Programma van toetsing en afsluiting -
2
Programma van toetsing en afsluiting
Beste HAVO-examenkandidaat, In deze bundel vind je: - Het programma van toetsing en afsluiting Dit bevat een beschrijving van de schoolexamens. Per vak kun je opzoeken of er sprake is van toetsen, praktische opdrachten en/of handelingsdelen. - Het examenreglement Hierin wordt beschreven hoe de gang van zaken is bij de examens. - Een lijst met gedragsregels tijdens de examens Een datumoverzicht van de schoolexamens in leerjaar 4 en 5 ontvangen de leerlingen aan het begin van het schooljaar van hun mentor. Voor de ouders worden de data van de schoolexamens in het Palet opgenomen. Wie nog extra informatie wil over de Centrale Examens kan daarvoor de website www.examenblad.nl raadplegen. Hierin worden alle officiële regelingen gepubliceerd, maar ook de examenstof voor alle vakken, alsmede oude examens en uitwerkingen. Alle medewerkers van de OSB wensen je veel succes, Saskia Grotenhuis Voorzitter examencommissie
3
Programma van toetsing en afsluiting HET SCHOOLEXAMEN OP DE OSB Het Centraal Examen (CE) is voor alle leerlingen in Nederland hetzelfde. Omdat scholen onderling nogal verschillen, is er ook een manier van examineren die past bij het eigen karakter van de school. Dit onderdeel van het examen heet schoolexamen (SE). In dit schoolexamen word je getoetst op kennis, inzichten en vaardigheden die je in de loop van de jaren hebt opgedaan, en wel zo dat sfeer en omstandigheden zoveel mogelijk gelijk zijn aan wat je op school en in de klas gewend bent in de afgelopen jaren. Hierna wordt de gang van zaken beschreven bij het schoolexamen. In het HAVO beginnen leerlingen in klas 4 met het schoolexamen. De periode voor het schoolexamen voor bepaalde vakken duurt dus twee jaar. Het centraal examen aan het einde van de schoolloopbaan blijft gewoon bestaan. Uitzondering hierop vormt het vak maatschappijleer. Dit vak wordt al in het vierde jaar afgerond en telt mee voor het examen als onderdeel van het combinatiecijfer samen met het profielwerkstuk. De leerlingen doen afhankelijk van hun profielkeuze schoolexamen in acht tot negen vakken. Afhankelijk van de profielkeuze sluiten de leerlingen zes of zeven vakken af met een centraal examen. Op de vakken: Maatschappijleer, Informatica, CKV , Lichamelijke opvoeding (LO1), NLT en BSM na kennen alle overige vakken een centraal examen. De Tweede Fase: Profielkeuze In de Tweede Fase op de OSB worden in de HAVO vier profielen aangeboden: -het profiel cultuur en maatschappij (CM); -het profiel economie en maatschappij (EM); -het profiel natuur en gezondheid (NG); -het profiel natuur en techniek (NT). Naast het algemene deel en het profieldeel kan er in het vrije deel uit een beperkt aantal vakken worden gekozen. Het eindexamen bestaat bij een aantal vakken uit het Centraal Examen (C.E.) en uit het schoolexamen (S.E.) en bij een aantal vakken alleen uit het schoolexamen. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar de programmabeschrijvingen per vak. Het PTA Dit PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) voor het HAVO op de OSB heeft betrekking op de schooljaren 2011-2013. Het PTA biedt een overzicht van de onderdelen van het examenprogramma die in schoolexamens worden getoetst en de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt ( toets of praktische opdracht ). Op tijd inleveren van werk De leerling moet zich houden aan de datum die de docent heeft aangegeven voor het inleveren van werk. Ook wanneer het opgegeven werk niet geheel af is, moet het ter beoordeling worden ingeleverd. De docent zal het ingeleverde werk vervolgens beoordelen en besluiten of aanvulling of aanpassing alsnog mag plaatsvinden. Profielwerkstuk Het profielwerkstuk vormt ook een onderdeel van het schoolexamen. Het profielwerkstuk is een werkstuk waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het profielwerkstuk wordt door elke leerling individueel of in samenwerking met een of meerdere leerlingen in het (voor-)examenjaar gemaakt vanuit minimaal één groot vak uit het totale pakket. Deze vakken werken bij de natuurprofielen samen in het vak Natuur, Leven en Technologie en bij de maatschappijprofielen in het projectvak Cultuur, Leven en Economie. De keuze van het onderwerp voor het profielwerkstuk wordt in overleg met de betrokken docenten gemaakt. Uiteraard geldt ook hier dat het profielwerkstuk op het vastgestelde tijdstip moet worden ingeleverd. Combinatiecijfer Het profielwerkstuk wordt afzonderlijk beoordeeld met een cijfer. Het vak maatschappijleer wordt ook beoordeeld met een cijfer. De cijfers voor maatschappijleer en het profielwerkstuk worden eerst afzonderlijk afgerond op een geheel cijfer. Het rekenkundig gemiddelde van deze twee afgeronde cijfers wordt vervolgens ook weer afgerond op een geheel cijfer en is het eindcijfer van wat we het combinatiecijfer noemen. Bewaren examenwerk De producten van het examendossier, zoals werkstukken, proefwerken en verslagen, worden na het inleveren door de docenten op school bewaard. Iedere docent houdt voor zijn vak de verantwoordelijkheid over het bewaren van producten en documenten van het examendossier in een overdraagbaar systeem. De bewaartermijn voor de examendossier-onderdelen van alle vakken is gekoppeld aan de gehele bovenbouwperiode plus een half jaar na het examen. De leerling moet schriftelijk aangeven na deze periode over zijn werk te willen beschikken. Aangepast examineren De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. Denk bij de term gehandicapt ook aan bijvoorbeeld dyslexie of ernstige gedragsproblemen. De kandidaat kan meer tijd of bijzondere hulpmiddelen nodig hebben bij het afleggen van de examens. Hiervoor is een verklaring van een deskundige nodig. Deze verklaring dient voor 15 oktober in het bezit van de examencommissie te zijn. De wijze van extra ondersteuning wordt door de directeur bepaald en geldt zowel voor het SE als voor het CE. Eventuele verlenging van de tijdsduur bij het schoolexamen wordt evenredig genomen aan de verlengingsduur bij het centraal examen. Duurt het schoolexamen 60 minuten dan krijgt de leerling 15 minuten verlengingstijd . Bij het centraal-examen is de verlengingstijd altijd maximaal dertig minuten. Beoordeling Bij het centraal examen is precies geregeld hoe het cijfer berekend moet worden. Bij een schoolexamen zal de docent vooraf bekend maken wat de criteria zijn voor de beoordeling. Betekenis van de cijfers: 1= Zeer slecht 2= Slecht 3= Zeer onvoldoende 4= Onvoldoende 5= Bijna voldoende 6= Voldoende 7= Ruim voldoende 8= Goed 9= Zeer goed 10= Uitmuntend
4
Programma van toetsing en afsluiting Hoe het cijfer per vak berekend wordt is per vak in dit PTA omgeschreven. Cijfers worden afgerond op één decimaal. Wanneer de eindcijfers van je schoolexamens vaststaan, dien je op de definitieve cijferlijst van de examenadministratie je cijfers te controleren en deze lijst van een handtekening te voorzien. Dit gebeurt vóór het begin van het centraal examen. Het Centrale Examen bestaat doorgaans alleen uit een centraal schriftelijk examen, een toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten schriftelijk beantwoorden. Organisatie schoolexamen De schoolexamens worden gelijktijdig afgenomen in drie of vier dagen in een periode dia aan het begin van het schooljaar in de jaarkalender gepubliceerd wordt. Het rooster wordt van te voren aan de leerlingen bekend gemaakt. De leerlingen hebben tijdens deze dagen geen reguliere lessen. Er mogen twee of drie schoolexamens per dag gepland worden. De tijdsduur van de schoolexamens ligt tussen de 60 en 180 minuten.. Tijdens de schoolexamens gelden dezelfde gedragsregels als bij het centraal examen. Deze gedragsregels staan aan het eind van deze inleiding. Te laat komen Bij te laat komen bepaalt de docent of deelname aan het S.E. nog mogelijk is. Dit is afhankelijk van de aard van het S.E. (bijv. luistervaardigheid of presentatie) en/of de mate van laat komen. Gemiste tijd, ontstaan door laat komen zonder reden, kan niet worden ingehaald. Inhalen Wanneer je door ziekte een schoolexamen moet missen, dienen je ouders dit voor aanvang van dat schoolexamen telefonisch en/of per email te melden bij de deelschoolleider. Om te mogen inhalen moet daarna een schriftelijk verzoek ingediend worden, desgevraagd ondersteund met een doktersverklaring. Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet is voldaan, dan vervalt het recht op inhalen en moet je gebruik maken van het recht op herkansen. Afwezigheid tijdens een schoolexamen die te maken heeft met een voorziene omstandigheid, zoals tandarts, jubilea etc dient tijdig met de mentor en deelschoolleider besproken te zijn, zodat een oplossing kan worden gevonden. Als je dit pas achteraf meldt komen deze vormen van verzuim niet in aanmerking voor een inhaalmogelijkheid. Indien je ongeoorloofd afwezig bent wordt er een 1,0 toegekend. Een geoorloofde inhaaltoets wordt in de week volgend op de SE-week afgenomen. Dit wordt centraal geregeld in de h/v-deelschool. Herkansingen schoolexamen 1 Je hebt het recht om in ieder leerjaar na de derde SE periode voor drie vakken een herkansing te maken. 2 De inhoud van de herkansing wordt door de vakdocent vastgesteld. Informatie hierover staat in het PTA bij de beschrijving per vak. 3 Praktische opdrachten kunnen niet worden herkanst. 4 Als je meer dan 10% van de lessen van een vak onrechtmatig afwezig bent geweest heb je geen recht om voor dat vak te herkansen. 5 Als je meer dan 10% van alle lessen onrechtmatig afwezig bent geweest heb je geen recht om te herkansen. 6.Als voor een vak of vakken bepaalde praktische opdrachten, handelingsdelen of andere werkzaamheden niet zijn afgerond op de door de docent afgesproken tijdstip of niet voor de start van de laatste schoolexamenperidoe, mag je niet deelnemen aan de herkansingen. 7 De herkansingstoetsen worden centraal per afdeling geregeld op in de jaarkalender vastgestelde data.. Regels voor afsluiting schoolexamen Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond indien: 1 Het profielwerkstuk is beoordeeld met een cijfer ( combinatiecijfer ). 2 CKV en Lichamelijke Opvoeding zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”. 3 De praktische opdrachten en toetsen van de overige vakken uit het algemene gedeelte, het profieldeel en het vrije deel ( als aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting ) zijn gemaakt en afgelegd, en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen. 4 De handelingsopdrachten van de door de kandidaat gevolgde vakken naar behoren zijn afgerond. Een kandidaat kan niet aan het centraal examen deelnemen indien aan één of meer van de hierboven genoemde 4 voorwaarden is voldaan. Onregelmatigheden Als de leerling zich tijdens het schoolexamen of het Centraal Examen (C.E.) niet aan de regels heeft gehouden, dan meldt de aanwezige docent dit onmiddellijk aan de deelschoolleider. Deze stelt zo snel mogelijk de examencommissie en de directeur op de hoogte. De directeur kan dan maatregelen nemen. Zo'n maatregel kan zijn: -Het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het C.E. -Het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan het schoolexamen of C.E. -Het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegd schoolexamen of C.E. -Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de directeur aan te wijzen onderdelen. Voor het C.E. geldt dat dit pas in het volgende tijdvak kan gebeuren. Voordat er een maatregel of een combinatie van maatregelen wordt genomen, wordt de leerling eerst gehoord door de examencommissie. De leerling kan zich dan laten bijstaan door een meerderjarig persoon die hij zelf mag uitkiezen. De examencommissie adviseert de directeur die binnen drie dagen een beslissing neemt. Deze procedure neemt maximaal 2 weken in beslag. De directie brengt de leerling en zijn ouders/verzorgers schriftelijk op de hoogte van zijn beslissing. Van deze beslissing gaat een afschrift naar de inspecteur van onderwijs. In deze beslissing staat ook vermeld hoe de leerling beroep aan kan tekenen tegen de beslissing bij de commissie van beroep.
5
Programma van toetsing en afsluiting De slaag/zakregeling De slaag/zakregeling is voor het eindexamen 2013 verscherpt. Met ingang van dit examen moeten alle leerlingen gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Je bent dus gezakt als je gemiddelde cijfer voor het Centraal Examen lager is dan een 5,5. Daarnaast mag je op de HAVO ten hoogste één 5 voor het eindcijfer van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde halen. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één 5 voor Nederlands of Engels behaald mag worden. Je bent dus gezakt als a) je meer dan één 5 voor deze vakken hebt gehaald; b) je een 4 of lager voor deze vakken hebt gehaald. De kandidaat die eindexamen HAVO heeft afgelegd en het Centraal Examen voor alle vakken heeft afgelegd binnen een schooljaar is geslaagd als: - het gemiddelde van de bij het Centraal Examen behaalde cijfers 5,5 of hoger is - voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde ten hoogste één 5 als eindcijfer behaald is En bovendien: -alle eindcijfers 6 of hoger zijn of: -er één 5 is en alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn of: - er 1 x 4 is behaald mits niet voor de vakken Nederlands, Engels of Wiskunde en alle overige eindcijfers 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste een 6 is. of - 2 x 5 is behaald, waarbij slechts één vijf voor de vakken Nederlands, Engels of Wiskunde mag staan en alle overige eindcijfers 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste een 6 is of - 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en alle overige eindcijfers 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste een 6 is. Hierbij mag de 4 niet binnen de vakken Nederlands, Engels of Wiskunde behaald zijn. In aanvulling op het voorafgaande geldt tevens als voorwaarde dat de deelvakken CKV en LOI van het gemeenschappelijk deel van elk profiel moeten zijn beoordeeld als 'voldoende' of 'goed.' Een eindcijfer van een 3 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Diploma en cijferlijst Ben je geslaagd, dan ontvang je een diploma en een cijferlijst met alle betrokken vakken. Heb je extra vakken gevolgd, dan worden die ook vermeld. Een voorlopige cijferlijst krijg je op de dag van de uitslag en kan je gebruiken bij je aanmelding bij een vervolgopleiding. Duplicaten van diploma’s of cijferlijsten kan je alleen verkrijgen via DUO-Informatie Beheer Groep in Groningen. Ben je gezakt, dan ontvang je een cijferlijst met alle betrokken vakken. Je kunt altijd één vak herkansen, of om alsnog het diploma te behalen, of om te herprofileren. De keuze voor het vak overleg je met je mentor. De aanvraag voor een herkansing moet op de ochtend na de uitslag van het 1ste tijdvak voor 12.00 uur middels een formulier bij de examencommissie ingeleverd zijn. Voor herkansers wordt direct na de uitslag een herkansingsklas gestart. Je wordt dringend geadviseerd daaraan mee te doen. Je ontvangt je diploma en cijferlijst op de avond van de diploma-uitreiking. Als je daar niet bij aanwezig kunt zijn, kun je je diploma later op school komen ophalen. Dit kan niet door een ouder of iemand anders worden gedaan omdat je diploma pas rechtsgeldig is als je in de aanwezigheid van een medewerker van de school je diploma tekent. De examencommissie bestaat uit : Lid schoolleiding, twee docenten, teamleider leerlingadministratie. Commissie van beroep De leerling kan tegen een beslissing van de directie in geval van onregelmatigheden in beroep gaan bij de commissie van beroep. Het beroep moet de leerling binnen drie dagen nadat je de beslissing op schrift hebt ontvangen, schriftelijk bij de commissie van beroep inleveren. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie besluit en bericht je schriftelijk welke beslissing er is genomen en stuurt dit bericht ook aan ouders/verzorgers, aan de directeur en aan de inspecteur. De commissie van beroep bestaat uit: een lid van de schoolleiding en een lid van de Bestuurscommissie van de OSB Het adres van de commissie van beroep is: De commissie van beroep van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer, p/a Gulden Kruis 5, 1103 BE Amsterdam (ZO) Slotbepaling In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet, beslist de directeur.
6
Programma van toetsing en afsluiting
PROTOCOL Gedragsregels tijdens het Schoolexamen en het Centraal Examen - De Leerlingen moeten een kwartier voor het begin van het (school)examen op school aanwezig zijn. -10 minuten voor de aanvang van de zitting gaat de gangdeur open en kunnen de leerlingen naar het lokaal gaan dat op het examenrooster bekend gemaakt is. Dan dient wel één van de surveillanten aanwezig te zijn! -Jassen en tassen bij de kapstok. Geen etuis op tafel. -Mobiele telefoons en andere elektronische apparatuur zijn tijdens het examen niet toegestaan en moeten geheel uitstaan. Mobieltjes en andere apparatuur mogen niet op het lichaam bewaard worden, maar moeten in de tas bij de kapstok opgeborgen worden. Het mobieltje mag niet als rekenmachine gebruikt worden. -Aan het begin van de zitting wordt gecontroleerd of iedereen er is. Zo niet, dan wordt er direct contact opgenomen met thuis. -Een leerling mag tot een halfuur na het begin van de zitting worden toegelaten. Het examen eindigt echter op de vastgestelde tijd. -Een leerling mag slechts onder begeleiding van een surveillant gebruik maken van het toilet. -Als een leerling eerder klaar is, mag hij/zij tot een kwartier voor tijd het lokaal verlaten, doch niet eerder dan één uur na aanvang van het examen. -Degene die het lokaal eerder verlaat mag geen examenwerk, opgaven of kladpapier meenemen. Het laatste kwartier blijft iedereen in het lokaal. Pas als al het examenwerk door de surveillanten is opgehaald mogen de leerlingen het lokaal verlaten. -Op het door de school verstrekte examenpapier moet altijd het examennummer, de naam van de leerling en het vak worden vermeld. Dit geldt ook voor het kladpapier. -Het examenwerk wordt gemaakt met een (bal)pen. Uitzonderingen zijn tekeningen en grafieken. Deze worden gemaakt met potlood. -Gebruik van Typp-ex is niet toegestaan. -Er is een lijst met toegestane hulpmiddelen voor alle vakken. De hulpmiddelenlijst is al eerder door de vakdocent bekend gemaakt. Deze hulpmiddelen worden aan het begin van de zitting gecontroleerd door de aanwezige surveillanten. -Bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden moet er direct contact worden opgenomen met de mentor en de examencommissie. -Afwezigheid bij schoolexamens, die te maken heeft met voorziene omstandigheden, zoals tandarts of jubilea, dient tijdig van tevoren met de deelschoolleider besproken te worden, zodat er een oplossing kan worden gevonden. Indien dat niet gebeurt, is het verzuim ongeoorloofd. -Bij fraude loopt de leerling de kans van verdere deelname aan het examen te worden uitgesloten (zie PTA). Ook bij constatering van fraude na afloop van het examen kunnen vergaande maatregelen worden genomen. -Door deelname aan een examenzitting geeft de leerling te kennen op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de strekking van het examenreglement.
7
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Aardrijkskunde Inleiding Leerjaar 4: In het vierde leerjaar staan 3 boeken van de geo op het programma. Hierin komt fysische en sociale geografie aan de orde. Deze onderwerpen worden schriftelijk getoetst. Er wordt 1 praktische opdracht gemaakt. Het eerste SE is in de eerste SE periode na de herfstvakantie. Hierin komt “Systeem Aarde” aan de orde. Het tweede onderwerp is “Landbouw in Europa”. Deze wordt in de tweede SE periode na de kerstvakantie afgerond met een PO en een toets. Het derde onderwerp “Arm & Rijk” wordt in de laatste SE periode afgerond met een toets. Het SE 2 cijfer wordt tegelijk met het cijfer van SE 3 ingevoerd. Leerjaar 5: In leerjaar 5 worden 2 nieuwe onderwerpen behandeld. In de eerste SE periode wordt het onderwerp “Indonesië” afgerond met een toets. In de tweede SE periode wordt het onderwerp “Wonen in Nederland” afgerond met een PO en een toets. Dat betekent dat we na de kerstvakantie bezig gaan met het herhalen van de stof zodat we genoeg tijd hebben om het examen voor te bereiden.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Systeem aarde In SE worden hoofdstuk 1 en 2 uit “Systeem Aarde” schriftelijk getoetst. Dit gaat over de opbouw van de aarde van kern tot aardkorst. Vulkanisme en aardbevingen komen hierin aan de orde. Wat zijn de oorzaken en gevolgen.
Leerstof:
Landbouw in Europa Op de toets worden hoofdstuk 1 tm 3 uit het boek “Landbouw in Europa” getoetst. Hoe is het landbouwbeleid in de EU de afgelopen decennia veranderd? Daarnaast wordt de regio van het Middellandse Zee gebied uitgebreider bestudeerd.
90 minuten Cijfer Ja 1
101
SE2 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
60 minuten Cijfer Nee 1
Voor de praktische opdracht moeten de leerlingen onderzoek doen naar een zelf te kiezen onderwerp over dit thema. Ze krijgen een aantal lessen de tijd om hieraan te werken. Het grootste deel wordt thuis gemaakt.
201
(toets: 0,4 / PO: 0,6) Zowel de toets als de afronding van het PO vinden niet plaats in de reguliere SE week. Het cijfer van SE2 wordt gelijktijdig met SE3 ingevoerd. SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Arm en rijk In het boek Arm & Rijk worden de verschillen tussen regio’s op aarde behandeld. Hoofdstuk 1 tm 3 gaat over de verschillen in het Mexicaans Amerikaans grensgebied. Deze hoofdstukken dienen als voorbereiding op hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk worden andere gebieden op aarde met elkaar vergeleken. Het SE gaat over hoofdstuk 4.
Leerstof:
Indonesië Het SE gaat over de eerste 3 hoofdstukken van het boek Indonesië. Veel van wat er behandeld wordt is ook aan de orde gekomen bij “Systeem Aarde” en “Arm & Rijk”. Een aantal van deze onderdelen worden toegepast op Indonesië. Zowel de sociale als fysische geografie komen bij dit onderwerp uitgebreid aan de orde.
Leerstof:
Wonen in Nederland Hoofdstuk 1 en 2 van “Wonen in Nederland” gaat over de grote rivieren in Nederland. Hoe kunnen we ons tegen het water beschermen? Hoe profiteren we van de aanwezigheid van de rivieren? Hoofdstuk 3 gaat over het grote steden beleid in Nederland. Deze 3 hoofdstukken worden schriftelijk getoetst buiten de SE week om.
90 minuten Cijfer Ja 1
301
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
90 minuten Cijfer Ja 1
401
SE6 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
60 minuten Cijfer Nee 1
Bij de praktische opdracht moeten de leerlingen onderzoek doen naar een onderwerp dat te maken heeft met de behandelde onderwerpen uit het boek. Ze krijgen hier een paar lessen de tijd voor. De rest moet thuis afgerond worden. (toets: 0,4 / PO: 0,6)
8
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Informatica Inleiding De leerstof voor het vak informatica is verdeeld over de onderstaande domeinen. 1. Informatica in perspectief 2. Basisbegrippen en vaardigheden 3. Systemen en hun structurering 4. Toepassingen in samenhang De bovengenoemde onderwerpen worden behandeld in de methode Enigma. Daarin zijn de onderwerpen per hoofdstuk benoemd. In de lessen is er een grote variëteit aan werkvormen beschikbaar te weten theoretisch, praktisch, het practicum, individueel, projectmatig en demonstrerend. De toetsing vindt plaats aan de hand van theoretische toetsen, practicumtoetsen en samenwerkingsopdrachten met presentaties. In twee leerjaren doe je in totaal 6 schoolexamens. Het eindcijfer van het schoolexamen wordt samengesteld aan de hand van wegingsfactoren per schoolexamen. Dit cijfer wordt vermeld op je eindcijferlijst. Er is geen centraal landelijk eindexamen voor dit vak. Leerjaar 4: In dit leerjaar doen we de onderwerpen, logica en hardware in computersystemen, ict en de samenleving, het programma Excel, het webpracticum Html en het programmeren in de taal Java. De onderwerpen kun je bestuderen in de boeken van de methode Enigma, Instruct Excel en uit het door de school samengestelde Webpracticum1: Html en Java. Het eerste schoolexamen valt in oktober. Aan de hand van een theoretische toets wordt je kennis getoetst van het onderwerp logica en hardware in computersystemen. Het tweede schoolexamen valt in december. Het bestaat uit enerzijds uit een eindpracticum Excel en een presentatie mbt het onderwerp ict en de samenleving. Het derde schoolexamen valt in juni. Het bestaat uit een theoretische toets over het programmeren en een webpracticum programmeren in Java en Html. Leerjaar 5: In dit leerjaar doen we de programmeertaal SQl, Databases, een bedrijfsopzet , opbouw van het internet en het webpracticum, HTML, Java en PHP. De onderwerpen kun je bestuderen in de boeken Enigma, Instruct Access en uit het door de school samengestelde Webpracticum 2: Html, Java en PHP. Het vierde schoolexamen valt in oktober. Aan de hand van een theoretische toets wordt je kennis getoetst van het onderwerp SQL en databases. In een practicum laat je zien hoe het met je praktische kennis van databases en queries is gesteld. Het vijfde schoolexamen valt in december. Het bestaat uit een presentatie van het informatiebeheer van een zelf in te delen internetbedrijf. Het zesde schoolexamen valt in maart. Aan de hand van een theoretische toets wordt je kennis getoetst over het onderwerp netwerken en internet. In een webpracticum laat je zien hoe het gesteld is met je praktische kennis van de programmeertalen Html, Sql, Java en Php.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Het betreft de leerstof uit het boek Enigma H1, H2 en H3 en de door de school verstrekt materiaal over het practicum logica. Met behulp van de uitleg van de docent, door zelfstudie en door het practicum te doen maak jij je als student de leerstof eigen.
Leerstof:
In de weken voor het SE wordt er geoefend met het practicum1, Excel en is er tijd vrijgemaakt voor de presentatiepracticum2 op over het onderwerp ict en de samenleving Tijdsduur: eindpracticum Excel 2 blokken, presentatiepracticum volgens een schema-indeling. Practicum1: 50%; practicum2: 50%
Leerstof:
Het bestaat uit een theoretische toets over het programmeren en een webpracticum programmeren in Java en Html. Aan de hand van het boek Enigma H4 en verstrekte leerstofmateriaal maak jij je als student de leerstof eigen
2 blokken Cijfer Ja 1
101
SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
201
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 301
Cijfer Ja 1
Tijdsduur: theoretische toets: 1 blok; practicum: 2 blokken Herkansbaar: toets:ja ; practicum: nee Toets: 50%; practicum: 50%
8
Programma van toetsing en afsluiting SE4 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
401
Aan de hand van de behandelde leerstof in het boek Enigma H7 en aan de hand van het door de school verstrekt materiaal wordt je uitgelegd hoe de leerstof bestudeerd dient te worden. In het practicum doe je ervaring op met de toepassing van de leerstof. Aan de hand van een theoretische toets wordt je kennis getoetst van het onderwerp SQL en databases. In een practicum laat je zien hoe het met je praktische kennis van databases en queries is gesteld. Tijdsduur: Toets: 1 blok, practicum databases: 2 blokken Herkansbaar: toets:ja ; practicum: nee Toets: 50%; practicum: 50%
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
De praktische opdracht bestaat uit een presentatiepracticum van het informatiebeheer van een zelf in te delen internetbedrijf.
Leerstof:
Aan de hand van een theoretische toets wordt je kennis getoetst over het onderwerp netwerken en internet. In een webpracticum laat je zien hoe het gesteld is met je praktische kennis van de programmeertalen Html, Sql, Java en Php.
schema Cijfer Ja 1
501
SE6 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
Cijfer Ja 1
Tijdsduur: theoretische toets: 1 blok; practicum: 2 blokken Herkansbaar: toets: ja; practicum nee Toets: 50%; practicum: 50%
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Lichamelijke opvoeding Inleiding In de komende twee jaar LO krijgen de leerlingen weer een breed aanbod op sport en spelgebied. We gaan onze fysieke gesteldheid beoordelen aan de hand van een fittest. En iedereen krijgt meerdere rollen uit te voeren binnen de lessen, waarbij de leerlingen moet leren leiding geven (lesgevend/scheidsrechter/coach), organiseren en ontwikkelen. De praktijkonderdelen, die meestal in lessenseries worden aangeboden, worden met een cijfer beoordeeld. Hierbij wordt gelet op het prestatieniveau, de groei tijdens de lessenserie en de inzet en werkhouding daarbij. Praktijkonderdelen worden gedurende beide leerjaren onder lestijd afgerond. Aangezien we afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van de zalen volgens het rooster, wordt er per roosterperiode gekozen welk praktijkonderdeel kan worden afgesloten. Door aan alle lessen deel te nemen en voldoende inzet te tonen kan het vak bewegingsonderwijs in principe voldoende worden afgesloten. De volgende praktijkonderdelen zullen in deze twee jaar zeker aan bod komen: - Voetbal - Trampoline springen - Basketbal - Zwaaien - Softbal - Zelfverdediging/stoeispelen - Volleybal - Atletiek - Hockey - Fitness/ krachttraining Verder kunnen (afhankelijk van de docent(e)) een aantal andere thema’s aan bod komen. Dit zijn onder andere: - Tafeltennis - Flag football - Badminton - Bewegen op muziek - Frisbee - Acrobatiek Aanwezigheid en blessures Per jaar kan een leerling zonder problemen twee keer door ziekte afwezig zijn, mits dit door de ouders/verzorgers bij de dagelijkse leiding gemeld is. Vanaf de derde gemist les moeten er alternatieve opdrachten worden gemaakt. Als een leerling ongeoorloofd afwezig is zal de gemiste les moeten worden ingehaald door het maken van een alternatieve opdracht. Mochten er vaker lessen ongeoorloofd gemist worden dan worden de alternatieve opdrachten steeds zwaarder. Leerlingen kunnen twee keer paar jaar geblesseerd aan de kant zitten. Zij worden dan wel geacht de docent(e) te helpen bij het uitvoeren van de les. Als de leerling nog vaker geblesseerd is zullen ook hier alternatieve opdrachten gemaakt moeten worden. Deze kunnen tijdens en in de gymles uitgevoerd worden. Voor leerlingen met chronische blessures en een doktersverklaring kunnen aparte afspraken gemaakt worden. Hiervoor moet er contact plaatsvinden tussen de ouders en de docent(e) bewegingsonderwijs. Wanneer is aan het handelingsdeel bewegingsonderwijs voldaan? Om het handelingsdeel voor bewegingsonderwijs voldoende af te sluiten moet er aan de volgende twee criteria zijn voldaan: - De aanwezigheid moet voldoende zijn. - Het examendossier, zoals dat hieronder beschreven is, moet volledig zijn ingeleverd. Leerjaar 4: In dit leerjaar beginnen de leerlingen met een fittest en maken een lesvoorbereiding, bij te laat inleveren elke week een punt eraf bij lesgeven. De lesvoorbereiding moeten ze later in het schooljaar uitvoeren. De fittest komt aan het eind van het jaar terug. Verder moeten de leerlingen ook de praktijkonderdelen zoals hierboven vermeld afsluiten. Daarnaast moet elke leerling een examendossier aanleggen. Deze bestaat uit een snelhechter die door de leerling zelf wordt bewaard. De volgende onderdelen moeten in het examendossier zitten: - Fittest: Scoreformulier en verslag bespreking uitkomst - Lesgeven: lesvoorbereidingsformulier (incl. evaluatie) Leerjaar 5: De lessen LO worden slechts een half jaar, de eerste helft van het leerjaar, gegeven. Dit leerjaar staat vooral in het teken van ontwikkelen en organiseren. De leerlingen moeten een nieuw spel ontwikkelen en uitvoeren. Ze moeten daarnaast een onderling toernooi organiseren, gerelateerd aan een van de lessenseries. Het examendossier, gestart in de vierde klas, wordt verder aangevuld met: - Spel ontwikkelen: Spel omschrijving - Toernooi: Opzet, uitwerking, evaluatie en theoretisch.
Toetsen
8
Programma van toetsing en afsluiting SE1 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Fittest De fittest geeft een persoonlijk beeld op het gebied van kracht, conditie ( SRT ), lenigheid, snelheid bloeddruk en BMI. Uit deze cijfers kan de leerling zien op welk niveau hij/zij zit. Er zijn verschillende niveaus die Europees gehanteerd worden. Een leerling kan zien of hij boven gemiddeld, gemiddeld of onder gemiddeld scoort. Uit deze score komt een advies van de docent in overleg met de leerling. De scores uit fittest 1 worden vergeleken met de scores uit fittest 2. Niet het absolute resultaat, maar de vooruitgang is belangrijk
Leerstof:
sportactiviteit nader te bepalen sportactiviteiten
Leerstof:
In deze SE-periode worden twee praktisch opdrachten afgerond, het lesgeven en de sportactiviteit. Beide opdrachten zijn herkansbaar en tellen elk voor 50 % van het SE-cijfer mee.
2.5 lessen Voldaan/Niet voldaan Ja 0
111
SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 tot 3 blokken Cijfer Ja 1
201
SE3 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
zie leerstof Cijfer Ja 2
Lesgeven Leerlingen geven in tweetallen een deel van de les. Ze zorgen ervoor dat het materiaal wat ze nodig hebben aanwezig is. De docent scoort op de houding en uitstraling van de lesgever. Inhoudelijk moet het voldoen aan de eisen die op de lesvoorbereiding worden aangegeven. Bij het te laat inleveren van je lesvoorbereiding gaat er per week een punt af. Vanaf 1 dag is de eerste week. Tijdsduur: 20 min
301
Sportactiviteit Nader te bepalen sportactiviteiten Tijdsduur: 1 tot 3 lessen SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Fittest De fittest die we bij eerder in het jaar gehouden hebben, wordt herhaald. De scores uit fittest 1 worden vergeleken met de scores uit fittest 2. Uit deze vergelijking komt een vervolgadvies van de docent in overleg met de leerling. Niet het absolute resultaat, maar de vooruitgang is belangrijk.
Leerstof:
spel ontwikkelen In groepen van ongeveer 5 leerlingen wordt een spel bedacht dat nog niet bestaat. Deze opdracht wordt in drie lessen uitgevoerd. De leerlingen maken gebruik van het standaard format. Deze opdracht wordt digitaal ingeleverd. Elke groep krijgt daarnaast 1 les om het spel met de klas te presenteren
Leerstof:
sportactiviteit nader te bepalen sportactiviteiten
Leerstof:
toernooi organiseren Leerlingen moeten voor hun eigen klas een toernooi organiseren. Dit mag in groepjes. De docent geeft aan in welke onderdelen een theoretisch toernooi georganiseerd kan worden.
2.5 lessen Voldaan/Niet voldaan Ja 0
311
SE4 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
3 lessen Cijfer Nee 1
401
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 tot 3 lessen Cijfer Ja 1
501
SE5 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 les Voldaan/Niet voldaan Ja 0
511
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Natuur, leven en technologie Inleiding Het vak Natuur, Leven en Technologie is een nieuw vak op de bovenbouw HAVO/VWO. Op de OSB wordt het vak sinds 2007 op de OSB aangeboden aan de ng/nt leerlingen. NLT is een vak waarin verschillende bètavakken geïntegreerd worden gegeven. Het vak bestaat uit Modulen van een aantal weken rond een bepaald concept. De leerlingen leren eerst de basistheorie waarna de leerlingen in groepen een eigen project uitvoeren. Producten worden voor een groot deel tijdens de les gerealiseerd. Het is daarom van groot belang dat leerlingen zo min mogelijk lessen verzuimen. Doordat NLT nog een jong vak is, zijn er nog veel ontwikkelingen en nieuwe inzichten. De Modulen die nu in het PTA staan kunnen nog veranderen of aangevuld worden door actuele ontwikkelingen. De manier waarop de cijfers bepaald worden, wordt aan het begin van de Module aan de leerlingen verteld. Een Module kan langer duren door onvoorziene omstandigheden. De beoordeling van de Module wordt dan geheel of gedeeltelijk meegenomen naar de volgende Schoolexamenperiode. Over het algemeen wordt het cijfer bepaald door het portfolio (opdrachten tijdens de les) en de eindopdracht. De wijze waarop het cijfer wordt bepaald wordt aan het begin van de Module aan de leerlingen bekend gemaakt. Leerjaar 4: In de Module ’Het beste ei’ maken leerlingen kennis en oefenen de basisvaardigheden voor NLT, zoals onderzoek doen, technisch ontwerpen, presenteren, literatuur onderzoek en samenwerken. De Module forensisch onderzoek gaat in op problemen die je tegenkomt bij het verrichten van vinger-, haar- en bloedsporenonderzoek. Plus aandacht voor het DNA-profiel en betrouwbaarheid van deze methode. Bij de Module navigatie komt de geschiedenis van het navigeren aan bod tot en met de invoering van de GPS. Bij de Module Dynamisch modelleren leren de leerlingen een dynamisch computermodel te maken van een gegeven concept. Aan het eind van leerjaar 4 wordt een begin gemaakt aan het profielwerkstuk. Leerjaar 5: Aan het begin van het vijfde leerjaar zorgt het vak NLT voor ondersteuning bij de uitvoering van het profielwerkstuk. Bij het opzetten van het werkplan en het onderzoeksplan worden ondersteunende opdrachten uitgevoerd. Bij de Module Medische beeldvorming is er ondersteuning vanuit het AMC en krijgen de leerlingen een rondleiding op de afdeling radiologie. Als afsluiting is er de Module rond geluid. Deze Module gaat over geluid, geluiddragers, het gehoor etc. De Module wordt afgesloten met een eigen onderzoek. Herkansing Het vak NLT werkt projectmatig en is lesgebonden. Elke les is belangrijk voor het bepalen van het SE cijfer. Om deze reden is het niet mogelijk om een SE cijfer te herkansen. Aan het einde van leerjaar 5 krijgen de leerlingen een extra Module. Het laagste SE cijfer kan met het cijfer voor deze Module vervangen worden.
Toetsen SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Module het beste ei & Module Forensisch Onderzoek De modules worden in projectvorm aangeboden. Het portfolio en een aantal opdrachten worden beoordeeld met een cijfer.
Leerstof:
Module navigatie, Module Dynamisch modelleren, werkweekopdracht De modules worden in projectvorm aangeboden. Het portfolio en deelname aan de projecten worden beoordeeld met een cijfer.
Leerstof:
Module Medische beeldvorming & leren onderzoeken De modules worden in projectvorm aangeboden. Het portfolio en deelname aan de projecten worden beoordeeld met een cijfer.
Leerstof:
Module geluid De modules worden in projectvorm aangeboden. Het portfolio en deelname aan de projecten worden beoordeeld met een cijfer.
Cijfer Nee 1
201
SE3 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
301
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
501
SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
601
8
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Nederlandse taal en literatuur Inleiding Het vak Nederlands kent twee onderdelen: taalvaardigheid en literatuuronderwijs. Taalvaardigheid houdt in: lezen, schrijven, spreken en luisteren. We besteden ook aandacht aan: argumenteren, formuleren, spellen en documenteren. Voor deze vaardigheden gebruiken we de methode Nieuw Nederlands. Literatuuronderwijs bestaat uit een leesdossier en literatuurgeschiedenis. We werken met de methode Laagland. Daarnaast ontvangen leerlingen materiaal voor literatuurgeschiedenis en een boekenlijst. De boekenlijst is niet uitputtend, maar daarop staan in elk geval de boeken die gelezen mogen worden. De minimaal acht boeken die gelezen mogen worden moeten voldoen aan de landelijke eisen: de boeken moeten oorspronkelijk in het Nederlands geschreven zijn en de acht boeken zijn van verschillende schrijvers. Leerjaar 4: In leerjaar 4 wordt uit de methodes Nieuw Nederlands en Laagland gewerkt. Tijdens het eerste SE worden spelling en formulering getoetst. Voor leesvaardigheid werken we aan leesstrategieën, schrijfdoelen, tekstsoorten herkennen, tekstopbouw en het beoordelen van teksten. Dit is onderdeel van het CE, waar we ook in de vierde klas aandacht aan besteden. Voor de vaardigheid schrijven oefenen we vooral de voorbereiding en het schrijven van een informatieve tekst (een uiteenzetting). Voor SE 2 wordt een documentatiemap gemaakt. Er wordt geleerd welke informatiebronnen er zijn, hoe omgegaan kan worden met internet en op welke wijze informatie verwerkt kan worden. Het tweede onderdeel van SE2 is het schrijven van een informatieve tekst. Hierbij wordt ook beoordeeld op spelling en formuleren. De documentatiemap en de informatieve tekst worden beoordeeld met een cijfer. Het gemiddelde vormt het SE-cijfer. Voor literatuur moet in het 4e jaar vier boeken worden gelezen van de lijst. Voor de verwerking van de gelezen boeken worden opdrachten gemaakt die door de docent worden verstrekt. De opdrachten worden tijdens de les gemaakt. De verwerkingsopdrachten bestaan onder meer uit het maken van literaire analyses. Literatuurgeschiedenis bestaat in het vierde jaar uit Nederlandse literatuurgeschiedenis tot 1880. Het gaat hierbij om achtergrondkennis en we lezen literatuur uit verschillende periodes. De kennis over de Nederlandse literatuurgeschiedenis wordt getoetst met opdrachten en toetsen. Leerjaar 5: In leerjaar 5 wordt ook uit de methodes Nieuw Nederlands en Laagland gewerkt. Voor schrijven werken we vooral aan het voorbereiden en het schrijven van opiniërende en overtuigende teksten. Ook in leerjaar 5 wordt een documentatiemap gemaakt. De documentatiemap moet gaan over een actueel onderwerp en wordt beoordeeld met een SEcijfer. Deze map is de basis voor een schrijfopdracht, ook voor een SE-cijfer. Het gemiddelde cijfer vormt het SE-cijfer. Voor het onderdeel literatuur lezen leerlingen in het 5e jaar vier boeken van de literatuurlijst. Voor de verwerking van de gelezen boeken worden opdrachten gemaakt die door de docent worden verstrekt. De opdrachten worden tijdens de les gemaakt. Aan het eind van het vijfde jaar wordt het leesdossier afgesloten met een balansverslag waarin de leerling beschrijft wat hij heeft geleerd van het lezen van de acht boeken. Hier spelen de gemaakte opdrachten een belangrijke rol. Het balansverslag wordt beoordeeld op literaire ontwikkeling. Literatuurgeschiedenis bestaat in het vijfde jaar uit literatuur na 1880. De kennis over de Nederlandse literatuurgeschiedenis wordt getoetst met opdrachten en toetsen. Het Centraal Schriftelijk examen bestaat uit tekstbegrip en een samenvatting maken. Het examen bereiden we onder meer voor met de examenbundel.
Schoolexamens De schoolexamens worden voor het HAVO in zes periodes afgenomen. Havo 4 De eerste periode: spelling en formuleren Tweede periode: schrijfvaardigheid en documenteren (documentatiemap en informatieve tekst) Derde periode: literatuurgeschiedenis tot 1880 en het lezen van vier boeken. Havo 5 Vierde periode: schrijfvaardigheid en documenteren (documentatiemap en schrijven van een opiniërende óf overtuigende tekst) Vijfde periode: spreekvaardigheid (debatteren) Zesde periode: literatuurgeschiedenis vanaf 1880 en het lezen van vier boeken, afsluiting leesdossier met een balansverslag.
Herkansing Toetsen Niet alle toetsen kunnen herkanst worden. In de inleiding van dit PTA staat de algemene regel hiervoor, maar er zijn toetsen die niet herkansbaar zijn. Dat staat dan in het overzicht hierna aangegeven. Handelingsdelen Deze moeten met een voldoende afgesloten worden. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, kan er verbeterd worden. Handelingsdelen zijn aan een tijdlimiet gebonden. De inlevertermijn staat in het overzicht aangegeven. Indien een handelingsdeel niet op tijd is afgerond, krijgt de kandidaat geen toegang tot het examen!
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
spelling en formuleren De Nederlandse regels ten aanzien van spelling en formuleren.
60 minuten Cijfer Ja 1
101
8
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Praktische opdracht documentatiemap maken De leerlingen kiezen uit verschillende onderwerpen en maken een documentatiemap met daarin documentatievragen en een aantal van te voren opgegeven vereiste bronnen. (cursus documenteren en onderzoeken uit: Nieuw Nederlands) Minimale tijdsbesteding 30 uur.
201
Herkansbaar: nee Weegfactor: 50% Schrijfvaardigheid De leerlingen schrijven een informatieve tekst met de bronnen uit de eigen documentatiemap. Tevens wordt hier spelling en formuleren getoetst. (spelling, formuleren en schrijven uit: Nieuw Nederlands)
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 60 minuten Cijfer Ja 0
Tijdsduur: 180 minuten Herkansbaar: ja Weegfactor: 50% literatuurgeschiedenis De door de docent verstrekte informatie over de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Voor literatuurgeschiedenis moeten de verstrekte opdrachten en de toetsen voldoende zijn. Herkansbaar in de slotweek.
301
SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
boekopdrachten De leerlingen maken een leesbiografie en opdrachten over de vier gelezen boeken voor hun leesdossier, gedurende het hele jaar. Voor literatuurgeschiedenis moeten de verstrekte opdrachten en de toetsen voldoende zijn.
Leerstof:
Dit SE bestaat uit twee onderdelen, en praktische opdracht en een toets. Ieder onderdeel telt voor 50% van het Se-cijfer mee. De praktische opdracht is niet herkansbaar, de toets wel.
gehele jaar Voldaan/Niet voldaan Ja 0
311
SE4 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
zie leerstof Cijfer Ja 2
Praktische opdracht: Documentatiemap De leerlingen kiezen een actueel onderwerp en maken een documentatiemap met daarin documentatievragen en een aantal van te voren opgegeven vereiste bronnen. (cursus documenteren en onderzoeken uit: Nieuw Nederlands) Tijdsduur: Minimale tijdsbesteding 20 uur. Herkansbaar: nee
401
Toets: Schrijfvaardigheid De leerlingen schrijven een opiniërende of overtuigende tekst met de bronnen uit de eigen documentatiemap. Tevens wordt hier spelling en formuleren beoordeeld. (argumenteren, spelling, formuleren en schrijven uit: Nieuw Nederlands) Tijdsduur: 180 minuten Herkansbaar: ja SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
spreek- en luistervaardigheid De leerlingen bereiden een debat voor aan de hand van een stelling.
1 lesuur Cijfer Nee 2
501
9
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
balansverslag leesdossier De leerlingen schrijven een balansverslag over de gelezen literatuur in de afgelopen twee jaar.
Leerstof:
boekopdrachten De leerlingen maken opdrachten over de vier gelezen boeken voor hun leesdossier, gedurende het hele jaar. Voor literatuurgeschiedenis moeten de verstrekte opdrachten en de toetsen voldoende zijn.
minstens 6 uur Cijfer Nee 1
601
SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
gehele jaar Voldaan/Niet voldaan Ja 0
611
10
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Engelse taal en literatuur Inleiding Leerjaar 4 In het vierde leerjaar gebruiken we het magazine WASP-Reporter, aangevuld met eigen materiaal om de vier vaardigheden te oefenen: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Daarnaast wordt de woordenschat vergroot met behulp van Examenidioom Engels havo. In klas 4 worden 10 hoofdstukken geleerd en getoetst. Literatuur komt in allerlei vormen aan bod. Er wordt gezamenlijk een boek gelezen en geanalyseerd. Daarnaast lezen de leerlingen 3 Engelse boeken zelfstandig, waar een verslag van geschreven wordt. Deze moeten OP TIJD ingeleverd zijn en goedgekeurd door de docent. Dit geldt als handelingsdeel. De grammatica uit de voorgaande jaren wordt herhaald en uitgebreid, in elk geval de werkwoordstijden, onregelmatige werkwoorden, woordvolgorde, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. In dit schooljaar hebben de leerlingen drie SE’s en 1 PO. SE 1 bestaat uit leesvaardigheid; SE 2 uit leesvaardigheid aangevuld met grammatica en idioom; voor SE 3 doen de leerlingen een PO waarin de gelezen literatuur gepresenteerd wordt. Tijdens de SE week doen ze een leesvaardigheidstoets. Het gemiddelde van de idioomtoetsen is ook onderdeel van het cijfer. Deze zijn vóór de schoolexamens afgenomen. Leerjaar 5 In het vijfde leerjaar vindt verdieping plaats van het geleerde uit klas 4. We gebruiken weer WaspReporter, het idioomboek, en eigen materiaal, aangevuld met de examenbundel. Het eerste SE bestaat uit leesvaardigheid en het gemiddelde van de idioomtoetsen. Het tweede SE bestaat uit kijk/luistervaardigheid. Het laatste SE bestaat uit schrijfvaardigheid, waarin de leerlingen een essay schrijven op basis van hun gelezen boeken, plus leesvaardigheid (een variatie aan teksten met verschillende vraagvormen, zoals in het CSE). Hier telt het gemiddelde van de idioomtoetsen ook weer voor 10% mee. In totaal worden dit jaar 3 boeken (zelfstandig en gezamenlijk) gelezen, die ook weer verwerkt moeten worden als handelingsdeel. Herkansingen De onderdelen lezen, schrijven, kijken/luisteren zijn herkansbaar. Spreek- en gespreksvaardigheid en idioomtoetsen zijn NIET herkansbaar. Handelingsdeel; Drie boekverslagen per leerjaar moeten met een voldoende worden afgesloten en dienen voor de deadline ingeleverd te zijn. Dit bepaalt de docent in overleg met de klas. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, moet het verbeterd worden. Als een handelingsdeel niet op tijd met een voldoende is afgerond krijgt de kandidaat geen toegang tot het (school-) examen!
Toetsen SE1 Leesvaardigheid Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
leesvaardigheid Aan de hand van teksten zoals in WaspReporter (gebruik van een woordenboek is bij dit SE NIET toegestaan)
Leerstof:
leesvaardigheid Teksten met een variatie aan vragen. Gebruik van een woordenboek is (gedeeltelijk) toegestaan. (70%)
2 uur Cijfer Ja 1
101
SE2 Leesvaardigheid Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
Voorafgaand aan het SE - in de lessen (Niet herkansbaar) 1. Schrijfvaardigheid - de behandelde grammaticale onderwerpen worden getoetst in de praktijk van het schrijven van een briefje, rapportje, verslagje, etc. (20%) 2. Het gemiddelde van de gemaakte idioomtoetsen (afgenomen tussen september en december)(niet hekansbaar) (10%)
201
SE3 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 301
Cijfer Ja 1
Leerstof:
Vóór het SE houden de leerlingen een presentatie in groepjes over een onderwerp dat te maken heeft met het thema van de literatuurlessen. (PO = 70%) Elke leerling moet 7 tot 10 minuten praten en vragen uit de klas beantwoorden. De leerling wordt individueel beoordeeld en krijgt een cijfer op grond van een beoordelingsformulier. Niet herkansbaar Het gemiddelde van de gemaakte idioomtoetsen (afgenomen tussen januari en mei) (10%) Niet herkansbaar Tijdens het SE: 1.. Leesvaardigheid, teksten met een variatie aan vragen. Gebruik van een woordenboek is toegestaan. (20%) Wel herkansbaar
8
Programma van toetsing en afsluiting SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Drie boekverslagen moeten met een voldoende worden afgesloten en dienen voor de deadline ingeleverd te zijn. Dit bepaalt de docent in overleg met de klas. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, moet het verbeterd worden. Als een handelingsdeel niet op tijd met een voldoende is afgerond krijgt de kandidaat geen toegang tot het (school-) examen!
Leerstof:
leesvaardigheid teksten met een variatie aan vragen. Gebruik van een woordenboek is toegestaan.
Leerstof:
kijk- en luistervaardigheid
Leerstof:
Voorafgaand aan het SE: PO schrijfvaardigheid n.a.v. gelezen literatuur (45%) Dit PO wordt in de lessen afgenomen. Tijdsduur: 2 uur Wel herkansbaar
Voldaan/Niet voldaan Ja 0
311
SE4 Leesvaardigheid Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
401
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
501
SE6 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Ja 2
Tijdens het SE: Toets leesvaardigheid, teksten met een variatie aan vragen. Gebruik van een woordenboek is toegestaan (45%) Tijdsduur: 2 uur Wel herkansbaar
601
Gemiddelde van de idioomtoetsen (10%) Niet herkansbaar SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Drie boekverslagen moeten met een voldoende worden afgesloten en dienen voor de deadline ingeleverd te zijn. Dit bepaalt de docent in overleg met de klas. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, moet het verbeterd worden. Als een handelingsdeel niet op tijd met een voldoendeis afgerond krijgt de kandidaat geen toegang tot het (school-) examen!
611
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Franse taal en literatuur Inleiding Leerjaar 4: In het vierde leerjaar werken de leerlingen met de methode Libre Service voor 4 Havo. Daarnaast wordt gewerkt met materiaal dat docenten zelf hebben samengesteld. Zij putten hierbij uit artikelen uit de Franse media, zoals kranten of tv-programma’s. Het eerste SchoolExamen (SE) valt in november. Hierin wordt getoetst hoe goed de idioomkennis is, die vanuit de methode en middels aanvullende woordenlijsten is aangeleerd. Ook wordt algemene kennis van het Frans getest aan de hand van de tot dan toe behandelde stof. Dit SE omvat tevens een aantal teksten met vragen. Het tweede SchoolExamen is medio januari. Dit examen omvat een toets gebaseerd op de stof van de tot dan toe behandelde onderwerpen, een deel van deze toets bestaat uit een toetsing van de kennis op het gebied van idioom en wordt aangevuld met een aantal teksten met vragen. Het derde SchoolExamen valt in juni en betreft een Praktische Opdracht. Leerjaar 5: In het vijfde leerjaar werken de leerlingen met de methode Libre Service voor 5 Havo. Daarnaast wordt gewerkt met materiaal dat docenten zelf hebben samengesteld. Zij putten hierbij uit artikelen uit Franse media, zoals kranten of tv-programma’s. Het vierde Schoolexamen valt in november. Dit examen omvat een toets gebaseerd op de stof van de tot dan toe behandelde onderwerpen, een deel van deze toets bestaat uit een toetsing van de kennis op het gebied van idioom en wordt aangevuld met een aantal teksten met vragen. Ook zal de luister- en kijkvaardigheid worden getoetst. Het vijfde Schoolexamen is medio januari en betreft een Praktische Opdracht. Het zesde en laatste Schoolexamen valt in maart en omvat een toets op het gebied van de leesvaardigheid met inbegrip van specifiek examenidioom.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 120 minuten Cijfer Ja 1
Leesvaardigheid: leerlingen dienen een aantal Franse teksten te lezen en de bijbehorende vragen te beantwoorden.
101
SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Idioomkennis en leesvaardigheid Idioomkennis: De leerlingen dienen de woorden- en basiszinnen die in de woordenlijsten in de methode en in de apart uitgereikte lijsten zijn opgenomen correct kunnen vertalen Frans-Nederlands en Nederlands-Frans en daarbij de correcte spelling te gebruiken.
Leerstof: 120 minuten Cijfer Ja 1
201
Idioomkennis, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid Idioomkennis: leerlingen dienen de woorden- en basiszinnen die in de woordenlijsten in de methode en in de apart uitgereikte lijsten zijn opgenomen correct kunnen vertalen Frans-Nederlands en Nederlands-Frans en daarbij de correcte spelling gebruiken. Als extra onderdeel worden de resultaten van alle SO’s (schriftelijke overhoringen) idioom die zij in dit schooljaar gemaakt hebben, gedeeltelijk meegeteld in het eindcijfer van dit SE. Schrijfvaardigheid: leerlingen dienen eenvoudige zinnen in correct geschreven Frans te kunnen schrijven. Leesvaardigheid: leerlingen dienen een aantal Franse teksten te lezen en de bijbehorende vragen te beantwoorden.
SE3 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Het PO bestaat uit schrijf- en spreekvaardigheid.
minstens 10 uur Cijfer Nee 1
301
8
Programma van toetsing en afsluiting SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Idioomkennis, leesvaardigheid en luistervaardigheid Idioomkennis: leerlingen dienen de woorden- en basiszinnen die in de woordenlijsten in de methode en in de apart uitgereikte lijsten zijn opgenomen correct kunnen vertalen Frans-Nederlands en Nederlands-Frans en daarbij de correcte spelling gebruiken. Leesvaardigheid: leerlingen dienen een aantal Franse teksten te lezen en de bijbehorende vragen te beantwoorden.
401
Luistervaardigheid: leerlingen dienen een aantal vragen te beantwoorden aan de hand van Franstalige luister- en/of videofragmenten. Tijdsduur: 120 minuten, luistervaardigheid: max. 60 minuten SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
de leerlingen mogen uit verschillende opdrachten kiezen. Opdrachten zijn gebaseerd op onderwerpen uit de Franse literatuur en/of actualiteit.
Leerstof:
Idioomkennis en leesvaardigheid leerlingen dienen de woorden- en basiszinnen die in de woordenlijsten in de methode en in de apart uitgereikte lijsten zijn opgenomen correct kunnen vertalen Frans-Nederlands en Nederlands-Frans en daarbij de correcte spelling gebruiken. Ook zal specifiek examenidioom worden getoetst. Als extra onderdeel worden de resultaten van alle SO’s idioom (schriftelijke overhoringen) die zij in dit schooljaar gemaakt hebben, gedeeltelijk meegeteld in het eindcijfer van dit SE.
minstens 10 uur Cijfer Nee 1
501
SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
120 minuten Cijfer Ja 1
Leesvaardigheid: leerlingen dienen een aantal Franse teksten op eindexamenniveau te lezen en de bijbehorende vragen te beantwoorden.
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Geschiedenis Inleiding In de twee jaren van de bovenbouw HAVO wordt ‘ de gehele geschiedenis ‘ behandeld vanaf de prehistorie tot eergisteren. Daarvoor maken wij gebruik van de methode ‘ Feniks ‘. Daarnaast worden er twee onderwerpen bestudeerd voor het Centraal Examen. Leerjaar 4: In de vierde klas worden de eerste hoofdstukken van het boek behandeld. Het boek kent een inleidend hoofdstuk over de aard van het vak geschiedenis en enkele problemen die je als historicus tegenkomt bij het bestuderen van het verleden; ook gaat het erover hoe je als historicus met deze problemen omgaat. Daarna komt de geschiedenis aan bod in chronologische volgorde. Dit jaar bestuderen wij het verleden tot en met de Renaissance. Toetsen gebeurt via het schriftelijk toetsen van kennis, inzicht en historische en algemene vaardigheden. Tevens geschiedt dit door het maken van een schrijfopdracht( een Praktische Opdracht ). Bij dit alles is een belangrijke rol weggelegd voor het bestuderen van bronnen, het zelf zoeken van bronnen en het zelf formuleren. Leerjaar 5: In de vijfde klas gaat alles op dezelfde manier door als in de vierde. In dit leerjaar wordt dus de geschiedenis ‘ afgemaakt ‘ tot en met de twintigste eeuw. Daarnaast worden er twee onderwerpen voor het Centraal Examen behandeld. Zoals het zich laat aanzien zijn dat de Geschiedenis van de Republiek der Nederlanden en De Koude Oorlog en de dekolonisatie aan de hand van het voorbeeld Vietnam. Exacte informatie is pas najaar 2010 bekend. Zie daarvoor www.examenblad.nl. Eventuele wijzigingen worden bijtijds aan leerlingen en ouders bekend gemaakt. Toetsen vindt plaats op dezelfde manier als in de vierde klas, alleen is er een ander soort Praktische Opdracht, namelijk een serie interviews waaraan een conclusie verbonden moet worden.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
inleidend hoofdstuk + van vuistbijl tot sikkel
Leerstof:
schrijfopdracht echt klassiek + van Mohammed tot Karel de Grote
Leerstof:
keizer, pausen, burgers + een nieuwe wereld
Leerstof:
bepoederde pruiken, bruisende ideeën + op stoom
Leerstof:
interviews giftige gassen, ploffende bommen + vrijheidsdromen, mijnenvelden
90 minuten Cijfer Ja 1
101
SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
201
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
90 minuten Cijfer Ja 1
301
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
90 minuten Cijfer Ja 1
401
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
501
8
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
CE onderwerp
90 minuten Cijfer Ja 1
601
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Scheikunde Inleiding Bij Scheikunde werken we met de methode Chemie Overal SK havo. De leerstof die behandeld wordt komt overeen met de examenstof, zoals deze is weergegeven in de Syllabus Centraal Examen van het CEVO (zie www.examenblad.nl). Het schoolexamen Scheikunde bestaat uit vier toetsen en drie praktische opdrachten. Voorafgaand aan de SE-toetsen wordt per behandeld onderwerp een voortgangstoets afgenomen. Voor elk onderwerp krijgen de leerlingen een studiewijzer en voor elke schoolexamentoets en het centraal examen een gedetailleerd overzicht van de leerstof. Leerjaar 4: In het vierde leerjaar wordt gewerkt met deel 1 van de methode en met materiaal dat de docenten zelf hebben samengesteld. We beginnen met een korte herhaling van de leerstof uit de 3e klas. Daarna volgen de onderwerpen “Atoombouw”, “Periodiek Systeem”, “Moleculaire stoffen” en “Zouten” (hoofdstuk 1, 2 en 4 uit het boek). Deze onderwerpen en de leerstof uit de 3e klas maken deel uit van de schoolexamentoets in SEweek B. Daarna werken we aan de onderwerpen “Rekenen in de Chemie”, “Water en zeep”, “Reactiesnelheid” en “Evenwichten” (hoofdstuk 2 t/m 5 uit het boek en stencils). Deze onderwerpen maken deel uit van de schoolexamentoets in SE-week D. Na SE-week D beginnen we met het onderwerp “Zuren en basen” (hoofdstuk 6 uit het boek). Dit onderwerp maakt deel uit van de schoolexamentoets in SE-week A in het vijfde leerjaar. Voorafgaand aan de schoolexamentoetsen worden voortgangstoetsen gemaakt, die meetellen met het resultaat van de schoolexamentoetsen. In november (na SE-week A) werken we aan de praktische opdracht “Zouten” en in maart/april (tussen de voorjaarsvakantie en de meivakantie) werken we aan de praktische opdracht “Water en zeep”. Het werk aan de praktische opdrachten vindt plaats op school, tenzij anders is aangegeven. Leerjaar 5: In het vijfde leerjaar wordt gewerkt met deel 1 en deel 2 van de methode en met materiaal dat de docenten zelf hebben samengesteld. We beginnen met de afronding van het onderwerp “Zuren en basen” (hoofdstuk 6 uit deel 1). Daarna volgt het onderwerp “Redoxreacties” (hoofdstuk 7 uit deel 2). Deze onderwerpen maken deel uit van de schoolexamentoets in SE-week A. Daarna werken we aan de onderwerpen “Organische Chemie”, “Polymeren”, “Biochemie”, “Voedingsstoffen”, “Elektrochemie” en “Chemische industrie” (werkblad Organische Chemie en hoofdstuk 7, 8, 9 en 10 uit deel 2). Deze onderwerpen maken deel uit van de schoolexamentoets in SE-week C1. In november (na SE-week A) werken we aan de praktische opdracht “Kwantitatieve analyse”. Het werk aan de praktische opdracht vindt plaats op school, tenzij anders is aangegeven. Voorafgaand aan de schoolexamentoetsen worden voortgangstoetsen gemaakt. Deze tellen echter niet meer mee met het resultaat van de schoolexamentoetsen. Na SE-week C1 werken we aan de voorbereiding van het Centraal Examen. Schoolexamens De Schoolexamens worden voor het HAVO in zes periodes afgenomen. Eerste periode: geen afgeronde schoolexamenonderdelen. Tweede periode: Praktische opdracht over zouten en toets over de leerstof uit de 3e klas, atoombouw, periodiek systeem, moleculaire stoffen en zouten. Derde periode: Praktische opdracht over water en zeep en toets over rekenen in de chemie, water en zeep, reactiesnelheid en evenwichten. Vierde periode: Toets over zuren en basen, redoxreacties en elektrochemie Vijfde periode: Praktische opdracht over kwantitatieve analyse. Zesde periode: Toets over organische chemie, polymeren, biochemie, voedingsstoffen en industrie. Herkansing ToetsenNiet alle toetsen kunnen herkanst worden. In de inleiding van dit PTA staat de algemene regel hiervoor, maar er zijn toetsen die niet herkansbaar zijn. Dat staat dan in het overzicht hierna aangegeven. Handelingsdelen Deze moeten met een voldoende afgesloten worden. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, kan er verbeterd worden. Handelingsdelen zijn aan een tijdlimiet gebonden. De inlevertermijn staat in het overzicht aangegeven. Indien een handelingsdeel niet op tijd is afgerond, krijgt de kandidaat geen toegang tot het examen!
Toetsen
8
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 2
Praktische opdracht Zouten. In een praktikumproef van 2 lessen worden vijf zouten geïdentificeerd met behulp van o.a. zoutoplossingen en neerslagreacties. In een vervolgles wordt deze identificatie uitgewerkt in een verslag. De praktische opdracht vindt plaats in de lesperiode voor SE-week B.
201
Tijdsduur: 4 uur (2 uur praktikum, 1 uur voorbereiding (thuis) en 1 uur verslag schrijven) Wijze van beoordeling: cijfer Herkansbaar: Nee Gewicht: Dit onderdeel maakt 50% uit van het cijfer van SE2 Schriftelijke toets Leerstof 3e klas, atoombouw, periodiek systeem, moleculaire stoffen en zouten. Het gemiddelde resultaat van de bij deze schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 25 % in het toetscijfer mee. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. Tijdsduur: 2 uur Wijze van beoordeling: cijfer Herkansbaar: Ja (met uitzondering van de voortgangstoetsen) Gewicht: Dit onderdeel maakt 50% uit van het cijfer van SE2 SE3 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 2
301
Praktische opdracht Water en zeep. In zes lessen worden acht praktikumproeven gedaan waarin eigenschappen van water en zeep worden onderzocht. Tijdens de proeven wordt een labjournaal bijgehouden, dat gebruikt mag worden bij het maken van een open praktikumtoets. Van twee proeven wordt een verslag gemaakt: van de bepaling van het kristalwatergehalte in een zout en van de bepaling van de hardheid van mineraalwater. De praktische opdracht vindt plaats in de lesperiode voor SE-week D (in maart/april). Tijdsduur: 10 uur (6 uur praktikum, 3 uur verslagschrijven (thuis) en 1 uur open praktikumtoets) Wijze van beoordeling: cijfer Herkansbaar: Nee Gewicht: Dit onderdeel maakt 50% uit van het cijfer van SE3 Schriftelijke toets Rekenen in de chemie, water en zeep, reactiesnelheid en evenwichten. Het gemiddelde resultaat van de bij deze schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 25 % in het toetscijfer mee. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. Tijdsduur: 2 uur Wijze van beoordeling: cijfer Herkansbaar: Ja (met uitzondering van de voortgangstoetsen) Gewicht: Dit onderdeel maakt 50% uit van het cijfer van SE3
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Zuren en basen en redoxreacties
Leerstof:
Kwantitatieve analyse In twee praktikumproeven van elk 1 à 2 lessen worden twee kwantitatieve bepalingen gedaan van concentraties of gehaltes in oplossingen, mengsels of zuivere stoffen. Beide bepalingen worden uitgewerkt in een meetrapport, één thuis en één in de les. De praktische opdracht vindt plaats in de lesperiode voor SE-week B. Tijdsduur: 7 uur (4 uur praktikum, 1½ uur voor de uitwerking van het eerste meetrapport (thuis) en 1½ uur voor de uitwerking van het tweede meetrapport)
2 uur Cijfer Ja 1
401
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 501
Cijfer Nee 1
9
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 uur Cijfer Ja 1
Organische chemie, polymeren, biochemie, voedingsstoffen, elektrochemie en industrie
601
10
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Biologie Inleiding Biologie is een breed vakgebied en heeft raakvlakken met veel beroepen. Ook in het dagelijks leven is een basiskennis van biologie nuttig. Er komen veel onderwerpen aan bod. Het is dan ook belangrijk dat leerlingen zich aan de door de docent gemaakte planning houden. Wij gebruiken de methode Biologie Actief. Deze methode heeft een informatieboek met de benodigde kennis en een activiteitenboek met verwerkingsopdrachten. Het is belangrijk dat de opdrachten in het Activiteitenboek serieus gemaakt worden als voorbereiding op de SE’s en het CE. Leerjaar 4: In leerjaar 4 komt er een breed scala aan onderwerpen aan bod. Dit leerjaar is vooral gericht op de natuur en de voortplanting. Tijdens dit schooljaar worden er 3 practica uitgevoerd en zijn er 2 theoretische toetsen. Leerjaar 5: Leerjaar 5 staat in het teken van de mens en de ecologie. Leerlingen leren de anatomie van het lichaam en welke functie de organen hebben. Ook leren de leerlingen op welke manieren deze processen op elkaar zijn afgestemd (Homeostase). Tijdens dit schooljaar wordt er 1 practicum uitgevoerd en zijn er 2 theoretische toetsen.
Toetsen SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
hoofdstuk 1 t/m 6 Biologie actief havo 1 Biologie een levende wetenschap, Structuur in de natuur, Ordenen, Klein/kleiner/kleinst, Levenscyclus van de cellen, Erfelijkheid. Hoofdstukken die niet zijn afgerond voor het SE schuiven door naar SE3. De leerlingen krijgen een toets met open en meerkeuze vragen. Het gemiddelde resultaat van de bij de schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 20% mee in het cijfer. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. De voortgangstoetsen zijn een belangrijke voorbereiding op het SE.
Leerstof:
Praktische opdracht hoofdstuk 4 en 10.1 t/m 10.5 De leerlingen maken een preparaat en bekijken deze door de microscoop. Er worden een paar ‘biologische’ tekeningen gemaakt. Bij het practicum worden een aantal theoretische vragen beantwoord. Het practicum wordt in de eerste helft van het leerjaar uitgevoerd. Tijdsduur: 1 uur Herkansbaar: nee Weegfactor toets: 20%
90 minuten Cijfer Ja 1
201
SE3 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
zie leerstof Cijfer Ja 2
301
Toets Hoofdstuk 8 t/m 11 Biologie actief havo 1 & hoofdstuk 13 Biologie actief havo 2 Levenscyclus van de mens 2, Energie om te leven, Transport in planten, Leven van de zon, Gedrag. De leerlingen krijgen een toets met open en meerkeuze vragen. Het gemiddelde resultaat van de bij de schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 20% mee in het cijfer. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. De voortgangstoetsen zijn een belangrijke voorbereiding op het SE. Tijdsduur: ± 1,5 uur Herkansbaar: ja Weegfactor toets: 80% SE4 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: zie leerstof Cijfer Nee 1
Hoofdstuk 13 Biologie Actief havo 2 De leerlingen doen een gedragsonderzoek bij een dier in Artis. De leerlingen maken van dit onderzoek een verslag. Het onderzoek wordt in het voorjaar van de vierde klas uitgevoerd. Het verslag moet voor de stageweek worden ingeleverd. Tijdsduur: ±2 uur in Artis (excl. verslag schrijven)
401
8
Programma van toetsing en afsluiting SE5 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 2
501
Praktische opdracht Hoofdstuk 3 & 4 Biologie actief havo 2 Tijdens de eerste les voeren de leerlingen een experimenteel onderzoek uit. In de tweede les schrijven de leerlingen een onderzoeksverslag. Tijdsduur: 2 uur Herkansbaar: nee Weegfactor praktische opdracht: 50% Toets Hoofdstuk 1 t/m 8 Biologie actief havo deel 2 Stofwisseling, Ademhaling, Voeding, Spijsvertering, Transport, Lever & nieren, Zintuigen en zenuwweefsel, Bouw en werking van het zenuwstelsel. Hoofdstukken die niet zijn afgerond voor het SE schuiven door SE 6. Toets met open en gesloten vragen. Het gemiddelde resultaat van de bij de schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 20% mee in het cijfer. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. De voortgangstoetsen zijn een belangrijke voorbereiding op het SE. Tijdsduur: 1,5 uur Herkansbaar: ja Weegfactor toets: 50%
SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
Leerstof: 90 minuten Cijfer Ja 1
Hoofdstuk 9 t/m 12, 14 en 15 Biologie actief havo deel 2 Hormonen, Spieren, Bescherming van het interne milieu, immuniteit, Populatiebiologie, Verandering in het ecosysteem. Toets met open en gesloten vragen. Het gemiddelde resultaat van de bij de schoolexamentoets behorende voortgangstoetsen telt voor 20% mee in het cijfer. De voortgangstoetsen zijn niet herkansbaar. De voortgangstoetsen zijn een belangrijke voorbereiding op het SE.
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Economie Inleiding Nieuw eindexamen programma Uitgangspunt voor het vernieuwde vak is "dat het leerlingen meer moet voorbereiden op hun rol in het maatschappelijke verkeer. Dit betekent dat zij met behulp van de belangrijkste economische beginselen (ook wel concepten genoemd) de economische verschijnselen in de maatschappij leren begrijpen, verschijnselen waar zij als persoon in verschillende rollen binnen huishouden, bedrijf of overheidsinstelling mee te maken kunnen krijgen en waarbinnen zij beslissingen moeten nemen". Deze economische concepten zijn: 1 Schaarste 2 Ruil 3 Markt 4 Ruilen over de tijd 5 Samenwerken en onderhandelen 6 Risico en informatie 7 Welvaart en groei 8 Goede tijden en slechte tijden We gebruiken we de methode Economie moet je doen. Daarnaast wordt gewerkt met materiaal uit de actualiteit (kranten, eventueel tv-programma’s) en zelf te maken aantekeningen bij de lessen. Doel is het leren van een aantal centrale economische begrippen en hun toepassing op verschillende gebieden. Leerjaar 4: In het vierde leerjaar starten we met de eerste twee hoofdstukken (schaarste en ruil). Vervolgens behandelen we een aantal centrale begrippen van een nationale economie: het nationaal product en inkomen, en hoe dit inkomen wordt verdeeld. Dit wordt schriftelijk getoetst in het eerste Schoolexamen (begin november). In de tweede periode gaan we in op de werking van verschillende marktvormen en hoe in de markt kan worden ingegrepen. Het tweede Schoolexamen over deze stof (globaal hoofdstukken 3 en 4) valt half januari. Het derde Schoolexamen valt begin juni. De arbeidsmarkt komt aan de orde en de inkomensvorming in verschillende perioden van een mensenleven. Daarnaast risico en informatie ( onder andere verschillende vormen van verzekeren). Mogelijk wordt de stof mede getoetst via een praktische opdracht (die dan voor 40% van het SE-cijfer mee telt). Leerjaar 5: Het vierde Schoolexamen valt weer omstreeks oktober/november. De stof gaat over economische groei, oorzaken en beperkingen. Waarom verloopt ze altijd in golven (conjunctuur) en wat kan de overheid hieraan doen ? Het vijfde Schoolexamen is in januari. Het zal gaan over de internationale context. De invloed van handel en kapitaalstromen op de wisselkoers en andersom. De rol van de rente en (wederom) van de politiek hierbij. Het laatste, zesde, Schoolexamen vindt in maart plaats. Deze periode staat in teken van de examenvoorbereiding. Er wordt een begin gemaakt met herhaling ( en verdieping ) van de stof aan de hand van casestudies. Daarnaast wordt een praktische opdracht gemaakt waarbij informatie gezocht en verwerkt moet worden over alle deelgebieden van de examenstof. Deze praktische opdracht leidt, samen met je deelname aan gedane experimenten, voor 10% mee voor het cijfer van het SE. Toetsing en weging: De leerstof wordt uiteindelijk getoetst in 5 meetellende toetsen , waarvan drie in de vierde klas en twee in het laatste jaar. SE6 bestaat uit een werkstuk/verslag over experimenten en informatieverwerking. De cijfers van de 5 genoemde toetsen bepalen uiteindelijk voor 90% je schoolexamencijfer. De overige 10% wordt bepaald door het resultaat van SE 6. Je uiteindelijk cijfer voor economie is het gemiddelde van je schoolexamen en het behaalde resultaat op je eindexamen (het centraal schriftelijk). Hulpmiddelen: Met de invoering van het nieuwe programma is bij economie de grafische rekenmachine niet meer toegestaan. Er wordt dan ook geen beroep gedaan op de specifieke technische vaardigheden van de grafische rekenmachine. Uiteraard is wel een ‘gewone’ rekenmachine toegestaan. Dit geldt voor zowel de schoolexamens als het centraal examen.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Schaarste, productie, ruil en verdeling
120 minuten Cijfer Ja 1
101
8
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Markten: vormen en werking
Leerstof:
Ruilen over tijd, onderhandelen en onzekerheid
Leerstof:
Economische groei en politiek
Leerstof:
Internationale verhoudingen
Leerstof:
Informatieverwerking en experimenten
120 minuten Cijfer Ja 2
201
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 2
301
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 2
401
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 2
501
SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
6 weken Cijfer Nee 1
601
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Maatschappijleer Inleiding In de HAVO wordt er in de lessen maatschappijleer aandacht besteed aan drie thema’s, namelijk Politieke Besluitvorming, Nederland en de multiculturele samenleving en Werk, Verzorgingsstaat en Stage. Daarbij maken wij gebruik van de methode ‘ Delphi ‘. In dit vak staan kennis, inzicht, meningsvorming en ervaring opdoen centraal. Het eerste onderwerp, Nederland en de multiculturele samenleving, wordt afgesloten met een Praktische Opdracht. Die bestaat uit een aantal opdrachten uit het boek, een reflectie op je eigen leven als ' onderdeel ' van de multiculturele samenleving, en een artikel over één aspect ter verdieping. Het tweede onderwerp, Politieke Besluitvorming, wordt afgesloten met een toets. Het derde onderwerp, Werk, Verzorgingsstaat en Stage, wordt afgesloten met een aantal opdrachten uit het boek, een stageverslag volgens richtlijnen van de docent, en een presentatie van de stage op een ouderavond. Aangezien de lessen per periode verschillend zijn voor de klassen, worden de resultaten van de eerste twee schoolexamens beide vastgelegd in periode SE3; het cijfer voor het laatste onderdeel wordt vastgelegd bij SE4.
Toetsen SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
multiculturele samenleving schrijfopdracht
Leerstof:
boekopdrachten, stageverslag en stagepresentatie
Leerstof:
politieke besluitvorming
Cijfer Nee 1
301
SE4 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 1
401
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
90 minuten Cijfer Ja 1
501
8
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Culturele en kunstzinnige vorm Inleiding In de lessen culturele en kunstzinnige vorming maakt de leerling kennis met de kunst en cultuur. Het aanbod omvat alle kunstdisciplines: beeldende kunst, theater, literatuur, dans, muziek, film, architectuur, vormgeving en audiovisuele kunst. Culturele activiteiten De leerling bezoekt met de klas of individueel diverse culturele activiteiten. (minimaal 6) Het gaat om concerten, voorstellingen, en tentoonstellingen van professionele kunstenaars / makers. De leerling reflecteert op de culturele activiteiten in de vorm van een verslag. De leerling leert om een voorstelling objectief te beschrijven, te analyseren, in een cultuurhistorische context te plaatsen en zijn/haar waardering in vaktermen te verwoorden. Behalve het schrijven van een verslag zijn andere vormen van reflectie toegestaan, dit in overleg met de docent. De leerling bewaart de verslagen van culturele activiteiten in een map, het kunstdossier. De leerling zorgt er voor dat het kunstdossier volledig is en blijft, zodat het aan het eind van het vijfde leerlaar ingeleverd en op school bewaard kan blijven. Het kunstdossier moet volledig zijn en minimaal met een voldoende beoordeeld zijn om aan het centraal examen te kunnen deelnemen. Praktijk Leerlingen kijken niet alleen naar kunst gemaakt door anderen maar voeren in de ckv-lessen ook praktijkopdrachten uit. In het kunstdossier bewaart de leerling een impressie van de uitgevoerde praktijkopdracht in de vorm van foto’s of een reflectieverslag(je).
Toetsen SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Kunstdossier kunstautobiografie 4 verslagen van culturele activiteiten INLEVEREN VOOR 1 juni 2012 Weerslag van praktijkonderdelen Criteria worden door de docent bekend gemaakt
Leerstof:
Kunstdossier compleet kunstautobiografie 6 verslagen van culturele activiteiten Weerslag van praktijkonderdelen, Criteria worden door de docent bekend gemaakt Eindverslag
Voldoende/Onvoldoende Ja 0
311
SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Voldoende/Onvoldoende Ja 0
611
8
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Wiskunde B Inleiding Leerjaar 4: Wiskunde B is op de havo zeker een extreem vak. Leerlingen moeten de lestijd optimaal benutten en daarnaast minimaal vijf uur per week thuis aan het vak werken. Het programma is overladen en vraagt inzicht en vaardigheden. Die moeten de leerlingen zich eigen maken. Het tempo is erg hoog. We beginnen met het functiebegrip en het gebruik van de grafische rekenmachine. Daarna leer je het verschil tussen exact (algebraïsch) oplossen en oplossen. Nu begint het echte werk: exponentiële functies en differentiëren. Tot slot behandelen we een in leiding op de ruimtemeetkunde Natuurlijk besteden we veel aandacht aan het ontwikkelen van algebraïsche vaardigheden. Leerlingen moeten voldoen aan het handelingsdeel, door de voortgangstoetsen voldoende te maken. We gebruiken de methode “moderne Wiskunde” boek Havo B1. Daarnaast wordt geoefend in algebraïsche vaardigheden. Leerjaar 5: In dit jaar wordt een deel van de stof van het vierde jaar herhaald en uitgebreid. We leren nu ook ingewikkelder functies te differentiëren met de kettingregel, de productregel en de quotiëntregel. Periodieke functies, logaritmische functies en transformaties van functies krijgen uitgebreid aandacht. De laatste maanden van het schooljaar trainen we in het maken van examens, waarvan de praktische opdracht een onderdeel is. We gebruiken de methode”moderne wiskunde” boek Havo B2. Natuurlijk blijven we algebraïsche vaardigheden oefenen en gebruiken de examenbundel. Schoolexamens De Schoolexamens worden voor het HAVO in zes periodes afgenomen. De eerste periode geen Tweede periode: toets Derde periode: toets en handelingsdeel Vierde periode: geen Vijfde periode: toets Zesde periode:toets en praktische opdracht
Toetsen SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Havo B1, hoofdstuk 1 t/m 4
Leerstof:
Boek havo B1 helemaal
Leerstof:
Minimaal de helft van de voortgangstoetsen moet voldoende gemaakt worden.
Leerstof:
heel boek B1 en boek B2 t/m hoofdstuk 4
120 minuten Cijfer Ja 1
201
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 1
301
SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Voldoende/Onvoldoende Ja 0
311
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
180 minuten Cijfer Ja 1
501
8
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
180 minuten Cijfer Ja 2
Leerstof:
Toets: alle leerstof uit de boeken B1 en B2 Praktische opdracht: Een opdracht die mede dient om het Centraal examen voor te bereiden.
601
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Kunst (Drama) Inleiding
8
Programma van toetsing en afsluiting Een keuze voor drama als examenvak is een keuze voor praktijk en theorie. Het praktijkgedeelte KUNST DRAMA (KUDR) en het theorievak KUNST ALGEMEEN (KUA) zijn aan elkaar gekoppeld. Kunst Drama wordt uitsluitend in de vorm van schoolexamens getoetst. Kunst Algemeen wordt zowel als schoolexamen (4 toetsen) en als Centraal Schriftelijk Examen getoetst. KUNST DRAMA Het praktijkvak Kunst Drama bestaat uit spellessen waarin de leerling zich als speler en maker ontwikkelt. Het aanbod bestaat onder andere uit elementair spel, improvisatietraining en teksttoneel en bewegingstheater. Verschillende speelstijlen komen aan bod. De leerling leert om de theatrale middelen afhankelijk van het concept effectief in te zetten. Presenteren, reflecteren, evalueren en beoordelen. De leerling treedt regelmatig op voor een publiek dat bestaat uit leerlingen uit andere klassen, belangstellenden en/of genodigden. De presentatie is het resultaat van een praktische opdracht die individueel of in een kleine groep uitgevoerd wordt. Het eindproduct wordt beoordeeld door een vakjury. Behalve een cijfer voor het eindproduct krijgt de leerling ook een procescijfer. Het gemiddelde van beide cijfers wordt het definitieve PO-cijfer. Dramadossier Reflectie op het eigen leer en werkproces is een vast onderdeel van de lessen. Een reflectieverslag / zelfevaluatie is als handelingsdeel gekoppeld aan elke praktische opdracht. De leerling bewaart reflectieverslagen in het dramadossier. Beschouwen In het vierde en vijfde leerjaar ziet de leerling ten minste 4 professionele theatervoorstellingen . De leerling schrijft een verslag of reflecteert in een andere vorm op de voorstelling. De leerling bewaart de verslagen van voorstellingen in het dramadossier en ziet er op toe dat het dossier volledig is en blijft! Theatergeschiedenis, vaktheorie, termen en begrippen. De leerling kent de theatergeschiedenis in grote lijnen. Bepalende theatervormen, toneelschrijvers en theatermakers krijgen aandacht zowel in de theorie als in de praktijklessen. De leerling kent specifieke vaktermen en begrippen en kan die spelend waarneembaar maken. (zie begrippenlijst) De theatergeschiedenis overlapt voor een belangrijk deel de inhoud van het vak Kunst Algemeen KUNST ALGEMEEN Het vak Kunst Algemeen is de theoretische component die aan Kunst Drama gekoppeld is. In de theorielessen wordt de leerling voorbereid op het Centraal Schriftelijk Examen. De leerling bestudeert drie specifieke kunsthistorische periodes vanuit verschillende invalshoeken en ontwikkelt de basisvaardigheden van de kunstbeschouwing gericht op de disciplines Theater, Beeldende kunst, Muziek en Dans. De leerling kent de relevante begrippen om zijn reflectie onder woorden te brengen. In het centraal examen van 2013 worden de volgende onderwerpen getoetst: - Burgerlijke cultuur Van Nederland in de 17e eeuw - Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw - Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw. In het kader van Kunst Algemeen in combinatie met het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming onderneemt de leerling daarnaast nog minimaal 4 andere culturele activiteiten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het bijwonen van een muziekconcert, film of dansvoorstelling, een museumbezoek of het bekijken van een architectonisch interessant object. Methode: Kunst Algemeen “De Bespiegeling” (EPN) basisboek havo + werkboek examenkatern “Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17de eeuw” Kunst Drama “Palet” (Thieme) hoofdstuk 2 ”Theater” Ander lesmateriaal wordt door de docent aangeleverd. Leerjaar 4: 120 minuten praktijk 60 minuten theorie KUNST DRAMA Ouverture In leerjaar 4 starten we met de ‘ouverture’. De eerste zeven weken staan in het teken van de kennismaking. De leerling maakt kennis met de groep, de docent en met de verschillende spelvormen die later in het curriculum worden uitgediept. Het doel is dat de groep als groep kan opereren, en dat er vertrouwen, lef en spelplezier ontstaat. De nieuwe lichting presenteert zich rond week 44 aan het publiek dat bestaat uit leerlingen van andere klassen.! “Eén minuut zendtijd” In de periode tussen de herfst en de kerstvakantie werken we aan rolopbouw. We werken van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. Als resultaat van dit proces maakt elke leerling twee korte filmpjes waarin hij twee heel verschillende personages speelt. (duur: 2x 3 minuten, Inleveren in week 50) Bewegingstheater Tussen de kerst en de meivakantie werken we onder andere aan een bewegingstheaterpresentatie. Het accent ligt in die periode dus op fysiek spel, dans en beweging. Een danser van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten zal de groep op dat gebied begeleiden.. Eindpresentatie: dialogen 1 We sluiten het jaar af met de eindpresentatie.
9
Programma van toetsing en afsluiting De leerlingen kiezen een bestaande dialoog spelen die voor een publiek van ouders, belangstellenden en genodigden. De leerlingen werken zelfstandig, de docent begeleidt maar zal NIET de regisseursrol op zich nemen. De vormgeving is in handen van de leerlingen. De presentaties worden beoordeeld door een vakjury die bestaat uit minimaal 2 personen. Improvisatietraining 1 In het 4e leerjaar worden regelmatig improvisatielessen ingelast. Ze lopen als een rode draad tussen de andere lessenseries door. De leerling leert de basisprincipes van het improviseren kennen en toepassen. (Keith Johnstone / Henk Hoffman). Ook kijken we naar improvisaties van professionele acteurs. (“De Vloer op”) KUNST ALGEMEEN De leerling volgt één theorieles per week waarin de stof uit het boek behandeld wordt. In de lessen kijken we naar beeldmateriaal (filmfragmenten, afbeeldingen) en luisteren we naar muziekfragmenten die aansluiten bij de stof. Waar mogelijk integreren we thema’s uit de theorie in de praktijklessen. Leerjaar 5: 1e periode 60 minuten praktijk 60 minuten theorie 2e periode (februari, maart, april) 60 minuten praktijk 60 minuten theorie 60 minuten examentraining (digitale examens) KUNST DRAMA Forumtheater, drama als middel. De leerlingen ontwikkelen een scène bestemd voor een specifieke doelgroep. De scène bevat een conflict dat relevant is voor die doelgroep. Het publiek draagt suggesties aan die de acteurs op de speelvloer uitspelen. Op deze manier krijgt het publiek inzicht in de problematiek en kunnen spelers en publiek samen mogelijke oplossing verkennen en vinden voor dilemma’s die in de situatie besloten liggen. Componeren en Vormgeven. Als voorbereiding op de eindpresentatie zoomen we in op de vormgeving van een scène. Als maker bepaal je vanuit welk concept je wilt werken. We kijken naar één zelfde scene die door verschillende regisseurs op heel verschillende manieren is vormgegeven. In de lessen nemen we een bestaande scene als uitgangspunt. We onderzoeken de verschillende maniereen waarop je de scene zou kunnen vormgeven en formuleren een regieconcept. De leerling beschrijft het plan, de groep kiest en werkt het beste plan uit. Improvisatietraining 2 In het 5e leerjaar worden regelmatig improvisatielessen ingelast. Ze lopen als een rode draad tussen de andere lessenseries door. De leerling leert de basisprincipes van het improviseren kennen en toepassen. (Keith Johnstone / Henk Hoffman). Ook kijken we naar improvisaties van professionele acteurs. (“De Vloer op”) Eindpresentatie, monologen We sluiten het schooljaar af met de eindpresentatie die in week 14 zal plaatsvinden. (begin april) De leerlingen kiezen een bestaande monoloog spelen die voor een publiek van ouders, belangstellenden en genodigden. De leerlingen werken zo zelfstandig mogelijk, de docent begeleidt maar zal NIET de regisseursrol op zich nemen. De vormgeving is in handen van de leerlingen. De presentaties worden beoordeeld door een vakjury die bestaat uit minimaal 2 personen. KUNST ALGEMEEN De leerling volgt één theorieles per week waarin de stof uit het boek behandeld wordt. In de lessen kijken we naar beeldmateriaal (filmfragmenten, afbeeldingen) en luisteren we naar muziekfragmenten die aansluiten bij de stof. Waar mogelijk integreren we thema’s uit de theorie in de praktijklessen. In de maanden februari tot en met april is er één les per week (extra) examentraining gepland. De leerling maakt digitale examens KUNST ALGEMEEN uit voorgaande jaren.
Herkansing Toetsen Niet alle toetsen kunnen herkanst worden. In de inleiding van dit PTA staat de algemene regel hiervoor, maar er zijn toetsen die niet herkansbaar zijn. Dat staat dan in het overzicht hierna aangegeven. Handelingsdelen Deze moeten met een voldoende afgesloten worden. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, kan er verbeterd worden. Handelingsdelen zijn aan een tijdlimiet gebonden. De inlevertermijn staat in het overzicht aangegeven. Indien een handelingsdeel niet op tijd is afgerond, krijgt de kandidaat geen toegang tot het examen!
Toetsen
10
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
zie leerstof Cijfer Ja 3
Se 2 bestaat uit een Praktijkopdracht en een theorietoets. De praktijkopdracht telt voor 67% van het SE-cijfer mee en is niet herkansbaar. De theorietoets telt voor 33% van het SE-cijfer mee en is wel herkansbaar. Theorietoets: Theatertheorie Palet hoofdstuk 2 Website www.theaterland.nl KUA De Bespiegeling hoofdstuk 2 “Spiegel aan scherven”. Tijdsduur: 2 uur
201
Praktijkopdracht: filmpje “Eén minuut zendtijd” (2x 3 minuten) De leerling maakt twee gespeelde portretten van twee zeer uiteenlopende personages. Het filmpje wordt aangeleverd in de vorm van een DVD. Inleveren (week 49, dinsdag) Tijdsduur: product: 2x3 minuten SE3 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
zie leerstof Cijfer Ja 3
Ook Se 3 bestaat uit een Praktijkopdracht en een theorietoets. De praktijkopdracht telt voor 67% van het SE-cijfer mee en is niet herkansbaar. De theorietoets telt voor 33% van het SE-cijfer mee en is wel herkansbaar. Praktijkopdracht presentatie DIALOGEN 1 (week 26) De voorbereiding op deze presentatie zal 6 weken vergen, de presentatie zelf moet ongeveer 6 minuten duren. Tijdsduur: ongeveer 6 minuten
301
Theorietoets KUA De Bespiegeling hoofdstuk 3 “Opmars van de vooruitgang” (+ herhaling H2) Tijdsduur: 2 uur SE4 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
zie leerstof Cijfer Ja 3
Se 4 bestaat eveneens uit een praktijkopdracht en een theorietoets. De praktijkopdracht telt voor 67% van het SE-cijfer mee en is niet herkansbaar. De theorietoets telt voor 33% van het SE-cijfer mee en is wel herkansbaar. Praktijkopdracht: presentatie FORUMTHEATER + verslag De voorbereiding zal 6 weken in beslag nemen, de presentatie moet ongeveer 6 minuten duren. Van het geheel moet een verslag gemaakt worden Tijdsduur: 6 minuten
401
Theorietoets: KUA De Bespiegeling hoofdstuk 4 “Massacultuur, vermaak en verzet” (+ herhaling H2, H3) Tijdsduur: 2 uur SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
KUA De Bespiegeling hoofdstuk 5 “Zappen door een Labyrinth” (+ herhaling H2, H3, H4)
Leerstof:
Praktijkopdracht + reflectieverslag presentatie DIALOGEN 2 voorbereiding 6 weken, presentatie, ongeveer 5 minuten
2 uur Cijfer Ja 1
501
SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Nee 2
601
11
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 uur Voldaan/Niet voldaan Ja 0
Voor dit SE moeten twee handelingsdelen worden ingeleverd. Handelingsdeel se6-a Dramadossier compleet. Reflectieverslag eindpresentatie. EINDVERSLAG, persoonlijke ontwikkeling.
611
Handelingsdeel se6-b Diagnostische voortgangstoets examenkatern “De Bespiegeling” “Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17de eeuw” Hoofdstuk 1 “Overvloed binnen de perken” Hoofdstuk 2 “Groots in het klein”
12
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Kunst (beeldende vormgeving) Inleiding Bij Kunstvak Beeldend wordt van de leerlingen verwacht, dat hij/zij in staat is kenmerkende aspecten van de voorstelling en vormgeving van beeldend werk van kunstenaars en vormgevers waar te nemen en te benoemen. Hij/zij kan het beeldend werk van kunstenaars en vormgevers beschrijven, onderzoeken en interpreteren. Daarvoor is nodig: kennis van en inzicht in de geschiedenis van de beeldende kunst enige bekendheid met verschillende visies op beeldende kunst. Verschillen in visie komen aan het licht bij vergelijkingen van kunst en cultuur in verschillende tijdperken. Een aandachtspunt is het westerse karakter dat veelal in kunsthistorische overzichten is ‘ingebakken’. Het is van belang dat dit beseft wordt. Daarom wordt er - waar mogelijk - aandacht besteed aan relevante niet-westerse kunstvormen. Onder beelden verstaan we in het kader van het CSE werk (2- en 3-dimensionaal) van beeldende kunstenaars, (ambachtelijke en industriële) vormgevers en architecten. Beschouwen wil zeggen formele en inhoudelijke aspecten van beelden, kritisch en met gebruik van vaktermen een beeld te benoemen. ‘Kritisch’ houdt in dat de kandidaat in staat is om op basis van onderzoek (beschrijven, onderzoeken en interpreteren) tot een beargumenteerd oordeel te komen. De kandidaat heeft de vaardigheid om verslag te doen van deze beargumenteerde beoordeling. Hij kan zijn beschouwing verwoorden en/of verbeelden. - Stofomschrijving Het centraal examen heeft betrekking op de periode van het Romaans tot heden, voor zover relevant voor de periode van 1800 tot heden. Alle opdrachten vallen onder de drie hoofdthema’s; waarneming, toepassing en verbeelding. Leerjaar4: Het tekenprogramma van het vierde jaar bestaat voor een deel uit theorie en voor een deel uit praktijkopdrachten. Het zwaartepunt ligt bij alle Se’s bij de praktijk. Alle praktische werkstukken vormen samen, opgebouwd in 3 SE’s, dragen bij tot het eindcijfer voor het vak Kunstvak Beeldend. Leerjaar 5: In het vijfde jaar ligt het zwaartepunt ook op de praktijk. Ook dan zullen alle 3 SE-cijfers bijdragen aan het eindcijfer Kunstvak beeldend. Voor de leerlingen die alleen Kunstvak beeldend hebben, zal de theoretische component bestaan uit het vak Kunst algemeen. De resultaten van dit vak vormen 50% van het eindcijfer. Voor de leerlingen die en Kunstvak Drama en Kunstvak Beeldend hebben wordt het cijfer Kunst algemeen gemiddeld met het cijfer Drama. Voor Kunstvak Beeldend moeten dan de extra opdrachten, in dit PTA aangemerkt met KB-extra, worden gedaan, die gezamenlijk 30% van het eindcijfer bepalen.
Toetsen SE1 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Teken wat je ziet Door golven verzwolgen - in neocolor Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel Weegfactor: 12 %
101
Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vaktheorie; De werkelijkheid opnieuw bekeken Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Landschap (extra bij Dr/Te) - techniek naar keuze Tijdsduur: 3 lesuur
SE1 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Weegfactor: 5% Stilleven - potlood houtskool Bewegend model - gewassen inkt en neocolor
111
8
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
De fantasie verbeeld Wens, mijn leven in 2025 - zelfgekozen schildertechniek Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel Weegfactor: 12%
201
Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vakspecifieke theorie - Het fantastische in de kunst
Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Droom in de kunst (Dr/Te) - werkstuk met gegeven thema Tijdsduur: 3 lesuur - 6 uur zelfstudie Weegfactor: 5% SE2 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Droom - waterverf Utopia - acryl Theorietoetsen
211
SE3 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Beelden in gebruik 25 miljoen Nederlanders - voorwerp een,serie gebouwen, voor de toekomst maak een artist impression. Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel Weegfactor: 12%
301
Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vakspecifieke theorie - vormgeven van prototypes, modellen voor de toekomst. Visionaire kunst en kunstenaars Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Licht en snel - maak een collage van jouw voertuig van de toekomst; licht, hightech, multifunctioneel. hoe werkt het, hoe kan dat. Tijdsduur: 3 lesuur - 2 uur zelfstudie Weegfactor: 5% SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Ontwerp, maak, verkoop Ontwerpcyclus “omni-communicator” in beeldhouwschuim met acryl, op schaal. Theorietoetsen
311
9
Programma van toetsing en afsluiting SE4 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Het modernisme voorbij “the bloody limit” -shockeren als basis voor kunst, kunst die schrijnt Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel Weegfactor: 12%
401
Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vakspecifieke theorie - neo-stromingen en hergebruik Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Eclecticisme als uitgangspunt - collage op basis van “lenen”uit vroeger kunststijlen Tijdsduur: 3 lesuur Weegfactor: 4% SE4 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Neo-neo plakkaatschildering naar kunsthistorisch voorbeeld, met een twist
Leerstof:
Concept, concretisation, creatie “Get down with......?” - presentatie waarbij de geleerde
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
411
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Cijfer Ja 1
(virtuele) rol
technieken en theorie in een spelen
Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel
501
Weegfactor: 12% Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vakspecifieke theorie - fotoshop (basic), andere beeld en geluid bewerkingsprogramma’s beeldmanipulatie in de beeldende kunst Alter-modernisme, een kunstbeschouwingtechniek met oog voor het mondiale karakter van de hedendaagse kunst Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Maak een minicam-film met keuzemogelijkheden - basale gameopzet met interactieve elementen Tijdsduur: 3 lesuur - 3 uur zelfwerkzaamheid Weegfactor: 4% SE5 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 511
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Nieuwe media - computer, software, Cross media - techniek waarbij verschillende media en tekentechnieken worden gebruikt om het werkstuk te realiseren Theorietoetsen
10
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
What you see, is what you get My 15 minutes of fame - variatie op portretten van Warhol in zeefdruk Wijze van beoordeling: Beoordeling volgens beoordelingsmodel Weegfactor: 12%
601
Leerstof: materiaalkennis, voor deze opdracht relevant begrip van de beelden de begrippen Vakspecifieke theorie - Popart, het Postmodernisme en de invloed van de beeldtaal van de consumptiemaatschappijcommercie op de beelden kunst. Kunsthandel sinds 1945. Tijdsduur: 6 lesuur KB-extra Kunst en jongeren/verzetscultuur - presentatie(uitgebreid), werkstuk, andere presentatievorm Tijdsduur: 3 lesuur - 3 uur zelfwerkzaamheid Weegfactor: 4% SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
Superecht - fotorealistische schildering van schoen in acryl Niet stijf en recht - collage naar Popartgrootheden Theorietoetsen
611
11
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Wiskunde A Inleiding Leerjaar 4: In dit leerjaar worden de reken- en algebraïsche vaardigheden verder ontwikkeld, de grafische rekenmachine als onmisbaar hulpinstrument ingevoerd. Daarnaast worden de onderwerpen combinatoriek en een inleiding op de kansrekening gegeven. Het onderwerp de normale verdeling wordt in dit jaar afgesloten evenals het keuzeonderwerp grafische verwerking. Gebruikt wordt de methode “Moderne Wiskunde”Havo A deel 1. Regelmatig zal de voortgang getoetst worden. Van alle voortgangstoetsen dient minimaal de helft voldoende gemaakt te worden voor het behalen van het handelingsdeel. In dit leerjaar worden ook twee schoolexamens afgenomen. Leerjaar 5: In dit leerjaar worden functies met meerdere variabelen behandeld, exponentiële groeimodellen bekeken. Ook wordt de kansrekening van deel 1 afgerond en geformaliseerd. Daarnaast worden wat ingewikkelder functies en veranderprocessen bestudeerd. Gebruikt wordt de methode”Moderne Wiskunde”Havo A deel 2. Ook in dit jaar wordt regelmatig de voortgang getoetst en worden twee schoolexamens afgenomen. Ook is er een praktische opdracht, die mede dient als voorbereiding op het Centraal Examen. Tot slot is er tijd ingeruimd voor examentraining. Schoolexamens De Schoolexamens worden voor het HAVO in zes periodes afgenomen. De eerste periode geen toetsen Tweede periode:één schoolexamen Derde periode: één schoolexamen en een handelingsdeel Vierde periode: geen schoolexamen Vijfde periode: één schoolexamen Zesde periode: één schoolexamen en een praktische opdracht.
Toetsen SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Hoofdstuk 1 t/m 4 van deel 1
Leerstof:
hoofdstuk 1 t/m 8 van deel 1
Leerstof:
Van de voortgangstoetsen moet minimaal de helft met een cijfer 5,5 of hoger worden afgesloten.
120 minuten Cijfer Ja 1
201
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 1
301
SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Voldoende/Onvoldoende Ja 0
Herkansbaar: in de inhaalweek aan het eind van het schooljaar kunnen onvoldoende begrepen hoofdstukken nog een keer geleerd worden.
311
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Hoofdstuk 1 t/m 6 en 8 van deel 1 en hoofdstuk 1 t/4 van deel 2
180 minuten Cijfer Ja 1
501
8
Programma van toetsing en afsluiting SE6 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
zie leerstof Cijfer Ja 2
Leerstof:
Dit SE bestaat uit twee onderdelen, een Schriftelijke Toets en een Praktische Opdracht, die beiden met een cijfer beoordeeld worden. De Schriftelijke Toets telt voor 50% van het SE-cijfer en is herkansbaar. De Praktische Opdracht telt eveneens voor 50% mee, maar is niet herkansbaar. Schriftelijke Toets Van deel 1 alles behalve hoofdstuk 7 van deel 2 alles behalve de paragrafen 2-3 en 2-4 Tijdsduur: 180 minuten Praktische Opdracht Het onderwerp van de praktische opdracht is theorievorming. De praktische opdracht wordt tevens gebruikt als training voor het centraal examen.
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Beweging, Sport, Maatschappij Inleiding De opleiding BSM is op de OSB een nieuw vak. Landelijk staat het al enkele jaren in het examenprogramma. Gelukkig hebben wij op de OSB al een stevige fundering in het opleiden voor het werkveld van de sport en bewegen. Met de opleiding LO2 (op VMBO-T) niveau waren wij jarenlang voortrekker. Nu kan dus ook op HAVO-niveau binnen het gebied van bewegen, sport en maatschappij examen gedaan worden. Voortbouwend op de ervaringen met de LO2 groepen en gebruikmakend van de ervaringen met BSM van collega’s in het land, is een ambitieus programma opgezet. We verwachten er veel van. Daarbij realiseren wij ons, dat een nieuw programma nog aanloopfouten kan bevatten. Onderstaand PTA is op dit programma gebaseerd en geeft de verplichte onderdelen aan. Mochten daar nog wijzigingen op nodig zijn, dan zullen we ouders en leerlingen daarvan altijd vooraf van op de hoogte stellen.
Wat te doen met blessures en het teveel missen van de lessen. Leerlingen die meerdere lessen missen door absentie/blessures kunnen vervangende opdrachten krijgen van de betreffende docent. Degene met blessures zullen betrokken worden bij het organiseren en regelen tijdens de lessen. De absenten zullen een relevante opdracht moeten maken die ze van de docent krijgen. Tevens bestaat er soms de mogelijkheid om deel te nemen aan verschillende (na schoolse) OSB-breed sportclubs, om zo in overleg met de trainer de gemiste onderdelen in te halen c.q. af te sluiten. Bij langdurige blessures wordt er in overleg met alle betrokkenen gekeken of het nog mogelijk is om het jaar voldoende af te sluiten. Als dit niet het geval is kan er worden besloten dat de leerling van leerroute moet wisselen. Aanwezigheid We hanteren een aanwezigheidplicht van 80%. Dit staat in het PTA als handelingsdeel vermeld. Bij een blessure ben je aanwezig dus dat valt binnen de aanwezigheidplicht. Afronden van praktijkonderdelen en theorietoetsen. Praktijkonderdelen worden gedurende beide leerjaren onder lestijd afgerond. Aangezien we afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van de zalen volgens het rooster, wordt er per roosterperiode gekozen welk domein er kan worden afgesloten. Daarbij volgt de theorie de praktijk, ofwel als er volleybal in de praktijklessen gegeven wordt, dan komt een theorietoets volleybal in dezelfde periode. De domeinen zijn o.a. Spel, Turnen, Bewegen op Muziek, Atletiek, Zelfverdediging en Klimmen. Leerjaar 4: In het 4e leerjaar krijg je veel sport. Om je eigen vaardigheid daarin te verbeteren, maar ook om te ervaren hoe d.m.v. opeenvolgende lessen en gerichte training van vaardigheden doelen bereikt kunnen worden. Daarbij zul je zelf ook al snel delen van lessen moeten geven, om te ervaren hoe het is om leiding te geven. Het organiseren van activiteiten krijgt een steeds groter aandeel. Dit mondt o.a. uit in het organiseren van een compleet toernooi. Aangezien de opleiding BSM en ook de aansluitende vervolgopleidingen veel vragen van je fysieke gesteldheid is een goede basisconditie vereist. In het programma van LO wordt minsten 2x per jaar een fit-test uitgevoerd. Daarbij worden eveneens praktijk en theorie gekoppeld en krijg je inzicht in het hoe en waarom van deze test en krijg je de anatomie van het menselijk lichaam behandeld. Leerjaar 5: Op het gebied van bewegen en sport gaan we door waar we in leerjaar 4 gebleven zijn. Voor het leiding geven in de sport moet je bekend zijn met methodieken en spelregels. Hierover word een toets gemaakt. Daarnaast wordt voor het onderdeel management gekeken naar marktwerking in de sport en de maatschappij. Op dit gebied wordt een eindopdracht opgesteld. In de laatste periode wordt de theorie gericht op de examenvoorbereiding.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Menselijk lichaam Leerlingen maken een toets over de behandelde lesstof.
Leerstof:
De beoordeling van de domeinen die in de praktijklessen zijn behandeld wordt in dit SE in een cijfer weergegeven.
2 uur Cijfer Ja 1
101
SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 tot 3 lessen Cijfer Ja 1
201
8
Programma van toetsing en afsluiting SE3 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 tot 4 lessen Cijfer Ja 2
In dit SE worden twee praktische opdrachten afgenomen die beiden voor 50% van het SE cijfer meetellen. Lesgeven Leerlingen geven in tweetallen een complete les van 60 minuten. Ze zorgen ervoor dat het materiaal wat ze nodig hebben aanwezig is. De docent scoort op de houding en uitstraling van de lesgever. Inhoudelijk moet het voldoen aan de eisen die op de lesvoorbereiding worden aangegeven. Het cijfer voor lesgeven bestaat uit 2 onderdelen: lesvoorbereiding en lesgeven. Het gemiddelde van deze cijfers is het Se cijfer. Bij het te laat inleveren van je lesvoorbereiding gaat er per week een punt af. Ingaande op de eerste dag.
301
Praktijkonderdeel De beoordeling van de domeinen die in de praktijklessen zijn behandeld wordt in dit SE in een cijfer weergegeven. SE3 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Toernooi organisatie 4 BSM regelt een toernooi voor de onderbouw deelscholen. Een groep leerlingen krijgen een onderbouw deelschool toegewezen. Hiervoor wordt een standaard format aangereikt. Er zijn verschillende taken binnen elke groep.
Leerstof:
Spelregels en methodiek De in de lessen aangereikte theorie over methodiek, didactiek en spelregels word in deze toets getest.
Leerstof:
Lesgeven en praktijk In dit SE worden twee praktijkonderdelen afgerond, het lesgeven en de domeinen die in de praktijklessen zijn behandeld. Beide onderdelen tellen voor 50% van het cijfer.
Leerstof:
Eindopdracht: marketing en organisatie De leerlingen krijgen in de loop van leerjaar 5 een opdracht die telt als eindopdracht voor BSM. Aan deze opdracht wordt het hele jaar gewerkt, onder lestijd zowel als daarbuiten. In deze opdracht worden theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld. Het eindproduct moet aan de gestelde eisen voldoen en wordt met een cijfer beoordeeld. Onderdelen van deze eindopdracht kunnen herkanst worden of door extra opdrachten aangevuld worden.
Leerstof:
Sportdossier Afsluiting sportdossier. Het dossier bevat opdrachten uit de afgelopen 2 jaar.
8 tot 9 lessen Voldaan/Niet voldaan Ja 0
311
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 tot 3 lessen Cijfer Ja 1
401
SE5 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
1 tot 3 lessen Cijfer Ja 2
501
SE6 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
60 min Cijfer Ja 2
601
SE6 Handelingsdeel Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Voldaan/Niet voldaan Nee 0
611
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Kunst Algemeen Inleiding
8
Programma van toetsing en afsluiting Een keuze voor drama als examenvak is een keuze voor praktijk en theorie. Het praktijkgedeelte KUNST DRAMA (KUDR) en het theorievak KUNST ALGEMEEN (KUA) zijn aan elkaar gekoppeld. Kunst Drama wordt uitsluitend in de vorm van schoolexamens getoetst. Kunst Algemeen wordt zowel als schoolexamen (4 toetsen) en als Centraal Schriftelijk Examen getoetst. KUNST DRAMA Het praktijkvak Kunst Drama bestaat uit spellessen waarin de leerling zich als speler en maker ontwikkelt. Het aanbod bestaat onder andere uit elementair spel, improvisatietraining en teksttoneel en bewegingstheater. Verschillende speelstijlen komen aan bod. De leerling leert om de theatrale middelen afhankelijk van het concept effectief in te zetten. Presenteren, reflecteren, evalueren en beoordelen. De leerling treedt regelmatig op voor een publiek dat bestaat uit leerlingen uit andere klassen, belangstellenden en/of genodigden. De presentatie is het resultaat van een praktische opdracht die individueel of in een kleine groep uitgevoerd wordt. Het eindproduct wordt beoordeeld door een vakjury. Behalve een cijfer voor het eindproduct krijgt de leerling ook een procescijfer. Het gemiddelde van beide cijfers wordt het definitieve PO-cijfer. Dramadossier Reflectie op het eigen leer en werkproces is een vast onderdeel van de lessen. Een reflectieverslag / zelfevaluatie is als handelingsdeel gekoppeld aan elke praktische opdracht. De leerling bewaart reflectieverslagen in het dramadossier. Beschouwen In het vierde en vijfde leerjaar ziet de leerling ten minste 4 professionele theatervoorstellingen . De leerling schrijft een verslag of reflecteert in een andere vorm op de voorstelling. De leerling bewaart de verslagen van voorstellingen in het dramadossier en ziet er op toe dat het dossier volledig is en blijft! Theatergeschiedenis, vaktheorie, termen en begrippen. De leerling kent de theatergeschiedenis in grote lijnen. Bepalende theatervormen, toneelschrijvers en theatermakers krijgen aandacht zowel in de theorie als in de praktijklessen. De leerling kent specifieke vaktermen en begrippen en kan die spelend waarneembaar maken. (zie begrippenlijst) De theatergeschiedenis overlapt voor een belangrijk deel de inhoud van het vak Kunst Algemeen KUNST ALGEMEEN Het vak Kunst Algemeen is de theoretische component die aan Kunst Drama gekoppeld is. In de theorielessen wordt de leerling voorbereid op het Centraal Schriftelijk Examen. De leerling bestudeert drie specifieke kunsthistorische periodes vanuit verschillende invalshoeken en ontwikkelt de basisvaardigheden van de kunstbeschouwing gericht op de disciplines Theater, Beeldende kunst, Muziek en Dans. De leerling kent de relevante begrippen om zijn reflectie onder woorden te brengen. In het centraal examen van 2013 worden de volgende onderwerpen getoetst: - Burgerlijke cultuur Van Nederland in de 17e eeuw - Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw - Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw. In het kader van Kunst Algemeen in combinatie met het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming onderneemt de leerling daarnaast nog minimaal 4 andere culturele activiteiten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het bijwonen van een muziekconcert, film of dansvoorstelling, een museumbezoek of het bekijken van een architectonisch interessant object. Methode: Kunst Algemeen “De Bespiegeling” (EPN) basisboek havo + werkboek examenkatern “Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17de eeuw” Kunst Drama “Palet” (Thieme) hoofdstuk 2 ”Theater” Ander lesmateriaal wordt door de docent aangeleverd. Leerjaar 4: 120 minuten praktijk 60 minuten theorie KUNST DRAMA Ouverture In leerjaar 4 starten we met de ‘ouverture’. De eerste zeven weken staan in het teken van de kennismaking. De leerling maakt kennis met de groep, de docent en met de verschillende spelvormen die later in het curriculum worden uitgediept. Het doel is dat de groep als groep kan opereren, en dat er vertrouwen, lef en spelplezier ontstaat. De nieuwe lichting presenteert zich rond week 44 aan het publiek dat bestaat uit leerlingen van andere klassen.! “Eén minuut zendtijd” In de periode tussen de herfst en de kerstvakantie werken we aan rolopbouw. We werken van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. Als resultaat van dit proces maakt elke leerling twee korte filmpjes waarin hij twee heel verschillende personages speelt. (duur: 2x 3 minuten, Inleveren in week 50) Bewegingstheater Tussen de kerst en de meivakantie werken we onder andere aan een bewegingstheaterpresentatie. Het accent ligt in die periode dus op fysiek spel, dans en beweging. Een danser van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten zal de groep op dat gebied begeleiden.. Eindpresentatie: dialogen 1 We sluiten het jaar af met de eindpresentatie.
9
Programma van toetsing en afsluiting De leerlingen kiezen een bestaande dialoog spelen die voor een publiek van ouders, belangstellenden en genodigden. De leerlingen werken zelfstandig, de docent begeleidt maar zal NIET de regisseursrol op zich nemen. De vormgeving is in handen van de leerlingen. De presentaties worden beoordeeld door een vakjury die bestaat uit minimaal 2 personen. Improvisatietraining 1 In het 4e leerjaar worden regelmatig improvisatielessen ingelast. Ze lopen als een rode draad tussen de andere lessenseries door. De leerling leert de basisprincipes van het improviseren kennen en toepassen. (Keith Johnstone / Henk Hoffman). Ook kijken we naar improvisaties van professionele acteurs. (“De Vloer op”) KUNST ALGEMEEN De leerling volgt één theorieles per week waarin de stof uit het boek behandeld wordt. In de lessen kijken we naar beeldmateriaal (filmfragmenten, afbeeldingen) en luisteren we naar muziekfragmenten die aansluiten bij de stof. Waar mogelijk integreren we thema’s uit de theorie in de praktijklessen. Leerjaar 5: 1e periode 60 minuten praktijk 60 minuten theorie 2e periode (februari, maart, april) 60 minuten praktijk 60 minuten theorie 60 minuten examentraining (digitale examens) KUNST DRAMA Forumtheater, drama als middel. De leerlingen ontwikkelen een scène bestemd voor een specifieke doelgroep. De scène bevat een conflict dat relevant is voor die doelgroep. Het publiek draagt suggesties aan die de acteurs op de speelvloer uitspelen. Op deze manier krijgt het publiek inzicht in de problematiek en kunnen spelers en publiek samen mogelijke oplossing verkennen en vinden voor dilemma’s die in de situatie besloten liggen. Componeren en Vormgeven. Als voorbereiding op de eindpresentatie zoomen we in op de vormgeving van een scène. Als maker bepaal je vanuit welk concept je wilt werken. We kijken naar één zelfde scene die door verschillende regisseurs op heel verschillende manieren is vormgegeven. In de lessen nemen we een bestaande scene als uitgangspunt. We onderzoeken de verschillende maniereen waarop je de scene zou kunnen vormgeven en formuleren een regieconcept. De leerling beschrijft het plan, de groep kiest en werkt het beste plan uit. Improvisatietraining 2 In het 5e leerjaar worden regelmatig improvisatielessen ingelast. Ze lopen als een rode draad tussen de andere lessenseries door. De leerling leert de basisprincipes van het improviseren kennen en toepassen. (Keith Johnstone / Henk Hoffman). Ook kijken we naar improvisaties van professionele acteurs. (“De Vloer op”) Eindpresentatie, monologen We sluiten het schooljaar af met de eindpresentatie die in week 14 zal plaatsvinden. (begin april) De leerlingen kiezen een bestaande monoloog spelen die voor een publiek van ouders, belangstellenden en genodigden. De leerlingen werken zo zelfstandig mogelijk, de docent begeleidt maar zal NIET de regisseursrol op zich nemen. De vormgeving is in handen van de leerlingen. De presentaties worden beoordeeld door een vakjury die bestaat uit minimaal 2 personen. KUNST ALGEMEEN De leerling volgt één theorieles per week waarin de stof uit het boek behandeld wordt. In de lessen kijken we naar beeldmateriaal (filmfragmenten, afbeeldingen) en luisteren we naar muziekfragmenten die aansluiten bij de stof. Waar mogelijk integreren we thema’s uit de theorie in de praktijklessen. In de maanden februari tot en met april is er één les per week (extra) examentraining gepland. De leerling maakt digitale examens KUNST ALGEMEEN uit voorgaande jaren.
Herkansing Toetsen Niet alle toetsen kunnen herkanst worden. In de inleiding van dit PTA staat de algemene regel hiervoor, maar er zijn toetsen die niet herkansbaar zijn. Dat staat dan in het overzicht hierna aangegeven. Handelingsdelen Deze moeten met een voldoende afgesloten worden. Indien een handelingsdeel nog niet voldoende is, kan er verbeterd worden. Handelingsdelen zijn aan een tijdlimiet gebonden. De inlevertermijn staat in het overzicht aangegeven. Indien een handelingsdeel niet op tijd is afgerond, krijgt de kandidaat geen toegang tot het examen!
Toetsen SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 uur Cijfer Ja 1
Palet basisboek (ckv 1-methode) Theater blz 8 tot en met 29 Beeldende kunst blz 58 tot en met 73 De Bespiegeling basisboek havo Hoofdstuk 2: “Spiegel aan scherven.”
201
10
Programma van toetsing en afsluiting SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Palet basisboek (ckv 1-methode) Architectuur blz 74 tot en met 84 Design blz 86 tot en met 95 De Bespiegeling basisboek havo Hoofdstuk 3: “Opmars van de vooruitgang” (+ herh H2)
Leerstof:
Palet basisboek (ckv1-methode) Film blz 30 tot en met 41 Muziek blz 47 tm 57 De Bespiegeling basisboek havo Hoofdstuk 4: “Massacultuur, vermaak en verzet” (+ herhaling H2, H3)
Leerstof:
De Bespiegeling basisboek havo Hoofdstuk 5 “Zappen door een Labyrinth” (+ herhaling H2, H3, H4)
Leerstof:
Examenkatern “Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17de eeuw” Hoofdstuk 1 “Overvloed binnen de perken” Hoofdstuk 2 “Groots in het klein”
2 uur Cijfer Ja 1
301
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
401
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
501
SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
2 uur Cijfer Ja 1
601
11
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Duitse taal en literatuur Inleiding Voor Duits op Havo-niveau moeten de leerlingen onderstaande vaardigheden beheersen: Leerjaar 4: Beheersingsniveau Leesvaardigheid: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten. Beheersingsniveau Luistervaardigheid: Leerling kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen ( die persoonlijk, de familie en directe concrete omgeving betreffen) wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over eigen persoon, familie, omgeving en situaties) Leerling kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Beheersingsniveau Spreekvaardigheid: Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). Beheersingsniveau Schrijfvaardigheid: Leerling kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven. Leerling kan formulieren invullen, korte eenvoudige notities opschrijven. Leerling kan persoonlijke brieven schrijven (groeten, bedanken, uitnodigen, afzeggen, eigen gegevens.
Leerjaar 5: Beheersingsniveau Leesvaardigheid: Kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit zeer frequente dagelijkse, of aan het werk gerelateerde taal. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. Tekstkenmerken receptief Beheersingsniveau Luistervaardigheid: Leerling kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Leerling kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. Beheersingsniveau Spreekvaardigheid: Leerling kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Leerling kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin zijn standpunten uitleggen en ondersteunen. Leerling kan zichzelf vloeiend en spontaan in het Duits uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Leerling kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Leerling kan ideeën en meningen met precisie formuleren en zijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren. Beheersingsniveau Schrijfvaardigheid: Leerling kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die hij/zij in gedachten heeft. Leerling kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Leerling kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin hij een zaak weergeeft in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Leerling kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
Toetsen SE1 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 101
Leerstof: 1 uur Cijfer Ja 1
Leesvaardigheid Korte berichten, actualiteiten - kranten, eigen gemaakt materiaal, Citooefenmateriaal, Dit wordt afgesloten met de Voortgangstoets I Cito. - Luistervaardigheid: We maken gebruik van nieuws en actualiteiten, we sluiten af met Citooefentoetsen op ERK Luisteren Niveau A1 - Schrijfvaardigheid: Grammatica, bij ieder onderdeel volgt een Schriftelijke Overhoring (SO) - Spreekvaardigheid: We oefenen middels korte gesprekken in de lessen. - Examenidioom: De woordkennis wordt met Schriftelijke Overhoringen getoetst. - Extra: Duitse film / opdrachten leesdossier In deze periode worden alle toetsen tijdens de lessen afgenomen en telt voor 50% van het cijfer. Deze zijn niet herkansbaar. In de SE week wordt een toets leesvaardigheid afgenomen. Deze toets is herkansbaar en telt voor 50% van het cijfer.
8
Programma van toetsing en afsluiting SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 1 uur Cijfer Ja 1
201
Leesvaardigheid - Leesvaardigheid: zie SE1 Dit wordt afgesloten met de Voortgangstoets II Cito. - Luistervaardigheid: zie SE1 - Schrijfvaardigheid: zie SE1 - Spreekvaardigheid: We oefenen middels korte gesprekken in de lessen, waarbij je nu je mening moet kunnen verwoorden. - Examenidioom: De woordkennis wordt met Schriftelijke Overhoringen getoetst. - Extra: Duitse film / opdrachten leesdossier In deze periode worden alle toetsen tijdens de lessen afgenomen en deze tellen voor 50%. Deze zijn niet herkansbaar. In de SE week wordt een toets leesvaardigheid afgenomen. Deze toets is herkansbaar en telt voor 50% van het cijfer.
SE3 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Cijfer Ja 1
Luistervaardigheid Tijdens de SE-week wordt een toets luistervaardigheid afgenomen. Deze toets bepaalt voor 50% het SE cijfer. De tijdens de lessen afgenomen SO's voor grammatica, idioom en leesvaardigheid en literatuurtoets "Romantiek" bepalen ook 50% van het SE cijfer.
301
leerstof: zie SE1 en 2
SE4 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 uur Cijfer Ja 2
Gespreksvaardigheid In SE 4 wordt de spreekvaardigheid beoordeeld. Dit bestaat uit twee onderdelen: Gespreksvaardigheid en Monoloog. Dit wordt onder lestijd afgenomen. Het cijfer bepaalt voor 50% het SE-cijfer. De onderdelen Grammatica, Examenidioom, Lees- en Luistervaardigheid worden tijdens de lessen schriftelijk overhoord. Tijdens de SE week wordt een leesvaardigheidstoets afgenomen. Het resultaat van deze onderdelen bepaalt eveneens 50% van het SE cijfer. Van de 3 onderdelen is slechts 1 onderdeel herkansbaar.
401
Leerstof: Voor grammatica gebruiken we "Genau", basisgrammatica Duits, Kapitel 1-8.
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof: 2 uur Cijfer Ja 1
Schrijfvaardigheid In de SE 5 -week wordt de toets voor schrijfvaardigheid afgenomen. Hierbij moet een brief geschreven worden. Dit bepaalt voor 50% het SE-cijfer. Alle anderen toetsen worden tijdens de lessen afgenomen. Dit betreft Examenidioom, Oefenbrieven en Leesvaardigheid. Ook deze bepalen voor 50% het SE-cijfer.
501
Leerstof: ERK oefenmateriaal schrijfvaardigheid SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor: 601
Leerstof:
Cijfer Ja 2
Leesvaardigheid In de SE 6 - week wordt de toets voor Leesvaardigheid afgenomen. Deze bepaalt 50% van het SE-cijfer. Alle anderen toetsen, examenidioom en signaalwoorden worden tijdens de lessen afgenomen. Die bepalen ook 50% van het SE-cijfer. Leerstof: oefeningen examenteksten en Voortgangstoets 5 Cito
9
Programma van toetsing en afsluiting Vak:Natuurkunde Inleiding Bij natuurkunde leren de leerlingen verschijnselen in de natuur te verklaren. Hierbij speelt de wiskunde een grote rol. In ieder geval wordt de lesstof die nodig is voor het centraal-examen behandeld. Deze stof staat beschreven in de Syllabus Centraal Examen van het CEVO (zie www.examenblad.nl). Het schoolexamen Natuurkunde bestaat uit vier toetsen en 3 praktische opdrachten. Praktische opdrachten worden ingeleverd op een datum buiten de SEweken die door de docent wordt opgegeven. Deze zijn, opdat ze gekoppeld zijn aan de lessen en praktica, niet herkansbaar. Ook zullen er voortgangstoetsen worden afgenomen. Het CEVO heeft 5 domeinen gespecificeerd binnen het HAVO natuurkunde programma: A: Vaardigheden (dit domein komt bij alle andere domeinen terug) B: Elektrische processen C: Licht en geluid D: Kracht en Beweging E: Materie en energie Behandelde lesstof kan terugkomen in elke toets die plaatsvindt na het behandelen van de stof. Bij praktische opdrachten kan het zo zijn dat de leerling zich zal moeten inwerken in de stof. Onderstaande planning is onder voorbehoud afhankelijk van het verloop van de lessen. Mochten er wijzigingen in het programma plaatsvinden dan wordt dit door de docent tijdig medegedeeld aan de leerlingen. Leerjaar 4: Wij starten het jaar met Basisvaardigheden. Vervolgens gaan wij bezig met het onderwerp beweging waarop een praktische opdracht volgt (SE-1). Wij zullen daarna met het onderwerp licht een start maken. De behandelde stof zal worden getoetst in SE-2. Na de kerstvakantie bouwen wij voort op het onderwerp kracht en beweging en maken wij een begin aan Materie en energie. Hierna doen wij het onderwerp elektriciteit waarnaar een praktische opdracht volgt over een onderwerp naar keuze. De behandelde stof zal worden getoetst in SE-3. Leerjaar 5: Aan het begin van het 5e leerjaar beginnen wij met het onderwerp regelsystemen en signaalverwerking. Hierover volgt een praktische opdracht. Deze telt mee bij SE-4. Na de herfstvakantie wordt het onderdeel straling, gezondheid en kernenergie behandeld. Dit wordt afgesloten met een toets in SE-5. Hierna zal het onderwerp trillingen en golven worden behandeld. In maart wordt er een toets gemaakt (SE-6) waarin alle stof op examenniveau wordt getoetst. In de periode vanaf SE-6 tot aan het examen zal er aan de voorbereiding voor het centraal examen worden gewerkt.
Toetsen SE1 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Beweging Deze praktische opdracht zal gaan over het onderwerp beweging. Er zal gebruik worden gemaakt van videometen.
Leerstof:
Basisvaardigheden, beweging, licht Deze toets zal gaan over de tot dan toe behandelde stof. De nadruk zal liggen op de domeinen A, D en C.
Leerstof:
Kracht, beweging, elektriciteit Deze toets zal gaan over de tot dan toe behandelde stof. De nadruk zal liggen op de domeinen D en B.
2 weken Cijfer Nee 1
101
SE2 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 1
201
SE3 Toets/Praktijkopdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 min/2 weken Cijfer Ja 2
Vrij onderwerp Deze praktische opdracht zal gaan over een zelfgekozen onderwerp.
301
De toets en de praktische opdracht maken ieder 50% uit van het SE cijfer.
8
Programma van toetsing en afsluiting SE4 Praktische opdracht Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
Leerstof:
Regelsystemen en signaalverwerking Deze praktische opdracht zal gaan over het onderwerp ‘Regelsystemen en signaalverwerking’ (systeembord).
Leerstof:
Materie en energie Deze toets zal gaan over de tot dan toe behandelde stof. De nadruk zal liggen op domein E.
Leerstof:
Alle behandelde stof Alle behandelde stof wordt op examenniveau getoetst.
120 minuten Cijfer Nee 1
401
SE5 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 minuten Cijfer Ja 1
501
SE6 Toets Tijdsduur: Wijze van beoordeling: Herkansbaar: Weegfactor:
120 min Cijfer Ja 1
601
9