseerd op het Niet Meer Dan Anders Principe en op een 70/40°C. Voorstel om de aansluitbijdrage te differentiëren voor een laagtemperatuursysteem naar € 3.500,00. De aansluitbijdrage van 3.500 €/woning geldt indien de afgiftesystemen in de woning gebaseerd zijn op een laag temperatuursysteem en de (toekomstige) mogelijkheid tot hoog temperatuur koeling. Deze is als gevoeligheid berekend. De concept AmvB Warmtewet heeft een andere benadering voor het berekenen van de Aansluitbijdrage en het Vastrecht. De ketelkosten worden nu niet meer verwerkt in de aansluitbijdrage, maar in het vastrecht. Deze is in de gevoeligheid meegenomen. Voor de utiliteit worden tarieven op maat gemaakt; hierboven zijn de gemiddelden weergegeven op basis van het geïndexeerde bedrijfsplan 2009.
Bijlage 4
Bedrijfsplan Westermaat Algemeen
Inleiding In het bedrijfsplan 2009 Warmtenet Hengelo is aangegeven dat bestaande bouw goede kansen voor verduurzaming biedt. Als uitleggebied is dan ook de locatie Westermaat aangegeven. Dit bedrijfsplan is specifiek voor de Westermaat geschreven. Het eerste gedeelte bevat de haalbaarheid van Westermaat Noord, het gedeelte ten noorden van de A1. De keuze voor Westermaat is gebaseerd op de leeftijd van gebouwen op deze locatie waardoor een groot deel binnen enkele jaren haar ketelinstallatie zal moeten vervangen. Dit bedrijfsplan geldt als aanvulling op het reeds bestaande bedrijfsplan. Alleen die zaken die afwijken en/of specifiek voor de locatie Westermaat gelden, zijn hierin beschreven. Westermaat Voor dit bedrijfsplan is Westermaat verdeeld in Zuid (ten zuiden van de A1) en Noord (ten noorden van de A1). Westermaat Zuid is verdeeld in vier gebieden: blauw, oranje, paars en groen. Westermaat Noord is verdeeld in drie gebieden: rood, grijs en groen
Bedrijfsplan Westermaat Noord
Zie voor een gedetailleerdere beschrijvingen van de diverse bedrijvenlocaties bijlage I. Ontwikkelstrategie Elk gebied wordt als stand alone situatie benaderd. De bestaande gebouwinstallatie wordt overgenomen en indien nodig op niveau gebracht. Deze installaties blijven als stand-alone in bedrijf tot dat de minimale warmteprijs behaald is. Op dat moment wordt elk gebied voorzien van een primair net in de vorm van een ring. De warmte/koude wordt duurzaam opgewekt in het Warmteoverdrachtstation (WOS). Vervolgens kunnen de ringen met elkaar gekoppeld worden en desgewenst centraal van duurzame energie voorzien worden. Koppeling vindt alleen plaats indien dit noodzakelijk is vanuit: redundantie de centrale energievoorziening is goedkoper en/of duurzamer 2. Voor Westermaat Noord zal het primaire net in eerste instantie als boomstructuur aangelegd worden. De ontwikkeling naar een ring wordt alleen gedaan op het moment dat koppeling met andere uitleggebieden plaatsvindt. Vermogensopbouw Voor de globale haalbaarheidsberekening is gebruik gemaakt van de standaard uitgangspunten zoals in Bedrijfsplan 2009 toegepast. Voor Westermaat Noord is aangehouden dat deze in vijf jaar tijd aangesloten is
2
De totale kosten voor de extra investeringen (opwekinstallatie, leidingwerk, etc.) worden verrekend naar een warmte-inkoopsprijs per GJ. Deze dient dan lager te zijn dan wat nu voor de inkoop wordt betaald.
Het vermogen is 0,04 W/m2. (lager dan gemiddeld, omdat enkele bedrijven hun eigen warmte genereren door bijvoorbeeld bezoekers). 50% van het vermogen wordt verduurzaamd de piek wordt bijgestookt met, bij voorkeur, de eigen installaties. Uitgangspunten Westermaat Noord vermogen 21,2 MWth (drie deelcentrales van circa 3-5 MWatt) Warmtevraag 77.500 GJ Eaton + ten noorden van Eaton Campus Ikea
240.000 m2 140.000 m2 160.000 m2
Totaal circa 70 aansluitingen Duurzame installatie Duurzame installatie is bij voorkeur een verbrandingseenheid (olie, gas of hout). Bij olie en gas een WKK en bij hout een ketel. Bij de WKK is het vermogen van de restwarmte 10 MWth. De opgewekte elektra 15 MWe via de SDE-regeling laten lopen. In de zomer bij lage warmtevraag gaat de duurzame installatie uit bedrijf, tenzij de elektraprijs dusdanig hoog is dat je er op kunt verdienen. Hierdoor kunnen 5000-6000 draaiuren behaald worden. Op deze locatie wordt een stook installatie toegepast (biogas of hout). Voorkeur voor een biogasleiding naar drie deelcentrales. De deelcentrales bestaan uit WKK met buffering. Hierdoor is een temperatuurtraject van 90/60°C mogelijk in het primaire net, wat geschikt is voor de bestaande installaties. Tarieven De tarieven zijn gebaseerd op de AMvB van de Warmtewet. Per project wordt maatwerk geleverd. De insteek is het NMDA-prinipe; waar mogelijk zal een voor de klant gunstiger aanbieding worden gedaan. Omdat het bestaande bouw betreft zal er geen aansluitbijdrage gevraagd worden. WNH biedt aan om de installatie inclusief onderhoud en beheer over te nemen. Hiervoor zal elke installatie afzonderlijk getaxeerd worden. Het vastrecht (12 €/kWth) is gebaseerd op de componenten: a. Vaste lasten Gas b. Gebruikskosten CV-ketel Ad b.
Hieronder vallen de kapitaalslasten van een CV-ketel, onderhoudskosten en meetkosten.
De warmteprijs is gebaseerd op vermeden gasverbruik. Voor de haalbaarheidsberekening is uitgegaan van een minimale warmteprijs van 22 €/GJ. Tot het moment dat dit niveau bereikt wordt, wordt gestookt met de eigen installaties. Vanaf het moment dat de minimale warmteprijs bereikt wordt of de warmteinkoopsprijs naar verhouding lager is, wordt het warmtenet aangelegd. Acquisitie WNH biedt voor het bedrijventerrein een nieuw product aan,dat meteen goed in de markt gezet moet worden. Een goede en positieve indruk is belangrijk om de afnemers te interesseren en te laten beslissen om mee te doen. Zij zijn de ambassadeurs van WNH er is geen betere reclame, dan mond tot mond reclame.
Een professionele uitstraling Wat gecommuniceerd moet kloppen Inschakelen van de plaatselijke media (krant en radio) Vooraankondiging plannen+ planning WNH
De afnemers worden uitgenodigd door middel van een persoonlijke benadering en/of een mini symposium Meer dan 50% CO2 reductie WNH ontzorgt. WNH neemt het onderhoudscontract over van Uw ketel installatie. WNH neemt Uw ketel installatie over,behoudens de binneninstallaties. Uw installatie wordt uitgebreid met een afleverset geleverd en geïnstalleerd door WNH, deze wordt gekoppeld met de ketel installatie. De ketel gaat als back up dienen voor calamiteiten en wordt tevens ingezet als piekketel. De kosten voor het gasverbruik en het vastrecht van Uw energie leverancier neemt WNH over,u betaald een eenmalige bijdrage en een jaarlijks vastrecht op maat gemaakt voor de afnemer. De overlast wordt tot een minimum teruggebracht deze blijft beperkt tot de ketelruimte en buiten het gebouw. Om een beter energielabel te verkrijgen kan WNH een energiescan verzorgen. WNH neemt deze acquisities zelf ter hand eventueel met ondersteuning van de media en een extern communicatie bureau.
Kosten gebaseerd op geheel Westermaat: Acquisitie uren benodigd voor de 500 bedrijven gemiddeld 1½ uur per bezoek met presentatie; Het houden van maximaal 5 mini symposiums, gemiddeld 4 uur; Het uitbrengen van een offertes gemiddeld 1 uur, per bedrijf; Brengt het totaal op 1270 uur verdeeld over 4/5 jaar dat is plus minus 300 uur per jaar. Externe kosten voor het houden van mini symposiums,media, communicatie en marketing middelen ca. €50.000. In bovengenoemd overzicht zijn geen projectkosten en projecturen opgenomen. Financiën Extra kosten in opstartfase: Jaar 1 € 50.000 Jaar 2 € 40.000 Jaar 3 € 30.000 Jaar 4 € 20.000 Jaar 5 € 10.000 Acquisitiekosten Jaar 1 t/m 5 € 30.000 Investeringskosten 3 deelcentrales Primair net (3,5 km) Secundair net (70 aansl) Gebouw (70 aansl)
€ € € €
3.400.000 3.500.000 2.000.000 1.000.000 (incl. kosten overname installatie/vernieuwing)
De inkoopsprijs is inclusief de investeringen om de betreffende biobrandstof naar de centrale opwekking te krijgen. Verkoop elektriciteit vanuit de WKK is een jaarlijkse stelpost PM Uitgangspunt is dat alle benodigd vermogen extern gefinancierd dient te worden. In de haalbaarheidsberekening is geen rekening met subsdies gehouden. Gasprijsstijging 3% Resultaten (exclusief inflatie) IRR na belasting 4,2% TVT 22 jaar NCW (5,5%) na belasting -1,6 mln Let op: alles gefinancierd met vreemd vermogen, dus de IRR zit boven het risicoprofiel van de gemeente Hengelo (1,5%).
Gevoeligheidsanalyse Doordat het tempo van de investeringen meeloopt met het aantal aansluitingen zitten daar geen gevoeligheden. Gasprijs: Aangezien investeringen lopen vanaf het moment dat de minimale warmteprijs is bereikt, is dit geen gevoeligheid. De stijging van de gasprijs zal een positief effect hebben. Percentage aansluitingen: Bij 10% minder aansluitingen (m2) wordt een IRR van 0% behaald. Indien voor de e-opbrengsten een stelpost ingevuld wordt van € 50.000,- gaat de IRR naar 5,0% Kansen en bedreigingen De grootste bottle-neck is deelname van de bedrijven. Door het overkopen van de huidige installatie inclusief onderhoud en beheer wordt de klant ontzorgt. Het aanbieden van een energiescan kan de klant over de streep trekken, echter deze kosten van circa 50.000,- is niet meegenomen in de haalbaarheidsberekening. Het verkrijgen van een lening voor de financieringsbehoefte van circa 9,3 mln euro. De grootste kans is het verkrijgen van subsidies. Het is uniek in Nederland om op een bestaand kantorenlocatie een warmtenet aan te leggen.
Aandachtspunten: Energiescan als item om binnen te komen
Westermaat Zuid Het gebied Westermaat Zuid is in vier deelgebieden verdeeld. De haalbaarheid is berekend op basis van het totale gebied. Hieronder zijn de uitgangspunten vermeld. De voorgestelde methode van acquisitie en overname bestaande installaties zoals bij Westermaat Noord zijn ook hier van toepassing.
Het uitgangspunt is dat er voor de gebouwen een energiescan is uitgevoerd en dat maatregelen zijn getroffen zodat het energetisch niveau van nieuwbouw wordt bereikt. Het uitvoeren van de energiescan kan door WNH De investeringen voor de duurzame energievoorzieningen starten op het moment dat een minimale verkoopprijs van 22,00 €/GJ wordt behaald (dan start jaar 1 van de aalbaarheidsberekening) Totaal aansluitingen Realisatie BVO WOS (4 x 500.000) Primair leidingnet (8,0 km a € 800,00) Secundair leidingnet (13,0 km) Overname bestaande aansluiting Overige kosten Vermogen (50 W/m2) Warmtevraag (0,15 GJ/m2)
274 15 jaar 600.000 m2 € 2.000.0000 € 6.400.000 € 8.450.000 € 15.000 per aansluiting € 200.000 afbouwend met 20.000 per jaar
De centrale energieopwekking gebeurd door het koppelen van de ringen hetzij door biogasleidingen, hetzij door warmtenet leidingen. Deze post is in de berekening niet meegenomen. Uitgangspunt is dat de koppelingskosten zich terugverdienen door lagere warmteinkoopsprijzen. Resultaten (exclusief inflatie) Op basis van de gehanteerde uitgangspunten (inclusief Inflatie) is het geen haalbaar project. Indien een subsidie van 2.000.000 wordt gegeven: IRR na belasting 2,8% (met restwaarde) TVT 26 jaar NCW (5,5%) na belasting @ mln Let op: alles gefinancierd met vreemd vermogen, dus de IRR zit boven het risicoprofiel van de gemeente Hengelo (1,5%). Gevoeligheidsanalyse Doordat het tempo van de investeringen meeloopt met het aantal aansluitingen zitten daar geen gevoeligheden. Gasprijs: Aangezien investeringen lopen vanaf het moment dat de minimale warmteprijs is bereikt, is dit geen gevoeligheid. De stijging van de gasprijs zal een positief effect hebben. Percentage aansluitingen: cruciaal. Bij 5% minder aansluitingen (m2) wordt een IRR van 0% behaald. E-opbrengsten zijn niet meegenomen. Kansen en bedreigingen De grootste bottle-neck is deelname van de bedrijven. Door het overkopen van de huidige installatie inclusief onderhoud en beheer wordt de klant ontzorgt. Het aanbieden van een energiescan kan de klant over de streep trekken, echter deze kosten van circa 250.000,- is niet meegenomen in de haalbaarheidsberekening. Het verkrijgen van een lening voor de financieringsbehoefte van circa 23 mln euro. De grootste kans is het verkrijgen van subsidies. Het is uniek in Nederland om op een bestaand kantorenlocatie een warmtenet aan te leggen.
Plangebied Westermaat (bron: Bestemmingsplan) Hoewel het plangebied in het geheel als werkgebied is aan te merken, zijn er binnen het plangebied gebieden met een verschillend karakter te onderscheiden. Dit onderscheid kan zowel ruimtelijk zijn (bijvoorbeeld voor wat betreft de schaalgrootte van de gevestigde bedrijven) of functioneel (voor wat betreft het type bedrijvigheid) of een combinatie van beide. De volgende deelgebieden onderscheiden: 1. IJsselmij terrein; 2. Westermaat zuidwest; 3. Westermaat zuidoost; 4. Westermaat Plein; 5. Westermaat Campus; 6. Westermaat Expres. \In onderstaande afbeelding is de ligging van de verschillende deelgebieden weergegeven.
Ruimtelijke karakteristiek Het bedrijventerrein Westermaat kent een grote diversiteit wanneer het gaat om de ruimtelijke kwaliteit. Deze diversiteit komt voort vanuit de gefaseerde ontstaansgeschiedenis van het gebied. Binnen de afzonderlijke deelgebieden is vaak wel sprake van onderlinge samenhang. IJsselmij terrein Het deelgebied IJsselmij terrein is van oorsprong één van de oudere industriegebieden binnen Hengelo. De ouderdom van het terrein is goed af te leiden in het gebied rond het noordelijk deel van de Slachthuisweg. Hier is nog een deel van de oorspronkelijke bedrijfsbebouwing aanwezig, thans in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw, waar zich overwegend autohandel heeft gevestigd. Hoewel een deel van de bebouwing (overwegend baksteen architectuur) als karakteristiek kan worden aangemerkt draagt de staat van onderhoud in negatieve zin bij aan de belevingswaarde van het gebied. De matige uitstraling van het gebied wordt versterkt door de buitenopslag (auto's), verharding en het ontbreken van groen. Recent is het zuidelijk deel van het gebied gerevitaliseerd. Het gebied rond de Turbinestraat kent een moderne opzet, met kleinschalige eenheden. In de overgang naar het aangrenzende woongebied zijn woon-werk eenheden gerealiseerd. Het gebied heeft een hoogwaardige uitstraling. Er is veel aandacht besteed aan de beeldkwaliteit van de afzonderlijke
bedrijfspanden, waarbij verschillende materialen (glas, steen, metaal, hout, beton) en kleuren zijn toegepast. Het aanwezige groen maakt integraal deel uit van de stedenbouwkundige opzet van het gebied. De Berflobeek wordt deels door een groenzone begeleid. Het gebouw van Essent is, vanwege de ronde vormgeving van het gebouw, een blikvanger in het gebied. De overige bebouwing in het gebied heeft een overwegend bedrijfsmatige en functionele uitstraling in de vorm van bedrijfshallen met kantoren. De hoogte van de bebouwing in het gebied varieert tussen de 3 en 10 meter. Een uitzondering hierop is het gebouw van Essent met een hoogte van circa 20 meter. Westermaat Zuidwest Westermaat zuidwest is het grootste deelgebied. De rioolwaterzuiveringsinstallatie en het Expo-Center zijn twee functies die gezamenlijk een aanzienlijk ruimtebeslag leggen op het gebied. De ruimtelijke kwaliteit in het gebied wisselt sterk. Moderne panden worden afgewisseld door panden met een meer gedateerde uitstraling. De voorzijde van de kavels is veelal ingericht ten behoeve van het parkeren, terwijl opslag overwegend aan de achterzijde is gesitueerd. Er is geen sprake van een strakke rooilijn, de voorgevels verspringen ten opzichte van elkaar. In het algemeen staat de bebouwing dicht op elkaar en bestaat overwegend uit één of twee lagen. Grote bedrijfshallen wisselen kleinere bedrijfspanden af. Binnen het deelgebied zijn meerdere braakliggende percelen te vinden, met name in het gebied langs het spoor. Deze gebieden kennen een gebruik als grasland, wat samen met het groen langs wegen en enkele groenstroken op het bedrijventerrein bijdraagt aan de groenstructuur van het plangebied. De Berflobeek welke door het plangebied stroomt is weliswaar genormaliseerd, maar geheel in het groen ingebed. In het gebied rond de Hassinkweg, de Vosboerweg, de Westermaatsweg en de Asveldweg komen bedrijfswoningen voor. Westermaat Zuidoost In de jaren negentig van de vorige eeuw is het deelgebied zuidoost ontwikkeld. Het gebied, met een hoog aandeel kantoorhoudende bedrijven, heeft een hoogwaardige uitstraling. Niet alleen is aandacht besteed aan de individuele uitstraling van de afzonderlijke bedrijfspanden, ook is aandacht besteed aan de afstemming op omliggende bebouwing en de omgeving, waarbij ritmiek en herhaling in de vormgeving is toegepast. Het gebied kent een lager bebouwingspercentage dan bijvoorbeeld het deelgebied zuidwest, maar wel mogelijkheden voor een grotere bouwhoogte. Als gevolg hiervan is sprake van een sterkere individuele presentatie van de panden. De gemiddelde bouwhoogte ligt tussen de 10 en 15 meter. Een enkel gebouw (stadskantoor) heeft een hoogte van 30 meter en fungeert daarmee als blikvanger in het gebied. Langs de wegen in het gebied zijn groenstroken aangelegd, waarbij de grens tussen openbaar en privé door middel van hagen is vormgegeven. Langs de doorgaande wegen zijn grotere aaneengesloten groenzones aangelegd, hierdoor wordt het parkachtige karakter van het gebied nog sterker benadrukt. De Houtmaatleiding, welke aan de noordzijde van het plangebied stroomt, is in de groenstructuur ingepast. Westermaat Plein Westermaat Plein is één van de recente uitbreidingen van het gebied Westermaat. Het terrein gelegen aan de noordzijde van de Rijksweg A1 is ingericht ten behoeve van grootschalige detailhandel en perifere detailhandel met een grootschalig karakter. Detailhandel, horeca en parkeren zijn de belangrijkste functies. De stedenbouwkundige opzet van het gebied is zodanig dat een door wanden omsloten plein is gecreëerd. Het plein is ingericht ten behoeve van het parkeren. De wanden worden gevormd door grote bouwvolumes waarin de retailfuncties zijn ondergebracht. De bebouwing presenteert zich zowel naar het plein als naar de buitenzijde. Op maaiveld is de dominante aanwezigheid van de parkeerfunctie verzacht door afwisseling tussen parkeren en groenvoorzieningen in een onregelmatig patroon. De looproutes worden begeleid met boombeplanting in de vorm van berken en elzen. Een door lage muurtjes begrensde 'laan' markeert de toegang naar de parkeerplaatsen. De vanaf de Rijksweg goed zichtbare reclamemasten vormen een belangrijk element in de herkenbaarheid (beeldmerk) van het gebied. De vormgeving van de masten is een verwijzing naar de zouttorens die van oorsprong in de regio voorkomen. Het gebied heeft een hoogwaardige en moderne uitstraling. De bebouwing heeft overwegend een hoogte van circa 10 tot 15 meter. De Amerikalaan kent een profiel zoals dat wordt nagestreefd in heel Westermaat: gescheiden rijstroken met een dubbele laanbeplanting in groene bermen. De bestaande beken zijn gehandhaafd en delen het gebied in twee delen. De oevers zijn op natuurlijke wijze ingericht en bieden zoveel mogelijk ruimte voor ecologische ontwikkeling. In
de zuidwest hoek van het gebied liggen enkele paddenpoelen. Aan de zijde van de A1 is een open groenstrook gerealiseerd, waarin retentievijvers zijn ondergebracht. Westermaat Campus Het deelgebied Campus is momenteel nog volop in ontwikkeling. Het is de meest recente ontwikkeling, waarbij wordt gestreefd naar een zeer hoogwaardig bedrijvenpark met een hoogwaardige uitstraling en hoge belevingswaarde. Om dit te kunnen bereiken is gekozen voor uitgifte in een relatief lage dichtheid. Hierdoor ontstaat veel ruimte voor de gewenste groene, parkachtige uitstraling van het gebied. Centraal in het gebied ligt een grote waterpartij welke tevens als retentievijver dienst doet. Om het groene en open karakter van het gebied te versterken is het omheinen/afrasteren van individuele percelen niet toegestaan. Het beheer en onderhoud wordt via parkmanagement geregeld. De bebouwing in het gebied wordt ondergebracht in een drietal clusters met elk een eigen thematische invulling. Binnen het thema 'duurzaamheid' staat aanpasbaarheid van de bebouwing centraal. Door het hoogteverschil in het gebied, als gevolg van de aanwezigheid van de groene es, kunnen de gebouwen niet alleen tegen elkaar worden gebouwd, maar ook gedeeltelijk boven elkaar, zonder de directe relatie met het maaiveld te verliezen. Parkeervoorzieningen vormen een onderdeel van de gebouwen. Parkeren buiten de massa dient tot een minimum te worden beperkt. Het effect van de groene es kan worden versterkt door het toepassen van vegetatiedaken. Binnen het thema 'industrieel, flexibel en demontabel' wordt gestreefd naar een aaneengesloten bebouwingsbeeld van één of enkele grote eenheden. De hoofdstructuur maakt industriële afbouw mogelijk. De gevelelementen zijn demontabel en vervangbaar en het is mogelijk de panden aan wisselende functies aan te passen. Door de beeldkwaliteitsafspraken is een duurzaam, hoogwaardige architectonische uitstraling gewaarborgd. Parkeerdekken kunnen binnen de hoofdstructuur worden gerealiseerd. Binnen het thema 'presentatie' zijn meer open gebieden met kleinere kavels het uitgangspunt. De beeldkwaliteit in dit gebied wordt afgestemd op de zichtlocatie aan de A1. Aan de waterzijde zijn de gebouwen gekoppeld. Aan de zijde van de A1 staan de bouwblokken individueel, waarbij de locatie optimaal wordt benut door stapeling van functies tot 6 lagen. Er worden eisen gesteld aan een hoogwaardige presentatie. De beeldkwaliteitseisen voor Westermaat Campus zijn vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwaliteitsplan dient als toetsingskader voor bouwplannen door Welstand. Westermaat Expres Het deelgebied Expres wordt voor een belangrijk deel in beslag genomen door Holec. Het gebied is een zo efficiënt mogelijk ingericht, grootschalig industrieel complex met kantoorgebouwen, productie- en opslaghallen. De representatieve kantoorgebouwen liggen in de zuidoostelijke hoek van het terrein, tegen de retentievijver aan. Nutsvoorzieningen, kabels en leidingen Nutsvoorzieningen in het plangebied zijn aanwezig in de vorm van de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Wegtersweg en het naastgelegen hoogspanningsverdeelstation. Daarnaast komen in het openbare gebied verschillende kleinere nutsvoorzieningen voor in de vorm van transformatorhuisjes en gashuisjes. In het plangebied Westermaat liggen 2 hogedruk aardgasleidingen. Binnen het plangebied, in deelgebied Campus en nabij Westermaat Plein fase 3, ligt een DPO leiding. De leiding wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het transporteren van brandstoffen in de klasse K2 en K3 (zoals kerosine en diesel). De leiding is echter ook geschikt voor het, in bijzondere situaties, transporteren van brandstoffen uit de klasse K1 (bijv. benzine). Voor wat betreft de externe veiligheidseffecten zijn de K1-vloeistoffen maatgevend. Ten behoeve van de provinciale risicokaart heeft de Gasunie het plaatsgebonden risico langs genoemde aardgasleidingen bepaald en vastgesteld dat buiten de leidingen geen 10-6 risico contour wordt berekend. Voor de brandstofleiding dient een plaatsgebonden risico contour van 12 meter te worden aangehouden. Gelet op de bevolkingsdichtheid in het gebied is er geen sprake van een groepsriscio. Voor zover bekend is ten tijde van het opstellen van deze rapportage geen bebouwing op kortere afstand van deze leidingen aanwezig. Daarnaast moet langs een buisleiding ten behoeve van onderhoud een zogenoemde belemmeringenstrook van 5 meter aan weerszijden van de buisleiding worden bestemd. Binnen deze strook geldt, behoudens ontheffingen, een verbod tot het oprichten van bouwwerken en
geldt een aanlegvergunningenstelsel voor werken of werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de integriteit en de werking van de buisleiding. De buisleidingexploitant is verplicht er zorg voor te dragen dat bij aanleg of vervanging van een buisleiding de plaatsgebonden risicocontour niet groter is dan 5 meter. Vanaf het transformatorstation aan de Slachthuisweg loopt er een hoogspanningsverbinding 110 kV in noordelijke richting. Ter hoogte van de afrit van de Rijksweg A1 buigt het tracé af in noordoostelijke richting. Ter plaatse van het deelgebied Westermaat-Campus en WestermaatExpres is sprake van een ondergronds tracé. De zakelijk rechtsstrook moet in principe vrijgehouden worden van bebouwing. Buiten deze strook zijn geen schadelijke invloeden voor de omgeving te verwachten. In het plangebied Westermaat bevindt zich ter plaatse van de Vosboerweg 30 een woning binnen de zakelijk rechtsstrook. Ook de woning aan de Asveldweg 1 ligt gedeeltelijk binnen de zakelijk rechtsstrook. Het betreft hier een bestaande situatie. In het bestemmingsplan worden geen nieuwe bouwmogelijkheden toegestaan binnen de zone van 30 meter. Binnen het plangebied liggen verschillende waterleidingen. De leidingen zijn geconcentreerd binnen een tweetal leidingstroken. Het betreft leidingen met een beschermingszone van 250 cm en leidingen met een beschermingszone van 500 cm (ter weerszijden van de leiding). Het eerste tracé volgt de route Wegterweg-Vosboerweg-Bornsestraat-Rondweg om vervolgens richting Borne verder te gaan. Het tweede tracé loopt langs de rondweg om vervolgens ter hoogte van de afrit in oostelijke richting af te buigen langs de Rijksweg.
Bijlage 5
Bijlage 6
Alleen als origineel beschikbaar. De papieren versie is reeds in tweevoud naar SEV verstuurd.
Bijlage 7
Alleen als origineel beschikbaar. De papieren versie is reeds in tweevoud naar SEV verstuurd.
Bijlage 8
Begroting projectkosten ‘Verduurzamen energievoorziening Eaton’ Onderdeel: fase 1 De subsidiabele projectkosten zijn: Personeelskosten Investeringskosten Advisering
Totale kosten:
Begeleidingsgroep Consortium 300 uur a € 75 p/uur Duurzame energievoorziening Biogasleiding Ontwerp/bestek/aanbesteding Vergunning Bouwbegeleiding Juridische ondersteuning
€ € € € € € €
22.500 2.750.000 200.000 25.000 15.000 20.000 10.000
€ 3.042.500
Toelichting kosten De investeringskosten in het haalbaarheidsonderzoek (zie bijlage 5) zijn gebaseerd op het gehele complex. Voor de eerste fase wordt de investering geraamd op € 2.750.000,00. Om het onderstation op het Eaton-terrein te kunnen voorzien van biogas, zal hiervoor een biogasleiding moeten worden aangelegd. De kosten hiervoor zijn geraamd op € 1.150.000,00. Omdat deze leiding ook gebruikt wordt voor de andere zes clusters op Westermaat is binnen dit project € 200.000 toegerekend.
Subsidie Basiskosten worden gedefinieerd door te kijken naar het besparingspercentage op primaire energie van het project. Doordat het project zich focust op de aansluiting op het Warmtenet Hengelo zal sec geen primaire energie worden bespaard. De tarifering van het Warmtenet Hengelo is gebaseerd op het Niet Meer Dan Anders principe. Hierdoor is er voor Eaton geen inkoopvoordeel. Hierdoor zijn de basiskosten € 0. Hierdoor veronderstellen wij dat het maximale subsidiebedrag van dit project 40% * € 3.042.500 = € 1.217.000 (<€ 1.500.000) kan zijn.
Bijlage 9
Referenties Hoofduitvoerder De hoofduitvoerder van het project is Warmtenet Hengelo BV i.o. Op dit moment zijn voor het warmtenet de volgende projecten inclusief onderstations gerealiseerd: - Aansluiting Metropool (poppodium) - Aansluiting ROC van Twente (MBO-school, circa 54.000 m2) - Aansluiting Berflo Es eerste fase (110 woningen) - Aansluiting Brouwerijterrein (100 woningen) - Aansluiten Gezondheidspark (30.000 m2 utiliteitbouw voorzien van WP en piekketels) In aanleg zijn de volgende projecten: - Aansluiting Berflo Es tweede en derde fase (circa 200 woningen) - Aansluiting Veldwijk Zuid