Projectplan Brandveiligheid kinderdagverblijven 2011
Datum 1e concept: 30 juni 2011 Datum 2e concept: 6 juli 2011
Opdrachtgever:
Ambtelijk Provinciaal Handhavingoverleg
Projectleider :
Harold van Uden
Gemeente Tilburg
Procesbegeleider:
Patrick Swinkels
Servicepunt Handhaving
Deelnemers:
Dorothé Moonen Floor van Lintel Henk de Bruijn Bettie van Grinsven Peter Callaars Wanda Donckers
VROM Inspectie Regio Zuid Brandweer Midden- en West-Brabant Gemeente Moerdijk Gemeente Cuijk Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught
Projectplan
Versie: 6 juli 2011 Brandveiligheid kinderopvang 2011
1. Inleiding en achtergronden Het gezamenlijk meerjarenprogramma handhaving Noord Brabant 2010-2012 (MJP) beschrijft 12 speerpunten. Eén van deze speerpunten is ‘brandveiligheid gebouwen’. De speerpunten zijn na een uitgebreid voorbereidingsproces tot stand gekomen. Alle samenwerkingspartners hebben hierin geparticipeerd. In 2010 is een actieprogramma opgesteld waarin het speerpunt ‘brandveiligheid gebouwen’ nader is uitgewerkt. Eén van de drie actievoorstellen die is opgenomen in het actieprogramma is het vaststellen van prioriteiten binnen het thema brandveiligheid voor de deelnemende gemeenten. Het betreft hier de eerste stap in de cyclus van het programmatisch handhaven, namelijk het opstellen en vastleggen van een risicoanalyse. De cyclus van het programmatisch handhaven van brandveiligheid is opgenomen in bijlage 1. Deze stap is door de deelnemende gemeenten genomen in 2010. In 2011 is besloten om een project uit te voeren waarbij de systematiek van het programmatisch handhaven wordt gehanteerd. Deze systematiek kenmerkt zich door de volgende stappen: 1. Risicoanalyse Het is het meest efficiënt om te handhaven op de brandveiligheidsvoorschriften met de grootste invloed op de brandveiligheid. 2. Naleefanalyse Het is het meest efficiënt om te handhaven op de brandveiligheidsvoorschriften die slecht worden nageleefd. Het is van belang om te onderzoeken waarom deze voorschriften slecht worden nageleefd. Dit gebeurt middels een Tafel van Elf analyse. 3. Interventiestrategie Op basis van de Tafel van Elf analyse wordt een interventiestrategie ontwikkeld die aansluit op de doelgroep en hun motieven om de voorschriften te overtreden dan wel na te leven. Op basis van de interventiestrategie wordt een projectplan opgesteld. 4. Acties beleggen (inzetten interventiestrategie) Het project wordt uitgevoerd conform het projectplan. 5. Effecten meten Om te onderzoeken of het project tot het gewenste resultaat heeft geleid, is het van belang om de effecten te meten. Dit gebeurt in de vorm van een projectevaluatie. In 2011 is ervoor gekozen om een project uit te voeren bij een doelgroep die een hoge prioriteit heeft bij de deelnemende gemeenten. Dit projectplan omschrijft de genomen en de te ondernemen stappen in het project. 2. Doelstelling Verbetering van het naleefgedrag van de belangrijkste brandveiligheidsvoorschriften bij kinderdagverblijven gelegen in de (aan het project) deelnemende gemeenten. In het projectplan wordt de projectdoelstelling verder geconcretiseerd. Tussendoel Ontwikkelen van een interventiestrategie die door overheidspartijen kan worden ingezet om het naleefgedrag van de belangrijkste brandveiligheidsvoorschriften bij kinderdagverblijven op een effectieve wijze te verbeteren. Subdoel Ervaring opdoen met programmatisch handhaven van brandveiligheid.
Projectplan
Versie: 6 juli 2011 Brandveiligheid kinderopvang 2011
3. Risicoanalyse Het betreft hier de eerste stap in de cyclus van het programmatisch handhaven, namelijk het opstellen en vastleggen van een risicoanalyse. Deze stap is door de deelnemende gemeenten genomen in 2010. Op basis van risico's heeft de handhaving van brandveiligheid bij kinderdagverblijven een hoge prioriteit. De baby's en peuters zijn niet-zelfredzaam en de meeste kinderen slapen op het kinderdagverblijf. Daarnaast zijn de sociaal maatschappelijke gevolgen voor de stad en de imageschade voor de gemeente groot bij een eventuele calamiteit. Daarom is het van groot belang dat de brandveiligheidsregels bij deze doelgroep goed worden nageleefd. Tijdens een bijeenkomst is daarom besloten om ons te richten op de doelgroep kinderdagverblijven. 4. Analyse naleefgedrag Verder is het van belang om inzicht te krijgen in het naleefgedrag van de verschillende voorschriften door de doelgroep. Het is namelijk het meest effectief om te handhaven op de voorschriften die slecht worden nageleefd. Om inzicht te krijgen in het naleefgedrag van de doelgroep is gevraagd aan de deelnemende gemeenten om het naleefgedrag in beeld te brengen. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van het naleefgedrag per gemeente. Hieronder worden de (groepen) voorschriften die slecht worden nageleefd benoemd. 1. 2. 3.
Brandmeldinstallatie Logboek Vrijhouden van vluchtwegen
5. Naleefanalyse Op 14 juni 2011 heeft er een naleefanalyse plaatsgevonden. Voor deze analyse zijn de volgende personen uitgenodigd, die (in)direct betrokken zijn bij de brandveiligheid en een inzicht kunnen geven in het naleefgedrag van de doelgroep. Pedar van Bragt Carla Hendriks Rick Balvers Henk de Bruijn Patrick Swinkels Harold van Uden
Facilitair manager Kinderstad BV Locatiemanager Kinderstad BV Medewerker afdeling Handhaving, gemeente Tilburg Adviseur afdeling Vergunningen en Handhaving, gemeente Moerdijk Servicepunt Handhaving Gemeente Tilburg
Tijdens de bijeenkomst is telkens de vraag gesteld wat volgens de aanwezigen de reden is van het slechte naleefgedrag van bepaalde voorschriften. Aan de hand daarvan is gebrainstormd over eventuele interventies om het naleefgedrag te verbeteren. In dit hoofdstuk zal als eerste een beeld worden geschetst over het naleefgedrag van de doelgroep. Daarna vindt een analyse plaats van het naleefgedrag per thema. De algemene indruk van de doelgroep is dat zij (brand)veiligheid erg belangrijk vinden. Probleem is echter dat er zoveel regelgeving is, met name vanuit de Wet Kinderopvang, dat het lastig is om alle regels te kennen en na te leven. 5.1 Brandmeldinstallatie Naleefgedrag In 2006 is de regelgeving voor brandmeldinstallaties gewijzigd. Vanaf dat moment zijn rookmelders in de slaapkamers verplicht bij grote locaties voor kinderopvang. Deze regelgeving is nooit gecommuniceerd en gecontroleerd bij bestaande locaties. Bij locaties voor kinderopvang waar na 2006 is gebouwd dan wel verbouwd zou dit moeten zijn meegnomen in de bouwvergunning.
Projectplan
Versie: 6 juli 2011 Brandveiligheid kinderopvang 2011
Daarnaast is het (laten) certificeren van een brandmeldinstallatie lastig. Het is een ingewikkeld proces waarbij veel partijen betrokken zijn. Deze partijen hanteren lange termijnen. Het gaat hierbij om de volgende partijen met bijbehorende acties. Gemeente Goedkeuren programma van eisen Brandweer (gemandateerd) goedkeuren programma van eisen/opleveren brandmeldinstallatie KPN Aanleggen/aanpassen telefoonlijn Siemens Aanleggen/aanpassen doormelding Meldkamer Activeren doormelding CCV Afgeven certificaat Installateur Afhankelijk van opdracht Gevolg hiervan is tevens dat er niet strikt wordt gehandhaafd door gemeente/brandweer op het certificaat. Interventiestrategie 1a. Inventarisatie van aanwezigheid brandmeldinstallatie doormiddel van zelfcontrole kinderdagverblijf; 1b. Bezoeken van kinderdagverblijven die zelfcontroleformulier niet hebben teruggestuurd; 1c. Aanschrijven kinderdagverblijven die niet aan de regels voldoen; 2a. Inzichtelijk maken proces tot certificeren brandmeldinstallatie; 2b. Communiceren van het proces. Uitvoering interventies 1 en 2 Harold van Uden 1 en 2 Peter Callaars 1 en 2 VROM inspectie 1 en 2 Patrick Swinkels 5.2 Logboek Naleefgedrag Bij de doelgroep kinderopvang is het niet duidelijk wat er moet worden bijgehouden in het logboek voor de brandveiligheid. Daarnaast moeten zij ook een logboeken bijhouden voor de Wet Kinderopvang en bijvoorbeeld de speeltoestellen. De doelgroep geeft aan dat het praktisch zou zijn om een standaard logboek te hebben voor brandveiligheid. Voor een grote organisatie als Kinderstad is het praktisch om dit te implementeren in het kwaliteitssysteem (digitaal). Interventiestrategie 1. Grote organisaties: implementeren logboek brandveiligheid in kwaliteitssysteem (digitaal); 2. Kleine organisaties: ontwikkelen en aanreiken logboek brandveiligheid en bevorderen van het bijhouden (denk aan administratieve controle). Uitvoering interventies 1 Harold van Uden 1 Floor van Lintel ??? 2 2 2
Henk de Bruijn Patrick Swinkels Wanda Donckers ???
Projectplan
Versie: 6 juli 2011 Brandveiligheid kinderopvang 2011
5.3 Vrijhouden van vluchtwegen Naleefgedrag In veel gevallen wordt er een "extra" slot op de (nood)uitgangen geplaatst, bijvoorbeeld een schuif. Op deze wijze kunnen de medewerkers de deur wel openen, maar de kinderen niet. Conform de regelgeving is dit bij aanwezigheid van personen niet toegestaan. Een vluchtdeur moet namelijk in één handeling te openen zijn. Het vluchten wordt hierdoor lastiger, maar niet onmogelijk gemaakt. Een goede oplossing is om de "extra" sloten te verwijderen en de deurkruk naar boven te verplaatsen. Daarnaast worden er regelmatig materialen in de vluchtwegen geplaatst.
Interventiestrategie 1. Bewustwording bij doelgroep (communicatie); 2. Gastcollege geven op school bij toekomstige medewerkers kinderopvang; 3. Onaangekondigd toezicht/controle; 4. Zelfcontrole (eventueel samen met bmi). Uitvoering interventies Bettie van Grinsven Floor van Lintel ???
Projectplan
Versie: 6 juli 2011 Brandveiligheid kinderopvang 2011
Bijlage 1:
Proces programmatisch handhaven van brandveiligheid
(door) Start
Effecten meten
Risicoanalyse
(Projectevaluatie)
(Risicoanalyse Efectis
Prioriteiten
Uitvoering project
van januari 2010)
Proces programmatisch handhaven brandveiligheid
Acties beleggen
Naleefanalyse
(Projectplan)
(Naleefschatting/Pilot) (Tafel van Elf)
Interventies