Project Leefbaar Fryslân
Draagvlakcampagne
“Duurzame Ontwikkeling in Fryslân”
Inleiding Project Leefbaar Friesland is en blijft van mening dat de toekomstige ontwikkeling van Fryslân in ieder geval een duurzame ontwikkeling moet zijn. Daarbij gaan we er vanuit, dat duurzaamheid te maken heeft met zowel economische als ook fysieke (waaronder ecologische) en sociale aspecten en dat het gaat om mondiale verhoudingen, ook voor toekomstige generaties. Voortraject Na het uitbrengen van ‘Bij Neier Besjen’ zijn er drie besprekingsrondes geweest: de eerste ronde was met de schrijvers van de brieven. Dit leverde op dat de meningen van de schrijvers goed waren samengevat, maar ook kwamen de tegengestelde belangen naar voren. Voor de tweede ronde werd de heer Pieter Winsemius uitgenodigd. Hij wees op het belang van duurzaamheidsdebatten tussen mensen met verschillende uitgangsposities en politieke stellingname.
2 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
Voor de derde (besloten) ronde werden statenleden uitgenodigd. Dit leverde twee belangrijke kanten op: Er is in de Staten een groeiende behoefte aan duurzaamheidscriteria. Een debat over duurzaamheid moet gericht worden op wat er al geprobeerd is en wordt. Hierdoor is er een groter draagvlak bij de bevolking. Verder is door Anke Douma, student plattelandsvernieuwing aan het Van Hall Instituut een onderzoek gedaan naar de invulling van het begrip duurzame ontwikkeling in verschillende Friese gemeenten. Het (uitgebreide) verslag ‘Lokale Agenda 21: Duurzaamheid in Friesland’ kan worden beschouwd als een werkdocument dat vraagt om vervolgactiviteiten. Al deze resultaten hebben er toe geleid dat, meer nog dan in het verleden, het draagvlak voor duurzame ontwikkeling onder de bevolking van Fryslân vergroot moet worden. Vandaar de campagne “duurzame ontwikkeling in Frylân”.
Lutzen Wijma
Project Leefbaar Friesland heeft het initiatief genomen om 101 Friezen te vragen naar hun toekomstvisie op een leefbaar Fryslân. Bijna 80 mensen hebben daarop geantwoord. Deze antwoorden zijn gebundeld in de brochure ‘Bij Neier Besjen’. Een belangrijke uitkomst was, dat onder een doorsnede van de Friese bevolking geen eenduidig beeld bestaat over de toekomst. Waar de één aandacht vraagt voor verdere ontwikkeling van de werkgelegenheid, wijst een ander op negatieve gevolgen daarvan; en waar een derde zich sterk maakt voor een goede bereikbaarheid, reageert weer een ander op verminderde leefbaarheid in de dorpen. Het resultaat is een dilemma, waarop project Leefbaar Friesland geen antwoord heeft, omdat het met name gaat over keuzes. Die keuzes worden voor een groot deel gemaakt op basis van normatieve, culturele en politieke afwegingen met behulp wellicht van wetenschappelijke voorspellingen over het milieu.
Draagvlakcampagne Duurzame Ontwikkeling in Fryslân
In dit eindverslag: Sociale Duurzaamheid
pag.
4
Duurzaam Ondernemen
pag.
6
Duurzame Multiculturele Samenleving
pag.
8
Pieter Pander Pander - Koeien Koeien 1991
Met de Draagvlakcampagne Duurzame Ontwikkeling in Fryslân voert de Stichting Project LEEFBAAR FRIESLAND een onderdeel uit van de provinciale campagne “LEREN VOOR DUURZAAMHEID”. Het doel van de draagvlakcampagne is het voeren van een breed maatschappelijk debat over de uitgangspunten voor duurzame ontwikkeling in Fryslân. Dit debat is geen doel op zich. De uitkomsten dienen ervoor om de bevolking van Fryslân feiten, argumenten en inzichten over duurzame ontwikkeling in handen te geven, met name voor de beoordeling van plannen voor nieuwe ontwikkelingen.
Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, werden themabijeenkomsten georganiseerd op vijf verschillende plaatsen in Fryslân : Dokkum: Sociale Duurzaamheid Inleiders: Willem Verf (Stichting Hulp en Welzijn), Pieter Vos (RDC), Margreet Rebers (FSU) en Sjoerd de Hoop (biologisch reïntegratiebedrijf). De discussie vond vooral plaats aan de hand van verschillende projectvoorbeelden.
pag.
10
Duurzaam Leven
pag.
12
Quick Scan
pag.
14
Bouwen en Wonen met het oog op de toekomst
Oosterwolde: Duurzaam Ondernemen Inleiders: Evert Wind (Kamer van Koophandel) en Piet van Elswijk (PROHEF). Leeuwarden: Duurzame Multiculturele Samenleving Inleiders: Sandra Roza (Platform Levensbeschouwing in Kleurrijk Fryslân) en Lútsen Kooistra (Hoofdredacteur Friesch Dagblad). Balk: Duurzaam Bouwen en Wonen … met het oog op de Toekomst. Inleider: Chris Zijdeveld (voorheen wethouder in Schiedam). Franeker: Duurzaam Leven Inleider: Jan Juffermans (De Kleine Aarde)
3 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
Sociale Duurzaamheid
Project de Omtinker Met de gemeenschap op het platteland ging het de laatste decennia niet goed. Ruilverkaveling, schaalvergroting en mechanisatie leidden tot het verdwijnen van werk, jongeren en voorzieningen. Steeds stiller en grijzer werd het in de dorpen van de Trynwâlden, afgezien van een kleine groep vermogende nieuwkomers die in de schaarse nieuwbouw gingen wonen. Zorg- en welzijnsorganisaties, zoals de woningbouwvereniging, het Groene Kruis en de begrafenisvereniging trokken zich gefuseerd en wel terug in “stadskernen met veel spiegelglas”, aldus de heer Foeke de Jong, initiatiefnemer van het project de Omtinker.
Carla van der Heijde - Homo Ludens 1998
Project Reïntregatiebedrijven Het midden- en kleinbedrijf in Noordoost Fryslân is jaren geleden van start gegaan met activiteiten om mensen met een beperking weer deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Het doel is mensen, met soms stevige begeleiding, weer een goede dagbesteding te geven, maar vooral ook het gevoel van eigenwaarde terug te geven. Sjoerd de Hoop doet in dit project mee als “zorgboerderij”. Op zijn bedrijf leren mensen zich weer te ontplooien en nuttig te zijn. Dit vergt elke dag opnieuw aandacht en begeleiding. Maar het werkt en de mensen krijgen weer “nocht oan it libben”. De Hoop heeft echter veel moeite met de starre houding van veel reïntegratiebedrijven. Zijn werk vraagt om ondersteuning en facilitering, maar er ontbreekt vaak een visie die daar aan ten grondslag moet liggen. De Hoop : “Ek bij de gemeente ûntbrekt it faak oan in fisie. Se keapje in tal projekten yn en dat is it dan. Wylst dy gemeenten mei itselde jild folle mear minsken helpe kinne”.
Hij ziet maatschappelijke problemen als bureaucratisering, vervreemding, wachtlijsten, eenzaamheid en criminaliteit als een rechtstreeks gevolg van de uitholling van lokale structuren. Tegen de heersende trend in weigerde hij daarom zijn organisatie op te splitsen door de technische dienst over te hevelen naar Drachten, de administratieve diensten naar Leeuwarden en de keuken naar Dokkum. Hij wilde de boel juist bij elkaar houden en de behoeften van de gemeenschap als uitgangspunt nemen voor nieuwe ontwikkelingen. Dit laatste leidde ertoe dat in Oentsjerk honderd fraai ontworpen, ruime huur- en koopappartementen werden neergezet, meteen naast het dienstencentrum. Daar wonen nu onder andere de
4 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
voormalige bewoners van het gesloopte verzorgingshuis. “De een heeft weer een hond genomen, de ander een orgel en sommigen krijgen weer logees” vertelt De Jong. Ook voor jongere mensen zijn de woningen aantrekkelijk. Zorgverlening Een tweede stap in het proces van dorps- en zorgvernieuwing was het aan huis brengen van medische hulp en de bundeling van de overige zorg- en welzijnsfuncties in het nieuwe complex Heemstra State. Om de zelfredzaamheid van de gemeenschap te vergroten, werden er bovendien vier ouderenadviseurs aangesteld, “Omtinkers” geheten. Zij helpen mensen te formuleren welke diensten ze werkelijk nodig hebben. Daarnaast zijn er in elk dorp teams, die bestaan uit welzijnswerkers, huishoudelijke hulpen en verplegenden, aan de slag gegaan. Deze worden “Doarpstallen” genoemd. Via de Omtinkers komen de zorgvragen bij deze teams terecht. De Doarpstallen zijn zelfsturend en om beurten heeft één van de leden de rol van planner, die regelt dat het werk wordt gedaan. Daarnaast nam hij maatregelen om het verenigingsleven op te peppen. Voor al deze zaken kreeg De Jong de betrokken 230 personeelsleden en 140 vrijwilligers achter zich. Veiligheid Veiligheid is een voorwaarde voor een zo zelfstandig mogelijk bestaan. De nieuwe woningen werden daarom uitgerust met ‘domotica’, een computer in de meterkast die allerlei zaken kan regelen, zoals een draadloze spreek- en luister-
Aanbevelingen voor duurzaamheidcriteria sociaal beleid, richting politiek en overheid, maar ook voor de individuele burger :
verbinding met een meldkamer, gasdetectie, brandpreventie, inbraakwering en looprouteverlichting.
Voortgang Voor de andere dorpen in de Trynwâlden zijn plannen in de maak voor nieuwbouw van levensloopbestendige woningen. De plaatselijke bevolking blijft betrokken bij de ontwikkelingen via een “parlement”, dat functioneert naast een Raad van Toezicht. Alle relevante organisaties uit de streek zijn daarin vertegenwoordigd. Ook de jeugd toont belangstelling. De Jong : “Wat me de laatste tijd opvalt, is dat we in Heemstra State steeds meer jongeren over de vloer hebben. Ik geloof dat ze het wel cool vinden om hier in de keuken of als chauffeur te werken.”
Mienskipsvisie Naast alle praktische zaken werd er ook nagedacht over de inhoudelijke kanten van het geheel, een goed doortimmerd inhoudelijk verhaal : de “Mienskipsvisie”. In deze filosofie heeft De Jong stedebouwkundige ideeën gecombineerd met aloude gedachten over samenlevingsopbouw. Kern van de denkwijze is dat de dorpsgemeenschap weer vitaal moet worden. “Dat is een voorwaarde voor optimale individuele vrijheid en persoonlijk welbevinden. Leefbaarheid heeft alles te maken met sociale samenhang”.
uit : NOORDERBREEDTE, tijdschrift voor Noord Nederland
5 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
Beleid richten op de behoeften in de samenleving en niet eerst kijken naar de kosten. Als burgers betrokken worden bij het beleid is er een breder draagvlak en dat verhoogt de gemeenschapszin. Nieuwe ideeën durven uitproberen. Ook hier geldt : als het draagvlak breed is, zal er voldoende steun zijn. Zelfstandigheid van burgers bevorderen door niet te zeggen wat ze moeten, maar vooral te kijken wat ze kunnen. Dit vraagt om maatwerk voor de facilitering van sociaal zwakkeren en mensen met een beperking. Instelling van één-loket met een vaste begeleider voor alle diensten, die de gemeente levert. Mensen moeten niet het gevoel krijgen, dat ze “van het kastje naar de muur” worden gestuurd of telkens opnieuw uitleg moeten geven over hun persoonlijke situatie. Zorgen voor voldoende woningen voor ouderen in de eigen omgeving, zodat mensen hun zelfstandigheid behouden en bijdragen aan de leefbaarheid in eigen omgeving. Zorgen voor voldoende sociale huurwoningen. Goede coördinatie van alle hulp- en zorgverleners.
duurzaamheidscriteria
Kostendaling Intussen zijn zorg, wonen en dienstverlening in de Trynwâlden volledig ontkoppeld. Het fenomeen verzorgingshuis is definitief verleden tijd op het platteland tussen Dokkum en Leeuwarden. Maar het is vooral van belang, dat de verwachtingen zijn uitgekomen zijn, dat de vraag naar zorg sterk zou afnemen. De vraag naar een verzorgingshuis is 80 procent lager dan voorheen, de vraag naar een verpleeghuis is met 55 procent gedaald. De vraag naar huishoudelijke hulp steeg juist met 30 procent. Conclusie: de vernieuwde ordening van de zorg heeft per saldo geleid tot een besparing van 12,2 procent op de maatschappelijke kosten. Die besparing is met name te vinden in de zorg en wordt mogelijk gemaakt door een investering in welzijn en wonen.
Hervorming Mensen die op volledige verzorging zijn aangewezen (zoals zwaar dementerenden) vormen maar een kleine groep temidden van alle ouderen. Verreweg de meeste kunnen op zichzelf blijven wonen, mits de juiste voorzieningen aanwezig zijn. Dit inzicht vindt intussen op meer plaatsen gehoor, maar in de Trynwâlden loopt men ver voorop bij het doorvoeren van de vereiste hervormingen. In de stichting Skewiel werken alle aanbieders van wonen, welzijn en zorg plus de gemeente Tystsjerksteradiel samen. Een voorzitter werd gevonden bij een zorgverzekeraar. Van het rijk kreeg De Jong toestemming om de verschillende budgetten voor wonen, zorg en welzijn samen te voegen. Dat waren belangrijke organisatorische veranderingen.
Duurzaam Ondernemen
Kamer van Koophandel De economie is de loop der jaren erg veranderd. Was in de 50-tiger jaren de dorpseconomie nog erg overzichtelijk, in de 60-tiger jaren kwamen de morele dilemma’s naar voren, waardoor de economie in een kwaad daglicht kwam te staan. In de 70-tiger jaren vierde het idealisme hoogtij. De milieuactivisten waren erg militant en voerden een juridische strijd tegen bedrijven die onverantwoord bezig waren. In de 80-tiger jaren dacht men de oplossing te kunnen vinden in Ruimtelijke Ordening : wonen, werken en recreëren dicht in de buurt. In de 90-tiger jaren werden de bedrijven aangesproken op hun ondernemerschap. Men benutte de kennis, die in het bedrijf aanwezig was en sprak ze daar ook op aan, bijv minder CO2 uitstoot produceren. Er kwamen technologische oplossingen voor veel milieuproblemen. Nu wil men graag af van het woord “milieu” omdat het een negatieve klank heeft gekregen en spreekt men liever van internalisatie. In 2000 startte de Kamer van Koophandel in de campagne “LEREN VOOR DUURZAAMHEID” van de provincie op verschillende terreinen met activiteiten : Een eigen campagne “Ruimte voor Duurzame
Energie”. Hierin werd samengewerkt met milieuorganisaties en NLTO. Het credo was : continuïteit in de samenleving geeft continuïteit in de economie en daar heeft iedereen belang bij. De centrale vraag, die men elkaar stelde was: Wat is nu het belangrijkste voor de provincie? De uitslag was : op de eerste plaats landschap, natuur en recreatie, dan een hoogwaardige woonomgeving en cultuur, en pas op de zesde plaats een gezond bedrijfsleven. De dialoog is op gang gekomen, maar er is een aarzeling om te komen tot concrete zaken. Saskia van der Burg
Stichting Projekt Leefbaar Friesland heeft in het Leefbaar Friesland Nieuws verschillende keren interviews opgenomen met ondernemers die op een duurzame manier probeerden richting te geven aan hun bedrijf. Dit leidde tot de conclusie bij Leefbaar Friesland dat “duurzaamheid loont”. Om dit te toetsen zijn de heer Evert Wind (Kamer van Koophandel) en de heer Piet van Elswijk (Prohef) uitgenodigd om hun visie te geven.
Het Centrum Bedrijfsvereniging Samenwerking in Friesland (CBSF) startte de discussie over “maatschappelijk verantwoord ondernemen”. Hierbij gaat het er om dat bedrijven zich verbinden met een maatschappelijk doel. Een voorbeeld : een bedrijf met een tankstation stelt gratis benzine beschikbaar voor het gehandicaptenvervoer in de eigen omgeving. De Kamer van Koophandel is bezig met het opzetten van een databank voor deze ondernemers en geeft advies over de mogelijkheden. Veel kleine bedrijven vinden het begrip te zwaar omdat ze vaak op dorpsniveau al goed bezig zijn (dorpsbelang, kaatsvereniging enz.).
6 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
Men is gestart met de ontwikkeling van duurzame bedrijfsterreinen, bijv. Betterwird bij Dokkum. Met bedrijven en de universiteiten van Wageningen en Twente is het initiatief genomen voor een centrum op het gebied van watertechnologie. Als de provincie de subsidie toekent, dan kan er in mei een watercentrum (ESWT) in Leeuwarden worden geopend. Bij de bedrijven is er sprake van een zekere vermoeidheid : De consument moet nu eerst maar eens veranderen. Maar niet elke consument is in staat om altijd eerlijke en milieuvriendelijke producten te kopen. Er hangt wel een prijskaartje aan. Eigenlijk zou iedereen goede producten moeten kunnen kopen. Dit vraagt om een andere benadering zoals de antiglobalisten voorstaan. Maar ook dat heeft grote gevolgen. Neem als voorbeeld maar het landbouwbeleid. Wat je hier doet, heeft verstrekkende gevolgen voor mensen elders op de wereld, of het heeft werkloosheid tot gevolg, of de verdwijning van de landbouw hier. In de toekomst zullen we het moeten hebben over wat een rechtvaardige verdeling inhoudt. Het eigen gedrag kan daarbij inspirerend werken voor anderen. PROHEF, “economie op mensenmaat” De werkloosheid in Nederland wordt door deskundigen mede in verband gebracht met de werking van het sociale-zekerheidsstelsel. De huidige financieringswijze - voor een belangrijk deel een heffing op arbeid - zou daarbij een gewichtige rol spelen. Het daardoor optredende verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer wordt schadelijk geacht voor de werkgelegenheid (de
“wig”-problematiek). Gesproken wordt van een vicieuze cirkel van werkloosheid en hogere loonkosten. Volgens PROHEF verdienen plannen voor een alternatieve, meer werkgelegenheidsvriendelijke fiscale structuur, daarom serieuze bestudering. Kort samengevat bestaat PROHEF uit drie belangrijke onderdelen :
Nadelen van loonheffingen Het huidige systeem van loonheffingen verhoogt de arbeidskosten voor de werkgever. Nadelige gevolgen zijn: • arbeid wordt spaarzaam ingezet • hoge werkdruk, met grote kans op uitval • mensen, die niet aan hoge productiviteitseisen voldoen, vallen af • innovatie vergt inzet van (dure) arbeid en wordt dus afgeremd • investering vergt kapitaal én arbeid, loonheffing verhoogt het investeringsrisico • specialistische en dure arbeid wordt extra duur en valt buiten het bereik van het midden- en kleinbedrijf • versterking van op- en neergangen in de economie • versterking van het AOW-gat bij vergrijzing van de bevolking Voordelen van Prohef • meer inzet van arbeid, ook laag opgeleiden • minder werkdruk • meer ruimte voor scholing on the job • bevordering innovatie • impuls voor investeringen • evenwichtiger economische ontwikkeling • evenwichtiger overheidsbegroting Er zijn praktijkvoorbeelden in o.a. Groningen en Rotterdam. Die lieten een positieve werking zien (zie www.prohef.nl).
7 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”
Naar aanleiding van de discussie in Oosterwolde zijn er informatiebijeenkomsten geweest in de gemeenteraad van Oosterwolde en Bolsward. Beide gemeenten oriënteren zich op een voortzetting met kleinschalige projecten.
Aanbevelingen voor een duurzaam ondernemerschap : Bedrijven moeten zich oriënteren op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tot nu blijft dit in veel gevallen een beetje hangen in de sfeer van “liefdadigheid”. Hierbij is een intern milieu-, veiligheids- en arbeidsomstandighedenbeleid aan te bevelen. Communicatie met werknemers, afnemers e.a. is noodzakelijk om nieuw beleid door te voeren. Belangrijk is om goed te bekijken welke invloed het beleid heeft op langere termijn, ook voor mensen elders op de wereld. Samenwerking met milieu- en andere maatschappelijke organisaties stimuleert het realiseren van de eigen doelstelling. PROHEF draagt bij aan een duurzame samenleving en laat via experimenten zien dat het systeem werkt. Meer en grootschaliger experimenten dragen bij aan duurzaam ondernemen.
duurzaamheidscriteria
De heffingsgrondslag voor de premieheffing voor de sociale zekerheid wordt verbreed van de loonsom naar de netto toegevoegde waarde (tegen factorkosten), waardoor niet alleen arbeid maar ook kapitaal wordt belast. Er wordt een arbeidssubsidie ingevoerd als bonus voor de werkgever voor de uitgespaarde uitkering, die de werknemer bij werkloosheid zou ontvangen. Doordat deze subsidie verloren gaat bij ontslag, wordt de werkgever direct geconfronteerd met de maatschappelijke financiële lasten van werkloosheid. Dit, in tegenstelling tot de huidige financieringswijze, waarbij deze lasten via een premiebijstelling ook door anderen worden gedragen, waardoor in feite ontslag wordt gesubsidieerd. Het heffingspercentage over de netto toegevoegde waarde wordt gedifferentieerd naar bedrijfstakken, zodanig dat bij de invoering van het plan de totale afdracht aan sociale premies gelijk is aan het bedrag dat vóór de invoering werd betaald. Dit, om te voorkomen dat direct bij invoering een lastenverschuiving optreedt van arbeidsintensieve naar kapitaalintensieve bedrijven. De sociale afdracht wordt bepaald door een bedrijfstakspecifiek percentage van de netto toegevoegde waarde minus de arbeidssubsidie
(het genormeerde uitkeringsequivalent) voor de in dienst zijnde medewerkers. PROHEF verwacht aanzienlijke positieve economische gevolgen van de invoering van dit plan, met name op het gebied van de werkgelegenheid.
Duurzame multiculturele samenlev
Afsjin Elian noemt dit “cultuurrelativisme”. Als alle groeperingen hun eigen culturen koesteren en geen boodschap hebben aan de eigen-aardigheden van anderen? Of als de eigen cultuur in ere wordt gehouden en er tegelijk belangstelling, openheid is voor die van anderen en als alle groeperingen zich deel voelen van de Nederlandse democratie en de Nederlandse rechtstaat respecteren ? Moet de Nederlandse cultuur, geschiedenis, bepalend, overheersend blijven, ijkpunt zijn ? En wat is dat, “de Nederlandse cultuur” ? Verschillen mensen van Nederlandse origine in opvattingen en manier van leven soms ook niet levensgroot van elkaar ? En is het ook niet zo, dat culturen door de eeuwen heen elkaar altijd beïnvloeden?
deel strijdig zijn met onze waarden. Ze willen de democratie gebruiken om bijvoorbeeld de sharia (islamitische wetgeving) in te voeren. Kun je zeggen dat de multiculturele samenleving niet volwassen is • zolang we elkaar niet voor vol aanzien en geen kritiek over en weer durven hebben ?
• zolang er geen vragen gesteld kunnen worden over de vrije, individualistische opstelling van veel autochtone Nederlanders ? • zolang er geen kritiek mag zijn op de manier waarop veel moslim vrouwen en meisjes onder de druk van vaders en broers moeten leven of op de imam die de integratie belemmert en aanzet tot verdeeldheid ? Monique Thiele - Vreemde volgels 1997
Wanneer hebben we een leefbare Multiculturele Samenleving ? Een aantal vragen en meningen. Is dat wanneer de grenzen tussen de verschillende culturen zijn vervaagd?
Lútsen Kooistra is van mening dat we onze waarden steeds opnieuw moeten willen toetsen. Maar er zullen altijd waarden zijn, waar we niet aan willen tornen, bijvoorbeeld de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en de integriteit van het lichaam. Het is vanzelfsprekend dat wij naleving daarvan ook van mensen van andere culturen eisen. Een groepering als de Arabisch Europese Liga gebruikt onze waarden, onze democratie om de eigen waarden in te voeren, terwijl die voor een
8 Draagvlakcampagne “Duurzame ontwikkeling in Fryslân”