Proeve van genealogie
Anneke Landheer-Roelants
140
Op zoek naar Nicolaas Cornelis Schot Bij het naslaan van de memorie van successie van Reinier Schot1, de grootvader van mijn overgrootmoeders Anna Maria Bax en Henrietta Martina Bax2 stuitte ik op een verrassing. Reinier Schot, de erflater uit 1864, was op 19 september 1773 in Bergen op Zoom gedoopt als zoon van Nicolaas Schot en Cornelia Voorhans. Het talrijke nageslacht van zijn grootouders, Reinier Schot en Elizabeth Ootmoet, telt vele schippers, zeevarenden en (mossel)vissers. Ook Reinier zelf had een werkkring in die sector, hij was beurtschipper van Rotterdam op Middelburg. Uit zijn drie huwelijken, met respectievelijk Anna Elizabeth Hum, Johanna Hendrika Hartman en Maria Gorodina van Heuven was naar mijn weten slechts uit het eerste een kind geboren, Anna Henrietta Schot, op 18 oktober 1818. Zij trouwde in 1840 met Maarten Bax, notaris in Bergen op Zoom3.
Anna Henrietta Schot 1818-1908
Maarten Bax 1808-1883
Nicolaas Cornelis Schot De grote verrassing in de memorie van successie was Nicolaas Cornelis Schot. Nicolaas Cornelis Schot? Nooit van gehoord! En dat in een familie waar het wemelt van verhalen over Anna Henrietta Schot die met wel vijf achterkleinkinderen als overgrootmoeder op de foto gezet is! Bij haar overlijden in 1908 was het aantal achterkleinkinderen overigens al acht. Bij zijn overlijden woonden Reinier en zijn derde echtgenote in Middelburg aan de Rouaanse kaai (Wijk I no. 330). Een aantal punten in de memorie van aangifte, opgesteld door schoonzoon Maarten Bax, zijn interessant genoeg om te vermelden. Reinier Schot genoot een jaarlijks pensioen van ƒ 500 ten laste van de Middelburgsche Stoombootmaatschappij op Rotterdam. Het totaal van de nalatenschap bedroeg ƒ 17.945,40½. Daarvan werden nog in mindering gebracht de begrafeniskosten ad ƒ 143,34 en de legitieme porties van haar kinderen Anna Henrietta Schot en Nicolaas Cornelis Schot uit de nalatenschap van Anna Elizabeth Hum, ten bedrage van ƒ 2.563,47, waarvan Reinier Schot het vruchtgebruik had. Uiteindelijk bleef er ƒ 15.273,10½ over. Jammer genoeg is het testament dat Reinier op 14 april 1833 verleed voor notaris Pieter van de Graft in Middelburg verloren gegaan, zodat het niet mogelijk is na te gegaan hoe de nalatenschap verdeeld is.
Het was niet moeilijk een aantal gegevens over Nicolaas Cornelis Schot te verzamelen. Hij werd geboren in Rotterdam op 9 juni 18164. Zijn ouders woonden aan de Leuvehaven, Wijk C 328. Volgens de memorie van successie was hij overleden aan boord van het koopvaardijschip Louisa Prinses der Nederlanden op 13 februari 18535.
Anna Elizabeth Hum en Reinier Schot Het leek verstandig het onderzoek uit te breiden met gegevens over de ouders, Reinier Schot en Anna Elizabeth Hum. Hun huwelijk vond plaats te Rotterdam op 13 oktober 18136. Aangezien Anna Elizabeth Hum niet wist waar en wanneer zij geboren was moest zij een akte van bekendheid laten opmaken. Pieter Scheffelaar, pruikenmaker in Bergen op Zoom, was bereid voor haar naar Bergen op Zoom te gaan, aangezien Anna Elizabeth, vanwege haar service als dame de confiance bij Madame Ten 141
Haaff in Rotterdam, niet naar Bergen op Zoom kon gaan. Het verhaal dat Anna Elizabeth zelf deed luidde: “elle
ne peut pas produire son acte de naissance, à raison qu’elle ni sait où elle est née ou baptisée; qu’elle a toujours oui dire, qu’elle est née fille illigitime d’un officier écossais et qu’elle est vraisemblemant écrite au registre de naissance du régiment du dit officier écossais par le ministre des culte attaché au dit régiment, mais qu’elle a oui dire que sa mère nommé Catharina Macgaffiek s’est mise en service, en qualité de servante chez Crétien de Neve en vivant médecin en cette ville (Bergen op Zoom), où elle a été elevée jusquà l’áge d’environ onze ans, que vers ce temps sa mère est partie avec le dit officier pour la ville de ter Veere, Isle de Walcheren, où sa mère seriot mort, et inscrité apparemant au régistre des décès où elle n’a pas pu avoir l’extrait mortuaire, et qu’elle a appris que le dit régiment du dit officier est embarqué pour Angleterre.”
de Neve, zuster van Christiaan, deel uitmaakte van het gezin; zij overleed in 18018. Daarna is Anna Elizabeth naar Rotterdam vertrokken. Het vertrek van Anna Elizabeth Hum uit Bergen op Zoom was eenvoudig te verifiëren, zij wordt op 12 april 1793 lidmaat in Rotterdam9. In 1813 woonde zij aan de Wijnhaven aan de noordzijde, wijk B no. 328, bij Anna Henrietta s’Jacob, weduwe van de stadschirurgijn en heelmeester van Schieland, Gerrit ten Haaff 1 0. Reinier Schot was op 28 oktober 1812 uit Bergen op Zoom naar Rotterdam gekomen11. Het jonge paar bleef voorlopig inwonen bij mevrouw Ten Haaff, die erg op haar dame de confiance gesteld was. Hij was beurtschipper van Rotterdam op Middelburg vice versa en voer met het sprietschip Anna Elizabeth dat hij op 10 september 1811 voor ƒ 3000 had gekocht van Adriaan Dolk, eveneens beurtschipper van Rotterdam op Middelburg12.
Vier getuigen voegen daar nog aan toe dat de moeder van Anna Elizabeth zich uitgaf als weduwe Hum, en dat bij vestiging in Bergen op Zoom haar dochter “en très bas age” was7. Daarna is zij in het kinderloze doktersgezin van Dr. Christiaan de Neve en zijn tweede echtgenote Elisabeth van Brecht gebleven, tot deze beiden overleden waren. Het is niet uitgesloten dat ook Elisabeth
Anna Elizabeth Hum
142
Het ging het jonge echtpaar voor de wind. In 1816 werd hun eerste kind geboren, Nicolaas Cornelis. Op 9 mei 1817 kocht Reinier Schot uit de boedel van Hendrik van Waesberge voor ƒ2350 een pakhuis en erve aan de noordzijde van het Haringvliet. Vanaf 1 november 1817 kon het jonge gezin over het huis beschikken13. Toen mevrouw Ten Haaff op 10 april 1817 overleed trad Anna Elizabeth op als huisbewaarster bij de inventarisatie van de inboedel. Bovendien was ze een van de begunstigden, op 28 september 1815 legateerde mevrouw Ten Haaff bij testamentaire beschikking vijfduizend gulden en al haar kleren aan haar. En op 16 augustus 1816 kende zij haar een donatie inter vivos toe uit ‘liefde en toegenegenheid’ als haar juffrouw van gezelschap voor twee achtste parten in haar aandeel in de nalatenschap van haar nicht Anna Maria s’Jacob14. De komst van een tweede kindje zal aanvankelijk vreugde gebracht hebben, die omsloeg in verdriet toen Anna Elizabeth Hum negen dagen na de geboorte van haar dochtertje Anna Henrietta, genoemd naar mevrouw Ten Haaff, overleed. Op 3 december 1819 werd voor notaris I.M.J. Valeton een inventaris en boedelscheiding opgemaakt. In de inventaris wordt als ‘oud schip’genoemd de Anna Elizabeth, waarvan de waarde wordt geschat op de ƒ 1600 hypotheekschuld. Een nieuw schip, de Nicolaas Cornelis, was in aanbouw. De totale waarde van de boedel bedroeg ƒ 6095 1 5. Hoe verging het de zeeman Nicolaas Cornelis Schot? De memorie van aangifte bij de memorie van successie is daar tamelijk uitgebreid over16. Nicolaas Cornelis werd op 25 juni 1852 door de arrondissementsrechtbank te Rotterdam onder curatele gesteld. In het ver-
zoekschrift hiertoe geeft Reinier Schot een uitleg: “Dat hij genoodzaakt is ten
behoeve van zijnen eenigen zoon Nicolaas Cornelis Schot, oud zesendertig jaren, bij uwe regtbank voorzieningen te provoceren tegen zijne verspillingen en geldverkwisting. Dat deze zijn zoon namelijk van zijne jongelingsjaren afaan steeds getoond heeft geene orde in zijne zaken te kunnen stellen, maar altijd hetgeen hij bezat in losbandigheid heeft verteerd. Dat hij eerst bij den requestrant in het beurtveer heeft gevaren, met het uitzigt om bij goed gedrag van requestrant in zijne betrekking op te volgen; dat zijn gedrag echter van dien aard was, dat de requestrant genoodzaakt werdt hem zijn vertrouwen te ontzeggen, en dat hij toen die dienst in het jaar 1836 heeft verlaten, en zich ter koopvaardij heeft geëngageerd; dat hij zoo beurtelings dan eens in oorlogsdienst ter zee, dan weder ter koopvaardij heeft gevaren, totdat hij nu laatstelijk, in de helft der maand Mei, aan boord der oorlogsstoomboot Gedeh, uit de West-Indien is teruggekeerd; dat hij bij de terugkeer van iedere reis altijd de verdiende gage in weinige dagen verspilde, zijne uitrusting zoekmaakte, allerlei schulden aanging, en in losbandigheid voortleefde, totdat hij opnieuw ter zee ging varen; dat de requestrant dan telkens opnieuw zijnen zoon van kleederen en uitrusting moest voorzien, en zijne schulden betalen, maar dat herhaaldelijk met groote kosten aangekochte goederen weder werden verzwendeld, en weder moesten worden ingelost; dat hij zoo ook nu weder van zijne laatste reis hier aangekomen, de betrekkelijk aanzienlijke gage heeft verteerd, meerendeels in allerlei uitspattingen, zoodat hij reeds nu weder ten koste der zijnen in een kosthuis moet worden onderhouden, en anders, gelijk telkens bij zijn verblijf in het vaderland, tot armoede zou vervallen.” De verkla143
ring werd ondersteund door commissaris Richard Nierstrasz, J.P. Elzerman, de koopman C. Speenhoff en de chirurgijn F. Krieger17. Zwager Maarten Bax werd op 13 juli 1852 tot curator benoemd. Voor een volgende reis monstert Nicolaas Cornelis Schot aan als de zeeman Jacobus Pieters op het koopvaardijschip Prinses Louisa der Nederlanden18. Gezagvoerder van de Prinses Louisa is Govert Godefridus Lion uit Schiedam. De bark zeilde op 13 februari 1853, tien minuten voor den middag, in de straat Soenda, in peiling der Rivier van Goa oost, per compas drie vierde mijl afstand, toen Jacobus Pieters overboord viel en verdronk19. In september 1853 werd de familie Schot op de hoogte gesteld. Wel
moest notaris Arnold Poortman in Schiedam er op 14 november 1863 nog aan te pas komen om in een ‘akte van bekendheid onder effecte van eed’ te verklaren dat Jacobus Pieters en Nicolaas Schot een en dezelfde persoon waren. Reinier Schot moet op dat moment besloten hebben Rotterdam te verlaten. Het huis aan het Haringvliet wordt op 25 januari 1854 geveild voor ƒ 10.120 en verkocht aan de timmerman Job Gilles Blesgraaff20. Tenslotte vertrekt hij op 19 april 1854 als een gedesillusioneerd en intens verdrietig man, samen met zijn vrouw Maria Gorodina van Heuven en dienstbode Dirkje de Wit, naar Bergen op Zoom21.
Zeeuws Archief, Successiememorie Middelburg nr. 2/7951, 15 januari 1864. Kwartierstatenboek Kon. Ned. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde III (1993), p. 68. 3 Dr. H.K.M. Schot en C.Ch. Schot, [Genealogie] Schot in Bijblad Nederlandsche Leeuw I (1950), p. 30/31. 4 Gemeentearchief Rotterdam (verder te noemen GAR), BS aangiften geboorten 1816, nr. 1062. A214. 5 Brabants Historisch Informatie Centrum, Memorie van Succesie Bergen op Zoom 52 (1854), nr. 3001. 6 GAR, BS huwelijken Rotterdam 1813, A220. 7 Nationaal Archief, BS Rotterdam, huwelijksbijlagen nr. 1742, 19 okt. 1813. 8 Dr. Christiaan de Neve, ged. Bergen op Zoom 21 maart 1732, vrij meester-chirurgijn te Bergen op Zoom 1752, controleur convooien en licenten ald.(1764, 1767), medisch doctor Utrecht 1768, gezworene (17531769) en deken (1754-1766) van het Gilde der Chirurgijns te Bergen op Zoom, gezworene van het Gilde der Meerse ald. 1767, schepen 1778-1785, † Bergen op Zoom 13 okt. 1785, tr. 1e Vlissingen 15 juli 1764 Jeanne Hylaret Camboit du Roc; tr. 2e Middelburg (ondertr. ald. mei) 1771 Elisabeth van Brecht, geb. Veere 6 febr. 1741, † Bergen op Zoom 24 okt. 1788. Vriendelijke mededeling van Drs. R.G. de Neve. 9 GAR, Lidmatenregisters Hervormde Gemeente 6 H272/304. 10 J.W. s’Jacob, [Genealogie] s’Jacob in Nederland’s Patriciaat 80 (1997), p. 148/9. 11 GAR, Lidmatenregisters Hervormde Gemeente 6 H273/221. 12 GAR, NNA 329 (notaris J.G. le Sage ten Broek), nr. 203, 10 sept. 1811. Voor de franchise-overeenkomst NNA 329 (notaris J.G. le Sage ten Broek) 299, 18 nov. 1811. 13 GAR, NNA 425 (notaris J. van Enschot), no. 147, 9 mei 1817. 14 Zie voor testamenten en boedelscheidingen GAR, NNA 7 (notaris I. Valeton), nr. 45, 28 sept. 1815; NNA239 (notaris I.M.J. Valeton), nr. 481, 16 aug. 1816; NNA 341 (notaris J.M. Beyerman), nr. 86, 6 mei 1817, en NNA 242 (notaris I.M.J. Valeton) nr. 393, 24 juni 1817. 15 GAR, NNA (notaris I.M.J. Valeton), nr. 245, 3 december 1819. 16 Brabants Historisch Informatie Centrum, Memories van Successie Bergen op Zoom 52, nr. 198. 17 Nationaal Archief, Arrondissementsrechtbank Rotterdam 1838-1939, nr. 2510, 2 juni 1852. 18 G.N. Bouma, Lijst van Nederlandse koopvaardijschepen, alsmede hun gezagvoerders en thuishavens 18201920. Hoorn 1998, p. 459. De Louisa Prinses der Nederlanden werd in 1826 in Dordrecht gebouwd. Het 750 ton metende schip werd in 1858 in Mauritius afgekeurd. 19 BS Rotterdam, overlijdensaangiften 1853, E93, nr. 3502, 12 okt. 1853. 20 GAR, NNA 934 (notaris F. Dijkman), 25 jan. 1854. 21 GAR, Bevolkingsregister nr. 77, p. 116; Lidmatenregisters Ned. Herv. Gemeente 6 H273/221. 1 2
144