Bijlage 6
Project Tankopslag Instructie registratie inspectiegegevens in de Inspectieruimte en I-net (Inspectie SZW)
1. Inleiding In 2012 wordt gestart met een inspectieproject gericht op tankopslagen dat zal doorlopen tot in 2013. De projectinspecties Tankopslag worden gezamenlijk met de inspectiepartners, en grotendeels los van de reguliere Brzo-inspecties uitgevoerd. In enkele gevallen kan het voorkomen (of zo uitkomen) dat de projectinspectie tijdens of in de plaats van de reguliere Brzo-inspectie wordt uitgevoerd. Voor inhoudelijke informatie over het project, zoals het projectplan en de inspectiemodule wordt hier verwezen naar de projectpagina op de LAT RB-site. De projectinspecties richten zich op de volgende onderwerpen: Integriteit opslagtanks (ontwerp, keuring, onderhoud en inspectie) Dampverwerkingsinstallaties Explosieveiligheid Blootstellingsbeoordeling van medewerkers aan gevaarlijke stoffen Onafhankelijke overvulbeveiliging (Schuim-blus) en koelinstallaties en afstroming Deze onderwerpen zijn nader uitgewerkt in de inspectiemodules. Het is van belang dat de inspectiemodules tijdens de inspectie gehanteerd worden.
2. Aanleiding en doel instructie Het inspectieproject zal worden afgesloten met een projectrapportage gebaseerd op de geregistreerde inspectie-informatie. Daarnaast wordt voor dit project door de afdeling APS/Onderzoek en Analyse een onderzoek ingesteld naar het effect van het projecttoezicht. Met deze effectmeting wordt nagegaan in hoeverre het toezichtshandelen een bijdrage levert aan het bereiken van het gewenste nalevingsniveau van de bedrijven en de gewenste verandering in gedrag- en bewustzijnsniveau bij relevante actoren in deze bedrijven en welke ingezette toezichtsinstrumenten in welke mate daaraan hebben bijgedragen.
Om de projectrapportage en de effectmeting goed vorm te kunnen geven dient de wijze waarop we inspectie-informatie registreren in de Inspectieruimte uniform te zijn.
De projectrapportage zal langs twee lijnen plaatsvinden: beeld van het veiligheidsniveau bij bedrijven m.b.t. tankopslag (integriteit, dampverwerking, explosieveiligheid, beveiligingen, blootstelling) beeld van het functioneren van het preventiebeleid en het veiligheidsbeheersysteem De afzonderlijke inspecties dienen dan ook dit beeld op te leveren. Dit betekent dat voor analyse van de inspectie-informatie een uniforme registratie onontbeerlijk is. Om dit te bewerkstelligen is onderstaande instructie opgesteld.
3. Instructie Deze werkinstructie beschrijft de wijze waarop voor het project Tankopslag in de voorbereidings- alsmede de uitvoeringsfase van een inspectie de gegevens in de Inspectieruimte dienen te worden geregistreerd. De output van deze werkinstructie zijn eenduidige rapportages en herkenning van de bevindingen en conclusies die gedaan zijn i.h.k.v. het project tankopslag t.b.v. monitoring en effectmetingen.
3.1 Registratie inspectiegegevens / relatie met inspectiemodule voorbereidingsfase In de Inspectieruimte zijn t.b.v. het project Tankopslag onderwerpen opgenomen. Deze staan vermeld in bijlage 1. Deze onderwerpen sluiten aan bij de inspectiemodule. Het is de bedoeling dat in de voorbereidingsfase deze onderwerpen en subonderwerpen gekozen worden onder het thema “Opslag in bovengrondse opslagtanks/PGS29”. Pas op: Momenteel staat naast voornoemd thema ook het thema “Tankopslag” vermeld, deze niet kiezen. Tevens dienen ook alle VBS-elementen gekozen te worden alsmede het preventiebeleid PBZO. Dit om bij de uitvoering/rapportage naast het geven van een conclusie en oordeel over het thema zelf ook de afzonderlijke VBS-elementen en het preventiebeleid te beoordelen. Werkwijze: Voeg bij “Thema’s & Onderwerpen” in de voorbereidingsfase (links in het scherm) het thema “Opslag in bovengrondse opslagtanks/PGS29”. Zie printscreen 1.
Printscreen 1
Koppel vervolgens in het volgende scherm “Toevoegen Thema aan Inspectie” de onderwerpen TO1 t/m TO7 en via de uitklapmenu’s de subonderwerpen TO11 t/m TO74. Zie printscreen 2.
Printscreen 2
Voeg aan het inspectiethema “Opslag in bovengrondse opslagtanks/PGS29” ook de VBS-elementen en het PBZO toe. Zie printscreen 3.
Printscreen 3
Uitvoeringsfase De waarnemingen worden geregistreerd onder en gelinkt aan de subonderwerpen TO01, TO02,…TO74 EN aan een VBS-onderwerp en/of PBZO. Op basis van de waarnemingen worden voor de onderwerpen op het onderwerpniveau van TO1, TO2,…TO7 conclusies en beoordelingen geformuleerd. Vervolgens dienen conclusies en beoordelingen voor de afzonderlijke VBSelementen en het preventiebeleid te worden getrokken1. Note: bevindingen kunnen maar aan een onderwerp worden gekoppeld, waarnemingen aan meerdere onderwerpen. Vandaar het belang van het invoeren van waarnemingen!
1
Deze opmerking heeft geleid tot vragen en verwarring. Daarom is hier door de Brzo/RB-Werkgroep Noordwest een aanvulling op gemaakt, in de vorm van werkafspraken. Deze werkafspraken zijn geaccordeerd door de Wabo/BRZO-coördinatoren en de Inspectie SZW en integraal opgenomen in bijlage 2. (aanvulling: 1 februari 2013).
4. Registratie Overtredingen en Handhaving in de Inspectieruimte en I-net 4.1 Inspectieruimte Overtredingen dienen op het niveau van de onderwerpen TO1 t/m TO7 te worden geregistreerd in de Inspectieruimte. Een volledige registratie van het verloop van de handhaving wordt geregistreerd in de handhavingsmodule. 4.2 I-net De handhavinggegevens (overtredingen) komen (voor de inspecteurs van de Inspectie SZW) vanuit de Inspectieruimte naar I-net over. Automatisch wordt hier het instrument waarschuwing en het feitnummer BRZO aan toegekend. Voor een goede registratie dient het feitnummer aangepast te worden en het juiste ingezette instrument gekozen te worden. Dit dient in I-net door de inspecteur handmatig te worden aangepast.
Bijlage 1 Hoofdthema: Opslag in bovengrondse opslagtanks / PGS29
Onderwerp Subonderwerp TO1. Integriteit tanks en toebehoren
TO2.
TO3.
TO4.
TO5.
TO11 Nieuwbouw van opslagtanks/ontwerpvereisten TO12 Beoordeling en inspectie van de samenbouw en beveiliging TO13 Keuring voor ingebruikneming TO14 Gebruiksfase: Onderhoud en inspectiesystematiek, (her)keur TO15 OH-managementsysteem; borging integriteit TO16 specifiek structurele integriteit (tankconstructie) TO17 specifiek operationele intergriteit (seals, drijvende daken, leidingen, blusmiddelen, tankputten, etc.) TO18 documentenbeheer Regelingen en Beveiligingen tank TO21 gevaarsidentificatie en risico evaluatie TO22 PGS 29 compliance TO23 Niveaumeting en alarmering TO24 Onafhankelijkheid overvulbeveiliging TO25 Betrouwbaarheid overvulbeveiliging (SIL, testen) TO26 Druk/vacuümventielen TO27 Overbrugging beveiligingen Dampverwerkingsinstallaties TO31 Gevaarsidentificatie en risico evaluatie / ontwerp TO32 Beheersing LOD’s TO33 MoC’s Explosieveiligheid TO41 gevaaridentificatie en –evaluatie; EVD TO42 Zonering / Zone 0 TO43 (Beheers)maatregelen TO44 Ontstekingsbronnen TO45 Pompen Blootstelling gevaarlijke stoffen TO51 Registratie stoffen TO52 Grenswaardestelling
PB Z O
a
b
PBZO/ VBS c d e f
x
x x
x
x x x
x
x
x x x x x x x
g
h
x
x
x
x
x x
x
x
x x
x
x x x x
x x x x x x
x x
x
x
x x x x x x x
x x x x
x
x
TO53 Beoordeling blootstelling stoffen TO53 Risicobeoordeling TO54 Beheersmaatregelen TO6. Brandbestrijdingsvoorzieningen TO61 identificatie van noodsituaties TO62 Nood-/aanvalsplannen en -organisatie TO63 Beheersmaatregelen/equipment brandbestrijding TO64 Onderhoud/inspectie brandbestrijdingsvoorzieningen TO65 Oefeningen, lifetesten en evaluatie TO66 Risico’s bij Repressie T07. Beheerssysteem PDCA TO71 Kennisniveau, verantwoordelijkheden beheer en operatie tankopslag TO72Toezicht op de veiligheidsprestaties TO73 Directiebeoordeling TO74 Bijstelling beleid PBZO
x x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x x
x x x x x x
x x
x
x x
Bijlage 2
Werkafspraken rapporteren omtrent T-modulen en VBS-elementen Versie 11 januari 2013 Inleiding Ten behoeve van het Project Tankopslag is er vanuit de landelijke Projectgroep een (korte) “Instructie registratie inspectiegegevens in de Inspectieruimte” opgesteld. Deze is te vinden op de LATRB-site. Op onderdelen is deze helder, maar gebleken is dat de opmerking “Daarnaast dienen conclusies en beoordelingen voor de afzonderlijke VBS-elementen en het preventiebeleid te worden getrokken. Omdat de bevindingen gerelateerd zijn aan de (sub)onderwerpen, zullen de conclusies m.b.t. VBS en PBZO in de Inspectieruimte niet gekoppeld kunnen worden aan bevindingen.” op pagina 5 tot verwarring en frustratie leidt. Te meer omdat geen duidelijkheid is gegeven over de wijze waarop hiermee dan wel moet worden omgegaan. Deze notitie zet uiteen welke werkafspraken hierover in regio Noordwest (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) tussen de Brzo-partners zijn gemaakt. Daarnaast kan het als een soort werkinstructie worden gebruikt om met de ervaren knelpunten om te gaan. Knelpunten Inspecteurs proberen zo goed mogelijk invulling te geven aan de ‘(sub)opdracht’ om zowel iets te rapporteren over de T-modulen als de VBS-elementen, maar lopen hierbij tegen een aantal knelpunten aan waar vanuit de landelijke organisatie geen oplossingen/richtlijnen voor gegeven zijn. Bevindingen kunnen in de Inspectieruimte niet aan verschillende onderwerpen worden gekoppeld (waarnemingen wel). Men kan dus op basis van één bevinding alleen een conclusie en beoordeling koppelen aan één inspectieonderwerp. Geen duidelijk beeld bestaat over de wijze waarop deze tweeledige registratie moet plaatsvinden zonder het gevoel te hebben dubbel werk te doen door bijvoorbeeld bevindingen twee keer op te nemen. Dit laatste wordt op zichzelf ook als absurd ervaren, want dat maakt het rapport onnodig lang en/of dan moet er vervolgens weer voor gezorgd worden dat deze bevindingen uit het rapport worden gehaald. En dat leidt weer tot ongewenste afwijkingen tussen het rapport en de gegevens in de Inspectieruimte. Er wordt getwijfeld aan de mogelijkheden tijdens de beperkte inspectieduur zowel iets te zeggen over de technische aspecten (op basis van de T-modulen) als de systeemaspecten (op basis van de VBS-elementen).
Werkafspraken Op 10 januari 2013 is de Brzo/RB-Werkgroep Noordwest bij elkaar gekomen om specifiek over de voortgang van en de eerste ervaringen met het Project Tankopslag te praten. Hierbij waren zowel de Provincies Noord-Holland en Utrecht als de Inspectie SZW en Veiligheidsregio AmsterdamAmstelland aanwezig. Naar aanleiding van bovenstaande knelpunten zijn de volgende werkafspraken gemaakt: Het is primair de bedoeling te inspecteren op de ‘technische aspecten’ aan de hand van de afzonderlijke T-modulen. Dit zijn dus de zes specifieke onderwerpen (twee per instantie), die het uitgangspunt vormen van het project.
Daarnaast is het wenselijk om, daar waar mogelijk, ook rekening te houden met de behoefte om iets te zeggen over het achterliggende systeem (de VBS-elementen). De kruisverwijzingstabel achterin de landelijke instructie kan hierbij worden gebruikt. Als je op basis van een (set) waarneming(en) zowel iets wil zeggen over een T-module als een VBS-element, zorg er dan voor dat je hiervoor afzonderlijke, duidelijk onderscheidende, bevindingen maakt. De ene bevinding zegt dan specifiek iets over het technische aspect en koppel je in de Inspectieruimte dus aan het betreffende T-module onderwerp. De andere bevinding zegt dan iets over het systeem en koppel je aan het betreffende VBS-element. Deze bevindingen zijn mogelijk dus gebaseerd op (een aantal van) dezelfde waarnemingen, De verwachting is dat er vooral over de VBS-elementen b, c en d (en vooral die laatste twee) iets te zeggen valt. Probeer in ieder geval een afzonderlijke conclusie te schrijven met betrekking tot het VBS met een toelichting of er wel of niet voldoende bevindingen zijn om iets zinnigs over het functioneren ervan te zeggen. Neem daarbij ook mee of er een oordeel over (afzonderlijke elementen van) het VBS te geven is. Als er genoeg bevindingen zijn over een specifiek element, kan het nuttig zijn kun daar een aparte conclusie voor op te nemen. Bepaal met het inspectieteam of de conclusie(s) over de VBS-elementen kan leiden tot een oordeel en geef die dan vervolgens afzonderlijk van de T-modulen. Voel je in die gevallen overigens niet verplicht om (op basis van een veelal summier aantal ‘systeembevindingen’) een oordeel te geven over alle drie de beoordelingscriteria.
Overige opmerkingen Voordat je in de Inspectieruimte bevindingen aan onderwerpen kunt koppelen, dienen deze bij de ‘Voorbereiding’ toegevoegd te zijn. Dit heb je als het goed is sowieso al gedaan voor de Tmodulen, maar zal je in voorkomende gevallen dus ook voor de afzonderlijke VBS-elementen moeten doen. Dit kan ook nog achteraf bij de uitwerking van de inspectie, maar moet niet worden vergeten of overgeslagen, want dan loop je ‘vast’ bij de registratie van de inspectieresultaten in de Inspectieruimte. Het is begrijpelijk dat je vindt dat het rapport het belangrijkste eindresultaat is van de inspectie en dat de Inspectieruimte een middel moet zijn deze op te stellen. Het is echter ook belangrijk dat de alle gegevens in de Inspectieruimte kloppen en exact overeenkomen met de rapportage, want naar verwachting zal die informatie gebruikt gaan worden voor de landelijke verslaglegging en evaluatie van het project. Als de informatie in de Inspectieruimte dus onjuist is of deels ontbreekt, kan dit achteraf problemen en onnodige discussie opleveren en mogelijk leiden tot tijdrovende en frustrerende correctieve handelingen. Onze ervaringen met de knelpunten en deze werkafspraken worden uiteraard bekend gemaakt bij de landelijke Projectgroep. Zij weten dan waar wij in de praktijk tegen aanlopen en welke oplossingen wij hiervoor bedenken. Hopelijk leidt dit uiteindelijk tot een landelijke lijn, duidelijkheid, eenduidigheid en bovenal meer begrip voor de uitvoering van deze uitdagende klus.