Profielkeuze 4VWO 20162017
Inhoudsopgave Inleiding De Tweede Fase op Oscar Romero Keuzemogelijkheden en regels De profielen Vakbeschrijvingen gemeenschappelijk deel Vakbeschrijvingen profiel- en keuze-examenvakken Nadere vooropleidingseisen van VWO naar WO Nadere vooropleidingseisen van VWO naar HBO Overgangsnormen
Colofon Tabor College locatie Oscar Romero Tel.: 0229-285685
Bezoekadres:
Bouwsteen 1 1625 PD Hoorn
Postadres:
Postbus 363
1620 AJ Hoorn
Decaan VWO : Drs. F.C van Arenthals mail:
[email protected]
Januari 2016
1
2 4 5 7 12 20 34 40 47
Inleiding In de loop van de komende maanden moet je een belangrijke keuze maken, namelijk je profielkeuze. Door tijdens het mentoruur de opdrachten te maken van de methode Qompas leer je wat er allemaal komt kijken bij het maken van een goede keuze. Zo spelen bij je keuze jouw capaciteiten, interesses en wat je belangrijk vindt een rol. Aan de hand van deze brochure en de overzichten met de eisen die de vervolgopleidingen stellen (achterin deze brochure), kun je nagaan met welk profiel en welke vakken je welke opleidingen later kunt gaan volgen. Heel veel informatie over vervolgopleidingen en andere zaken die met de keuze te maken hebben, kun je overigens ook vinden in Qompas. Hoewel het natuurlijk belangrijk is dat je bij het maken van je profielkeuze rekening houdt met je interesses en gewenste vervolgopleiding, is het minstens zo belangrijk dat er rekening wordt gehouden met je capaciteiten en cijfers. Het is namelijk wel de bedoeling dat je het diploma behaalt. Daarom geven de vakdocenten half februari een duidelijk advies, waarin wordt aangegeven of zij het verantwoord vinden dat je hun vak in de bovenbouw gaat volgen. Uiterlijk 22 februari moet je zelf een voorlopige keuze hebben gemaakt en digitaal hebben ingevuld. Ook moet je deze keuze uitprinten en door één van je ouders/verzorgers laten ondertekenen. In maart vindt er een rapportvergadering plaats waarbij er naar aanleiding van jouw voorlopige keuze, de rapportcijfers, de uitslagen van een capaciteitentest én de adviezen van de vakdocenten een bespreking plaats vindt. Gelijk met je rapport krijg je dan een brief mee waarin de rapportvergadering een advies geeft over de door jou gemaakte profielkeuze. Dit advies kan tijdens de ouderavond met de mentor of de decaan besproken worden. Op 4 april dien je je definitieve profielkeuze (ook weer digitaal én via een ondertekend formulier) in te leveren. Indien je na deze datum nog een wijziging wilt aanbrengen in het gekozen vakkenpakket dien je een schriftelijk, door je ouders ondertekend, verzoek hiertoe in te dienen bij de decaan. De schoolleiding beslist, meestal pas aan het einde van het schooljaar, of deze pakketwijziging nog kan plaatsvinden. Tenslotte vindt er begin juli een eindrapportvergadering plaats waarbij de rapportvergadering beslist of je voor het gekozen profiel bevorderd kunt worden naar 4 vwo (of eventueel naar 4 havo). De overgangsnormen vind je achterin dit boekje. Bij het maken van je keuze, moet je er ook rekening mee houden dat de 2
manier van werken in de bovenbouw heel anders is dan je tot nu toe gewend bent. Je wordt veel meer aangesproken op je eigen verantwoordelijkheid. Je moet zelf goed plannen en vanaf het begin stevig aanpakken. Er zijn veel minder toetsen in de bovenbouw. Kleine overhoringen zijn er bijna niet. Die 1- en 2- toetsen vind je nu misschien vervelend, maar bedenk dat je in de Tweede Fase je cijfer meestal niet meer kunt ophalen met allerlei kleine werkjes. Je moet je cijfer echt via grotere toetsen, werkstukken en opdrachten samenstellen. Verder word je beoordeeld op de manier waarop je (door)werkt. Als je gewend bent om vooral te werken vlak voor toetsen, dan zul je je werkwijze ingrijpend moeten veranderen. Je zult goed moeten plannen en tussentijds het maak- en leerwerk, zelfs wanneer dat niet als huiswerk opgegeven wordt, goed moeten bijhouden. Ook zul je eraan moeten wennen dat veel onderdelen meteen al meetellen voor je examen en dat ook bepaalde activiteiten waar je geen cijfer voor krijgt toch gedaan moeten worden om naar een volgend leerjaar over te kunnen gaan. Het werk in de Tweede Fase is duidelijk zwaarder dan dat in klas 3. Besef dat goed bij de keuze waar je nu voor staat. (Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.)
3
De Tweede Fase op Oscar Romero In het kort volgt hieronder de werkwijze in de bovenbouw van het vwo. De decaan en een aantal van jullie docenten zullen jullie wellicht al het een en ander verteld hebben over de organisatie in de Tweede Fase. Hier vermelden we daarom alleen enkele hoofdzaken, voor jullie en voor jullie ouders. In de bovenbouw heb je een aantal gemeenschappelijke vakken en worden vakken geclusterd. Afhankelijk van de profiel- en vakkenkeuze worden van uur tot uur de lesgroepen anders samengesteld. We moeten dat doen om optimaal gebruik te kunnen maken van onze leerkrachten en van het gebouw. Dit clusteren is niet uniek voor Oscar Romero, het vindt plaats op vrijwel alle middelbare scholen in Nederland. Houd er rekening mee dat het over het algemeen niet mogelijk is om bij het maken van de roosters in de bovenbouw goed rekening te houden met jouw wensen met betrekking tot samenstellingen van de clusters en klassen. Naast de contacturen ben je op school nog voor enkele uren bezig. Het gaat hierbij om aanwezigheid in een mentoruur, werk in de mediatheek of studieruimte of tijd die je nodig hebt voor overleg met medeleerlingen voor opdrachten en projecten. Om een en ander goed te begeleiden krijg je in de Tweede Fase een persoonlijke mentor die regelmatig een studievoortganggesprek met je voert en je resultaten en ontwikkeling volgt. Het hele jaar door en in de hele bovenbouw wordt er gewerkt met studiewijzers via de elektronische leeromgeving. Er wordt van je verwacht dat je de studiewijzers gebruikt bij de planning van je werkzaamheden op school en thuis. Bij de meeste vakken heb je daar in de onderbouw al kennis mee gemaakt. Probeer het zelfstandig werken en plannen goed onder de knie te krijgen, want het is een belangrijk onderdeel van het werken in de Tweede Fase. Het laatste wat we hier willen vermelden is het feit dat er in de bovenbouw vier (cijfer)periodes zijn. Elke periode wordt afgesloten door een toetsweek, dat zijn er dus ook vier per jaar.
4
Keuzemogelijkheden en regels Nadat je in de brugklas een keuze had gemaakt voor een bepaalde afdeling, heb je in de tweede klas moeten kiezen welke moderne vreemde taal je wilde laten vallen. Nu je in de derde zit moet je niet alleen kiezen met welk profiel je verder wilt, maar ook welke vakken je daarbij opneemt. Je moet daarbij de volgende keuzes maken: - Ten eerste moet je in het gemeenschappelijk deel één taal kiezen uit de twee moderne vreemde talen waar je in klas 2 mee door bent gegaan. Je moet daar dus Frans, Duits of Spaans kiezen. Bij leerlingen met een dyslexieverklaring of leerlingen met een sterke exacte aanleg die al in de onderbouw structurele problemen hebben met de moderne vreemde talen, kan in voorkomende gevallen een ontheffing worden verleend. Er dient daarvoor in de plaats dan wel een ander volwaardig (keuze-)examenvak gekozen te worden. - Ten tweede dien je een keuze te maken uit de profielen CM, EM, NG of NT. - Ten derde moet je bij de profielen CM drie en bij EM, NG en NT twee profielkeuzevakken kiezen. - Ten vierde moet je één keuze-examenvak kiezen. Als je bij je eindrapport voor al je vakken gemiddeld minimaal 7.00 staat, kun je toestemming krijgen om ook een tweede keuze-examenvak (extra extra vak) te kiezen. Het kan echter niet gegarandeerd worden dat dit vak kan worden ingeroosterd. Indien dit niet kan, dan dient het vak buiten het rooster om gevolgd te worden. Let op: Houd er rekening mee dat de keuze van een bepaald keuzevak niet altijd gehonoreerd kan worden in verband met groepsgrootte en/of roosterbaarheid! Een profielkeuzevak of een keuze-examenvak mag alleen in klas 4 voor 1 december 2016 ingewisseld worden voor een ander vak, maar dat mag uitsluitend wanneer dat rooster-technisch en vakinhoudelijk mogelijk is. Opgelopen achterstanden zullen dan natuurlijk wel moeten worden ingehaald. Een verzoek daartoe moet schriftelijk én ondertekend door één van de ouders/verzorgers, worden ingediend bij de decaan. Alle leerlingen op het Oscar Romero kiezen bij de profielkeuzevakken één vak meer dan wettelijk vereist is. Dit extra vak is altijd een bij het profiel passend vak en versterkt jouw kansen op vervolgopleidingen waarbij selectie wordt toegepast. Daarnaast geeft het, afhankelijk van de 5
gemaakte keuzes, ook de mogelijkheid om de definitieve keuze voor vakken of profielen nog uit te stellen. Ook biedt het extra vak jou een grotere kans op het behalen van compensatiepunten waarmee eventuele onvoldoendes bij het examen kunnen worden gecompenseerd. Mocht je, ondanks jouw serieuze inzet, toch veel moeite hebben met één van de profielkeuzevakken of het keuze-examenvak, dan mag je - alleen aan het einde van klas 4 en 5 ! - bij de decaan een schriftelijk (en door ouders/verzorgers ondertekend) verzoek indienen om één van de profielkeuzevakken of het keuze-examenvak te laten vallen. De decaan controleert vervolgens allereerst of je het vak wel kunt laten vallen. Daarna nodigt hij jou, en eventueel ook je ouders/verzorgers, uit voor een gesprek waarin in ieder geval je motivatie en je keuze voor vervolgopleidingen zal worden besproken. Naar aanleiding van dit gesprek brengt de decaan een advies uit aan de conrector. Deze neemt uiteindelijk de beslissing of je het vak mag laten vallen.
6
De Profielen Het vakkenpakket van een leerling bestaat uit twee delen: - Het gemeenschappelijk deel dat voor iedereen verplicht is en waar binnen je één moderne vreemde taal (MVT) kiest. - Het profieldeel. De leerling maakt een keuze voor een profiel en maakt een keuze uit een aantal bij dat profiel horende vakken.
Gemeenschappelijk deel Atheneum Nederlands Engels MVT: Keuze uit: Duits, Frans of Spaans Culturele Kunstzinnige Vorming (CKV) Lichamelijke Opvoeding (LO) Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) Maatschappijleer Profielwerkstuk (PWS) Rekenen Wetenschapsoriëntatie (WO)
7
Profieldeel Cultuur en Maatschappij (CM) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A/C (Keuze maken tussen wiskunde A en C in 4 vwo) Geschiedenis Profielkeuzevakken: Kies drie vakken uit de vier volgende mogelijkheden: Aardrijkskunde Economie Kunst: Beeldende Vorming* of Muziek* MVT: Duits of Frans of Spaans Keuze-examenvak Kies tenslotte nog één vak: Aardrijkskunde Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) Duits Economie Frans Kunst: Beeldende Vorming* of Muziek* Spaans *
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
8
Profieldeel Economie en Maatschappij (EM) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A Economie Geschiedenis Profielkeuzevakken: Kies twee vakken uit de drie volgende mogelijkheden: Aardrijkskunde Management & Organisatie (M&O) MVT: Duits of Frans of Spaans Keuze-examenvak Kies tenslotte nog één vak: Aardrijkskunde Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) Duits Frans Informatica Kunst: Beeldende Vorming* of Muziek* Management & Organisatie (M&O) Spaans *
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
9
Profieldeel Natuur en Gezondheid (NG) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A of B Biologie Scheikunde Profielkeuzevakken: Kies twee vakken uit de drie volgende mogelijkheden: Aardrijkskunde Natuurkunde Natuur, Leven en Technologie (NLT) Keuze-examenvak: Kies tenslotte nog één vak: Aardrijkskunde Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) Duits Economie Frans Informatica Kunst: Beeldende Vorming* of Muziek* Management & Organisatie (M&O) Natuurkunde Natuur, Leven en Technologie (NLT) Spaans *
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
10
Profieldeel Natuur en Techniek (NT) Verplichte Profielvakken: Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde Profielkeuzevakken: Kies twee vakken uit de drie volgende mogelijkheden: Biologie Informatica Natuur, Leven en Technologie (NLT) Keuze-examenvak: Kies tenslotte nog één vak: Biologie Duits Economie Frans Informatica Kunst: Beeldende Vorming* of Muziek* Management & Organisatie (M&O) Natuur, Leven en Technologie (NLT) Spaans *
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
11
Vakbeschrijvingen Gemeenschappelijk Deel Nederlands
CE (Centraal Examen)
Wat kun je van het vak verwachten? In de vierde, vijfde en zesde klas houd je je bezig met drie onderdelen: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. Alle drie de onderdelen worden in schoolonderzoeken getoetst. Bij leesvaardigheid besteed je aandacht aan de inhoud en de opbouw van verschillende soorten teksten en aan de door de schrijver gebruikte (wijze van) argumenteren. Je leert van grote teksten ook samenvattingen te maken. Bij schrijfvaardigheid komen allerlei schrijfopdrachten aan bod: brieven, uiteenzettingen, beschouwingen en betogen. Uiteraard spelen hierbij ook de onderdelen idioom, stijl en spelling een rol. Voor het onderdeel spreekvaardigheid houd je in de vierde klas enkele voordrachtjes, neem je in de vijfde deel aan een debat/discussie en wordt je in klas 6 voorbereid op de presentatie van je profielwerkstuk. Daarnaast houd je je bezig met de Nederlandse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur.
Engels
CE
Bij het vak Engels krijg je te maken met de volgende onderdelen: a. Leesvaardigheid: ervaring opdoen met extensief lezen, samenvatten van teksten en informatie verwerven m.b.v. ICT. b. Luistervaardigheid: ervaring opdoen met extensief luisteren en het maken van aantekeningen bij een tekst. c. Gespreksvaardigheid: de taal in communicatieve situaties gebruiken en een presentatie in het Engels houden. d. Schrijfvaardigheid: Engels gebruiken in het kader van correspondentie – m.b.v. telecommunicatie – en van verslaggeving. e. Oriëntatie op studie en beroep: informatie inwinnen over vervolgopleidingen en beroepen waarvoor Engels relevant is en/of een specifieke rol speelt. Daarnaast houd je je bezig met de Engelse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur.
12
Duits
CE
In de bovenbouw zal Duits net als in de derde klas als IBOOK op je IPAD aangeboden worden met veel oefenmogelijkheden. Duits zal opgebouwd zijn uit vier vaardigheden: Spreekvaardigheid: in de bovenbouw ga je verder werken aan je woordenschat en je spreekvaardigheid. In iedere periode leer je hoe je moet praten over leuke onderwerpen als bijvoorbeeld muzikale smaak, vrije tijd, geld en uitgaan, liefde etc. Je kunt dan je mening over deze en andere onderwerpen in het Duits uitdrukken en je leert natuurlijk ook de woordenschat die daarbij hoort (ja, veel en regelmatig woorden leren hoort bij een taal). Uiteindelijk zal dan op het mondeling blijken, dat je al lekker Duits kunt praten. Dit wordt getoetst met o.a. voorleestekstjes, idioomzinnetjes, een dialoog met je docent en een vrij spreekbeurtje. In 6V moet je over een zelf gekozen onderwerp kunnen praten, nadat je dat onderwerp gedurende een heel jaar uitgewerkt hebt. Luistervaardigheid: net als in de derde klas ga je heel veel kijkluisteren. Met de beamer halen we het echte Duitsland via het internet het klaslokaal binnen en op je IPAD kun je veel oefenen. Dit gaat via samenvatten en het beantwoorden van mc-vragen tot open vragen over wat je te horen krijgt. Er vinden kleinere toetsen plaats en ieder jaar ook de grote CITO-toets. Schrijfvaardigheid: in de derde klas heb je al aardig wat ervaring met schrijven opgedaan. Ook dit wordt verder uitgebreid (maar wel altijd met een opzoekgrammatica). Je gaat je voorbereiden op kleinere schrijftoetsen en ieder jaar een grote schrijftoets: een persoonlijke brief (aan een vriend / vriendin) in 4V, een officiële brief (reservering, sollicitatie) in 5V en een opstel over een door jou zelf gekozen onderwerp in 6V. Leesvaardigheid: in de bovenbouw wordt deze vaardigheid regelmatig geoefend, waarbij we werken met o.a. internetopdrachten en oefenexamens. Deze oefening moet dan leiden tot een mooi tekstcijfer op je CE. Daarnaast houd je je bezig met de Duitse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur. Het leren van woorden is net als bij iedere taal een zeer belangrijk onderdeel. Dat moet dan ook regelmatig in kleine porties gebeuren. De woordenschat wordt op onze website en in WRTS aangeboden. Kijk alvast eens op onze eigen website: http://webserver1.tabor.nl/oscarromero/vakken/Duits/Oefeningen/Oefening.htm
13
Frans
CE
In leerjaar 1, 2 en 3 werken we met de methode Carte Orange. Alle vaardigheden komen aan bod: spreken, luisteren/kijken, schrijven en lezen. Deze geleerde vaardigheden worden in klas 4, 5 en 6 toegepast en uitgebreid. De nadruk komt te liggen op creatief en actief taalgebruik. De lessen worden zoveel mogelijk in het Frans gegeven, zodat de Franse taal heel vertrouwd wordt. Zo leer je spelenderwijs het Frans te begrijpen en te gebruiken. Met het onderdeel spreken gaan we leren hoe je een gesprek in het Frans kunt voeren over jezelf. Je gaat leren om onder andere je gezinssituatie , je hobby’s en vakantie ervaringen te beschrijven, maar ook om je mening over zaken te verwoorden. Verder gaan we presentaties houden over maatschappelijke en culturele aspecten van Frankrijk om zo kennis te maken met het land en zijn gebruiken. Met onze bovenbouwmethode Libre Service gaan we luisteren en kijken naar radio-, tv- en filmfragmenten en chansons. Daarnaast zullen we ook werken met Cito luistermateriaal om te trainen voor luistertoetsen. Voor schrijven leer je persoonlijke en zakelijke brieven te schrijven, waarbij de grammatica toegepast moet worden. Daarvoor zul je pittige grammatica moeten leren. Een heel belangrijk onderdeel van taal is lezen. Dit onderdeel wordt namelijk in het examenjaar centraal getoetst bij het Centraal Schriftelijk Eindexamen. We trainen de leesvaardigheid door kennis te maken met diverse soorten teksten, waardoor je gaat leren teksten te analyseren en te begrijpen. Zo gaan we in de les korte verhalen,literaire fragmenten en boeken bestuderen en ook kennis maken met een aantal stromingen uit de Franse literatuur. Daarnaast ga je zelfstandig lezen. Je kennis, inzicht en je eigen mening zullen worden getoetst. Elke week gaan we examenteksten maken en dus ook veel woorden leren en leesstrategieën leren en toepassen. Reken dus wel op huiswerk! Ten slotte kun je in de vierde klas deelnemen aan onze jaarlijkse culturele schoolreis naar Parijs om het geleerde in de praktijk te brengen en de Franse geschiedenis en cultuur aan den lijve te ervaren.
14
Spaans
CE
Als je Spaans (de tweede handelstaal!) kiest, zul je worden getraind in de volgende vaardigheden: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Daarnaast zul je kennis maken met de rijke cultuur en literatuur en literatuurgeschiedenis van Spanje en Spaans-Amerika. Net als in de onderbouw gaan we verder met onze methode GENTE JOVEN NIEUW in combinatie met een door ons zelf gemaakt IBOOK voor op de IPAD. In de Spaanse lessen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij jullie interesse en de lessen worden op een activerende manier gegeven. Net als bij alle talen zul je ook regelmatig woorden moeten leren. We gaan natuurlijk met de 4 taalvaardigheden aan de slag: Spreekvaardigheid - Schrijfvaardigheid - Kijk-Luistervaardigheid Leesvaardigheid. Deze laatste vaardigheid is zelfs 50% van je eindcijfer bij alle talen. Daarom zullen we daarvoor ook bij Spaans veel oefenen. De laatste jaren is het CSE-cijfer Leesvaardigheid op Oscar een van de hoogste in Nederland. Daar zijn we natuurlijk trots op. Je zult Spaans veel in de praktijk oefenen in de lessen, tijdens presentaties die je houdt in de klas en als examinator in het Taaldorp dat op Oscar Romero georganiseerd wordt en misschien wel tijdens een door school georganiseerde reis naar Spanje!
15
CKV
Alleen SE
CKV staat voor Cultuur en Kunstzinnige Vorming. In dit vak maak je kennis met de verschillende kunstuitingen en de verschillende kunstdisciplines: beeldende kunst, fotografie, architectuur, videokunst, film, drama, muziek, dans en literatuur. De eigen ervaringen van leerlingen staan in CKV centraal. Het vak CKV bestaat uit vier domeinen: Domein A: je moet aan tenminste 10 culturele activiteiten hebben deelgenomen. De culturele activiteiten dienen gespreid te zijn over verschillende kunstdisciplines. Domein B: aan de hand van een aantal thema’s ga je relaties ontdekken tussen en meer zicht krijgen op de historische achtergrond en de ontwikkelingen van de verschillende kunstdisciplines. Domein C: je hebt individueel of in groepjes, actief deelgenomen aan praktische activiteiten, gericht op het maken van een eigen werkstuk of productie binnen één of meer kunstdisciplines. Domein D: je stelt een kunstdossier samen, waarin je in woord, beeld en/of geluid verslag doet van de culturele activiteiten (domein A), de behandelde thema’s, opdrachten uit domein B en het resultaat en de uitwerkingen van de praktische opdrachten (domein C). Aan de hand van de geleerde begrippen en de opgedane ervaringen leer je bij het ontwikkelen van het kunstdossier nadenken over de gemaakte keuzes en opdrachten. In de vorm van een eindgesprek, een presentatie of een eindverslag wordt het kunstdossier afgesloten. Tenslotte moet je voor het vak CKV gebruik weten te maken van de verschillende toepassingsmogelijkheden van ICT.
16
Lichamelijke Opvoeding
Alleen SE
We gaan verder waar we in de onderbouw zijn gebleven waarbij we aandacht hebben voor een aantal nieuwe sporten. Het onderdeel bewegen bestaat uit: · spel (voetbal, frisbee, American Football, softball, volleyball, basketball, ….) · dans (komen tot je eigen thema dans) · turnen (o.a. trampoline springen) · atletiek (conditionele aspecten en speerwerpen) · zelfverdediging (judo en wellicht boksen) Daarnaast zijn er nog drie andere onderdelen: bewegen & regelen (observeren & beoordelen van …, analyseren van …, hulpverlenen, organiseren) bewegen & gezondheid bewegen & samenleving (keuzes leren maken, aandacht voor maatschappelijke en ethische aspecten van sport en bewegen) Kortom veel bewegen en plezier in sport beleven.
Loopbaanoriëntatie
Alleen SE
Wanneer je eenmaal met het door jou gekozen profiel in de 4e klas zit, is het nodig dat je je verder gaat oriënteren op de vervolgopleidingen. Dat is een doorlopend proces, waarin je iedere keer weer bij je zelf moet nagaan: waar ben ik goed in, wat vind ik leuk en belangrijk en wat past het best bij mij? Dat is moeilijk, maar ook een uitdaging, het gaat immers om je toekomst. Binnen het Gemeenschappelijk Deel is er voldoende tijd ingeruimd voor deze Loopbaanoriëntatie (LOB). Het is de bedoeling dat je die tijd gebruikt om naar “open dagen” te gaan of op de computer en via internet op zoek gaat naar informatie over vervolgopleidingen. Verder kun je nog denken aan meeloopdagen, proefstuderen, masterclasses, aansluitingsprojecten vwo- wetenschappelijk onderwijs, een stagedag etc.. Van alles wat je onderneemt, in het kader van het zoeken van een goede vervolgopleiding en mogelijk beroep, moet je verslag doen in de keuzemethode Qompas. Aan de hand van Qompas kan je laten zien aan je decaan en mentor wat je hebt ondernomen en eventueel overleggen wat je nog meer kan doen.
17
Maatschappijleer
Alleen SE
Het vak Maatschappijleer wil je helpen meer grip te krijgen op de samenleving. De doelstelling van het vak kan dan ook als volgt omschreven worden: je moet in staat zijn om – zelfstandig en met anderen – problemen in de samenleving vanuit verschillende kanten te benaderen en te bekijken. Je moet je op grond van deze studie een goed beargumenteerde mening vormen, zodat je kunt bepalen wat jouw houding zal zijn. Veel zaken in onze maatschappij zijn goed geregeld. Als je wilt meepraten over wat er met jou en in de wereld om je heen moet gebeuren, moet je wel weten waar een discussie om gaat. Omdat er over maatschappelijke onderwerpen veel informatie te verzamelen is, moet je een selectie maken. Niet alle informatie is nu eenmaal belangrijk. Onderwerpen die besproken worden zijn: Vaardigheden en benaderingswijzen Rechtsstaat Parlementaire Democratie Pluriforme Samenleving Verzorgingsstaat Voor het vak Maatschappijleer krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je Combinatiecijfer.
Profielwerkstuk
Alleen SE
Het Profielwerkstuk (PWS) is een soort bekroning van datgene wat je hebt geleerd aan kennis en (onderzoeks)vaardigheden binnen het door jou gekozen profiel. Bij het PWS werk je meestal samen met twee leerlingen aan een onderzoek op het gebied van één of twee “grotere” vakken welke horen bij het gekozen vakkenpakket. Voor het Profielwerkstuk krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je Combinatiecijfer.
18
Rekenen
Alleen SE
In het dagelijks leven is kunnen rekenen erg belangrijk. Je hebt het bijvoorbeeld nodig om uit te rekenen wat een zorgverzekering of telefoonabonnement kost of hoeveel geld je later van je salaris overhoudt als je vaste lasten betaald zijn. Een aantal jaren terug klaagden vervolgopleidingen en werkgevers over het rekenniveau van leerlingen. Daarom wordt ook nu op deze school extra aandacht besteed aan goed rekenonderwijs en bereiden we je goed voor op de verplichte rekentoets. Iedere leerling krijgt vier pogingen om de rekentoets te halen. Het cijfer voor rekenen komt op de cijferlijst te staan en telt mee bij het examen.
Wetenschapsoriëntatie Alleen SE Het vak wetenschapsoriëntatie bouwt voort op wat je al in de onderbouw geleerd hebt over wetenschap en het doen van onderzoek. Je werkt er, individueel of in groepen, grotendeels zelfstandig aan praktische oefeningen en opdrachten over interessante, vaak zelfgekozen, thema’s en onderwerpen. Wetenschapsoriëntatie in de bovenbouw bereid je via vijf ontwikkelingslijnen vooral voor op het vervolgonderwijs op hogescholen en universiteiten én op het maken en presenteren van het Profielwerkstuk. Deze 5 ontwikkelingslijnen zijn: - Het ontwikkelen van een nieuwsgierige en wetenschappelijke houding. - Het uitvoeren van een onderzoek volgens een vast stappenplan en het toepassen van de juiste methoden en technieken van onderzoek . - Het ontwikkelen van vaardigheden behorend bij wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hierbij om het zelfstandig voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een onderzoeksproject en het samenwerken met anderen in multidisciplinaire projecten. - De ontwikkeling van de basisbeginselen van wetenschappelijk schrijven. Je leert hierbij hoe je een schriftelijk verslag moet maken en welke wetenschappelijke regels je daarbij moet toepassen. - De ontwikkeling van presentatievaardigheden (verbaal en nonverbaal)
19
Vakbeschrijvingen Profiel- en keuze-examenvakken Aardrijkskunde CE Aardrijkskunde is een vak waar je leert op welke manier de natuur en de mens de inrichting van de ruimte in Nederland en het verre buitenland beïnvloeden. Aardrijkskunde kun je zien als een vak dat een grote bijdrage levert aan je algemene ontwikkeling en je een goede basis geeft voor heel veel verschillende studierichtingen. Met dit vak leer je de achtergronden van berichten uit de krant en van de televisie over bijv. asielzoekers, uitbreiding van Schiphol, wateroverlast en aardbevingen beter te begrijpen. Je leert over de natuurlijke omstandigheden op aarde en over de mensen die de aarde bewonen. Er komen vele verschillende onderwerpen aan de orde, zoals: -
Zuidoost Azië, hierin komen de economische ontwikkeling, natuurlijke gevaren en culturele en etnische verschillen aan de orde.
-
Leefomgeving, hierbij komen overstromingen, vrijetijdsbesteding en recreatie en de Europese Unie aan de orde.
-
De Aarde, binnen dit onderdeel wordt aandacht besteed aan aardbevingen, klimaten en klimaatsveranderingen
-
De Wereld, hierbij gaat het onder andere over het voedselvraagstuk.
-
Onderzoek in je eigen omgeving, bij dit onderdeel ga je alleen of met een groepje een klein onderzoek verrichten in je eigen woon- of leefomgeving (een onderzoek naar recreatiemogelijkheden, winkelvoorzieningen, veiliger verkeersroutes, tevredenheid over woonwijken etc.).
20
Biologie
CE
Het vak Biologie geeft je kennis over en inzicht in bepaalde onderdelen van de biologie, zoals die hieronder zijn weergegeven. De onderwerpen zijn zo gekozen dat met de opgedane kennis je in de praktijk van alledag goed toegerust bent om over belangrijke biologische zaken mee te denken en te praten. De opgedane kennis kun je dan o.a. toepassen in je dagelijks leven. Die toepassingen kunnen liggen op het gebied van gezondheid, natuur en milieu, voedsel en voedselproductie en techniek. Vaardigheden nemen een belangrijke plaats in binnen het Biologieonderwijs: vaardigheden zoals onderzoeksvaardigheden (het doen van experimenten), ontwerpvaardigheden en omgaan met informatietechnologie. De volgende onderwerpen komen ter sprake: - Ecologie (relaties tussen mens, dier en plant in hun omgeving) - Ordening (van organismen in een bepaald systeem) - Celleer (de bouw van cellen, de onderdelen en hun functies) - Genetica (hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven?) - Voortplanting bij de mens - De mens (bouw en functie van organen worden bestudeerd) - Het afweersysteem van de mens - Ethologie (bestuderen van het gedrag van dieren en mensen) - Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde) - Regeling (wat is de werking van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?) - Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde) - Stofwisseling (de productie en afbraak van stoffen in planten en mensen)
21
BSM
alleen SE
Bewegen, Sport en Maatschappij als examenvak: bedoeld voor alle leerlingen die belangstelling hebben voor LO (gewoon omdat je het leuk vindt of omdat je het voor je vervolgopleiding kunt gebruiken). Het is de bedoeling veel met en voor mensen te organiseren, zoals het begeleiden van sportdagen en leiding geven bij andere evenementen. Het examencijfer wordt opgebouwd uit: Schriftelijke en mondelinge toetsen over: samenleving en bewegingscultuur bewegen en gezondheid fitheid testen en trainen sportblessures Praktische opdrachten m.b.t.: Bewegen (spel-turnen-bewegen en muziekatletiek-judo) Bewegen en regelen (bijv. fluiten, helpen bij werkdagen van sportlijnleerlingen en atletiekdag klas 1 en 2) Trainingsschema’s maken Bovendien zullen we tijdens de lessen ook af en toe buiten de school actief zijn (bijv. op kamp gaan, squashen/tennis, fitness)
22
Economie
CE
Bij het vak Economie maak je kennis met veel begrippen die je elke dag in de krant kunt lezen, op de tv hoort, beluistert in gesprekken tussen bijvoorbeeld je ouders of die je later tegen kunt komen op je werk en bij veel gebeurtenissen in het dagelijkse leven. Er is een groot verschil met Economie in de onderbouw. Er wordt meer inzicht van je verwacht. Je moet bijvoorbeeld kunnen uitleggen waarom een bepaalde soort werkloosheid ontstaat, waarom de koers van de dollar stijgt, waarom inflatie ontstaat enz.. Een aantal onderwerpen die we in de lessen Economie behandelen zijn: oorzaken van werkloosheid, produceren, de koersen van de dollar en de euro, de relatie van Nederland met Europa, belastingen, verzekeringen, sparen voor later, de ontwikkeling van de economie en waarom dit soms niet zo goed gaat, wat doen banken precies en wat doen ze eigenlijk niet, de ontwikkeling van de prijzen en wat voor gevolg dit heeft voor je koopkracht enz.. Je krijgt niet alleen meer theorie dan in de derde klas, maar ook inzicht, rekenen en een stukje Wiskunde spelen een rol.
23
Geschiedenis CE Bij het vak Geschiedenis ontwikkel je niet alleen inzicht in het verleden, maar leer je ook actuele gebeurtenissen te begrijpen en op waarde te schatten. Behalve dat het vak bijdraagt aan je algemene ontwikkeling, is Geschiedenis ook nuttig en zinvol omdat het je leert kritisch om te gaan met informatie en een goed beargumenteerde mening te formuleren. Dat zijn vaardigheden die goed van pas komen bij alle vervolgopleidingen, maar zeker als je kiest voor een verdere opleiding in bijvoorbeeld de journalistiek, rechten, economie, communicatie of media. In de bovenbouw draait het bij Geschiedenis vooral om algemene kennis, de zogenaamde "oriëntatiekennis". Er zal uiteindelijk worden getoetst of je voldoende algemene kennis hebt over de geschiedenis van met name de Westerse wereld. Deze geschiedenis is verdeeld in tien tijdvakken. Er wordt niet alleen van je verwacht dat je de 'kenmerkende aspecten' van elk tijdvak kent en herkent in teksten en bronnen, maar we verwachten bijvoorbeeld ook dat je verschillen en overeenkomsten tussen tijdvakken kunt aangeven. Om je dit te leren, werk je de hele bovenbouw met tijdvakdossiers waarmee je een handig overzicht krijgt van de kenmerkende aspecten én de belangrijkste gebeurtenissen en begrippen. De tien tijdvakken zijn: 1. tijd van jagers en boeren ( tot 3000 voor Christus) 2. tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr.-500 n. Chr.) 3. tijd van monniken en ridders (500-1000) 4. tijd van steden en staten (1000-1500) 5. tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) 6. tijd van regenten en vorsten (1600-1700) 7. tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) 8. tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) 9. tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) 10 tijd van televisie en computer (vanaf 1950) Daarnaast worden er door de jaren heen vijf door de school gekozen, tijdvak-overstijgende, thema's behandeld. Er wordt van uitgegaan dat bij de behandeling van deze thema's verbanden worden gelegd met de kenmerkende aspecten van de tijdvakken. Aan sommige thema’s zijn ook excursies verbonden. Zo bezoeken we in het kader van het thema de Republiek en de Gouden Eeuw diverse bezienswaardigheden in Hoorn en vindt er rond het thema de Eerste Wereldoorlog een (tweedaagse) excursie plaats naar de Belgische stad Ieper. Andere thema’s zijn de zogenaamde Historische Contexten: de Verlichting, Duitsland (1870-1945) en de Koude Oorlog.
24
Informatica Alleen SE Informatica in de Tweede Fase kan niet meer vergeleken worden met hetgeen in de onderbouw gedaan is bij informatiekunde. Wat kun je verwachten? Ten eerste is het belangrijk dat je het leuk vindt om met een computer te werken. Onze methode is web-based, dat wil zeggen dat we geen boeken meer hebben maar werken met een website. De informaticalessen bieden een doorsnee van wat er op vervolgopleidingen aan studies wordt aangeboden. Het heeft leerlingen in het verleden geholpen hun keuze te bepalen of om juist van een vervolgstudie af te zien omdat zij daar een ander beeld van hadden. De onderwerpen bij informatica zijn heel divers. Techneuten vinden interessante onderwerpen, maar ook steeds meer op taal georiënteerde leerlingen komen aan hun trekken. ICT is ondertussen zo met ons leven vergroeid dat het ook binnen andere, niet-ICT opleidingen delen van de informaticalessen langs komen. Informatica is zeker geen vak alleen voor jongens. In de geschiedenis waren het juist eerst de vrouwen die het best met de apparaten om konden gaan. Informatica is bepaald geen nerd-vak. Dat betekent dus dat als je goed bent in spelletjes, het bepaald niet zeker is dat je goed in Informatica bent. Tijdens de lessen is er ook regelmatig aandacht voor de andere kant van ICT en leer je kritisch beslissingen nemen over gebruik van al datgene dat tegenwoordig wordt aangeboden. Een korte samenvatting van de onderwerpen: • Informatie. Wat is het, hoe moeten we er mee omgaan, hoe bied ik informatie aan (websites)? • Hardware. Waaruit bestaan apparaten en welke taak hebben die onderdelen? • Programmeren. We leren op meerdere manieren hoe je een computer opdrachten kan laten uitvoeren. • Informatiesystemen. Hoe zet je die op, hoe kunnen apparaten jou helpen bij zoeken naar informatie? • Samenwerken. Je moet met klasgenoten presenteren en een project uitvoeren. Het zal waarschijnlijk niet zo zijn dat alle onderwerpen je evenveel aanspreken, daarvoor is informatica een veel te breed vak. Toch valt er voor iedereen wel iets te halen dat in vervolgopleidingen of een later beroep gebruikt kan worden. Voor sommige onderdelen is het handig dat je wat wiskunde-achtergrond hebt, maar andere ontwerpen vragen meer van je creatieve kanten. Het examencijfer van Informatica wordt opgebouwd uit de resultaten die je haalt bij de toetsen (SE), er is geen centraal schriftelijk (CE). Omdat het cijfer via de mix wordt opgebouwd, heeft iedere normaal werkende leerling een goede kans het vak voldoende af te sluiten.
25
Kunst: Beeldende Vorming Kunst: Muziek
of CE
Het vak Kunst bestaat uit de volgende onderdelen: A B
Kunst Algemeen Beeldende Vorming of Muziek
A
Kunst Algemeen kun je het beste omschrijven als kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis. Je leert over achtergronden van de wereld waarin wij leven, onze cultuur. Hoe kunstenaars hun visie op die cultuur uitwerken. Alle kunstdisciplines komen aan bod: architectuur, beeldhouwen, schilderen, fotografie, film, muziek, dans en theater. Je moet termen en begrippen die met kunst te maken hebben kunnen hanteren, kunstwerken herkennen en stijlkenmerken benoemen. In de les zullen we veel kijken en luisteren. Daarnaast moet je opdrachten maken n.a.v. bronnenmateriaal. Zowel museumbezoek als voorstellingen van onder andere dans, muziek en theater behoren tot het programma. Kunst Algemeen wordt afgesloten met een schoolexamen en centraal examen.
B1. Kunst: Beeldende Vorming Bij Beeldende Vorming krijg je de kans je creatief te uiten. Het praktisch bezig staat centraal. Je leert met verschillende materialen en technieken om te gaan en jou ideeën te vertalen naar zowel twee als driedimensionaal werk. De invalshoeken van de opdrachten bestaan uit het werken: naar de waarneming vanuit thema’s ( bijvoorbeeld ‘mythen”) een toegepaste functie ( affiche, cd-hoes) vanuit de fantasie Bij al deze opdrachten begin je met een onderzoek. Het gaat hierbij om het gebruik van de beeldaspecten, compositie, vorm, kleur, licht en ruimte, en daarnaast materiaal en techniek in relatie tot de inhoud. Het ontwikkelen en onderzoeken van het eigen werk/stijl wordt gestimuleerd en ondersteund door kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing.
26
B2. Kunst: Muziek In de eerste plaats staat samen muziek maken in de lessen centraal. Wanneer je, naast het muziek maken in de muzieklessen, verder nog nooit een instrument hebt bespeeld, begin je met éénvoudige muziekstukken op een instrument naar keuze. We spelen veel eigentijdse (pop)muziek. Speel je zelf al een instrument dan speel je ook op jouw niveau. Ook heb je de mogelijkheden om andere instrumenten te leren bespelen. Daarnaast doe je kennis op van de muziekgeschiedenis en muziektheorie. Uiteindelijk leer je dit alles te presenteren. Leerlingen die naar het conservatorium willen, begeleiden we graag in de les en daarbuiten. Vanuit de vaktheorie werken we met de volgende domeinen: 1. Waarnemen en weten: herkennen en benoemen naar aanleiding van luistervoorbeelden. 2. Onderzoeken van muziekstukken uit de verschillende stijlperiodes. 3. Muziek en cultuur: muziekstukken ordenen in tijd, plaats en muziekstijl. Het geheel wordt tijdens de lessen en aan het einde van het schooljaar aan elkaar gepresenteerd. Elke leerling wordt vervolgens beoordeeld op de persoonlijke ontwikkeling.
27
Management & Organisatie
CE
Bij het vak Management & Organisatie behandelen we diverse bedrijfseconomische onderwerpen zoals management, financiering, marketing, financieel beleid en financiële verslaggeving. Daarnaast behandelen we enkele financiële onderwerpen waar bijna iedereen mee te maken krijgt: hypotheken, inkomstenbelasting en beleggen. De theorie die je leert, pas je toe in opdrachten waarbij met name rekenvaardigheid van belang is. Vecon Business School Sinds kort zijn wij de enige gecertificeerde “Vecon Business School” van Hoorn. We hebben ondernemerschap en ondernemende vaardigheden namelijk een prominente plaats gegeven in de vorm van diverse modules. Zo speel je onder andere met een groepje een business-game en maak je in samenwerking met Hogeschool In Holland in groepsvorm een ondernemingsplan. Tevens krijgen jullie op het gebied van financieel ondernemerschap een verdiepingsmodule Elementair Boekhouden aangeboden. Deze theorie helpt je om meer inzicht en controle te krijgen over de cijfers van een onderneming. Na deze module kan je zelfs een extra erkend staatsdiploma halen voor het vak Elementair Boekhouden. Daarnaast krijg je, als je alle praktische onderdelen hebt afgerond, een Vecon Business School Certificaat uitgereikt. Zowel het diploma Elementair Boekhouden en het VBScertificaat zijn aansprekende extra’s voor op je CV. Kortom, M&O is een vak dat je een uitstekende basis biedt voor een financiële vervolgopleiding maar daarnaast is het ook een praktisch, relevant en interessant algemeen vormend vak.
28
Natuurkunde
CE
In de Natuurkunde onderzoekt men hoe de natuur (in de ruimste zin) in elkaar zit. Met de manier waarop natuurkundigen dit doen (met behulp van de natuurwetenschappelijke methode) heb je al een beetje kennis gemaakt. Je weet nu dat waarnemingen (metingen) aan experimenten en verwerking daarvan (tabellen, grafieken !) een belangrijke plaats innemen. Dit is immers de beste manier om erachter te komen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt ! Je leert een aantal vaardigheden te beheersen, zoals: - zowel mondeling als schriftelijk iets duidelijk kunnen overbrengen - wiskundige berekeningen uitvoeren - informatie verzamelen en selecteren - bepaalde apparaten bedienen - een simpel ontwerp maken - onderzoek doen - aangeven waar verbanden liggen tussen Natuurkunde en de maatschappij Je leert iets van de natuurkundige onderwerpen: - Elektrische processen (schakelingen, fysische informatica, magnetisme, transformator, enz.) - Mechanica (krachten, energie, impuls, botsing, bewegingen enz.) - Warmteleer (gassen, vloeistoffen, warmtetransport, energieomzetting) - Golven en straling (trillingen, geluid, licht, elektromagnetisch spectrum, radioactiviteit enz.) - Moderne fysica (atoomfysica, kernfysica, astrofysica) - Relativiteitstheorie (lengtekrimp, tijddilatie, massa- en impulstoename) - Quantummechanica (deeltje-golf dualiteit, Heisenberg onzekerheid, deeltje in doosje en is de kat nu dood of leeft hij nog?)
29
NLT
alleen SE
Natuur, Leven en Technologie (NLT) is een interdisciplinair Bètavak: een vakoverstijgend vak dat samenhang laat zien tussen de bètavakken Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Geografische Aardrijkskunde en Wiskunde. NLT een vak is een goede voorbereiding voor een studie in het hoger onderwijs op het gebied van wetenschap en technologie. Bij NLT staat de verdieping van de bèta centraal. Bij NLT wordt dieper ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap en technologie. Tevens zal bij NLT onderzoek doen en ontwerpen centraal staan. De lessen moeten een duidelijk beeld gaan geven wat een vervolgopleiding op de universiteit die zich bezighoudt met onderzoek en ontwikkeling, inhoudt. Voorbeelden van dit soort opleidingen zijn biomedische technologie, elektrotechniek, geneeskunde, chemische technologie, natuurkunde, wiskunde, informatica, geologie etc. Het vak zal modulair worden gegeven, dat wil zeggen dat elke periode een ander onderwerp centraal staat. Er wordt dus niet gewerkt uit een leerboek. In de lessen zal praktijk centraal staan. Enkele voorbeelden van modules zijn: Dynamisch modelleren: m.b.v. computermodellen simuleren en analyseren van complexe situaties in natuurwetenschap en techniek. Forensisch onderzoek (DNA, kogel, vingerafdrukken, etc.): op zoek naar de dader. Rijden onder invloed: de effecten van alcohol op het menselijk lichaam onderzoeken en nagaan hoe dit een rol speelt bij het besturen van voertuigen. Communicatie: communicatie in techniek (signalen, codering GPS, GSM, menselijke zintuigen).
30
Scheikunde
CE
Het huidige Scheikunde onderwijs beweegt zich richting de zogenaamde “Context en Concept” benadering. Dat klinkt allemaal erg ingewikkeld, maar dat is het niet. Een “context” is een voorbeeld uit het dagelijks leven, denk aan een wegwerp luier. Daarin zitten stoffen die enorm veel vocht kunnen opnemen. Een stukje chemisch vernuft! Welke structuur eigenschappen moet een stof op deeltjesniveau hebben om dit te kunnen? Het vak Scheikunde wil een antwoord geven op dit soort vragen. In de Scheikunde springen we daarom steeds heen en weer tussen de dingen die we wel kunnen zien (de stoffen en materialen om ons heen) en de dingen die we niet kunnen zien (de kleinere deeltjes zoals moleculen en atomen). De onderwerpen die de revue passeren zijn de structuren van stoffen op deeltjesniveau, allerhande soorten chemische processen zoals de werking van een batterij, rekenen aan reacties, chemische technieken om bijvoorbeeld een gehalte te bepalen en de chemie ‘van het leven’ (koolstofchemie en biochemie). Behalve de theoretische kennis is er natuurlijk ook veel aandacht voor practicum, waarbij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden een centrale plek inneemt. In de bovenbouw ga je veel onderzoek doen en vooral veel onderzoek zelf leren opzetten. Geen kookboek practica, maar zelf je hersens gebruiken. Als dit geen uitdaging voor je is…
31
Wiskunde A
CE
Wiskunde A kan gekozen worden in het EM-, CM- en NG profiel. Aan bod komt onder andere kansrekening, telproblemen en statistiek. Verder leer je omgaan met grote datasets en verschillende soorten grafieken en formules. De opgaven die behandeld worden zijn vaak situaties en problemen uit de praktijk. Belangrijk bij wiskunde A is dat je problemen uit de praktijk leert vertalen naar een stuk wiskunde. Onderwerpen die worden behandeld bij wiskunde A zijn: • formules functies, grafieken en vergelijkingen • Algebra (rekenen met letters) • Differentiëren, afgeleide functie • Statistiek, telproblemen en kansrekening • Grote databestanden verwerken • Rijen en reeksen • Keuzeonderwerpen Wiskunde B CE Wiskunde B is gekoppeld aan het NG en NT profiel. Wiskunde B is veel meer theoretisch gericht dan wiskunde A. Het vak bereidt voor op technische studies en studies met hogere eisen aan theoretisch inzicht op exact terrein (zoals bijvoorbeeld Econometrie). De inhoud van het vak is (in het nieuwe programma dat is gestart in het schooljaar 2015 – 2016): • Analyse: omgaan met formules en functies, differentiaalrekening (dat is rekenen aan de helling van grafieken), goniometrie (periodieke functies, zoals de sinus), berekenen van oppervlakte onder een grafiek en het onderzoeken van bijzondere krommen. In het nieuwe programma zijn toegevoegd de subdomeinen limieten en inverse functies. • Meetkunde: het beredeneren van de eigenschappen van meetkundige figuren zoals driehoeken, vierhoeken, cirkels en ellipsen. In plaats van de zuivere synthetische meetkunde gaat het nu in het nieuwe programma om meetkunde met coördinaten en vectoren, waarbij geredeneerd wordt met technieken uit de analytische en synthetische meetkunde. • Symmetrie en transformaties spelen een belangrijke rol in het nieuwe programma • Keuzeonderwerp: Getallen
32
Wiskunde C
CE
Wiskunde C is gekoppeld aan het CM-profiel. Aan bod komt onder andere kansrekening, telproblemen en statistiek. Verder leer je omgaan met grote datasets en verschillende soorten grafieken en formules. Daarnaast wordt aandacht besteed aan logisch redeneren, meetkundige figuren en perspectief tekenen. Het rekenwerk gaat niet erg diep, maar wiskunde C is zeker geen makkelijk vak. Bij het profiel CM kan ook gekozen worden voor wiskunde A in plaats van wiskunde C. Wiskunde C is niet makkelijker dan wiskunde A, maar beter afgestemd op het CM-profiel. Op het Oscar is het programma van wiskunde A en wiskunde C in 4 vwo de eerste drie periodes hetzelfde, daarna volgt wiskunde C een ander programma en andere planning. De keuze voor wiskunde A of C binnen het CM-profiel dient in 4 vwo te worden gemaakt. Onderwerpen die worden behandeld bij wiskunde C zijn: • Formules, functies, grafieken en eenvoudige vergelijkingen • Algebra (rekenen met letters) • Statistiek, telproblemen en kansrekening • Grote databestanden verwerken • Logisch redeneren • Meetkundige figuren en perspectieftekenen • Keuzeonderwerpen
33
Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf 2007 Van VWO naar WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS (WO) Betekenis van gebruikte tekens: P = toegangsrecht T = géén toegangsrecht Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien er naast dat profiel ook in dit vak examen is gedaan.
Bacheloropleidingen Universiteiten Sector Economie (universiteit) Nr Opleidingen 1 Aarde en economie 2 Actuariële wetenschappen 3 Bedrijfseconomie 4 Bedrijfs- en consumentenwetenschappen 5 Bedrijfskunde 6 Econometrie en operationele research 7 Economie 8 Economie en bedrijfseconomie 9 Economie en bedrijfskunde 10 Economie en beleid 11 Fiscale economie 12 International business 13 International business administration
N+T P P P P
N+G P wiB P P
E+M P T P P
C+M wiA T wiA wiA
P P
P wiB
P T
wiA T
P P P P P P P
P P P P P P P
P P P P P P P
wiA wiA wiA wiA wiA wiA wiA
N+G P P
E+M P P
C+M P P
P P P P
P P P P
P P P P
Sector Gedrag en Maatschappij (universiteit) Nr Opleidingen N+T 1 Algemene sociale wetenschappen P 2 Bestuurs- en P organisatiewetenschap 3 Bestuurskunde P 4 Communicatiewetenschap P 5 Criminologie P 6 Culturele antropologie en P ontwikkelingssociologie
34
Nr 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Opleidingen European public adminsitration Geografie, planologie en milieu International bachelor’s programme in communication and media Milieu-maatschappijwetenschappen Onderwijskunde Organisatiewetenschappen Pedagogische wetenschappen Personeelwetenschappen Politicologie Psychologie Sociale geografie en planologie Sociologie Technische planologie Toegepaste communicatiewetenschap Vrijetijdswetenschappen
Sector Gezondheidszorg (universiteit) Nr Opleidingen 1 Bewegingswetenschappen 2 Biomedische wetenschappen 3 Diergeneeskunde 4 European public health 5 Geneeskunde 6 Gezondheid en leven 7 Gezondheid en maatschappij 8 Gezondheidswetenschappen 9 Klinische technologie 10 Medische informatiekunde 11 Psychobiologie 12 Tandheelkunde
N+T P P P
N+G P P P
E+M P P P
C+M P P P
P
P
P
P
P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P
P P P P P P P P wiA P
P
P
P
P
N+T bi bi bi P bi bi P P bi P bi bi
N+G na na na P na P P P na+wiB na na na
E+M T T T P T T P P T T T T
C+M T T T P T T wiA P T T T T
E+M T T T ak T
C+M T T T wiA+ak T
Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (universiteit) Nr Opleidingen N+T N+G 1 Agrotechnologie P na 2 Biotechnologie P P 3 Bodem, water, atmosfeer P na 4 Bos- en natuurbeheer P P 5 Dierwetenschappen P P
35
Nr Opleidingen 6 Internationaal land- en waterbeheer 7 Internationale ontwikkelingsstudies 8 Landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning 9 Levensmiddelentechnologie 10 Milieuwetenschappen 11 Plantenwetenschappen 12 Voeding en gezondheid
Sector Natuur (universiteit) Nr Opleidingen 1 Aardwetenschappen 2 Bèta-gamma 3 Biofarmaceutische wetenschappen 4 Biologie 5 Business analytics 6 Computer science 7 Farmaceutische wetenschappen 8 Farmacie 9 Informatica 10 Informatie, multimedia en management 11 Informatiekunde 12 Kennistechnologie 13 Kunstmatige intelligentie 14 Life, science and technology 15 Lifestyle informatics 16 Medische natuurwetenschappen 17 Milieu-natuurwetenschappen 18 Moleculaire levenswetenschappen 19 Natuur- en sterrenkunde 20 Natuurkunde 21 Natuurwetenschap en innovatiemanagement 22 Scheikunde 23 Science 24 Science, business & innovation 25 Sterrenkunde 26 Wiskunde
N+T P
N+G na
E+M T
C+M T
P
P
P
wiA
P
P
P
wiA + ak
P P P P
P na P P
T T T T
T T T T
N+T P P bi bi P P P P P P
N+G na na+wiB P na wiB wiB na na wiB P
E+M T T T T T T T T T P
C+M T T T T T T T T T wiA
P P P P P P P P
P T P T P T T T
wiA T wiA T wiA T T T
P P P
P wiB P na+wiB P na+wiB na na of nlt+wiB na+wiB na+wiB na
T T T
T T T
P P P P P
na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB wiB
T T T T T
T T T T T
36
Sector Recht (universiteit) Nr opleidingen 1 European law school 2 Fiscaal recht 3 Global law 4 Internationaal en Europees recht 5 Notarieel recht 6 Ondernemingsrecht 7 Rechtsgeleerdheid
Sector Taal en Cultuur (universiteit) Nr Opleidingen 1 Afrikaanse talen en culturen 2 Algemene cultuurwetenschappen 3 American studies 4 Arabische taal en cultuur 5 Archeologie 6 Archeologie en prehistorie 7 Chinastudies 8 Communicatie- en informatiewetenschappen 9 Communicatiewetenschappen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Culturele informatiewetenschap Cultuurwetenschappen Duitse taal en cultuur Engelse taal en cultuur Europese studies Europese talen en culturen Film- en literatuurwetenschap Finoegrische talen en culturen Franse taal en cultuur Friese taal en cultuur Geschiedenis Godgeleerdheid Griekse en Latijnse taal en cultuur Hebreeuwse taal en cultuur Humanistiek Internationale betrekkingen en internationale organisatie 26 Islam en Arabisch 27 Islamitische theologie 28 Italiaanse taal en cultuur
N+T P P P P P P P
N+G P P P P P P P
E+M P P P P P P P
C+M P P P P P P P
N+T P P P P P P P P
N+G P P P P P P P P
E+M P P P P P P P P
C+M P P P P P P P P
P
P
P
P
P P P P P P P P P P P P T P P P
P P P P P P P P P P P P T P P P
P P P P P P P P P P P P T P P P
P P P P P P P P P P P P T P P P
P P P
P P P
P P P
P P P
37
Nr 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
Opleidingen Japanstudies Keltische talen en cultuur Koreastudies Kunsten, cultuur en media Kunstgeschiedenis Latijns-Amerikastudies Latijnse taal en cultuur Liberal arts en sciences Literatuurwetenschap Literatuur en samenleving Media en cultuur Media, kunst, design en architectuur Midden-Oostenstudies Muziekwetenschap Nederlandse taal en cultuur Nieuwgriekse taal en cultuur Oude culturen van de Mediterrane wereld Oudheidkunde Religie in samenleving en cultuur Religiewetenschappen Romaanse talen en culturen Russische studies Scandinavische talen en culturen Slavische talen en culturen Spaanse taal en cultuur Taal en cultuurstudies Taalwetenschap Theater-, film- en televisiewetenschap Theaterwetenschap Theologie Theologie klassiek Theologie plus Wereldgodsdiensten Wijsbegeerte Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies
N+T P P P P P P P P P P P P
N+G P P P P P P P P P P P P
E+M P P P P P P P P P P P P
C+M P P P P P P P P P P P P
P P P P P
P P P P P
P P P P P
P P P P P
P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P
P P P P P P P
P P P P P P P
P P P P P P P
P P P P P P P
P
P
P
P
38
Sector Techniek (universiteit) Nr Opleidingen 1 Advanced technology 2 Bedrijfsinformatietechnologie 3 Biomedische technologie 4 Bouwkunde 5 Civiele techniek 6 Creative technology 7 Elektrotechniek/Electrical engineering 8 Industrial design 9 Industrieel ontwerpen 10 Life science and technology 11 Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek 12 Maritieme techniek 13 Molecular science and technology 14 Nanobiologie 15 Scheikundige technologie 16 Technische aardwetenschappen 17 Technische bedrijfskunde 18 Technische bestuurskunde 19 Technische informatica 20 Technische innovatiewetenschappen 21 Technische natuurkunde 22 Technische wiskunde 23 Werktuigbouwkunde Sectoroverstijgend (universiteit) Nr Opleidingen 1 Tourism
N+T P P P P P P P
N+G na+wiB wiB na+wiB na+wiB na+wiB P na+wiB
E+M T T T T T P T
C+M T T T T T P T
P P P P P P bi P P P P P P
na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB na+wiB wiB na+wiB wiB wiB
T T T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T T
P P P
na+wiB wiB na+wiB
T T T
T T T
N+T P
N+G P
E+M P
C+M wiA
39
Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf 2007 Van VWO naar HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO) Betekenis van gebruikte tekens: P : toegangsrecht T : géén toegangsrecht Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien er naast dat profiel ook in dit vak examen is gedaan.
Hogescholen Sector Economie (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T 1 Accountancy P 2 Advanced business creation ec/m&o 3 Bedrijfseconomie P 4 Bedrijfsmanagement MKB P 5 Bestuurskunde/overheidsmanagement ec 6 Business administration in 2e mvt hotelmanagement¹ 7 Business IT & management P 8 Business Studies ec/m&o 9 Commercieel management P 10 Commerciële economie ec/m&o 11 Communicatie P 12 Communicatiesystemen P e 13 European studies 2 mvt 14 Facility management ec/m&o 15 Financial services management ec/m&o 16 Fiscaal recht en economie P 17 Food and business P 18 Functiegerichte bachelor in toerisme P en recreatie 19 Hbo-rechten P 20 Hogere juridische opleiding P e 21 Hoger hotelonderwijs¹ 2 mvt 22 Hoger toeristisch en recreatief P onderwijs 23 Informatiedienstverlening en P -management
40
N+G P ec/m&o P P ec 2e mvt
E+M P P P P P 2e mvt
C+M P ec P wiA ec P
P ec/m&o P ec/m&o P P e 2 mvt ec/m&o ec/m&o P P P
P P P P P P e 2 mvt P P P P P
P ec/m&o ec ec P P P ec ec P P ec
P P e 2 mvt P
P P e 2 mvt P
P P P ec
P
P
P
Nr 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 46 47 48
Opleidingen Informationmanagement Integrale veiligheid Integrale veiligheidskunde International business International business and languages International business and managementstudies International fresh business management Journalistiek Kunst en economie Lifestyle Logistiek en economie Management, economie en recht Media and entertainment management Media, informatie en communicatie Oriëntaalse talen en communicatie People and business management Security management Small business & retail management Sport, management en ondernemen¹ Trade management Azië Vastgoed en makelaardij Vertaalacademie Vitaliteitsmanagement en toerisme Vrijetijdsmanagement
N+T N+G P P P P ec ec P P ec/m&o ec/m&o ec/m&o of ec/m&o of 2e mvt 2e mvt ec/m&o ec/m&o P P P ec/m&o ec/m&o P ec/m&o P P P ec/m&o P ec/m&o P e 2 mvt² P P
P P P ec/m&o ec/m&o P ec/m&o P P P ec/m&o P ec/m&o P e 2 mvt² P P
E+M P P P P P P
C+M P P ec ec of wiA ec ec
P
ec
P P P P P P P P P P P P P P e 2 mvt² P P
P P P ec ec ec ec P P P ec P ec ec P P ec
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen. ² Frans of Duits verplicht
Sector Gedrag en Maatschappij (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G E+M 1 Creatieve therapie¹ P P P 2 Culturele en maatschappelijke P P P vorming 3 Godsdienst-pastoraal werk P P P 4 Human resource management P P P 5 Maatschappelijk werk en P P P dienstverlening 6 Pedagogiek P P P 7 Pedagogisch management P P P kinderopvang 8 Sociaal-juridische dienstverlening P P P 9 Sociaal pedagogische hulpverlening P P P 10 Social work P P P
41
C+M P P P P P P P P P P
Nr 11 12 13
Opleidingen Sport en bewegen¹ Sport en bewegingseducatie Toegepaste psychologie
N+T P P P
N+G P P P
Sector Gezondheidszorg (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G 1 Ergotherapie P P 2 Farmakunde P P 3 Fysiotherapie P P 4 Huidtherapie P P 5 Kunstzinnige therapie P P 6 Logopedie¹ P P 7 Management in de zorg¹ P P 8 Medisch beeldvormende en radioP P therapeutische technieken 9 Medische hulpverlening P P 10 Mondzorgkunde P P 11 Oefentherapie Cesar P P 12 Oefentherapie Mensendieck P P 13 Optometrie P P 14 Orthoptie P P 15 Podotherapie P P 16 Psychomotorische therapie en P P bewegingsagogie¹ 17 Sport, gezondheid en management P P 18 Toegepaste gerontologie P P 19 Verloskunde bi P 20 Verpleegkunde P P 21 Voeding en diëtetiek P P
E+M P P P
C+M P P P
E+M P P P P P P P P
C+M P P P P P P P P
P P P P P P P P
P P P P P P P P
P P T P P
P P T P P
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Bedrijfskunde en agribusiness P P P P 2 Biotechnologie P P T T 3 Bos- en natuurbeheer P P P P 4 Dier- en veehouderij P P T T 5 Diermanagement P P T T 6 Food commerce and technology P P P wiA 7 Food, design and innovation P P P P 8 Geo media & design P P P P 9 Greenport business and retail P P P wiA 10 International develop management P P P ec +wiA
42
Nr 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Opleidingen Kust- en zeemanagement Land- en watermanagement Landscape and environment management Milieukunde Plattelandsvernieuwing Toegepaste biologie Tuinbouw en akkerbouw Tuin- en landschapsinrichting Voedingsmiddelentechnologie Watermanagement
N+T P P P
N+G P P P
E+M P T P
C+M wiA T ec of wiA
P P P P P P P
P P P P P P P
T P T T P T P
T P T T P T T
E+M P P P P
C+M P ec P P
P T P P P P P P P
ec T wiA wiA P P P ec P
P P fa P P P P P
wiA P fa P P P P wiA
P P P P P
wiA P P P wiA
Sector Onderwijs (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G 1 Aardrijkskunde² P P 2 Algemene economie² ec/m&o ec/m&o 3 Basisonderwijs, opleiding tot leraar P P 4 Beeldende kunst en vormgeving, P P docent¹ 5 Bedrijfseconomie² ec/m&o ec/m&o 6 Biologie² P P 7 Bouwkunde² P P 8 Bouwtechniek² P P 9 Consumptieve techniek² P P 10 Dans, docent¹ P P 11 Duits² P P 12 Economie² ec/m&o ec/m&o 13 Educatie en kennismanagement P P groene sector² 14 Elektrotechniek² P P 15 Engels² P P 16 Frans² fa fa 17 Fries² P P 18 Geschiedenis² P P 19 Gezondheidszorg en welzijn² P P 20 Godsdienst² P P 21 Informatie- en P P communicatietechnologie² 22 Installatietechniek² P P 23 Islam-godsdienst² P P 24 Lichamelijke opvoeding¹ P P 25 Maatschappijleer² P P 26 Mechanische techniek ² P P
43
Nr 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45
Opleidingen Mens en maatschappij² Mens en Technologie² Motorvoertuigentechniek² Muziek, docent¹ Natuurkunde² Nederlands² Nederlandse gebarentaal/tolkenopleiding¹ ² Omgangskunde Opleidingskunde Pedagogiek² Scheikunde² Spaans² Techniek² Technisch beroepsonderwijs Theater, docent¹ Verzorging/huishoudkunde² Verzorging/gezondheidskunde² Werktuigbouwkunde² Wiskunde²
N+T P P P P P P P
N+G P P P P P P P
E+M P P P P T P P
C+M P wiA wiA P T P P
P P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P P
P P P T P T P P P P P P
P P P T P T wiA P P P wiA wiA
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen 2 Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs en/of beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van de tweede graad.
Sector Taal en Cultuur (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G 1 Autonome beeldende kunst¹ P P 2 Beeldende kunst en vormgeving¹ P P 3 Circus and performance art¹ P P 4 Circus arts¹ P P 5 Cultureel erfgoed P P 6 Dans¹ P P 7 Film en televisie¹ P P 8 Muziek¹ P P 9 Muziektherapie¹ P P 10 Theater¹ P P 11 Vormgeving¹ P P
E+M P P P P P P P P P P P
C+M P P P P P P P P P P P
E+M T T T T
C+M T T T T
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen
Sector Techniek (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T 1 Advanced sensor applications P 2 AOT Energie- en procestechnologie P 3 Applied science P 4 Aquatische ecotechnologie P
44
N+G wiB P P P
Nr 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Opleidingen Archeologie Autotechniek na/nlt Automotive Aviation Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bio-informatica Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Biometrie Biotechnologie Bouwkunde Bouwmanagement en vastgoed Bouwtechnische bedrijfskunde Built environment Business engineering Business management Chemie Chemische technologie Civiele techniek Climate and management Communication and multimedia design Creative media and technology Elektrotechniek Embedded systems engineering Engineering Engineering, design and innovation Forensisch onderzoek Game architecture and design Geodesie Gezondheidszorgtechnologie HBO-ICT Human technology Industrieel product ontwerpen Industriële automatisering Informatica Information security management International maintenance management Kunst en techniek¹ Logistiek en technische vervoerskunde Luchtvaarttechnologie
N+T P P P P P P P P
N+G P na/nlt na/nlt na/nlt P P P P
E+M P T T T P P P T
C+M P T T T wiA P wiA T
P P P P P P P ec/m&o P P P P P
P P na/nlt P P na/nlt P ec/m&o P P na/nlt P P
P T T P P T T P T T T P P
P T T P T T T ec T T T P P
P P P P P P P P P P P P P P P P
P na/nlt na/nlt P na/nlt na/nlt P P P P P P P P P P
P T T P T T P P P P P P P P P P
P T T T T T P wiA wiA P P T T P P T
P P
P P
P P
P T
P
na/nlt
T
T
45
Nr 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61
Opleidingen Maritiem officier¹ Mechatronica Mediatechnologie Milieugerichte materiaaltechnologie Milieukunde Mobiliteit Netwerk infrastructuur design Ocean technology Orthopedische technologie Ruimtelijke ordening en planologie Scheepsbouwkunde Stedenbouwkundig ontwerpen Technische bedrijfskunde Technische commerciële confectiekunde Technische commerciële textielkunde Technische informatica Technische natuurkunde Watermanagement Werktuigbouwkunde
N+T P P P P P P P P P P P P P P
N+G na/nlt na/nlt P P P P P na/nlt P P na/nlt P P P
E+M T T P T T P P T T P T P P P
C+M T T P T T T wiA T T T T P T P
P P P P P
P P na/nlt P na/nlt
P P T P T
P P T T T
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen
Sectoroverstijgend (HBO: instroom met vwo-diploma) Nr Opleidingen N+T N+G 1 Delta management P P 2 Windesheim honours college P P
46
E+M P P
C+M T wiA
Bevorderingsnormen overgang 3 vwo – 4 vwo Algemene uitgangspunten: - Alle becijferde vakken tellen mee en afronding geschiedt op 2 decimalen; - Leerlingen worden uitsluitend bevorderd indien zij voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde niet meer dan één 5 hebben; Als aan de eis ten aanzien van de kernvakken voldaan is gelden onderstaande normen: Combinatie onvoldoende cijfers 5 4 4
Resultaat + = bevorderd - = afgewezen + + -
Voorwaarde Voldaan aan voorwaarde A Voldaan aan voorwaarde A Niet voldaan aan voorwaarde A
55 55 45 45
+ + -
Voldaan aan voorwaarde A Niet voldaan aan voorwaarde A Voldaan aan voorwaarde A Niet voldaan aan voorwaarde A
555 555 Overige
+ -
Voldaan aan voorwaarde A Niet voldaan aan voorwaarde A
Voorwaarde A: Profiel
Profiel bepalende vakken
Bevordering
CM
wiskunde geschiedenis aardrijkskunde of economie
-
19.00 punten of hoger voor deze vakken samen
EM
wiskunde geschiedenis economie
-
19.00 punten of hoger voor deze vakken samen
NG
wiskunde scheikunde aardrijkskunde
-
19.00 punten of hoger voor deze vakken samen
NT
wiskunde scheikunde natuurkunde
-
20.00 punten of hoger voor deze vakken samen
* Voor NG-leerlingen die natuurkunde kiezen, geldt de norm van het NT-profiel.
47
Bespreekclausule Op basis van de geldende bevorderingsnormen kan een leerling bevorderd dan wel afgewezen worden. In de volgende situatie kan de conrector een leerling in bespreking brengen voor bevordering naar 4vwo: -‐ het aantal punten voor de profiel bepalende vakken is minimaal 18.00 (CM/EM/NG) of 19.00 (NT) en de leerling heeft maximaal 4 onvoldoende-punten Een leerling die (eventueel na bespreking) niet bevorderd wordt naar 4 vwo kan overstappen naar 4 havo, mits voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden: o o o o o
-
positief advies van de rapportvergadering (2/3 meerderheid minimaal) een passend vakkenpakket voor 4 havo (in overleg met de decaan van de havo) maximaal 6 onvoldoendes maximaal 1x4 of 2x5 in totaal voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde minimaal 17.00 punten voor de profiel bepalende vakken van het gekozen profiel
48