Project TED PO Alkwin Kollege
2
Opdracht 1. Vorm duo’s. Zorg dat ieder duo een tuin of balkon heeft. De duo’s worden op 7 april gevormd. 2. Lees pagina 5 t/m7, vanaf de titel “Project TED” en bekijk de bijbehorende introductie filmpjes op Facebook. 3. Kies samen één van de 6 beschikbare ecosysteemdiensten die jullie willen gaan onderzoeken. Lees de tekst in dit boekje die bij die ecosysteemdienst hoort en bekijk de bijbehorende filmpjes op Facebook. Beslis vóór 10 april met welke ecosysteemdienst jullie aan de slag gaan en stuur jullie keuze door naar
[email protected]. 4. Bepaal de startsituatie van jullie onderzoeks-tuin of balkon. Vul het “Formulier Startsituatie Tuin of Balkon” in. Dit download je van de scholen voor duurzaamheid website. www.scholenvoorduurzaamheid.nl Klik op de kaart op Noord Holland Klik bij “Thema’s” op “Landschap en Natuur” Klik op “Project TED Alkwin Kollege” Klik bij “Bronnen” op “Formulier Startsituatie Tuin of Balkon” Klik in het menu “Bestand” bij “Downloaden als” op “Microsoft Word” Vul het formulier in en stuur het als Word document vóór 14 april naar
[email protected]. 5. Houd een logboek bij waarin jullie precies vastleggen wat jullie doen. Download een leeg logboek op de scholen voor duurzaamheid website (zie beschrijving punt 4). Voorbeeld: Datum Naam/Namen Activiteit 10 maart Thijs Zaden en grond kopen. 11 maart Thijs Potten klaarmaken en zaden zaaien.
Tijd 1 uur 1 uur
Kosten 5 euro X
6. Volg de stappen en tips van jullie ecosysteemdienst. Zorg dat je zo snel mogelijk begint met het maken van de aanpassingen in je tuin of op je balkon. Doe daarom in de week van 14 t/m 20 april eerst je nulmeting en maak daarna de aanpassing in je tuin of op je balkon. Vragen kunnen jullie altijd stellen door te mailen naar
[email protected]. 7. Bepaal de eindsituatie van jullie tuin of balkon. Vul de eindsituatie in op het formulier wat vanaf 23 mei op de scholen voor duurzaamheid website staat (zie beschrijving punt 4). Stuur het ingevulde formulier als Word document vóór 3 juni 16:30 naar
[email protected].
3
8. Schrijf een verslag over het project. Gebruik daarvoor de volgende inhoudsopgave: Titelblad. [1 A4] Bedenk een pakkende titel voor jullie project. Vermeld ook de gekozen ecosysteemdienst, de datum, jullie namen, klas en leerlingnummers. 1. Inleiding. [1 A4] o 1.1 Achtergrond. Wat is de theoretische achtergrond van jullie project? o 1.2 Onderzoeksvraag. Op welke vraag willen jullie antwoord? o 1.3 Hypothese. Welk antwoord verwachten jullie op basis van jullie theoretische kennis? 2. Werkwijze [1A4] o 2.1 Actieplan. Wat hebben jullie precies gedaan om de ecosysteemdienst te verbeteren? o 2.2 Methode. Hoe heb jullie het onderzoek precies uitgevoerd? 3. Resultaten. [1A4] Geef een helder overzicht van jullie resultaten. Maak grafieken! 4. Conclusie. [⅓ A4] Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag? 5. Discussie. [1 A4] Werp een kritische terugblik op jullie onderzoek. Bespreek en verklaar jullie resultaten, beschrijf verbeterpunten voor jullie onderzoek en stel mogelijke routes voor vervolgonderzoek voor. 6. Bronvermelding. Welke bronnen heb je gebruikt? 7. Logboek. Overzicht van alle activiteiten en investeringen tijdens jullie project. Het totale verslag is dus inclusief titelblad, bronvermelding en logboek tussen de 7 en 10 A4. 9. Lever het verslag in vóór 3 juni 16:30. Doe dat schriftelijk bij mevrouw Kievits en over de mail naar
[email protected]. 10. Het cijfer voor dit PO telt 5x mee (zie PTA). Jullie worden beoordeeld op basis van het proces wat jullie hebben doorlopen, jullie samenleving en het verslag. Opmerking: In veel opdrachten staat dat jullie de metingen iedere dag of week moeten herhalen. Er is hierbij rekening gehouden met de meivakantie en schoolreisweek. In die periodes hoeven jullie dus geen metingen te doen (het mag wel natuurlijk). Als in jullie opdracht de metingen wekelijks worden herhaald doen jullie steeds één meting in de onderstaande periodes. Als in jullie opdracht de metingen dagelijks worden herhaald doen jullie dat op iedere dag van de onderstaande periodes. Tijdschema Datum 7 april 10 april 14 april 14 t/m 20 april 20 t/m 24 april 6 t/m 9 mei 19 t/m 23 mei 19 t/m 31 mei 3 juni 16:30
Activiteit Voorlichting PO Project TED Deadline insturen projectkeuze Deadline insturen formulier basiseigenschappen tuin of balkon Nulmeting + Maken van aanpassing tuin of balkon Meting herhalen Meting herhalen Meting herhalen Verslag schrijven Deadline Verslag & invullen formulier eindsituatie tuin of balkon (punt 7) 4
Project TED In project TED is het doel om de natuur in je eigen tuin of balkon in kaart te brengen en te verbeteren. Je wordt de manager van je eigen natuurgebied. In het beheer van jouw gebied zal het begrip ecosysteemdiensten centraal staan. TED is dan ook een afkorting voor Tuin EcosysteemDiensten. Het idee achter het begrip ecosysteemdiensten is dat wordt gekeken naar de voordelen die wij als mensen uit de natuur halen. Wat moeten wij bijvoorbeeld zonder het voedsel van planten en dieren? Zonder bijen die onze bloemen bestuiven? En zonder een bos om in te wandelen en te ontspannen? Overal waar leven is kunnen wij mensen dit soort diensten ontvangen, dus waarom niet ook in de tuin of op het balkon? Door in dit project de ecosysteemdiensten van jouw eigen natuurgebied te bestuderen kun je uiteindelijk laten zien op welke manier de natuur in jouw tuin of balkon waarde toevoegt aan het (inter)nationale ecosysteem en op welke manieren wij daar als mensen voordeel van hebben. Natuur is overal “Natuur is overal”, is een uitspraak die je misschien weleens hebt gehoord. Toch is het heel begrijpelijk dat als je nu om je heen kijkt, je niet het gevoel hebt midden in een natuurgebied te zitten. Dat is waarschijnlijk terecht. Niet 100, maar slechts 13 procent van Nederland is door de overheid officieel als natuurgebied aangewezen. Maar waar komt de uitspraak “natuur is overal” dan vandaan? De verklaring hiervoor ligt in het verschil tussen het woord natuur en natuurgebied. Natuur is de totale som van alle levende en niet levende processen op Aarde. Een natuurgebied is een door de overheid aangewezen stuk land waarin niet-menselijke natuur een centrale rol heeft gekregen. Waar een natuurgebied dus een vastgestelde grens heeft, is de natuur in feite grenzeloos. Dat de natuur zich niet aan onze menselijke grenzen houdt merk je waarschijnlijk iedere dag. Elk stukje onbeheerde grond is binnen enkele weken begroeid met planten, er gaat nauwelijks een dag voorbij zonder dat je vogels ziet en zelfs binnenshuis kom je regelmatig spinnen, muggen en muizen tegen.
De natuur heeft waarde Een groot deel van de natuur heeft waarde voor ons mensen. Ons eten komt bijvoorbeeld altijd van dieren en planten, bossen voorzien ons van zuurstof en hout, bijen bestuiven onze bloemen en we zoeken graag groene plekken op om ons te ontspannen. Als je denkt aan de bijdrage die dit soort natuurlijke processen leveren aan de menselijke samenleving dan besef je snel dat wij zonder de natuur simpelweg niet kunnen overleven. Ondanks dit enorme belang gaat het wereldwijd niet goed met de natuur. Door fenomenen als ontbossing, vervuiling en klimaatverandering gaat de biodiversiteit al jaren sterk achteruit. De gevolgen hiervan kunnen gigantisch zijn en hebben een groot raakvlak met bekende duurzaamheidsthema’s. Hoe gaan we straks bijvoorbeeld 9 miljard mensen van eten voorzien? Hoe verminderen we klimaatverandering en zorgen we dat het mensen niet in gevaar brengt? En hoe voorkomen we de uitbraak van wereldwijde plagen en ziektes? Omdat de natuur in al deze onderwerpen zo’n belangrijke rol speelt kan het beter omgaan met onze natuurlijke bronnen ondersteuning bieden tegen dit soort problemen. Dat vereist wel dat wij de natuur meer ruimte geven en echt op waarde schatten. Met die achtergrond is het begrip ecosysteemdiensten ontstaan. 5
Ecosysteemdiensten Ecosysteemdiensten zijn de voordelen die wij als mensen uit de natuur halen en zijn dus de verzameling van alle manieren waarop de natuur waarde toevoegt aan de menselijke samenleving. Omdat er steeds meer besef kwam over de grootte van die waarde, terwijl de natuur toch steeds meer achteruit ging, ontstond er een behoefte om die waarde uit te drukken in de taal die de meeste mensen het best begrijpen. Het uiteindelijke doel van het begrip ecosysteemdiensten is daarom om de waarde van de natuur uit te drukken in geld. Soms is het relatief eenvoudig om de stap van waarde naar een geldbedrag te maken. Hout en voedsel worden bijvoorbeeld verhandeld op de markt en hebben daardoor een duidelijke prijs. In andere gevallen ligt dit ingewikkelder. Dat bestuivende bijen waarde toevoegen is op zich duidelijk, zonder hen zouden veel planten zich immers niet kunnen voorplanten. Hoeveel waarde zij precies bijdragen, is echter ingewikkeld. Mogelijke oplossingen zijn het bepalen van het bedrag wat het zou kosten om mensen de bestuiving te laten uitvoeren en het berekenen van de oogst die boeren zouden verliezen zonder bijen als bestuivers. Een echt antwoord op deze vraag is er echter nog niet en dat houdt op dit moment een groot deel van de wetenschappelijke wereld bezig. Waar wel goede ideeën over bestaan is hoe we voorzichtiger met onze natuur zouden kunnen omspringen als haar waarde volledig is vastgelegd.
Toepassing van het begrip ecosysteemdiensten Als iemand die een ecosysteemdienst produceert, bijvoorbeeld door een bos niet te kappen maar juist te laten staan, daar de waarde van die ecosysteemdienst voor betaald zou krijgen, dan worden mensen in staat gesteld eerlijke afwegingen te maken over het in stand houden van een bepaald stuk natuur. Nu is zo’n keuze vaak oneerlijk omdat het bos nauwelijks geld opbrengt, terwijl het attractiepark wat op die plek kan komen dat wel doet. Als de waarde van natuur volledig in kaart gebracht is kan het maken van beslissingen over natuur dus evenwichtiger plaatsvinden en beter rekening houden met de echte belangen van mensen in een bepaald gebied.
Project TED In project TED ga jij onderzoek doen naar de waarde van de natuur in jouw tuin of op jouw balkon. De natuur is overal, dus ook op de plekken vlakbij onze huizen. Deze natuur kan net zo goed waardevolle ecosysteemdiensten leveren als natuur in een natuurgebied. Het maakt bijvoorbeeld niet uit of je de sla van een boer eet, of de sla uit je eigen tuin. Omdat de plekken waar traditioneel de meeste ecosysteemdiensten worden geproduceerd steeds meer onder druk komen te staan kunnen deze “tuin ecosysteemdiensten” op den duur cruciaal worden voor het in stand houden van bepaalde natuurlijke processen. Door de gegevens van jou en je medescholieren te bundelen kunnen we samen vooruitlopen op deze ontwikkeling en een eerste antwoord geven op de vraag: hoeveel natuurwaarde kan in een tuin of op een balkon gecreëerd worden?
Deze foto bevat geen enkele vierkante meter natuurgebied. Toch barst het landschap van de potentie om de natuur en haar ecosysteemdiensten te ontwikkelen. In project TED onderzoeken we samen hoe groot deze potentie is en wat je vanuit je tuin kunt doen om de achteruitgang van de natuur te stoppen. 6
Project TED in de praktijk Om een beeld te vormen over de potentie van het ontwikkelen van de natuur in de tuin of op het balkon kies je ten eerste één van de zes ecosysteemdiensten die geschikt zijn om hier te ontwikkelen. Deze ecosysteemdiensten komen allemaal uit de “Millennium Ecosystems Assessment” en zijn daarmee onderdeel van de stappen die de internationale gemeenschap neemt om het millenniumdoel “stop biodiversiteitsverlies” in te lossen. De ecosysteemdiensten van project TED zijn:
Voedselproductie
Lokale Klimaatregulatie
Bestuiving
Ongediertebestrijding
Bodemvorming
Esthetiek
Als je een van deze zes ecosysteemdiensten hebt gekozen doe je als eerste een nulmeting om de huidige status van die ecosysteemdienst in jouw onderzoeksgebied te bepalen. Daarna stel je een strategie op om jouw ecosysteemdienst te verbeteren en voer je die strategie uit. Na het uitvoeren van jouw plan meet je hoe jouw ecosysteemdienst is veranderd en kun je uiteindelijk een uitspraak doen over de waarde die jij in jouw tuin hebt toegevoegd. Hoe je dit moet aanpakken wordt verder uitgelegd in de projectdocumenten. Voor elk van de 6 mogelijke ecosysteemdiensten is er een projectdocument waarin je een theoretische achtergrond en een praktische handleiding vindt om je verder op weg te helpen met het ontwikkelen van de natuur in jouw tuin of op jouw balkon. Maak dus je keuze en ga verder met één van de zes projectdocumenten. Naast deze papieren documenten is er een Facebook pagina waar allerlei filmpjes te vinden zijn over het project, het ontwikkelen van ecosysteemdiensten en over natuur in Nederland. Je vind de pagina op www.facebook.com/ecotuin. Voor vragen kun je altijd hier terecht, of kun je mailen naar
[email protected].
www.facebook.com/ecotuin
[email protected] 7
Voedselproductie Ieder organisme heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen leven, groeien en voortplanten. Wij mensen zijn voor het binnenkrijgen van die voedingsstoffen afhankelijk van andere soorten. We zijn met andere woorden heterotroof. Daarom eten wij iedere dag allerlei verschillende producten die uiteindelijk afkomstig zijn van planten, schimmels en dieren. Denk bijvoorbeeld aan sla, champignons en kipfilet. Ons eten verschijnt echter niet zomaar op ons bord. Een dier wordt gevoerd met planten en een plant heeft ook voedingsstoffen, water en een leefgebied nodig. Dat betekent dat wij voor het produceren van ons voedsel gebruik maken van de natuurlijke bronnen van de Aarde. Omdat er tegenwoordig meer dan 7 miljard mensen zijn (7.213.000.000) is het effect van dat gebruik enorm. Ecologische Voetafdruk Om ons eten te produceren maken we veel gebruik van de voorzieningen die de Aarde ons biedt. Zo gebruiken we bijvoorbeeld de vruchtbaarheid van de bodem en regen om allerlei verschillende gewassen te laten groeien. Nadat een gewas is gegroeid gebruiken we (fossiele) brandstof om die gewassen te oogsten, te vervoeren, te verpakken en uiteindelijk te verkopen. Om de impact van het produceren van verschillende producten goed met elkaar te kunnen vergelijken, worden al deze manieren waarop gebruik wordt gemaakt van de Aarde bij elkaar opgeteld en uitgedrukt in een oppervlakte gebruikt land. Dit oppervlakte noemen wij de ecologische voetafdruk.
Anderhalve Aarde Als je voor alle producten die jij in een jaar gebruikt berekent hoe groot de ecologische voetafdruk is, dan kun je uitrekenen hoe groot jouw totale invloed op de Aarde is. Natuurlijk hebben andere mensen dat al eens gedaan. Zij vonden dat een Nederlander gemiddeld 6.8 hectare per jaar gebruikt, verspreid over de hele wereld. Hoewel ik snap dat dit getal niet meteen allerlei alarmbellen laat afgaan, is dit echt een enorm hoge waarde. De Aarde is namelijk slechts in staat om op een duurzame manier 1.8 hectare per persoon per jaar te leveren, dus als iedereen zo zou leven als een Nederlander zouden we 3.5 Aarde nodig hebben om in al onze behoeften te voorzien. Er zijn echter ook veel landen die een veel lager verbruik hebben. Eritrea staat bijvoorbeeld helemaal onderaan de lijst met een verbruik van slechts 0.65 hectare per persoon per jaar. Als je de ecologische voetafdruk voor de totale wereldbevolking berekent kom je daarom niet uit op een verbruik van 3.5 Aarde per jaar, maar op 1.5 Aarde per jaar. We hebben echter maar 1 Aarde, wat betekent dat we op dit moment reserves die de planeet in miljoenen jaren heeft opgebouwd aan het opmaken zijn.
Invloed van Voedselproductie Binnen onze totale ecologische voetafdruk is voedselproductie een hele belangrijke factor. Om de wereldbevolking te eten te geven gebruiken we namelijk allerlei landbouwtechnieken die vaak een hele sterke invloed hebben op de omgeving. Als bossen worden gekapt om plaats te maken voor landbouwgrond dan wordt daarbij bijvoorbeeld veel CO2 uitgestoten, wat het broeikaseffect versterkt. Een ander voorbeeld van een manier waarop landbouwgrond invloed heeft op de omgeving is te vinden in droge gebieden. Daar is zoveel water nodig om gewassen te laten groeien dat een stuk 8
landbouwgrond als een soort afvoerputje fungeert wat alles opzuigt en het overleven van soorten buiten het landbouwgebied onmogelijk maakt. Door dit proces kan landbouw sterk bijdragen aan verwoestijning. Ook in Nederland heeft landbouw een enorme invloed op het milieu. Hier worden akkers van zoveel kunstmest voorzien dat de grond al die voedingsstoffen niet kan opnemen, waardoor tijdens een regenbui een hoop kunstmest van het land spoelt. Deze kunstmest zorgt vervolgens voor eutrofiering in omliggende gebieden, een proces waarbij soorten die goed kunnen groeien in voedselrijke omstandigheden de concurrentie winnen van soorten die zich hebben gespecialiseerd in voedselarme omstandigheden. Al dit soort processen zorgen ervoor dat het oppervlakte wat landbouwgrond gebruikt veel groter is dan de akker of het weiland alleen. Daarom is voedselproductie een grote factor in onze totale ecologische voetafdruk.
Toekomst van Voedselproductie De manier waarop wij vandaag de dag ons eten produceren heeft, zoals hierboven uitgelegd, grote invloed op de omgeving. Hoewel dit op zich al zorgelijk genoeg is, wordt verwacht dat deze invloed de komende jaren alleen nog maar groter zal worden. Er wordt bijvoorbeeld voorspelt dat de wereldbevolking met nog eens 2 tot 3 miljard mensen zal gaan groeien. Daarnaast lijden op dit moment honderden miljoenen mensen ter wereld honger. Deze twee zaken zorgen er samen voor dat we in de toekomst wel 2x zoveel eten zullen moeten produceren.
Voedselproductie en Project TED Iedereen van eten voorzien is een enorme uitdaging waar jij je steentje aan kunt bijdragen vanuit jouw eigen huis, tuin en balkon. Behalve dat je bewuster om kunt proberen te gaan met het weggooien van eten, is er ook verassend veel wat je zelf in de tuin, of zelfs op een balkon kunt kweken. Kruiden, tomaten, courgettes, sla, bedenk het maar. Het kweken van je eigen eten is niet alleen leuk en leerzaam, het is ook erg lekker en kan geld besparen. Producten die je zelf kweekt hoef je immers niet in de supermarkt te kopen. Als jij het leuk vind om onderzoek te doen naar de potentie van lokale voedselproductie, kies dan voor dit onderwerp binnen Project TED.
Aan de Slag
Stap 1
Bepaal in overleg met je ouders hoeveel eten jullie nu uit de tuin of van het balkon halen.
Stap 2
Bedenk hoe je zoveel mogelijk kunt kweken op het oppervlakte wat jij thuis tot je beschikking hebt. Overleg dit natuurlijk altijd goed met je ouders.
Stap 3
Voer je plan uit en ga aan de slag met het kweken van je eigen voedsel.
Stap 4
Houdt goed bij hoeveel je investeert en hoeveel je oogst, zodat je kunt berekenen hoeveel geld je bespaart.
Met het kweken van je eigen voedsel draag je bij aan het oplossen van een aantal duurzaamheid problemen. Hoewel dit grote problemen zijn, hoeft het kweken zelf helemaal niet moeilijk te zijn. Op deze foto is een kale muur met een paar touwtjes en oude frisdrankflessen omgetoverd tot een plek waar allerlei verschillende kruiden worden gekweekt. Hierdoor wordt een saaie grijze muur een stuk leuker, kunnen de bewoners heerlijke eigen kruiden plukken en besparen ze uiteindelijk zelfs geld.
9
Project Tips Bedenk van te voren goed hoeveel oppervlakte je kunt gebruiken. Op een groter oppervlakte kun je natuurlijk meer planten kweken, maar bedenk je ook dat bepaalde soorten beter passen bij een bepaald oppervlakte. Op de kleinste schaal kun je bijvoorbeeld alleen dingen als tuinkers kweken. Daarna kun je overgaan op kruiden, om uiteindelijk wortels en sla te gaan groeien. Op het internet staan veel tips over het kweken van verschillende planten. Zoek daar dus altijd op of jouw plan reëel is. Als je toch op internet opzoekt hoe je bepaalde planten het best kunt kweken, dan kun je ook meteen opzoeken of het mogelijk is jouw gewas in april te zaaien en daarna voor juni te oogsten. Het project loopt immers tot juni, dus als jouw planten dan nog niet klaar zijn om gegeten te worden dan kun je daar geen gegevens over opschrijven in je verslag.
Denk bij het bepalen van het bedrag wat je in de supermarkt bespaart goed na over het product waarmee je jouw eigen producten vergelijkt. Kijk bijvoorbeeld eens naar de prijsverschillen tussen de goedkoopste en de duurste tomaat. Het is heel waarschijnlijk dat jouw planten biologisch gekweekt worden en daarom ook voor die hoge prijs verkocht zouden mogen worden.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op de problemen rond de wereldvoedselproductie en op de acties die wij allemaal kunnen ondernemen om die problemen op te lossen. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met voedselproductie. Een actieplan waarin je beschrijft hoe jij eten bent gaan produceren. Geef aan waar je aan de slag bent gegaan en welke planten je hebt neergezet. Een beschrijving van de methode die je gebruikt om te onderzoeken hoeveel geld jij met je eigen voedselproductie bespaart. Geef hier een precies overzicht van je investeringen in tijd en geld en de manier waarop jij bepaalt hoeveel je oogst waard is in de supermarkt. Een overzicht van je behaalde resultaten. Hoeveel heb je kunnen oogsten en hoeveel geld heeft dit bespaard doordat je geen boodschappen hoefde te doen in de supermarkt? Een discussie waarin je ingaat op de potentie van dit soort tuin en balkon landbouw in het oplossen van de wereldwijde problemen rond voedselproductie. Een conclusie waarin je antwoord geeft op je onderzoeksvraag. 10
Lokale Klimaatregulatie Klimaatverandering is waarschijnlijk het bekendste duurzaamheidsthema van deze tijd. Hoewel het onvoorstelbaar lijkt dat wij als mensen in staat zijn om zoiets groots als het klimaat te veranderen, wijst alles erop dat veel van onze activiteiten een grote invloed hebben. Het bekendste voorbeeld hiervan is het verbranden van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld in auto’s en kolencentrales. Het verbranden van fossiele brandstof leidt namelijk tot de uitstoot van CO2, het gas wat de grootste bijdrage levert aan het broeikaseffect. Behalve dat wij met veel van ons gedrag direct CO2 uitstoten, zijn er ook voorbeelden van menselijke acties die indirect bijdragen aan klimaatveranderingen. Dit soort indirecte productie van CO2 komt vaak voort uit een verandering die wij teweeg brengen in het ecosysteem. De natuur heeft namelijk ook een grote invloed op het klimaat. Natuur en het Klimaat Een levende plant neemt via fotosynthese CO2 op uit de atmosfeer. Planten doen dus eigenlijk precies het tegenovergestelde van wat wij als mensen doen. Doordat wij de natuur echter steeds minder ruimte geven, bijvoorbeeld door grote gebieden te ontbossen, verliest de natuur het vermogen om de door ons uitgestoten CO2 weer op te nemen. Maar het wordt nog erger. In een ecosysteem, zoals een bos, ligt namelijk ook een enorme hoeveelheid CO2 opgeslagen, die langzaam begint vrij te komen als dat bos wordt gekapt. Door deze twee fenomenen is bijvoorbeeld het Amazone regenwoud van een plek die CO2 uit de atmosfeer haalde nu een plek die extra CO2 aan de atmosfeer toevoegt.
Een Kleiner Soort Klimaat Omdat de problemen rond klimaatverandering enorm groot en uitdagend zijn, snap ik goed als jij je nu afvraagt hoe je het wereldwijde klimaat vanuit jouw tuin of vanaf jouw balkon kunt beïnvloeden. Hoewel alle groeiende planten, dus ook de planten die jij in jouw omgeving neerzet, CO2 uit de atmosfeer opnemen en daarmee het broeikaseffect verminderen, is dit niet het doel van dit onderwerp binnen Project TED. Er bestaat namelijk een kleiner soort lokaal klimaat, waar de natuur ook grote invloed op heeft.
Beschutting, Isolatie en het Albedo Effect Beplanting heeft op allerlei manieren invloed op het lokale klimaat. Een boom of struik biedt bijvoorbeeld schaduw. Omdat de temperatuur in de schaduw een stuk lager is dan in de zon zoeken veel mensen tijdens warme dagen die schaduw van bomen op. Een ander effect wat beplanting heeft volgt uit hun isolerende werking. Planten bevatten veel water, en tussen planten en de bodem blijft een laagje lucht gevangen. Dit zijn twee factoren waardoor beplanting temperatuurschommelingen stabiliseert. Van deze eigenschap van planten wordt tegenwoordig slim gebruik gemaakt door groene daken aan te leggen. Een groen dak zorgt voor een warmer huis in de winter en een koeler huis in de zomer, wat veel geld kan besparen. Een derde manier waarop beplanting in de tuin invloed heeft op het lokale klimaat is het gevolg van het zogenaamde Albedo effect. Het Albedo effect is een waarde voor de hoeveelheid warmte die een bepaald materiaal reflecteert. Planten reflecteren veel meer warmte dan bijvoorbeeld zand of steen, waardoor zand op een hete zomerdag veel heter is om over te lopen dan een grasveld. 11
Lokale Klimaatregulatie en Project TED De hierboven beschreven manieren waarop planten het lokale klimaat beïnvloeden kun jij in jouw tuin of op jouw balkon gebruiken om het klimaat op jouw persoonlijke behoeften af te stemmen. Wordt jouw tuin of balkon te heet in de zomer? Onderzoek dan in project TED hoe je de temperatuur met beplanting kunt beïnvloeden.
Aan de Slag
Stap 1
Kies een plek waar jij gaat onderzoeken hoe je de temperatuur kunt beïnvloeden.
Stap 2
Kies een referentieplek waar jij jouw onderzoeksplek mee gaat vergelijken tijdens je onderzoek.
Stap 3
Doe een nulmeting en vergelijk de temperatuur van jouw onderzoeksplek met jouw referentieplek. Meet steeds tenminste 3x, zodat je de meetfout verkleint.
Stap 4
Bedenk met welke planten jij de temperatuur in jouw onderzoeksplek gaat beïnvloeden.
Stap 5
Voer jouw plan uit en zet de beplanting die je hebt bedacht neer in jouw tuin of op jouw balkon.
Stap 6
Meet na het uitvoeren van jouw plan iedere week de temperatuur op jouw onderzoek- en referentieplek.
Hoewel dit soort betegelde tuinen tegenwoordig steeds meer voorkomen, wordt zo’n tuin een stuk heter in de zomer en een stuk kouder in de winter. Een lege tuin mag dan in de mode zijn, voor het lokale klimaat is een tuin met planten een stuk aangenamer.
12
Project Tips
Des te meer en des te groter de planten zijn die je in jouw tuin of op jouw balkon neerzet, des te groter de invloed op het lokale klimaat zal zijn. Toch hoef je geen enorme ingreep te doen om dit onderzoek te doen. Ook een kleine plant heeft namelijk invloed op het lokale klimaat. Zorg tijdens je onderzoek vooral dat je het verschil in temperatuur tussen je onderzoeksen referentieplek precies meet. Zo kun je zelfs de kleinste invloed meten en maakt de hoeveelheid planten die je neerzet minder uit.
Kies bij het bepalen van je referentieplek voor een plaats die gedurende de 2 maanden dat jouw onderzoek loopt niet verandert. Als de omstandigheden op je referentieplek immers niet stabiel zijn, dan kun je jouw meetresultaten daar niet goed vergelijken met jouw metingen op jouw onderzoeksplek. Een goede referentieplek is daarom bijvoorbeeld op straat voor jouw huis.
Houdt bij het meten van de temperatuur rekening met schaduw door wolken en bomen. Als je jouw referentiemeting doet terwijl er net een wolk zit voor de zon, terwijl je de meting op jouw onderzoeksplek doen terwijl het strak blauw is, dan heeft dat grote invloed op jouw resultaten. Ook de hoogte vanaf de grond waarop je meet heeft veel invloed. Zorg dus altijd dat alle meetomstandigheden zo gelijk mogelijk zijn.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op de manieren waarop beplanting het lokale klimaat kan beïnvloeden. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met het lokale klimaat van jouw tuin of balkon. Een actieplan waarin je beschrijft hoe jij het lokale klimaat in je tuin of op je balkon hebt beïnvloed. Beschrijf welke planten je neer hebt gezet en waar je dat hebt gedaan. Een beschrijving van je methode om te onderzoeken hoe het lokale klimaat zich heeft ontwikkeld. Beschrijf hoe jij de temperatuur hebt gemeten en waar je dat hebt gedaan. Een overzicht van je behaalde resultaten. Wat was het temperatuurverschil tussen je onderzoeks- en referentieplek tijdens de nulmeting en tijdens de metingen na jouw ingreep. Een discussie waarin je ingaat op de potentie van het controleren van het lokale klimaat door gebruik te maken van beplanting. Een conclusie waarin je antwoord geeft op je onderzoeksvraag. 13
Bestuiving Als twee dieren zich willen voortplanten dan kunnen ze elkaar daarvoor op de intiemst mogelijke manier opzoeken. Voor planten ligt dat anders. Omdat zij zich niet kunnen bewegen zijn zij voor hun voortplanting afhankelijk van hun omgeving. Sommige planten gebruiken daarom wind of water om de mannelijke geslachtscellen bij de vrouwelijke te brengen. Er is daarnaast ook een grote groep planten die hiervoor samenwerkt met dieren. Zij vormen vaak een mutualistische symbiose, een samenwerkingsverband waar beide partijen voordeel aan hebben, met hun bestuivers. Wederzijds Voordeel of Wederzijdse Afhankelijkheid? In ruil voor het verspreiden van hun geslachtscellen, het zogenaamde stuifmeel, produceren planten nectar. Nectar is een zoete stof die enorm veel energie bevat en daarmee een uitstekende beloning is voor de moeite die bestuivers moeten doen om het te verzamelen. Dat planten nectar bevatten maken ze duidelijk door de prachtigste bloemen te laten groeien, de ultieme reclame om bestuivers aan te trekken. Bestuivers, zoals bijen, vliegen op hun beurt dag in dag uit van bloem tot bloem om de nectar uit de bloemen te halen en verspreiden zo tegelijkertijd het stuifmeel. In hun kolonie verwerken de bijen de nectar tot honing, wat ze uiteindelijk gebruiken om hun larven mee te voeden. Hoewel deze samenwerking duidelijk extreem voordelig is voor beide partijen, zorgt hij er ook voor dat planten en hun bestuivers extreem afhankelijk van elkaar zijn. Zonder bestuivers kunnen planten hun stuifmeel niet verspreiden en zonder bloemen komen bestuivers niet aan hun benodigde voedsel.
Achteruitgang in Bestuivers Zolang er genoeg bloemen en bestuivers zijn levert de afhankelijkheid tussen deze twee partijen geen problemen op. Maar wanneer de populatiegrootte van de ene groep achteruitgaat, heeft dit meteen een negatieve invloed op de andere groep. Helaas is dit precies wat de afgelopen tijd is gebeurd. Door veranderingen die wij als mensen in het landschap hebben aangebracht gaat de populatie van bestuivers op dit moment zo sterk achteruit dat wetenschappers zich zorgen maken dat bijen weleens helemaal zouden kunnen verdwijnen. Er zijn twee belangrijke veranderingen die hieraan hebben bijgedragen. Ten eerste zijn bloemen grotendeels uit het landschap verdwenen, wat het gevolg is van de steeds grotere gebieden die wij voor steden- en landbouw gebruiken. Ten tweede ruimen wij onze omgeving tegenwoordig zo netjes op dat er nergens schuilplekken overblijven waar bestuivers beschutting kunnen vinden tijdens slecht weer, de nacht of de winter. Deze twee factoren zorgen er samen voor dat bestuivers vaak niet in staat zijn om genoeg voedsel en schuilplaatsen te vinden om te kunnen overleven, wat heeft geleid tot een grote achteruitgang in hun populatie. Omdat bestuivers zorgen voor de voortplanting van allerlei plantensoorten leidt de achteruitgang in de hoeveelheid bestuivers tot een verdere achteruitgang in de hoeveelheid nectar producerende planten, wat weer zorgt voor nóg minder bestuivers, enzovoort. Er bestaat dus een risico dat we in een vicieuze cirkel terecht komen, een proces waarin de situatie steeds verder verslechterd, die uiteindelijk kan leiden tot het verdwijnen van zowel bestuivers als de planten die van bestuiving afhankelijk zijn.
Gevolgen van Minder Bestuiving Het teruglopen van de hoeveelheid bestuivers kan grote gevolgen hebben voor ons mensen. Bestuivers zijn namelijk betrokken bij de voortplanting van allerlei planten waar wij veel plezier aan beleven. Deze planten kun je opdelen in twee categorieën. De eerste categorie spreekt voor zich. Omdat planten de 14
aanwezigheid van nectar adverteren met bloemen, kun je verwachten dat een teruglopende hoeveelheid bestuivers ook zal leiden tot een teruglopende hoeveelheid bloemen. Tot de tweede categorie behoren allerlei soorten die een belangrijke plaats in onze voedselvoorziening innemen. Zo zijn appels, tomaten, paprika’s en courgetten allemaal soorten groente en fruit die alleen kunnen groeien als er eerst een bestuiver langs is geweest. Als de populatie bestuivers zo ver achteruit zou gaan dat al deze soorten zich niet meer op een natuurlijke manier kunnen voortplanten, dan is de enige manier om verschillende soorten bloemen, groente en fruit te behouden ze door mensen met de hand laten bestuiven. Mocht dat ooit werkelijkheid worden, dan is een ecosysteemdienst die nu gratis door de natuur verstrekt wordt opeens een grote kostenpost geworden. Mensen die bloemen zouden bestuiven moeten dan immers betaald worden, terwijl bijen hun werk niet alleen gratis doen maar ons daarbovenop ook nog voorzien van honing.
Bestuiving en Project TED De achteruitgang van bestuivers tegengaan is typisch iets waar jij vanuit jouw tuin of balkon iets aan kunt doen. Door bloemen te planten geef je bestuivers bijvoorbeeld hun voedsel terug en door een insectenhotel te bouwen bied je ze een fijne schuilplaats. Als het jou leuk lijkt om te onderzoeken of het je lukt om meer bestuivers in je tuin te ondersteunen, besteed dan jouw onderzoek binnen project TED aan dit onderwerp.
Aan de Slag
Stap 1 Stap 2
Kies een plek waar jij gaat onderzoeken hoe je de hoeveelheid bestuivers kunt vergroten. Kies een referentieplek waar jij jouw onderzoeksplek mee gaat vergelijken tijdens je onderzoek. Belangrijk is dat deze plek tijdens je onderzoek niet veranderdt.
Stap 3
Doe een nulmeting en vergelijk de hoeveelheid bestuivers in jouw onderzoeksplek met jouw referentieplek.
Stap 4
Bedenk hoe jij de bestuivers gaat helpen. Ga je bijvoorbeeld bloemen planten of een insectenhotel bouwen?
Stap 5
Voer je plan uit en begin met het beter ondersteunen van bestuivers in jouw tuin of op jouw balkon.
Stap 6
Herhaal je meting iedere week zodat je kunt bepalen hoe de hoeveelheid bestuivers zich ontwikkelt.
Dit insectenhotel staat midden in de “Jardin des Plantes” in Parijs. In deze bloementuin bied dit bouwsel een schuilplaats voor allerlei bestuivers. Een insectenhotel bevat allemaal kleine hoekjes en gaatjes. Dit zijn ideale schuilplekken voor allerlei verschillende soorten bestuivers. Door plekjes van verschillende grootte te maken, kun je een grote diversiteit insecten een veilige schuilplek bieden. Op de Facebookpagina van Project TED staat ook een filmpje waarin een insectenhotel wordt gebouwd, dus als je tips zoekt kan je altijd daar terecht. 15
Project Tips Een handige manier om de hoeveelheid bestuivers te meten is door een bakje te vullen met een zoete vloeistof, bijvoorbeeld limonadesiroop, en te overspannen met gaas. Als je dit om de beurt op je onderzoek- en referentieplek neerzet en een half uur telt hoeveel insecten er op het gaas komen zitten, dan heb je een aardige indicatie van de hoeveelheid bestuivers op beide plekken.
Voor je insectenhotel hoef je meestal geen nieuwe materialen te kopen. De kans is groot dat er op allerlei plekken in je omgeving spullen liggen die je kunt hergebruiken als schuilplaats voor bestuivers. Als je hier allerlei verschillende soorten van verzameld kun je met gerecycled materiaal een prachtig insectenhotel bouwen.
Niet alleen bijen, ook vlinders zijn bestuivers. Voor tips over hoe je bestuivers in je tuin kunt aantrekken is het daarom erg nuttig om de website van de vlinderstichting te bezoeken. Daar verkopen ze ook speciale zaadpakketten met allerlei bloemsoorten die zowel bijen als vlinders erg aantrekkelijk vinden.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op de manieren waarop bestuivers en bepaalde soorten planten van elkaar afhankelijk zijn en hoe deze afhankelijkheid voor problemen kan zorgen. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met het ondersteunen van bestuivers in je tuin of op je balkon. Een actieplan waarin je uitlegt welke strategie jij hebt gebruikt om de bestuivers te helpen. Beschrijf bijvoorbeeld hoe je een insectenhotel hebt gebouwd of welke bloemen je hebt geplant. Een beschrijving van de methode die je hebt gebruikt om de hoeveelheid bestuivers te bestuderen. Beschrijf precies waar en hoe je de ontwikkeling van de hoeveelheid bestuivers hebt gemeten. Een overzicht van je behaalde resultaten. Hoe ontwikkelde de hoeveelheid bestuivers zich op je onderzoek- en referentieplek vanaf het moment dat jij je nulmeting hebt gedaan? Een discussie waarin je ingaat op de potentie van het lokaal ondersteunen van bestuivers, zoals jij tijdens dit project hebt gedaan. Een conclusie waarin je antwoord geeft op jouw onderzoeksvraag. 16
Ongediertebestrijding Of een bepaalde soort wel of niet op een bepaalde plek kan voorkomen wordt bepaald door een set per soort verschillende voorwaarden. Wij hebben als mensen bijvoorbeeld voldoende zuurstof, water, eten en beschutting nodig. Als deze set voorwaarden in een bepaald gebied aanwezig is, dan is er ruimte, een niche, waar een soort zich in kan vestigen. Dit principe kun je ook omdraaien. Als je een soort op een bepaalde plek aantreft dan moet dat wel betekenen dat de omstandigheden op die plek geschikt zijn. Dat geldt echter niet alleen voor soorten waar wij als mensen plezier aan beleven. Ook het wel of niet voorkomen van ongedierte wordt bepaald door de mate van geschiktheid van de omgeving. Ongedierte? Dag in dag uit zijn miljarden dieren op deze planeet bezig met overleven en voortplanten. Om dit te bereiken gebruiken zij allerlei verschillende strategieën die hebben geleid tot een enorme verscheidenheid in gedrag. Van een groot deel van dit gedrag hebben wij mensen geen last. Sterker nog, van verreweg de meeste dieren genieten de meeste mensen vooral. Sommige soorten vallen ons echter lastig. Sprinkhanen en bladluizen eten bijvoorbeeld onze gewassen op, muggen drinken ons bloed en muizen verspreiden ziektes. Hoewel het onmogelijk valt te ontkennen dat sommige dieren erg vervelend of zelfs gevaarlijk kunnen zijn, is het belangrijk om je te beseffen dat geen enkel dier er bewust op uit is om ons lastig te vallen. Het gedrag van sommige dieren is nou eenmaal zo gevormd dat het ons op bepaalde manieren in de weg zit. Een dier is dus gewoon een dier en wordt pas ongedierte als wij mensen er last van hebben. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij ons zomaar bij overlast door dieren neer hoeven te leggen.
De Natuur van Probleem naar Oplossing Dat we last hebben van bepaalde diersoorten komt door de manier waarop hun natuurlijk gedrag gevormd is. Hoewel de natuur in zulke situaties dus een probleem veroorzaakt, verschaft de natuur ook allerlei mogelijke oplossingen. Door gebruik te maken van natuurlijke oplossingen kun je geld besparen. Als de natuur je van je ongedierte af helpt hoef je dat immers niet meer kunstmatig te doen.
Aanpassing in de Niche Zoals gezegd komt een soort voor in een niche, een plek waar de leefomstandigheden geschikt zijn. Als je last hebt van een bepaalde soort dan kun je proberen om hier iets aan te doen door de leefomstandigheden voor die soort minder aantrekkelijk te maken. Je kunt ongedierte dus bestrijden door de niche aan te passen. Sprinkhanenplagen komen bijvoorbeeld veel voor op plekken waar wij enorme monoculturen hebben aangeplant, gebieden met slechts één enkel gewas. In de ogen van sprinkhanen is zo’n gebied eigenlijk een enorm buffet gevuld met geschikt voedsel. Wanneer je in deze gebieden gewassen die sprinkhanen aantrekkelijk vinden zou afwisselen met onaantrekkelijke gewassen, dan zouden ze nooit in staat zijn om zich in zulke enorme aantallen te verzamelen.
Natuurlijke Vijanden Bijna iedere diersoort is het voedsel voor een andere diersoort. Al deze relaties tussen roofdieren en prooien vormen samen het zogenaamde voedselweb. Ook diersoorten waar wij last van hebben maken hier deel van uit. Een uitermate geschikte manier om ongedierte op een natuurlijke manier te bestrijden is dan ook het aantrekken en ondersteunen van hun natuurlijke vijanden. Bladluizen zijn 17
bijvoorbeeld het favoriete eten van het lieveheersbeestje. Door jouw tuin aantrekkelijk te maken voor lieveheersbeestjes trek je dus niet alleen leuke rode kevertjes aan, je bestrijdt ook een plaag die de planten in je tuin grote schade kan toebrengen. Om dit te doen kun je lieveheersbeestjes bijvoorbeeld en fijne schuilplek bieden door een insectenhotel te bouwen.
Natuurlijke Afweer In sommige gevallen zijn zowel het aanpassen van de niche als het aantrekken van natuurlijke vijanden slechte opties. Voor muggen zijn wij bijvoorbeeld zelf de niche waar zij van eten en is de natuurlijke vijand de spin, een soort die veel mensen ook niet graag in hun huis verwelkomen. Toch kan de natuur ook hier hulp bieden. Veel soorten worden namelijk afgestoten door bepaalde geuren. Zet je dus planten neer die afstotende geuren produceren, dan heb je een goede kans om de overlast te verminderen. Muggen worden bijvoorbeeld afgestoten door de geur van lavendel en citroenverbena.
Ongediertebestrijding en Project TED De natuur is soms vervelend, maar biedt vaak ook oplossingen om van overlast af te komen. Als jij last hebt van een bepaalde soort ongedierte is het daarom heel goed mogelijk dat jij iets in je tuin of op je balkon kunt veranderen waarmee je die overlast kunt verminderen. Als het jou leuk lijkt om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van natuurlijke ongediertebestrijding, kies dan dit onderwerp binnen project TED.
Aan de Slag
Stap 1 Stap 2
Stap 3 Stap 4 Stap 5
Bedenk welk ongedierte overlast veroorzaakt in jouw omgeving. Bedenk hoe je gaat meten hoeveel ongedierte er in jouw omgeving is. Je meetmethode hangt natuurlijk af van het door jou gekozen ongedierte.
Kies een onderzoeksplek waar je gaat onderzoeken hoe je de natuur kunt gebruiken om ongedierte te bestrijden. Kies een referentieplek waar jij jouw onderzoeksplek mee gaat vergelijken tijdens je onderzoek. Belangrijk is dat deze plek tijdens je onderzoek niet veranderdt. Doe een nulmeting en vergelijk de hoeveelheid ongedierte in je onderzoeksplek en referentieplek.
Stap 6
Bedenk hoe jij het ongedierte gaat bestrijden. Ga je bijvoorbeeld natuurlijke vijanden of afweer gebruiken?
Stap 7
Voer je plan uit en begin met natuurlijke ongediertebestrijding in je tuin of op je balkon.
Stap 8
Herhaal je meting iedere week zodat je kunt bepalen hoe de hoeveelheid ongedierte zich ontwikkelt.
Bladluizen kunnen de planten in je tuin enorme schade toebrengen. Gelukkig biedt de natuur een oplossing voor dit probleem: het lieveheersbeestje. Door je tuin aantrekkelijk te maken voor het lieveheersbeestje kun je bladluizen bestrijden en zullen je planten beter kunnen groeien.
18
Project Tips Welk ongedierte bij jou thuis het meeste overlast veroorzaakt kun jij alleen zelf bepalen. Als je het daarna moeilijk vind om een natuurlijke afweer strategie te bedenken dan kan het heel nuttig zijn om op “natuurlijke afweer [soortnaam]” te googelen, waarbij je bij “soortnaam” je gekozen ongedierte invult. Het internet staat namelijk vol met tips die je kunt gebruiken tijdens je onderzoek. Welke meetmethode je gaat gebruiken hangt af van het ongedierte. Toch zal in de praktijk blijken dat het handig is om op een bepaalde manier de hoeveelheid ongedierte te tellen. Zo kun je als je voor bladluizen kiest bijvoorbeeld de hoeveelheid op een onderzoeks- en referentie vierkante meter tellen en voor muggen bijhouden hoe vaak je wordt gestoken voor en nadat je een aanpassing in je tuin of op je balkon hebt gedaan. Met natuurlijke ongediertebestrijding los je niet alleen een vervelend probleem op, je bespaart vaak ook geld. Probeer tijdens je onderzoek eens op te zoeken hoeveel het zou kosten om het ongedierte wat jij natuurlijk bestrijd op een kunstmatige manier aan te pakken. Zo weet je hoeveel waarde je met je natuurlijke aanpak hebt gecreëerd en kun je eventuele uitgaven goed verantwoorden.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op de manieren waarop de natuur zowel voor overlast als oplossingen kan zorgen. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met het bestrijden van bestuivers in je tuin of op je balkon. Een actieplan waarin je uitlegt welke strategie jij hebt gebruikt om ongedierte op een natuurlijke manier te bestrijden. Beschrijf bijvoorbeeld of je een insectenhotel hebt gebouwd en welke planten je hebt neergezet. Een beschrijving van de methode die je hebt gebruikt om de hoeveelheid ongedierte te meten. Beschrijf precies waar en hoe je de ontwikkeling van de hoeveelheid ongedierte hebt gemeten. Een overzicht van je behaalde resultaten. Hoe ontwikkelde de hoeveelheid ongedierte zich op je onderzoeks- en referentieplek vanaf het moment dat jij je nulmeting hebt gedaan? Een discussie waarin je ingaat op de potentie van het op een natuurlijke manier bestrijden van ongedierte. Een conclusie waarin je antwoord geeft op jouw onderzoeksvraag. 19
Bodemvorming Ieder levend wezen heeft om de zoveel tijd bepaalde stoffen nodig om te kunnen leven. Als de voorziening van zulke stoffen te lang wegvalt, dan is overleven niet langer mogelijk. Wij mensen kunnen bijvoorbeeld ongeveer 3 minuten zonder zuurstof, 3 dagen zonder water en 3 weken zonder voedsel. Ook planten hebben dit soort behoeften. Zij kunnen zich echter niet verplaatsen als de omstandigheden niet langer gunstig zijn en zijn daarom voor hun overleven afhankelijk van de bodem waar zij in groeien. Het onderhouden van een gezonde bodem is daarom ontzettend belangrijk voor het groeien en bloeien van planten. NPK & Water Misschien weet je dat planten fotosynthese bedrijven. In deze chemische reactie halen ze CO2 uit de lucht en zetten dat samen met licht en water (H2O) om tot glucose (C6H12O6) en zuurstof (O2). Je zou het opnemen van CO2 uit de lucht kunnen vergelijken met ademhalen. Naast ademhalen moeten planten, net als wij, ook nog eten en drinken. Drinken is voor planten, net als voor ons, vooral water. Het belangrijkste eten voor planten wordt samengevat met de letters NPK. NPK staat voor stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Hoewel dit op deze manier misschien ingewikkeld klinkt zijn dit precies dezelfde stoffen die ook voor ons heel belangrijk zijn. Deze stoffen vormen namelijk een onderdeel van DNA en eiwitten, twee belangrijke bouwstenen voor ieder organisme. Planten hebben dus eigenlijk dezelfde behoeften als wij, maar zijn niet in staat om zich te verplaatsen. Om aan hun eten en drinken te komen zijn planten dus volledig afhankelijk van wat hun wortels uit de bodem kunnen halen.
Cruciaal, Maar Makkelijk Vergeten Dat bodems enorm belangrijk zijn is nu hopelijk wel duidelijk. Toch wordt de bodem vaak letterlijk en figuurlijk over het hoofd gezien. Dat dit gebeurt is natuurlijk niet heel gek, veel processen die zich in de bodem afspelen zijn immers onzichtbaar. Toch kan stilstaan bij de behoeften van planten en de manieren waarop een bodem die beter kan ondersteunen erg voordelig zijn. Het aanleggen van een gebalanceerde en gezonde bodem zal zorgen voor gezondere planten, voor minder onkruid en voor minder noodzaak om kunstmest te kopen. Er zijn allerlei kunstmatige manieren om de bodem te verbeteren, maar deze kosten vaak veel geld. Ook de natuur biedt veel mogelijkheden die kunnen leiden tot een gezondere bodem, daarom is bodemvorming een belangrijke ecosysteemdienst.
Natuurlijke Bodemvorming Je ziet het natuurlijk niet, maar er zit minstens net zoveel leven onder de grond als erboven. Dit leven loopt uiteen van microscopisch kleine bacteriën en schimmels, tot insecten, wormen en zelfs zoogdieren zoals de mol. Al dit leven heeft een grote invloed op de eigenschappen van de bodem. Wormen eten bijvoorbeeld dood plantenmateriaal en poepen de overblijfselen daarvan weer uit. Hiermee verspreiden ze het materiaal bevat en zorgen ze dat de voedingsstoffen die het bevat weer beschikbaar komen om opgenomen te worden door een nieuwe generatie planten. Ook sommige planten hebben invloed op de eigenschappen van de bodem. Peulvruchten, zoals de sperzieboon, hebben bijvoorbeeld een mutalistische symbiose met bacteriën die stikstof uit de lucht halen en in de bodem stoppen. Omdat stikstof (N) een van de belangrijke voedingsstoffen voor planten is, zorgt het planten van peulvruchten voor een rijkere bodem. 20
Bodemvorming en Project TED Een gezonde bodem is cruciaal voor het groeien van gezonde planten. Zoals gezegd kun je de natuur gebruiken om de bodem te verbeteren. Door peulvruchten te planten in je tuin zorg je voor meer stikstof in de bodem, wat in theorie goed voor de andere planten zou moeten zijn. Als het jou leuk lijkt te onderzoeken of dit echt werkt en hoe groot het voordeel van natuurlijke bodemverbetering is, kies dan voor dit onderwerp binnen Project TED.
Aan de Slag
Stap 1 Stap 2
Kies een plek waar jij gaat onderzoeken wat de invloed is van het planten van peulvruchten op andere planten. Kies een referentieplek waar jij jouw onderzoeksplek mee gaat vergelijken tijdens je onderzoek. Belangrijk is dat deze plek tijdens je onderzoek niet veranderdt.
Stap 3
Doe een nulmeting en vergelijk de planten in je onderzoeksplek met de planten in je referentieplek.
Stap 4
Plant precies evenveel peulvruchten in zowel je referentie- als onderzoeksplek.
Stap 5
Herhaal je meting dagelijks en vergelijk hoe de planten in je referentie- en onderzoeksplek zich ontwikkelen.
Hoewel je makkelijk vergeet wat er allemaal in de bodem gebeurt als je er overheen loopt, zit de bodem vol met leven en vormt hij letterlijk en figuurlijk de basis voor ecosystemen over de hele wereld. Veel bodems zijn in niet al te beste staat, maar met een paar simpele aanpassingen kunnen die situatie sterk verbeteren.
21
Project Tips De boon is het zaad van de peulvrucht. Hoewel je deze ook in het tuincentrum kan kopen is een andere manier om hier aan te komen door verse bonen bij de groenteboer te halen. Dat is niet alleen goedkoper, je weet dan ook zeker dat de bonen die aan je planten zullen gaan groeien uiteindelijk eetbaar zijn. Als je bonen hebt, dan kun je ze het best laten voorkiemen voordat je ze in de grond stopt. Leg ze daarom eerst in natte watten tot er wat gaat groeien. Om het doen van een nulmeting makkelijk te maken kun je het best beginnen met twee stukjes lege aarde. Je zaait in beide stukjes dezelfde hoeveelheid zaadjes van dezelfde plant (die je natuurlijk zelf mag kiezen), maar plant in een van beide stukjes ook een aantal peulvruchtbonen. Vervolgens schrijf je iedere dag op hoeveel planten er op beide plekken groeien en hoe groot die planten zijn. Doe dit precies! Deze gegevens vormen immer je data.
Dit onderzoek is uitermate geschikt om in potten uit te voeren. In plaats van met twee lege stukjes aarde begin je gewoon met twee lege potten die je met precies dezelfde hoeveelheid grond en plantenzaad vult. Vervolgens plant je in één van de twee potten ook een paar peulvruchtbonen en houdt je daarna bij hoeveel er in beide potten groeit.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op het belang van een gezonde bodem en manieren waarop de natuur daarmee kan helpen. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met het verbeteren van de bodem in jouw tuin of op jouw balkon Een actieplan waarin je uitlegt welke strategie jij hebt gebruikt om de bodem te verbeteren. Welke peulvruchten heb je gebruikt, hoe ben je eraan gekomen en hoe heb je ze laten groeien? Een beschrijving van de methode die je hebt gebruikt om de invloed van peulvruchten op andere planten te meten. Beschrijf precies hoe je de ontwikkeling van de planten in je referentie- en onderzoeksplek hebt gemeten. Een overzicht van je behaalde resultaten. Hoe ontwikkelde de planten zich op je onderzoeksen referentieplek vanaf het moment dat jij je nulmeting hebt gedaan? Een discussie waarin je ingaat op de potentie van het op een natuurlijke verbeteren van de bodem. Een conclusie waarin je antwoord geeft op jouw onderzoeksvraag. 22
Esthetiek Het belang van de natuur gaat verder dan de manieren waarop zij ons helpt om te overleven op Aarde. Psychologisch onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat een groenere omgeving depressiviteit tegengaat, herstel in ziekenhuizen bevordert en productiviteit op de werkvloer verhoogt. Hoewel dit soort dingen misschien wat zweverig klinken is dit onbewust wel de rede waarom veel mensen geld uitgeven aan planten. De natuur draagt dus niet alleen bij aan ons overleven, haar esthetische schoonheid verrijkt ons “gewone” leven en zorgt dat wij ons prettiger voelen in onze omgeving. Evolutionaire Oorsprong Waarom een groene omgeving allerlei psychologische voordelen heeft is een interessant vraagstuk waar de wetenschap zich al jaren mee bezig houdt. Een van de meest waarschijnlijke verklaringen ligt in de evolutionaire geschiedenis die wij als mensen hebben. De soort Homo sapiens waar wij allemaal toe behoren is zo’n 200.000 jaar geleden ontstaan op de savannes van Oost Afrika. Het grootste deel van ons leven bestond toen uit jagen en het verzamelen van voedsel. Dat bestaan was van tijd tot tijd enorm onzeker. Je kunt je misschien voorstellen dat er bijvoorbeeld grote verschillen bestonden in de beschikbaarheid van voedsel tussen het regen- en droogseizoen. Behalve dat de hoeveelheid voedsel sterk moet hebben verschild tussen deze twee seizoenen, zal ook het landschap er totaal verschillend uit hebben gezien. Tijdens het droogseizoen zullen alle planten dor en bruin geweest zijn, terwijl alles tijdens het regenseizoen groen werd. Vermoed wordt, dat hier onze voorkeur voor groen in onze omgeving vandaan komt. Groen betekende in onze evolutionaire geschiedenis dat er voldoende eten was en werkt om deze rede tot op de dag van vandaag stress verlagend.
Modern Bewijs Het vinden van hard bewijs voor de theorie dat onze voorkeur voor groen in de omgeving voortkomt uit onze evolutionaire geschiedenis is natuurlijk erg moeilijk. De meeste psychologen proberen hier onderzoek naar te doen door moderne mensen zogenaamde keuze experimenten voor te leggen. Hierin mogen zij steeds hun voorkeur uitspreken over een keuze tussen twee verschillende landschappen of tuinen. Opvallend is dat mensen keer op keer keuzes maken die erg lijken op de plek waar onze soort ooit vandaan is gekomen. Behalve dat mensen groen in de omgeving mooi vinden, kiezen zij bijvoorbeeld ook vaak voor een open landschap met losse groepjes bomen en struiken. Dit is precies het type landschap wat ook een Afrikaanse savanne karakteriseert. Het voordeel van zo’n landschap voor mensen is logisch te verklaren. Het open landschap maakte het voor ons mogelijk om grote oppervlaktes te kunnen overzien, terwijl de bomen en struiken ons beschutting boden tegen gevaarlijke roofdieren, zoals leeuwen. Hoewel het dus moeilijk voor 100% valt te bewijzen, is het op zijn minst opvallend dat de voorkeur die mensen in dit soort experimenten uitspreken steeds weer terugleidt tot onze evolutionaire geschiedenis.
Betalen voor een Ecosysteemdienst Wat de precieze verklaring voor onze voorkeur voor groen in de omgeving ook is, zeker is dat mensen er veel geld aan uitgeven. Mensen kopen planten voor binnenshuis, voor in de tuin en betalen via belasting mee aan planten in straten en parken. Leuk detail is dat we in de aanleg van dit soort pekken vaak ook kiezen voor een open stuk gras met groepjes bomen en struiken. Zouden we dan stiekem echt stukjes savanne in onze stadsparken aan het namaken zijn? Hoewel we ons hier waarschijnlijk 23
niet dagelijks van bewust zijn is onze voorkeur voor een omgeving met mooie planten dus een motivatie om te betalen voor een ecosysteemdienst.
Esthetiek en Project TED Ook je tuin of balkon kun jij mooier maken met beplanting. Als je dit ergens besluit te doen, dan is er een grote kans dat jij daarmee waarde toevoegt aan zo’n plek. Als je het leuk vind om te onderzoeken hoeveel waarde dat is en waarom mensen een groenere plek mooier vinden, kies dan voor het onderwerp esthetiek binnen Project TED.
Aan de Slag
Stap 2
Documenteer goed hoe je tuin of balkon er nu uitziet, beschrijf de beplanting en maak wat foto’s Maak in overleg met je ouders een ontwerp om je tuin of balkon mooier te maken.
Stap 3
Voer je plan uit en transformeer je tuin of balkon in een prachtige plek.
Stap 4
Documenteer precies hoe je tuin of balkon er na afloop uitziet, beschrijf de beplanting en maak wat foto’s.
Stap 5
Doe een betalingsbereidheidonderzoek om te bepalen hoeveel esthetische waarde je hebt toegevoegd.
Stap 1
Hoewel jouw tuin waarschijnlijk een stuk minder groot is, laat deze Franse tuin precies zien wat wij mensen als mooi en prettig ervaren: een open landschap met genoeg beschutte plekken. Ook in jouw tuin kun je deze principes toepassen en zo een hoop esthetische waarde aan je tuin toevoegen.
24
Project Tips Je tuin of balkon opnieuw ontwerpen en inrichten is waarschijnlijk iets wat flink veel geld kost. Een ideale situatie waarin je dit project kunt uitvoeren is daarom wanneer je ouders toch al van plan waren om aan de slag te gaan. Als dat niet het geval is, dan kun je ze er natuurlijk altijd nog van proberen te overtuigen dat het heel belangrijk is om dit alsnog te doen.
In een betalingsbereidheidonderzoek vraag je zoveel mogelijk mensen of ze een oplopende serie bedragen zouden betalen voor de aanpassingen die jij hebt gedaan. “Zou u €5 betalen?”, “Zou u €10 betalen?”, “Zou u €20 betalen?”, etc. Als het antwoord “Nee” is, ga je verder met vragen hoe zeker ze daarvan zijn en waarom ze een bepaalde keuze maken. Download een voorbeeldformulier op de website van Scholen voor Duurzaamheid.
Als je aan de slag gaat met het maken van een mooier ontwerp voor je tuin of je balkon, houdt dan rekening met onze evolutionaire voorkeur voor een groene omgeving met open ruimte en groepjes bomen en struiken. Hoewel het niet 100% valt te bewijzen is het zeer waarschijnlijk dat dit een inrichting is die veel mensen erg mooi zullen vinden.
In het Verslag Zit Tenminste
Een inleiding waarin je ingaat op de esthetische waarde die wij aan een groene omgeving hechten en waar die voorkeur vandaan komt. Een onderzoeksvraag waarin je vaststelt wat jij in je tuin of op je balkon gaat onderzoeken binnen de achtergrond die je in de inleiding hebt beschreven. Een hypothese waarin je vooruitloopt op de resultaten die je verwacht te gaan aantreffen als jij aan de slag gaat met het mooier maken van jouw tuin of balkon. Een actieplan waarin je uitlegt welke strategie jij hebt gebruikt om de esthetiek in je tuin of op je balkon te verbeteren. Hoe ziet je ontwerp eruit, waarom heb je voor dit ontwerp gekozen en hoe is dit in de praktijk uitgepakt? Een beschrijving van de methode die je hebt gebruikt om te onderzoeken hoeveel waarde je hebt toegevoegd. Welke vragen heb je in het betalingsbereidheid gesteld en aan wie deed je dat? Een overzicht van je behaalde resultaten. Hoe antwoordde de mensen op je vragen? Een discussie waarin je ingaat op de waarde die met “mooi groen” valt toe te voegen aan onze omgeving. Een conclusie waarin je antwoord geeft op jouw onderzoeksvraag. 25
Begrippenlijst Alle onderstreepte woorden in de opdracht staan hier op alfabetische volgorde nader toegelicht. Begrip Albedo Effect Bestuivers Biodiversiteit
Broeikaseffect
DNA
Duurzaam
Duurzaamheidsthema
Ecologische Voetafdruk Ecosysteem Ecosysteemdiensten Esthetisch
Eutrofiëring
Evolutionair
Fossiele Brandstof
Fotosynthese
Gewassen
Betekenis De mate waarin een oppervlakte licht en warmte weerkaatst. Hoe hoger de Albedo waarde, hoe meer weerkaatsing er optreedt. De dieren die het stuifmeel van bloemen verspreiden en zo zorgen dat veel plantensoorten zich kunnen voortplanten De totale diversiteit van al het leven op Aarde. Een gebied met een hoge biodiversiteit betekent in de praktijk meestal dat er veel verschillende soorten zijn. Het effect waarbij broeikasgassen als een soort deken rond de aarde liggen en zo warmte die normaal de ruimte in zou stralen tegenhouden. Het broeikaseffect zorgt voor klimaatverandering. De naam van de chemische verbinding waarin het genetisch materiaal van alle planten en dieren ligt opgeslagen. Dat is alle informatie die samen met de omgeving bijvoorbeeld bepaalt hoe je eruit ziet. Iets is duurzaam als het zonder aanpassingen kan bestaan zolang wij het nodig hebben. Iets wordt niet duurzaam als blijkt dat de huidige gang van zaken niet lang genoeg doorgezet kan worden. Is een thema waarover wetenschappers zich zorgen maken of het wel duurzaam is. Voorbeelden zijn klimaatveranderingen en biodiversiteitsverlies. De totale som van alle manieren waarop wij invloed hebben op de Aarde omgerekend naar een oppervlakte land wat wij daarvoor gebruiken. Min of meer begrensd deel van de biosfeer, bestaande uit het biotisch gedeelte (de levensgemeenschap) en het abiotisch gedeelte (de biotoop). De voordelen die wij als mensen uit de natuur halen. Bijvoorbeeld voedsel, bestuiving en ecotoerisme. Iets is esthetisch als wij mensen het mooi vinden. Omdat dat erg afhankelijk is van iemands mening verschilt wat mensen esthetisch vinden erg van persoon tot persoon. Het proces waarbij een teveel aan voedingsstoffen ervoor zorgt dat planten die graag in rijke omstandigheden groeien de concurrentie winnen van planten die zich specialiseren in arme condities. Iets is evolutionair als het is bepaald door de evolutie, het proces van natuurlijke selectie waarbij uit één oer organisme uiteindelijk de hele boom van het leven is ontstaan. Een brandstof die miljoenen jaren geleden is ontstaan en niet op korte termijn vervangbaar is. Voorbeelden zijn olie en steenkool. Omdat het niet vervangbaar is, bestaat er een risico dat het op raakt. Het proces waarbij planten CO2 samen met water en licht omzetten tot glucose en zuurstof. Dit wordt ook wel primaire productie genoemd en is de basis voor al het leven. Een naam voor bepaalde soorten planten die wij groeien met een bepaald doel. Zo heb je voedselgewassen en siergewassen (bloemen). 26
Heterotroof Keuze experiment
Klimaatverandering
Lokaal Klimaat
Meetfout
Millennium Ecosystems Assessment Millenniumdoel
Monocultuur Mutualistische Symbiose Natuur
Natuurgebied
Natuurlijke Bronnen Nectar Niche Nulmeting
Ontbossing Organisme Populatiegrootte Psychologisch Referentieplek
Stuifmeel
Een organisme wat voor zijn energie afhankelijk is van het eten van andere organismen. Wij mensen zijn heterotroof. Een experiment waarin onderzoek wordt gedaan naar de voorkeur van mensen over een bepaald onderwerp door ze een keuze voor te leggen en ze naar een uitleg van die keuze te vragen. Het proces waarbij onder andere door het broeikaseffect de temperatuur op Aarde stijgt en de regenpatronen veranderen. Door menselijke uitstoot van broeikasgassen veranderd dus het klimaat. Naast het wereldwijde klimaat is er ook zoiets als een lokaal klimaat. Denk bijvoorbeeld aan het effect van de schaduw van een boom op de temperatuur op die ene plek. Een fout in je resultaten die kan optreden als gevolg van een fout tijdens het meten. Dit kan een fout zijn die jij zelf maakt, een fout die door je meetinstrument komt, of een fout in je methode zijn. Een groot rapport waarin meer dan 1000 wetenschappers samen de waarde van de natuur hebben beschreven en een pad hebben uitgestippeld om die waarde beter te gaan waarderen in beleid. In het jaar 2000 besloten allerlei landen dat het tijd was om een eind te gaan maken aan allerlei problemen die de wereld heeft. Voorbeelden van doelen waren bijvoorbeeld honger en biodiversiteitsverlies stoppen. Een groot gebied waarin slecht één bepaalde soort gewas is gepland. Een symbiose tussen twee soorten waar beiden soorten voordeel bij hebben. Het samenspel tussen alle levende en niet levende dingen op Aarde. Hoewel veel mensen ons zelf buiten de natuur zien, zijn ook mensen onderdeel van dit natuurlijke systeem. Is een gebied waar het ontwikkelen van niet-menselijke natuur centraal staat. Hoewel we hier alsnog groot voordeel van ondervinden moeten wij mensen op dit soort plekken vaak ruimte maken. Zijn alle bronnen die de natuur ons biedt. Dit kan bijvoorbeeld voedsel zijn, maar ook water, bestuiving en ecotoerisme. De stof die planten maken om bestuivers aan de trekken. Hiervan maken bijvoorbeeld bijen vervolgens honing. Ecologische nis - de rol die een soort in het geheel van relaties in het ecosysteem speelt. De meting waarin je vaststelt wat de huidige situatie is van het fenomeen of de plek die je gaat onderzoeken. Zonder goede nulmeting kun je onmogelijk bepalen of hetgeen wat je onderzoekt invloed heeft. Het proces waarbij wij mensen bossen kappen om ruimte te maken voor bijvoorbeeld landbouw en steden. Een verzamelnaam voor alle levende wezens op Aarde. Organismen zijn dus bijvoorbeeld bacteriën, schimmels, planten en dieren. De hoeveelheid individuen die een bepaalde soort in een bepaald gebied heeft. Iets is psychologisch als het zich in onze belevingswereld afspeelt. De plek waar je tijdens je onderzoek niets veranderd en waar je je onderzoeksplek mee vergelijkt. Zonder referentieplek kun je onmogelijk bepalen of het ding wat je onderzoekt zorgt voor de verandering die je ziet, of dat die verandering door iets anders wordt veroorzaakt. De geslachtscellen van bloemen heten stuifmeel. 27
TED
Vervuiling Verwoestijning
Vicieuze cirkel Voedingsstoffen Voedselweb Vruchtbaarheid
Een afkorting die staat voor Tuin Ecosysteem Diensten, de naam van dit project waarbij jullie onderzoek doen naar de potentie van het ontwikkelen van ecosysteemdiensten in de tuin. Het proces waarbij bepaalde stoffen vrij komen die een schadelijk effect kunnen hebben op de natuur. Het proces waarbij land in droge gebieden totaal onbruikbaar wordt voor het groeien van planten, wat er uiteindelijk voor kan zorgen dat zo’n gebied een woestijn wordt. Een serie gebeurtenissen die elkaar steeds versterken en ervoor zorgen dat een probleem steeds erger wordt. Een moeilijke naam voor de moleculen die in ons eten zitten. De totale interactie tussen alle roofdieren en hun prooien. Een bodem is vruchtbaar als hij de juiste omstandigheden bevat waarin planten kunnen groeien.
28
29