PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Schooljaar 2014-2015 Leerjaar 5
Gymnasium Celeanum Zoom 37 8032 EM Zwolle
T 038-4552820
F 038-4552839
E
[email protected]
I
www.celeanum.nl
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Inhoudsopgave Inleiding 1
Examencommissie ......................................................................................................... 2
2
Commissie van beroep ................................................................................................... 2
3
Plan van toetsing en studiewijzer ................................................................................... 3
4
Onregelmatigheden ........................................................................................................ 4
5
Verhindering tot het maken van toetsen ......................................................................... 4
6
Beoordeling van toetsen ................................................................................................. 5
7
Beoordeling schoolexamen ............................................................................................ 6
8
Verschil van mening over de beoordeling ....................................................................... 6
9
Herkansingsregeling....................................................................................................... 6
10 Praktische opdrachten .................................................................................................... 7 11 Handelingsdeel .............................................................................................................. 8 12 Opdrachten bij lichamelijke opvoeding ........................................................................... 8 13 Maatschappelijke stage (MaS) ....................................................................................... 8 14 Rekentoets ..................................................................................................................... 9 15 Profielwerkstuk ............................................................................................................... 9 16 Afwijkende wijze van toetsen .........................................................................................10 17 Bewaren van toetsen.....................................................................................................10 18 Rapportage van toetsresultaten.....................................................................................11 19 Examendossier .............................................................................................................11 20 Begeleiding ...................................................................................................................11 21 Overgangsregeling van leerjaar 4 naar leerjaar 5 ..........................................................12 22 Overgangsregeling van leerjaar 5 naar leerjaar 6 ..........................................................14 23 Doubleren in leerjaar 6 ..................................................................................................16 24 (Summa) cum laude slagen ...........................................................................................16 25 Testimonium..................................................................................................................17 26 Vakken in de vrije ruimte ...............................................................................................17 27 Dubbel ingeroosterde vakken ........................................................................................18 28 Veranderen van profiel of vak ........................................................................................18 29 Verblijfsduur ..................................................................................................................18 30 Slotbepaling ..................................................................................................................18 Bijlage 1
Jaarschema schooljaar 2014-2015 .....................................................................19
Bijlage 2
Overzicht van het schoolexamen: cursusjaren 2013-2015 ..................................20
Bijlage 3
PTA’s per vak…………………………………………………………………………...23
1
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Inleiding In het programma van toetsing en afsluiting (PTA) wordt de gang van zaken rond het schoolexamen en de overgang geregeld. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier dat in leerjaar 4 tot en met 6 wordt opgebouwd. In het PTA is een plan van toetsing opgenomen, waarin alle toetsen per leerjaar zijn vermeld. Het programma van toetsing en afsluiting wordt voor 1 oktober van het schooljaar aan de desbetreffende leerlingen verstrekt. Verder geldt dat het programma van toetsing en afsluiting slechts voor één jaar van kracht is, en daarna gewijzigd kan worden.
1
Examencommissie De examencommissie is als volgt samengesteld: voorzitter: secretaris: lid:
2
mw. drs. C.J. Japenga drs. J.P. Andriesse mw. drs. J.G. Lerk-Sjobbema
(rector) (docent / secretaris eindexamen) (ouder)
Commissie van beroep De commissie van beroep is als volgt samengesteld: voorzitter: leden:
mr. L.B. Kroes dhr. R. D. de Voogd mr. C.C.N.M. van Rijckevorsel dhr. J.A. Veldink
postadres: bezoekadres: telefoon: telefax: e-mail:
Postbus 55, 8000 AB Zwolle Dobbe 74, 8032 JX Zwolle 038 – 455 59 40 038 – 455 59 49
[email protected]
2
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
3
Plan van toetsing en studiewijzer
1.
In de tweede fase worden verschillende soorten toetsen onderscheiden: diagnostische toetsen; voortgangstoetsen, hieronder begrepen absolverende toetsen, overhoringen en praktische opdrachten; schoolexamentoetsen.
schriftelijke
De schoolexamentoetsen zijn als volgt onder te verdelen: schriftelijke toetsen (met open en/of gesloten vragen); luistertoetsen; computertoetsen; mondelinge toetsen; praktische opdrachten; handelingsopdrachten en opdrachten bij lichamelijke opvoeding. Daarnaast omvat het schoolexamen ook het profielwerkstuk en de maatschappelijke stage. Diagnostische toetsen tellen niet mee voor de overgang, en zijn bedoeld om de leerling een indicatie te geven over zijn studievoortgang. Voortgangstoetsen tellen alleen mee voor de overgang. Schoolexamentoetsen tellen mee voor het schoolexamen, en in leerjaar 4 en 5 ook voor de overgang. 2.
Aan het begin van het schooljaar, voor 1 oktober, ontvangt de leerling het plan van toetsing. In het plan van toetsing wordt voor het gehele leerjaar het volgende aangegeven: de indeling van de cursus in perioden; welke toetsen de leerling moet maken; in welke periode deze toetsen plaatsvinden; de inhoud van de te bestuderen leerstof; de aard van de toets (schoolexamen- of voortgangstoets); welke wegingsfactor de toets heeft voor de overgang; indien het een schoolexamentoets betreft: voor welk percentage de toets meetelt voor het schoolexamen; de beschikbare tijd waarbinnen de desbetreffende toets gemaakt moet worden. Het plan van toetsing is uitgewerkt in de volgende bijlagen: het jaarschema (bijlage 1); het schoolexamenoverzicht (bijlage 2); de PTA’s per vak (bijlage 3). Het toetsrooster wordt separaat verstrekt.
3.
Aan het begin van elke periode ontvangt de leerling een studiewijzer waarin o.a. de precieze omschrijving van de leerstof aangegeven wordt.
4.
Indien een vaksectie zwaarwegende redenen heeft om het vakinhoudelijk PTA te wijzigen, kan de schoolleiding hiervoor toestemming te geven. De leerlingen dienen minimaal 4 weken voor de aanvang van de toetsperiode schriftelijk van een wijziging op de hoogte gesteld te worden.
5.
De tweede fase commissie kan, indien daartoe zwaarwegende redenen bestaan, zelf voorstellen tot wijziging van een vakinhoudelijk PTA formuleren. 3
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
4
Onregelmatigheden
1.
Indien een leerling zich ten aanzien van een voortgangstoets, de rekentoets of enig onderdeel van het schoolexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de desbetreffende conrector maatregelen nemen.
2.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid, ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1,0 voor de desbetreffende toets of onderdeel van het schoolexamen; b. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen of onderdelen van het schoolexamen; c. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen of onderdelen van het schoolexamen; d. het verminderen van het aantal herkansingen.
3.
Indien de leerling zonder geldige reden – dit ter beoordeling van de desbetreffende conrector – niet of te laat op een mondelinge schoolexamentoets verschijnt, kan deze besluiten om het aantal herkansingen van de leerling met één te verminderen. Indien de leerling niet of te laat verschijnt bij de eventuele inzage of voorbereiding van een mondelinge schoolexamentoets, maar wel aanwezig is op het afgesproken begintijdstip van toetsafname, kan de toets op het afgesproken tijdstip worden afgenomen, dit ter beoordeling van de docent.
4.
Indien de leerling te laat verschijnt bij een luistertoets voor de vakken Duitse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en Franse taal en literatuur, dan kan de leerling niet meer aan deze toets deelnemen en is aangewezen op de herkansing.
5.
Alvorens een beslissing ingevolge het tweede of derde lid wordt genomen, hoort de desbetreffende conrector de leerling. De leerling kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De desbetreffende conrector deelt zijn beslissing mondeling, en zo nodig schriftelijk, mede aan de leerling. Indien nodig stelt de schoolleiding de inspectie op de hoogte van de beslissing.
6.
Als de leerling het niet eens is met de getroffen maatregel, kan hij binnen één week in beroep gaan bij de examencommissie. Deze komt binnen twee werkweken met een afgerond en met redenen omkleed oordeel.
7.
Indien de leerling het ook met dit oordeel niet eens is, kan hij in beroep gaan bij de in artikel 2 genoemde commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee werkweken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee werkweken. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de leerling, aan de ouders, voogden of verzorgers van de leerling indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie.
5
Verhindering tot het maken van toetsen Indien een leerling door ziekte of om een andere zwaarwegende reden verhinderd is aan een toets deel te nemen, belt hij (of laat hij bellen) ‘s morgens vóór 8.30 uur de school om dit mee te delen. Zodra de leerling hierna weer op school komt, levert hij een, door ouder of verzorger ondertekende, schriftelijke verklaring omtrent zijn afwezigheid in, bij de desbetreffende conrector. De desbetreffende conrector bepaalt vervolgens, of en zo ja, wanneer de leerling de gemiste toets kan inhalen. 4
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
6
Beoordeling van toetsen
1.
Alle toetsen m.u.v. de handelingsopdrachten en de opdrachten bij lichamelijke opvoeding worden beoordeeld met een cijfer. Daarbij wordt een schaal gebruikt van 1,0 tot en met 10, met een nauwkeurigheid van één decimaal.
2.
Een handelingsopdracht dient naar behoren uitgevoerd te zijn.
3.
Opdrachten bij het vak lichamelijke opvoeding moeten met "voldoende" of “goed" zijn beoordeeld.
4.
In sommige gevallen kan één toets voor verschillende vakken meetellen. Als dit het geval is, staat het vermeld bij het vakinhoudelijke programma PTA van de desbetreffende vakken.
5.
In leerjaar 4 en leerjaar 5 worden de mondelinge toetsen door de examinator afgenomen zonder bijzitter. Het gesprek wordt altijd opgenomen en 48 uur bewaard. De leerling kan binnen 24 uur bezwaar maken tegen de beoordeling bij de desbetreffende vakdocent én de desbetreffende conrector. De opname wordt dan op een permanent medium gearchiveerd. Als de klacht door de desbetreffende conrector gegrond wordt geacht, zal het gesprek alsnog in het bijzijn van een vakcollega en de desbetreffende conrector worden beluisterd en opnieuw worden beoordeeld. Indien er onenigheid over de beoordeling blijft bestaan, kan de leerling of docent een schriftelijk beroep doen op de examencommissie en treedt de procedure van artikel 8 in werking. In leerjaar 6 is er bij een mondelinge toets altijd een bijzitter aanwezig. Er wordt een proces-verbaal geschreven en dit wordt inclusief de beoordeling na afloop van de zitting ingeleverd bij de desbetreffende conrector. Het proces-verbaal wordt door de desbetreffende conrector minimaal 1 jaar bewaard. Indien er onenigheid is over de beoordeling kan de leerling een schriftelijk beroep doen op de examencommissie en treedt de procedure van artikel 8 in werking.
6.
Bij sommige vakken is het mogelijk om zogenoemde absolverende toetsen af te leggen, ongeveer halverwege een periode. Haalt de leerling voor de absolverende toets een cijfer naar tevredenheid, dan maakt hij vervolgens in de toetsweek een deeltoets over de rest van de toetsstof. Het cijfer voor de periode is, volgens een van tevoren opgegeven weging, opgebouwd uit de cijfers van de absolverende toets en de deeltoets. Het is niet mogelijk een absolverende toets in te halen of te herkansen. De leerling die niet mee doet aan de absolverende toets, of niet tevreden is over het voor die toets behaalde cijfer, maakt in de toetsweek de totaaltoets. In dat geval telt alleen het cijfer van de totaaltoets als cijfer voor die periode.
7.
Gecorrigeerde theorietoetsen worden tijdens een lesuur besproken binnen 10 schooldagen na afname van de toets. Gecorrigeerde praktische opdrachten worden tijdens een lesuur besproken of ter inzage gegeven binnen 5 schooldagen nadat ze zijn nagekeken. Bij de bespreking van de toets wordt gebruik gemaakt van een correctiemodel dat per toets en per vak voor de gehele jaarlaag hetzelfde is.
8.
Een leerling die vanwege een geldige reden – dit ter beoordeling van de vakdocent – afwezig is bij de in artikel 6.7 genoemde toetsbespreking, heeft het recht om de gecorrigeerde toets in te zien in het bijzijn van de vakdocent en met hem te bespreken. Het tijdstip waarop dit kan gebeuren, wordt bepaald door de vakdocent.
5
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
7
Beoordeling schoolexamen
1.
Het cijfer van het schoolexamen wordt bepaald door de cijfers van de schoolexamentoetsen en de tot het schoolexamen behorende praktische opdrachten, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. Bij het profielwerkstuk wordt het eindcijfer bepaald volgens de normering die is opgenomen in de ‘Profielwerkstuk handleiding’ voor het desbetreffende leerjaar.
2.
Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien het cijfer voor het schoolexamen niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6.
3.
Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het tweede lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Daarbij geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor het schoolexamen een getal met twee of meer decimalen is, wordt dat getal indien het tweede cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,44 wordt 5,4 en 5,45 wordt 5,5.
4.
Indien voor een vak in leerjaar 4 en/of 5 schoolexamentoetsen worden afgenomen, is het rapportcijfer voor dat vak in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer.
5.
In afwijking van het tweede lid, worden het vak lichamelijke opvoeding en de maatschappelijke stage beoordeeld met "voldoende" of "goed".
8
Verschil van mening over de beoordeling Indien er onenigheid bestaat tussen leerling en vakdocent over de beoordeling en becijfering van een toets kan de leerling binnen één week na publicatie van het desbetreffende toetsoverzicht een schriftelijk beroep doen op de examencommissie. In dit schriftelijke beroep moet de leerling aangeven welke argumenten hij heeft om het oneens te zijn met de vakdocent. De commissie weegt de argumenten, roept eventueel de hulp in van een andere vakdocent en neemt een beslissing over de desbetreffende kwestie. Indien de leerling of de desbetreffende docent het niet eens is met deze beslissing, kan hij schriftelijk in beroep gaan bij de in artikel 2 genoemde commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee werkweken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee werkweken. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de leerling, aan de ouders, voogden of verzorgers van de leerling indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie.
9
Herkansingsregeling
1.
Een leerling uit leerjaar 4 of 5 mag maximaal vier vervangende toetsen uit het desbetreffende leerjaar maken. Een leerling uit leerjaar 6 mag maximaal drie vervangende toetsen uit het desbetreffende leerjaar maken. Deze vervangende toetsen zijn te onderscheiden in: inhaaltoetsen: toetsen, die alsnog worden gemaakt, omdat de leerling op het moment van toetsing vanwege een geldige reden afwezig was, dit ter beoordeling van de desbetreffende conrector dan wel de zorgcoördinator wanneer het een leerling met extra zorg betreft; herkansingstoetsen: toetsen, die door de leerling opnieuw worden gemaakt. 6
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
2.
Het inhalen van toetsen heeft prioriteit boven het herkansen van toetsen. Het totale aantal inhaal- en herkansingstoetsen mag het per leerjaar toegestane maximale aantal vervangende toetsen niet overschrijden.
3.
Indien een leerling door een uitzonderlijke situatie behoefte heeft aan meer vervangende toetsen dan het toegestane maximale aantal, kan de desbetreffende conrector of - wanneer het een leerling met extra zorg betreft - de zorgcoördinator, een hoger aantal vervangende toetsen toestaan.
4.
Per periode mag de leerling één herkansingstoets maken uit de desbetreffende periode. In het jaarschema (zie bijlage 1) zijn de data van de herkansingsdagen per periode opgenomen. Een ongebruikte herkansing kan niet worden meegenomen naar een volgende periode.
5.
Een toets kan slechts éénmaal vervangen worden.
6.
Het hoogste cijfer dat voor een bepaalde toets is behaald, telt mee. Het lagere cijfer komt te vervallen.
7.
Voor een vervangende toets is evenveel tijd beschikbaar als voor de oorspronkelijke toets.
8.
Herkansing van mondelinge toetsen, luistertoetsen en praktische opdrachten is niet mogelijk. Van deze regeling zijn de luistertoetsen voor de vakken Duitse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en Franse taal en literatuur uitgezonderd.
10
Praktische opdrachten
1.
In de desbetreffende studiewijzer wordt voor elke praktische opdracht een inleverdatum vermeld. De leerling moet een praktische opdracht uiterlijk op de voor die opdracht aangegeven inleverdatum inleveren.
2.
Bij het niet op tijd inleveren van een praktische opdracht kan de vakdocent één van de volgende, in zwaarte opklimmende, sancties opleggen: – per school- of kalenderdag één cijferpunt van het cijfer aftrekken; – het cijfer 1,0 toekennen. De vakdocent geeft van te voren in het vak-PTA en/of de studiewijzer en/of de instructie voor de praktische opdracht aan welke sanctie zal worden toegepast.
3.
Indien een leerling meent dat hij beroep kan doen op overmacht, waardoor hij niet aan de eisen van een praktische opdracht kan voldoen, dient hij dit direct te melden bij de vakdocent, die, indien hij de redelijkheid van het beroep inziet, in overleg met de leerling de eisen voor de praktische opdracht herformuleert.
4.
Als docent en leerling niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt de overmachtsituatie voorgelegd aan de examencommissie.
5.
In de desbetreffende studiewijzer wordt voor elke praktische opdracht een datum vermeld waarop deze is nagekeken.
7
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
11
Handelingsdeel
1.
De tot het handelingsdeel behorende handelingsopdrachten dienen op tijd te worden ingeleverd en naar behoren te worden gemaakt. De desbetreffende docent maakt hiervan een registratie.
2.
Als de leerling een handelingsopdracht niet op tijd heeft ingeleverd, worden zijn ouder(s) of verzorger(s) hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De leerling moet op school na schooltijd werken aan de desbetreffende handelingsopdracht.
3.
Het niet (tijdig) voldoen aan één of meer handelingsopdrachten wordt beschouwd als een onregelmatigheid. In leerjaar 4 en 5 leidt dit tot uitstel van bevordering van de desbetreffende leerling. In leerjaar 6 wordt aan de leerling de deelname aan het centraal examen ontzegd. Een leerling uit leerjaar 6 moet alle handelingsopdrachten uiterlijk op vrijdag 20 maart 2015 hebben ingeleverd.
12
Opdrachten bij lichamelijke opvoeding
1.
De opdrachten bij lichamelijke opvoeding dienen op tijd te worden ingeleverd en naar behoren te worden afgerond. De desbetreffende docent maakt hiervan een registratie.
2.
Als de leerling een opdracht bij lichamelijke opvoeding niet op tijd heeft ingeleverd, worden zijn ouder(s) of verzorger(s) hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De leerling moet op school na schooltijd werken aan de desbetreffende opdracht.
3.
Het niet (tijdig) voldoen aan één of meer opdrachten bij lichamelijke opvoeding wordt beschouwd als een onregelmatigheid. In leerjaar 4 en 5 leidt dit tot uitstel van bevordering van de desbetreffende leerling. In leerjaar 6 wordt aan de leerling de deelname aan het centraal examen ontzegd. Een leerling uit leerjaar 6 moet alle opdrachten bij lichamelijke opvoeding uiterlijk op vrijdag 20 maart 2015 hebben ingeleverd.
13
Maatschappelijke stage (MaS)
1.
De activiteiten bij de maatschappelijke stage horen bij het curriculum van het vierde leerjaar. Zij dienen op tijd en naar behoren te worden aangemeld en uitgevoerd, en met de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ te zijn afgerond.
2.
Voor regelingen betreffende de maatschappelijke stage wordt verwezen naar de brochure “Maatschappelijke Stage” van het desbetreffende schooljaar.
3.
Als de leerling de maatschappelijke stage niet voor aanvang van de laatste toetsperiode heeft afgerond, wordt (worden) zijn ouder(s) of verzorger(s) hiervan op de hoogte gesteld. De leerling moet de maatschappelijke stage voor aanvang van het volgende schooljaar alsnog afronden.
4.
Het niet op tijd en niet met de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ afronden van de maatschappelijke stage wordt beschouwd als een onregelmatigheid. In leerjaar 4 leidt dit tot uitstel van bevordering van de desbetreffende leerling.
8
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
14
Rekentoets
1.
De leerling moet de rekentoets als verplicht onderdeel van het eindexamen afleggen. Het cijfer van de rekentoets maakt tot het schooljaar 2015-2016 nog geen onderdeel uit van de slaag-/zakregeling. Tot die tijd wordt het cijfer vermeld op een bijlage bij de cijferlijst die bij het diploma hoort.
2.
De leerling mag twee keer deelnemen aan de rekentoets. Het hoogst behaalde cijfer telt. De eerste deelname aan de rekentoets vindt plaats in leerjaar 5 op een nader te bepalen tijdstip in de eerste afnameperiode van woensdag 11 maart t/m dinsdag 24 maart 2015. Indien de leerling bij deze afname van de rekentoets afwezig was kan hij de eerste deelname aan de rekentoets inhalen op een nader te bepalen tijdstip in de tweede afnameperiode van donderdag 28 mei t/m dinsdag 9 juni 2015. De tweede deelname aan de rekentoets vindt plaats in leerjaar 6 op een nader te bepalen tijdstip in de eerste afnameperiode van woensdag 11 maart t/m dinsdag 24 maart 2015. Indien de leerling bij deze afname van de rekentoets afwezig was kan hij de eerste deelname aan de rekentoets inhalen op een nader te bepalen tijdstip in de tweede afnameperiode van donderdag 28 mei t/m dinsdag 9 juni 2015.
3.
Voor overige regelingen betreffende de rekentoets wordt verwezen naar de brochure ‘Rekentoets’ van het desbetreffende schooljaar.
15
Profielwerkstuk
1.
Het profielwerkstuk wordt deels in leerjaar 5, en deels in leerjaar 6 gemaakt. Voor leerlingen uit leerjaar 6 begint het tijdvak op 27 januari 2014 en eindigt op 19 februari 2015. Voor leerlingen uit leerjaar 5 begint het tijdvak in de week van 26 januari 2015. De tussentijdse beoordeling van het profielwerkstuk telt niet mee bij de overgang naar leerjaar 6.
2.
Voor regelingen betreffende het profielwerkstuk wordt ‘Profielwerkstuk handleiding’ voor het desbetreffende leerjaar.
3.
Het niet (tijdig) voldoen aan de opdrachten bij het profielwerkstuk wordt beschouwd als een onregelmatigheid. Een leerling uit leerjaar 6 moet alle opdrachten betreffende het profielwerkstuk uiterlijk op vrijdag 20 maart 2015 hebben ingeleverd.
9
verwezen
naar
de
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
16
Afwijkende wijze van toetsen
1.
De rector kan toestaan dat een gehandicapte leerling een voortgangstoets, schoolexamentoets of de rekentoets geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die leerling. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop de desbetreffende toets zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
2.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van toetsen dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.
3.
Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een leerling die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en literatuur; b. het vak Nederlandse taal; c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
4.
De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
5.
Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
17
Bewaren van toetsen
1.
Het gemaakte werk van schoolexamentoetsen en de rekentoets wordt bewaard, tot 1 januari van het jaar nadat de leerling de school verlaten heeft. Het gemaakte werk van voortgangstoetsen kan, dit ter beoordeling van de desbetreffende docent, worden teruggegeven.
2.
Van elke schoolexamentoets en de rekentoets wordt een exemplaar van de toetsopgaven en de toegepaste normering bewaard, tot 1 januari van het jaar nadat de leerling de school verlaten heeft.
10
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
18
Rapportage van toetsresultaten
1.
De leerling en zijn ouders of verzorgers worden via het schooladministratiesysteem Magister op de hoogte gehouden van de behaalde resultaten. Om toegang tot Magister krijgen wordt aan de leerling en zijn ouders of verzorgers eenmalig een unieke gebruikersnaam en wachtwoord verstrekt voor de duur van de schoolloopbaan. Cijfers en gemiddelden in Magister worden pas rechtsgeldig nadat ze zijn vastgesteld in de rapportvergadering, en schriftelijk zijn gerapporteerd aan de desbetreffende leerling.
2.
Na iedere periode ontvangt de leerling een gedateerd cijferoverzicht van de toetscijfers. Daarnaast wordt na de eerste drie perioden per vak een rapportcijfer gegeven dat de stand van zaken weergeeft. Daarbij wordt een schaal gebruikt van 1,0 tot en met 10, met een nauwkeurigheid van één decimaal. Na de 4e periode (voor leerlingen van leerjaar 4 en 5) wordt per vak een rapportcijfer verstrekt, uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.
3.
Binnen een week na het versturen (datum cijferuitdraai) van het cijferoverzicht, kan gereclameerd worden. Daarna kunnen de cijfers niet meer gewijzigd worden.
19
Examendossier
1.
Het examendossier wordt gevormd door alle resultaten die de leerling voor het schoolexamen heeft behaald, en de registratie en documentatie van gegevens die met deze resultaten verbonden zijn.
2.
Registratie van resultaten vindt als volgt plaats: a. Cijfers van schoolexamentoetsen worden door de administratie geregistreerd. b. Resultaten van handelingsopdrachten, opdrachten bij lichamelijke opvoeding, de maatschappelijke stage en (tussentijdse) scores voor het profielwerkstuk worden door de desbetreffende docent geregistreerd.
3.
Documentatie van de gegevens vindt als volgt plaats: a. Cijfers van schoolexamentoetsen worden door de school schriftelijk aan de leerling verstrekt. Daarnaast worden deze cijfers door de school bewaard. Tevens wordt de weging vastgelegd volgens welke het eindcijfer voor het desbetreffende vak tot stand komt. Tenslotte wordt van elke schoolexamentoets en de rekentoets een exemplaar van de toetsopgaven, de toegepaste normering en het gemaakte werk bewaard, tot 1 januari van het jaar nadat de leerling de school verlaten heeft. b. Registraties van handelingsopdrachten en opdrachten bij lichamelijke opvoeding en de maatschappelijke stage, en (tussentijdse) scores voor het profielwerkstuk worden door de school bewaard.
20
Begeleiding
1.
Iedere leerling heeft een tutor.
2.
Per periode worden de prestaties van de leerling geëvalueerd door de leerling en zijn tutor en, indien nodig, ook door de vakdocent en/of de desbetreffende conrector. In onderling overleg wordt vastgesteld welke acties de leerling moet ondernemen om eventuele achterstanden in te halen.
11
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
21
Overgangsregeling van leerjaar 4 naar leerjaar 5
1.
De overgang van leerjaar 4 naar leerjaar 5 wordt bepaald door de cijfers van toetsen, praktische opdrachten en schriftelijke overhoringen, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Daarnaast worden bij de overgang de handelingsopdrachten, de opdrachten voor het vak lichamelijke opvoeding en de opdrachten bij de maatschappelijke stage betrokken.
2.
Bij het bepalen van het cijfer voor de overgang geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor de overgang niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6. Alle vakken die de leerling in leerjaar 4 gevolgd heeft – met uitzondering van het vak Cambridge Engels – tellen bij de overgang mee. Daarbij tellen de vakken algemene natuurwetenschappen (ANW) en maatschappijleer via het zogenoemde combinatiecijfer als één vak. Het combinatiecijfer wordt bepaald als het rekenkundig gemiddelde van de – in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10 uitgedrukte – eindcijfers van bovengenoemde vakken. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
3.
N.B.
In leerjaar 5 wordt aan het combinatiecijfer nog het cijfer van het vak klassieke culturele vorming (KCV) toegevoegd, en in leerjaar 6 het cijfer van het profielwerkstuk (PWS).
4.
Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie en lager als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. Bij het vaststellen van het aantal tekorten telt het combinatiecijfer wel mee, maar de cijfers waaruit het combinatiecijfer is opgebouwd tellen niet mee.
5.
De leerling is bevorderd, als voldaan is aan alle van de volgende eisen: a. geen van de eindcijfers, daarbij inbegrepen de eindcijfers van de vakken uit het combinatiecijfer, is lager dan het cijfer vier; b. er zijn maximaal twee onvoldoende eindcijfers bij de profiel(keuze)vakken; c. er zijn maximaal twee tekorten bij de vakken Engelse taal en literatuur, Nederlandse taal en literatuur en wiskunde A of wiskunde B of wiskunde C; d. er zijn in totaal niet meer dan drie tekorten; e. bij drie tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 8 of hoger, of twee vakken met elk eindcijfer 7. Hierbij tellen de vakken uit het combinatiecijfer als één vak; f. bij twee tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 7 of hoger. Hierbij tellen de vakken uit het combinatiecijfer als één vak; g. alle handelingsopdrachten uit leerjaar 4 zijn naar behoren afgerond; h. alle opdrachten bij het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 4 zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”; i. de maatschappelijk stage is beoordeeld als “voldoende” of “goed”.
12
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
6.
Als een leerling niet aan de in het vijfde lid genoemde eisen voldoet, en het totaal aantal tekorten is niet groter dan vier, heeft hij recht op een herexamen in één vak om alsnog aan de bovengenoemde eisen te voldoen. Hierbij gelden de volgende regels: het vak van het herexamen wordt aangewezen door de docentenvergadering; het herexamen kan alleen worden toegekend aan een vak met een onvoldoende eindcijfer. Daarbij gelden aanvullende regels voor toekenning van een herexamen in een vak uit het combinatiecijfer: zie verderop in dit artikel. de leerstof voor het herexamen wordt door de vakdocent bepaald; het cijfer voor het herexamen is tevens het nieuwe eindrapportcijfer; bij een herexamen in een vak met reeds afgenomen schoolexamentoetsen waarvan het schoolexamen niet in leerjaar 4 afsluit, blijven de oorspronkelijke schoolexamencijfers staan; bij een herexamen in een vak uit het combinatiecijfer gelden de volgende aanvullende regels: o het herexamen wordt verplicht toegekend aan een vak met een eindcijfer drie of lager; o het herexamen kan niet worden toegekend aan een vak met een eindcijfer vier of hoger; o de cijfers voor praktische opdrachten blijven staan en worden samen met het cijfer voor het herexamen volgens de weging uit het desbetreffende vak-PTA verwerkt tot een eindcijfer. Dit eindcijfer is tevens het eindcijfer voor het vak, tenzij dit lager is dan het oorspronkelijke eindcijfer. als een leerling drie onvoldoende eindcijfers heeft in zijn profiel en hij heeft recht op een herexamen, dan geeft de docentenvergadering een niet-bindend advies over zijn profielkeuze en/of de keuze betreffende het al dan niet afleggen van een herexamen.
7.
Een leerling met vijf of meer tekorten wordt niet bevorderd, en komt niet in aanmerking voor een herexamen.
8.
De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,0 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,00 behaald. De leerling is summa cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,5 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,50 behaald. Op het overgangsrapport wordt in voorkomend geval een vermelding gemaakt van het feit dat de leerling cum laude respectievelijk summa cum laude is bevorderd.
9.
Als een leerling in leerjaar 4 doubleert, volgt hij alle vakken uit leerjaar 4 opnieuw. De eindcijfers voor afgesloten schoolexamens blijven staan. In overleg met de desbetreffende conrector kan de leerling onder bepaalde voorwaarden vrijstelling krijgen voor vakken waarvan hij het schoolexamen in leerjaar 4 heeft afgesloten. Als de doublerende leerling deelneemt aan toetsen van vakken met een door hem in leerjaar 4 afgesloten schoolexamen, moet hij alle toetsen in leerjaar 4 voor het desbetreffende vak maken. Indien het eindcijfer voor het desbetreffende vak lager is dan het oorspronkelijke eindcijfer, blijft het oorspronkelijke eindcijfer staan. 13
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
22
Overgangsregeling van leerjaar 5 naar leerjaar 6
1.
De overgang van leerjaar 5 naar leerjaar 6 wordt bepaald door de cijfers van toetsen, praktische opdrachten en schriftelijke overhoringen van leerjaar 5, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Daarnaast worden bij de overgang de handelingsopdrachten en de opdrachten voor het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 5 betrokken.
2.
Bij het bepalen van het cijfer voor de overgang geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor de overgang niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6.
3.
Alle vakken – met uitzondering van het vak Cambridge Engels – die de leerling in leerjaar 5 gevolgd heeft en de vakken algemene natuurwetenschappen (ANW), maatschappijleer uit leerjaar 4 tellen bij de overgang mee. Daarbij tellen de vakken algemene natuurwetenschappen (ANW), maatschappijleer en klassieke culturele vorming (KCV) via het zogenoemde combinatiecijfer als één vak. Het combinatiecijfer wordt bepaald als het rekenkundig gemiddelde van de – in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10 uitgedrukte – eindcijfers van bovengenoemde vakken. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. N.B.
In leerjaar 6 wordt aan het combinatiecijfer nog het cijfer van het profielwerkstuk (PWS) toegevoegd.
4.
Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie en lager als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. Bij het vaststellen van het aantal tekorten telt het combinatiecijfer wel mee, maar de cijfers waaruit het combinatiecijfer is opgebouwd tellen niet mee.
5.
De leerling is bevorderd, als voldaan is aan alle van de volgende eisen: a. geen van de eindcijfers, daarbij inbegrepen de eindcijfers van de vakken uit het combinatiecijfer, is lager dan het cijfer vier; b. er zijn maximaal twee onvoldoende eindcijfers bij de profiel(keuze)vakken; c. er zijn maximaal twee tekorten bij de vakken Engelse taal en literatuur, Nederlandse taal en literatuur en wiskunde A of wiskunde B of wiskunde C; d. er zijn in totaal niet meer dan drie tekorten; e. bij drie tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 8 of hoger, of twee vakken met elk eindcijfer 7. Hierbij tellen de vakken uit het combinatiecijfer als één vak; f. bij twee tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 7 of hoger. Hierbij tellen de vakken uit het combinatiecijfer als één vak; g. alle handelingsopdrachten uit leerjaar 5 zijn naar behoren afgerond; h. alle opdrachten bij het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 5 zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”.
14
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
6.
Als de leerling niet aan de in het vijfde lid genoemde bevorderingsnormen voldoet, heeft hij recht op een herexamen in één vak om alsnog aan de bovengenoemde bevorderingsnormen te voldoen. Hierbij gelden de volgende regels: het vak van het herexamen wordt aangewezen door de docentenvergadering; het herexamen kan alleen worden gekozen voor een vak met een onvoldoende eindcijfer. Daarbij gelden aanvullende regels voor een herexamen in het vak klassieke culturele vorming (KCV): zie verderop in dit artikel. de leerstof voor het herexamen wordt door de vakdocent bepaald; het cijfer voor het herexamen is tevens het nieuwe eindrapportcijfer; bij een herexamen in een vak met reeds afgenomen schoolexamentoetsen waarvan het schoolexamen niet in leerjaar 5 afsluit, blijven de oorspronkelijke schoolexamencijfers staan; bij een herexamen in het vak klassieke culturele vorming (KCV) gelden de volgende aanvullende regels: o het herexamen wordt verplicht toegekend bij een eindcijfer drie of lager; o het herexamen kan niet worden toegekend bij een eindcijfer vier of hoger; o de cijfers voor praktische opdrachten blijven staan en worden samen met het cijfer voor het herexamen volgens de weging uit het desbetreffende vak-PTA verwerkt tot een eindcijfer. Dit eindcijfer is tevens het eindcijfer voor het vak, tenzij dit lager is dan het oorspronkelijke eindcijfer.
7.
De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,0 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,00 behaald. De leerling is summa cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,5 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,50 behaald. Op het overgangsrapport wordt in voorkomend geval een vermelding gemaakt van het feit dat de leerling cum laude respectievelijk summa cum laude is bevorderd.
8.
Als een leerling in leerjaar 5 doubleert, volgt hij alle vakken uit leerjaar 5 opnieuw. Het profielwerkstuk dient echter wel te worden afgerond. De eindcijfers voor afgesloten schoolexamens blijven staan. In overleg met de desbetreffende conrector kan de leerling onder bepaalde voorwaarden vrijstelling krijgen voor vakken waarvan hij het schoolexamen in leerjaar 5 heeft afgesloten. Als de doublerende leerling deelneemt aan toetsen van vakken met een door hem in leerjaar 5 afgesloten schoolexamen, moet hij alle toetsen in leerjaar 5 voor het desbetreffende vak maken. Indien het eindcijfer voor het desbetreffende vak lager is dan het oorspronkelijke eindcijfer, blijft het oorspronkelijke eindcijfer staan.
15
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
23
Doubleren in leerjaar 6 Als een leerling in leerjaar 6 doubleert, geldt de volgende regeling:
1.
De eindcijfers voor afgesloten schoolexamens blijven staan.
2.
Indien het profielwerkstuk met het eindcijfer vier of hoger is beoordeeld, blijft deze beoordeling staan. Het profielwerkstuk mag in dat geval niet worden overgedaan. Indien het profielwerkstuk met het eindcijfer drie of lager is beoordeeld, moet het profielwerkstuk worden overgedaan. Het traject wordt in overleg met de desbetreffende conrector vastgesteld.
3.
De leerling volgt alle vakken uit leerjaar 6 opnieuw. Van deze eis kunnen uitgezonderd zijn: het vak lichamelijke opvoeding: indien dit vak met een voldoende is afgesloten, krijgt de leerling een vrijstelling voor dit vak. De leerling heeft echter het recht om, in overleg met de desbetreffende docent, deel te nemen aan (onderdelen van) het vak lichamelijke opvoeding. praktische opdrachten en handelingsdelen: de desbetreffende conrector stelt in overleg met de desbetreffende docenten per vak vast of de leerling vrijstelling krijgt voor praktische opdrachten en handelingsdelen. De leerling wordt van deze besluiten op de hoogte gebracht.
4.
Bij wijzigingen in het PTA wordt door de desbetreffende conrector een individuele regeling voor de desbetreffende leerling met betrekking tot deze wijzigingen vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk de regeling wordt toegepast die geldt voor het nieuwe cohort waarin de doublerende leerling zich bevindt.
24
(Summa) cum laude slagen De leerling is cum laude geslaagd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,0 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,00 behaald. De leerling is summa cum laude geslaagd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,5 bedraagt. Hierbij telt het combinatiecijfer als één vak en tellen de vakken lichamelijke opvoeding en Cambridge Engels niet mee. Daarnaast is er voor geen enkel afzonderlijk vak – daaronder ook de onderdelen van het combinatiecijfer begrepen, maar niet het combinatiecijfer zelf – een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,50 behaald.
16
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
25
Testimonium
1.
Sommige leerlingen doen aan extra activiteiten op school mee. De volgende activiteiten (uit het geheel vrije deel) worden op het testimonium vermeld: Activiteit Begeleiding Plusprojecten basisschool Deelname BBC Awards (op nationaal of hoger niveau) Deelname Internationalisering Deelname Masterclasses Deelname Model European Parliament (MEP) (vanaf regionale conferentie) Deelname Olympiades (indien geëindigd bij de beste 10% van Nederland) Deelname Plusprojecten Deelname Radboud Universiteit Wiskunde Toernooi Deelname toneel / musical Lidmaatschap commissie Jaarboek klas 6 Lidmaatschap commissie Profielwerkstukavond Lidmaatschap commissie Propaganda-avond (ter beoordeling van de stuurgroep) Lidmaatschap Leerlingenpanel Lidmaatschap jury klassiek muziekconcours Lidmaatschap LLR Lidmaatschap MR Lidmaatschap redactie Elma Lidmaatschap schoolorkest Lidmaatschap schoolorkestbestuur Lidmaatschap Sportcommissie Lidmaatschap Stuurgroep Lidmaatschap ZGB-bestuur
2.
Op het testimonium wordt – op voorwaarde dat het cijfer voldoende is – de naam en de studielast vermeld van vakken die de leerling laat vallen na periode 4 van leerjaar 4 of leerjaar 5.
3.
Op het testimonium wordt in voorkomend geval een vermelding gemaakt van het feit dat de leerling cum laude respectievelijk summa cum laude is geslaagd.
4.
Het testimonium wordt met het diploma uitgereikt.
26
Vakken in de vrije ruimte In het vierde leerjaar mag de leerling zonder voorwaarden twee vakken in de vrije ruimte kiezen. Als voorwaarde voor het kiezen van drie vakken in de vrije ruimte geldt dat het gemiddelde cijfer van de leerling op het eindrapport van het derde leerjaar tenminste 7,5 bedraagt. Als voorwaarde voor het kiezen van vier of meer vakken in de vrije ruimte geldt dat het gemiddelde cijfer van de leerling op het eindrapport van het derde leerjaar tenminste 8,0 bedraagt.
17
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
27
Dubbel ingeroosterde vakken Een leerling met dubbel ingeroosterde vakken volgt de gemeenschappelijke vakken, de profiel(keuze)vakken, en het eerste keuzevak. Uitsluitend na overleg met en toestemming van de betrokken vakdocent kan een andere afspraak worden gemaakt.
28
Veranderen van profiel of vak
1.
Voor het veranderen van profiel of vak in leerjaar 4 gelden de volgende regels: bij een totale verandering van het profiel waarbij minimaal drie inhaalvakken betrokken zijn, mag er overgestapt worden tot en met de eerste spreekavond. bij een totale of gedeeltelijke verandering van het profiel waarbij maximaal twee vakken betrokken zijn, mag er overgestapt worden tot en met de tweede spreekavond. ruilen van vakken in de vrije ruimte is toegestaan tot en met de eerste spreekavond onder de volgende voorwaarden: o er kan slechts één keer geruild worden; o er mogen geen organisatorische moeilijkheden optreden (bv. te volle groepen).
2.
Het veranderen van profiel, ruilen van vak of nemen van een nieuw vak in de vrije ruimte is na de tweede periode in leerjaar 4 niet toegestaan. Van deze regeling is de overstap van wiskunde B naar wiskunde A uitgezonderd; deze is mogelijk tot en met de vierde periode van leerjaar 4.
3.
Vakken in de vrije ruimte mag je altijd laten vallen, mits er minimaal één vak met voldoende studielast in de vrije ruimte overblijft.
29
Verblijfsduur Een leerling kan niet langer dan vier jaar over zijn opleiding in de Tweede Fase doen. In individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken.
30
Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de examencommissie.
18
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Bijlage 1 wk 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 *
wk 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Jaarschema schooljaar 2014-2015
datum ma di wo do vr lesdagen 18-aug 1 1 1 1 4 25-aug 1 1 1 1 1 5 1-sep 1 1 1 1 1 5 8-sep 1 1 1 1 1 5 15-sep 1 1 1 1 1 5 22-sep 1 1 1 1 1 5 29-sep 1 1 1 1 1 5 6-okt 1 1 vrij vrij 2 13-okt herfstvakantie 0 20-okt 1 1 1 1 1 5 27-okt T1 T1 T1 T1 T1 5 3-nov T1 T1 1 1 1 5 48 10-nov 1 1 1 1 1 5 17-nov HT1/RV1 HT1/RV1 1 1 1 5 24-nov 1 1 1 1 1 5 1-dec 1 1 1 1 1 5 8-dec 1 1 1 1 1 5 15-dec 1 1 1 1 kerstact. 5 22-dec kerstvakantie 0 29-dec kerstvakantie 0 5-jan 1 1 1 1 1 5 12-jan 1 T2 T2 T2 T2 5 19-jan T2 T2 T2 1 1 5 46 26-jan 1 1 1 1 1 5 2-feb 1 1 HT2/RV2 HT2/RV2 1 5 9-feb 1 1 1 1 1 5 16-feb 1 1 1 1 1 5 23-feb voorjaarsvakantie 0 2-mrt 1 1 1 1 1 5 9-mrt 1 1 1 1 1 5 16-mrt 1 1 1 1 1 5 23-mrt 1 T3 T3 T3 T3 5 30-mrt T3 T3 T3 1 Goede vr. 4 45 6-apr Pasen vrij vrij 1 1 2 13-apr 1 1 1 HT3 kl. 6 HT3 kl.4/5 5 20-apr 1 1 1 1 1 5 27-apr Koningsdag 1 1 1 1 4 4-mei meivakantie 0 11-mei 1 1 1 Hemelvaart vrij 3 18-mei 1 1 1 1 1 5 25-mei Pinksteren 1 1 1 1 4 1-jun 1 1 1 1 1 5 8-jun 1 1 1 1 1 5 15-jun T4 T4 T4 T4 T4 5 22-jun T4 T4 sportdag 5 29-jun HT4 kl.4/5 activiteit RV4 RV4/diploma promotie 5 54 6-jul zomervakantie (t/m 16 augustus 2015) 37 40 39 39 38 193 193
bijzonderheden
9 sep: studiemiddag
8 okt: studiedag
5 dec: Sinterklaas
12 jan: studiemiddag klas 6: LT MVT*
klas 5: Romereis 23 mrt: studiemiddag
11 mei: start CE-1 28 mei: einde CE-1 11 juni: uitslag CE-1 CE-2 30 juni: uitslag CE-2
Luistertoets dutl 19/01; entl 20/01; fatl 21/01
Toelichting afkortingen: RV = rapportvergadering, (H)T = (herkansings)toetsdag (nummer geeft periode aan), LT = Luistertoets, CE = Centraal Eindexamen (nummer geeft tijdvak aan).
19
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Bijlage 2 vak
soort
t po t anw po hd t biol po t dutl hd t econ po t entl thd t fatl hd t po fi hd ges t po
ak
grtl kcv latl lo
Overzicht van het schoolexamen: cursusjaren 2013-2015 leerjaar 4 (2013/2014) leerjaar 5 (2014/2015) per 1 per 2 per 3 per 4 tot* per 1 per 2 per 3 per 4 tot* 5 25 81/3
5 2 25 81/3
8
3 2,5
le + li
le + li
2,5 ja 5
5 2,5 ja 5
5
5
25 81/3
5
8 2,5
20 2 75 25
7,5
7,5
7,5
7,5 18
50 20 75 25
9
9
7,5
10
9 2 12,5
9 2 10
36 4 40
8
8
5 li 7,5
8 5 5 li 7,5
8 10 2,5+10
56 20 45
7,5+7,5
40
15 10
7,5 2,5
7,5 2,5
7,5 2,5
45 20
20 2
5
5 8
10
50 10
24 5
le + li le+li+sp
5 2,5 ja 5
5 2,5 ja 5 2
t t po po hd t po
3*7,5 li 10 li 7,5 2,5 10
5+12,5 5+12,5 5+12,5 5+12,5 15 15 15 15 2,5 5+2,5 7,5+2,5 2,5+5 12,5 ja ja ja ja 5+12 5+12 5+12 5+12 2
70 60 40
68 2
1
t
25
25
t
5
5
maat po maw po
25
15 10 7,5
2,5
90 10 17,5 2,5
t
10
t po t hd t po hd t t po t po t po t po t
9 3 15
m&o po nat netl nlt s-e schk wisA wisB wisC wisD
15
sc 6 4 v
sc + sp
sc
v
sc 4 6 v
10 10
7 3 v 7,5 10 4 5 5 5
5
5
5
5
20
10
5
12,5
7,5 10
12
9
9
15 d 7 3 v 7,5+5 10
10
12 8 9 8 10
7 3 v 7,5+5 10
7 3+4 v 10+7,5 12
10
10
10
10
10
10
10
10
5 5 5 5 5 5 10
90 10 50 10 44 8 36 11 50 38 26 50 42 4 30 5 30 5 30 5 60
* tot = het op dat moment bereikte percentage van het SE (=cumulatief totaal)
Voor een toelichting bij dit overzicht: zie pagina 21.
20
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Toelichting bij het overzicht van het schoolexamen De getallen zijn percentages. Betekenis afkortingen: t = toets po = praktische opdracht hd = handelingsdeel d = discussie le = leesopdracht li = literatuuropdracht p = presentatie sc = schrijfopdracht sp = spreekopdracht v = invulling vrije ruimte Noten 1 Voor het schoolexamen lo wordt geen cijfer toegekend. Het vak moet met de waardering ‘voldoende’ of ‘goed’ worden afgesloten. Is dit niet het geval, dan word je niet toegelaten tot het centraal examen. # De percentages zijn van toepassing op respectievelijk cluster 8 en cluster 5. ## De verdeling van het in de derde periode vermelde percentage over toets(en) en praktische opdracht(en) is afhankelijk van de door de leerlingen gekozen module. Vaknamen en -afkortingen wettelijke vaknaam
afkorting
aardrijkskunde algemene natuurwetenschappen biologie Duitse taal en literatuur economie Engelse taal en literatuur filosofie Franse taal en literatuur geschiedenis Griekse taal en cultuur Griekse taal en literatuur informatica klassieke culturele vorming Latijnse taal en cultuur Latijnse taal en literatuur lichamelijke opvoeding maatschappijleer maatschappijwetenschappen management en organisatie natuur, leven en technologie natuurkunde Nederlandse taal en literatuur scheikunde Spaanse taal en literatuur (elementair) wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D
ak anw biol dutl econ entl fi fatl ges gtc grtl in kcv ltc latl lo maat maw m&o nlt nat netl schk s-e wisA wisB wisC wisD
21
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
22
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Bijlage 3
PTA’s per vak
23
Programma van toetsing en afsluiting 2014-2015
Toelichting bij de vak-PTA’s
De getallen in de kolom ‘weging OR’ zijn wegingsfactoren voor het overgangsrapport. De getallen in de kolom ‘% SE’ zijn percentages van het schoolexamen voor het desbetreffende vak, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
Gebruikte afkortingen soort: T AT L S PO HD CE
= = = = = = =
Toets Absolverende toets Luistertoets Spreekvaardigheidstoets Praktische opdracht Handelingsdeel Centraal eindexamen
vorm: s m i g
= = = =
schriftelijk mondeling individueel groep
= =
overgangsrapport schoolexamen
OR SE
24
Programma van toetsing en afsluiting AARDRIJKSKUNDE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Wereld - Arm & Rijk (A&R), Bulthuis, J.H., 3e druk, Thiememeulenhoff, ISBN 9789006433173 Aarde - Systeem Aarde (SYA), Hendriks, I.G. en Peters, A.M., 3e druk, Thiememeulenhoff, ISBN 9789006433180 Leefomgeving - Wonen in Nederland (WiN), Bulthuis, J.H. e.a., 3e druk, Thiememeulenhoff, ISBN 9789006433227 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 *
A&R: HS 1 t/m 3
% SE 7,5
Wereldvoedselvraagstuk, voedselzekerheid, kwetsbaarheid natuur, ontwikkelingshulp
2
SYA: HS 1 en HS 2
T
s,i
90
*
7,5
T
s,i
90
*
7,5
** *** -
** *** -
*
7,5
* -
18 -
Endogene processen, gesteenten, platentektoniek, exogene processen, afbraak en vorming van landschappen
3
WiN: HS 1 Overstromingsgevaar en maatregelen, nationaal rivierbeleid
4
Ruimte voor de Rivier (deel 1) ** Aardrijkskunde Olympiade Fietsexcursie dijkverlegging Westenholte (indien mogelijk) WiN: HS 2 en HS 3
PO *** HD T
s/m,g 20 slu 120 s,i 3 slu g s,i
90
Kustbeleid, dynamisch kustbeheer, stedelijke ontwikkeling Randstad
Ruimte voor de Rivier (deel 2) ** Fietsexcursie Stadshagen / Holtenbroek (indien mogelijk)
PO HD
s/m,g 15 slu g 3 slu
3. Toelichting * Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. ** Deze praktische opdracht bestaat uit twee delen. Het cijfer wordt in de vierde periode bekend gemaakt. *** De leerling kan tijdens de lessen aardrijkskunde deelnemen aan de voorronde van de Nationale Aardrijkskunde Olympiade. Deelname is niet verplicht en inhalen is niet mogelijk. Uitsluitend na deelname wordt een cijfer gegeven. Het behaalde cijfer (afgerond op 1 decimaal) wordt gedeeld door 10, daarna afgerond op 1 decimaal en vervolgens opgeteld bij het cijfer van de theorietoets in de derde periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Praktische opdrachten moeten uiterlijk op de in de studiewijzer aangegeven datum worden ingeleverd. Bij te laat inleveren wordt per schooldag één punt afgetrokken van het cijfer. Een PO (praktische opdracht) kan een verslag, een poster, een presentatie of een ander werk zijn. Bij fraude met (internet)verslagen is geen herkansing mogelijk en krijgt de leerling een 1 voor het ingeleverde werk.
25
Programma van toetsing en afsluiting BIOLOGIE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Biologie voor jou 4a vwo leeropdrachtenboek, A. Bos e.a., 5e druk, Malmberg, ISBN 978-90-345-7428-2. Biologie voor jou 4b vwo leeropdrachtenboek, A. Bos e.a., 5e druk, Malmberg, ISBN 978-90-345-7429-9 Biologie voor jou 5a vwo leeropdrachtenboek, A. Bos e.a., 5e druk, Malmberg, ISBN 978-90-345-7430 5. Biologie voor jou 5b vwo leeropdrachtenboek, A. Bos e.a., 5e druk, Malmberg, ISBN 978-90-345-7431-2 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
BvJ 5a: 1 Stofwisseling BvJ 4a: T2 Cellen BvJ 4b: T5 Evolutie BS 1,2,4 t/m 8 BvJ 5a: T2 DNA BvJ 4a: T3 Voortplanting BS 2 en 3 BvJ 4b: T4 Genetica BvJ 4b: T5 BS 3 (Hardy-Weinberg) BvJ 5a: T3 Mens en Milieu BvJ 5b: T4 Planten BvJ 4b: T6 Ecologie BvJ 4a: T1 Inleiding in de biologie Planten, Ecologie BvJ 5b: T5 Regeling en waarneming BvJ 5b: T6 Gedrag en beweging BvJ 4a: T3 Voortplanting BS 4 en 5 Waarneming
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 9
% SE 9
T
s,i
90
9
9
T
s,i
90
9
9
PO T
s,g s,i
4 slu 90
2 9
2 9
PO
s,g
4 slu
2
2
3. Toelichting Schriftelijke onderdelen van praktische opdrachten moeten uiterlijk op de in de studiewijzer aangegeven datum worden ingeleverd. Bij te laat inleveren wordt per schooldag één punt afgetrokken van het cijfer. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer; Leerstof die dit cursusjaar voor een eerdere toets is opgegeven, wordt bij de volgende toets bekend verondersteld! Bij de schoolexamens mag BINAS worden gebruikt en een niet-grafische rekenmachine. Bij te laat inleveren van PO’s kan de docent de leerling verplichten deze na schooltijd op school af te maken. Bij fraude met verslagen is geen herkansing mogelijk en krijgt de leerling een 1,0 voor het ingeleverde werk.
26
Programma van toetsing en afsluiting CAMBRIDGE CAE (CERTIFICATE IN ADVANCED ENGLISH) COURSE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Complete Advanced Cambridge English Student’s Book with CD-ROM, Guy Brook-Hart and Simon Haines. 2nd edition 2014, Cambridge University Press, ISBN 978-1-107-63106-9 Materiaal verstrekt door de docent** 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp
soort vorm duur weging (min) OR* T s,i 90 -
% SE* -
1
Student’s book: Unit 9-10 (pp 96 t/m 117)
2
Student’s book: Unit 11-12 (pp 118 t/m 139)
T
s,i
90
-
-
3
Student’s book: Unit 13-14 (pp 140 t/m 161)
T
s,i
90
-
-
4
Examentraining** Examen in juni 2014 British Council, Utrecht
-
-
-
-
-
3. Toelichting * Dit keuzevak telt noch mee voor het overgangsrapport, noch voor het schoolexamen. De CAE toetsen in klas 5 zijn van zuiver diagnostische aard. Er zijn dus ook geen herkansingen. Het (extern afgenomen) examen vindt plaats op twee verschillende data in juni 2014 bij de British Council te Utrecht. De uitslag wordt 6 weken na het examen gepubliceerd op de Cambridge ESOL website: www.cambridgeesol-results.org - Let op: tijdens de toetsen/examen is het gebruik van een woordenboek niet toegestaan. - Voor een precieze omschrijving van de leerstof voor de schriftelijke toetsen alsmede de inhoud/vorm van de spreekvaardigheidstoets wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
27
Programma van toetsing en afsluiting DUITSE TAAL EN LITERATUUR
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Na klar! Bronnenboek 5 VWO, Paul van der Bie e.a., vierde editie, Malmberg Den Bosch, ISBN 978 90 345 7370 4 Na klar! Werkboek 5 VWO, Paul van der Bie e.a., vierde druk, Malmberg Den Bosch, ISBN 978 90 345 7371 1 de nieuwste examenbundel VWO 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Luistervaardigheid uit de methode en examenopdrachten/materiaal van de docent Grammatica en woordenschat van Kapitel 1 en 2. Woordenschat: thema’s Von mir aus en Unter Dach und Fach Leesvaardigheid uit de methode en examenopdrachten/materiaal van de docent Grammatica en woordenschat van Kapitel 1 en 2 en thema Einblick Kapitel 3 een boek uit de Duitse literatuur*** Een thema uit de Duitse literatuur een boek uit de Duitse literatuur*** Grammatica en woordenschat van Kapitel 4 en 5. Woordenschat thema’s Gemeinsam en Vergnügen. Schrijfvaardigheid (formele brief) uit de methode en opdrachten van de docent
soort vorm duur weging (min) OR L s,i 60 3
% SE 7,5
T*
s,i
60
4
10
T**
s,i
90
5
12,5
T
s,i
90
4
10
3. Toelichting * Deze toets is een combinatietoets van de methode en leesvaardigheid. ** De literatuurtoets is een samengestelde toets van de stof DDR literatuur klas 4 en de stof van periode 3 klas 5. *** In periode 2 respectievelijk 3 wordt een boek gelezen. Deze boeken worden getoetst als onderdeel van de literatuurtoets van periode 3. Voor tekstverklaring is een eigen - zelf mee te brengen - woordenboek D-N toegestaan, voor de schrijfopdracht een eigen woordenboek N-D. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
28
Programma van toetsing en afsluiting ECONOMIE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Praktische Economie – economie voor de 2e fase, Prof.dr. J. Hinloopen, drs. P. Adriaansen, dr. A. Zuiderwijk, 5e druk, Malmberg, ISBN 978 90 345 5640 0 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
Markt en overheid Module 3 – Hoofdstuk 1 tot en met 4
2
Ruilen over de tijd Module 4 – Hoofdstuk 1 tot en met 4 Klaslokaalexperiment Samenwerken en onderhandelen Module 5 – Hoofdstuk 1 tot en met 4
3
4
Keuzeonderwerp Economische modellen Een interview over Arbeid
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 *
% SE 8
T
s,i
90
*
8
PO T
s,i s,i
5 slu 90
* *
5 8
T PO
s,i m,g
90 10 slu
* *
8 10
3. Toelichting * Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
29
Programma van toetsing en afsluiting ENGELSE TAAL EN LITERATUUR 1.
2014-2015 Leerjaar 5
Methode A Writing Grammar, Drs. Odekerken, Wolters Noordhoff, ISBN 9001660622 VWO Engels 2014 Examentraining, L & M educatief, ISBN 9789054893509 Middelgroot woordenboek N.E., nieuwste druk, van Dale, ISBN 9789066482814 Middelgroot woordenboek E.N., nieuwste druk, van Dale, ISBN 9789066482821
2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
3. * **
L&M VWO eindexamenteksten en vocabulaire Grammatica (H 16, 17, 23, 24, 26) Verwerkingsopdracht n.a.v. één roman Thema: oorlog, kolonialisme en toekomst L&M VWO eindexamenteksten en vocabulaire Grammatica (H 27, 31, 32, 35 en o.w.w blz 148 t/m 150) Verwerkingsopdracht n.a.v. één roman Thema: Amerikaans-Joodse auteurs Spreekvaardigheid Schrijfvaardigheid, formele brief Verwerkingsopdracht n.a.v. één roman Thema: vrij Kijk- en Luistervaardigheid L&M VWO eindexamenteksten, algemene taalvaardigheid Afsluitende mondelinge totaaltoets Letterkunde
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 2
% SE 5
HD
s,i
40
-
-
T
s,i
90
2
5
HD
s,i
40
-
-
S* T HD
m,i s,i s,i
10 90 40
3 3 -
7,5 7,5 -
L T
s,i s,i
90 90
3 1
7,5 2,5
T**
m,i
10
4
10
Toelichting Deze toets worden tijdens een lesuur afgenomen. Deze toets wordt tijdens de periode afgenomen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Toegestane hulpmiddelen: Bij T (s,i) 5.3 en 5.4 is gebruik toegestaan van een woordenboek 1: E-E of 2: E-N en/of N-E (zie studiewijzer). In klas 5 werken de leerlingen verder aan het Literatuurdossier Engels. Dit dossier wordt in periode 5.3 gecontroleerd op volledigheid alvorens de leerling wordt toegelaten tot het Schoolexamen Letterkunde Engels. Dit SE omvat de 3 gelezen romans in leerjaar 5 plus de Shakespeare module zoals behandeld in periode 5.1. Dit afsluitende schoolexamen wordt mondeling in het Nederlands afgenomen in periode 5.4.
30
Programma van toetsing en afsluiting FILOSOFIE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Eva-Anne Le Coultre, Cogito/Ik denk. Inleiding in de filosofie, Diemen 2007, ISBN 97 890 857 104 55 Eva-Anne Le Coultre e.a., Cogito/Ik denk. Inleiding in de filosofie. Werkboek VWO, Diemen 2007, ISBN 97 890 857 111 62 Eigen materiaal (aantekeningen in schrift, op fotokopie en elektronische leeromgeving) TV-serie Stof; auteur en presentator Bas Haring, omroep RVU 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Sociale Filosofie + Ethiek (Cogito H3 en H2) Argumentaties bij (o.a.) Stof en bespreking korte tekst of casus** Ethiek (Cogito H2) Argumentaties bij (o.a.) Stof en bespreking korte tekst of casus** Esthetiek (Cogito H6) Commentaar bij kunstwerk of videofragment Kennistheorie (Cogito H4) Argumentatie-opdracht over kennis, mening en geloof
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 60 *
% SE 7,5
PO
m/s,i
5 slu
*
2,5
T PO
s,i m/s,i
60 5 slu
* *
7,5 2,5
T PO
s,i m/s,i
60 5 slu
* *
7,5 2,5
T PO
s,i m/s,i
60 5 slu
* *
7,5 2,5
3. Toelichting * Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. ** Een deel van de klas voert deze opdracht in periode 1 uit, een ander deel in periode 2.
Voor een precieze omschrijving van de leerstof en de inleverdata van praktische opdrachten wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
31
Programma van toetsing en afsluiting FRANSE TAAL EN LITERATUUR
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode GRANDES LIGNES 2e fase 5 vwo, Cahier d’activités deel 1, 2 en 3, E. Casteleijn, M. Folkers, S. Hoogerwerf-Beijer, M. Jansen, M.F. Lemonsu, J. Terpstra, 4e editie (2013), Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001802936 GRANDES LIGNES 2e fase havo/vwo, Référence, K. Berg, J. Brouwer, E. Casteleijn, E. Daling, M. Folkers, S. Hoogerwerf-Beijer, M. Jansen, M. Kroft, M.F. Lemonsu, N. Pavias, J. Wending, 4e editie (2011), Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001803162 Examenbundel VWO Frans 2013/2014, Thieme Meulenhoff, ISBN 9789006080292 Literatuurdossier (eigen materiaal) 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 60 3
% SE 7,5
1
Taalverwerving (methode)
2
Literatuur + boek lezen
T*
s,i
90
3
7,5
3
Taalverwerving (methode) + leesvaardigheid Boek lezen + verslag Spreekvaardigheid Kijk- en luistervaardigheid
T*
s,i
90
4
10
HD S** L***
s,i m,g s,i
30 ***
3 3
7,5 7,5
4
3. Toelichting * Leerlingen mogen bij het maken van de literatuurtoets en de toets leesvaardigheid een woordenboek Frans-Nederlands gebruiken. Ze moeten het woordenboek wel zelf meenemen naar school. ** Het mondeling wordt zo mogelijk in de toetsweek afgenomen, en anders ook (deels) tijdens de periode. Iedere leerling wordt individueel beoordeeld. *** Deze toets wordt tijdens 2 lesuren afgenomen gedurende de periode. Lengte is volgens opgave Cito. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
32
Programma van toetsing en afsluiting GESCHIEDENIS
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Oudheusden, J., van, Feniks VWO, Het Midden-Oosten (Amersfoort, 2013), ISBN 978 90 0646257 9 Venner, J., e.a., Feniks VWO, overzicht van de geschiedenis (Amersfoort 2012), ISBN 978 90 06 46491 7 Katernen bij thema’s (door docent verstrekt) 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
Tijd van de wereldoorlogen Thema IV: Historisch Onderzoek
2
Tijd van televisie en computer Thema IV: Historisch Onderzoek
3
4
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 ** *
% SE 5
T PO
s,i s,g
90 40 slu
** **
5 8
Thema V: Geloof en bijgeloof
T
s,i
90
**
10
Thema VI: Midden Oosten
T
s,i
90
**
10
3. Toelichting * De in deze periode behandelde stof wordt in de volgende periode getoetst. ** Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
33
Programma van toetsing en afsluiting GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Pallas Griekse grammatica deel 4, Elly Jans, e.a. 3e druk, Eisma, ISBN 987-90-8771-045-3 Zorg voor je ziel, Abbenes, J., Jonkers, H., Lukoschus A., Hermaion 2013, ISBN 978-90-5027-178-3 Logos, Charles Hupperts en Simon Veenman, 3e druk, Eisma, ISBN 90-74252-87-3 Per periode uitgereikte readers per genre 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
4 s.o.’s woorden en grammatica ** Passages uit Flavius Josephus + vertaling 4 s.o.’s woorden en grammatica ** Passages Plato + vertaling
soort vorm duur weging % (min) OR SE T* s,i n.v.t. 2 5 T s,i 120 5 12,5 T* T
s,i s,i
n.v.t. 120
2 5
5 12,5
3
4 s.o.’s woorden en grammatica ** Passages Homerus/Hesiodus + vertaling
T* T
s,i s,i
n.v.t. 120
2 5
5 12,5
4
4 s.o.’s woorden en grammatica ** Passages uit een tragedie + vertaling
T* T
s,i s,i
n.v.t. 120
2 5
5 12,5
3. Toelichting * Deze toets wordt tijdens een lesuur afgenomen. ** Het cijfer voor deze toets is het rekenkundig gemiddelde van de s.o.-cijfers in deze periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
34
Programma van toetsing en afsluiting KLASSIEKE CULTURELE VORMING (KCV)
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Forum, C. Fisser, T. Jansen, 1e druk 1998, Hermaion, ISBN 90-5027-071-9 Rome, Leven met het verleden, C. Fisser, 1e druk 2002, Hermaion, ISBN 90-5027-114-6 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Romeinse Geschiedenis Opdrachten geschiedenis (5) 1 Verslag lectuur eigen onderwerp * Bezoek cultuur*** Romeinse (bouw)kunst Artikel reisgids Opdrachten (bouw)kunst (5) 1 Verslag lectuur eigen onderwerp* Bezoek cultuur*** Verhalengoed, toneel, receptie Spreekbeurt in Rome/Ostia 2 Spreekbeurt schilderkunst (1/2 klas)** Opdrachten verhalengoed enz. (5) 1 Verslag lectuur eigen onderwerp* Bezoek cultuur*** Filosofie, religie en levensbeschouwing Opdrachten filosofie etc. (5) 1 Spreekbeurt filosofie (1/2 klas) Verslag lectuur eigen onderwerp* Bezoek cultuur***
soort vorm duur weging % (min) OR SE T s,i 60 6 15 PO s,i 5 slu 1 2,5 PO m,i 10 slu * * HD s,i 3 slu T s,i 60 6 15 PO s,g 8 slu 2 5 PO s,i/g 5 slu 1 2,5 PO m,i 10 slu * * HD s,i 3 slu T s,i 60 6 15 PO m,i 2 slu 3 7,5 PO m,g 3 slu ** ** PO s,i/g 5 slu 1 2,5 PO m,i 10 slu * * HD s,i 3 slu T s,i 60 6 15 PO s,i 5 slu 1 2,5 PO m,g 3 slu 2 5 PO m,i 10 slu 5 12,5 HD s,i 3 slu -
3. Toelichting 1 Het cijfer voor deze toets is het rekenkundig gemiddelde van de vijf cijfers in deze periode. 2 Leerlingen die in klas 5 zijn blijven zitten, gaan niet meer mee naar Rome. Hun spreekbeurtcijfer blijft dus staan. Van deze regel kan worden afgeweken als zij alle onderdelen van het vak KCV over doen. * De boekbespreking wordt op afspraak afgenomen; het cijfer wordt in periode 4 meegeteld. ** Deze spreekbeurt wordt in periode 4 meegeteld. *** De leerling bezoekt minimaal één keer in het schooljaar een culturele voorstelling die met de klassieke cultuur te maken heeft. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
35
Programma van toetsing en afsluiting LATIJNSE TAAL EN LITERATUUR
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Bloemlezing uit de poëzie van Martialis (eigen uitgave) E. Jans en C. Hupperts: Hoogmoed, Liefde en wraak - verhalen uit de Metamorphoses en Fasti van Ovidius, Eisma Edumedia, Leeuwarden 2013, ISBN 978-90-8771-702-5 Ovidius’ Amores bk. 1.1-3 (eigen uitgave) Roma Aeterna: bloemlezing van Latijnse teksten als voorbereiding op de Romereis (eigen uitgave) E. Jans en C. Hupperts: Filosofie als Levenskunst (brieven en passages uit de dialogen van Seneca), Eisma Edumedia, Leeuwarden 2012, ISBN 978-90-8771-576-2 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
6 s.o.’s woorden, idioom, grammatica ** Martialis-bloemlezing + spreuken (begripsvragen + vertaalopdracht) epigram 4 s.o.’s woorden, idioom, grammatica ** Selectie uit Ovidius Ex.-bundel 2014 + Amores 1.1-3 (begripsvragen + vertaalopdracht) 4 s.o.’s woorden, idioom, grammatica ** Roma Aeterna: teksten over Rome (begripsvragen + vertaalopdracht) 4 s.o.’s woorden, idioom, grammatica ** Selectie uit Seneca Ex.-bundel 2013 (begripsvragen + vertaalopdracht)
soort vorm duur weging (min) OR T* s,i 10 5 T s,i 120 12
% SE 5 12
PO T* T
s,g s,i s,i
60 10 120
2 5 12
2 5 12
T* T
s,i s,i
10 120
5 12
5 12
T* T
s,i s,i
10 120
5 12
5 12
3. Toelichting * Deze toets wordt tijdens een lesuur afgenomen. ** Het cijfer voor deze toets is het rekenkundig gemiddelde van de cijfers van de s.o.’s in deze periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer
36
Programma van toetsing en afsluiting LICHAMELIJKE OPVOEDING
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode niet van toepassing 2. Activiteiten per. activiteiten 1 t/m 4
Fitness Squash Power Spinning Bootcamp Survivalrun Tennis Schermen Zelfverdediging Beach Volleybal
eindterm (2 keer) (2 keer) (2 keer) (2 keer) (2 keer) (3 keer) (1 keer) (2 keer) (1 keer) (2 keer)
B15 B15 B15 B15 B15 B15 B15 B15 B15 B15
les slu (45 min) 4 3 4 3 2 1½ 4 3 4 3 4 3 2 1½ 4 3 2 1½ 4 3
3. Toelichting Voor het schoolexamen lichamelijke opvoeding wordt geen cijfer toegekend. Het vak moet met de waardering ‘voldoende’ worden afgesloten. Is dit niet het geval, dan word je niet toegelaten tot het centraal examen. De leerling volgt een roulerend programma, waarbij per periode volgens de studiewijzer een aantal activiteiten wordt verricht. De sportoriëntatie lessen zijn verplicht en worden als voldoende beschouwd bij actieve deelname. Bij inactieve deelname of blessure wordt de leerling geacht wel aanwezig te zijn! Bij afwezigheid of ziekte moet de gemiste les worden ingehaald op het eerstvolgende vrije moment. Bij ongeoorloofd verzuim of langdurig ziekteverzuim dat naar het oordeel van de docent niet kan worden ingehaald, wordt de leerling geacht een werkstuk te maken over een nader te bepalen onderwerp. Het werkstuk wordt gemaakt op school, buiten de reguliere lessen om, tot 16.30 uur. De omvang van het werkstuk hangt af van het verzuim! Er wordt per periode gekeken naar absentie, en het werkstuk wordt gemaakt aan het begin van de volgende periode. Voor een precieze omschrijving van het programma, een beschrijving van de eindtermen en de wijze van beoordeling wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Indien een leerling het programma van leerjaar vier nog niet heeft afgerond, dient deze afronding, in overleg met de docent, in leerjaar 5 plaats te vinden.
37
Programma van toetsing en afsluiting MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Syllabus Multiculturele Samenleving en Europa, Celeanum 2014 Syllabus Sociaalwetenschappelijk onderzoek, Celeanum 2014 Schuijt, B., e.a., Politieke besluitvorming, Alphen a/d Rijn 2013, ISBN 978-90-8674-101-4 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
Multiculturele Samenleving en Europa (domein D en B) en Onderzoeksvaardigheden I (domein A) Onderzoeksvaardigheden II (domein A) (domein A + I)**
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 *
% SE 15
PO
s,g
40 slu
*
7,5
3
Politieke besluitvorming I (domein B)
T
s,i
60
*
5
4
Politieke besluitvorming II (domein B)
T
s,i
90
*
12,5
3. Toelichting * Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. ** De praktische toepassing van Onderzoeksvaardigheden vindt plaats in het PO. De theoretische kennis van Onderzoeksvaardigheden I en II wordt vanaf periode 2 klas 5 tot en met periode 3 van klas 6 meegenomen in de toetsen van de verschillende domeinen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
38
Programma van toetsing en afsluiting MANAGEMENT EN ORGANISATIE (M&O)
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Management & Organisatie in Balans, S. van Vlimmeren, W. de Reuver, vwo theorieboek deel 1B, 6e druk, ISBN 978 90 425 3775 0 Management & Organisatie in Balans, S. van Vlimmeren, W. de Reuver, vwo theorieboek deel 2A, 6e druk, ISBN 978 90 425 3779 8 Management & Organisatie in Balans, S. van Vlimmeren, W. de Reuver, vwo werkboek deel 1, 6e druk, ISBN 978 90 425 3336 3 Management & Organisatie in Balans, S. van Vlimmeren, W. de Reuver, vwo werkboek deel 2, 6e druk, ISBN 978 90 425 3340 0 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Domein E: Financieel beleid H 21 Voorraadwaardering H 22 Kosten duurzame productiemiddelen H 23 Brutowinstopslagmethode H 24 Nettowinstopslagmethode H 25 Break-even analyse Domein D: Marketing & personeelsbeleid H 17 Marketing H 18 Productbeleid H 19 Prijs- en distributiebeleid H 20 Communicatiebeleid Domein B: Interne organisatie * H4 Organisaties en Besluitvorming* H5 Leiderschap* H6 Communicatie* H7 Communicatievormen* H8 Personeelsbeleid* Domein E: Financieel beleid H 26 Kosten en resultaten H 27 Voorcalculatie H 28 Nacalculatie H 29 Ondernemingen met heterogene productie Domein C: Financiering van activiteiten H 14 Enkelvoudige interest H 15 Samengestelde interest H 16 Renten Domein F: informatiestromen en ICT H 33 t/m H 37: Toepassing spreadsheets
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 5
% SE 10
T
s,i
90
5
10
T
s,i
90
6
12
T
s,i
90
6
12
PO
s,i
10 slu
4
8
3. Toelichting * Deze stof is reeds behandeld in klas 4. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
39
Programma van toetsing en afsluiting NATUUR, LEVEN EN TECHNOLOGIE (NLT)
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode NLT-module Kijken en zien, Landelijk ontwikkelsteunpunt NLT, Junior College Utrecht i.s.m. universiteit Utrecht, drs. Marieke Aarsen en Krijn Kieviet MSc NLT-module Sound Design, Landelijk ontwikkelpunt NLT, ontwikkeld door Rutger Teunissen, i.s.m. Willem II, Tilburg: Teun van Heesch, Sandra Smolders, Hans de Swart Damstede, Amsterdam: Coen van der Kamp, Peter Staats NLT-module Hersenen en leren, Landelijk ontwikkelpunt NLT, L.A. Sevenster, B. Pekelharing, F.A. Grootjen NLT-module Rijden onder invloed, Landelijk ontwikkelpunt NLT, ontwikkeld door: MillHillcollege, Strabrechtcollege, i.s.m. Fontys Lerarenopleiding Geldrop 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2 3
4
1-4
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 60 *** PO s,g 10 slu ***
Module ‘Kijken en zien’ Dossier met verslagen van onderzoeken, practica, presentaties Module ‘Sound Design’ T Presentatie + Dossier met opdrachten PO Module ‘Hersenen en leren’ H1 t/m H5 T Dossier met verslagen van onderzoeken, PO practica en dossieropdrachten Module ‘Rijden onder invloed’ T Dossier met verslagen van onderzoeken, PO practica, presentaties en dossieropdracht Excursies* HD Vrije ruimte: individuele invulling** PO**
% SE 7 3
s,i s,g s,i s,g
60 10 slu 60 10 slu
*** *** *** ***
7 3 7 3
s,i s,g
60 15 slu
*** ***
7 3
s,i s,i
15 slu 15 slu
***
vold. 4
3. Toelichting
De door de school aangeboden excursies binnen de vrije ruimte van het vak NLT (zie *) worden beschouwd als handelingsdelen die naar behoren moeten zijn uitgevoerd (zie ook PTA art. 11). * De vrije ruimte in het vak natuur, leven en technologie bedraagt in totaal 80 slu, waarvan tenminste 30 slu in leerjaar 5 dient te worden afgerond. Binnen de vrije ruimte worden een aantal excursies georganiseerd door de school en aangeboden aan alle leerlingen. Deze worden aangeduid in bovenstaand overzicht met een asterisk (*). Indien een leerling door omstandigheden niet aan alle excursies mee kan doen dan moet hij de uren, die daarvoor staan, besteden aan een extra eigen invulling. ** Naast de door school georganiseerde excursies dient een leerling de overige uren voor de vrije ruimte individueel in te vullen in de vorm van een of meerdere praktische opdrachten. De docent bepaalt van te voren hoeveel SLU er aan de praktische opdracht toegekend worden. De leerling dient voor elke uitgevoerde opdracht een inhoudelijk verslag in te leveren. Het aantal SLU binnen de individueel door de leerling in te vullen vrije ruimte dat door de leerling niet gevuld is, wordt met een 1,0 becijferd. Het cijfer voor de individueel door de leerling in te vullen vrije ruimte bestaat uit het - naar het aantal SLU’s gewogen - gemiddelde van de cijfers van de praktische opdrachten. Het cijfer wordt in de vierde periode meegeteld. Overige richtlijnen voor de praktische opdrachten en beoordeling hiervan staan beschreven op de elektronische leeromgeving `It´s learning´. *** Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Praktische opdrachten moeten uiterlijk op de in de studiewijzer aangegeven datum worden ingeleverd. Bij te laat inleveren wordt per dag 1 cijferpunt per schooldag afgetrokken van het cijfer. Bij ziekte of andere afwezigheid moet de praktische opdracht in overleg met de docent/TOA alsnog worden uitgevoerd. 40
Programma van toetsing en afsluiting NATUURKUNDE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Newton, natuurkunde voor de bovenbouw, 4 vwo basisboek, K. Kortland e.a., 4e druk, ThiemeMeulenhoff, ISBN 978 90 06 31286 7 Newton, natuurkunde voor de bovenbouw, 5 vwo basisboek, K. Kortland e.a., 4e druk, ThiemeMeulenhoff, ISBN 978 90 063 1291 1 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
Hoofdstuk 7 en hoofdstuk 11 §1 en §2
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 9
% SE 9
Trillingen en golven: geluid, trillingen en zuivere tonen, lopende golven, staande golven, telecommunicatie en golven Wiskunde in de natuurkunde: rekenvaardigheden, redeneren met verbanden en formules, de afgeleide gebruiken
2
Practicum: trillingen/golven Hoofdstuk 3 en keuzeonderwerp: Biofysica
PO T
s,g s,i
5 slu 90
3 9
3 9
T
s,i
90
9
9
T
s,i
90
9
9
PO
s,g
15 slu
8
8
Materialen: Deeltjesmodel, lichte en sterke materialen, energie en warmtetransport Biofysica: waarnemen en reageren, voedingsstoffen en bewegen, warmtehuishouding
3
Hoofdstuk 8 en hoofdstuk 6 §3 en §4 Elektromagnetisch veld: magnetisch veld door elektrische stroom, lorentzkracht, elektromagnetische inductie Vaardigheden: dynamische modellen en technisch ontwerpen
4
Hoofdstuk 9 en hoofdstuk 11 §3 Arbeid, energie en vermogen: energie voor bewegen, energie bij bewegingen, omzetten van energie, vermogen en snelheid Wiskunde in de natuurkunde: de afgeleide Zelfstandige praktische opdracht over een keuzeonderwerp dat vanuit de natuurkunde belicht wordt.
3. Toelichting De genoemde paragrafen komen overeen met de in het boek genoemde nummering. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Praktische opdrachten moeten uiterlijk op de in de studiewijzer aangegeven datum worden ingeleverd. Bij te laat inleveren wordt per kalenderdag 1 cijferpunt afgetrokken van het cijfer. Bij fraude met (internet)verslagen is geen herkansing mogelijk en krijgt de leerling het cijfer 1,0 voor het ingeleverde werk. De leerling voert, naast de praktische opdrachten, één of meer kortdurende practica uit, aan de hand waarvan technisch-instrumentele vaardigheden en onderzoeks-vaardigheden getoetst worden. Deze practica worden tijdens de lessen uitgevoerd en hebben de omvang van ongeveer 1 slu. Korte practica moeten worden uitgewerkt en voldoende zijn afgerond, één week voor aanvang van de toetsweek van de desbetreffende periode. Bij ziekte of andere afwezigheid moet de praktische opdracht in overleg met de docent/TOA alsnog worden uitgevoerd. Als hulpmiddelen bij de toetsen mogen worden gebruikt: Binas 6e editie en een niet-grafische rekenmachine.
41
Programma van toetsing en afsluiting NEDERLANDSE TAAL EN LITERATUUR
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Steenbergen, W. et al. Nieuw Nederlands 5/6 vwo, Noordhoff Uitgevers, Groningen, 2008, 1e druk ISBN 978-90-01-70430-8 J.A. Dautzenberg – Literatuur geschiedenis en leesdossier, Malmberg, Den Bosch, 3e druk 2004, ISBN 90 345 0032 2 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
Spellen, formuleren en woordenschat
2
3
Beeldspraak, middeleeuwen en renaissance debat* + debatdossier lezen en argumenteren
4
Literatuurgeschiedenis 18e en 19e eeuw
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 3
% SE 15
T
s,i
90
3
15
HD T
m,g s,i
45 90
3
10
T
s,i
60
2
10
3. Toelichting * De normen en afspraken voor het debat zijn te vinden in het document ‘Het debatdossier’, dat aan het begin van periode 2 aan elke leerling verstrekt wordt. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
42
Programma van toetsing en afsluiting SCHEIKUNDE
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Chemie 6e editie, 5 vwo leerboek, R. Bekkers e.a., Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-81717-6 Chemie 6e editie, 5 vwo uitwerkingenboek, B. van Elk, W. Rietman, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-81718-3 Chemie 6e editie, leerjaar 4 online, ISBN 871-79-27-05714-8 Chemie 6e editie, leerjaar 5 online, ISBN 871-79-27-04065-2 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 5
Percentage, ppm, ppb, meetwaarden, dichtheid, atoommassa, chemische hoeveelheid, molair volume, concentratie, rekenen aan reacties, endotherme en exotherme reacties, reactiesnelheid, evenwichten, groene chemie, pH, zuren (hoofdstuk 3§1, 4, 7§2, 7§4, 8 en 9§1) Reactiesnelheid (m.b.v. Coach)* PO** Sterke zuren en basen, indicatoren, pHT berekeningen, zuur-base reacties, gaschromatografie, massaspectrometrie, stereo-isomerie, alcoholen, ethers, aldehyden, ketonen (hoofdstuk 9 en 10) Metalen, corrosie, redoxreacties, T elektrochemische cellen, zwakke zuren en basen, zuur-base reacties (hoofdstuk 11 en 12§1 t/m 12§3) Zwakke zuren en basen, zuur-baseT reacties, buffers, dunnelaagchromatografie, zuur-basetitraties, groene chemie, chemische industrie (hoofdstuk 12, 13§1 t/m 13§3 en 14)
% SE 10
s,g s,i
7 slu 90
2 5
4 10
s,i
90
5
10
s,i
90
6
12
3. Toelichting * De proef wordt door tweetallen uitgevoerd. Hetzelfde tweetal maakt één verslag over de proef. Dit verslag moet uiterlijk op donderdag 2 oktober 2014 om 15.00 uur worden ingeleverd. Bij het niet op tijd inleveren wordt per kalenderdag één cijferpunt van het cijfer afgetrokken. Bij fraude wordt het cijfer 1,0 gegeven. ** Het cijfer voor de praktische opdracht wordt in de tweede periode bekend gemaakt. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Als hulpmiddelen bij toetsen mogen worden gebruikt: Binas 6e druk en een gewone rekenmachine. Een grafische rekenmachine is niet toegestaan.
43
Programma van toetsing en afsluiting SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR)
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Paso Adelante deel 3, E. Bakker, C. Janssen e.a. (2012), Groningen/Houten, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001796471 (tekstboek) 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 60 3
% SE 7,5
1
Capítulo 1 en 2 taalverwering
2
Capítulo 3 Kijk en - Luistervaardigheid
T L*
s,i s,i
60 45
3 2
7,5 5
3
Capítulo 4 Schrijfvaardigheid: brief/mail
T T*
s,i s,i
60 45
3 2
7,5 5
4
Capítulo 5 en 6 + leesvaardigheid Spreekvaardigheid: una presentación de una ciudad española
T** S*
s,i m,g
90 10
4 3
10 7,5
3. Toelichting * Deze toets wordt tijdens een lesuur afgenomen. ** Deze toets bestaat uit twee gedeeltes: eerst een gedeelte taalverwerving; daarna een gedeelte leesvaardigheid. Leerlingen mogen bij het maken van het gedeelte leesvaardigheid een woordenboek Spaans-Nederlands gebruiken. Ze moeten het woordenboek wel zelf meenemen naar school. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer. Leerstof die dit cursusjaar voor een eerdere toets is opgegeven, wordt bij de volgende toets bekend verondersteld!
44
Programma van toetsing en afsluiting WISKUNDE A
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Getal en Ruimte, L.A. Reichard, J.H. Dijkhuis, C.J. Admiraal, G.J. te Vaarwerk, J.A. Verbeek, G. de Jong, H.J. Houwing, J.D. Kuis, F. ten Klooster, S.K.A. de Waal, J. van Braak, H. Liesting, M. Wieringa, M.L.M. van Maarseveen VWO A/C deel 1, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11018-2 VWO A/C deel 2, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11069-4 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Veranderingen (1e deel) Veranderingen (2e deel) en Rijen en goniometrie (1e deel) Rijen en goniometrie (2e deel) Beschrijvende statistiek Wiskunde Alympiade 14 november 2014 Differentiëren Kansverdelingen (1e helft) Kansverdelingen (2e helft) Algebraïsche vaardigheden
soort vorm duur weging (min) OR AT* s,i 45 1 AT* s,i 45 1 AT* AT* PO T
T
s,i 30 s,i 60 s/m,g 8 slu s,i 90
s,i
90
% SE 5**
1 2 1 2
5**
2
10
5 10
3. Toelichting * Een absolverende toets (AT) gaat over het eerste deel van de leerstof van de gehele toetsperiode, en wordt afgenomen ongeveer halverwege de periode. Haal je voor de absolverende toets een prettig cijfer, dan doe je in de toetsperiode een toets over het tweede deel. Het gewogen gemiddelde cijfer van beide absolverende toetsen geldt dan als cijfer voor die periode. Een absolverende toets en een tweede deeltoets kennen geen mogelijkheid tot vervangen. Ben je ontevreden met het resultaat van de absolverende toets, dan doe je in de toetsperiode de `gewone` toets die 90 minuten duurt. Ben je ontevreden over een tweede deeltoets of de totaaltoets, dan kan je je periodecijfer alleen maar verbeteren door een vervangende toets te gebruiken die gaat over de gehele stof van die periode. ** Het percentage heeft betrekking op het cijfer voor de desbetreffende periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
45
Programma van toetsing en afsluiting WISKUNDE B
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Getal en Ruimte, L.A. Reichard, J.H. Dijkhuis, C.J. Admiraal, G.J. te Vaarwerk, J.A. Verbeek, G. de Jong, H.J. Houwing, J.D. Kuis, F. ten Klooster, S.K.A. de Waal, J. van Braak, H. Liesting, M. Wieringa, M.L.M. van Maarseveen VWO B deel 2, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11021-2 VWO B deel 3, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11072-4 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
Differentiaalrekening Vermoedens en bewijzen (1e helft)
2
Vermoedens en bewijzen (2e helft) Exponentiële en logaritmische functies Wiskunde B-dag 14 november 2014 Integraalrekening Algebraïsche vaardigheden (1e helft)
3
4
Algebraïsche vaardigheden (2e helft) Voortgezette integraalrekening (keuzeonderwerp) (K1 en K4)
soort vorm duur weging (min) OR AT* s,i 60 2 AT* T PO AT* AT* T
s,i s,i
30 90
s/m,g 8 slu s,i 60 s,i 30 s,i
90
1 3
% SE 5**
5
1 4 2
5 10**
6
10
3. Toelichting * Een absolverende toets (AT) gaat over het eerste deel van de leerstof van de gehele toetsperiode, en wordt afgenomen ongeveer halverwege de periode. Haal je voor de absolverende toets een prettig cijfer, dan doe je in de toetsperiode een toets over het tweede deel. Het gewogen gemiddelde cijfer van beide absolverende toetsen geldt dan als cijfer voor die periode. Een absolverende toets en een tweede deeltoets kennen geen mogelijkheid tot vervangen. Ben je ontevreden met het resultaat van de absolverende toets, dan doe je in de toetsperiode de `gewone` toets die 90 minuten duurt. Ben je ontevreden over een tweede deeltoets of de totaaltoets, dan kan je je periodecijfer alleen maar verbeteren door een vervangende toets te gebruiken die gaat over de gehele stof van die periode. ** Het percentage heeft betrekking op het cijfer voor de desbetreffende periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
46
Programma van toetsing en afsluiting WISKUNDE C
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Getal en Ruimte, L.A. Reichard, J.H. Dijkhuis, C.J. Admiraal, G.J. te Vaarwerk, J.A. Verbeek, G. de Jong, H.J. Houwing, J.D. Kuis, F. ten Klooster, S.K.A. de Waal, J. van Braak, H. Liesting, M. Wieringa, M.L.M. van Maarseveen VWO A/C deel 2, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11018-2 VWO C deel 3, 10e editie, 1e druk, EPN, ISBN 978-90-11-11073-1 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp 1
2
3
4
Veranderingen (1e deel) Veranderingen (2e deel) en Rijen en goniometrie (1e deel) Keuzeonderwerp (lineair programmeren) Beschrijvende statistiek Wiskunde Alympiade 14 november 2014 Grafen en matrices Kansverdelingen (1e helft) Kansverdelingen (2e helft) Algebraïsche vaardigheden
soort vorm duur weging (min) OR AT* s,i 45 1 AT* s,i 45 1 AT* AT* PO T
T
s,i 30 s,i 60 s/m,g 8 slu s,i 90
s,i
90
% SE 5**
1 2 1 2
5**
2
10
5 10
3. Toelichting * Een absolverende toets (AT) gaat over het eerste deel van de leerstof van de gehele toetsperiode, en wordt afgenomen ongeveer halverwege de periode. Haal je voor de absolverende toets een prettig cijfer, dan doe je in de toetsperiode een toets over het tweede deel. Het gewogen gemiddelde cijfer van beide absolverende toetsen geldt dan als cijfer voor die periode. Een absolverende toets en een tweede deeltoets kennen geen mogelijkheid tot vervangen. Ben je ontevreden met het resultaat van de absolverende toets, dan doe je in de toetsperiode de `gewone` toets die 90 minuten duurt. Ben je ontevreden over een tweede deeltoets of de totaaltoets, dan kan je je periodecijfer alleen maar verbeteren door een vervangende toets te gebruiken die gaat over de gehele stof van die periode. ** Het percentage heeft betrekking op het cijfer voor de desbetreffende periode. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
47
Programma van toetsing en afsluiting WISKUNDE D
2014-2015 Leerjaar 5
1. Methode Getal en Ruimte, L.A. Reichard, J.H. Dijkhuis, C.J. Admiraal, G.J. te Vaarwerk, J.A. Verbeek, G. de Jong, H.J. Houwing, J.D. Kuis, F. ten Klooster, S.K.A. de Waal, J. van Braak, H. Liesting, M Wieringa, M.L.M. van Maarseveen VWO D deel 2, 10e druk, EPN, ISBN 9-789011-110236 VWO D deel 3, 10e druk, EPN, ISBN 9-789011-110748 2. Leerstof en toetsing per. onderwerp
soort vorm duur weging (min) OR T s,i 90 *
% SE 10
1
Discrete kansverdelingen (2e helft) Lijnen, cirkels en parabolen
2
Discrete dynamische modellen Continue kansverdelingen
T
s,i
90
*
10
3
Limieten Kegelsneden en krommen (1e helft)
T
s,i
90
*
10
4
Kegelsneden en krommen (1e helft) Complexe getallen
T
s,i
90
*
10
3. Toelichting * Het rapportcijfer is in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Dit betekent dat het rapportcijfer berekend wordt uit de schoolexamencijfers van zowel leerjaar 4 als leerjaar 5, volgens de aan deze cijfers gekoppelde percentages van het schoolexamen. Voor een precieze omschrijving van de leerstof wordt verwezen naar de desbetreffende studiewijzer.
48