PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VAK : : Wiskunde KLAS: : 4 NIVEAU : BASIS STUDIEJAAR : 2015-‐‑2016 P C B KENNEN Periode Code bron Wat moet de leerling kennen ? en van de (Kennis) datum toets
SE 1 17 Aug t/m 1 nov
T1 T2 T3 T4
H1 H2 PO H1 + H2
Maten en omrekenen. Lengten en lengtematen. Oppervlaktematen. Inhoud en liters. Millimeter en kuub Hoeken en symmetrie. Hoeken, drie-‐‑ en vierhoeken en lijnsymmetrie. Praktische opdracht wordt in de eerste periode uitgedeeld. Logboek wordt beoordeeld. Maten en omrekenen. Lengten en lengtematen. Oppervlaktematen. Inhoud en liters. Millimeter en kuub.
METHODE : Moderne Wiskunde 9de editie CONTACTUREN PER WEEK 4 X 50 MINUTEN PER WEEK EINDCIJFER KLAS 3 TELT 3 ALS BEGINCIJFER KLAS 4 KUNNEN Wat moet de leerling kunnen ? (Vaardigheden) Berekenen van lengten, oppervlakten en inhouden. Gelijkwaardigheid van dm3 en liter, m3 en kuub en cm3 en ml. Omrekenen van deze maten Werken met de begrippen hoeken, volle hoek en gelijkzijdige driehoeken. Berekenen van afstanden bij een gegeven schaal en het maken van schaaltekeningen. Lynsymmetrie kunnen herkennen in drie-‐‑ en vierhoeken. Het kunnen opzetten van een onderzoek. Opstellen van een planning en maken van een logboek Berekenen van lengte, oppervlakten en inhoud. Gelijkwaardigheid van dm3 en liter, m3 en kuub en cm3 en ml.
D
W
H
Kerndoel Vorm Eind-‐‑ van termen de toets
K
V
Duur van de toets
Wegin g van de toets
Her kans baar
WI/ ST 1/2 /3/ 5/8 WI/ ST K/1 /2/ 3/8 WI/ PO K/1 /2/ 8 WI/ ST K/ 1/2
50 min 50 min 100 min
1 1 1 3
Nee Nee Nee Ja
Hoeken en symmetrie. Hoeken, drie-‐‑ en vierhoeken en lijnsymmetrie.
SE 2 2 Nov t/m 15 Jan
T5 T6 T7 T8
Hf st 3 Hf st 4 PO Hf st 5
Formules. Woordformules, tabel en grafiek Formules maken en begingetal zoeken. Statistiek. Diagrammen tekenen. Gemiddelden berekenen. Graaf en tabel. Systematisch tellen Praktijk opdracht Omtrek, oppervlakte en inhoud. Omtrek en oppervlakte van driehoeken en parallellogrammen. Oppervlakte van cirkel en inhoud.
Omrekenen van maten. Hoeken, volle hoek en gelijkzijdige driehoeken. Berekenen van afstanden met schaal en het maken van schaaltekeningen. Lijnsymmetrie kunnen herkennen in drie-‐‑ en vierhoeken. Maken van lineaire formules. Met behulp van pijlenkettingen wordt een woordformule bij een gegeven situatie opgesteld. Aflezen van verschillende diagrammen. Staaf en lijndiagrammen tekenen. Berekenen van gemiddelden. Graaf en afstandentabellen tekenen en berekenen.Systematisch tellen met behulp van het boomdiagram als hulpmiddel. Het kunnen maken van een Praktische Opdracht. De praktische opdracht moet ingeleverd worden. Zonder inlevering van de praktische opdracht kan de leerling niet opgegeven worden voor het examen. Omtrek en oppervlakte kunnen berekenen van driehoeken, vierkanten rechthoeken,parallellogrammen en cirkels. Inhoud kunnen bepalen door berekeningen van ruimtefiguren.
/3/ 5 /8 WI/ K/ 1/2 /3/ 4 WI/ K/ 1/2 /3/ 4 /7/ 8 WI/ K/ 1/2 /3/ 7/8 WI/ K/1 /2/ 3/4 /7/
ST ST PO ST
50 min 50 min 50 min
1 1 1 1
Nee Nee Nee Nee
T9
SE 3 18 Jan t/m 3 Apr
T10
T11 T12
H3 + H4 + H5
Formules Statistiek Omtrek, oppervlakte en inhoud
H6 H7 H8
Rekenen. Rekenen met procenten, tijd en snelheid, schatten van diversen figuren. Meten en kijken. Herkennen van ruimtefiguren. Werken met koershoeken, afstanden en schaal Grafieken. Vergelijken van grafieken Tabellen en grafieken kunnen aflezen en vergelijken Grafieken. Verschillende type verbanden en lineaire formules herkennen. Het kennen en herkennen van stijgende, dalende en constante grafieken
Zie boven.
8 WI/ K/1 /2/ 3/4 /7/ 8 De leerling moet kunnen rekenen met WI/ procenten, tijd en snelheid en rekenen K/ van km/h naar m/s en omgekeerd. 1/2 /3/ 5/6 De leerling kan met kijkmeetkunde WI/ aanzichten tekenen en werken met K/1 kijklijnen en kijkhoeken. /2/ 3/4 /8 Het verloop van grafieken WI/ kunnen tekenen en berekenen. K/ Dubbele tabellen maken waarbij het 1/2 accent ligt op het vergelijken. /3/ Snijpunten en omslagpunten in 4/8 grafieken zoeken en berekenen Het verloop van een grafiek kunnen tekenen en berekenen waarbij rekekning wordt gehouden met zaagtand en stapgrootte.
ST
ST ST ST
100 3 min 50 1 min 50 1 min 50 1 min
Ja
Nee Nee Nee
T13 H6 Rekenen + H7 Meten en kijken + H8 Grafieken SE 4
H1 t/m H8
CE Centraal examen Zie boven
Zie omschrijving wat je moet kunnen bij de hoofdstukken hierboven.
Zie hierboven
WI/ ST 100 3 K/ min 1/2 /3/ 4/5 /6/ 8 WI/ Cent 90 Zie raal min hier com ond pute er rexa men
TOELICHTING OP HET PROGRAMMA VAN TOETS EN AFSLUITING PERIODE: Het vierde leerjaar heeft drie kwartielen en in het vierde kwartiel wordt er toegewerkt naar het landelijk examen (CSE) CODE VAN DE TOETS: Keuze van de docent. BRONNEN Hoofdstuk aanduiding. KENNEN: Wat de leerling moet kennen in deze periode. KUNNEN: Wat de leerling moet kunnen in deze periode. KERNDOELEN/EINDTERMEN: Exameneenheden zoals geformuleerd in het examenprogramma.
Ja
Ja
VORM VAN DE TOETS: ST = Schriftelijke toets, PO = Praktische opdracht, VT= Vaardigheidstoets DUUR VAN DE TOETS: Hoelang de schriftelijke toets duurt. WEGING: Hoeveel keer de toets meetelt in de berekening van het gemiddelde SE-‐‑cijfer. HERKANSBAAR: Hier wordt aangegeven of de toets herkansbaar is. AANVULLENDE OPMERKINGEN BEREKENING EINDCIJFER Alle toetsen (inclusief de PO) worden beoordeeld met een cijfer (afgerond op 1 decimaal). Ook het jaarcijfer uit de derde klas wordt meegenomen in de berekening (weging 3) Voor de SE-‐‑cijfers wordt er gerekend met het voortschrijdend gemiddelde (afgerond op 1 decimaal). SE-‐‑eindcijfer komt dus als volgt tot stand: (3x jaarcijfer klas 3 + 1 x T1 + 1x T2 +1x T3 + 3x T4+ 1x T5+ 1 x T6+ 1 x T7+ 1x T8+ 3 xT9+ 1 x T10+ 1 x T11+ 1x T12+3 x T13) : 22 Het Eindcijfer komt als volgt tot stand: (SE-‐‑eindcijfer + CE-‐‑cijfer) : 2 PTA opgesteld door R.J.J. Rosendalop: juni 2014 . Geaccordeerd door teamleider J. Pap