Programma van Toetsing en Afsluiting

model 4544-PT3

Programma van Toetsing en Afsluiting doubleurs extra vak overstap vrijstellingen voor de studie in 2014-2015

vmbo havo vwo

september 2014 definitieve versie

I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 1 van 40

Inhoudsopgave Inleiding

3

Van brugklas 2hm naar vmbo 3

4

Ontheffing 2e mvt in brugklas 2 havo/mavo

5

Van vmbo 3 naar vmbo 4

7

Van havo 3 naar vmbo 4

8

Vrijstelling gezakte leerlingen in vmbo 4

11

Vrijstelling doubleurs en gezakte leerlingen in de 2e fase Vrijstelling Onderwijstijd en alternatief onderwijsprogramma Praktische opdrachten en dossieronderdelen bij overige vakken Profielwerkstuk Vrijstellingsmogelijkheden Procedure

12

Extra vak

16

Vakwisseling tijdens de studie in vmbo en 2e fase Vakwisseling Procedure Boekenverstrekking Vwo 4: wiskunde-CA en wiskunde-B Vwo 4: wisseling van N-richting naar M-richting Inhaalschema voor leerlingen in 2012-2013 in vwo 4 zaten Inhaalschema voor leerlingen in 2013-2014 in vwo 4 zitten

17

Aanmeldingsprocedure voor havo 4 en vwo 5 Toelatingscommissie Toelating tot havo 4 met vmbo 4 diploma Toelating tot vwo 5 met havo 5 diploma Nadere eisen aan toelating tot vwo 5 met havo 5-diploma Deficiënties in leerstof en schoolexamenonderdelen

22

Rekentoets Ontheffingsregeling tweede moderne vreemde taal vwo 5 en 6

28 30

Niet deelnemen aan centraal examen Vrijstelling gymnastiek Faciliteiten voor leerlingen met een handicap

32 33 35

Gebruik Kurzweil/Sprint in de klas

39


Inleiding Dit boekje is bedoeld voor leerlingen die doubleren, niet slagen voor het examen, vakken willen wisselen of hun studie willen voortzetten in een andere afdeling, bijvoorbeeld de afdeling vwo na de havo. Voor docenten, teamleiders en decanen biedt dit boekje een overzicht van alle afspraken en regels die hiervoor op het St-Gregorius College gelden. Leerlingen die hun studie in een andere afdeling voortzetten of overstappen naar een ander vak, hebben altijd te maken met overstapproblemen. Dat betekent voor de overstappende leerlingen extra werk. De leerling is zelf verantwoordelijk voor dat extra werk, waarbij de school natuurlijk enige ondersteuning biedt. Leerlingen die overwegen over te stappen doen er goed aan hierover uitgebreid hun decaan te raadplegen. De decanen beschikken over alle informatie die voor de vakkenkeuze van belang is, overstapproblemen, welke leerstof moet worden bijgewerkt en wat de gevolgen zijn voor het vervolgonderwijs.


Van brugklas 2hm naar vmbo 3 Leerlingen die naar vmbo3-tl gaan, maken een keuze tussen Frans en aardrijkskunde. Leerlingen die van plan zijn met hun vmbo-diploma verder te gaan naar de havo, moeten zich bij hun keuze in brugklas 2hm het volgende realiseren: - als je in vmbo 3 geen aardrijkskunde kiest o kun je op de havo geen aardrijkskunde meer kiezen o en als je op de havo het profiel CM (Cultuur & maatschappij) wilt doen, ben je verplicht op de havo óf economie óf maatschappijwetenschappen te kiezen o en als je op de havo het profiel EM (Economie & maatschappij) wilt doen, moet je op de havo óf Duits óf Frans óf maatschappijwetenschappen óf management & organisatie kiezen o en als je op de havo het profiel NG (Natuur & gezondheid) wilt doen, moet je op de havo natuurkunde kiezen - als je in vmbo 3 geen Frans kiest o kun je op de havo geen Frans meer kiezen o en je wilt op de havo het profiel CM (Cultuur & maatschappij) doen, ben je verplicht op de havo Duits te doen en een keuze te maken uit óf tekenen óf muziek o en als je op de havo het profiel EM (Economie & maatschappij) wilt doen, moet je op de havo óf aardrijkskunde óf Duits óf maatschappijwetenschappen óf management & organisatie kiezen


Ontheffing 2e mvt in brugklas 2 havo/mavo Ten aanzien van aanvragen om ontheffing voor het volgen van een tweede moderne vreemde t aal (mvt) geldt het volgende: In het Inrichtingsbesluit WVO, artikel 22 (zie hieronder) staat het wettelijk kader aangegeven. Gezien de inrichting van het onderwijs op het StGregorius en dit wettelijk kader volgt hieruit dat er voor ontheffing in beginsel alléén mogelijkheden zijn bij doorstroom naar de afdeling vmbo. Gezien de pre-keuze t.a.v. het vakkenpakket voor 3- en 4-vmbo TL (d.w.z. de verplichte keuze Frans/aardrijkskunde in 3-vmbo TL) betreft het uitsluitend een eventuele ontheffing voor het vak Frans in brugklas 2-havo/mavo. Beleid: 1. Er wordt géén ontheffing van het volgen van lessen in de tweede mvt (hier: Frans) gegeven. De leerling volgt in klas 2-havo/mavo het hele schooljaar de reguliere lessen Frans èn Duits 2. De leerling wordt tijdens de overgangsvergadering besproken (‘bijzondere gevallen’, zie Protocol overgangsvergadering swp 2305 bij ‘Voor de overgangsvergadering punt 2’ en bij ‘Tijdens de overgangsvergadering punt m’) 3. Indien het eindcijfer van de 2e mvt (hier: Frans) van de leerling onvoldoende is en een bevordering naar 3-vmbo-TL onmogelijk maakt kan de leerling toch bevorderd worden indien: a. de leerling beschikt over een dyslexieverklaring waarin het advies tot ontheffing van de 2e mvt is opgenomen, b. naar het oordeel van de teamleider en de docent-2e mvt de leerling naar behoren en naar best vermogen de lessen heeft gevolgd en de leerstof zich heeft eigen gemaakt en c. uit het toepassen van een naar verhouding aangepaste overgangsnorm bij het laten vervallen van het cijfer voor de 2e mvt blijkt dat de leerling bevorderd kan worden naar 3-vmbo-TL. d. T.a.v. de pre-keuze voor het vakkenpakket in 3-vmbo (mavo) betekent dit automatisch de keuze voor het vak aardrijkskunde 4. Bevordering: a. Indien de leerling volgens punt 3 wordt bevorderd naar 3-vmbo, wordt op het eindrapport géén cijfer voor het betreffende 2e mvt genoteerd! De vermelding op het rapport is: “wordt bevorderd naar 3-vmbo”. b. Indien de leerling niet wordt bevorderd of afstroomt naar een lagere afdeling/schooltype (vmbo-GL , vmbo-KB of vmbo-BB) wordt het eindcijfer wèl genoteerd en is de vermelding op het eindrapport “wordt niet bevorderd”. I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 5 van 40

Achtergrondinformatie Inrichtingsbesluit WVO artikel (21 en) 22: 1. VMBO in de eerste twee leerjaren (Inrichtingsbesluit WVO, artikel 22) Behalve voor leerlingen die naar de verwachting van het bevoegd gezag doorstromen naar de basisberoepsgerichte leerweg, is in het vmbo in de eerste twee leerjaren Frans of Duits als tweede moderne vreemde taal verplicht. Scholen mogen zelf kiezen welke van deze twee zij aanbieden, maar mogen ook beide talen aanbieden. Voor het volgen van alleen Frans of alleen Duits is geen ontheffing nodig. Vrijstelling voor Frans én Duits is niet mogelijk voor dyslectische leerlingen. Wel kan de school in de eerste twee leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor de moderne vreemde talen. De school moet hierbij wel rekening houden met de doorstroommogelijkheden van de leerling. Alleen in een aantal specifieke gevallen - en dan gaat het niet alleen om leerlingen met dyslexie - zijn er wel mogelijkheden om ontheffing te krijgen voor Frans én Duits. Dit geldt voor:  Leerlingen die Spaans, Arabisch of Turks volgen;  Leerlingen die buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs hebben gevolgd, en daarbij geen of te weinig onderwijs in Frans of Duits hebben gekregen. Leerlingen kunnen via deze regel alleen ontheffing krijgen van de tweede moderne vreemde taal wanneer zij voor de eerste maal tot een school voor vbo of mavo zijn toegelaten en zijn geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste. 2. Havo en vwo in de eerste drie leerjaren (Inrichtingsbesluit WVO, artikel 21) In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen. Wel kan de school in de eerste drie leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor moderne vreemde talen. De school moet hierbij wel rekening houden met de doorstroommogelijkheden van de leerling. Alleen in een aantal specifieke gevallen – en dan gaat het niet alleen om leerlingen met dyslexie - is er een aantal mogelijkheden voor ontheffingen:  Leerlingen die Spaans, Russisch, Italiaans, Arabisch of Turks volgen kunnen ontheffing krijgen voor Frans óf Duits. Het is niet mogelijk beide vakken te vervangen;  Leerlingen die buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs hebben gevolgd en daarbij geen of te weinig onderwijs in Frans of Duits hebben gekregen kunnen ontheffing krijgen voor Frans, Duits of beide talen;  Leerlingen kunnen via deze regel alleen ontheffing krijgen wanneer zij voor de eerste maal tot een school voor havo of vwo zijn toegelaten en zijn geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste.


Van vmbo 3 naar vmbo 4 Leerlingen die van plan zijn met hun vmbo-diploma verder te gaan naar de havo, moeten zich bij hun keuze in vmbo 3 het volgende realiseren: - als je een van de volgende vakken op het vmbo hebt laten vallen, kun je deze op de havo niet meer kiezen:  Frans en Duits  geschiedenis  aardrijkskunde  wiskunde  natuurkunde  scheikunde  economie - als je geen wiskunde kiest, kun je op de havo alleen het profiel CM (Cultuur & maatschappij) doen


Van havo 3 naar vmbo 4 [model 053_14_overstap] Algemeen Bij de overstap van havo 3 naar vmbo 4 verlaat je de havo-afdeling en ga je verder in de afdeling vmbo aan de Nobeldwarsstraat. Vmbo 4 is een eindexamenjaar. Dat betekent dat er een goede werkhouding en inzet van je verwacht wordt. De overgangsvergadering heeft voldoende vertrouwen in je inzet en werkhouding om je te bevorderen naar vmbo 4. Omdat het lesprogramma in havo 3 enigszins verschilt van dat in vmbo 3, zul je een aantal onderdelen moeten bijwerken en inhalen. Bovendien is voor enkele vakken het schoolexamen al in vmbo 3 begonnen. Die onderdelen zul je ook moeten bijwerken en inhalen. De eerste toetsperiode voor het schoolexamen in vmbo 4 is in de 5e of 6e schoolweek van het nieuwe lesjaar. Welke onderdelen jij moet inhalen, hangt natuurlijk af van de sector die je in vmbo 4 gaat doen en van de twee vakken in het vrije deel. Daarover heb je met je decaan en je ouders/verzorgers overlegd. Hieronder is per vak aangegeven wat er moet gebeuren. Vakken waarvoor je niets hoeft bij te werken of in te halen Voor de vakken Frans, Duits, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuur- en scheikunde-1 (in havo 3 heet dit vak natuurkunde) en natuur-en scheikunde-2 (scheikunde), hoef je niets bij te werken of in te halen. Uiteraard zijn er wel kleine accentverschillen, maar met de kennis die je in havo 3 hebt opgedaan, kun je uitstekend in vmbo 4 uit de voeten. VOOR IEDEREEN Kunstzinnige Vorming 1 (kv1); inhaalmodule mkv Dit vak bestaat in havo 3 niet. Het heeft betrekking op kunst en cultuur. Sommige onderdelen van kv1 zijn in havo 3 aan bod gekomen bij het vak tekenen en bij enkele culturele activiteiten. In het vmbo is kv1 een verplicht vak. Je kunt alleen je vmbo-diploma behalen als je het vak kv1 ‘voldoende’ (‘v’) of ‘goed’ (‘g’) hebt afgesloten. Vmbo 3-leerlingen sluiten het vak af aan het eind van vmbo 3. Overstappers moeten dit vak dus inhalen. Op het rooster vind je vanaf de herfstvakantie tot en met januari het lesuur mkv. Tijdens dit uur werk je aan activiteiten of heb je een gesprek met je begeleider. De volgende regeling geldt:


ONDERWERP beeldende kunst toegepaste kunst architectuur

WAT NOG DOEN? Niets Niets

BEOORDELING

eindrapportcijfer tekenen havo 3 wordt ‘o’, ‘v’ of ‘g’

Niets

Je werkt alleen of in een groepje van twee of drie. Je bezoekt drie activiteiten: theater theatervoorstelling, dansvoorstelling, muziekuitvoering, museumbezoek. Van dans iedere activiteit maak je een verslag. Alle verslagen moeten uiterlijk op 3 december 2014 zijn ingeleverd. Het definitieve muziek verslag moet uiterlijk op 7 januari 2015 zijn ingeleverd. Als het definitieve museumbezoek verslag niet op 7 januari 2017 is ingeleverd of niet in orde is, wordt er één herkansing in mindering gebracht. Na een afrondend gesprek krijg je de beoordeling ‘v’ of ‘g’. Totale tijdsinvestering: 15 klokuren.

WAT ALS BEOORDELING ‘O’? Je ontvangt van je docent kv1 een extra opdracht, die vóór de kerstvakantie met ‘v’ of ‘g’ moet zijn beoordeeld

film

Je ontvangt van je docent kv1 een aanvullende opdracht die uiterlijk op 7 januari 2015 moet zijn ingeleverd en met ‘v’ of ‘g’ moet zijn beoordeeld

Nederlands In vmbo 3 hebben de leerlingen al 2 opdrachten gemaakt, dus er moet worden ingehaald: Handelingsdeel 1: uiterlijk woensdag 10 september 2014 vóór 15.30 uur - boekverslag 1 - het boek “De gelukvlinder” van Edward van den Vendel Handelingsdeel 2: uiterlijk woensdag 10 september 2014 vóór 15.30 uur – boekverslag 2 – kies een boek uit de literatuurlijst (zie bijlage). Tip: lees deze boeken in de zomervakantie! Maatschappijleer; inhaalmodule mma Maatschappijleer is een verplicht vak in vmbo 3 en vmbo 4 met een schoolexamen. Zowel in vmbo 3 als in vmbo 4 zijn er schoolexamentoetsen, die samen een eindcijfer opleveren. Dit eindcijfer telt mee voor het slagen of zakken voor het vmbo-diploma. Diverse onderwerpen van het vak maatschappijleer zijn in modules in havo 3 aan bod gekomen, maar enkele onderdelen mis je. Daartoe wordt voor overstappers één lesuur per week extra maatschappijleer gegeven vanaf de herfstvakantie tot de krokusvakantie (op je rooster te vinden onder de naam mma). Voor elke les krijg je ongeveer één klokuur per week extra werk en voorbereidingswerk. Deze lessenserie wordt afgesloten met een schoolexamentoets, die voor 50% het eindcijfer I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 9 van 40

bepaalt. Deze afsluitende toets vindt plaats tijdens de eerste mma-les ná de krokusvakantie. De overige 50% van het eindcijfer behaal je door schoolexamentoetsen in vmbo 4. Grote praktische opdrachten GPO Om het vmbo-diploma te behalen is het verplicht dat je twee grote praktische opdrachten (werkstukken) maakt. Als overstapper vanuit havo 3 heb je in havo 3 bij scheikunde een praktische opdracht gedaan (die in dat geval meetelt voor het vmbo) en een opdracht in het kader van maatschappijleer. Het eindcijfer van maatschappijleer telt als praktische opdracht voor het vmbo. Sectorwerkstuk Iedere vmbo-leerling dient een sectorwerkstuk (=sws) te maken van 20 klokuren. Dit is een werkstuk dat in vmbo 4 wordt gemaakt. In de eerste periode van vmbo 4 wordt gestart met het sws. In het kader van het sws loop je één dag stage en bezoek je een of meer mbo-scholen. Een vakdocent uit je sector zal jouw begeleider zijn. Afhankelijk van je sectorkeuze Biologie; inhaalmodule mbi In tegenstelling tot havo 3 is in vmbo 3 wel het vak biologie gegeven. Deze lesstof moet bijgewerkt worden. In vmbo 4 wordt voor overstappers één lesuur per week extra biologie gegeven tot aan de kerstvakantie. Deze module vind je op je rooster onder naam mbi. In deze ongeveer 15 lessen wordt de lesstof van vmbo 3 behandeld. De lesstof wordt zó ingedeeld dat je goed bent voorbereid op de schoolexamentoetsen. Buiten deze ingeroosterde lessen zul je natuurlijk ook zelf onderdelen moeten bestuderen. Economie In havo 3 wordt één uur minder economie gegeven dan in vmbo 3. Je hebt dus een kleine achterstand in de lesstof. Om die achterstand in te halen ontvang je van je economiedocent extra opdrachten die je binnen de economielessen moet verwerken bovenop de reguliere lesstof. Meer informatie? Voor meer informatie kun je terecht bij je teamleider mevrouw Klomp, de teamleider vmbo, mevrouw Gilissen.


Vrijstelling gezakte leerlingen in vmbo 4 Leerlingen die voor vmbo 4 zijn gezakt en voor de tweede maal het eindexamenjaar vmbo 4 gaan volgen, kunnen vrijstelling aanvragen voor het vak maatschappijleer, mits het eindcijfer 7 of hoger is. Ook vrijstelling voor het sectorwerkstuk is mogelijk mits de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ is. Procedure 1. Leerling ontvangt tijdens het gesprek over voortzetting van de studie in vmbo 4 als doubleur het ‘Aanvraagformulier vrijstellingen gezakten vmbo 4’ (model 056). 2. Leerling levert dit formulier ingevuld en ondertekend in bij de teamleider, uiterlijk op de laatste vrijdag vóór de zomervakantie. 3. Teamleider retourneert aan leerling een kopie voor akkoord. 4. Teamleider stuurt een kopie door naar administratie (zie stappenplan op model). 5. Teamleider archiveert origineel in leerlingdossier. Deze regeling is in het Examenreglement beschreven: Artikel 13: Kandidaten die voor de tweede keer vmbo 4 volgen 13.1 Voor kandidaten, die voor de tweede keer vmbo 4 doen, komen alle bestaande beoordelingen van onderdelen in het examendossier van vmbo 4 te vervallen met uitzondering van de in lid 2 en 3 vermelde onderdelen. 13.2 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht de beoordeling voor het sectorwerkstuk te handhaven, mits er sprake is van een beoordeling van ‘voldoende’ of ‘goed’. 13.3 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht om vrijstelling te verzoeken voor het vak ma, mits er sprake is van een eindcijfer van 7 of hoger. 13.4 De kandidaat geeft bij de examencommissie binnen 10 schooldagen na aanvang van het schooljaar aan dat hij gebruik wenst te maken van de in dit artikel omschreven rechten.


Vrijstelling doubleurs en gezakte leerlingen in de 2e fase Vrijstelling Leerlingen die voor de tweede keer een leerjaar in de 2e fase volgen, kunnen vrijstelling aanvragen voor enkele vakken. In onderstaand schema is aangegeven welke mogelijkheden er zijn. Onderwijstijd en alternatief onderwijsprogramma Omdat iedere leerling dient te voldoen aan de wettelijke eisen t.a.v. onderwijstijd, worden de gevolgen van de verleende vrijstellingen m.b.t. de onderwijstijd doorgerekend. Indien er een tekort is aan onderwijstijd, wordt de leerling verplicht aanvullende onderwijsactiviteiten te doen. De leerling is zelf verplicht aan te tonen dat hij/zij deze onderwijsactiviteiten heeft volbracht door het invullen van model 046 ‘Lesvervangingskaart’. De teamleider kan daartoe de volgende aanvullende activiteiten vastleggen:  nieuw vak: een vak, dat de leerling nog niet in het vakkenpakket heeft (deze keuze is alleen mogelijk als het rooster en de groepsgrootte dit toelaat) [aantal lesuren conform lessentabel resp. aantal lesuren dat mogelijk is conform inroostering]  taalondersteuning (middels computerprogrammatuur in de mediatheek) [maximaal 1 lesuur per week]  extra onderwijsactiviteiten voor een vak, waarin de leerling zwak is middels zelfstudie in de mediatheek op een vast tussenuur in de week volgens tevoren gemaakte planning [maximaal 1 lesuur per week]  werken aan het profielwerkstuk o.l.v. een vaste begeleider [maximaal 80 klokuren] Praktische opdrachten en dossieronderdelen bij overige vakken Bij de overige vakken kan een beoordeling van 7.0 of hoger voor een praktische opdracht gehandhaafd blijven. Die praktische opdracht hoeft dan niet meer opnieuw te worden gemaakt. Ook onderdelen van het kunstdossier kunnen gehandhaafd blijven mits de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ was. Profielwerkstuk Als een leerling in het eindexamenjaar een 7 of hoger voor het combinatiecijfer heeft behaald, kan de leerling ervoor kiezen die beoordeling van het profielwerkstuk te handhaven. De leerling is dan vrijgesteld van activiteiten die betrekking hebben op het profielwerkstuk. I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 12 van 40

Vrijstellingsmogelijkheden [uit model 056] Doubleur havo 4

Doubleur vwo 4

Lessen blijven verplicht, maar vrijstelling (op onderdelen) voor  Onderdelen kunstdossier ckv, mits beoordeling 7.0 of hoger resp. ‘voldoende’ of ‘goed’  Praktische opdrachten met beoordeling 7.0 of hoger (als de stofomschrijving niet veranderd is)

Vrijstelling van lessen*  ckv mits beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’  gd mits eindcijfer 7 of hoger De doublerende leerling werkt in het tweede havo-4jaar aantoonbaar en verplicht aan extra studieactiviteiten en/of het profielwerkstuk.

 Onderdelen kunstdossier ckv, mits beoordeling 7 of hoger resp. ‘voldoende’ of ‘goed’  Praktische opdrachten met beoordeling 7.0 of hoger (als de stofomschrijving niet veranderd is) Bij vrijstelling voor onderdelen van het kunstdossier ckv werkt de doublerende leerling aan de culturele activiteiten zoals beschreven in het PTA voor vwo 5; de verplichting van het volgen van de lessen ckv blijft.  Onderdelen kunstdossier ckv, mits beoordeling 7 of hoger resp. ‘voldoende’ of ‘goed’  Praktische opdrachten met beoordeling 7.0 of hoger (als de stofomschrijving niet veranderd is)

 ckv mits beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’  gd mits de praktische opdracht voor gd (40%) een beoordeling 7.0 of hoger heeft en/of het eindcijfer voor gd 7 of hoger is De doublerende leerling werkt in het tweede vwo-5jaar aantoonbaar en verplicht aan extra studieactiviteiten en/of het profielwerkstuk. Gezakt  Onderdelen kunstdossier ckv, mits  in mits het eindcijfer 6 of havo 5 of beoordeling 7 of hoger resp. hoger is vwo 6 ‘voldoende’ of ‘goed’  kubv en kumu mits het  Praktische opdrachten met eindcijfer voor het beoordeling 7.0 of hoger (als de schoolexamen 6.0 of hoger is stofomschrijving niet veranderd is)  profielwerkstuk mits het combinatiecijfer 7 of hoger is * De teamleider bepaalt welke activiteiten resp. lessen komen in plaats van de vrijgestelde lessen. Op het aanvraagformulier voor vrijstellingen (model 056) is aangegeven welke mogelijkheden er zijn. Doubleur vwo 5


Procedure 1. Gezakt voor havo 5 of vwo 6: leerling ontvangt tijdens het gesprek over voortzetting van de studie in havo 5 resp. vwo 6 als doubleur het ‘Aanvraagformulier vrijstellingen doubleurs en gezakten 2e fase’ (model 056) met een SE-overzicht waarop omcirkeld is welke schoolexamenonderdelen resp. vakken voor vrijstelling in aanmerking komen. 2. Doubleur havo 4 of vwo 4 of 5: leerling ontvangt aan het begin van het nieuwe schooljaar het ‘Aanvraagformulier vrijstellingen doubleurs en gezakten 2e fase’ (model 056) met een SE-overzicht waarop omcirkeld is welke schoolexamenonderdelen resp. vakken voor vrijstelling in aanmerking komen. 3. Leerling levert dit formulier ingevuld en ondertekend in bij de teamleider, uiterlijk één week na ontvangst. 4. Teamleider retourneert aan leerling een kopie voor akkoord. 5. Teamleider stuurt een kopie door naar administratie (zie stappenplan op model). 6. Teamleider archiveert origineel in leerlingdossier. Deze regeling is in het Examenreglement beschreven: Artikel 13: Kandidaten die voor de tweede keer havo 5 of vwo 6 volgen 13.1 Voor kandidaten, die voor de tweede keer havo 5 of vwo 6 doen, komen alle bestaande beoordelingen van onderdelen in het examendossier van havo 5 resp. vwo 6 te vervallen met uitzondering van de in artikel lid 2, 3, 4 en 5 vermelde onderdelen. 13.2 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht de beoordeling voor onderdelen van het kunstdossier voor het vak ckv en onderdelen van andere in het PTA vermelde dossiers te handhaven, mits er sprake is van een beoordeling van 7.0 of hoger respectievelijk ‘voldoende’ of ‘goed’. 13.3 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht om vrijstelling te verzoeken voor het profielwerkstuk (mits het combinatiecijfer 7 of hoger is) en het vak in (mits het eindcijfer 6 of hoger is). 13.4 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht om vrijstelling te verzoeken voor het onderwijsprogramma van kunst (beeldende vormgeving) en kunst (muziek), voor zover dit niet onderdelen betreft van kunst (algemeen) en mits het eindcijfer van het schoolexamen 6.0 of hoger is. 13.5 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht de beoordeling van praktische opdrachten, die beoordeeld zijn met een 7.0 of hoger, te handhaven tenzij de vakdocent verklaart dat de stofomschrijving zodanig is veranderd dat de reeds gemaakte praktische opdracht dient te vervallen. 13.5 Deze kandidaat geeft bij de examencommissie binnen 10 schooldagen na aanvang van het schooljaar aan dat hij gebruik wenst te maken van de in dit artikel omschreven rechten.


Artikel 14: Zittenblijvers havo 4, vwo 4 en vwo 5 14.1 Voor leerlingen, die voor de tweede keer havo 4, vwo 4 of vwo 5 doen, komen alle bestaande beoordelingen van onderdelen in het examendossier van havo 4, resp. vwo 4 resp. vwo 5 te vervallen met uitzondering van de in lid 2, 3 en 4 vermelde onderdelen. 14.2 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht de beoordeling voor onderdelen van het kunstdossier voor het vak ckv, het bewegingsdossier voor het vak lo en onderdelen van andere in het PTA vermelde dossiers te handhaven, mits er sprake is van een beoordeling van 7.0 of hoger respectievelijk ‘voldoende’ of ‘goed’. 14.3 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht om vrijstelling te verzoeken voor het vak gd in havo 4 (mits het eindcijfer 7 of hoger is), het vak gd in vwo 5 (mits het eindcijfer 7 of hoger is en/of de in vwo 5 gemaakte praktische opdracht (40%) 7.0 of hoger is) en/of het vak ckv in havo 4 of vwo 5 (mits de eindbeoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ is). 14.4 Deze kandidaat heeft eenmalig het recht de beoordeling van praktische opdrachten, die beoordeeld zijn met een 7.0 of hoger, te handhaven tenzij de vakdocent verklaart dat de stofomschrijving zodanig is veranderd dat de reeds gemaakte praktische opdracht dient te vervallen. 14.5 Deze kandidaat geeft bij de examencommissie binnen 10 schooldagen na aanvang van het schooljaar aan dat hij gebruik wenst te maken van de in dit artikel omschreven rechten.


Extra vak Opgeven extra vak Als een leerling naast het verplichte vakkenpakket een of meer extra vakken wil doen, meldt hij/zij dit onmiddellijk na de zomervakantie bij de decaan (het is dus niet mogelijk al vóór de zomervakantie een extra vak op te geven). Procedure Bij de aanvraag van een extra vak gaan we na of het extra vak inpasbaar is in het rooster en of de leerling qua capaciteiten een extra vak aankan. Als het volgen van een extra vak wordt toegestaan, geldt dit alleen voor het lopende schooljaar. Voor de volgende schooljaren wordt de leerling eerst ingedeeld met zijn reguliere pakket, waarna weer wordt bezien of qua rooster en capaciteiten toestemming kan worden gegeven voor het volgen van het extra vak. De kosten van de leermiddelen van het extra vak worden in rekening gebracht bij de ouders/leerling.


Vakwisseling tijdens studie in vmbo en 2e fase Vakwisseling Een enkele keer komt het voor dat een leerling het verzoek indient een van zijn of haar vakken om te ruilen voor een ander vak. In zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming worden gegeven, mits het nieuwe vakkenpakket in het lopende en de volgende schooljaren roostertechnisch mogelijk is, de groepsgrootte uitbreiding mogelijk maakt én de teamleider, de mentor en de ‘ontvangende’ vakdocent voldoende vertrouwen en zekerheid hebben, dat de leerling zelfstandig de achterstallige leerstof kan bijwerken én het alsnog afnemen van de achterstallige schoolexamenonderdelen voor school én leerling redelijkerwijs mogelijk is. Uiteraard kost het bijwerken van het achterstallige vak extra tijd, aandacht en studie van de leerling. Procedure De procedure in dergelijke gevallen is als volgt: 1. de ouders/verzorgers van de leerling dienen een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de teamleider; 2. de teamleider gaat na of het verzoek in behandeling kan worden genomen:  wint informatie in over studieattitude en studieresultaten bij de docent van het vak dat de leerling wil inruilen,  gaat na of de leerling het voorgaande jaar ook met het gewenste nieuwe vak over zou zijn gegaan,  informeert de leerling over de consequenties t.a.v. inhaalprogramma en in te halen schoolexamentoetsen voor het vak dat de leerling wil gaan doen, en  beziet de roostertechnische mogelijkheden 3. in een gesprek van de leerling met de decaan worden de consequenties m.b.t. vervolgonderwijs en beroepskeuze doorgenomen 4. op basis van deze gegevens adviseert de teamleider de directie, die tenslotte een besluit neemt 5. ná de herfstvakantie worden geen aanvragen voor vakwisseling meer in behandeling genomen Boekenverstrekking Voor de regeling t.a.v. de verstrekking van boeken en lesmaterialen dienen ouders en leerlingen kennis te nemen van SWP 2657. Indien na aanvang van het nieuwe schooljaar wijzigingen in het vakkenpakket I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 17 van 40

worden aangebracht, worden de kosten van de leermiddelen van het nieuwe (of extra) vak in rekening gebracht bij de ouder/leerling. Vwo 4: wiskunde CA en wiskunde B Op het vwo zijn er drie soorten wiskunde: wisA, wisB en wisC. In vwo 4 wordt de leerstof van wiskunde als volgt aangeboden: wisA en wisC wiskunde in vwo 4 periode P41 en P42 woensdag vóór de kerstvakantie periode P43 en P44 wiskunde in vwo 5

wisB

in groep wisCA in groep wisB laatste mogelijkheid om over te stappen van groep wisB naar groep wisCA in groep wisCA in groep wisB in groep wisCA

in groep wisB

Leerlingen die in vwo 4 in de groep wisB wiskundeonderwijs genieten, kunnen – naast de mogelijkheid van vakwisseling tot de herfstvakantie tót uiterlijk de woensdag vóór de kerstvakantie vakwisseling aanvragen van de groep wisB naar de groep wisCA. Als die aanvraag wordt gehonoreerd, volgt de leerling met ingang van periode P43 wiskundeonderwijs in de groep wisCA. Ná deze datum is vakwisseling niet meer mogelijk, ook niet aan het eind van vwo 4. Deze leerlingen dienen met ingang van periode P43 in het bezit te zijn van de voor wisA benodigde boeken en materialen:  Moderne wiskunde a/c 9e editie 1v (bovenbouw) druk 1-1, Noordhoff, ISBN 9789001606510 Leerlingen die deze overplaatsing aanvragen dienen zich te realiseren dat  het kiezen van het profiel Natuur&Techniek niet meer mogelijk is;  bij het kiezen voor het profiel Natuur&Gezondheid of Economie&Maatschappij het niet meer mogelijk is het verplichte vak wisA te vervangen door het vak wisB;  de nieuwe boeken niet door de school worden verschaft en dus voor rekening van de ouders zijn;  na de vakwisseling de bij wisB behaalde resultaten meetellen voor de bepaling van het rapportcijfer voor wisA, waarbij toetsen die specifiek wisB zijn ófwel komen te vervallen ófwel opnieuw door de wisA-docent worden beoordeeld (de leerling is verplicht daartoe het repetitiedossier met de betreffende wisB-toetsen aan de wisAdocent ter beschikking te stellen)


Het volgende tijdpad geldt:  tijdens de wiskundelessen wordt informatie gegeven over de verschillen tussen wisA, wisB en wisC  in deze week brengen de vakdocenten wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie een advies uit aan leerlingen en decanen; dit is van belang voor de keuze van het profiel (NG resp. NT) en dientengevolge wisCA resp. wisB  indien nodig in december een gesprek van de leerling met de decaan; op basis van de uitgebrachte adviezen kan het voorkomen dat de decaan dringend adviseert wisB te vervangen door wisCA  uiterlijk woensdag vóór de kerstvakantie: verzoek tot vakwisseling indienen bij de decaan (formulier model 053_18 verkrijgbaar bij decanaat) Vwo 4: wisseling van N-richting naar M-richting In zeer uitzonderlijke gevallen kan het verzoek van een leerling, die een vakkenpakket in de N-richting heeft en op basis van dit vakkenpakket is bevorderd, om in vwo 5 te wisselen naar het profiel CM of EM, ontvankelijk worden verklaard. Een dergelijk gemotiveerd verzoek dient schriftelijk bij de teamleider te worden ingediend uiterlijk op het moment van definitieve vakkenkeuze (in april) In de rapportvergadering aan het eind van periode P43 wordt bezien of het verzoek ontvankelijk is. De leerling dient vervolgens in periode P44 zelfstandig de achterstallige leerstof bij te werken, zodat hij/zij de schoolexamenonderdelen die in vwo 4 dienen te worden afgesloten, kan afsluiten (zie onderstaande tabellen). Uiteraard wordt van de leerling zelf een grote inspanning verwacht om de in te halen leerstofonderdelen bij te werken.


Inhaalschema voor leerlingen die in 2013-2014 in vwo 4 zaten en in vwo 5 een nieuw vak doen SE-onderdeel Omschrijving Aardrijkskunde n.v.t. Arm en Rijk Wonen in Nederland (examenstof CE)

Geschiedenis Diverse toetsen

Kunst beeldende vorming P44 10% P44 5% P44 5%

Leerstof en de in vwo 4 behandelde tijdvakken

Wanneer voor overstappers? Contactpersoon: de heer J. Kolk In P44 resp. P51-P52 (tot de kerstvakantie) enkele toetsen (vraag na bij contactpersoon). Het gemiddelde van de gemaakte toetsen telt mee als dubbele toets bij de berekening van het rapportcijfer. Contactpersoon: de heer K . Hubers Leerling werkt deze leerstof zelf bij. Moet bij het begin van vwo 5 in orde zijn. Contactpersoon: heer R. de Ligt

Praktisch tekenwerk 1: werkstuk rond thema; praktisch werk Praktisch tekenwerk 1: werkstuk rond thema; procesbeschrijving Beeldbeschouwing en beeldanalyse: n.a.v. 4 kunstwerken een beeldanalyse maken

Inleveren laatste week van P44 conform PTA Inleveren laatste week van P44 conform PTA Inleveren laatste week van P44 conform PTA


Inhaalschema voor leerlingen die in 2014-2015 in vwo 4 zitten en in vwo 5 een nieuw vak doen (deze informatie is onder voorbehoud) SE-onderdeel Omschrijving Aardrijkskunde n.v.t. Arm en Rijk Wonen in Nederland (examenstof CE)

Geschiedenis Diverse toetsen

Kunst beeldende vorming P41-P42 5%

P44 10% P44 5%

Leerstof en de in vwo 4 behandelde tijdvakken

Wanneer voor overstappers? Contactpersoon: de heer J. Kolk In P44 resp. P51-P52 (tot de kerstvakantie) enkele toetsen (vraag na bij contactpersoon). Het gemiddelde van de gemaakte toetsen telt mee als dubbele toets bij de berekening van het rapportcijfer. Contactpersoon: mevrouw T. Bhugwandass, de heer K . Hubers Leerling werkt deze leerstof zelf bij. Moet bij het begin van vwo 5 in orde zijn. Contactpersoon: heer R. de Ligt

Beeldbeschouwing en beeldanalyse: n.a.v. 4 kunstwerken een beeldanalyse maken Praktisch tekenwerk 1: werkstuk rond thema; praktisch werk Praktisch tekenwerk 1: werkstuk rond thema; procesbeschrijving

Inleveren laatste week van P44 conform PTA

Inleveren laatste week van P44 conform PTA Inleveren laatste week van P44 conform PTA


Aanmeldingsprocedure havo 4 en vwo 5 [uit swp 1904 leerlingaanmeldingsprocedure] Toelatingscommissie De aanname en toelating van leerlingen wordt door de toelatingscommissie afgehandeld. De toelatingscommissie bestaat uit - de teamleider van de afdeling waarvoor de aanmelding bedoeld is lid - in het geval van aanmelding van een eigen leerling met een vmboresp. havo-diploma voor de afdeling havo resp. vwo: de teamleider van vmbo resp. havo, lid Bij de toelating van een zorgleerling maakt de zorgcoördinator deel uit van de toelatingscommissie als extra lid. In bijzondere gevallen kan de rector op eigen gezag een besluit nemen over de toelating, zonder raadpleging van de toelatingscommissie. Toelating tot havo 4 met een vmbo-diploma De toelating tot havo 4 is als volgt geregeld: 1. De leerling haalt model 1904_E_overstapblad bij teamleider vmbo 4, die uitleg over procedure en formulier geeft en de randvoorwaarden van de overstap bespreekt. 2. De leerling neemt contact op met de decanen en stelt het gewenste vakkenpakket vast. 3. De leerling levert het volledig ingevulde en ondertekende formulier vóór 1 april in bij teamleider havo 4. 4. De toelatingscriteria zijn: a. de eindcijfers (gemiddelde van SE en CE) van de vmbo-vakken zijn voldoende en het gemiddelde is minstens 6.8; b. de eindcijfers van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde zijn elk minstens 6 (bij profielkeuze CM zonder wiskunde: alleen de kernvakken Nederlands en Engels); c. de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde zijn redelijkerwijs geen beletsel bij het behalen van het havo-diploma (i.v.m. de kernvakkenregel in de slaag-zak-regeling); d. het vakkenpakket sluit aan bij het op het vmbo gekozen vakkenpakket (wiskunde voor de profielen EM, NG en NT; Frans/Duits verplicht voor profiel CM met optie Duits/Frans in vrije deel); e. het gewenste vakkenpakket is geldig en inroosterbaar; f. gedrag en studiehouding bieden perspectief op het behalen van het havo-diploma; g. maximaal éénmaal gedoubleerd.


5.

De teamleider vmbo 4 a. vraagt informatie op over gedrag en studiehouding van de leerling; b. gaat na of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de leerling voldoet aan de toelatingscriteria a., b. en c. op basis van de tot dan toe behaalde resultaten en werkhouding en vormt een oordeel over de haalbaarheid van de havo-studie; c. gaat na of de leerling maximaal één keer heeft gedoubleerd; d. onderzoekt of het gewenste vakkenpakket voldoet aan de toelatingscriteria d. en e. 6. Als de leerling toelaatbaar is, wordt deze geplaatst op de overstaplijst. 7. In de week na de definitieve examenuitslag (zie jaaragenda) roept de toelatingscommissie de leerling op en worden criteria, antwoorden, motivatie en het vakkenpakket doorgesproken. 8. De toelatingscommissie neemt een besluit over de definitieve plaatsing op basis van de definitieve gegevens van de bij punt 4. vermelde toelatingscriteria. Voor externe leerlingen geschiedt definitieve plaatsing bij gebleken ruimte na de overgangsvergaderingen van klas 3 naar havo 4. Leerlingen van de eigen school worden bij voorrang geplaatst. Bij ruimtegebrek wordt geloot. 9. De teamleider vmbo 4 communiceert het besluit van de toelatingscommissie naar leerling en ouders/verzorgers. 10. De teamleider vmbo 4 roept de definitief geplaatste leerlingen op voor een gesprek, waarin a. het vakkenpakket wordt bevestigd; b. afspraken worden gemaakt over de bij te werken leerstof en toetsen; deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd; c. model 051-e (schoolleercontract/bevestiging aanmelding) wordt overhandigd en wordt aangegeven dat pas na retourontvangst van het ondertekende contract de plaatsing definitief is; d. informatie wordt verstrekt over de boekenlijst en boekenregeling (swp 2657).


Toelating tot vwo 5 met een havo-diploma De toelating tot vwo 5 is als volgt geregeld: 1. De leerling haalt model 1904_E_overstapblad bij teamleider havo 5, die uitleg over procedure en formulier geeft en de randvoorwaarden van de overstap bespreekt. 2. De leerling neemt contact op met de decanen en stelt het gewenste vakkenpakket vast. 3. De leerling levert het volledig ingevulde en ondertekende formulier vóór 1 april in bij teamleider vwo 5. 4. De toelatingscriteria zijn: a. de eindcijfers (gemiddelde van SE en CE) van de havo-vakken zijn voldoende en het gemiddelde is minstens 6.5; b. de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde zijn redelijkerwijs geen beletsel bij het behalen van het vwo-diploma (i.v.m. de kernvakkenregel in de slaag-zak-regeling); c. het vakkenpakket sluit aan bij het op de havo gekozen vakkenpakket (met o.a. aandacht voor de keuze van wiskunde en de tweede moderne vreemde taal bij profielkeuze CM); d. het gewenste vakkenpakket is geldig en inroosterbaar; e. gedrag en studiehouding bieden perspectief op het behalen van het vwo-diploma; f. maximaal éénmaal gedoubleerd. 5. De teamleider havo 5 a. vraagt informatie op over gedrag en studiehouding van de leerling bij de teamleider havo 4; b. gaat na of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de leerling voldoet aan de toelatingscriteria a. en b. op basis van de tot dan toe behaalde resultaten en werkhouding en vormt een oordeel over de haalbaarheid van de vwo-studie; c. gaat na of de leerling maximaal één keer heeft gedoubleerd; d. onderzoekt of het gewenste vakkenpakket voldoet aan de toelatingscriteria c. en d. 6. Als de leerling toelaatbaar is, wordt deze geplaatst op de overstaplijst. 7. In de week na de definitieve examenuitslag (zie jaaragenda) roept de toelatingscommissie de leerling op en worden criteria, antwoorden, motivatie en het vakkenpakket doorgesproken. 8. De toelatingscommissie neemt een besluit over de definitieve plaatsing op basis van de definitieve gegevens van de bij punt 4. vermelde toelatingscriteria. Voor externe leerlingen geschiedt definitieve plaatsing bij gebleken ruimte na de overgangsvergaderingen van klas 4 naar vwo 5. Leerlingen van de eigen school worden bij voorrang geplaatst. Bij ruimtegebrek wordt geloot. I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 24 van 40

9.

De teamleider havo 5 communiceert het besluit van de toelatingscommissie naar leerling en ouders/verzorgers. 10. De teamleider havo 5 roept de definitief geplaatste leerlingen op voor een gesprek, waarin a. het vakkenpakket wordt bevestigd; b. afspraken worden gemaakt over de bij te werken leerstof en toetsen; deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd; c. model 051-e (schoolleercontract/bevestiging aanmelding) wordt overhandigd en wordt aangegeven dat pas na retourontvangst van het ondertekende contract de plaatsing definitief is; d. informatie wordt verstrekt over de boekenlijst en boekenregeling (swp 2657). Nadere eisen aan toelating tot vwo 5 met een havo 5-diploma Aan de samenstelling van het vakkenpakket voor vwo 5 en 6 worden de volgende eisen gesteld:  de leerling kiest alleen vakken die op havo-niveau zijn afgesloten óf vakken die starten in vwo 5  voor de keuze van wiskunde geldt het volgende:

havo: geen wiskunde havo: wisA havo: wisB

vwo: wisA niet toelaatbaar

vwo: wisB niet toelaatbaar

vwo: wisC niet toelaatbaar

pakket van in te halen leerstof pakket van in te halen leerstof

kan niet

pakket van in te halen leerstof n.v.t.

pakket van in te halen leerstof

 voor sommige vakken zijn er deficiënties in de leerstof, die de leerling zelf zelf bijwerkt (zie schema op de volgende bladzijden)  de leerling verklaart aan de verplichtingen t.a.v. het bijwerken van leerstof en het inhalen van toetsen en praktische opdrachten te voldoen  dit geldt in het bijzonder voor onderdelen die vóór de zomervakantie moeten zijn afgerond of ingeleverd


Deficiënties in leerstof en schoolexamenonderdelen voor leerlingen die in 2013-2014 in havo 5 zaten en in 2014-2015 in vwo 5 Vak

Omschrijving

ak

Toets of po uit vwo 4 Handelingsdeel: 4 boeken n.v.t.

maat

*

*

anw

*

*

gd

P44-hd 60%

Afsluiting gd in vwo 4

ckv

4 cultuuractiviteiten

kubv

P41-2-po 5%

Beeldbeschouwing en beeldanalyse

P44-po 10% P44-po 5% *

Werkstuk

netl

4 van de 8 in havo 4-5 gelezen boeken tellen mee, te kiezen door de docent Arm en Rijk (examenstof CE)

wisB

econ

lob

Wanneer en hoe?

Procesbeschrijving *

In P51-P52 (tot de kerstvakantie) enkele toetsen (vraag na bij contactpersoon). Het gemiddelde van de gemaakte toetsen telt mee als dubbele toets bij de berekening van het rapportcijfer. Voor dit vak geldt de vrijstellingsregeling. Er komt geen schoolexamencijfer en geen eindcijfer op de cijferlijst. Het telt niet mee in het combinatiecijfer. Leerstofpakket van leerstof die in vwo 4 is behandeld en moet worden bijgewerkt, deels vóór de zomervakantie, deels in periode P51. Dit leerstofpakket levert de leerling de laatste week van P51 in bij de wiskundedocent. Leerstofpakket over onderwerp Arbeidsmarkt, deels vóór de zomervakantie, deels in periode P51. Dit leerstofpakket levert de leerling de laatste week van P51 in bij de economiedocent Voor dit vak geldt de vrijstellingsregeling. Er komt geen schoolexamencijfer en geen eindcijfer op de cijferlijst. Het telt niet mee in het combinatiecijfer. Het in havo 4 behaalde jaargemiddelde (1 decimaal) voor godsdienst telt als gemiddelde voor godsdienst vwo 4 (60%). Het complete kunstdossier van de havo maakt deel uit van het kunstdossier op het vwo. Van de 4 cultuuractiviteiten kiest de leerling er 4 die in het eindgesprek vwo aan bod komen. De in havo 4 behaalde beoordeling van de opdracht ‘beeldanalyse’ telt voor P44-po (5%). Als een leerling geen kubv op de havo heeft gedaan, ontvangt de leerling de opdracht in de eerste schoolweek. Inleveren de laatste week van P52. Eerste week van P52: ontvangst opdracht. Inleveren: laatste week van periode P52 Eerste week van P52: ontvangst opdracht. Inleveren: laatste week van periode P52 Het complete lob-dossier van de havo maakt deel uit van het toekomstdossier op het vwo. Aanvullend nemen leerlingen in vwo 5 en vwo 6 deel aan lobactiviteiten. Daarvan moet in het lob-dossier verslag worden gedaan.


Deficiënties in leerstof en schoolexamenonderdelen voor leerlingen die in 2014-2015 in havo 5 zaten en in 2015-2016 in vwo 5 (deze informatie is onder voorbehoud) Vak

Omschrijving

ak

Toets of po uit vwo 4 Handelingsdeel: 4 boeken n.v.t.

maat

*

*

anw

*

*

gd

P44-hd 60%

Afsluiting gd in vwo 4

ckv

4 cultuuractiviteiten

kubv

P41-2-po 5%

Beeldbeschouwing en beeldanalyse

P44-po 10% P44-po 5% *

Werkstuk

netl

4 van de 8 in havo 4-5 gelezen boeken tellen mee, te kiezen door de docent Arm en Rijk (examenstof CE)

wisB

econ

lob

Wanneer en hoe?

Procesbeschrijving *

In P51-P52 (tot de kerstvakantie) enkele toetsen (vraag na bij contactpersoon). Het gemiddelde van de gemaakte toetsen telt mee als dubbele toets bij de berekening van het rapportcijfer. Voor dit vak geldt de vrijstellingsregeling. Er komt geen schoolexamencijfer en geen eindcijfer op de cijferlijst. Het telt niet mee in het combinatiecijfer. Leerstofpakket van leerstof die in vwo 4 is behandeld en moet worden bijgewerkt, deels vóór de zomervakantie, deels in periode P51. Dit leerstofpakket levert de leerling de laatste week van P51 in bij de wiskundedocent. Leerstofpakket over onderwerp Arbeidsmarkt, deels vóór de zomervakantie, deels in periode P51. Dit leerstofpakket levert de leerling de laatste week van P51 in bij de economiedocent Voor dit vak geldt de vrijstellingsregeling. Er komt geen schoolexamencijfer en geen eindcijfer op de cijferlijst. Het telt niet mee in het combinatiecijfer. Het in havo 4 behaalde jaargemiddelde (1 decimaal) voor godsdienst telt als gemiddelde voor godsdienst vwo 4 (60%). Het complete kunstdossier van de havo maakt deel uit van het kunstdossier op het vwo. Van de 4 cultuuractiviteiten kiest de leerling er 4 die in het eindgesprek vwo aan bod komen. De in havo 4 behaalde beoordeling van de opdracht ‘beeldanalyse’ telt voor P44-po (5%). Als een leerling geen kubv op de havo heeft gedaan, ontvangt de leerling de opdracht in de eerste schoolweek. Inleveren de laatste week van P52. Eerste week van P52: ontvangst opdracht. Inleveren: laatste week van periode P52 Eerste week van P52: ontvangst opdracht. Inleveren: laatste week van periode P52 Het complete lob-dossier van de havo maakt deel uit van het toekomstdossier op het vwo. Aanvullend nemen leerlingen in vwo 5 en vwo 6 deel aan lobactiviteiten. Daarvan moet in het lob-dossier verslag worden gedaan.


Rekentoets – diverse wetenswaardigheden Zie Examenreglement havo-vwo art. 21.a Zie Examenreglement vmbo art. 21.a Afname rekentoets Op onze school maken de leerlingen in maart van het voorexamenjaar hun eerste rekentoets. Als een leerling aangeeft de eerste rekentoets liever op een later moment te doen, moet dit worden toegestaan. Benadrukt wordt dan dat de leerling na maart zelf verantwoordelijk is voor de voorbereiding. Leerlingen die van de tweede kans gebruik willen maken, doen de rekentoets in maart in het eindexamenjaar. Vmbo-leerling doet rekentoets op 3F Is toegestaan, maar 1e keer op 3F, dan ook 2e herkansing op 3F. Als de leerling slaagt voor 3F, heeft hij vrijstelling voor 3F als hij na het vmbo op de havo verder gaat. Als een leerling met vmbo-diploma doorstroomt naar mbo2 of mbo3, moet deze alsnog de rekentoets 2F afleggen als onderdeel van het mbodiploma. Als een leerling met vmbo-diploma doorstroomt naar mbo4 en deze leerling al de rekentoets 3F heeft behaald en binnen twee jaar na het moment waarop het resultaat van de rekentoets is behaald, doorstroomt naar mbo 4, hoeft hij de rekentoets niet opnieuw af te leggen. In het algemeen is in het mbo de houdbaarheidstermijn van de rekentoets maximaal twee jaar. Van havo naar vwo Een leerling die de rekentoets (3F) op havo heeft behaald, heeft vrijstelling op het vwo. Er is hier geen beperkte houdbaarheidstermijn. Niet slagen en naar vavo Als een leerling zakt en op de eigen school nogmaals het eindexamenjaar doet, vervallen alle resultaten en dus ook de rekentoets; hij heeft dan opnieuw twee kansen voor de rekentoets. Een leerling die niet slaagt, omdat hij na twee kansen voor de rekentoets niet 5 of hoger scoort, kan op de vavo de studie (en rekentoets) ‘afronden’ en alsnog slagen. Als een leerling zijn diploma via vavo gaat ‘afronden’ dan geldt net als bij alle andere vakken ook voor de rekentoets een termijn van 10 jaar vanaf het moment waarop die resultaten zijn behaald. Rekentoets in het voorexamenjaar (m3, h4, v5) I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 28 van 40

Bij herkansen van de rekentoets telt het hoogst behaalde resultaat. Het gebruik maken van herkansing van de rekentoets is niet van invloed op herkansingmogelijkheden voor de andere vakken. Let op: als een leerling bij overgang van voorexamenjaar naar examenjaar lager dan een 5 voor de rekentoets heeft én geen recht op herkansing van de rekentoets in het eindexamenjaar meer heeft, doubleert deze leerling in het voorexamenjaar óf wordt deze leerling naar het eindexamenjaar bevorderd, kan niet slagen en rondt de studie op het vavo af. Bij doubleren resp. op de vavo zijn er weer opnieuw twee kansen voor de rekentoets.

Resultaat rekentoets maart in m3, h4, v5 Lager dan 5 5 of hoger

Actie Leerling doet tweede kans in maart in examenjaar Leerling kiest: óf resultaat blijft staan óf herkansing in mei/juni in voorexamenjaar óf herkansing in maart in examenjaar (altijd: hoogste cijfer telt)


Ontheffingsregeling tweede moderne vreemde taal in vwo 5 en 6 [SWP 1957; bij deze regeling hoort een stappenschema SWP 1957_1/2/3] In de tweede fase volgt elke vwo-leerling naast Engels een tweede moderne vreemde taal (Duits of Frans). In uitzonderlijke gevallen verleent het St-Gregorius College toestemming tot ontheffing voor die tweede moderne vreemde taal in vwo 5 en vwo 6. 1. Ontheffing kan door de directie alleen worden verleend als sprake is van één of meer van de volgende situaties: a. er een verklaring is van een erkend orthopedagogisch instituut is waarin sprake is van een stoornis die betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal; b. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal en woont zó kort in Nederland dat het volgen van onderwijs in zowel Duits als Frans naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert; c. de leerling heeft een Natuurprofiel (Natuur en gezondheid of Natuur en techniek) gekozen en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. 2. Ontheffing wordt alleen verleend als de inzet van de leerling gedurende de schoolcarrière aantoonbaar naar behoren is geweest. De beoordeling hiervan geschiedt als volgt: a. er wordt een commissie samengesteld waarin minimaal zitting hebben: de docent die gespecialiseerd is in de betreffende stoornis (bijv. dyslexie-expert), de huidige teamleider en de huidige docent van de taal, waarvoor ontheffing wordt gevraagd (of de huidige docent van Nederlands of Engels) en in de bij 1.c. beschreven situatie ook de mentor. b. de commissie beoordeelt de inzet en werkhouding middels onderzoek naar: 1. resultaten en beoordelingen van de diverse taalonderdelen van het vak, waarvoor ontheffing wordt aangevraagd gerelateerd aan de inzet tijdens het lopende en het vorige schooljaar (voor overstappende havo 5-leerlingen ook leerjaar 3) 2. leerlattitudeletter op de rapporten tijdens het lopende en het vorige schooljaar (voor overstappende havo 5-leerlingen ook leerjaar 3) 3. verslagen van rapportbesprekingen en begeleidingsvergaderingen tijdens het lopende en het vorige I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 30 van 40

3.

4.

5.

6.

7.

schooljaar (voor overstappende havo 5-leerlingen ook leerjaar 3); 4. de van toepassing zijnde informatie in het leerlingdossier (LVS); 5. de studieresultaten en de werkhouding bij de overige vakken en onderwijsactiviteiten tijdens het lopende en het vorige schooljaar (voor overstappende havo 5-leerlingen ook leerjaar 3); 6. het gebruik van vaksteunles en het resultaat daarvan tijdens het lopende en het vorige schooljaar. Ontheffing op grond van artikel 1.c. wordt alleen verleend als de bij 2.a. bedoelde commissie van oordeel is dat het onderwijs in de taal een succesvolle afronding van de opleiding verhindert. De commissie beoordeelt de taalvaardigheid resp. het taalgevoel van de taal, waarvoor ontheffing is aangevraagd middels onderzoek naar: a. resultaten en beoordelingen van de diverse taalonderdelen van de taalvakken; b. visie van de talendocenten die aan de leerling les geven resp. hebben gegeven; c. de verwachting dat de leerling in staat is minimaal een 4 voor de betreffende taal te halen. De ouders/verzorgers van de leerling vragen ontheffing aan door het invullen van model 1957_1, waarbij zij tevens de voor ontheffing benodigde verklaringen, documenten en informatie voegen. De teamleider is verantwoordelijk voor een correcte afhandeling van de ontheffingsprocedure en maakt daarbij gebruik van model 1957_2/3/4. Indien ontheffing wordt verleend, dient de leerling in plaats van de taal, waarvoor ontheffing is verleend, een ander vak te kiezen, rekening houdend met de toegestane keuzemogelijkheden. De decanen wijzen havo 3-leerlingen op de verplichting van een tweede moderne vreemde taal in het vwo. In het leerlingdossier wordt hiervan melding gemaakt en ook van de reden dat een leerling in het havo-pakket geen Frans of Duits opneemt.


Niet deelnemen aan centraal examen Er kunnen redenen zijn dat een eindexamenleerling besluit niet deel te nemen aan het centraal examen of dat de school het advies geeft niet aan het centraal examen deel te nemen. De volgende stappen zijn hier van belang: 1. De teamleider informeert de leerling en de ouders/verzorgers over de voor- en nadelen van afzien van deelname aan het centraal examen en geeft tevens aan wat de mogelijke gevolgen zijn t.a.v. de voortzetting van de studie op school of elders. 2. Er komt een schriftelijke verklaring, waarin wordt aangegeven dat de leerling afziet van deelname aan het centraal examen in het betreffende examenjaar, ondertekend door de leerling én diens ouders/verzorgers. 3. De school bevestigt schriftelijk dat de leerling niet wordt ingeschreven voor het centraal examen en geeft tevens aan welke onderwijsactiviteiten de leerling volgt vanaf het moment dat hij/zij zich terugtrekt van deelname aan het CE. In principe wordt een onderwijspakket samengesteld waarmee de leerling zich voorbereidt op latere deelname aan het centraal examen, bijvoorbeeld door lessen te volgen in het voorexamenjaar. Het onderwijspakket voldoet aan de criteria t.a.v. goed onderwijs en onderwijstijd.


Vrijstelling gymnastiek [SWP 13-1957] Over de mogelijkheden om ontheffing/vrijstelling te verlenen voor het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding staat in het Inrichtingsbesluit het volgende: Artikel 26e. Ontheffingen en vrijstellingen vwo en havo 1. Het bevoegd gezag van een school voor vwo of havo kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. Het bevoegd gezag geeft de inspectie kennis van de verleende ontheffing en vermeldt daarbij de gronden waarop deze ontheffing berust. Artikel 26n. Ontheffingen en vrijstellingen vmbo 1. Het bevoegd gezag van een school voor mavo of vbo kan een leerling, na overleg met de leerling en, indien de leerling minderjarig is, met diens ouders, voogden of verzorgers, ontheffing verlenen van het volgen van het onderwijs in lichamelijke opvoeding, indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. Het bevoegd gezag geeft de inspectie kennis van de verleende ontheffing en vermeldt daarbij de gronden waarop deze ontheffing berust. PROCEDURE SGC: Indien een ouder/leerling verzoekt om ontheffing of vrijstelling voor het volgen van gymnastiek (bedoeld wordt een ontheffing voor lange tijd) dan geldt de volgende procedure:  Er kan alleen ontheffing of vrijstelling voor het volgen van gymnastiek (bedoeld wordt een ontheffing voor lange tijd) verleend worden als de grondslag van de ontheffing of vrijstelling gelegen is in beperkingen in de lichamelijke gesteldheid van de leerling.  De ouder(s)* doet een schriftelijk verzoek aan de rector van de school. Het verzoek bevat een omschrijving van de aard van de lichamelijke gesteldheid waarop het verzoek is gebaseerd en de duur waarvoor deze wordt aangevraagd.  De rector van de school of een directielid geeft de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) kennis van de verleende ontheffing en vermeldt daarbij de gronden waarop deze ontheffing berust.  De kennisgeving bevat een indicatie voor de termijn waarvoor de ontheffing geldt. Ontheffingen worden in beginsel voor een langere I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 33 van 40

  



periode, één of meer kwartielen of schooljaren, gegeven maar kunnen desalniettemin voor bepaalde tijd zijn. De ouder(s)* ontvangt een afschrift van deze kennisgeving. Een afschrift van de kennisgeving aan de IvhO wordt opgenomen in het leerlingdossier. In situaties waarin deze procedure niet voorziet kan de rector van de school ook naar eigen inzicht, op grond van een door hem waarneembare lichamelijke beperking van de leerling, zonder verzoek daartoe van de ouder(s), ontheffing of vrijstelling geven voor het volgen van gymnastiek. De school kan vervangende studie- of lesactiviteiten opleggen voor de duur van de verleende ontheffing. Deze vervangende activiteiten vinden in beginsel op school en tijdens de reguliere lestijden plaats.

Indien ontheffing of vrijstelling voor lessen gymnastiek wordt aangevraagd anders dan wegens de lichamelijke gesteldheid van de leerling, kan in bijzondere gevallen op incidentele basis kortdurende ontheffing of vrijstelling verleend worden. In de regel zal zo’n kortdurende ontheffing maximaal twee keer per jaar toegekend worden. * Ouder(s) = ouders of de wettelijke vertegenwoordiger(s). Indien meerderjarig, lees: de leerling.


Faciliteiten voor leerlingen met een handicap DOEL Het St-Gregorius College kent beleid dat voorziet in het inventariseren van handicaps bij leerlingen, onderzoek naar de mogelijkheden voor interne dan wel externe ondersteuning en de toekenning van interne ondersteuning resp. faciliteiten die door de school worden aangeboden. Het doel is leerlingen met een handicap zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen binnen de mogelijkheden en kaders van het St-Gregorius College. Dit beleid is onderdeel van en de uitvoering is ingebed in de organisatie van de school en het leerlingbegeleidingssysteem. A. HANDICAPS Binnen de beleidskaders van de school en de wettelijke kaders, die met name van belang zijn in de bovenbouw in verband met schoolexamens en centrale examens, kunnen voorzieningen worden getroffen resp. faciliteiten worden verleend voor: 1. dyslexie 2. dyscalculie 3. slechtziendheid 4. slechthorendheid 5. tijdelijk gehandicapt 6. overige handicaps, waarvoor een terzake deskundige schriftelijk aanbevelingen heeft gedaan B. VERLENING VOORZIENINGEN RESP. FACILITEITEN Voorzieningen resp. faciliteiten kunnen worden aangevraagd door ouders, verzorgers, de mentor, de teamleider of vakdocenten. Voor de onder punt 2 tot en met 6 genoemde handicaps worden voorzieningen resp. faciliteiten verleend na raadpleging van betrokken mentor, teamleider en – voor zover van toepassing – vakdocenten. Daarbij wordt in de onderbouw rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen die de toekenning enkele jaren later in de bovenbouw kent vanwege wettelijke regelingen. Voor de onder punt 1 genoemde handicap – dyslexie – is er universeel schoolbeleid, dat onder punt C. wordt omschreven. C. DYSLEXIE Dyslexie kan worden geconstateerd door - een externe terzake deskundige; er is dan een rapport of dyslexieverklaring aanwezig - de interne dyslexie-expert, genoemd dyslexiebegeleider ; deze heeft I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 35 van 40

middels een test, een of meer gesprekken en zonodig het raadplegen van vakdocenten de diagnose gesteld dat er sprake is van dyslexie. Voor het verlenen van faciliteiten in de onderbouw geldt de volgende procedure: 1. De interne dyslexiebegeleider bepaalt op basis van het rapport of de dyslexieverklaring resp. de eigen bevindingen welke faciliteiten worden toegekend. 2. Voor effectuering van de daadwerkelijke toekenning van de faciliteiten is een akkoordverklaring van de betreffende teamleider nodig. Deze kan advies inwinnen bij de huidige mentor van de leerling en – indien van toepassing - de mentoren van voorgaande jaren. 3. De leerling ontvangt een dyslexiepas, waarop de toegekende faciliteiten zijn vermeld én de verplichtingen van de leerling. De pas bevestigt de faciliteiten waar de dyslectische leerling volgens de school recht op heeft en helpt hem voor zijn probleem bij de docent gehoor te vinden. Op de pas staan de inspanningsverplichtingen van de leerling vermeld. De pas heeft een geldigheid van ten hoogste één schooljaar. Verlenging voor het volgende schooljaar is mogelijk volgens dezelfde procedure. 4. De ouders worden schriftelijke op de hoogte gesteld van de toegekende faciliteiten en de verplichtingen van de leerling. 5. De vakdocenten van de leerling worden geïnformeerd over de toekenning. De docenten zijn eraan gehouden aan leerlingen die op hun dyslexie-pas vermelde faciliteiten te verlenen. D. FACILITEITEN BIJ DYSLEXIE IN DE ONDERBOUW Toekenning van een of meer van de volgende faciliteiten is mogelijk: 1) Spelling minder meetellen. a) Spellingsfouten worden niet meegeteld. b) Spellingsfouten worden geteld tot een maximum van 20% van de foutmogelijkheden. c) Spellingsfouten worden half fout geteld. d) Spelling wordt niet repeterend fout geteld. 2) Tijdsverlenging a) Voor proefwerken bij de talen en toetsen die veel leeswerk vergen, worden wanneer dit enigszins mogelijk is, de opgaven met 20% ingekort. 3) Aantekeningen maken en luisteren a) De leerling hoeft niet tegelijk te luisteren en aantekeningen te maken. Het na de les kopiëren of overnemen van aantekeningen I:\Administratie\SWP\Modellen\Model\044-PT PTA VWO\2014-2015\044-PT3 PTA-3 Overstap en doubleurs 2014-2015.docPagina 36 van 40

wordt hem/haar toegestaan. b) De docent licht lange of ingewikkelde vraagstellingen desgevraagd kort mondeling toe. 4) Mondeling toetsen a) Waar mogelijk wordt mondeling getoetst. b) De docent licht lange of ingewikkelde vraagstellingen desgevraagd kort mondeling toe. c) De leerling heeft recht op mondelinge herkansing van SO’s waarvoor hij of zij naar redelijke overtuiging meent uitsluitend door problemen met de formulering van opgaven of antwoorden een onvoldoende te hebben behaald. 5) Lezen voor Nederlands en moderne vreemde talen a) De leerling hoeft minder boeken te lezen. b) De leerling mag in overleg met de docent een makkelijker boek lezen. c) De leerling krijgt in overleg met de docent meer tijd om een boek te lezen. 6) Toetsen worden vergroot afgedrukt 7) Gebruik van Kurzweil/Sprint in de klas volgens swp 1958 E.

BOVENBOUW

Aan leerlingen in de bovenbouw (vmbo 4, havo 4 en 5, vwo 4, 5 en 6) kunnen faciliteiten worden toegekend overeenkomstig de bepalingen in artikel 55 examenbesluit voor vwo-havo-vmbo. Voor het toekennen van faciliteiten is altijd een deskundigenverklaring nodig, die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld. Het enkele feit dat aan een leerling in de onderbouw faciliteiten zijn toegekend is onvoldoende grondslag voor het verlenen van faciliteiten in het kader van schoolexamens of centrale examens. Als een leerling in de bovenbouw een beroep wil doen op de toekenning van faciliteiten, neemt hij/zij aan het begin van het schooljaar contact op met zijn/haar afdelingseider. Bij de toekenning van faciliteiten wordt aangegeven voor welke vakken zij worden verleend. Toekenning van een of meer van de volgende faciliteiten is mogelijk: 1.

Tijdsverlenging Verlenging van 20% tijd voor schoolexamentoetsen en 30 voor minuten centraal examen voor de vakken: (…….)


2.

Auditieve ondersteuning

3.

Gebruik van tekstverwerker a Gebruik van een laptop bij het schoolexamen voor de vakken (…….). Met de leerling wordt overlegd of de laptop van de leerling wordt gebruikt of een laptop door school beschikbaar kan worden gesteld. b Gebruik van laptop bij het centraal examen voor de vakken ( ). Met de leerling wordt overlegd of de laptop van de leerling wordt gebruikt of een laptop door school beschikbaar kan worden gesteld.

4.

Toetsen worden vergroot afgedrukt

5.

Gebruik van daisy speler a Gebruik van daisy speler bij het schoolexamen voor de vakken ( ). De leerling zorgt zelf voor een daisy speler. b Gebruik van daisy speler bij het centraal examen voor de vakken ( ). De leerling zorgt zelf voor een daisy speler.

6. Gebruik van Kurzweil/Sprint in de klas of bij examens (zie swp 1958) F. VERPLICHTINGEN VOOR DE LEERLING BIJ FACILITEITEN DYSLEXIE Op de dyslexiepas zijn de inspanningsverplichtingen van de leerling vermeld. Het betreft in ieder geval: 1. Hij/zij maakt het huiswerk zorgvuldig en besteedt daarbij ruim aandacht aan het leren van woorden. 2. Hij/zij let goed op bij uitleg. 3. Hij/zij maakt zo nodig met behulp van de dyslexiebegeleider van het St-Gregorius College een planning en houdt zich daaraan. Daarnaast kan de dyslexiedeskundige aanvullende verplichtingen hebben geformuleerd.


Gebruik Kurzweil/Sprint in de klas Het is een leerling toegestaan tijdens de lessen, in de klas, gebruik te maken van het programma Kurzweil of Sprint en de daarbij horende toegestane apparatuur indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. De leerling beschikt over een deskundigenverklaring waarin het gebruik van een auditief ondersteunend programma (Daisy, Kurzweil e.d.) wordt aanbevolen. 2. De apparatuur en het programma worden uitsluitend door de leerling zelf gebruikt en beheerd. De te gebruiken apparatuur moet voldoen aan bepalingen zoals die bij het centraal examen gelden. Dat betekent o.a. dat er géén elektronisch woordenboek geraadpleegd kan/mag worden en er géén internetverbinding mogelijk is (geen UMTS of WIFI-verbinding). Applicaties van of voor Kurzweil op de mobiele telefoon, Ipad, Iphone zijn niet toegestaan. 3. Voor het vervoer en het opladen van een accu, een verlengsnoer of andere zaken die nodig zijn voor het goed werken van Kurzweil draagt de leerling of dragen de ouders zorg. 4. Voor opslag, al dan niet tijdelijk, al dan niet voor kortere of langere duur, kan géén medewerker van school aangesproken worden. De apparatuur kan dus niet aan een medewerker van de school voor beheer worden overgedragen. De leerling of diens ouders dragen zelf zorg voor de opslag. 5. Voor het in het ongerede raken van de apparatuur of geïnstalleerde software, door welke omstandigheid dan ook, draagt de school geen enkele aansprakelijkheid. 6. In de onderbouw, de leerjaren 1 t/m 3, zullen door docenten samengestelde of aangedragen lesmaterialen in de regel niet in een voor Kurzweil geschikte vorm worden verstrekt. Dit geldt eveneens voor alle toetsen, groot of klein, proefwerken en/of overhoringen. Medewerkers kunnen hier niet op worden aangesproken. 7. In de bovenbouw, de leerjaren 4 t/m 6, zullen door docenten samengestelde of aangedragen lesmaterialen in de regel niet in een voor Kurzweil geschikte vorm worden verstrekt. Toetsen echter, met name schriftelijke toetsen die meetellen voor het schoolexameneindcijfer, zullen in de regel als pdf worden aangeleverd, tenzij dit om technische redenen niet/niet goed mogelijk blijkt. (De pdf-vorm maakt het gebruik van Kurzweil mogelijk.) De leerling kan geen ‘recht’ doen gelden op het aanleveren in pdf-vorm.


AANTEKENINGEN


Programma van Toetsing en Afsluiting

Recommend Documents