Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
Proeve van Bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen Het kleinschalig evenement
Crebonummer: Niveau 3: 95280: Sport- en bewegingsleider Niveau 4: 95290: Sport- en bewegingscoördinator 95291: Sport- en bewegingscoördinator/bewegingsgoog 95292: Sport- en bewegingscoördinator/BOS-medewerker 95293: Sport- en bewegingscoördinator/operationeel SB-manager 95294: Sport- en bewegingscoördinator/trainer-coach Kwalificatiedossier Sport en Bewegen: 2014 Naam: Versie 2014
Opleiding: Groep:
id: 2014-04 v: 2014-2
Inhoudsopgave Overzicht..................................................................................................................................................................3 1 Algemene informatie...........................................................................................................................................4 2 De opdracht............................................................................................................................................................5 3 Uitwerking van de onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid.....................................................9 4 Cesuur en waardering...................................................................................................................................... 12 5 Beoordelingscriteria.......................................................................................................................................... 13 6 Beoordelingsinstructie..................................................................................................................................... 14 7 Beoordelingsprotocollen................................................................................................................................ 18
Ontwikkeld in opdracht van CIOS Nederland in samenwerking met SB Achterban Deze proeve is ontwikkeld door een constructiegroep die bestaat uit: Ap te Winkel, Graafschap College, opleiding Sport en Bewegen Bert Geenen, Uitgeverij Angerenstein Gerald Oude Alink, ROC van Twente, opleiding Sport en Bewegen Jesus Hernandez, Nova college, CIOS Haarlem Joost Philipsen, Frieslandcollege, CIOS Heerenveen Koen Francissen, Rijn-IJssel, CIOS Arnhem Nels Rijvers, ROC Zeeland, CIOS Goes Breda Peter Opheij, Leeuwenborgh Opleidingen, CIOS Sittard- Venlo Bij de constructie zijn regelmatig vertegenwoordigers vanuit het werkveld geconsulteerd in de verschillende regio’s van de opleidingen. Deze proeve is vastgesteld op basis van dekking, cesuur, transparantie, toetstechnische kwaliteit en beoordelingswijze door een vaststellingscommissie die bestaat uit: Albert Zeggelaar, Rijn-IJssel, CIOS Arnhem Bert Hamhuis, Landstede, afdeling Sport en Bewegen Erik Pijs, Uitgeverij Angerenstein Jan Johan Gerritsen, ROC Tilburg, afdeling Sport en Bewegen Jan Minkhorst, Academie voor Sportkader Joris Bouwmeister , VSG Lisanne Kopinga, ROC Eindhoven, afdeling Sport en Bewegen Michael van den Beld, Nationaal Platform Zwembaden | NRZ Robert-Jan Janssen, Frieslandcollege, CIOS Heerenveen
2
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Overzicht Crebonummer en kwalificatie
Kwalificatiedossier Kwalificerende beoordeling Naam kwalificerend examen Te beoordelen werkprocessen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
95280 Sport- en bewegingsleider (niveau 3) 95290 Sport- en bewegingscoördinator (niveau 4) • 95291: bewegingsagoog • 95292: BOS-medewerker • 95293: operationeel sport- en bewegingsmanager • 95294: trainer-coach 2014 Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen Het kleinschalig evenement 2.1 Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement 2.2 Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor 2.3 Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
3
1 Algemene informatie Examen in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid (PvB)
De opleiding sport- en bewegingsleider ( niveau 3) is opgebouwd uit drie kerntaken. Om het landelijk erkende MBO-diploma sport- en bewegingsleider te behalen, dien je onder andere deze drie kerntaken te beheersen. Op niveau 4 (sport- en bewegingscoördinator) komen daar nog twee kerntaken bij, te weten kerntaak 4 en 5 of kerntaak 4 en 6. Je beheerst een kerntaak als je de examens die betrekking hebben op deze kerntaak met minimaal een voldoende afsluit. Dit examen heeft betrekking op kerntaak 2: Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen. Het examen heeft de vorm van een Proeve van Bekwaamheid (PvB). In deze proeve laat je zien dat je zelfstandig wedstrijden, toernooien of sportieve evenementen kunt plannen, voorbereiden, uitvoeren en verantwoorden. Kerntaken en werkprocessen
De kerntaken zijn opgedeeld in belangrijke onderdelen. Deze onderdelen worden werkprocessen genoemd. Kerntaak 2 (Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen) bestaat uit de volgende werkprocessen: 2.1 Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement. 2.2 Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor. 2.3 Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit. Om de kerntaak te behalen, moet je aantonen dat je alle werkprocessen waaruit deze kerntaak bestaat beheerst. Dit betekent dat je voor de PvB van kerntaak 2 op alle drie de werkprocessen afzonderlijk beoordeeld wordt. Uiteindelijk leiden deze drie beoordelingen tot een eindbeoordeling voor kerntaak 2. In paragraaf 4 tot en met 7 vind je hier meer informatie over. Werkprocessen en competenties
Voor elk werkproces is beschreven wat het gewenste resultaat moet zijn. Je komt tot dit gewenste resultaat als je over bepaalde competenties beschikt. Zo dien je voor het werkproces ‘Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement’ te beschikken over onder andere de competenties ‘Samenwerken en overleggen, ‘Formuleren en rapporteren’ en ‘Plannen en organiseren’. Je vindt de competenties die je moet laten zien terug in de beoordelingsprotocollen (paragraaf 7). Onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid
De PvB van kerntaak 2 bestaat uit drie onderdelen I De voorbereiding, in de vorm van een planningsverslag bestaande uit de schriftelijke planning (plan) en voorbereiding (voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek) van een toernooi of evenement. II De uitvoering van het toernooi of evenement. III De verantwoording in de vorm van een gesprek of verslag. In paragraaf 3 worden deze onderdelen nader uitgewerkt.
4
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
2 De opdracht De opdracht
De opdracht voor deze Proeve van Bekwaamheid (PvB) heeft betrekking op het zelfstandig plannen (plan opstellen), voorbereiden en uitvoeren van een wedstrijd, toernooi of evenement. Bovendien moet je de gemaakte keuzes tijdens de planning, voorbereiding en uitvoering kunnen verantwoorden. In dit document spreken we van een wedstrijd, toernooi of evenement. De wedstrijd of het toernooi of evenement dient een sportief karakter te hebben, wat betekent dat sport- en bewegingsactiviteiten centraal staan. De uitvoering vindt plaats in een realistische praktijksituatie. Het begrip wedstrijd
Onder een wedstrijd wordt in feite een toernooi verstaan. In een aantal takken van sport (onder andere zwemmen, turnen) hanteert men de term ‘wedstrijd’ in plaats van ‘toernooi’. Vandaar dat in dit document ook over ‘wedstrijd’ wordt gesproken. Voor de duidelijkheid verstaan we hier dus niet onder een wedstrijd tussen bijvoorbeeld twee voetbalteams. Verantwoordelijkheid bij een kleinschalig en grootschalig evenement
Bij een kleinschalig evenement is de student volledig zelf verantwoordelijk voor de organisatie en gebeurt ook de uitvoering onder zijn verantwoordelijkheid en op zijn aanwijzing. Bij een grootschalig evenement levert de student zelf een bijdrage en draagt daarbij de verantwoordelijkheid voor een deel van de organisatie of enkel en alleen voor zijn eigen aandeel. Bij deze PvB wordt dit ‘eigen aandeel’ in feite gezien als een kleinschalig evenement binnen een grootschalig evenement. In het vervolg van deze PvB wordt dan ook consequent gesproken over een kleinschalig evenement. Waar moet het kleinschalig evenement aan voldoen?
a Zelfstandigheid Je moet de wedstrijd, het toernooi of evenement zelfstandig plannen, voorbereiden, uitvoeren en verantwoorden. Bij een grootschalig evenement voert de student alle werkzaamheden met betrekking tot zijn eigen aandeel zelfstandig uit. De student dient op alle werkprocessen individueel beoordeelbaar te zijn. b De aard van het kleinschalig evenement De aard van het kleinschalig evenement kan verschillend zijn. Het kan zowel prestatief als recreatief zijn. Ook is het mogelijk dat het toernooi of evenement gericht is op sportstimulering, maatschappelijke activering of gezondheidsbevordering. Ook de doelgroep waarvoor het kleinschalig evenement georganiseerd wordt kan heel verschillend zijn. In overleg met de betrokken docent van de opleiding worden de aard en de doelgroep bepaald. c De complexiteit van het kleinschalig evenement Het kleinschalig evenement dient minimaal één dagdeel (ochtend of middag) te duren. De complexiteit van het kleinschalig evenement dient zodanig te zijn dat je beoordeelbaar bent op alle competenties van de drie werkprocessen. Bovendien dient de complexiteit van de verschillende evenementen vergelijkbaar te zijn, zodat de studenten in een vergelijkbare situatie beoordeeld worden. De complexiteit kan vastgesteld worden aan de hand van de volgende criteria:
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
5
• het aantal betrokken vrijwilligers, medewerkers; • het aantal SB-deelnemers; • de complexiteit van de SB-deelnemers (doelgroep); • de accommodatie (grootte, verspreiding); • de aard van de SB-activiteiten; • het beschikbare budget. d De periode waarover de PvB loopt De richtlijn die gehanteerd wordt voor de periode waarover de hele PvB (van opdrachtformulering, voorbereiding tot en met verantwoording) loopt, is 16 weken. Welke stappen dienen doorlopen te worden?
Nadat je de opdracht voor de PvB van kerntaak 2 ontvangen hebt, doorloop je de volgende stappen.
Stap
Actie
Week
1
De SB-opleiding bepaalt de exacte periode waarover de PvB loopt. De richtlijn is 16 weken. Je overlegt met de betrokken docent van de opleiding over de aard en de doelgroep met betrekking tot het kleinschalig evenement. Je stelt op hoofdlijnen een helder en haalbaar plan op voor het kleinschalig evenement. Dat wil zeggen: • je verzamelt informatie over de doelgroep; • stelt de vraag/behoefte vast; • bepaalt om wat voor kleinschalig evenement het gaat; • je selecteert een organisatievorm, inventariseert accommodatie, materialen en middelen, beschikbare tijd, begeleiding en andere randvoorwaarden en uit te voeren werkzaamheden; • je bespreekt dit plan met de opdrachtgever of eindverantwoordelijke en stelt eventueel het plan bij. Je levert het plan in bij de beoordelaar vanuit de opleiding. De beoordelaar beoordeelt binnen tien werkdagen na inleveren het plan op basis van de vastgestelde criteria (zie beoordelingsprotocol) en bepaalt of je het plan mag voorbereiden en uitvoeren (go/no go-moment). Indien het resultaat onvoldoende is, kan de PvB niet meer behaald worden en moet je herkansen. De opleiding bepaalt op welke manier en wanneer dit gebeurt. Je bereidt het kleinschalig evenement voor door het opstellen van een voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek. Je werft deelnemers, medewerkers en vrijwilligers, organiseert accommodatie, faciliteiten, materialen en middelen, verzorgt (een deel van) de pr en draagt bij aan het realiseren van de financiële aspecten, zoals het verkrijgen en bewaken van het budget. Je levert het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek in bij de beoordelaar vanuit de opleiding. De beoordelaar beoordeelt binnen tien werkdagen na inleveren het plan op basis van de vastgestelde criteria (zie beoordelingsprotocol). Het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek vallen onder de competentie ‘plannen en organiseren’. Deze competentie moet voldoende zijn om werkproces 2.2 te behalen. Indien het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek onvoldoende zijn, kan de PvB niet meer behaald worden en moet je herkansen. De opleiding bepaalt op welke manier en wanneer dit gebeurt. Je voert het kleinschalig evenement uit.
0
2 3
4 5
6
7
8
6
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
1 2-3
4 5-6
7-10
11-12
13
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Stap
Actie
Week
9
Indien gekozen wordt voor een verantwoordingsverslag dient dit binnen 14-15 vijf werkdagen na afloop van het beoordeelde kleinschalig evenement ingeleverd te worden. De beoordeling dient vervolgens bij voorkeur binnen vijf werkdagen plaats te vinden. Wordt gekozen voor een verantwoordingsgesprek (criteriumgericht interview) dan dient dit binnen tien werkdagen na het einde van het beoordeelde kleinschalig evenement plaats te vinden. Het meest wenselijke is om dit gesprek direct na de beoordeling plaats te laten vinden. Het resultaat wordt direct na afloop bekend gemaakt. Op dat moment ontvang je eveneens het resultaat van het voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek.
10
Je ontvangt het voorlopige resultaat van de PvB. Na beëindiging van de PvB volgens planning, dient de uitslag vastgesteld te worden door de examencommissie.
16
NB In de kolom ‘Week’ staat een richtlijn voor wat betreft de planning. In overleg kan de hele PvB over een kortere of langere (indien daar reden voor is) periode lopen. Go/no go-moment
Het go/no go-moment heeft alleen betrekking op het plan (deel A) dat voor werkproces 2.1 ontwikkeld moet worden. Het plan heeft betrekking op alle competenties van werkproces 2.1: • Samenwerken en overleggen; • Formuleren en rapporteren; • Plannen en organiseren; • Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten. Het plan is voldoende (en je krijgt een go) indien: 1 De competentie ‘Plannen en organiseren’ van werkproces 2.1 voldoende (score 3 of 4) is (de competentie ‘Plannen en organiseren wordt gezien als cruciaal voor het behalen van dit werkproces). 2 Van de overige drie competenties van werkproces 2.1 er minimaal twee voldoende (score 3 of 4) zijn. Het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek moeten voldoende zijn om werkproces 2.2 te behalen. Worden deze als onvoldoende beoordeeld, dan moet je herkansen. Onder welke voorwaarden vindt de uitvoering plaats? (afnamecondities)
a Je voert de proeve zelfstandig uit. Je dient op alle drie de werkprocessen individueel beoordeelbaar te zijn. b Je mag alle hulpmiddelen en relevante informatiebronnen gebruiken zoals die in de beroepspraktijk voorkomen. c De uitvoering wordt beoordeeld door twee beoordelaars: één beoordelaar vanuit de opleiding en één beoordelaar vanuit het werkveld. Het resultaat van de Proeve van Bekwaamheid
De proeve is voldoende als alle drie de werkprocessen met een voldoende zijn beoordeeld.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
7
3 Uitwerking van de onderdelen van de PvB De PvB van kerntaak 2 bestaat uit drie onderdelen: I De planning en voorbereiding, in de vorm van een planningsverslag bestaande uit een globaal plan, voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek. II De uitvoering van het toernooi of evenement. III De verantwoording. Dit gebeurt in een gesprek (verantwoordingsgesprek) of in een verslag (verantwoordingsverslag).
Deel I: Het planningsverslag (plan, voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek) In dit planningsverslag moet je laten zien dat je de volgende werkprocessen beheerst: Werkproces 1: Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement. Werkproces 2: Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor. Deel A bestaat uit de beschrijving van het plan:
• • • • • • • • • •
doelgroep(en); vragen/behoeften van de doelgroep(en); aard (doel) van het toernooi of evenement en globale omschrijving van de activiteiten; van de organisatievorm; de randvoorwaarden onder andere: inventarisatie van accommodatie, materialen en middelen; inventarisatie van benodigde begeleiding; inventarisatie van kosten (benodigd of beschikbaar budget). uit te voeren werkzaamheden; gesprek met de eindverantwoordelijke en mogelijke aanpassingen.
Het resultaat van deel 1 moet zijn: een compleet, helder en haalbaar plan dat is afgestemd met de eindverantwoordelijke. Deel B bestaat uit de beschrijving van het voorbereidend draaiboek en dagdraaiboek: Voorbereidend draaiboek:
• • • • • • • •
de deelnemers (werving, inschrijving, uitnodiging); het programma (uitwerking van activiteiten, opening, slot); de organisatie (organisatievorm, wedstrijdschema, programmaboekje); accommodatie en materialen (regelen, vervoer, inrichten); financiën ((verkrijgen en bewaken van het budget, overzicht inkomsten en uitgaven); publiciteit (pr-werkzaamheden); medewerkers, vrijwilligers (werven, selecteren, informeren); regelgeving, vergunningen, veiligheid (EHBO).
8
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Dagdraaiboek:
Concretisering van de werkzaamheden op de dag zelf bestaande uit: • deelnemers; • het programma; • organisatie (wedstrijdsecretariaat); • accommodatie en materialen; • medewerkers, vrijwilligers; • EHBO. Werkproces 1: Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement Wat vraagt dit werkproces van de student?
De student: • verzamelt informatie over de doelgroep; • stelt de vraag/behoefte vast; • bepaalt om wat voor een wedstrijd, toernooi of evenement het gaat; • selecteert een organisatievorm; • inventariseert accommodatie, materialen en middelen, beschikbare tijd, begeleiding en andere randvoorwaarden; • beschrijft in een plan van aanpak/draaiboek de werkzaamheden die nodig zijn in de voorbereiding; • bespreekt het plan met de eindverantwoordelijke en stelt het plan eventueel bij. Wat moet het gewenste resultaat zijn?
• H et toernooi of evenement sluit aan op de vastgestelde beginsituatie en vraag/behoefte van de doelgroep. • Er is een compleet, helder en haalbaar plan van aanpak/draaiboek dat is afgestemd met de eindverantwoordelijke. Werkproces 2: Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor Wat vraagt dit werkproces van de student?
De student: • werft deelnemers, medewerkers en vrijwilligers of stagiaires; • organiseert accommodatie, faciliteiten, materialen en middelen; • verzorgt (een deel van) de pr; • draagt bij aan het realiseren van de financiële aspecten, zoals het verkrijgen en bewaken van het budget; • ziet toe op het naleven van de wettelijke richtlijnen en veiligheidsvoorschriften en minimaliseert mogelijke risico’s en overlast; • rapporteert aan degene die de eindverantwoordelijkheid draagt. Wat moet het gewenste resultaat zijn?
• Er zijn voldoende medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. • De accommodatie, faciliteiten, materialen en middelen zijn beschikbaar voor veilig en effectief gebruik. • Er zijn voldoende SB-deelnemers. • De financiën zijn op orde. • De wedstrijd, het toernooi of evenement kan met een druk op de knop van start gaan.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
9
Deel II: Uitvoering van het evenement Tijdens de uitvoering moet je laten zien dat je het volgende werkproces beheerst: Werkproces 3: Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit. Werkproces 3: Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit Wat vraagt dit werkproces van de student?
De student: • voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit; • organiseert de ontvangst en uitleg van de activiteiten; • ziet erop toe dat alles volgens het plan van aanpak/draaiboek wordt uitgevoerd; • indien nodig bepaalt hij of en hoe er geïmproviseerd moet worden; • organiseert de afsluiting van de wedstrijd, het toernooi of evenement. Wat moet het gewenste resultaat zijn?
• D e uitvoering van de wedstrijd, het toernooi of het evenement verloopt volgens plan of er wordt bewust van afgeweken in verband met veranderende omstandigheden.
Deel III: De verantwoording in de vorm van een gesprek of verslag In je plan en tijdens de uitvoering heb je tal van keuzes moeten maken. Zo heb je gekozen voor bepaalde sport- en bewegingsactiviteiten, organisatievorm, pr-activiteiten en voor een bepaalde wijze van werven en selecteren van vrijwilligers. Deze keuzes moet je kunnen verantwoorden. Mogelijk ben je tijdens de uitvoering afgeweken van het oorspronkelijke plan. In het gesprek of in het verslag moet je verantwoorden waarom je bepaalde keuzes gemaakt hebt en waarom je eventueel afgeweken bent van de planning. We willen graag horen (gesprek) of lezen (verslag) of je weet waarom je dingen op een bepaalde manier doet: of je bewust bekwaam bent. Ook willen we graag weten of je een volgende keer dingen anders zou doen en waarom je het zou veranderen of verbeteren. In het gesprek kan gevraagd worden om een toepassing naar een andere situatie of doelgroep te maken. De inhoud van het verantwoordingsverslag
1
Een verantwoording en evaluatie van de planning en de organisatie. a Heb je het doel behaald (productevaluatie)? b Hoe liep de voorbereiding, de planning en de uitvoering (procesevaluatie)? • functioneerde het plan (doelgroepomschrijving, organisatievorm, inschatting benodigde materialen, middelen, tijd en kosten)? • functioneerde het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek (programma, de organisatie, financiën en pr, vrijwilligers, vergunningen, veiligheid, EHBO)? • verantwoording van onder andere de planning, de gekozen organisatievorm, de SB-activiteiten, de pr, de inzet van vrijwilligers. 2 Een verantwoording en evaluatie van mogelijke veranderingen en aanpassingen. Verantwoording en evaluatie van mogelijke veranderingen of aanpassingen die je hebt gedaan in de planning, SB-activiteiten, organisatie en dergelijke. Geef aan waarom je veranderingen doorgevoerd hebt en of dit het gewenste resultaat opgeleverd heeft. 3 Algemene evaluatie over wat er goed en minder goed is gegaan en wat je ervan geleerd hebt. Tot slot geef je aan wat je eventueel anders of beter had kunnen doen.
10
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Wat moet het resultaat zijn?
Je hebt goed uitgelegd waarom je de dingen op jouw manier gedaan hebt en waarom sommige dingen anders gelopen zijn dan gepland. Je toont aan dat je weet waarom je dingen doet. Je laat blijken dat je de competenties ‘Plannen en organiseren’ en ‘Omgaan met verandering en aanpassen’ beheerst.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
11
4 Cesuur en waardering De grens tussen voldoende en onvoldoende (cesuur)
Je hebt de PvB en dus je kerntaak 2 behaald indien je alle drie de werkprocessen met minimaal een voldoende hebt afgesloten. Je wordt dus op alle drie de werkprocessen apart beoordeeld. Elk werkproces kent dan ook een eigen beoordelingsprotocol. Per werkproces is een grens vastgesteld die aangeeft of het werkproces voldoende of onvoldoende wordt beheerst. Deze grens wordt de cesuur genoemd. De cesuur (grens) tussen voldoende en onvoldoende ligt bij alle werkprocessen op 75%. In de beoordelingsprotocollen is aangegeven wanneer een werkproces behaald is. Van score naar cijfer (waardering)
Deze Proeve van Bekwaamheid biedt de mogelijkheid om de eindscore om te zetten in een cijfer: • Indien de PvB behaald is en de student dus alle drie de werkprocessen voldoende heeft afgesloten, kan de eindscore volgens de tabel (bijlage blz.20) omgezet worden in een cijfer. Zo leidt een score van 33 tot het cijfer 5.5, een score van 42 tot het cijfer 7.6 en een score van 52 tot een 10. • Indien de PvB niet behaald is, kan het resultaat als volgt vertaald worden naar een cijfer: - 3 werkprocessen onvoldoende = cijfer 3.0; - 2 werkprocessen onvoldoende = cijfer 4.0; - 1 werkproces onvoldoende = cijfer 5.0.
12
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
5 Beoordelingscriteria Je moet laten zien dat je de werkprocessen van kerntaak 2 beheerst. Voor elk werkproces is beschreven wat het gewenste resultaat moet zijn (zie paragraaf 3 uitwerking van de onderdelen). Je komt tot dit gewenste resultaat als je over een bepaald aantal competenties beschikt. Zo dien je voor het werkproces 2.1 ‘Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement’ te beschikken over onder andere de competenties ‘Samenwerken en overleggen, ‘Formuleren en rapporteren’ en ‘Plannen en organiseren’. Je laat zien dat je over de vastgestelde competenties beschikt door te voldoen aan de zogenaamde prestatie indicatoren. Je laat zien dat je de competentie ‘Samenwerken en overleggen’ beheerst door onder andere deskundige te raadplegen en af te stemmen met de eindverantwoordelijke. Deze indicatoren zijn terug te vinden in het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7). Per werkproces is aangegeven op welke competenties je beoordeeld wordt.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
13
6 Beoordelingsinstructie Overzicht van te beoordelen werkprocessen en onderdelen van de PvB
Werkproces Onderdeel
Werkproces 1
Planningsverslag
Werkproces 2
X
Uitvoering Verantwoording
Werkproces 3
X X
X X
Onafhankelijkheid en het vier-ogen-principe
De kracht van de beoordeling neemt toe indien er sprake is van een onafhankelijke beoordelaar en wanneer meerdere beoordelaars (vier-ogen-principe) je beoordelen. Deze principes kunnen in elk onderdeel (planning, uitvoering en verantwoording) terugkomen, maar ook in een of meerdere onderdelen. Zo kan de uitvoering beoordeeld worden door een onafhankelijke beoordelaar en vindt het criteriumgericht interview plaats met twee beoordelaars. De concrete invulling en de verantwoording is de verantwoordelijkheid van de betreffende opleiding. Beoordeling deel I: planningsverslag
Het planningsverslag (deel A en B) wordt beoordeeld door (bij voorkeur) een onafhankelijke beoordelaar vanuit de opleiding of het werkveld. Bij voorkeur beoordeelt een beoordelaar het hele werkproces. Instructie beoordeling deel A (het plan)
In week 4 ontvangt de beoordelaar het plan voor het kleinschalig evenement van jou. De beoordelaar beoordeelt binnen tien werkdagen na inleveren het plan op basis van de vastgestelde criteria (zie paragraaf 6 en 7) en bepaalt of je het plan mag uitvoeren (go/ no go-moment). Het plan dient dus voldoende te zijn om toegelaten te worden tot de voorbereiding (werkproces 2.2) en uitvoering (werkproces 2.3). Laatste deel van de alinea wordt vervangen door de tekst: Het plan is voldoende indien: 1 De competentie ‘Plannen en organiseren’ van werkproces 2.1 voldoende (score 3 of 4) is. 2 Van de overige drie competenties van werkproces 2.1 er minimaal twee voldoende (score 3 of 4) zijn. De beoordeling
De beoordelingen gebeuren aan de hand van beoordelingsprotocollen (zie paragraaf 7) op basis van een vierpuntsschaal. Ter bepaling van de score (1, 2, 3 of 4) dient door de beoordelaars het onderstaand schema gebruikt te worden.
14
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Niveau van beheersing Niveau typering
1
2
3
4
Niet beoordeelbaar
Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen
Behoeft kleine verbeteringen
Voldoet volledig
Handelt / beschrijft / communiceert ONDER DE MAAT. Handelt / beschrijft / communiceert niet adequaat op dit onderdeel.
Handelt / beschrijft / communiceert ZWAK.
Handelt / beschrijft / communiceert meestal VOLDOENDE. Handelt / beschrijft / communiceert zoals van een beginnend beroepskracht verwacht wordt.
Handelt / beschrijft / communiceert ADEQUAAT. Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie beter dan van een beginnend beroepskracht vereist is.
Is niet zeker van zichzelf.
Twijfelt erg.
Is zeker van zichzelf.
Schiet te kort op onderdelen. Er is niet / nauwelijks resultaat.
Optreden is nauwelijks adequaat. Het resultaat is onbevredigend.
Optreden is meestal adequaat. Het resultaat voldoet aan de minimale eisen.
slecht
onvoldoende
voldoende
Is vastberaden en daadkrachtig. Optreden is naar verwachting en sterk. Het resultaat stijgt boven de minimale eisen uit. goed
Handelt / beschrijft / communiceert niet binnen het toelaatbare van de kwaliteitseisen.
Onvoldoende beoordeling
Als de beoordeling van het plan onvoldoende is, heb je recht op een herkansing. Afhankelijk van aard van de gebreken van het plan bepaalt de opleiding, eventueel in overleg met het werkveld, wat de nieuwe/ gewijzigde opdracht wordt. Je hebt het recht om binnen tien werkdagen het planningsverslag opnieuw in te leveren. Bij een voldoende doet de beoordelaar nog geen uitspraak ten aanzien van het exacte resultaat van het plan. Instructie beoordeling deel B (voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek)
Volgens de richtlijn ontvangt de beoordelaar in week 11 en 12 deel B van het planningsverslag bestaande uit het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek. Het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek worden beoordeeld aan de hand van de competenties ‘presenteren 1’ en ‘plannen en organiseren’ (zie paragraaf 7 beoordelingsprotocollen). Het beheersen van de competentie ‘plannen en organiseren’ wordt als cruciaal gezien voor werkproces 2.2. Dit betekent dat het voorbereidingsdraaiboek en het dagdraaiboek voldoende moeten zijn om dit werkproces en dus de PvB te behalen. De competentie ‘presenteren 2’ en de competentie ‘instructie en procedures opvolgen’ worden in de praktijk beoordeeld. In het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7) wordt dit duidelijk gemaakt. Beoordeling deel II: uitvoering van het toernooi of evenement
De uitvoering wordt beoordeeld door bij voorkeur twee onafhankelijke beoordelaars: Een beoordelaar vanuit de opleiding en een beoordelaar vanuit het werkveld (bijvoorbeeld vanuit de organisatie waarvoor het kleinschalig evenement georganiseerd wordt).
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
15
Instructie
Het is belangrijk dat de beoordelaar voor de afname het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7) goed doorneemt, zodat de beoordelaar goed op de hoogte is van de onderdelen die beoordeeld moeten worden. Tijdens de beoordeling van de uitvoering verdient het de voorkeur dat de beoordelaars nauwkeurig rapporteren wat ze feitelijk waargenomen hebben. Op basis van deze aantekeningen wordt dan het beoordelingsprotocol onafhankelijk van elkaar ingevuld. Hierbij is het belangrijk dat ze tussentijds geen overleg met elkaar hebben. Vervolgens vindt er overleg plaats tussen de twee beoordelaars en komt men tot één beoordeling van de uitvoering. Dit protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. De beoordeling van de uitvoering van het toernooi of evenement gebeurt aan de hand van een vierpuntsschaal (zie schema). Onvoldoende beoordeling
Indien de uitvoering (werkproces 3) onvoldoende is, heb je recht op een herkansing. Afhankelijk van aard van de gebreken tijdens de uitvoering bepaalt de opleiding, eventueel in overleg met het werkveld, wat de nieuwe/gewijzigde opdracht wordt. Beoordeling deel III: verantwoording A. Beoordeling aan de hand van het gesprek
Het criteriumgericht interview wordt beoordeeld door bij voorkeur twee onafhankelijke beoordelaars: Een beoordelaar vanuit de opleiding en een beoordelaar vanuit het werkveld (bijvoorbeeld vanuit de organisatie waarvoor het toernooi of evenement georganiseerd wordt) of twee beoordelaars vanuit de opleiding. Bij het verantwoordingsgesprek wordt beoordeeld of je in staat bent jouw keuzes te verantwoorden en of je in staat bent tot het maken van een vertaling (transfer) naar vergelijkbare situaties relevant voor het beroepsprofiel. Hierbij gaat het om de beoordeling van de competenties ‘Plannen en organiseren 2’ en ‘Omgaan met verandering en aanpassen 2’, zoals opgenomen aan het einde van het protocol van werkproces 3. Instructie
Het is belangrijk dat de beoordelaar voor de afname het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7) goed doorneemt, zodat de beoordelaar goed op de hoogte is van de onderdelen die beoordeeld moeten worden. Het verdient de voorkeur om tijdens het gesprek nauwkeurig te rapporteren wat letterlijk door de student gezegd wordt. Dit kan gebeuren aan de hand van de bijlage ‘STAR(R)T- rapportage’. Op basis van deze aantekeningen wordt dan het beoordelingsprotocol (onderste gedeelte van protocol van werkproces 3) onafhankelijk van elkaar ingevuld. Hierbij is het belangrijk dat ze tussentijds geen overleg met elkaar hebben. Vervolgens vindt er overleg plaats tussen de twee beoordelaars en komt men tot één beoordeling van de uitvoering. Dit protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. STAR(R)T-methode
Bij voorkeur dienen de beoordelaars gebruik te maken van de STAR(R)T-methode. De letters staan voor de fases waaruit het beoordelingsgesprek is opgebouwd in deze methode. Eerst wordt de Situatie verkend,
16
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
vervolgens de Taken van de student, dan de Acties en de Resultaten van die acties. Daarna worden eventueel de Reflectie en de Transfer besproken. De beoordeling gebeurt aan de hand van een vierpuntsschaal (zie schema) B. Beoordeling aan de hand van het verslag
Het verslag wordt door een of twee (onafhankelijke) beoordelaars beoordeeld. In geval van meerdere beoordelaars, beoordelen ze het verslag onafhankelijk van elkaar en proberen ze achteraf tot overeenstemming te komen. Aan de hand van het verslag wordt beoordeeld of je gemaakte keuzes en verrichte werkzaamheden kunt verantwoorden. Zo heb je gekozen voor bepaalde SB-activiteiten, een organisatievorm, een pr-strategie en voor een bepaalde inzet van vrijwilligers. In het verslag leg je uit waarom je het op die manier gedaan hebt en of je het doel behaald hebt. Ook kan het zijn dat je bewust afgeweken bent van de planning en bepaalde aanpassingen hebt gedaan. Ook dat verantwoord je in je verslag. Je beschrijft wat er goed en minder goed is gegaan en wat je eventueel anders, beter had kunnen doen. Het gaat om de beoordeling van de competenties ‘Plannen en organiseren 2’ en ‘Omgaan met verandering en aanpassen 2’, zoals opgenomen aan het einde van het protocol van werkproces 3. Onvoldoende beoordeling
Als de verantwoording als onvoldoende wordt beoordeeld, is de proeve niet behaald en die je te herkansen. Afhankelijk van de aard van de gebreken tijdens dit gesprek bepaalt de opleiding op welke manier je aanvullende bewijslast moet leveren om aan te tonen dat je wel bewust bekwaam bent.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
17
6 Beoordelingsprotocollen 1 Beoordelingsprotocol werkproces 2.1 2 Beoordelingsprotocol werkproces 2.2 3 Beoordelingsprotocol werkproces 2.3
18
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
1. Beoordelingsprotocol werkproces 2.1 Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement Deel I (planningsverslag): A. Het plan
Datum:
Naam deelnemer:
Gewenst resultaat Het toernooi of evenement sluit aan op de vastgestelde beginsituatie en vraag/behoefte van de doelgroep. Er is een compleet, helder en haalbaar plan dat is afgestemd met de eindverantwoordelijke. Bijzonderheden:
Naam beoordelaar :
Handtekening beoordelaar :
Beoordeling Beoordeling van het plan 1
2
3
4
Samenwerken en overleggen
1
De student: • overlegt en stemt zodanig af met betrokkenen en eindverantwoordelijke dat er een realistisch plan beschreven is wat aansluit op de vraag/behoefte van de doelgroep
Opmerkingen:
Formuleren en rapporteren
1
De student: • schrijft het plan in correct en helder Nederlands • beschrijft een duidelijk plan dat een logische opbouw kent
Opmerkingen:
Plannen en organiseren
1
De student: • heeft de doelgroep correct en volledig beschreven • heeft correct de aard en inhoud van het toernooi of evenement beschreven • heeft correct de organisatievorm beschreven • heeft een realistische inschatting van benodigde accommodatie, materialen en middelen gemaakt • heeft een haalbare tijdsplanning gemaakt • heeft een realistische inschatting van het aantal medewerkers/begeleiders gemaakt • heeft een realistische inschatting van de kosten gemaakt • heeft bij de planning rekening gehouden met eventuele veranderende omstandigheden
Opmerkingen:
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten De student: • heeft de vraag/behoefte van de doelgroep correct geïnventariseerd en beschreven • zorgt dat de geplande activiteiten aansluiten bij de vraag/ behoefte van de doelgroep
1
2
2
2
2
3
3
3
3
4
4
4
4
Opmerkingen:
Om werkproces 2.1 te behalen, moet je voldoen aan de volgende twee eisen: 1 Voor de competentie ‘Plannen en organiseren’ dien je de score 3 of 4 te behalen. 2 Van de overige drie competenties moet je voor minimaal twee van de drie de score 3 of 4 behalen.
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
19
Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom ‘opmerkingen’ worden gebruikt.
Eindoordeel werkproces 2.1 Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement NB Neem het eindoordeel over op het document Totaalscore Behaald Niet behaald ‘eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid’ werkproces 2.1
20
Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
2. Beoordelingsprotocol werkproces 2.2 Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor Deel I (planningsverslag): B. Voorbereidingsdraaiboek en dagdraaiboek
Datum:
Naam deelnemer:
Gewenst resultaat Er zijn voldoende medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. De accommodatie, faciliteiten, materialen en middelen zijn beschikbaarvoor veilig en effectief gebruik. De sport- en bewegingsleider heeft een effectieve bijdrage geleverd aan de financiële aspecten en er zijn voldoende SB-deelnemers. De wedstrijd, het toernooi of evenement kan met een druk op de knop van start gaan.
Naam beoordelaar :
Handtekening beoordelaar:
Bijzonderheden:
Beoordeling: Beoordeling van het plan 1
2
Presenteren 1
1
2
De student: • presenteert het plan van aanpak zodanig dat het vertrouwen en enthousiasme oproept • presenteert het plan van aanpak zodanig professioneel dat aan de randvoorwaarden (SB-deelnemers, medewerkers, accommodatie, financiën) voldaan wordt
Opmerkingen:
Plannen en organiseren
1
De student: • heeft alle onderdelen van het voorbereidingsdraaiboek voldoende beschreven: de deelnemers, het programma, de activiteiten, de organisatie, accommodatie en materialen, financiën en pr, medewerkers, vrijwilligers, regelgeving, vergunningen, veiligheid (EHBO) • heeft alle werkzaamheden in het dagdraaiboek voldoende beschreven: deelnemers, programma, organisatie, accommodatie en materialen, medewerkers, vrijwilligers, EHBO
Opmerkingen:
2
3
3
4
4
Beoordeling tijdens de praktijk 3
4
Instructies en procedures opvolgen
1
De student: • past de wettelijke richtlijnen en veiligheidsvoorschriften correct toe • ziet toe op het naleven van richtlijnen en veiligheidsvoorschriften tijdens het toernooi of evenement
Opmerkingen:
Presenteren 2
1
De student: • toont enthousiasme • stemt de vorm en inhoud van de communicatie af op de toehoorders (deelnemers, medewerkers)
Opmerkingen:
© Uitgeverij Angerenstein 2012
2
2
3
3
4
4
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
21
Om werkproces 2.2 te behalen, moet je voldoen aan de volgende twee eisen: 1 Voor de competentie ‘Plannen en organiseren’ dien je de score 3 of 4 te behalen. 2 Van de overige drie competenties moet je voor minimaal twee van de drie de score 3 of 4 behalen. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom ‘opmerkingen’ worden gebruikt.
Eindoordeel werkproces 2.2 Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor NB Neem het eindoordeel over op het document Totaalscore Behaald Niet behaald ‘eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid’ werkproces 2.2
22
Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
3. Beoordelingsprotocol werkproces 2.3 Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit Deel II: Uitvoering
Datum:
Naam deelnemer:
Gewenst resultaat De uitvoering van het toernooi of het evenement verloopt volgens plan of er wordt bewust van afgeweken in verband met veranderende omstandigheden.
Naam beoordelaar 1:
Bijzonderheden:
Naam beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 2: Beoordeling:
Beoordeling tijdens uitvoering 1
2
3
Presenteren
1
2
De student: • geeft tijdens het ontvangst op enthousiaste wijze uitleg over de activiteiten • brengt de belangrijkste punten krachtig naar voren • toont enthousiasme
Opmerkingen:
Plannen en organiseren 1
1
De student: • regelt de organisatie omtrent ontvangst, uitvoering en afsluiting • bewaakt de voortgang, controleert regelmatig of alles volgens draaiboek verloopt en grijpt zo nodig in
Opmerkingen:
Omgaan met veranderingen en aanpassen 1
1
De student: • verandert de aanpak als de omstandigheden daarom vragen • blijft zelfverzekerd en goed functioneren in onzekere omstandigheden • lost eventuele problemen systematisch op • handelt zodanig dat gestelde doelen behaald worden
Opmerkingen:
2
2
3
3
3
4
4
4
Beoordeling van de verantwoording 4
5
Plannen en organiseren 2
1
De student: • verantwoordt helder en overtuigend gemaakte keuzes t.a.v. de planning (plan, voorbereidingsdraaiboek, dagdraaiboek) • verantwoordt helder en overtuigend gemaakte keuzes t.a.v. de uitvoering • maakt op overtuigende wijze de transfer naar vergelijkbare beroepssituaties (indien CGI gekozen wordt)
Opmerkingen:
Omgaan met veranderingen en aanpassen 2
1
• v erantwoordt helder en overtuigend aanpassingen in de planning • verantwoordt helder en overtuigend aanpassingen in de uitvoering • maakt op overtuigende wijze de transfer naar vergelijkbare beroepssituaties (indien CGI gekozen wordt)
Opmerkingen:
© Uitgeverij Angerenstein 2012
2
2
3
3
4
4
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
23
Om werkproces 2.3 te behalen, moet je voldoen aan de volgende twee eisen: 1 Voor beide competenties die beoordeeld worden tijdens de verantwoording (Plannen en organiseren 2 en Omgaan met veranderingen en aanpassen 2) dien je de score 3 of 4 te behalen. 2 Van de overige drie competenties moet je voor minimaal twee van de drie de score 3 of 4 behalen. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom ‘opmerkingen’ worden gebruikt.
Eindoordeel werkproces 2.3 Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit NB Neem het eindoordeel over op het document Totaalscore Behaald Niet behaald ‘eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid’ werkproces 2.3
24
Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid Kerntaak 2 Naam student OV-nr student Plaats van afname Naam beoordelaar 1 Naam beoordelaar 2 (eventueel) Naam beoordelaar 3
Totaalscore werkproces 2.1
Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement
2.2
Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor
2.3
Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit
Behaald
Niet behaald
Totaalscore kerntaak:
Eindcijfer:
Eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid
Datum:
© Uitgeverij Angerenstein 2012
Handtekening beoordelaar 1:
Handtekening beoordelaar 2:
Kwalificerende beoordeling kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
25
Bijlage Omzet tabel van score naar cijfer PvB Kerntaak 2 ‘Het evenement’
Score
Cijfer
33
5.5
34
5.7
35
6.0
36
6.2
37
6.4
38
6.7
39
6.9
40
7.2
41
7.4
42
7.6
43
7.9
44
8.1
45
8.3
46
8.6
47
8.8
48
9.1
49
9.3
50
9.5
51
9.8
52
10.0
26
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 2 Organiseren van wedstrijden, toernooien of evenementen
© Uitgeverij Angerenstein 2012