Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Auteur: Bart Waasdorp Afdeling: Team Planontwikkeling & RO Juridisch Versienummer: 1.2 Datum: 13 augustus 2014 Corsanummer: T14.11239
T14.11239
Inhoudsopgave 1 Inleiding .................................................................................................................................................. 3 2 Uitgangspunten ...................................................................................................................................... 4 2.1 Referentieplan.................................................................................................... 4 2.2 Ambitieniveau .................................................................................................... 4 2.3 Type parkeergarage ............................................................................................. 4 2.4 Veiligheid .......................................................................................................... 4 2.5 Verlichting ........................................................................................................ 4 2.6 Ventilatie .......................................................................................................... 4 2.7 Comfort ............................................................................................................ 5 2.8 Capaciteit parkeergarage ....................................................................................... 5 2.9 Diverse ruimtes ................................................................................................... 5 2.10 Installatietechnische ruimtes ............................................................................... 5 2.11 Bovengrondse in- en uitgangen voor personen (entrees) ............................................... 5 2.12 Betaalautomaten ............................................................................................. 6 2.13 Algemene bepalingen ........................................................................................ 6 3 Ontwerpvoorwaarden........................................................................................................................... 7 3.1 Algemeen .......................................................................................................... 7 3.2 Normen en richtlijnen ........................................................................................... 7 3.3 Inpassing in de omgeving ....................................................................................... 7 3.4 Toeritten .......................................................................................................... 7 3.5 Toegankelijkheid gemotoriseerd verkeer .................................................................... 7 3.6 Afwikkeling gemotoriseerd verkeer ........................................................................... 8 3.7 Ontsluiting voor voetgangers ................................................................................... 8 3.8 Capaciteit en maatvoering parkeerwegen en plaatsen .................................................... 8 3.9 Ontwerp aan- en afvoerwegen en aansluiting openbaar gebied .......................................... 8 3.10 Constructieve eisen parkeergarage ........................................................................ 8 3.11 Bouwkundig ontwerp ......................................................................................... 9 3.12 Afwerkingniveaus ........................................................................................... 10 3.13 Hang- en sluitwerk ......................................................................................... 10 3.14 Afsluitbaarheid .............................................................................................. 10 3.15 Brandveiligheid ............................................................................................. 10 3.16 Onderhoud ................................................................................................... 11 3.17 Sociale veiligheid ........................................................................................... 11 3.18 Installaties, algemeen ..................................................................................... 11 3.19 Energiehuishouding en noodstroomvoorziening ........................................................ 12 3.20 Verlichting ................................................................................................... 12 3.21 Parkeerinstallatie ........................................................................................... 12 3.22 Brandmeldinstallatie ....................................................................................... 15 3.23 Alarm ......................................................................................................... 15 3.24 Gasdetectie .................................................................................................. 15 3.25 Communicatie systemen ................................................................................... 15 3.26 Kabel- en leidingwegen .................................................................................... 15 3.27 Werktuigbouwkundige installaties ....................................................................... 15 3.28 Aansluiting op het dynamisch parkeer verwijs systeem (PRIS) ...................................... 16 4 Bewegwijzering, markering en bebording............................................................................................. 17 5 Aandachtspunten Design & Construct.................................................................................................. 18 6 Uitvoeringsaspecten ............................................................................................................................. 19 7 Alternatieven parkeergarage ................................................................................................................ 20 8 Colofon ................................................................................................................................................. 21 9 BIJLAGEN: referentiebeelden .............................................................................................................. 22
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 2/23
T14.11239
1
Inleiding Dit Programma van Eisen heeft betrekking op de planuitwerking en realisatie van een gebouwde P&R voorziening aan de Stationssingel in de gemeente Lansingerland. De parkeergarage wordt gesitueerd aansluitend ten westen van de Erasmuslijn en direct ten noorden van de halte Westpolder-Bolwerk. Aanleiding voor bouw van deze P&R garage is dat de huidige parkeerplaatsen op maaiveld komen te vervallen vanwege de inrichting van het stationsplein. Deze parkeerplaatsen voorzien in een aanwezige en nog groeiende behoefte aan P&R-plaatsen ten behoeve van Randstadrail. Het Programma van Eisen wordt gebruikt voor het opstellen van een ontwerp en de aanbesteding van de parkeergarage Stationssingel. In dit Programma van Eisen worden de uitgangspunten van de opdrachtgever – gemeente Lansingerland – vertaald naar eisen met betrekking tot het bouwprogramma, het ruimtelijke ontwerp, de ontsluitingswijze, de constructie, de veiligheid, de installaties en de bewegwijzering. Daarnaast is door de gemeente verzocht de inpassing in de openbare ruimte en de verkeerstechnische aspecten af te stemmen met de verkeerskundigen van de gemeente. De gemeente Lansingerland wil deze parkeergarage realiseren met onderstaande eisen en randvoorwaarden: Een maximaal grondoppervlak conform tekening T14.12325 De parkeergarage moet passen binnen het budget van € 2.530.000,- (alle kosten inbegrepen, exclusief BTW) De jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten moeten worden geminimaliseerd; De parkeergarage wordt voor gebruikers gratis, maar moet wel worden voorbereid op betaald parkeren; Door randvoorwaarden van het maximale budget en de eis voor het minimaliseren van de kosten, zal een bijbehorend kwaliteitsniveau worden gerealiseerd; Het beheer en de exploitatie van de parkeergarage komt in principe bij de gemeente Lansingerland. Het definitieve ontwerp en de constructie zullen onderdeel uitmaken van de aanbesteding. De uiteindelijke uitwerking in het ontwerp en de overige stadia van het ontwikkelproces, dienen in overleg met de opdrachtgever te gebeuren. Daarbij zullen de aspecten prijs, kwaliteit, functionaliteit en inpassing in de openbare ruimte de belangrijkste factoren in de beoordeling zijn. Bij het opstellen van het Programma van Eisen zijn de volgende documenten gebruikt: Stedebouwkundige notitie Parkeervoorziening Station Berkel Westpolder van Urban Synergy d.d. december 2013 Quickscan P+R Berkel Westpolder van Spark d.d. 10 januari 2014 (T14.11251)
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 3/23
T14.11239
2 2.1
Uitgangspunten Referentieplan Bij dit referentieplan behoort het referentieontwerp T14.12325 (concept). Deze tekening vormt een onafscheidelijk geheel met het programma van eisen. Op deze tekening is een principeopzet van de garage weergegeven inclusief hellingbanen. De in het bestemmingsplan op te nemen ruimte voor de parkeergarage is toereikend voor het bouwwerk zelf, waarbij rekening wordt gehouden met een begane grond, een bovenliggende bouwlaag en incidentele grotere hoogtes zoals het trappenhuis.
2.2
Ambitieniveau Het bovengronds parkeren in Westpolder-Bolwerk maakt deel uit van het parkeerbeleid rond Randstadrail. De parkeergarage is bedoeld als Park & Ride voorziening voor reizigers van Randstadrail. In het ontwerp van de bovengrondse parkeergarage dienen de aspecten veiligheid, routing, soberheid en licht aangetoond te worden. Van belang is voorts dat er onderhoudsvriendelijke en duurzame materialen worden toegepast met lage exploitatiekosten.
2.3
Type parkeergarage De parkeergarage dient te worden uitgevoerd als bovengrondse, gratis toegankelijke parkeergarage. Er moet rekening worden gehouden met ombouwen tot een garage waar de betaling, vastgesteld via een parkeersysteem achteraf plaatsvindt, met toegangsmogelijkheid voor vergunninghouders. De garage moet 24 uur, 7 dagen in de week, toegankelijk zijn voor zowel incidentele parkeerders als vergunninghouders. Tevens moeten er voorzieningen worden getroffen om, wanneer het een betaald-parkeren garage wordt, alleen bevoegde voetgangers en automobilisten toegang te verschaffen. Alleen personen welke een geldige parkeerkaart hebben dienen toegang tot de garage te krijgen. Daarnaast moet worden voorzien in een systeem waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen parkeren en toegang tot station Westpolder-Bolwerk, om te voorkomen dat parkeerplaatsen langdurig worden bezet door auto’s waarvan de eigenaar geen gebruik maakt van Randstadrail. Om aan de toegankelijkheidseisen te voldoen wordt gedacht aan een toegangssysteem met OV-kaarten.
2.4
Veiligheid De veiligheid in de parkeergarage wordt mede bepaald door het aantal voetgangers in- en uitgangen. Op de referentietekening is een suggestie voor de situering van de trappen aangegeven. Wat betreft de (nood)trappen voor toegang tot het maaiveld, moet overleg met de brandweer plaatsvinden. Indien de trappen zodanig worden gesitueerd dat met een straal van 30 meter rondom deze trappen de parkeergarage bestreken wordt, is geen compartimentering en/of sprinklerinstallatie nodig. Het vermijden van compartimentering en sprinklerinstallaties is een uitgangspunt.
2.5
Verlichting De verlichting en verlichtingsintensiteit zijn een belangrijk onderdeel van de normering. Een verlichtingsniveau van 50 LUX op de rijbaan en van 100 LUX bij voetgangersoversteekplaatsen en bij de in- en uitrit is uitgangspunt. Hiermee wordt vooral de beleving van ruimte, overzichtelijkheid en sociale veiligheid vormgegeven. Bij het bepalen van de verlichting moet rekening worden gehouden met: Het gebruik van elementenverharding voor de vloer van laag 0 Geen overkapping op laag 1 Overkapping op de hellingbanen Verlichting is een grote kostenpost in de exploitatie van parkeergarages. Er moet daarom worden gerekend met energiezuinige verlichtingssystemen, plus het schakelen tussen dag- en nachturen. Toetreding van daglicht moet worden onderzocht, waarbij de ruimtelijke, constructieve en financiële consequenties in beeld moeten worden gebracht.
2.6
Ventilatie De ventilatie van de parkeergarage komt in het referentieplan niet tot uiting. Het uitgangspunt is dat de parkeergarage zo open is dat er geen mechanische ventilatie nodig is. Dit moet met een berekening worden aangetoond.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 4/23
T14.11239
2.7
Comfort Een minimale eis voor het comfort van de parkeergarage is een goede afwikkeling van autoverkeer en van voetgangers. Dit wordt onder andere gerealiseerd door het consequent toepassen van de NEN- norm 2443 parkeren. Voetgangers moeten eenduidig en via een zo kort mogelijk route de halte Westpolder-Bolwerk kunnen bereiken. In het openbaar gebied zal rekening gehouden moeten worden met de voetgangersentrees, looproutes van en naar de halte, en de naastgelegen fietsenstalling. Omdat een deel van de bezoekers onbekend zal zijn met deze parkeervoorziening, moet informatie over parkeren makkelijk leesbaar voor automobilisten worden aangebracht. Voorzieningen die het comfort extra verhogen zijn wisselreclames.
2.8
Capaciteit parkeergarage
2.9
In de garage dienen minimaal 200 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden in 2 parkeerlagen. De parkeerplaatsen zijn bedoeld voor reizigers van Randstadrail.; Van het totale aantal plaatsen dienen er 4 parkeerplaatsen (norm 1 op 50) voor mindervaliden te worden aangelegd
Diverse ruimtes Algemeen De parkeergarage zal op afstand worden bediend/beheerd. Er zal daarom geen beheerderruimte nodig zijn. Voor periodiek onderhoud is echter wel een aantal ruimtes nodig. Deze dienen zo veel mogelijk geclusterd te zijn.
Sanitaire ruimte personeel Er wordt geen sanitaire ruimte gemaakt.
Opslagruimte Er dient een opslagruimte gerealiseerd te worden van ongeveer 15m² met plaats voor onderhoudsmateriaal, een kleine vuilcontainer, en een mogelijkheid voor het stallen van 2 (brom)fietsen.
Technische ruimte Ergens dient een installatietechnische ruimte van tenminste 10m² gerealiseerd te worden waarin alle technische voorzieningen met betrekking tot computers, camera’s e.d. kunnen worden ondergebracht. Tevens dienen hier voorzieningen te worden opgenomen voor een beperkte toegankelijkheid van de videoregistratiesystemen, evenals de installatie met - doormelding van - het personeelsalarm.
2.10 Installatietechnische ruimtes Voor de opstelling van de voeding- en besturingssystemen van de in hoofdstuk 3 genoemde installaties dient een technische ruimte van ca. 20m² te worden ingericht, exclusief de voorzieningen voor de aansluitingen van de openbare nutsvoorzieningen. De ruimte dient zodanig ontworpen te worden dat deze vandalisme en inbraakbestendig is. Voor de op te stellen apparatuur dienen system airconditioners te worden aangebracht. Ten behoeve van de functionaliteit dient de structuur zodanig te worden ingericht dat een minimum aan onderbrekingen in de bedrijfsvoering kan worden gewaarborgd.
2.11 Bovengrondse in- en uitgangen voor personen (entrees) Er komen twee voetgangersentrees ten behoeve van parkeerders. Deze entrees moeten overdekt, toegankelijk en transparant van opzet en karakter zijn. Er moet rekening gehouden worden met een ruimte voor een maximale wachtrij van 8 personen voor toekomstige betaalautomaten. De hoofdentree dient zodanig ontworpen te worden, dat deze voor iedereen direct als zodanig te herkennen is. De trappen in de trappenhuizen dienen tenminste 1,5 meter breed te worden uitgevoerd. De deuren met een dagmaat van tenminste 90 cm, dienen direct toegang te geven tot de parkeervloeren en het maaiveld, zonder verdere obstakels. De deuren moeten tenminste gedeeltelijk van glas worden
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 5/23
T14.11239
voorzien, zodat vanuit de parkeervloer en het maaiveld een duidelijk zicht op de trappenhuizen wordt verkregen. Deuren welke mindervalide parkeerplaatsen ontsluiten, dienen elektrisch te openen zijn. Bij iedere voetgangersentree moet op ieder niveau een prullenbak komen.
Personenliften Er wordt niet voorzien in liften.
2.12 Betaalautomaten In de hoofdentrees (met liften) moet ruimte gereserveerd worden voor het plaatsen van betaalautomaten. Deze moeten tevens bereikbaar zijn voor het geldtransportbedrijf.
2.13 Algemene bepalingen Beoordeling en goedkeuring ontwerpen De bouwkundige en installatietechnische ontwerpen moeten tijdig ter goedkeuring aan de opdrachtgever en aan de vergunning verlenende instanties worden voorgelegd. De opdrachtgever neemt de taak op zich de ontwerpen kort te sluiten met de toekomstige beheerder en exploitant. De bouwkundige en installatietechnische ontwerpen worden door de opdrachtnemer tijdig ter goedkeuring voorgelegd aan politie en brandweer. Beide instanties hebben in deze ook een adviserende rol betreffende sociale veiligheid, inbraakwerendheid, brandveiligheid, brandwerendheid en brandpreventie van projecten. Wetten en regelgeving De realisering van de parkeergarage dient plaats te vinden met inachtneming van de voorwaarden en condities zoals gesteld in het bouwbesluit, de Wet Milieubeheer en de eventuele aanvullingen gesteld door de gemeente.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 6/23
T14.11239
3 3.1
Ontwerpvoorwaarden Algemeen Het doel van de parkeergarage is het realiseren van Park & Ride parkeervoorzieningen ter vervanging van de huidige parkeerplaatsen ten westen van halte Westpolder-Bolwerk. De openbare parkeervoorziening is bedoeld voor reizigers van Randstadrail. De parkeergarage wordt zo strak mogelijk tegen de leiding van Delfluent aangelegd. Vanuit het hart van deze leiding dient 4 meter vrij te worden gehouden. De in- en uitrit sluiten aan op het nog te realiseren stationsplein. De huidige watergang en het fietspad komen te vervallen. De parkeergarage moet met minimale kosten worden gerealiseerd en in stand worden gehouden, maar de ontwikkelaar van Westpolder-Bolwerk wil wel graag een uitstraling die geen afbreuk doet aan toekomstige naastliggende bebouwing.
3.2
Normen en richtlijnen Voor zover het onderwerpen betreft die niet in de ESPA zijn behandeld, is de NEN 2443 "Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages" van toepassing (uitgave maart 2013, ICS 91.040.99), evenals de aanvullende richtlijnen, tenzij uitdrukkelijk door de opdrachtgever in dit document andere eisen worden gesteld. Eventuele afwijkingen op het ontwerp dienen vooraf te worden gemeld en door de opdrachtgever te worden geaccordeerd. De garage dient toegankelijk te zijn voor invaliden en gehandicapten volgens het "Handboek voor Toegankelijkheid" van de Stichting Nederlandse Gehandicaptenraad (ISBN 90 6228 460 4). De garage dient te voldoen aan het Politie Keurmerk.
3.3
Inpassing in de omgeving De parkeergarage Stationssingel moet worden ingepast in het stedenbouwkundig en landschappelijk ontwerp van Westpolder-Bolwerk. De belangrijkste aspecten zijn: De situering van de entree van de parkeergarage dient samen met de verkeersaanduidingen en bewegwijzering te voorzien in een duidelijke efficiënte en veilige bereikbaarheid van de parkeergarage De in/uitrit van de garage moet herkenbaar zijn vanaf de openbare weg en duidelijk zijn vormgegeven ten behoeve van de onbekende bezoeker. De in- en uitritten evenals de voetgangersentrees en vluchtgangen moeten in nader overleg met de gemeente Lansingerland zo goed mogelijk worden ingepast in de omgeving en de nieuw te realiseren infrastructuur
3.4
Toeritten Vanwege de vorm van de parkeergarage, de aansluiting op het openbaar gebied, de stedenbouwkundige inpassing en de benodigde capaciteit, zijn 1 inrit en 1 uitrit nodig. Zowel de inrit als de uitrit zijn geclusterd direct ten noorden van de fietsenstalling en direct ten westen van het perron van de halte Randstadrail. Omdat de in- en uitrit aansluiten op wegen waar voorrang moet worden verleend, moet rekening gehouden worden met voldoende horizontale opstellengte voor verkeer dat de parkeergarage in- dn uitrijdt.
3.5
Toegankelijkheid gemotoriseerd verkeer Binnen de garage moet op elk punt van de voor gebruikers toegankelijke plaatsen een vrije hoogte van minimaal 2,15 meter worden aangehouden, gerekend loodrecht op de rijbaan. Hierbij dient aandacht geschonken te worden aan voetbogen, kabelgoten en installaties welke onder het plafond worden gemonteerd (afwijkend van NEN443) Ook dient de hoogte boven de rijbaan minimaal 2,15 meter te bedragen (afwijkend van NEN2443). Bij de inritten dient een hoogtebegrenzer te worden aangebracht. De parkeergarage moet geschikt zijn voor voertuigen met een LPG installatie.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 7/23
T14.11239
3.6
Afwikkeling gemotoriseerd verkeer Autoverkeer moet de parkeergarage vanuit zuidwestelijke richting kunnen binnenrijden en verlaten. De inrit en uitrit sluiten aan op het nog te realiseren Stationsplein. De interne verkeersafwikkeling moet ruim van opzet zijn en de afwikkeling moet vlot kunnen plaatsvinden. Het ontwerp dient te voorzien in de mogelijkheid om 'zoekverkeer' of fout rijdende automobilisten de gelegenheid te geven de gehele parkeergarage nogmaals te doorrijden, zonder dat naar buiten gereden hoeft te worden. Voor het tegengaan van doorvallen en doorrijden moeten voorzieningen worden getroffen bij beëindiging van vloeren rond de hellingbanen.
3.7
Ontsluiting voor voetgangers Het ontwerp gaat uit van 1 hoofdentree. Op maaiveldniveau moeten voetgangers zonder oversteek van rijbanen naar halte Westpolder-Bolwerk kunnen lopen. Gezien het aantal parkeerplaatsen, zijn er in verband met de maximaal toegestane vluchtafstand tot een vluchtweg verscheidene trappenhuizen noodzakelijk. Voor de horizontale loopafstand in rechte lijn tot een vluchtweg geldt het vigerende bouwbesluit ten tijde van de aanvraag voor de bouwvergunning, tenzij de Brandweer hieraan nadere eisen stelt. De toegangen voor voetgangers moeten gereed worden gemaakt voor toegangscontrole.
3.8
Capaciteit en maatvoering parkeerwegen en plaatsen Er moeten 200 parkeerplaatsen worden aangelegd. De parkeerplaatsen liggen direct aan weerszijden van de centrale rijstrook. De onderverdeling van de parkeerplaatsen is: Gewone parkeerplaatsen, waarvan minimaal 95% een vakafmeting van 2,50 x 5,00 meter heeft: 196 Parkeerplaatsen voor invaliden met een minimale vakafmeting van 3.50 x 5,00 meter: 4 Deze vakken krijgen een pictogram op de vloer en het RVV -bord. De parkeerplaatsen dienen op maaiveld en geclusterd gesitueerd te worden. Motorvakken. Voor deze categorie kan eventueel gebruik gemaakt worden van restruimtes, zoals onder de hellingbanen. De vakken krijgen een pictogram op de vloer en het RVV –bord.
3.9
Ontwerp aan- en afvoerwegen en aansluiting openbaar gebied De parkeergarage ligt tussen de spoorbaan Randstadrail en het toekomstige Stationsplein. Er worden een inrit en een uitrit gerealiseerd. Deze in- en uitrit moeten in nader overleg met de gemeente Lansingerland worden afgestemd op de nieuw te realiseren inrichting en infrastructuur van het plangebied Westpolder-Bolwerk. Hierbij is met name de benodigde opstellengte voor uitrijdend verkeer van belang. Bezoekers van de parkeergarage worden door middel van een parkeerroute informatiesysteem naar de garage geleid. De situering van de entrees van de parkeergarage dient samen met de verkeersaanduidingen en bewegwijzering te voorzien in een duidelijke, efficiënte en veilige bereikbaarheid van de parkeergarage. De in- en uitrit van de garage moeten herkenbaar zijn vanaf de openbare weg en duidelijk vormgegeven ten behoeve van de onbekende bezoeker. De maximale opstellengte van het inrijdend verkeer is tot 20 meter vanaf de openbare weg. De kans op overschrijding van de opstellengte moet kleiner zijn dan 5%. De kans op overschrijding kan worden geminimaliseerd door de slagbomen inpandig te maken en eventuele speedgates alleen buiten de spitsuren toe te passen. Het in- en uitrijden van de garage is ondergeschikt aan de doorgaande routes. Eventuele hekwerken rond de in- en uitritten mogen niet zichtbelemmerend werken.
3.10 Constructieve eisen parkeergarage Uitgangspunt is dat de parkeergarage zo wordt uitgevoerd dat de vloer van laag 1 tijdens de gebruiksfase waterdicht is. Het bovenste parkeerdek krijgt geen overkapping. Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 8/23
T14.11239
De constructie moet een levensduur van minimaal 100 jaar hebben. In de parkeergarage mogen alleen kolommen komen in het midden van de garage en ter plaatse van de hellingbanen. Er dient daarom een vrije overspanning te worden gerealiseerd van ongeveer 15 meter. Voor de constructiehoogte van vloer inclusief draagbalk wordt globaal 0,60 meter aangehouden. Stabiliteitwanden mogen alleen daar worden toegepast waar geen risico is op aanrijbelastingen. Dilataties moeten vlak worden uitgevoerd. Er moet voor de uitvoeringsfase rekening worden gehouden met voorwaarden met betrekking tot het werken nabij een vuilwater persleiding van het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze leiding ligt naast de projectgrenzen van de parkeergarage. De dakbelasting wordt voornamelijk bepaald door statische belasting van auto’s op parkeerplaatsen en een dynamische belasting van auto’s op de rijstrook.
3.11 Bouwkundig ontwerp Algemeen De parkeergarage wordt gerealiseerd binnen de contouren volgens de bijgevoegde referentietekening T14.12325 met 2 parkeerlagen. De begrenzing van het bouwvlak met de Delfluentleiding is hard. De totale constructie, zowel ondergronds als bovengronds, mag deze grens niet overschrijden.
Peilmaten De peilmaten worden bepaald naar de hoogtes in het bestaand gebied, het waterpeil en de benodigde drooglegging.
Vormgeving Ten aanzien van de vormgeving zijn er verschillende aandachtspunten: op maaiveld wordt de parkeergarage ingericht met elementenverharding de gevels aan de west, noord- en zuidzijde dienen een uitstraling te krijgen die past binnen de stedebouwkundige randvoorwaarden van Westpolder-Bolwerk; Laag 1 krijgt een borstwering om doorrijden tegen te gaan en om te voorkomen dat koplampen de toekomstige woonwijk in schijnen. de hellingbanen tussen maaiveld en laag 1 dienen als roosters te worden uitgevoerd. Hiermee wordt gladheidsbestrijding voorkomen. De parkeergarage moet ruim, overzichtelijk en sociaal veilig zijn.
Bouwfysisch Voor de parkeergarage moet een bouwfysisch onderzoek naar geluid plaatsvinden, enerzijds om binnen de garage het geluidsniveau en de nagalmtijd te beperken en vorm te geven aan een voor de ruimte toepasselijke waarde, anderzijds om overlast buiten de garage zo beperkt mogelijk te houden. De geluidsbelasting op de gevels van de belendende percelen mag in de hierna genoemde tijdvakken als gevolg van de technische installaties en de verkeersbewegingen niet meer bedragen dan: Overdag, 07.00 uur tot 19.00 uur: 50 dB (A) Tijdens avonduren: 19.00 uur tot 23.00 uur: 45 dB (A) Tijdens nachtelijke uren: 23.00 uur tot 07.00 uur: 40 dB (A)
Milieubewust bouwen De bouwmaterialen en de bouwwijze dienen - mede met het oog op het van kracht zijnde Bouwstoffenbesluit - aan te sluiten op de milieuvriendelijke aspecten en duurzaam bouwen. Voor de parkeergarage geldt dat er moet worden voldaan aan het Nationale Pakket Utiliteitsbouw, waarbij tenminste 100% van de vaste maatregelen en 25% van de variabele maatregelen moet worden toegepast. Indien hout wordt toegepast, dient dit onder FSC-keurmerk te worden geleverd.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 9/23
T14.11239
Verkeersveiligheid Het ontwerp van de parkeergarage moet zodanig zijn, dat een maximale verkeersveiligheid voor auto- en voetgangersverkeer is gewaarborgd. Voor het tegengaan van doorvallen en doorrijden moeten voorzieningen worden getroffen bij beëindiging van vloeren en bij de hellingbanen. Betonnen elementen die in de rijbaan staan dan wel met een voertuig geraakt kunnen worden, moeten beschermd worden tegen afboeren door middel van ingestorte hoekijzers. Op kritische plaatsen (bij scherpe hoeken, bij branddeuren etc.) dienen rubberen aanrijdvoorzieningen geplaatst te worden die eventuele aanrijdschade minimaliseren. De ruimtes onder de hellingbanen dienen geschikt gemaakt te worden voor parkeren van motorfietsen. Daar waar de vrije hoogte minder dan 2,00 meter is, moet de ruimte onder de hellingbanen worden afgezet met hekwerken/roosters met toegangsdeur.
3.12 Afwerkingniveaus Een lichte en warme afwerking van de parkeergarage bevordert de sociale veiligheid en een gevoel van welbehagen (zie referentie in de bijlage). De garage moet daarom qua kleur zo licht mogelijk te zijn uitgevoerd. De vloer (op laag 1) dient te worden voorzien van afwerking en coating (glad, vlak, slijtvast en onderhoudsarm). De onderzijde van de vloeren - voor zover in zicht als plafond - dienen zonder nabewerking voldoende glad en vlak te zijn.
Coating en bestrating Parkeervakken dienen donkergrijs of zwart te zijn. Invalidenparkeerplaatsen mogen een afwijkende kleur te hebben. De rijloper moet een lichtgrijze kleur hebben. De rest van de coating van de wanden moet in kleur worden aangebracht, waarbij moet worden voldaan aan de volgende eisen: Betongrijs is niet toegestaan Er moet gebruik worden gemaakt van warme kleuren De te gebruiken coating moet eenvoudig aan te brengen zijn om graffiti te verwijderen
Verlichting De verlichting is een belangrijk onderdeel van de normering. Hiermee wordt vooral de beleving van ruimte, overzichtelijkheid en sociale veiligheid vormgegeven. De financiële consequenties van het gebruik van energiezuinige verlichting en schakelen tussen dag en nacht (investering versus exploitatiekosten) dienen te worden aangegeven. Hierbij dient ook onderzocht te worden wat de financiële consequenties zijn van zonnepanelen en kleinschalige windmolens.
Hellingbanen De inpandige hellingbanen moeten een stroef oppervlak hebben.
3.13 Hang- en sluitwerk Het hang- en sluitwerk dient drie sterren SKG te zijn. Ramen dienen over de gehele lengte van het kozijn te worden voorzien van thermische verzinkte en in passende kleur gecoate anti-inbraakstrips.
3.14 Afsluitbaarheid De parkeergarage moet jaarrond 24 uur per dag bereikbaar en te verlaten zijn voor de doelgroep. Omdat de parkeergarage op afstand bediend zal gaan worden, is er geen personeel aanwezig. De parkeergarage moet gereed zijn om binnen blokuren afsluitbaar te zijn op de volgende manieren: speedgates bij in- en uitgangen (tussen de slagbomen en de openbare ruimte) automatisch sluitende deuren bij de voetgangersentrees De speedgates worden geopend met een detectielus. De voetgangerstoegangen zijn te ontgrendelen met een geldige parkeerkaart.
3.15 Brandveiligheid In de ruimte voor parkeerplaatsen dient de brandveiligheid voor personen te worden gewaarborgd zonder toepassing van brandcompartimentering en sprinklerinstallatie, maar door de opname van voldoende ontsluitingen en nooduitgangen. Dit in combinatie met maatregelen op het gebied van brandpreventie, Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 10/23
T14.11239
brandwerendheid, alarmering, ventilatie en blussing. De daarbij in acht te nemen straal van een vluchtcirkel bedraagt maximaal 30 meter (zie referentietekening). De ontwerptechnische invulling moet in nader overleg met de brandweer vorm worden gegeven.
3.16 Onderhoud Het onderhoud aan en in de bebouwing, de installaties en de inrichting dienen door een doordacht ontwerp, een juiste materiaalkeuze en een passende detaillering c.q. uitwerking tot een minimum te worden beperkt. Uit het oogpunt van duurzaamheid dienen metalen onderdelen van de garage corrosiebestendig te zijn dan wel tegen corrosie beschermd te worden. Alleen hardhout of door behandeling verkregen gelijkwaardige harde houtsoorten worden toegepast. De te gebruiken kunststoffen en rubbers moeten een levensduur van minimaal 15 jaar bezitten en resistent zijn tegen inwerking van agressieve stoffen die tijdens uitvoering- en gebruiksfase vrij (kunnen) komen.
3.17 Sociale veiligheid Het is een absoluut vereiste dat bezoekers van de parkeergarage zich veilig voelen. Omdat de parkeergarage 24 uur per dag open zal zijn voor bezoekers, moet in het kader van de sociale veiligheid aan de volgende punten worden voldaan: De parkeergarage moet licht van kleur zijn De parkeergarage moet een warm kleurenpalet krijgen De verlichting dient gelijkmatig te zijn, dus geen of minimale verzwakking van de gemiddelde verlichting Het aantal plekken waar men zich in of achter kan verschuilen, moet minimaal zijn. De ruimtes onder de hellingbanen moeten bijvoorbeeld worden afgesloten of weggewerkt. De nagalmtijd van de parkeergarage moet korter zijn dan 0,5 seconden De parkeergarage moet 's nachts kunnen worden afgesloten: er moeten Speedgates komen en na afsluiting moet de parkeergarage voor voetgangers alleen kunnen worden betreden met geldige parkeerkaarten Bij iedere entree moet een intercom met de beheerder worden geïnstalleerd De parkeergarage moet kunnen worden voorzien van videobewaking (CCTV)
3.18 Installaties, algemeen Alle installaties voor de parkeergarage zullen worden bediend en beheerd vanuit een locatie elders. De installaties moeten op die andere locatie kunnen worden uitgelezen en bestuurd, ook voor onderhoudswerkzaamheden. De besturingsinstallaties dienen zodanig te worden uitgevoerd, dat deze toegankelijk zijn t.b.v. mutaties en onderhoud en zodanig opgebouwd dat uitbreidingen “fabrikantonafhankelijk” kunnen worden gerealiseerd. De opbouw van de systemen dient op basis van “failsafe -principe” te worden gerealiseerd. Handmatige bediening, respectievelijk overbrugging, signalering en melding op detailniveau dient te allen tijde via besturingssoftware, dan wel door middel van een paneel op de desbetreffende apparatuur mogelijk en/of beschikbaar te zijn. De primaire veiligheidsystemen moeten in redundante secties zijn onderverdeeld zodanig dat bij een calamiteit niet het systeem in de gehele garage uitvalt (functiebehoud van transmissiewegen). In de parkeergarage dienen, voor zover deze niet nader zijn omschreven, de volgende installaties te worden opgenomen: Energiedistributie; (nood-)verlichtingsinstallaties; Bewegwijzering en verkeersinstallaties; Bewaking- en regelsystemen; Toegangscontrole en voorbereiding op parkeerinstallaties; Ontruiming- en ontgrendeling installaties; Parkeersysteem; Pompinstallatie; De uitwerking van de installaties dient te worden afgestemd op de aard en het gebruik van de in de voorgaande hoofdstukken omschreven ruimten.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 11/23
T14.11239
De technische installaties aanwezig in het voor publiek toegankelijke gebied van de parkeergarage moeten - voor zover het installaties betreft die onder normale omstandigheden ook voor publiek bereikbaar zijn - slagvast en vandalismebestendig worden uitgevoerd. De technische installaties moeten op een eenvoudige manier onderhouden kunnen worden.
3.19 Energiehuishouding en noodstroomvoorziening De elektrische voeding wordt van het openbare net betrokken met een directe koppeling aan eventuele zonnepanelen en/of een kleinschalige windmolen. De energiedistributie dient zodanig te worden opgebouwd dat een optimale bedrijfszekerheid wordt verkregen. Hiervoor dienen onder andere de (hoofd)verdeelinrichtingen modulair en in secties te worden uitgevoerd. De verdeelinrichtingen dienen zodanig te worden opgebouwd, dat de besturings-, communicatie-, en regelsystemen elk van een gescheiden voeding zijn voorzien, dan wel redundant zijn uitgevoerd. De verdeelinrichtingen moeten via het besturingsysteem op afstand kunnen worden bediend en zodanig te worden uitgevoerd dat te allen tijde op locatie een handmatige bediening mogelijk blijft.
3.20 Verlichting De verlichting moet voldoen aan het gestelde in de NEN 2443, nadrukkelijk met dien verstande dat in combinatie met (licht) schilderwerk en coating van wanden, kolommen en vloeren een uiteindelijk verlichtingsniveau wordt bereikt dat voldoet aan de ESPA. De verlichting dient zo energiezuinig mogelijk te zijn. Uitgangspunt is toepassen van LED- of longlife lampen. De verlichting van de beheerderruimte moet aan een voor die ruimte geldende norm (P184) voldoen. De onderstaande verlichtingsterkten moeten worden aangehouden op vloerniveau, met een minimale gelijkmatigheid van 0,75. - Rij- en parkeerstroken - in- en uitritten - lift- en trappenhuizen - voetgangeroversteekplaatsen - betaalautomaten - noodverlichting - entree - technische ruimten
50 lux 200 lux – dimbaar 100 lux 100 lux 250 lux op 1 meter hoogte 10 lux 200 lux – dimbaar 250 lux
De algemene verlichting in de parkeergarage en die boven de rijstroken en parkeerplaatsen moeten in groepen schakelbaar zijn en met LED- of longlife lampen worden uitgevoerd. De plaats en uitvoering van de verlichting dient te worden afgestemd te worden met de opdrachtgever. Het in groepen terugschakelen van het verlichtingsniveau gedurende in te stellen bloktijden (s´nachts) moet softwarematig mogelijk zijn. De groepenindeling met hiermee in overeenstemming zijn. De verlichtingsarmaturen op de parkeerlaag moeten van slagvast en spuitwaterdicht materiaal worden vervaardigd. In de technische ruimten dienen de verlichtingsarmaturen druipwaterdicht te worden uitgevoerd. Verlichting nooduitgangen Alle (nood-)uitgangen dienen door middel van verlichte bordjes voor personen te vinden te zijn. De veiligheidspictogrammen moeten zijn volgens de NEN 2443 en onderdeel zijn van decentrale noodverlichtingarmaturen met een brandduur van minimaal 2 uur. De noodverlichting dient voorts te voldoen aan de eisen welke hieraan gesteld zijn door de regionale brandweer en rampenbestrijding.
3.21 Parkeerinstallatie Een toekomstig parkeersysteem van de garage dient op afstand bediend te kunnen worden.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 12/23
T14.11239
De benodigde ruimten en voorzieningen als loze leidingen, kabelwegen en sparingen die nodig zijn om de controle- en parkeerapparatuur aan te leggen, dienen te worden opgenomen en aangebracht. Tevens dienen ten behoeve van een koppeling met een nader te bepalen controlecentrum, alsmede voor de functionaliteit binnen deze garage de benodigde bouwkundige voorzieningen in de technische ruimten te worden opgenomen. Het parkeersysteem moet een toegangsbeveiliging voor autoverkeer hebben. Daartoe worden de in- en uitritten door middel van slagbomen beveiligd. Voor afsluiting 's avonds zijn speedgates noodzakelijk. Het parkeersysteem moet in verschillende elektronische betalingsmogelijkheden voorzien (chipknip en creditcards OV-pas). Ook moet het de mogelijkheid hebben om verschillende gebruikers te herkennen en daarbij onderscheid te maken in tarifering (verschillende gebruikers verschillende tarieven in rekening brengen). Het moet mogelijk zijn het parkeersysteem te koppelen aan het dynamisch parkeer verwijssysteem (PRIS) met het doel om bij een volledige bezettingsgraad het autoverkeer naar andere parkeergelegenheden rond Randstadrail te verwijzen waar nog plaatsen vacant zijn.
Storing meldsysteem De parkeergarage dient te beschikken over een storing meldsysteem waarop alle operationeel belangrijke technische installaties zijn aangesloten en storingen centraal in de beheersruimte worden gemeld. De meldingen worden gesignaleerd d.m.v. visuele en auditieve signalen van het storing meldsysteem en moeten op PC kunnen worden opgeslagen. De opslag van relevante bedrijfsgegevens wordt voorzien van een datum/tijdgroep, storingstype en urgentie. Op een beeldscherm wordt op een plattegrond de locatie van de melding weergegeven.
Apparatuurkast Alle apparatuur die niet in het zicht van een operator hoeft te staan, wordt ingebouwd in de apparatuurkast. De apparatuurkast zal in de technische ruimte geplaatst worden. Elk compartiment is voorzien van geforceerde ventilatie inclusief stoffilter en heeft een dusdanige capaciteit dat bij een omgevingstemperatuur van 25 graden de lucht direct om de ingebouwde apparatuur niet warmer wordt dan 35 graden. De apparatuurkasten dienen standaard te worden uitgevoerd in een breedte van 19". De kasten dienen zo geplaatst te worden dat er voldoende ruimte omheen is voor onderhoud of vervanging. De kasten hebben een zichtdeur voor, en een plaatstalen deur achter die geopend moeten kunnen worden. De computer eist een grote mate van constantheid van temperatuur en vochtigheid, voldoende luchtbeweging en een laag stofniveau. Om deze reden moet gebruik worden gemaakt van computerairco's (niet te verwarren met 'comfort' airco's die in kantooromgevingen worden gebruikt).
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 13/23
T14.11239
Samenvatting eisen parkeercontrolesysteem 1.0
Doel van de installatie
1.1
- voorbereid voor beheer op afstand
2.0
Algemeen output gegevens
2.1
- garage open/dicht
X
2.2
- instroomsnelheid
X
2.3
- uitstroomsnelheid
X
2.4
- gemiddelde parkeertijd
X
2.5
- opbrengsten in meerdere tijdvlakken "week, dag, uur"
X
3.0
Status ruimte apparatuur
3.1
- volle plaatsen
X
3.2
- lege plaatsen
X
3.3
- gereserveerde plaatsen
X
3.4
- slagboom open en dicht
X
3.5
- aantal slagboom openingen zonder betaling
X
4.0
Storing status
4.1
- slagboombreuk
X
4.2
- lusdefect
X
4.3
- kaartlezer defect
X
4.4
- vastgelopen bankbiljet
X
4.5
- "X" apparaat buiten gebruik
X
4.6
- kaarten vol
X
4.7
- opvangbak vol
X
4.8
- hopper vol
X
5.0
Abonnementsysteem
5.1
- minimaal 5 groepen
6.0
Kort parkeersysteem
6.1
- eenmalige uitrijkaart
X
6.2
- nultariefkaart
X
6.3
- vervangingskaart
X
6.4
- vooruitbetaalde kaart
X
6.5
- de uitrij kaart
X
6.6
- waarde tegoed kaart
X
7.0
Leveranties
7.1
Configuratie PC – state of the art per datum oplevering
X
7.2
1inrit terminal/kaartgever inclusief intercom
X
7.3
1 uitrit terminal/kaartgever inclusief intercom
X
7.4
1 betaalautomaat
X
7.5
1 parkeergarage controlecentrale
X
7.6
1 bedieningsstation
X
7.7
Kruis / pijlarmaturen / volsignalering
X
7.8
2 stuks reservesets
X
7.9
Monitor 17” TFT
X
8.
Betalingsmogelijkheden (betaalautomaat)
8.1
-creditcard incl. clearingsoftware en PC t.b.v. Visa, AMEX en Eurocard
X
8.2
Uitrit terminals voorzien van betaalunit (creditcard)
X
9.
Toegangen parkeergarage
9.1
Bij ingangen: lichtbalk met geïntegreerde kruis- / pijl Display, Vol indicatie, verbod- en gebodsborden en single line Display
9.2
Hoogtebalk met signalering
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
X
X
X X
Pagina 14/23
T14.11239
3.22 Brandmeldinstallatie De parkeergarage moet van een automatische Brandmeldinstallatie worden voorzien. De omvang van de Brandmeldinstallatie moet voldoen aan de zogenaamde volledige bewaking en de regelgeving zoals genoemd in het rapport “brandveiligheid parkeergarages” een praktijkrichtlijn van de VRR. In de installatieruimte moet een automatische brandmelder (thermisch) worden aangebracht. Meldingen van de Brandmeldinstallatie dienen direct, via een automatische lijnkiezer te worden doorgestuurd naar de alarminstallatie van de regionale alarmcentrale en naar het gemeentehuis. De garage heeft een door de brandweer goedgekeurde brandblusinstallatie (inclusief poederblussers en droge stijgleiding) en een ontruimingsalarm (intercom ontruimingsinstallatie). Elk trappenhuis is voorzien van een door de brandweer goedgekeurde droge stijgleiding
3.23 Alarm In de technische ruimtes wordt een inbraakalarm geplaatst met behulp van bewegingsdetectoren en wordt toegerust met een personeelsalarm.
3.24 Gasdetectie Er dient te worden aangetoond dat met natuurlijke ventilatie geen gasdetectie nodig is, dit ter goedkeuring van de VRR.
3.25 Communicatie systemen Bij alle toe- en uitgangspartijen dient een intercom installatie geplaatst te worden. Naast intercom worden nooduitgangen ook voorzien van een elektronisch slot. Alle communicatieapparatuur moet slagvast en vandalismebestendig worden uitgevoerd. Er wordt niet voorzien in een video/camera installatie.
3.26 Kabel- en leidingwegen Kabels en leidingen welke tot de parkeergarage behoren moeten in kabelgoten worden opgenomen dan wel afgeschermd zijn. De vrije hoogte in de garage dient ook ter plaatse van deze kabelgoten of afscherming minimaal 2,15 meter te zijn. Kabels en leidingen die onder normale omstandigheden ook door publiek bereikbaar zijn moeten slagvast en vandalismebestendig worden afgeschermd, dan wel verwerkt worden in kabelgoten. Voor wat betreft blusleidingen dient dit in overleg met de brandweer te gebeuren. Kabel- en leidingtracés dienen integraal onderdeel te zijn van het ontwerp van de parkeergarage. Dit betekent dat deze tracés zoveel mogelijk moeten zijn opgenomen in de constructie of weggewerkt binnen de constructiehoogte van de vloeren met balken. De tracés van de kabels en leidingen mogen bij voorkeur alleen tegen het plafond op maximaal 1 meter uit de wanden worden opgenomen. Kabels en leidingen van derden worden niet door de garage heen geleid. Een eventueel benodigde traforuimte dient in de garage op de minst bezwaarlijke wijze te zijn ingebouwd.
3.27 Werktuigbouwkundige installaties Vuilwater installatie Het installatieontwerp dient te voorzien in een vuilwater installatie bestaande uit een operationeel samenhangend geheel van vuilwaterpompen, vuilwater goten, vuilwaterputten en schrobputten. Uitgangspunt is dat de vuilwater goten door middel van een vuilwaterpomp en olie afscheider in overeenstemming met de voorschriften worden aangesloten op de riolering. Vuil water van parkeerlaag 1 mag niet terecht komen op parkeerlaag maaiveld.
Ventilatie Er dient te worden aangetoond dat de parkeergarage via natuurlijke ventilatie operationeel is en dat er geen mechanische ventilatie nodig is. De productie en afvoer van koolmonoxide is daarbij maatgevend.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 15/23
T14.11239
De berekeningswijze van de productie en verwaaiing dient te zijn gebaseerd op het aantal auto's dat gedurende een uur met draaiende motor in de garage aanwezig is: 15% bedraagt van het totaal aantal parkeerplaatsen per parkeerlaag. In dit geval betreft het circa 15 auto’s op de begane grond.
3.28 Aansluiting op het dynamisch parkeer verwijs systeem (PRIS) De gemeente verzorgt de aansluiting op het dynamisch parkeer verwijssysteem (PRIS). De kosten daarvoor zijn echter ten laste van het project parkeergarage Stationssingel.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 16/23
T14.11239
4
Bewegwijzering, markering en bebording Binnen de parkeergarage moet markering op de rijloper als volgt worden aangebracht: op maaiveld met witte elementen in de grijze bestrating op laag 1 in donkergrijze slijtvaste coating conform de RVV. De parkeervakken worden in zwarte klinkers of in zwarte coating aangegeven. RVV -borden in de parkeergarage moeten duidelijk zichtbaar zijn op 40 meter afstand, gezien vanuit de hoogte van een automobilist (ooghoogte ongeveer 1,20 m boven de vloer). De borden dienen zo te zijn opgehangen dat ze elkaar niet afdekken in zichtlijnen. De lettertypes dienen leesbaar te zijn op een afstand van minimaal 23 meter. De minimale vrije hoogte tussen vloer en bord dient 2,15 meter te zijn. Bewegwijzering voor voetgangers in de garage dient verlicht te zijn en afgestemd op de functies binnen de garage en de voetgangersbewegwijzering buiten de garage. Hierbij moet rekening worden gehouden met onbekende bezoekers: naamgeving moet eenvoudig en algemeen zijn: bij voorkeur verwijzen naar straatnamen in combinatie met pictogrammen. Alle (nood-)uitgangen dienen door middel van verlichte bordjes voor personen te vinden zijn. De veiligheidspictogrammen moeten zijn volgens de NEN 2443 en onderdeel zijn van de centrale noodverlichtingarmaturen met een verlichtingsduur van minimaal 2 uur. De eisen voor de traceerbaarheid van de parkeerplaatsen zijn conform de eisen van de Stadsregio Rotterdam. Dit betekent een aanduiding naar plaats, rij en parkeerlaag. Dit kan worden aangebrachtals markering per parkeerplek. Een ontwerp van de markering en bewegwijzering dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeente. De inrit van de garage moeten duidelijk herkenbaar zijn als openbare parkeergarage. Bij de inrit komt een verlicht gevelarmatuur/bord met nader te bepalen belettering van + 2 m2 boven de garage-ingang, evenals een hoogtebegrenzer met RVV bebording.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 17/23
T14.11239
5
Aandachtspunten Design & Construct Bij de nadere uitwerking van het Programma van Eisen tot voorontwerp, definitief ontwerp en bestek, moet aandacht worden besteed aan enige specifieke zaken. De hoofdentree voor voetgangers komt op maaiveld-niveau. De vormgeving en bereikbaarheid van deze entree moet in nauw overleg met de ontwerper van het openbaar gebied worden bepaald. De goedkeuring ligt bij de gemeente Lansingerland. Bij de nooduitgangen van de parkeergarage dient rekening gehouden te worden met voldoende uitloopruimte zodat bij calamiteiten. De lengte van de invoeg- en uitvoegstroken aansluitend op de in- en uitritten op het toekomstige Stationsplein moet nader worden uitgewerkt in overleg met de gemeente. De maatgevende factoren zijn: de verkeersintensiteit van het in- en uitrijdend verkeer van de parkeergarage tijdens de spitsuren, overige verkeersstromen, eventuele busroutes.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 18/23
T14.11239
6
Uitvoeringsaspecten Fundering Heiwerkzaamheden brengen een risico met zich mee voor bebouwing in de omgeving. Direct naast de locatie ligt een vuilwater persleiding van het Hoogheemraadschap van Delfland. Verder naar het oosten ligt de spoorbaan van Randstadrail. Zettingen zijn de mogelijke schadebeelden. Een zo geschikt mogelijk heisysteem is noodzakelijk. De keuze van het systeem dient door de bouwer onderbouwd te worden ten behoeve van de gebruiker/beheerder van de spoorbaan.
Stabiliteit tijdens het ontgraven Bij de bouw van de garage wordt er voor de fundering een sleuf gemaakt. Hierbij is her handhaven van de stabiliteit van de spoordijk een vereiste.
Verkeer tijdens bouw Voor de ontsluiting en bereikbaarheid tijdens de bouw zal de verkeersdoorstroming (o.a. forensen, busverkeer en school cruciaal zijn. Hiertoe zal bereikbaarheid van de Stationssingel en de veiligheid van de gebruikers gewaarborgd moeten worden. Uitgangspunt is de Stationssingel vrij te houden van bouwactiviteiten, behoudens die locaties waar de van de parkeergarage in het huidige openbaar gebied valt.
Sanering verontreinigde grond. Er zijn geen verontreinigingen bekend.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 19/23
T14.11239
7
Alternatieven parkeergarage Voor de realisatie van de parkeergarage is een referentieontwerp gemaakt. Binnen dit referentieontwerp is geen keuze gemaakt voor het type constructie en materiaal. Alternatieven zijn toegestaan, mits de projectgrenzen en de maximale hoogte worden gerespecteerd. De opdrachtgever zal op basis van de ingediende prijs besluiten of opdracht zal worden gegeven voor het referentieontwerp of het alternatief ontwerp.
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 20/23
T14.11239
8
Colofon Parkeergarage Stationssingel Westpolder-Bolwerk Programma van Eisen
Opdrachtgever: Gemeente Lansingerland Afdeling Projecten J. van der Linden Status: Concept 1.2
Auteur: Ir. L. Waasdorp
Gecontroleerd door: P. de Kock
Vrijgegeven door: P. de Kock
13 augustus 2014
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 21/23
T14.11239
9
BIJLAGEN: referentiebeelden
Dynamisch parkeer verwijssysteem
Bewegwijzering voor automobilisten (onverlicht)
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 22/23
T14.11239
Coating op de vloer Kleurgebruik voor de vloeren Minimalisering van kabels en leidingen
Brandveiligheidvoorzieningen
Programma van Eisen P&R Westpolder-Bolwerk
Pagina 23/23