PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

GREIJDANUS COLLEGE MEPPEL HAVO 4 & 5 2012-2014

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. Algemene Deel. HAVO ( PTA ) Het bevoegd gezag stelt jaarlijks (vóór 1 oktober) een programma van toetsing en afsluiting (PTA) vast. In het programma wordt aangegeven: - Welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen (SE) worden getoetst. - De verdeling van de examenstof over de toetsen van het schoolexamen. - De wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt. - De regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Het Examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting worden door het bevoegd gezag vóór 1 oktober aan de inspectie toegezonden en verstrekt aan alle kandidaten. Het schoolexamen begint in HAVO-4 en loopt tot en met HAVO-5. Het kan bestaan uit de volgende onderdelen: - Toetsen met gesloten en/of open vragen (T/SO) - Praktische opdrachten (PO) - Handelingsdeel (HD) Weging Voor de weging van de verschillende onderdelen wordt verwezen naar het PTA per vak. Periodes Het schoolexamen is verdeeld over 7 periodes. 4 periodes in HAVO-4 en 3 in HAVO-5. In het jaarrooster zijn deze periodes aangegeven. HAVO-5

De definitieve indeling van de periodes en van de toetsweken in HAVO-5 wordt gepubliceerd aan het begin van leerjaar 5. Het centraal examen (CE) wordt afgenomen in de periode van maandag 12 mei tot en met donderdag 29 mei 2014.

Beoordeling van het schoolexamen Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. Voor de correctie van toetsen wordt rekening gehouden met een correctietijd van maximaal 10 correctiedagen voor de docent. Voor een practische opdracht wordt rekening gehouden met een correctietijd van maximaal 30 correctiedagen. Cijferbepaling De examinator drukt zijn eindoordeel over toetsen (T/SO) en praktische opdrachten (PO) van een kandidaat in elk vak uit in een cijfer voor het schoolexamen. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In deze schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers 1 tot en met 10 de volgende betekenis toe: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend Het cijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen / praktische opdrachten van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Indien een gemiddelde een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met één verhoogd wordt indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. Voor de aanvang van het centraal examen wordt de kandidaat van zijn cijfers voor het schoolexamen schriftelijk in kennis gesteld. In het jaarrooster wordt dit vastgelegd. Het eindcijfer van de vakken die alleen een schoolexamen kennen, wordt afgerond op een geheel getal, met dien

verstande dat dit cijfer met 1 verhoogd wordt als de eerste decimaal een 5 of hoger is. Cijfers voor toetsen en praktische opdrachten worden tot in een cijfer met 1 decimaal uitgedrukt. Het eindcijfer voor een vak waar alleen een schoolexamen bestaat, wordt afgerond op een geheel cijfer. Voor de afronding zie hierboven. De vakken CKV en BO uit het Gemeenschappelijk Deel worden beoordeeld met "voldoende" of "goed". De cijfers voor de vakken GD, ML, PJ en het PWS vormen samen het zogenaamde combinatiecijfer. De ondergrens voor de afzonderlijke vakken is 4,0. Het combinatiecijfer is het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de deelvakken. Het combinatiecijfer zelf wordt ook afgerond als 1 cijfer. Opdrachten die vallen onder het handelingsdeel (HD) krijgen geen cijfer, maar moeten voldoende afgerond zijn. Inleveren praktische opdracht en handelingsdeel Praktische opdrachten en het handelingsdeel moeten binnen de uiterste termijn - zoals beschreven in de stofomschrijving per vak - ingeleverd worden. Het is niet mogelijk om over te gaan naar een volgend leerjaar wanneer niet alle handelingsdelen ingeleverd en met tenminste een voldoende beoordeeld zijn. Herkansing toetsen Er vindt één herkansing per periode plaats. Na iedere periode mag er één toets uit die periode worden herkanst. De herkansing vindt plaats op vastgestelde tijdstippen. In ieder geval moet de herkansing afgerond worden voor het eind van de direct erop volgende periode. Anders vervalt de herkansingsmogelijkheid. Verder zijn de volgende voorwaarden hierbij van toepassing: - De kandidaten kiezen zelf welk vak zij willen herkansen. Het hoogste cijfer telt. - Van P53 kunnen geen toetsen worden herkanst. - In Havo-5 kunnen geen cijfers van Havo 4 verbeterd worden.

Positie praktische opdracht en handelingsdeel t.a.v. herkansing De herkansingsregel is niet van toepassing op praktische opdrachten en handelingsdelen. Als een opdracht van het handelingsdeel niet naar behoren is uitgevoerd, volgt een herhalingsopdracht, tot de opdracht voldoende is gemaakt. Absentie schoolexamen Een kandidaat wordt in de gelegenheid gesteld een toets in te halen in geval van ziekte of andere vorm van "overmacht". Wanneer een kandidaat door ziekte of een andere vorm van "overmacht" niet in staat is deel te nemen aan een toets moet hiervan een wettig schriftelijk bewijs van de ouders/verzorgers worden ingeleverd bij de adjunctdirecteur. Toetsen worden zo veel mogelijk ingehaald volgens een in het jaarrooster aangegeven schema. In bijzondere gevallen kan - dit ter beoordeling van de adjunctdirecteur - een toets in afwijking van de normale gang van zaken, op mondelinge wijze worden afgenomen. Als een toets of praktische opdracht niet is gemaakt zal dat op de rapportlijst aangegeven worden met het cijfer 1,0. Deze toets of praktische opdracht zal dus moeten worden ingehaald. Vóór het begin van de volgende toetsperiode dienen alle gemiste toetsen ingehaald te zijn. Is dit dan nog niet het geval dan zal het cijfer 1,0 worden toegekend. Als het een schoolexamentoets is zal door de leerlingbesprekingsvergadering bepaald worden of het cijfer 1,0 wordt toegekend of dat het schoolexamen als nietafgerond zal worden beschouwd. Eén en ander zal bepaald worden door de waarde van de toets in het geheel van het schoolexamen. Dit ter beoordeling van de vakdocent. Uitsluiting van het schoolexamen Indien een kandidaat het schoolexamen – alle toetsen en praktische opdrachten - met inbegrip van de handelingsdelen -

niet tijdig heeft afgerond op een door de school vastgestelde datum vóór de aanvang van het centraal examen of zich aan bedrog of enige andere onregelmatigheid (bijv. ongeoorloofd verzuim bij schoolexamentoetsen) schuldig heeft gemaakt, kan hij worden uitgesloten van verdere deelneming aan het schoolexamen. Ontzegging van verdere deelname aan het schoolexamen betekent uitsluiting van deelname aan het centraal examen. Zie hiervoor ook het Examenreglement. Wanneer een kandidaat zich tijdens het schoolexamen niet gedraagt zoals redelijkerwijs van hem / haar mag worden verwacht, is de docent-examinator bevoegd passende maatregelen van minder ver strekkende aard te treffen dan uitsluiting van het schoolexamen. De examinator meldt deze maatregel en de reden daarvan direct aan de adjunctdirecteur. De kandidaat die niet instemt met de maatregel kan zich wenden tot de Commissie van Beroep. Deze neemt daarop een bindende beslissing. Indien om één of andere reden de kandidaat wordt uitgesloten van het schoolexamen c.q. het centraal examen, heeft hij / zij het recht zich te wenden tot de Commissie van Beroep. Het bestuur van de schoolvereniging heeft deze commissie op last van de minister ingesteld. Het Examenreglement en het Reglement van de Commissie van Beroep zijn bijlagen bij dit PTA. Vrijstelling in bijzondere gevallen. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld langdurige ziekte) kan een kandidaat vrijgesteld worden van bepaalde onderdelen van het schoolexamen. Dit ter beoordeling van de adjunctsectordirecteur. Regelingen centraal examen (CE) HAVO 1. Eindcijfer en uitslag examen 2013 1.1 Het centraal examen wordt afgenomen in de periode van maandag 13 mei tot en met donderdag 30 mei. Het eindcijfer van een vak wordt bepaald door het rekenkundig gemiddelde

van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal dan worden de decimalen, indien deze minder dan 50 zijn naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn naar boven afgerond zodanig dat het eindcijfer een geheel getal wordt. 1.2 Een kandidaat is geslaagd bij: • • • •

alles 6 of hoger een 5 en de rest 6 of hoger een 4 en de rest 6 of hoger en gemiddeld tenminste 6,0 twee keer een 5 of een 5 en een 4 en de rest 6 of hoger en gemiddeld tenminste een 6,0

De volgende restricties moeten daarbij in acht worden genomen: 1. Alle leerlingen moeten gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een leerlingen is dus gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. 2. Leerlingen in het havo mogen ten hoogste één vijf voor het eindcijfer van de basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde scoren. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één vijf voor Nederlands en Engels behaald mag worden. Een leerling is dus gezakt als a) er meer dan één vijf voor deze vakken wordt gescoord; b) er een vier of lager voor deze vakken wordt gescoord.

2. Herexamens en herkansingen centraal examen 2.1 Aan deze ronde kunnen drie groepen kandidaten deelnemen: in de eerste plaats zij, die (nog) niet geslaagd zijn. Zij mogen één vak herkansen. Overleg met de examinatoren over het te kiezen vak is sterk aan te raden;

in de tweede plaats kandidaten die geslaagd zijn maar mogelijkheden zien voor cijferverbetering. Dit mag ook slechts voor één vak. In de derde plaats zij die door ziekte of andere wettige redenen een of meer examenzittingen in het eerste tijdvak gemist hebben. Zij mogen, voor zover het examenrooster dat toelaat, alle gemiste examens in het tweede tijdvak afronden. Kandidaten die in de tweede periode wegens ziekte niet aan een examenzitting konden deelnemen en kandidaten die hun examen in het tweede tijdvak niet geheel hebben kunnen afronden, kunnen dit inhalen in het derde tijdvak zoals dat wordt vastgesteld door de overheid. Een eventuele herkansing voor deze laatste groep vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Staatsexamencommissie. 2.2 Het hoogste van de cijfers gehaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van het examen wordt de uitslag definitief vastgesteld met de overeenkomstige toepassing van artikel 5.2 en aan de kandidaat meegedeeld. (zie verder ook de bijlage bij dit PTA: het examen reglement en het reglement van de commissie van beroep) 3. Overgangsnormen H4 → H5 Bevorderd: 1. Maximaal twee cijfers onder de 6,0, maar niet onder de 4,0 2. Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, maximaal 1 cijfer lager dan 5,5 (Indien wiskunde geen keuzevak is: bij de vakken Nederlands en Engels maximaal 1 cijfer lager dan 5,5 Bespreking: - Eén of twee cijfers onder de 6,0 waarvan minstens één onder de 4,0 - 3, 4 of 5 cijfers onder de 6,0 en het - gemiddelde 5,7 of hoger Doubleren:

Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, meer dan 1 cijfer lager dan 5,5 Indien wiskunde geen keuzevak is: bij de vakken Nederlands en Engels, meer dan 1 cijfer lager dan 5,5 Alle andere gevallen

GR E IJ D A N U S – school voor Gereformeerd voortgezet onderwijs met vestigingen in Enschede, Hardenberg, Meppel en Zwolle, p.a.: Postbus 393, 8000 AJ Zwolle, 038-4698698 Examenreglement Greijdanus Meppel voor HAVO A.

Algemeen:

1.

Examenreglement:

1.1.

Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van het schoolexamen en het centraal examen.

1.2.

Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag.

1.3.

Het examenreglement treedt in werking op de eerste schooldag van enig cursusjaar.

1.4

Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van één jaar, welke telkens stilzwijgend verlengd kan worden met wederom een periode van één jaar.

2.

Begripsomschrijvingen: In dit besluit wordt onder de volgende begrippen verstaan: 1. 2.3.

Bevoegd gezag Vestigingsdirecteur

Het College van Bestuur Schoolleider, die

2.4.

Adjunctdirecteur

2.5.

Kandidaat

2.6.

Examinator

2.7.

Examenstof

2.8.

Schoolexamen

2.9

Examencommissie

eindverantwoordelijk is voor de gang van zaken in zijn sector of de door hem gemachtigde (= adjunctsectordirecteur). Functionaris die verantwoordelijk is voor de onderwijskundige, personele en organisatorische aansturing van een team. Een ieder die door het CvB tot het eindexamen wordt toegelaten Degene die belast is met het afnemen van het examen De aan de kandidaat te stellen eisen Elke schriftelijke of mondeling toets, werkstuk handelingsdeel of praktische opdracht waarvan de beoordeling meetelt bij de bepaling van het eindcijfer voor schoolexamen Commissie bestaande uit verantwoordelijke adjunctsectordirecteur en de examinatoren

3.

Algemene bepalingen:

3.1.

Het examen, zoals voorgeschreven door het Eindexamenbesluit, zal voor de afdelingen HAVO van bovengenoemde school plaats vinden met inachtneming van de volgende bepalingen.

3.2.

De adjunctdirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af, bestaande uit een schoolexamen (SE) en een centraal examen (CE). Een aantal vakken sluit af met een SE.

3.3.

De adjunctdirecteur wijst per team/sector/vestiging één van de leden van het managementteam of docententeam aan als secretaris van het eindexamen.

3.4.

Vóór één oktober van elk cursusjaar ontvangen de kandidaten het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA wordt ruim vóór de verschillende toetsingsmomenten aan de kandidaten meegedeeld. In het PTA zijn de volgende zaken opgenomen: a. Opzet Schoolexamen b. De beoordeling c. Handelen bij absentie d. Uitsluiting e. Bepaling van het eindcijfer en de uitslag f. De herkansingsmogelijkheden g. De vrijstellingsregeling h. Een aantal slotbepalingen i. De omschrijving van de leerstof per vak voor de betreffende cursusjaren, de wijze waarop het eindcijfer wordt berekend en ten aanzien van de handelingsdelen de toelating tot het CE.

3.5.

Het schoolexamen wordt voor een deel afgenomen in het examenjaar, maar ook in de vóórexamenklassen kunnen cijfers gehaald worden die meetellen voor het SE. Het schoolexamen moet vóór de aanvang van het CE zijn afgerond.

3.6.

Uiterlijk zes weken na aanvang van het examenjaar moeten de kandidaten een goed leesbare fotokopie van hun paspoort of ID kaart bij de schooladministratie inleveren.

B. Het schoolexamen (SE):

1.

Het aantal vakken waarin een kandidaat SE aflegt is afhankelijk van de profielkeuze en de vakken die daarnaast in het vrije deel worden gekozen.

2.

De examinator deelt de kandidaat zo spoedig mogelijk de beoordeling mee van elk onderdeel van het SE. Bij toetsing heeft hij maximaal 10 werkdagen de tijd de correctie af te ronden. Voor een praktische opdracht geldt een termijn van 30 dagen voor het corrigeren.

3.

4.

5.

6.

7.

De cijfers die de kandidaat heeft behaald in de verschillende toetsperioden worden schriftelijk meegedeeld. Uiterlijk één week vóór de aanvang van het CE ontvangt iedere kandidaat een overzicht van de eindcijfers van het SE.

C.

Centraal Examen (CE):

1.

De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van de adjunctsectordirecteur en de examinatoren. Ten aanzien van het aantal toezichthouders gelden de volgende regels:

De examinator drukt zijn oordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van de kandidaat in de voorgeschreven vakken uit in een cijfer voor het betreffende onderdeel van het SE. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In het PTA voor de verschillende afdelingen staat vermeld hoe de cijfers per vak tot stand komen. Daarnaast sluiten sommige vakken (LO/CKV) af met een beoordeling “voldoende”(V) of “goed”(G). Deze aftekening moet hebben plaats gevonden vóórdat het schoolexamen wordt afgesloten. Het gemaakte werk wordt door de kandidaat ondergebracht in het examendossier (zie PTA). Dit dossier is in het bezit van de kandidaat en wordt niet op school bewaard. Indien een kandidaat gerechtvaardigde bezwaren meent te hebben tegen enig onderdeel van een SE of tegen een toegekend cijfer, kan hij binnen één week na afname van het betreffende onderzoek - dan wel binnen één week na bekendmaking van het cijfer –reclameren bij de betrokken docent en adjunctdirecteur. Indien een kandidaat de afhandeling van een reclame als niet redelijk ervaart, heeft hij nog een termijn van vier dagen om zijn zaak schriftelijk voor te leggen aan een commissie van beroep. Het Reglement van de Commissie van Beroep eindexamen Voortgezet Onderwijs maakt integraal onderdeel uit van het examenreglement.

- 01 t/m 50 kandidaten: - 51 t/m 75 kandidaten: - 76 t/m 100 kandidaten: - 101 t/m 150 kandidaten: - 151 t/m 200 kandidaten:

altijd 2 toezichthouders altijd 3 toezichthouders altijd 4 toezichthouders altijd 5 toezichthouders altijd 6 toezichthouders

Bij toetsing voor schoolexamen kan volstaan worden met 1 toezichthouder 2.

De kandidaten dienen minstens 10 minuten voor de aanvang van de zitting aanwezig te zijn in het examenlokaal.

3.

Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van de zitting worden toegelaten. De eindtijd van de zitting wijzigt voor deze kandidaat niet.

4.

Het examenwerk wordt met pen of balpen gemaakt. Voor tekeningen e.d. mag wel een potlood worden gebruikt. Er wordt alleen geschreven op door de school verstrekt papier, zowel klad als net.

5.

Voor sommige vakken stelt de school woordenboeken en tabellenboekjes beschikbaar tijdens het examen. Rekenmachines - voor zover het gebruik is toegestaan - worden door de kandidaat zelf meegenomen. Het apparaat moet door de docent van het betrokken vak zijn goedgekeurd.

6.

De kandidaten vermelden op alle papieren hun naam en hun examennummer.

7. D.

8.

Het is toegestaan na één uur de examenzaal te verlaten. Vertrek is toegestaan tot 15 minuten vóór de sluiting van de zitting.

Zodra de uitslag is vastgesteld, wordt het resultaat eerst mondeling en vervolgens schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld (zie F.1.).

E.

Herkansing/cijferverbetering:

De vaststelling van de uitslag:

1.

De kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak van het centraal examen in één vak deel te nemen aan herkansing of cijferverbetering . Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing of cijferverbetering en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

2.

De kandidaat doet een verzoek tot herkansing/cijferverbetering aan de adjunctdirecteur vóór een door de adjunctdirecteur te bepalen dag en tijdstip. Door het aanvragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige.

3.

Bij een herkansing/cijferverbetering blijft het bij het SE behaalde eindcijfer van kracht.

4.

Na afloop van de herkansing of cijferverbetering wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat schriftelijk meegedeeld.

F.

Diploma en cijferlijst:

1.

De adjunctdirecteur reikt aan elke kandidaat die eindexamen afgelegd heeft een lijst uit waarop zijn vermeld: - de cijfers voor het schoolexamen - de cijfers voor het centraal examen - de eindcijfers voor de examenvakken - de uitslag van het examen.

2.

De adjunctdirecteur reikt aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uit. Duplicaten van diploma’s en cijferlijsten worden verstrekt.

Algemeen: Bij dit onderdeel kan verwezen worden naar de "Regeling Eindexamens". 1.

Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.

2.

De examinator draagt verantwoordelijkheid voor de vaststelling van het eindcijfer voor zijn vak. Is het gemiddelde cijfer niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond.

3.

4.

De adjunctdirecteur en de secretaris van het eindexamen overtuigen zich ervan dat de cijfers voor het centraal examen en de eindcijfers juist zijn berekend en ingevuld en stellen op een vergadering met alle examinatoren de definitieve uitslag vast. De adjunctdirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle cijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen HAVO vormen.

5.

Kandidaten kunnen, voorzover de school daartoe de mogelijkheid biedt, in meer vakken examen doen dan minimaal vereist is.

7.

Een kandidaat is geslaagd indien hij/zij voldoet aan de criteria genoemd in de uitslagregeling. De actuele regeling is opgenomen in het PTA.

3.

Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.

4.

De betreffende adjunctdirecteur van HAVO reikt aan de definitief voor het eindexamen (HAVO) afgewezen kandidaat die de school verlaat een cijferlijst uit.

G.

Absentie schoolexamen en centraal examen

1.

Als een kandidaat door ziekte of buitengewone omstandigheden dan wel overmacht niet in staat is aan een onderdeel van het (school)examen deel te nemen, moet dat vóór de aanvang van de (school)examenzitting aan de adjunctdirecteur worden gemeld.

2.

Zodra een kandidaat die door ziekte of anderszins een onderdeel van het (school)examen heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring - bij minderjarigheid getekend door ouders/verzorgers - in te leveren bij de adjunctdirecteur. In deze verklaring moet zijn vermeld de reden van het verzuim, de bijzondere omstandigheden of - bij ziekte - de aard van de ziekteverschijnselen en zo mogelijk de naam en het adres van de geraadpleegde arts.

3.

Een kandidaat die in gebreke blijft bovengenoemde verklaring in te leveren, wordt geacht onwettig afwezig te zijn geweest.

4.

Onwettig verzuim bij een onderdeel van het (school)examen en/of de lessen kan leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan het examen. Dit ter beoordeling van de adjunctdirecteur en de examinatoren van de betrokken kandidaat, na de kandidaat gehoord te hebben. Van een besluit tot ontzegging van verdere deelname aan het (school)examen stelt de adjunctdirecteur, in overleg met de vestigingsdirecteur, de inspecteur in kennis.

5.

Slechts in zeer bijzondere omstandigheden - ter beoordeling van de adjunctdirecteur – kan uitstel van een onderdeel van het schoolexamen worden verleend. Indien het schoolexamen voor een vak niet is afgerond vóór de aanvang van het centraal examen kan in dat vak geen centraal examen worden gedaan en volgt een verwijzing voor dat vak naar het tweede tijdvak.

6.

Indien een kandidaat om een geldige reden - ter beoordeling van de adjunctdirecteur – is verhinderd bij één of meer toetsen van het centraal examen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen te voltooien.

7.

Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatscommissie zijn eindexamen te voltooien.

H.

Ziekte tijdens een examenzitting:

1.

Voor het centraal examen geldt dat deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt.

2.

Indien een kandidaat tijdens een examenzitting onwel wordt, kan hij onder begeleiding van een surveillant het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat en de betrokken docenten beoordeelt de adjunctdirecteur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten.

3.

Indien de kandidaat na enige tijd het werk hervat, mag de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten beslist de inspecteur of, en zo ja wanneer, de kandidaat het werk geheel of gedeeltelijk mag overmaken.

I.

Onregelmatigheden en sancties:

1.

2.

3.

4.

Indien een kandidaat zich aan enig deel van het (school)examen onttrekt of zich schuldig maakt aan fraude, kan de vestigingsdirecteur, in overleg met de betrokken adjunctdirecteur en examinator, maatregelen nemen. Onder fraude wordt mede verstaan: gelegenheid geven tot of helpen bij onregelmatig handelen. De maatregelen die al dan niet in combinatie genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 (één) voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen. b. het ontzeggen van - verdere - deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen of centraal examen. c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of centraal examen. d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de adjunctdirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Voordat de vestigingsdirecteur een maatregel neemt zoals hierboven genoemd, hoort hij de kandidaat. Deze kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De vestigingsdirecteur deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders/verzorgers van de kandidaat - indien deze minderjarig is en aan de inspectie. Lid 3 is niet van toepassing voor de regel in lid 2a ten tijde van het schoolexamen.

5.

De kandidaat kan tegen een beslissing van de vestigingsdirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep.

6.

Het reglement van deze commissie maakt integraal onderdeel uit van het examenreglement.

J.

Overige bepalingen:

1.

De adjunctdirecteur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt de adjunctdirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd.

2.

Kandidaten die menen in aanmerking te komen voor een aangepast schoolexamen of centraal examen dienen dit - onder overlegging van een (medische) verklaring van een deskundige – uiterlijk enkele dagen voor de eerste examenzitting kenbaar te maken.

3.

Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de adjunctsectordirecteur of de examinator, ter inzage voor belanghebbenden. Het werk mag niet gekopieerd worden of buiten het schoolgebouw gebracht. Na afloop van genoemde termijn wordt het examenwerk van de kandidaten vernietigd.

4.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de vestigingsdirecteur.

Aldus vastgesteld door directie van het Greijdanus te Meppel, namens deze: J. Oosterbroek, examensecretaris………………………………………………………… Zwolle, oktober 2011

Bij dit examenreglement behoort het Reglement Commissie van Beroep

REGLEMENT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP . Artikel 1

Algemene bepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder: 1.1. 1.2. 1.2.

bevoegd gezag: vestigingsdirecteur: school:

1.3.

Commissie:

1.4.

voorzitter:

1.5. 1.6.

leerling: reglement:

1.7.

ouders:

Artikel 2

3.1.

De commissie is bevoegd kennis te nemen van een ingesteld schriftelijk beroep door een leerling tegen een beslissing van een vestigingsdirecteur of een adjunct-directeur.

3.2.

Indien de Commissie van beroep zich ambtshalve onbevoegd verklaart, stelt zij de leerling hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Artikel 4 4.1. 4.2.1

College van Bestuur (CvB) Vertegenwoordiger van het CvB Het Greijdanus met vestigingen te Hardenberg, Enschede, Meppel en Zwolle de Commissie van Beroep van het Greijdanus de voorzitter van de Commissie van Beroep de leerling die in beroep is gegaan het reglement van de Commissie van Beroep ouders/verzorgers van leerlingen van de school, niet tevens lid van het personeel of het bevoegd gezag

Instelling

4.2.2

4.2.3

Bevoegdheid

De Commissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden; aan te wijzen door het bevoegd gezag. Deze leden zijn: de vestigingsdirecteur als vertegenwoordiger van het CvB een docent die verbonden is aan een andere deel van het Greijdanus College dan die waarvan de leerling deel uit maakt, aan te wijzen door de voorzitter van de vereniging en de vestigingsdirecteur van deze andere sector. een niet-lesgevende medewerker van bovengenoemd College, aan te wijzen door beide door de voorzitter van de vereniging en de docent.

4.3

Het adres van de Commissie van Beroep is: Greijdanus College, Postbus 393, 8000 AJ Zwolle

4.4.

Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de personeels- of bestuursleden die werkzaam in, c.q. betrokken zijn op de sector waarvan de leerling deel uit maakt.

4.5.

De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter, secretaris en algemeen adjunct aan.

4.6.

De leden van de Commissie treden een maand na uitspraak te hebben gedaan, af.

Er is een Commissie van Beroep, ingesteld door het CvB van de school. Artikel 3

Samenstelling Commissie

Artikel 5 5.1.

Wraking en verschoning

De leden van de Commissie kunnen worden gewraakt:

5.1.1 5.1.2

Indien ze aan de leerling dan wel aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt in bloed- of aanverwantschap staan tot en met de vierde graad; In andere gevallen, waarin daarvoor ernstige redenen bestaan.

5.2.

In gevallen als bedoeld in het voorgaande lid kunnen de leden van de Commissie zich verschonen.

5.3.

Over wraking of verschoning wordt zo spoedig mogelijk door de overige leden van de Commissie beslist.

5.4.

Bij wraking of verschoning treedt het plaatsvervangend lid op of wordt een ander personeelslid verzocht zitting te nemen in de commissie.

8.2.

Alvorens tot een uitspraak te komen, hoort de Commissie in ieder geval: - de vestigingsdirecteur van de sector waarvan de leerling deel uit maakt of een door hem aan te wijzen plaatsvervanger (betrokken adjunctdirecteur); - het personeelslid (personeelsleden) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); - de (ouders van de) leerling (leerlingen) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); - de (ouders van de) leerling die in beroep is gegaan.

8.3.

De leerling kan zich gedurende het onderzoek van de Commissie door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan.

8.4. Artikel 6

Beroepsschrift

Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt schriftelijk bij de Commissie ingediend. Artikel 7

Zitting

7.1.

De zitting van de Commissie vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar in ieder geval binnen 7 dagen na ontvangst van het beroepschrift.

7.2.

De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur van de zitting.

7.3.

De zitting is openbaar, tenzij de Commissie, al dan niet op verzoek, anders beslist.

Artikel 8 8.1.

Onderzoek

De Commissie kan al dan niet op verzoek getuigen of deskundigen horen.

De Commissie betrekt in haar onderzoek in ieder geval de aan de leerling gedane schriftelijke mededeling van de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt. Besluitvorming Artikel 9

Besluiten worden door de voltallige Commissie genomen met gewone meerderheid van stemmen. Artikel 10

Uitspraak

10.1.

De Commissie kan het bij haar ingestelde beroep - niet-ontvankelijk verklaren - ongegrond verklaren - gegrond verklaren.

10.2.

De Commissie deelt haar beslissing onverwijld mee aan de leerling , de inspectie en aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.

10.3.

De schriftelijke bekendmaking van de uitspraak vindt in ieder geval plaats binnen 14 dagen na ontvangst van het beroepschrift. De Commissie kan met redenen omkleed besluiten, deze termijn met ten hoogste 14 dagen te verlengen.

10.4.

10.5.

In een schriftelijke uitspraak motiveert de Commissie haar beslissing en stelt zo nodig vast of en op welke wijze de leerling eventueel in de gelegenheid zal worden gesteld eventueel opgetreden nadelige gevolgen alsnog te herstellen. De uitspraak van de Commissie is voor alle betrokkenen bindend.

Artikel 11

Wijziging en aanvulling reglement

Het reglement kan, met inachtneming van de bepalingen van binnen het Greijdanus College gehanteerde besluiten, door het bevoegd gezag worden gewijzigd en aangevuld, gehoord de Commissie.

Aardrijkskunde H4 Periode

Leerstofaanduiding (exameneenheid en/of boek)

Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

1

Ja

2 1

Ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Wereld - wereldbeeld 41

Toets

Aarde – klimaatzones en landschappen 1 42

Toets PO Google Earth

T PO

Aarde – klimaatzones en landschappen 2 en Nederland – Stedelijke gebieden 1 43

Toets Start: onderzoek eigen omgeving Veldwerk deelname + verslag

T

2

PO

2

Ja

Nederland – stedelijke gebieden 2 en Wateroverlast 44

Toets Vervolg: onderzoek eigen omgeving en presentatie

Eindcijfer 4H Schoolexamen

T

2

PO

3

ja

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

14

Aardrijkskunde H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Wereld, globalisering + herhaling Wereldbeeld 51

Toets

T

3

ja

Aarde, endogene en exogene processen + herhaling klimaatzones 52

Toets

53

Ontwikkelingsland Indonesië, Stedelijke gebieden en examenvoorbereiding Alle examenstof leren en alle begrippen nee Toets T 3


T

3

ja

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

Inleiding: Bij het vak aardrijkskunde wordt in 4 Havo en Havo-5 gebruik gemaakt van methode buiteNLand ak 4 havo en 5 havo. Voor extra informatie raadpleeg www.buiteNLand.epn.nl Er wordt gebruik gemaakt van een tekstboek en een werkboek. In het werkboek mag niet worden geschreven. Praktische opdrachten: Voorbeelden: Verschillende opdrachten m.b.v het programma Kaartwijzer. Geoquestopdracht over Politiek en Ruimte. Veldwerkactiviteit. Remote Sensing opdrachten Plannen zijn er voor GIS-opdrachten. Toetsing: Aardrijkskunde toetsen en praktische opdrachten. Elke periode wordt afgesloten met een theorietoets; meestal kunnen daarvoor slechts 8,0 punten worden behaald. Het laatste twee punten kunnen worden verdiend door de huiswerkcontrole en huiswerktoetsjes. De praktische opdrachten worden verdeeld over verschillende periodes. Hierbij is sprake van een groeimodel. Gedacht kan worden aan computer opdrachten: GIS; Googleearth en een onderzoeksopdracht. Handelingsdelen: Deelname aan discussieopdrachten is verplicht. Wordt deze gemist dan kan een vervangende opdracht worden uitgedeeld.

15

Bewegingsonderwijs H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

P

1

nee

P HD

1

nee

P

1

nee

P P P HD

1 1 1

nee nee nee

Bewegen op muziek

P

1

nee

Ringen zwaaien Acro

P p

1 1

nee

volleybal 41

m.t. saltospringen Hulpverlenen bij m.t. Tik-trefbal spelen

42

43

44

Basketbal m.t. handstandoverslag Badminton Begeleiden wedstrijden

Presentatie

HD

Sportoriëntatie

HD

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

nee

Softbal

P

1

nee

Werpen

P

1

nee

Springen

P

1

nee


Opmerkingen

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

16

Bewegingsonderwijs H5 Periode

51


Softbal regelen

53

Weging

HER.

1 1

nee nee

Lopen Springen

P P

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

HD

Handbal Turnen: vloer

P P

1 1

nee nee

Zaalvoetbal Turnen: rek, ringen, vloer en sprong

P

1

P

1

nee nee


Opmerkingen

HD

Sportoriëntatie 52

Toetsvorm (T/HD/PO)

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

17

Biologie H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2x

ja

2x

ja

T

2x

ja

H9 en H10

T

2x

ja

Diverse practica

PO

2x

nee

41

H1 en H2 (Nectar)

42

H3 en H4 (Nectar)

43

H6 en H7

T

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

H8 44


1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

18

Biologie H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

ja

51

H11 en H12

52

H13 en H14

53

H15 en H16 H17 en H18

T T

2 2

Diverse practica

P

2


T

2

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

ja

ja nee nee

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

19

Cultureel Kunstzinnige Vorming H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

H1 Tijdloos & Trend -- H2 Geworteld & ontheemd 41

Culturele activiteit + presentatie 1

PO

1

n

Praktische Opdracht 1

PO

2

j

H3 Originaliteit & Imitatie – H4 Ideaal & Vernieling 42

Culturele activiteit 2 Praktische opdracht 2

PO PO

1 2

n n

PO PO

1 2

n

PO PO PO

1 2 4

n n n

H5 Proces & Product – Schijn & Werkelijkheid 43

Culturele activiteit 3 Praktische opdracht 3

n

H7 Kunst & Kitsch 44

Culturele activiteit 4 Praktische opdracht 4 Afronden kunstdossier


1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

20

DUITS H4 Periode

41

42

43


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

S.O. Kapitel 1

T

1

Nee

S.O. Examenidioom Kijk- en luistertoets Kapitel 1 Na Klar!

T T T

1 1 2

Nee Nee Ja

Taalportfolio

HD

n.v.t.

n.v.t.

S.O. Kapitel 2 S.O. Kapitel 3 S.O. Examenidioom Kijk- en luistertoets Kapitel 2 Na Klar! Kapitel 3 Na Klar! Taalportfolio

T T T T T T HD

1 1 1 1 2 2 n.v.t.

Nee Nee Nee Nee Ja Ja n.v.t.

S.O. Kapitel 4

T

1

Nee

S.O. Kapitel 5

T

1

Nee

S.O. Examenidioom

T

1

Nee

Kijk- en luistertoets

T

1

Nee

Kapitel 4 Na Klar!

T

2

Ja

Kapitel 5 Na Klar! Taalportfolio

T HD

2 n.v.t.

Ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

n.v.t.

21

Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

S.O. Kapitel 6

T

1

Nee

S.O. Examenidioom

T

1

Nee


T

1

Nee

Kapitel 6 Na Klar!

T

2

Ja

HD

n.v.t.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

44

Taalportfolio Eindcijfer 4H Schoolexamen

n.v.t.

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

22

Duits H5 Periode

51

52

53


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

S.O. Kapitel 1

T

1

Nee

S.O. Kapitel 2 S.O. Examenidioom

T T

1 1

Nee Nee


T

1

Nee

Kapitel 1 Na Klar!

T

2

Ja

Kapitel 2 Na Klar!

T

2

Ja

Taalportfolio

HD

n.v.t.

n.v.t.

S.O. Kapitel 3 S.O. Kapitel 4 S.O. Examenidioom TENTAMEN KIJK-/LUISTER Kapitel 3 Na Klar! Kapitel 4 Na Klar! Taalportfolio

T T T T T T HD

1 1 1 2 2 2 n.v.t.

Nee Nee Nee Nee Ja Ja n.v.t.

T T T

2 2 1

Nee

Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid S.O. Examenidioom


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Nee Nee

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

23

Economie H4 Periode

41


Hoofdstuk 1 t/m 3 Keuzeopdracht

Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

Ja

PO

1

Ja

42

Hoofdstuk 4 t/m 7

T

2

Ja

43

Hoofdstuk 8 en 9 Keuzeopdracht

T PO

2 1

Ja Ja

T

1

Ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

44

Hoofdstuk 10 t/m 12


1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

24

Economie H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

PO 51

Hoofdstuk 13 t/m 18

T

1

Ja

52

Hoofdstuk 19 t/m 22

T

1

Ja

53

Hoofdstuk 23 + alle examenstof

T

1

Ja


1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

25

Engels H4 Periode

41

42


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Klassewerk 1

T

1

Nee

Klassewerk 2 Klassewerk 3 Idioom 1

T T T

1 1 1

Idioom 2

T

1

Nee Nee Nee

Rep Unit 1

T

3

Nee

Rep Unit 2

T

3

Ja

Taalportfolio

HD

Klassewerk 1 Klassewerk 2 Klassewerk 3 Idioom 1 Idioom 2 Rep 1 Rep 2 Taalportfolio

T T T T T T T HD

Klassewerk 1

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Nee

1 1 1 1 1 3 3

Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee

T

1

Nee

Klassewerk 2 Klassewerk 3 Idioom 1

T T T

1 1 1

Idioom 2

T

1

Nee Nee Nee Nee

Rep 1

T

3

Nee

-

43

26

Periode

Leerstofaanduiding (exameneenheid en/of boek) Rep 2

44

Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

3

Ja

HD

Klassewerk 1

T

1

Klassewerk 2

T

1

Klassewerk 3

T

1

Nee

Idioom 1

T

1

Nee

Idioom 2

T

1

Nee

Rep 1

T

3

Nee

Rep 2

T

3

Ja


HD

-

-

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Nee

Taalportfolio

Taalportfolio

Opmerkingen

Nee

Nee

1x P41 + 1x P42 + 1 x P43 + 1 x P44 4

=

27

Engels H5 Periode

51

52


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Klassewerk 1

T

1

Nee

Klassewerk 2

T

1

Klassewerk 3

T

1

Nee

Idioom 1

T

1

Nee

Idioom 2

T

1

Nee

TOETS 1

T

3

Nee

TOETS 2

T

3

Ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Nee

Taalportfolio

HD

Klassewerk 1 Klassewerk 2 TENTAMEN KIJK LUISTER Idioom 1 Idioom 2 TOETS 1 TOETS 2 Taalportfolio

T T T T T T T HD

1 1 5 1 1 3 3

Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee

Klassewerk 1

T

1

Nee

Klassewerk 2

T

1

Nee

Klassewerk 3

T

1

Nee

53

28

Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Idioom 1

T

1

Nee

Idioom 2

T

1

Nee

TOETS 1

T

2

Nee

TOETS 2 = gesprek

T

5

Nee

Taalportfolio Eindcijfer 5H Schoolexamen

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Nee

HD

1x P41 + 1x P42 + 1 x P43 + 1 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53 = 10

29

Frans H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Grammatica jaar 1-3

T

2

JA

D’accord Unité 1 Examenidioom Havo

T T

2 1

JA JA

D’accord Unité 2 D’accord Unité 3 Examenidioom Havo

T T

2 2 1

JA JA JA

D’accord Unité 4

T

2

JA

D’accord Unité 5 Examenidioom Havo

T T

2 1

JA

HD

D’accord Unité 6

T

2

JA

Leesvaardigheid Cito eindexamen

T

2

NEE


HD

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

JA NEE

1 stuk literatuur

1 stuk literatuur

Opmerkingen

NEE

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

30

Frans H5 Periode

51


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

D’accord Unité 1

T

2

JA

D’accord Unité 2 Schrijfvaardigheid: zakelijke brief

T T

2 2

JA NEE

1 stuk literatuur

52

53

T T

2 2 2

JA JA NEE

Spreekvaardigheid Afronding literatuur

T T

2 2

NEE

Examenidioom Havo

T

2


T

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

NEE

HD

D’accord Unité 3 D’accord Unité 4 Luistervaardigheid Cito

Opmerkingen

NEE JA

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

31

Geschiedenis H4 Periode

41


Toetsvorm (T/HD/PO)

Feniks H0: Geschiedenis indelen H1: Tijd van Jagers en Boeren H2: Tijd van Grieken en Romeinen

Weging

T

1

HER.

ja

Opmerkingen

Totaalcijfer bestaat uit 80% toetspunten en 20% huiswerkpunten (oa huiswerkcontrole en presentaties)

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

80%

100%

42

H3: Tijd van Monniken en Ridders H4: Tijd van Steden en Staten H5: Tijd van Ontdekkers en Hervormers

ja T

1

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten Inclusief herhaling periode 41

80%

100%

43

H6: Tijd van Regenten en Vorsten H7: Tijd van Pruiken en Revoluties H8: Tijd van Burgers en Stoommachines

ja T

2

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten Inclusief herhaling periode 41 en 42

80%

100% 44

32

Periode


Feniks H9: Tijd wereldoorlogen Katern: Geschiedenis van de democratische rechtsstaat


Toetsvorm (T/HD/PO)

T

Weging

2

HER.

ja

Opmerkingen

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten Inclusief herhaling periode 41, 42 en 43 Leerstof van katern Rechtsstaat overlapt Feniks H8

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

80% 100%

=

33

Geschiedenis H5 Periode

51


Toetsvorm (T/HD/PO)

Feniks H10: Tijd van Televisie en Computer

T

Weging

2

HER.

ja

Opmerkingen

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten Inclusief herhaling tijdvakken 1 t/m 9.

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

80%

100%

52

CSE: onderwerp 1: Vietnam

T

2

ja

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten

80% 100%

53

CSE: onderwerp 2: Dynamiek en Stagnatie in de Republiek


T

2

ja

Totaalcijfer: 80% toets en 20% huiswerkpunten

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53 12

=

34

Godsdienst H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

De Bijbel is het woord van God (module 1) 41

Opdr. 1.3/ 1.8/ 3.4/ 4.2*

nee

H1 en 2 (pag. 1 t/m 16) H3 t/m 6 (pag. 17 t/m 48)

SO T

nee Ja

Toetsweek P41

1x 2x

nee nee ja

Toetsweek P42

2x

ja

Toetsweek P43

1x

Nee

1x 2X

Nee ja

1x 2x

Schepping, evolutie en voorzienigheid (module 3) 42

Opdr. 2.4/ 2.5/ 6.3* H 1 en 2 (pag. 1 t/m 15) H 3 t/m 6 (pag. 16 t/m 52)

SO T

De wederkomst van Christus (module 4) 43

Praktische opdracht * H 1 t/m 6 (pag. 1 t/m 52)

T

Kerken in Nederland (module 7) 44

Uitvoering praktische opdracht Opdr. 2.2 /3.5 /5.5* H6 H 1 t/m 6


PO T

Toetsweek P44

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

* = De opdrachten zijn onderdeel van de toets. Uiterlijk 7 werkdagen voor begin toetsweek inleveren!

35

Godsdienst H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

2x

ja

Toetsweek P51

2x

ja

Toetsweek P52

2x

ja

Toetsweek P53

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

De brief aan de Romeinen (module 9) 51

Opdr. 3.2 en 6.6* H 1 t/m 6 (pag. 1 t/m 52)

T

Islam en Christelijk geloof (module 2) 52

Opdr. 1.2/ 1.3/ 3.4/ 4.4* H1 t/m 6 (pag. 1 t/m 56)

T

Evangelisch of gereformeerd (module 5) 53

Opdr. 1.3/ 3.7/ 4.4* H 1 t/m 7


T

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

*= De opdrachten zijn onderdeel van de toets. Uiterlijk 7 werkdagen voor begin toetsweek inleveren!

36

Handvaardigheid H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

j

Praktijkopdracht 1

PO

2

n

Toets P2 Middeleeuwen Praktijkopdracht 2

T PO

3 2

j n

Toets P1 Klassieke Oudheid

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

j

Toets P3 Renaissance, Barok, Classicisme Praktijkopdracht 3

T

3

PO

2

n

Toets P4 Negentiende Eeuw Praktijkopdracht 4

T PO

3 2

j n


Opmerkingen

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

37

Handvaardigheid H5 Periode

51

52

53


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Toets p1 Modernisme (eerste deel van de 20ste eeuw) Praktijkopdracht 5

T

3

j

PO

2

n

Toets p2 ontwikkelingen na 1945 Praktijkopdracht 6

T PO

3 2

j n

Toets p3 postmoderne kunst Praktijkopdracht 7

T PO

4 2

n


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

n

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

38

Maatschappijleer H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2x

ja

PO

1x

nee

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

H1 Maatschappelijke problemen & H2 Actoren 51

Toets H1 en H2 Praktische opdracht

In toetsweek P51

H3 Inrichting van de samenleving & H4 Maakbaarheid van de samenleving 52

53

Toets H1- H4 Praktische opdracht

T

2x

Ja

PO

1x

nee

In toetsweek P52

H5 Verzorgingsstaat, H6 Pluriforme samenleving, H7 Parlementaire democratie & H8 Rechtsstaat In toetsweek P53 Toets: open boek, 100 Toets H1-H8 T 2x nee min Praktische opdracht


PO

1x

nee

2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 6

39

M&O H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Lesbrief Stichting en Vereniging (H1 + 2)

T

1

J

Lesbrief Stichting en Vereniging (H1 t/m 3) + Lesbrief Marketing (H1 + 2)

T

1

J

Lesbrief Marketing (H1 t/m 3) + Lesbrief organisatie en personeel (H1 + 2)

T

1

J

Lesbrief organisatie en personeel (H1 t/m 4)

T

1

J

1

J

Praktische opdracht Eindcijfer 4H Schoolexamen

Opmerkingen

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

=

40

M&O H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

51

Lesbrief de eenmanszaak deel 1 en deel 2 (H1 t/m 3)

T

1

52

Lesbrief de eenmanszaak deel 2 (H1 t/m 4) Lesbrief de NV

T

1

53

Examentraining (alle examenstof)

T

1


HER.

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

J

J

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

41

Natuurkunde H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm1 (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

1

N

HD

0

T

2

Natuurkunde Overal H1 Natuurkunde Overal Praktische handelingen m.b.t. H 1 en 2 Natuurkunde Overal H1,2 Natuurkunde Overal H3 Natuurkunde Overal Praktische handelingen m.b.t. H3,4 en 5 Natuurkunde Overal H3,4,5

T

1

N J N N

HD

0

T

2

PO

1

T

2

J

Natuurkunde Overal Praktische handelingen m.b.t. H 9 en 10

HD

0

N

Natuurkunde Overal H 9 en 10

T

2

J

Praktische opdracht met nadruk op H8 Natuurkunde Overal. Natuurkunde Overal H 6,7


J

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Moet voldoende zijn In de toetsweek

Moet voldoende zijn In de toetsweek

N In de toetsweek

In de toetsweek

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

1

Tijdens de lessen zijn er of kunnen er werkopdrachten zijn die gelden als onderdeel van de theoretische toets. Deze werkopdrachten en de toetsopgaven vormen samen het cijfer. 42

Natuurkunde H5 Periode

51

52

53


Natuurkunde Overal Praktische handelingen m.b.t. H11 en 12 Natuurkunde Overal H11 en 12

Praktische opdracht Natuurkunde Overal H13 en 14

Natuurkunde Overal H 15 Examentraining, toetsing van alle stof


Toetsvorm2 (T/HD/PO)

Weging

HER.

HD

0

N

T

2

J

In de toetsweek

PO T

1 2

N J

In de toetsweek

T

1

N

T

2

N

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

In de toetsweek

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

2

Tijdens de lessen zijn er of kunnen er werkopdrachten zijn die gelden als onderdeel van de theoretische toets. Deze werkopdrachten en de toetsopgaven vormen samen het cijfer. 43

Nederlands H4 Periode

Leerstofaanduiding (exameneenheid en/of boek) Nieuw Nederlands Lezen 1 t/m 5

41

42

43

Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Opmerkingen

2

ja

Nieuw Nederlands Woordenschat 1

SO

1

nee

Nieuw Nederlands Schrijven 1 & 2

SO

1

nee

Documap

HD

v/o

nee

Literatuur in Zicht V&G 2

SO

1

nee

verhaalanalyse

Leesdossier

HD

v/o

nvt

leesautobiografie en uitgebreid leesverslag 1

Nieuw Nederlands Formuleren 1 & 2

SO

2

ja

Nieuw Nederlands Schrijven 3

SO

1

nee

Documap

HD

v/o

nee

Literatuur in Zicht V&G 3

SO

1

nee

Leesdossier

HD

v/o

nvt

poëzie en minireactie 1

Documap

PO

3

nee

inleveren documap

T

1

ja

SO

1

nee

Nieuw Nederlands Taalbeschouwing 1 &3

Cijfer (periode)

leesstrategie, schrijfdoelen en tekstsoorten, tekstopbouw, publiek, teksten beoordelen

T

Nieuw Nederlands Argumenteren 1

Cijfer (toets)

moeilijke woorden uiteenzetting (praktijkopdracht) onderwerp + probleemstelling + deelvragen

correct en aantrekkelijk formuleren incl. spelling beschouwing (praktijkopdracht) voorwoord + inleiding + voorlopige inhoudsopgave + bronnenlijst poëzieanalyse

meningen en argumenten taalverwerving en taalverandering

44

Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Literatuur in Zicht L 1

SO

1

nee

Leesdossier

HD

v/o

nvt

T

2

ja

Nieuw Nederlands Schrijven 4

PO

1

nee

betoog

Nieuw Nederlands Spreken 1

MO

1

nee

betoog n.a.v. schrijven

Literatuur in Zicht L 2 t/m 4

SO

1

nee

renaissance, romantiek, vernieuwing

Leesdossier

HD

v/o

nvt

minireactie 3 en balansverslag

Nieuw Nederlands Spelling 1 & 2

44


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

middeleeuwen en klassikaal lezen middeleeuws werk uitgebreid leesverslag 2 en minireactie 2 werkwoordspelling en overige spellingsregels

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

45

Nederlands H5 Periode

51

52

53


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.


PO

2

nvt

presentatie documap

Nieuw Nederlands Woordenschat 2

SO

1

nee

woorden uit eindexamens

Nieuw Nederlands Samenvatten en schematiseren & Eindexamen

T

1

ja

Literatuur in Zicht

SO

1

nee

1850-1914, Interbellum, 1950-heden

Leesdossier

HD

v/o

nvt

2 minireacties

Nieuw Nederlands Argumenteren 2

SO

1

nee

argumentaties


PO

1

nee

Lagerhuisdebat

T

1

ja

samenvatting

Leesdossier

HD

v/o

nvt

balansverslag

Examen literatuur

PO

2

nee

mondelinge toelichting leesdossier

T

2

ja

SO

2

nee

Nieuw Nederlands Samenvatten en schematiseren & Eindexamen

Nieuw Nederlands Samenvatten en schematiseren & Eindexamen Spellen en formuleren


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

tekstbegrip

examentekst herhaling

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

46

Project/Profielwerkstuk H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

PO

2

nee

PO

2

nee

PO

2

nee

PO

2

nee

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Excursie H4 41

Organiseren excursie

Project 2 42

Praktische opdracht

Project 3 (Loopbaanoriëntatie) 43

Praktische opdracht

Project 4 44

Praktische opdracht Inleveren (schriftelijk) en bespreken onderwerp, opzet en tijdspad van je onderzoek (PWS) Eindcijfer 4H Schoolexamen

Uiterlijk 13 juni 2011!!! 1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

47

Project/Profielwerkstuk H5 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

51

Onderzoeksvragen en proces

PO

1

Nee

eindproduct

PO

1

Nee

Presentatie eindproduct

PO

1

Nee

52

53


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

48

Scheikunde H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

SO

1

nee

T

2

ja

Hoofdstuk 2 en 4

T

2

ja

Zouten-Practicum

PO

1

nee

T

2

ja

Water-practicum

PO

1

nee

Hoofdstuk 7

SO

1

nee

T

2

ja

Herhaling Havo 3 + Hoofdstuk 1.1 t/m 1.3 en 3.1 t/m 3.3 Herhaling Havo 3 + Hoofdstuk 1, 3 en 4.1 t/m 4.2

Hoofdstuk 5 en 6.1 t/m 6.3

Hoofdstuk 6.4, 7 en 8.1 t/m 8.3 Eindcijfer 4H Schoolexamen

Opmerkingen

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

=

49

Scheikunde H5 Periode

51

52

53


Hoofdstuk 8 + Herhaling Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 8 en 9 + Herhaling Hoofdstuk 2 en 6

Hoofdstuk 10 en 11 + Herhaling Hoofdstuk 3,4,en 5 Practicum Antibiotica

Hoofdstuk 12 + Herhaling alle leerstof Practicum Redox


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

SO

1

nee

T

2

T

2

ja

PO

1

nee

T

2

nee

PO

1

nee

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

ja

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

50

Tekenen H4 Periode

41

42

43

44


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

j

Praktijkopdracht 1

PO

2

n

Toets P2 Middeleeuwen Praktijkopdracht 2

T PO

2 2

j n

Toets P1 Klassieke Oudheid

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

j

Toets P3 Renaissance, Barok, Classicisme Praktijkopdracht 3

T

2

PO

2

n

Toets P4 Negentiende Eeuw Praktijkopdracht 4 Procesverslagen inleveren

T PO PO

2 2 4

j n n


Opmerkingen

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

51

Tekenen H5 Periode

51

52

53


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

Toets p1 Modernisme (eerste deel van de 20ste eeuw) Praktijkopdracht 5

T

2

j

PO

2

n

Toets p2 ontwikkelingen na 1945 Praktijkopdracht 6

T PO

2 2

j n

Toets p3 postmoderne kunst Praktijkopdracht 7

T PO

2 2

n

Procesverslag

PO

2


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

n n

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

52

Wiskunde A H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

H.1

T

1

nee

H.1 en H.2 en vaardigheden

T

2

ja


T

2

ja


T

2

ja

PO

1

nee

T

2

ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Moderne wiskunde 9e editie 41

42

43

44

Praktische opdracht



1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

53

Wiskunde A H5 Periode

51


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

ja

PO

1

nee

H.3, H.4 en H.5

T

2

ja

Norm. verdeling (herh. H.8 deel 1)

T

1

nee

H.6 en H.7+vaardigheden

T

2

nee

H.1 en H.2 en vaardigheden Praktische opdracht

52

53


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

54

Wiskunde B H4 Periode


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

H.1

T

1

nee


T

2

ja


T

2

ja


T

2

ja

P.O

1

nee

T

2

ja

Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

Moderne Wiskunde 9e editie 41

42

43

44

Praktische opdracht



1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 6

=

55

Wiskunde B H5 Periode

51


Toetsvorm (T/HD/PO)

Weging

HER.

T

2

ja

PO

1

nee

H.5, H.6 en H.7 deel 1 herhalen

T

1

nee


T

2

ja

H.5, H.6, H.7 en vaardigheden

T

2

nee

H.1 en H.2 en vaardigheden Praktische opdracht

52

53


Opmerkingen

Cijfer (toets)

Cijfer (periode)

1x P41 + 1x P42 + 2 x P43 + 2 x P44 + 2x P51 + 2x P52 + 2 x P53

= 12

56

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Recommend Documents