Project doorstroming en oriëntering voor de 2e graad…
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 2 Algemene doelstellingen van het project ‘doorstroming en oriëntering: ................................. 3 Verloop van de voorstelling: ...................................................................................................... 3 De filosoof .................................................................................................................................. 4 Interview..................................................................................................................................... 5 Durvers… .................................................................................................................................... 7 Meervoudige intelligenties ........................................................................................................ 9 Toekomst voorspellen .............................................................................................................. 10 Verhaal: Keuzes maken ............................................................................................................ 11 Kringgesprek rond keuzes maken….......................................................................................... 13 “Ik ben uniek omdat ik …” ........................................................................................................ 14 “Jij bent zo knap omdat …” ...................................................................................................... 15 Tentoonstelling......................................................................................................................... 16 Parabel van tien miljoen talenten ............................................................................................ 17 T-shirts schilderen .................................................................................................................... 18 Uitnodiging maken ................................................................................................................... 19 Mimonary!................................................................................................................................ 20 Brainstorm rond keuzes maken ............................................................................................... 21 De kinderen stellen een interview op voor papa en mama..................................................... 22 Stellingenspel rond keuzes maken ........................................................................................... 23 Vragenlijst invullen + vergelijken ouder - kind......................................................................... 24 Werken rond mensen met speciale talenten........................................................................... 25 Strofe op een lied verzinnen .................................................................................................... 27 Werken met het kinderkwaliteitenspel ................................................................................... 28 Gastspreker .............................................................................................................................. 29 Werken met passies ................................................................................................................. 30 Hoekenwerk rond MI/talenten ................................................................................................ 31 Bouw een hoekenwerk op rond de verschillende Meervoudige Intelligenties/talenten........ 31 Bijlagen ..................................................................................................................................... 36
2
Algemene doelstellingen van oriëntering: -
-
het project
‘doorstroming en
De leergebied overschrijdende eindtermen ‘leren leren’ en ‘sociale vaardigheden’ (o.a. zelfkennis, durf, eigen mening uiten, samenwerking, kritisch zijn,…) zijn niet gekoppeld aan een bepaalde ‘context’ maar moeten verwezenlijkt worden door kinderen in zeer uiteenlopende situaties, uitdagingen te brengen. De lln. kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen, houding van openheid, kritische zin. De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
Verloop van de voorstelling: Inkomticket = t-shirt! Zorg dat alle kinderen hun zelfgemaakt t-shirt aanhebben als inkomticket voor de voorstelling.
Intro De ouders zijn vaak niet zo goed op de hoogte van waarover de voorstelling nu precies gaat. Spreek af met de directie wat de inhoud van de intro dient te zijn met verwijzing naar de voorstelling door de kinderen.
De voorstelling Inhoud van de voorstelling.
De tentoonstelling Voor, tijdens en na de voorstelling komen alle kinderen hun eigen talent voorstellen aan de ouders. Deze voorstelling wordt voorbereid in de klas.
Het lied Als afsluiter zingen alle kinderen samen het lied van …. met de extra strofe die ze erbij hebben verzonnen.
3
De filosoof Keuzes maken kan snel gebeuren, maar keuzes kunnen ook heel doordacht worden gemaakt. Keuzes kunnen niets voorstellen, maar keuzes kunnen ook levensbelangrijk zijn! Maar waarom…? Waarom is kiezen zo belangrijk? Kan jij het me zeggen? Houd samen met de kinderen een ‘filosofisch’ klasgesprek omtrent ‘keuzes maken’ en meer bepaald over het feit waarom keuzes/kiezen zo belangrijk zijn/is. Je kan vertrekken vanuit een brainstorm/webschema, zo kan elk kind al iets naar voor brengen. Daarna kan je de brainstorm/het webschema laten toelichten door de leerlingen waardoor de dingen duidelijker worden. Laat de kinderen met elkaar in interactie treden over het thema ‘keuzes maken’ en ‘waarom is kiezen zo belangrijk’. Stuur bij indien nodig. Een ander onderwerp waarover gesproken kan worden is ‘Wat wil je later worden?’. Doelen: - De lln. denken zelf na over het onderwerp ‘waarom is kiezen zo belangrijk’. - De lln. beseffen dat veel keuzes grote en belangrijke gevolgen kunnen hebben en dat ze bij deze heel doordacht gemaakt moeten worden. - De lln. treden met elkaar in interactie, discussiëren, … en werken hierdoor aan hun sociale vaardigheden. - De lln. komen op voor hun mening en kunnen deze verduidelijken. - De lln. gaan in de toekomst, vaker, stilstaan bij de gevolgen van een keuze en zullen over heel wat keuzes beter nadenken. Eindtermen: - De lln. de informatie beoordelen die voorkomt in een discussie of gesprek met bekende leeftijdgenoten. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden. - De lln. kunnen van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/nonverbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen tijdens een discussie met bekende volwassenen over een behandeld onderwerp passende argumenten naar voren brengen. - De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. -
De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
4
Interview De leerlingen interviewen een persoon naar wie ze opkijken omwille van hun beroep, ding dat ze gedaan hebben in hun leven, … De persoon kan een bekendheid zijn, maar het kan evengoed een persoon zijn uit hun naaste omgeving, een onbekende die ze iets zien doen hebben, … De leerlingen maken eerst een kleine inleiding: - Wie hebben ze geïnterviewd? - Waarom precies deze persoon? - Wat is hun band met deze persoon en hoe is die er gekomen? - Wil je later zoals deze persoon worden, waarom wel/niet? (kan evt. ook achteraf behandeld worden) De leerlingen stellen in het interview vragen naar eigen interesse. Je kan eventueel wel enkele richtvragen meegeven, je kan ook vooraf met de hele klas samen, enkele interessante interviewvragen bedenken: - Welke studies werden er gevolgd en hoe verliepen ze? - Hoe ben je zo ver geraakt? Wat heb je er allemaal voor moeten doen? - Wat zijn de plezierige/minder plezierige dingen aan je beroep? - … Er wordt een (creatieve) verwerking rond gemaakt en deze kan in het keuzedagboek (zie verder) worden bijgevoegd. Doelen: - De lln. leren interviewvragen opstellen. - De lln. kunnen een selectie van vragen maken, uit een breed aanbod van vragen. - De lln. verbeteren hun sociale vaardigheden door zelf iemand te interviewen. - De lln. leren uit de ervaringen van iemand anders, denken verder na over wat ze zelf willen, … - De lln. kunnen goede interviewvragen opstellen. - De lln. leren de woorden van een ander interpreteren en leren deze zo realistisch mogelijk over te brengen aan anderen. Eindtermen: - De lln. kunnen de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze aan iemand om ontbrekende informatie vragen. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten. - De lln. kunnen voor een gekend persoon een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst. - De lln. kunnen hun teksten verzorgen rekening houdende met handschrift en lay-out, spellingsafspraken en -regels toepassen. - De lln. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. -
De lln. kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
5
-
De lln. kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
Keuzedagboek De leerlingen houden vanaf de start van het project een dagboek bij. Het is niet noodzakelijk een gewoon dagboek, waarin je op elke bladzijde, elke dag iets noteert. Het is wel een KEUZEDAGBOEK! De leerlingen mogen zelf kiezen hoe ze dit ‘boek’ bijhouden. Ze mogen tekenen, kribbelen, hun verhaal schrijven, een gedicht schrijven, collage … Het mag gemaakt worden op computer, in een ‘echt’ dagboek, op losse bladeren, … Men is dus volledig vrij om te kiezen hoe men het boek vormgeeft. Ieder kan dit doen naar zijn kwaliteiten, creativiteit, … Wel moeten de leerlingen er minstens elke week iets in bijhouden. Wat ze moeten bijhouden zal gaan over (belangrijke) keuzes die ze moeten maken hebben. Wat is de oorzaak en het gevolg van deze keuze? Hoe heb ik dit ervaren, hoe waren mijn gevoelens hierbij? Of… wat wil ik later worden? (lln. dienen dan ook telkens aan te vullen wanneer deze keuze sterker of zwakker is geworden en wat hiervan de oorzaak is) Doelen: - De lln. gebruiken hun inspiratie, kwaliteiten en creativiteit om een origineel dagboek te maken. - Iedere leerling maakt gebruik van zijn talent, waar hij zich het best bij voelt. - De lln. kunnen terugblikken op keuzes die ze gemaakt hebben en kunnen kijken hoe ze dit ervaren hebben. - De lln. reflecteren en kunnen hun keuzegedrag aanpassen, veranderen, … in de toekomst. - De lln. leren gevoelens, gebeurtenissen, … uiten en verwoorden op verschillende manieren. Eindtermen: - De lln. kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. - De lln. kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. - De lln. genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. - De lln. vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. - De lln. een brief schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen. - De lln. kunnen een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst. - De lln. kunnen hun teksten verzorgen rekening houdende met handschrift en lay-out, spellingsafspraken en -regels toepassen. - De lln. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. - De lln. kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. - De lln. kunnen hulp vragen en zich laten helpen. - De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
6
Durvers… Volgende opdracht is een opdracht die de leerlingen aan de pc dienen te maken. Ze is ideaal om te verwerken in een hoekenwerk. Hoe ga je te werk: Manier 1: - Surf naar de website: www.durvers.be -
Klik op: speel en leer online Selecteer een personage en volg hem gedurende 1 dag. Je zal heel wat verschillende beroepen tegenkomen op zijn dag. Klik op het uitroepteken bij de personen om meer te weten te komen over deze personen en hun beroep. Noteer de beroepen die je tegenkomt en stel op het einde van de rit je top 5 op. Waarom heb je die beroepen gekozen? Wat spreekt je hierin aan? Zou het iets voor jou zijn? Wat zijn de positieve en negatieve kanten aan dit beroep? … Verduidelijk je keuzes.
Manier 2: - Surf naar de website: www.durvers.be -
-
Klik op: speel en leer online. Klik op: sectoren en beroepen. Blader door de verschillende dossiers, door met je muis over de verschillende mappen te bewegen. Kom je iets tegen waarover je meer wil weten? Klik dan op de map en bekijk welke beroepen je er in terugvindt OF je klikt op de map ‘Beroepen A-Z’ om een alfabetische lijst van de verschillende beroepen te krijgen. Zie je iets dat je aanstaat, klik dan op dat beroep voor meer informatie
-
Je kan nog meer beroepen binnen deze sector terugvinden door te klikken op ‘Toon alle beroepen binnen de sector …’ Ook nu kies je weer 5 beroepen die je het meest aanstaan.
-
-
-
Waarom heb je die beroepen gekozen? Wat spreekt je hierin aan? Zou het iets voor jou zijn? Wat zijn de positieve en negatieve kanten aan dit beroep? … Verduidelijk je keuzes.
De lln. gaan later hun top 5 (of enkel het beroep op de eerste plaats) van beroepen voorstellen aan de andere kinderen van de klas. De voorstelling van deze beroepen mogen de leerlingen ook zelf kiezen… gedicht, voordracht, poster, filmpje, … Doelen: - De lln. maken kennis met een heel uitgebreid gamma aan beroepen. -
De lln. ontdekken beroepen waar ze anders misschien nooit zouden zijn achter gekomen, en leren deze ook beter kennen. De lln. leren een selectie maken uit een ruim aanbod van beroepen, ze dienen hierin dus ook keuzes te maken. De lln. brengen iets naar voor dat ze gemaakt hebben vanuit hun eigen kwaliteit.
7
Eindtermen: - De lln. vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. - De lln. kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. - De lln. kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven. - De lln. kunnen genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen. - De lln. kunnen een aan de speelsituatie aangepaste en aangename spreektechniek ontwikkelen (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte). - De lln. kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. - De lln. kunnen respect betonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. - De lln. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. - De lln. kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. - De lln. kunnen ict gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. - De lln. kunnen hulp vragen en zich laten helpen. - De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
8
Meervoudige intelligenties Ben jij woord-slim of getal-slim? Mensen-slim, zelf-slim of lichaam-slim? Pedagoog Howard Gardner onderscheidt 8 soorten intelligentie die iedereen min of meer heeft. Doe de test en kijk waar jouw leerlingen slim in zijn! Duid aan welk antwoord het best bij jou past (meer dan 1 kan ook). Tel je resultaten op per kolom en ontdek jouw meervoudige intelligentie. Waar scoor jij het hoogst? De test kan je vinden in de bijlage. Bron: Klasse (194), april 2009 – Vlaams ministerie van onderwijs en vorming - Iedereen slim: ontdek jouw intelligenties, p. 22-23 Doelen: - De lln. leren op basis van een betrouwbare test ‘hun’ kwaliteit(en) kennen. - De lln. herkennen zich in de kwaliteit die hen toegeschreven wordt. - De lln. krijgen meer zelfvertrouwen door te ontdekken waar ze goed in zijn. - De lln. krijgen zin om met hun kwaliteit verder aan de slag te gaan. Eindtermen: - De lln. kunnen een formulier invullen met informatie over henzelf.
9
Toekomst voorspellen Stel volgende vragen aan de leerlingen en laat hen hier een antwoord op zoeken en noteren. Nadien maken de leerlingen een maquette van hun toekomst, dit kan met lego, klei, poster, … Maar het dient wel te gebeuren op een beeldende manier. Je kan gebruik maken van volgende vragen: - wat word ik later, welke functie zal ik later hebben op het werk, …? - hoeveel geld zal ik later hebben? - zal ik trouwen, met wie? - hoeveel kinderen ga ik krijgen (namen?) - welke hobby’s zal ik later hebben? - hoe ziet mijn huis eruit? - huisdieren? - waar ga ik later wonen? - veel reizen (naar waar?) of in België blijven? - welk vervoersmiddel zal je gebruiken (auto: merk, kleur, …)? - wat is je droom? Zie je die uitkomen? Doelen: - De lln. denken na over hun toekomst (al dan niet fantaseren). - De lln. kunnen zich verwoorden op een beeldende manier. - De lln. gaan creatief te werk. - De lln. doen ideeën op van elkaar. Eindtermen: - De lln. vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. - De lln. kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. - De lln. kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven. - De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. - De lln. kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. - De lln. kunnen hulp vragen en zich laten helpen. - De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
10
Verhaal: Keuzes maken Mogelijke verhalen: 1. -
Een verhaal over passie en keuzes: Ga naar: www.zingeving.info Klik op de rubriek ‘nieuws’. Scroll helemaal door tot het einde van de pagina. Klik op ‘een verhaal over passie en keuzes’.
Korte inhoud: Het is een verhaal over kikkers. Enkele kikkers drijven op een boomstam mee met de rivier. Andere kikkers blijven op hun vaste plaats aan de oever. Op een bepaald ogenblik kan een kikker van de oever kiezen of ze meegaat met de boomstam, of dat ze bij haar vrienden aan de oever blijft. Het blijkt een heel moeilijke keuze… Mogelijke opdrachten: - Schrijf zelf een vervolg op het verhaal… hoe zou het verhaal kunnen aflopen? Wat zou er kunnen gebeuren? Waarom zou kikker die keuze maken? … - Bespreek met de leerlingen het mogelijke vervolg op het verhaal (kringgesprek). - Houd een klasgesprek met de leerlingen. Wat zouden zij doen als ze in de plaats van de kikker waren? Waarom zouden ze die keuze maken? (probeer de leerlingen wat tegen elkaar uit te spelen, waardoor er een interessant gesprek ontstaat waarin de leerlingen hun keuzes motiveren en verdedigen. 2. Als ik groot ben Boek: Bart Demyttenaere, illustraties Leo Timmers, leren lezen met daan (leesniveau AVI-2), 2001 The House of Books, Antwerpen/Vianen, ISBN 90 443 0282 5
Korte inhoud: Het verhaal gaat over een jongetje Daan, hij is 6 jaar. Hij is druk bezig met allerlei beroepen uit te proberen om te kijken wat hij later zal worden maar… geen van al vindt hij leuk genoeg om uiteindelijk te doen. Daan kiest telkens een beroep en vertelt telkens kort wat hij denkt dat hij hierbij zal moeten doen, achteraf geeft hij steeds enkele redenen waarom hij de beroepen net niet gaat doen. Mogelijke manier van werken/opdrachten: - Je leest elke dag 1 beroep voor (= 10 beroepen). - De leerlingen geven elke dag hun mening bij het beroep, zou het iets voor hen zijn, wat spreekt hen er in aan, waarom zouden ze het liever niet doen, … - Welk probleem heeft Daan? (hij kan niet kiezen wat hij wil worden) - Waarom is kiezen zo moeilijk? (veel keuzes, elk beroep heeft wel een minder kantje, maar natuurlijk ook wel een positieve kant, …) -
Je kan ook beide verhalen aanbrengen en een vergelijking doen. Welke keuzes worden er gemaakt?
11
- Wat zijn de verschillen? - Welke gevolgen zouden de keuzes kunnen hebben? - Welke keuzes zijn het belangrijkst? Doelen: - De lln. kunnen verantwoorden waarom zij bepaalde keuzes zouden maken. - De lln. zien in dat er verschillende soorten keuze gemaakt worden bv. kikkers moeten andere keuzes maken dan Daan. - De lln. beseffen het volgende ‘kiezen is verliezen’ (zie verhaal kikkers). - De lln. maken keuzes. Eindtermen: - De lln. kunnen de informatie achterhalen in een voor hen bestemde mededeling (met betrekking tot het school- en klasgebeuren). - De lln. kunnen op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in een discussie en/of gesprek met bekende leeftijdgenoten. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze aan leeftijdgenoten over zichzelf informatie verschaffen. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden. - De lln. kunnen van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/nonverbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten. - De lln. kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen en/of tijdens een discussie met bekende volwassenen over een behandeld onderwerp passende argumenten naar voren brengen. - De lln. kunnen hun teksten verzorgen rekening houdende met handschrift en lay-out, spellingsafspraken en -regels toepassen. - De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. - De lln. kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. - De lln. kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
12
Kringgesprek rond keuzes maken… Start de dag met een kringgesprek rond keuzes maken. Je kan vragen stellen als: Waarom heb je die trui vanmorgen aangedaan? Hoe ben je naar school gekomen? Waarom ben je op die manier gekomen? Wat heb je vanmorgen gegeten? En waarom heb je daarvoor gekozen? Wat heb je gisterenavond gedaan? En waarom heb je nu net dat gedaan? Waarom heb je nu net voor dat tv-programma gekozen? … Werkwijzen: −
− −
−
Misschien kan je werken in een kleine kring. Kinderen gaan in de hoek van het lokaal in een groepje zitten, 1 iemand is de gespreksleider. 1 iemand wordt als ze klaar zijn met vertellen verkozen (diegene met de spannendste of leukste keuze) en daarna vertellen die 4 of 5 kinderen dat aan de hele klas. Voordeel is dat iedereen aan het woord kan komen. Leerlingen laten kiezen met wie ze praten kan ook werken. Probeer de binnen- en buitenkring. 1. De helft van de klas maakt een binnenkring. 2. De andere helft van de klas gaat tegenover iemand staan en vormt op deze manier de buitenkring. 3. De leerkracht geeft aan dat de binnenkring begint met vertellen . De leerlingen van de buitenkring mogen vragen stellen/ een reactie geven. 4. Na een aantal minuten geeft de leerkracht een stilteteken en dan stopt de binnenkring met vertellen. 5. De buitenkring begint nu met vertellen en de leerlingen van de binnenkring mogen vragen stellen/ een reactie geven. 6. Na een aantal minuten geeft de leerkracht weer het stilteteken en dan stopt ook de buitenkring met vertellen. 7. Iedereen heeft nu iets kunnen vertellen en alle leerlingen gaan weer terug op hun eigen plaats zitten. 8. Even navragen of ze iets leuks gehoord hebben en dat laten vertellen door de luisteraar of door de verteller. Wanneer een kind uitverteld is, moet hij knipogen naar een ander kind. Dat kind moet dan zijn of haar verhaal vertellen. Nou wil het weleens zo zijn dat een kind niks te vertellen had, dit meldde het kind in de kring en knipoogde weer verder.
Doelen: - De leerlingen kunnen verwoorden waarom ze bepaalde keuzes gemaakt hebben. Eindtermen: - De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
13
“Ik ben uniek omdat ik …” Geef de leerlingen de opdracht om eens na te denken waarom zij zo anders zijn dan de anderen. Waarom ben ik het waard om te mogen leven? Laat hen de verschillende redenen noteren op een papiertje. Hierna kiezen ze er één uit waarrond ze veel kunnen vertellen. Je laat hen een opstel schrijven dat begint met de zin “Ik ben uniek omdat ik…”.
Laat hen in dit opstel volgende dingen goed verwoorden: - Wat zijn je sterke punten? -
Waarin blink jij uit? Waarom ben ik uniek? Waarom ben ik zo anders dan anderen? Waaraan kunnen anderen merken dat ik uniek ben? Wat kunnen zijn de positieve kanten aan dit alles? …
Variant: hij of zij is uniek omdat… Laat de kinderen een opstel schrijven over iemand anders in de klas. Waarom is hij of zij uniek? Om te voorkomen dat er over iemand geen opstel geschreven wordt kan je bijvoorbeeld de zin “Britt/Bert/Jan/Elias is uniek omdat hij/zij…” over elke leerling, door elke leerling laten invullen. Doelen: - De lln. kunnen een opstel schrijven over waarom zij nu net anders zijn dan de anderen.
14
“Jij bent zo knap omdat …” Geef de leerlingen de opdracht om voor een andere leerling in de klas een versje te schrijven. Het versje heeft als eerste zin “Jij bent zo knap omdat…”, daarna beschrijft de leerling wat hij/zij nu net zo knap vindt aan de andere leerling. Het versje mag maximum 7 regels lang zijn. Mogelijkheden: - Wat zijn de positieve kanten aan mijn maatje? -
Waarin is mijn kameraad echt heel goed? Wat vind ik heel tof aan de andere? Waarom is hij mijn vriend/vriendin? …
Doelen: - De lln. kunnen een versje schrijven over wat er zo knap is aan een andere.
15
Tentoonstelling Geef de leerlingen de opdracht om uit hun intelligenties voor hun DE belangrijkste intelligentie te selecteren. Deze intelligentie gaan ze dan komen tentoonstellen tijdens de voorstelling. Uiteraard vraagt dit enige voorbereiding. Elk kind gaat dus iets uitwerken waarin nu juist zij zo knap zijn. Een beeldknap kind kan dus een grote tekening maken waarin hij/zij zichzelf voorstelt aan de andere, een muziekknap kind kan een liedje schrijven over zichzelf en dit dan komen voorbrengen tijdens de voorstelling, … Doelen: - De leerlingen kunnen hun eigen favoriete intelligentie komen presenteren aan een publiek. -
De leerlingen kunnen iets creëren waarin zij heel goed, heel knap zijn.
Eindtermen: - De lln. genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. -
De lln. vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen
-
De lln. respect betonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen.
16
Parabel van tien miljoen talenten Vertel de parabel van tien miljoen talenten aan de kinderen. Voer hier nadien een klasgesprek rond. Belangrijk: Doe iets met je talenten! Ken jij mensen met een talent maar die dit onvoldoende gebruiken? De tekst kan je vinden in de bijlage. Doelen: - De lln. kunnen aandachtig luisteren naar talentverhalen van andere lln. - De lln. beseffen aan de hand van ‘het verhaal over de parabel van de talenten’ dat ze iets moeten doen met hun talenten.
17
T-shirts schilderen Schrijf op je T-shirt waarom jij nu net zo uniek bent. Er zijn verschillende manieren om dit T-shirt vorm te geven. Bekijk het filmpje op www.ikanda2009.be Klik op: - Praktisch -
T-shirt
Elke klas bepaalt zelf op welke manier ze het T-shirt bewerken. Tip: Maak er een knap T-shirt van. Je moet je niet beperken tot 1 talent, je kan ook zo veel mogelijk talenten verwerken op je T-shirt. Denk zelf na, maar vraag ook eens aan je vrienden, leerkracht, … waar jij goed in bent en zet het op je shirt. Probeer ook te vermijden dat het enkel ‘sporten’ zijn die op het T-shirt verschijnen. Doelen: - De lln. kunnen een wit T-shirt op een eigen,creatieve manier vorm geven. Eindtermen:
-
De lln. genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen.
-
De lln. vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen
-
De lln. betonen respect voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen.
18
Uitnodiging maken Alle kinderen maken op hun eigen manier een uitnodiging voor hun ouders. Beeldknappe kinderen maken een tekening met daarin de nodige gegevens verwerkt, taalknappe kinderen maken een knappe uitgeschreven uitnodiging, …
Doelen: - De lln. kunnen op een eigen, creatieve manier een uitnodiging voor de voorstelling voor hun ouders maken. Eindtermen: - De lln. genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. -
De lln. vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen
-
De lln. betonen respect voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen.
-
De lln. kunnen een brief schrijven aan een bekende om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
19
Mimonary! Mimonary is gebaseerd op het spel Pictonary, maar in plaats van te tekenen moeten de kinderen uitbeelden.
Speelwijze: - Verdeel de klas in verschillende teams. - Via een loting (bijvoorbeeld een getal van één tot tien raden) bepaal je welk team er eerst begint. Dit team stuurt één leerling naar voor om een kaartje te trekken, hierop staat een beroep. - De leerling beeldt dit beroep uit zonder te spreken of te schrijven. De andere teamleden moeten proberen te raden, binnen één minuut, welk beroep dit is. - Raden ze het beroep dan krijgt de ploeg een punt en mogen ze een volgend beroep uitbeelden. - Raden ze het niet dan mogen de andere ploegen om beurt één keer raden naar het beroep. - De ploeg met het juiste antwoord mag nu een beroep gaan uitbeelden. Wist niemand het juiste antwoord dan gaat de beurt gewoon naar de volgende ploeg. - Er wordt steeds met de klok mee gedraaid. Doelen: - De lln. kunnen verschillende beroepen uitbeelden en raden. -
De lln. kunnen het spel Mimonary volgens de regels spelen.
20
Brainstorm rond keuzes maken Waaraan denken de kinderen als ze ‘keuzes maken’ op bord zien staan? Eerst schrijven ze dit individueel op een papier, nadien overleggen ze per 2 (3, 4, 5,6, …) en klassikaal. - Waarom heb je voor een bepaald woord gekozen? -
Wat kan het verband zijn tussen verschillende woorden? Ervaringen delen met anderen die verband houden met woorden op het bord. …
Vanuit de brainstorm kan je eventueel ook de kinderen ideeën, suggesties, … laten aanreiken om rond keuzes te werken. Doelen: - De lln. kunnen de gedachten die ze hebben rond ‘keuzes maken’ neerschrijven op papier en nadien uitwisselen met andere leerlingen. -
De lln. kunnen even stilstaan en dieper nadenken wat ‘keuzes maken’ inhoud.
Eindtermen: -
De lln. kunnen (verwerkingsniveau beschrijven) van een bepaald onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdsgenoten.
21
De kinderen stellen een interview op voor papa en mama Papa en mama leven al wat langer dan de kinderen zelf. Ze hebben dus al heel veel moeten kiezen. Wat willen de kinderen van hun ouders weten? Stel vragen op. Voorbeeld vragen: - Welke waren moeilijke keuzes in hun leven? -
Hebben ze ooit spijt gehad van een keuze? Vinden ze het moeilijk om te kiezen?...
Nadien kunnen de leerlingen vooraan in de klas hun interview vertellen aan de rest van de leerlingen. Doelen: - De lln. kunnen vragen creëren rond het thema ‘keuzes maken’. -
De lln. kunnen met de geselecteerde vragen een deftig interview opstellen. De lln. kunnen de antwoorden van hun ouders (al dan niet verkort) op papier zetten. De lln. kunnen verslag uitbrengen van hun interview aan de rest van de klas.
Eindtermen: -
De lln. kunnen (verwerkingsniveau beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze over op een school behandelend onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen.
-
De lln. kunnen (verwerkingsniveau beschrijven) van een bepaald onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdsgenoten.
-
De lln. kunnen (verwerkingsniveau beschrijven) in een gesprek kritisch reageren op vragen en opmerkingen van bekende volwassenen.
22
Stellingenspel rond keuzes maken Reik enkele stellingen aan waarbij de leerlingen moeten kiezen. Akkoord = rechtstaan, iets in de lucht steken, aan die kant van de klas gaan staan, iets groen kleuren,… Niet akkoord = zitten, niets in de lucht steken, aan de andere kant van de klas gaan staan, iets rood kleuren,… Houd rekening met hun belevingswereld. Het zou leuk zijn als enkele kinderen ook mogen vertellen waarom ze die keuze maken. Stellingen: - Sneeuw boven zon. -
Chocolade is lekkerder dan marsepein.
-
Fietsen is niet zo fijn als wandelen.
-
Huiswerk schaffen we af. Liever frietjes dan pizza. Ik verkies tv boven computer. Zaterdag is de tofste dag van de week. Ik ga liever naar de muziekschool dan naar een sportclub. Geef mij maar kerstvakantie in plaats van paasvakantie.
-
Ik slaap zondags tot na 10u.
-
Ouders pesten ons graag door eten te koken dat we niet lusten.
-
Mensen kunnen spreken en dieren niet, daarom zijn wij slimmer dan dieren. Rood is leuker dan geel. De speeltijd moet in de winter korter duren en in de zomer langer. Ik heb nog geen gsm nodig.
Doelen: - De lln. komen op voor hun eigen keuze zonder dat ze beïnvloed worden door iemand. -
De lln. kunnen verantwoorden waarom ze een keuze nemen.
Eindtermen: -
De lln. kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen.
23
-
De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
Vragenlijst invullen + vergelijken ouder - kind Ouders en kinderen vullen ongeveer dezelfde vragenlijst in. Deze vragenlijst gaat over talenten, studiekeuze en eventuele beroepskeuze van het kind. Het invullen gebeurt wel zonder elkaar daarbij te betrekken. Zijn de antwoorden zowat dezelfde of helemaal niet? Misschien dat er een groot verschil is tussen wat het kind wil en wat de ouders denkend dat het kind wil? De vergelijking kan misschien best door de leerkracht gebeuren en nadien naar ouders toe gegeven worden?
Doelen: - De lln. kunnen de vragenlijst zelfstandig invullen. Eindtermen: -
De lln. kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie.
-
De lln. kunnen (verwerkingsniveau = structureren) een formulier invullen met informatie over henzelf.
-
De lln. drukken in een niet- conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.
24
-
De lln. tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op zelfkennis van het eigen kunnen.
Werken rond mensen met speciale talenten Iedere mens heeft zijn talenten. Sommige mensen hebben wel héél bijzondere talenten. Denk maar aan slangenmensen, goochelaars, uitvinders … Kennen de leerlingen er zelf ook nog? Werk een hoekenwerk uit. Elke hoek handelt over zo’n speciaal talent. Misschien kan je dit linken aan de meervoudige intelligenties? Aanbod van verscheidene talenten: - Slangenmens: o http://www.youtube.com/watch?v=oC6_n1fGSSI (2 min) o http://www.youtube.com/watch?v=okvgI9GwLhU&feature=fvw (8 min) - Goochelaars: o http://www.youtube.com/watch?v=IoxljStJk-E o http://www.youtube.com/watch?v=1MssQVa8uNE - Jong zangtalent: o Shaheen Jafargoli uit Britain got talent show 2 o Hollie Steel uit Britain got talent show 3 - Dansgroep: o Flawles uit Britain got talent show 1 - Passie voor zwaarlijvigheid: o Stavros Flatley uit Britain got talent show 1 - Uitvinders, uitvindingen, …: o Vind zelf iets uit o Interessante uitvinders om rond te werken: James Watt :stoommachine Antoine Hyppolite Pixii: dynamo Samuel Colt :revolver Alfred Nobel :dynamiet Alexander Graham Bell: telefoon Thomas Alva Edison: gloeilamp Candido Jacuzzi: bubbelbad Ed Headrick: frisbee
25
o Uitvindingen in het verleden + quiz en educatieve spelletjes : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl031/uitvindingenverleden.html o Domme uitvindingen: Engelstalige website: http://www.life.com/image/3270485/ingallery/25371/30-dumb-inventions Filmpje lego-kauwggomballensorteermachine: http://www.garagetv.be/videogalerij/ghostwriter/Nutteloze_uitvindingen_de_lego_kauwgomballensorteer machine.aspx Filmpje uitvindingen en kinderen: http://video.google.com/videoplay?docid=4220170335989110696&ei=BAtC S-jyI8mb-AbUgoW8Bg&q=uitvindingen&hl=nl# Filmpje lepelbaggermachine: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20081124_baggermachine01 Filmpje bekende Nederlandse uitvinder: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_huygens01 Filmpje uitvinder van de elektromotor: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_faraday01 Filmpje wat je kan doen met de elektromotor: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051018_elektromotor01 Filmpje uitvinder van de rekenmachine: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_pascal01 Doelen: - De lln. tonen bewondering voor mensen met speciale talenten.
26
Strofe op een lied verzinnen Taal- en/of muziekknappe leerlingen kunnen het leuk vinden om zelf een strofe op het themalied ‘Leef’ te schrijven. Het gekozen lied is de beluisteren op onderstaande link. De tekst is te vinden in de bijlage. Titel: ‘Leef’ Zang: Walter Grootaers & Mozaïek http://www.youtube.com/watch?v=e6iRWVFqx-E&feature=related Doelen: - De lln. maken gebruik van hun taal- en/of muzische talenten. Eindtermen: - De lln. kunnen genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen.
27
Werken met het kinderkwaliteitenspel De kinderkwaliteitenkaartjes kunnen helpen kinderen meer inzicht te geven in hun eigen kwaliteiten. Werken met de kaartjes draagt zo bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Met behulp van de kinderkwaliteitenkaartjes kan je op een leuke manier met kinderen in gesprek komen over hun kwaliteiten. Kinderen kunnen op meerdere manieren met de kaartjes werken. Het kinderkwaliteitenspel zelf kan je vinden in, het andere, bijgevoegde PDF-bestand. Om het spel te bestellen kan je terecht op onderstaande link: http://www.cps.nl/nl/Diensten/Publicaties/Publicaties-Zoeken/Publicatie.html?pid=32142 Doelen: - De lln. krijgen inzicht in hun eigen talenten. Eindtermen: - De lln. kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. - De lln. kunnen in functionele situaties een aantal verbale- en niet verbale gespreksconventies naleven. - De lln. kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht en etnische origine. - De lln. tonen de bereidheid zich te oefenen in omgangswijze met andere waarin ze minder sterk zijn. -
De lln. hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden.
28
Gastspreker Er zijn vast en zeker mensen die zelfstandig een beroep uitoefenen waarbij ze hun talenten gebruiken: kunstschilder, schrijver, (top)sporter, zanger(es), … een verplaatsing ligt vaak niet zo voor de hand, maar misschien kan hij of zij naar de klas komen?
Doelen: - De lln. krijgen interesse in bepaalde studierichtingen, beroepen, … -
De lln. kunnen waardering opbrengen voor keuzes van anderen.
29
Werken met passies Denk eens even na wat jij écht graag doet. Schrijf enkele dingen op papier. Dit zijn jouw passies. Tips voor een eventuele verwerking: - Je kan nadien aan elkaar vertellen wat jouw passies zijn. - Beeld een passie van jou uit en laat de rest van de klas raden wat het is. - Steek alle briefjes in een doos, schud door elkaar en zoek uit welke passie bij wie hoort. - Is er iemand in de klas die wat meer over zijn passie kwijt wil of iets wil tonen? Doelen: - De lln. denken na over hun eigen talenten. -
De lln. krijgen inzicht in elkaars talenten, passies, …
Eindtermen: - De lln. kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen. -
De lln. kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. De lln. kunnen genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen, de beleving. De lln. kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. De lln. kunnen respect betonen voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot eigen en andere culturen.
30
Hoekenwerk rond MI/talenten Bouw een hoekenwerk op rond de verschillende Meervoudige Intelligenties/talenten. 1. Verbale intelligentie of Woord Knap -
grapjes en grollen
-
verhaaltjes verzinnen, stripverhalen vervolledigen,..
-
brieven schrijven
-
gedichten lezen en schrijven discussies aangaan, argumenteren over bepaalde onderwerpen boeken, (kinder)kranten, tijdschriften, verhaaltjes,.. lezen kruiswoordpuzzels maken en taalspelletjes spelen citaten en spreekwoorden
-
woordspelingen en rijmpjes
-
toneelstukjes in elkaar steken
-
spreekbeurten houden, boekbespreking maken vreemde talen leren
2. Logische intelligentie of Redeneer Knap -
cijfers en patronen ontdekken
31
-
verbanden leggen
-
vraagstukken oplossen
-
geschiedenisfeiten, jaartallen en tijdlijnen
-
topografie puzzels maken constructiemateriaal zoals knex en lego grafieken, schema’s en formules ontleden en vergelijken berekeningen met rekenmachines en computers
-
logica en codes
-
schaakspel of andere strategische spelletjes
-
“oorzaak – gevolg” patronen ontdekken
3. Ruimtelijke intelligentie of Ruimte Knap -
mozaïeken
-
tekeningen, schetsen
-
cartoons
-
videobanden
-
pictogrammen
-
illustraties kaartlezen of zelf een kaart maken van iets diagrammen interpreteren lay-out verzorgen met word visualiseren collages
-
beeldhouwen en gips gieten
-
fotografisch geheugen trainen
-
posters en affiches maken foto’s trekken van architectuur schilderijen beschouwen
-
alles omtrent beeldbendevorming en knutselwerken
-
kunst aan de hand van boeken, films, musea
4. Muzische intelligentie of Muziek Knap -
visualiseren van toonhoogte, klankkleur;, ritme,… van liedjes
-
rijmpjes en versjes
-
muziekinstrumenten
32
-
Orff – instrumenten
-
zangkoortjes of schoolorkestjes
-
voordrachten op muziek
-
audiocassettes en cd’s beluisteren zelf muziekinstrumenten maken componeren van melodieën maat houden en ritme herkennen onthouden of leren aan de hand van liedjes
-
rappen
-
ritmeoefeningen
-
ezelsbruggetjes maken
5. Fysieke intelligentie of Beweging Knap -
drama, rollenspelen, mimiek
-
beweging, dans
-
lichaamstaal
-
pantomime
-
excursies
-
sport en spelletjes
-
knutselmaterialen expressielessen en gebaren acteren en mime gymnastiek en lichamelijke oefeningen kleine en grote motoriek uithoudingsvermogen en kracht leren door iets te doen
6. Natuurlijke intelligentie of Natuur Knap -
werken met of rond planten, dieren, natuurverschijnselen, landschappen, stenen; wolken, milieu(problematiek),…
-
excursies naar buiten
-
schooltuintjes, vaste natuurhoek
-
verzamelingen, verloop van seizoenen
-
genieten van planten, bloemen en bomen
-
bestuderen en zorgen voor planten, tuinen, huisdieren en wilde dieren
-
benoemen van flora, fauna en natuurverschijnselen
33
-
verzamelen van planten, insecten, stenen
-
ontdekken van patronen in de natuur
-
genieten van de capriolen van dieren
-
het weer voorspellen het milieu beschermen door actie te voeren op school herkennen van dieren – en plantensoorten, stenen sterren en wolken temmen en trainen van dieren
-
gevoelig voor ecologie en voor milieubeheer
-
zaken onthullen en de betekenis verklaren
7. Sociale intelligentie of Samen Knap -
sociale interactie met andere mensen motivatie van verlangens gezelligheid stimuleren feestjes organiseren kringgesprekken leiden groepswerk discussies en dialogen voeren welbevinden en betrokkenheid van anderen stimuleren, meeleven met anderen verschillende (moderne) communicatie van groepen en evenementen oplossen van conflicten en bemiddelen respecteren van de rechten en meningen van anderen het talent benutten om het perspectief van een ander in te nemen gevoelig zijn voor de stemmingen en motieven van anderen werken rond gevoelens, waarden en behoeften van anderen zonder zichzelf weg te cijferen werken als lid van een team initiatief nemen zorgen voor en leren met anderen bereiken van overeenstemming letten op non – verbaal gedrag van wat mensen uitstralen bereidheid om anderen te helpen samen dingen uitwisselen en ervaren gezamenlijke activiteiten
8. Persoonlijke intelligentie of Zelf Knap -
innerlijke ervaringen
34
-
afgaan op intuïtie, waarden en normen gevoelens, fantasieën, ingevingen, diepere gedachten, dromen dagboek bijhouden meditatiemomenten, reflectiemomenten poëzie aandacht schenken aan herinneringen eigen waarden en overtuigingen controle hebben over impulsen genieten van tijd alleen, stille momenten kennen van en omgaan met stemmingen en gevoelens kennen van de eigen zwakke en sterke kanten + zichzelf motiveren daaraan te werken zelfsturend, vastberaden en doelgericht neem verantwoordelijkheid filosoferen
Doelen: - De lln. maken kennis met de verschillende Meervoudige Intelligenties/talenten. -
De lln. ontdekken nieuwe talenten. De lln. ontwikkelen hun talenten verder. De lln. genieten ervan om om te gaan met hun talenten.
35
Bijlagen 1. Algemene tips 2. Test Klasse, Meervoudige Intelligenties 3. Parabel van de 10 miljoenen 4. Enkele internetsites met extra informatie 5. Aanvullende tips - Het Atlasgebouw in Antwerpen - Nodig mensen uit in je klas - De axenroos 6. Tekst lied – ‘Leef’
36
1. Algemene tips
Let op! Werk op regelmatige basis aan de talenten, zodat je hier diep genoeg op kan ingaan. En dus niet enkel blijft hangen bij de meest voor de hand liggende talenten zoals sporten. Probeer ze meer in de richting te duwen van handig zijn, sociaal zijn, …
Zelf iets tekenen op de T-shirts is nogal moeilijk. Laat de leerlingen zoeken naar pictogrammen die hun talent weergeven. Leg de pictogram onder het T-shirt zodat de kinderen dit kunnen overtekenen.
-
Leg een karton onder het T-shirt, dit tekent gemakkelijker. Het T-shirt laten strekken door een andere leerling doet het tekenen gemakkelijker gaan.
37
1. Test klasse, Meervoudige Intelligenties START Duid aan welk antwoord het best bij jou past (meer dan 1 kan ook). Tel je resultaten op per kolom en ontdek jouw meervoudige intelligentie. Waar scoor jij het hoogst? Om me te ontspannen...
lees of schrijf ik, of ik speel een woordspelletje.
speel ik een denkspelletje.
schilder of teken ik, of ga ik naar een museum.
zing ik, speel of luister ik naar muziek.
ga ik sporten of dansen.
ga ik tuinieren of voor dieren zorgen.
zoek ik vrienden of familie op.
wil ik alleen zijn.
Om iets te onthouden...
bedenk ik een ezelsbruggetje.
maak ik een logische volgorde.
visualiseer of teken ik het.
maak ik een rijmpje of liedje.
associeer ik met gebaren of beweging.
maak ik vergelijkingen met de natuur.
bespreek ik het met iemand anders.
Als iets stukgaat of niet werkt...
lees ik de instructies.
kijk ik heel goed naar de werking van de onderdelen.
bestudeer ik de afbeelding in de handleiding.
fluit of neurie ik tijdens het herstellen.
knutsel ik met onderdelen.
recycleer ik een onderdeel.
werk ik met iemand samen om het te herstellen.
denk ik terug aan iets wat ik zelf meegemaakt heb vraag ik me af of het een herstelling waard is.
Bij een teampresentatie ...
schrijf ik de tekst.
bedenk ik een werkwijze, een strategie.
maak ik de afbeeldingen en levensechte dingen.
zorg ik voor de passende muziek.
zorg ik voor de beweging en actie.
print ik de handouts op milieuvriendelijk papier.
leid ik de presentatie of zeg ik op een beleefde manier wie wat moet doen.
werk ik alleen aan mijn onderdeel.
Bij een conflict...
zet ik met woorden mijn standpunt kracht bij.
bedenk ik een strategie.
beeld ik me een oplossing in.
zoek ik een “harmonische” oplossing.
beweeg ik, maak ik gebaren.
bekijk ik de relaties tussen de verschillende partijen.
zoek ik naar een vriendschappelij ke oplossing.
blijf ik uit de buurt.
Ik vind spelletjes leuk als ik...
mag praten, mijn taalvaardigheid kan gebruiken.
me de mogelijkheden kan inbeelden.
me de zetten kan inbeelden en/of mag tekenen.
de steeds terugkomende patronen ervan ontdek.
actief kan zijn of mijn behendigheid kan testen.
buiten kan spelen of wandelen.
ze samen met anderen kan doen.
alleen kan spelen, alleen de zetten kan bepalen.
38
Om mezelf voor te stellen...
schrijf ik een verhaal.
gebruik ik cijfers, statistieken en logica.
Als cadeau krijg ik het liefst...
een boek of tijdschrift.
denkspelletjes of puzzels.
WOORD
GETAL
maak ik een tekening of een grafische voorstelling zoals een tekening of portret. kunst of schildermaterialen.
schrijf ik een lied of melodie of neem ik die op.
acteer ik in een video of treed ik op.
gebruik ik kenmerken van planten of dieren.
treed ik op met anderen.
schrijf ik een persoonlijk dagboek of evaluatie.
cd’s of concerttickets.
sportmateriaal of een fitnessabonnement.
bloemen of spullen die ik buiten kan gebruiken.
een groot feest.
een agenda of dagboek.
BEELD
MUZIEK
LICHAAM
NATUUR
MENSEN
ZELF
Maak nu de som:
[1] “WOORD-SLIM” (verbaal-linguïstisch) houdt van lezen, luisteren, schrijven en spreken. Kringgesprekken, discussies en spreekbeurten zijn jouw favorieten. [2] “GETAL-SLIM” (logisch-mathematisch) Je zoekt steeds naar logische verbanden en de onderliggende principes. Je werkt beredeneerd en bent kritisch. Je houdt van cijfers en moeilijke vraagstukken. [3] “BEELD-SLIM” (visueel-ruimtelijk) Je hebt inzicht in vorm en ruimte. Je ziet problemen voor je en lost ze zo op. Je denkt in beelden en maakt tekeningen als je wat wilt uitleggen. [4] “MUZIEK-SLIM” (muzikaal-ritmisch) Je wilt musiceren en componeren. Je onderscheidt tonen, ritme en klanken. Je gebruikt veel nuance in je stem of je beweegt je ritmisch.
[5] “LICHAAM-SLIM” (lichamelijk-kinetisch) Je Je beheerst je eigen lichaam en legt graag ‘met hand en tand’ uit. Begrijpen kan maar door het te laten ervaren. Om geconcentreerd te blijven heb je beweging nodig. [6] “NATUUR-SLIM” (naturalistisch-ecologisch) Je herkent, begrijpt en werkt graag met patronen in de natuur en je omgeving. Je houdt van uitstappen in de natuur. [7] “MENSEN-SLIM” (sociaal–inter-persoonlijk) Je voelt anderen aan. Je kunt goed leiden en begeleiden. Je werkt graag samen. Je ontdekt snel de groepsdynamiek in de klas. [8] “ZELF-SLIM” (intuïtief-intra-persoonlijk) Je kent jezelf, hebt een eigen mening en respecteert anderen. Je denkt goed na voor je een beslissing neemt. Je houdt van bezinning en stilte in de klas.
39
3. Parabel van tien miljoen talenten In het jaar 3100 woonde op de IKANDAplaneet keizer Tallentium. De beroemde keizer vertrok voor een half jaar naar de verre planeet IKANIKSKE met zijn supersonische, zelfgebouwde turbo-injection-waterraket. Hij ging op missie om de IKANIKSKEbevolking, die in grote armoede leefde, te helpen. Hij wilde hun vooral het magische IKANDA-gevoel bijbrengen. Ondertussen liet hij zijn prachtig rijk over aan zijn 2 zonen. Belangrijk om weten is dat men in IKANDA geen euro’s als geld gebruikt, maar wel TALENTEN. Voor hij vertrok, sprak hij tot hen: “Mijn liefste zonen, ik heb jullie elk 10 miljoen talenten gegeven. Koester ze met passie! Draag er zorg voor!“ De twee zonen beloofden hun vader om met deze talenten zorgvuldig om te springen. Na een half jaar kwam de vader terug. Zijn missie op de planeet IKANIKSKE was gelukt. Veel bewoners begrepen dat ze met passie en creativiteit ontzettend veel konden bereiken. Ze veranderden hun planeet in de naam IKANVEELALSIKDAWILSKE. De vader ging onmiddellijk naar zijn 2 zonen en vroeg wat ze met de talenten hadden gedaan. De oudste zoon zei trots: Vader, ik heb de 10 miljoen talenten heel goed bewaard. Steeds ben ik binnengebleven en heb heel goed opgelet dat ze niet zouden verdwijnen. Alstublieft vader, hier zijn uw 10 miljoen talenten terug. Ik heb ze allemaal nog. De vader fronste zijn wenkbrauwen en zei koeltjes: “Mijn zoon , hier ben ik eigenlijk niet zo blij mee! Je hebt het niet goed begrepen!” Toen liet hij zijn jongste zoon aan het woord. Die zei met fierheid in zijn stem: “Vader, ik heb met veel plezier en goesting gewerkt met mijn 10 miljoen talenten en ze zijn ongelooflijk aangegroeid. Ik heb er nu 20 miljoen!” De vader was ontzettend trots en gaf zijn zoon drie dikke kussen. Drie jaar later werd de jongste zoon , IKGAERVOOR, de nieuwe keizer van IKANDA. Tekst: Luc Stevens
4. Enkele internetsites met extra informatie Zelfconcept: http://www.123test.nl/ Op deze site vind je een verzameling van allerlei tests die je, al dan niet gratis, kan invullen op het internet. http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?actie=detail&nr=10774 ‘Hoe zie jij je in het secundair onderwijs?’ Dit kan een leuke knip en plakopdracht zijn. Het materiaal hiervoor kan je halen uit Yeti en uit tijdschriften. (Zie Yeti 23 – mei 2004 – met pedagogische bijlage voor leerkracht) http://www.klasse.be/leraren/archief.php?id=10419 De axenroos van F. Cuvelier is een instrument om te werken rond sociale vaardigheden, meer bepaald om sociaal gedrag te observeren en te beschrijven. Via de axenroos laat je kinderen nadenken over hun eigen sociaal gedrag en dat van anderen. De axenroos is opgebouwd uit verschillende relatiewijzen. Elk type wordt voorgesteld door een dier, bijvoorbeeld de leeuw is een leidinggevend persoon, de poes is een genieter, de bever is eerder zorgend, … U kan de axenroos gebruiken in de klas bij kringgesprekken en om te filosoferen met kinderen . http://www.migent.be/links.htm Alles over meervoudige intelligentie. http://www.klasse.be/k-test.taf?k=k
Beroepen: www.schoolplaten.com en www.kleurplaten.nl Op deze sites vind je verscheidene kleurplaten rond het thema beroepen. www.beroepenhuis.be Het Beroepenhuis is een organisatie die zijn thuisbasis heeft in Gent. Ze proberen jongeren van 11 tot 14 jaar zoveel mogelijk informatie te geven over allerlei beroepen en studierichtingen. www.beroepenthuisindeklas.be Deze site is een onderdeeltje van de website van het Beroepenhuis. Hier vind je allerhande spelletjes en lesmateriaal rond keuzebegeleiding en beroepen. www.technopolis.be Dit is de website van Technopolis. Dit doe-centrum voor wetenschap en technologie ligt in Mechelen. http://www.beroepskeuzetest.nl/beroepskeuzetest.php Hier vind je een gratis ‘Mini beroepskeuzetest’. Deze kan je door de leerlingen laten uitvoeren. Het is leuk om te doen, maar de uitslag is met een korrel zout te nemen. http://www.vaktoppers.nl/ Op deze site vind je informatie, spelletjes en filmpjes over ambachtelijke beroepen en opleidingen.
41
http://www.debouw.be Hier vind je verschillende beroepenfiches over beroepen in de bouwsector en een virtuele bouwwerf terug. http://www.letsgo.be/nl/index.htm Op deze site vind je een mooi overzicht over de belangrijkste beroepen binnen de transportsector. www.geneaknowhow.net/in/beroepen/beroep.html Leerlingen kunnen via deze site kennismaken met beroepen die hun voorouders uitoefenden.
42
5. Aanvullende tips Het atlasgebouw in Antwerpen: Het trefpunt voor inburgering en diversiteit. Hier kan je allerlei materialen ontlenen rond doorstroming en oriëntering. Het is ook mogelijk om deze te bestellen op hun site en te laten overbrengen naar de kleinere uitleenpost in Turnhout. Check alvast deze site eens: http://www.provant.be/leren/documentatiecentra/docatlas/
DocumentatiecentrumAtlasAntwerpen Carnotstraat 110 2060 Antwerpen België Tel work 03 338 71 60 Fax work 03 338 71 68 DocumentatiecentrumAtlasTurnhout Koning Albertstraat 15 2300 Turnhout België Tel work 014 72 40 20 Enkele voorstellen van materialen: - Appels of peren? - CLIM: Dit is een spel voor de 2e graad rond keuzes maken. -
Kinderkwaliteitenspel
-
Kleurig Kiezen – studiekeuzespel: Dit is een spel voor de 3e graad rond studiekeuzes.
-
Beroepen(t)huis in de klas: Dit is een ervaringsgerichte werkvorm voor de 3e graad rond zelfconceptverheldering en horizonverruiming. Het eerste wordt bereikt via beroepenateliers waarin ze hun eigen talenten kunnen ontdekken, het tweede wordt aangereikt via lessen waarin ze kennismaken met uitvoerende en technische beroepen.
-
Tjoezz voor ouders: Dit is een werkwijze om ouders voor te bereiden op de studiekeuze van hun kinderen. Ook dit is meer geschikt voor de 3e graad.
-
Warhoe… leren kiezen: Deze handleiding zit vol leuke opdrachten rond de verschillende onderwerpen kiezen, mezelf leren kennen, de beroepenwereld, het secundair onderwijs en ik maak mijn keuze.
43
Nodig mensen uit in je klas: Laat ouders, grootouders, kennissen, … van je leerlingen in je klas komen vertellen over hun beroep. Vraag aan de kinderen wie zij kennen met een leuk, interessant, boeiend, vreemd, … beroep en waar ze graag meer over zouden willen te weten komen. Laat hen deze mensen dan uitnodigen in de klas om te komen vertellen en te antwoorden op de vragen van de kinderen.
De axenroos: Werken met de axenroos betekent werken rond verschillen en talenten bij kinderen.
44
6. Tekst van het lied – ‘Leef’: ‘Leef’ Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn. Niemand is alleen maar zwart of wit. En iedereen is anders. Anders dan je verwacht. Niemand die alleen maar haat of liefde voelt. We zijn allemaal een mens van vlees en bloed. En we kunnen niet perfect zijn. Want niemand weet hoe dat moet. Leef met je eigen talent. Iedereen is mooi. En je bent wie je bent. Leef met jezelf en elkaar. Iedereen is blij. Met dat ene gebaar. Niemand kan alleen maar mooi of lelijk zijn. En niemand heeft de waarheid vol in beeld. Maar het voordeel van de twijfel. Maakt ons minder verdeeld. Leef met je eigen talent. Iedereen is mooi. En je bent wie je bent. Leef met jezelf en elkaar. Iedereen is blij met dat ene gebaard. We zoeken de verschillen. Waar we bruggen moeten bouwen. En we plakken etiketten. Op het hart van iedereen. Maar het leven is geen leven. Als geen mens van je wil houden. Dus we moeten bruggen bouwen. Over alle kloven heen. Refrein Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn.
45
