Proefexamen PsBK3 Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg
Dit proefexamen PsBK3 bestaat uit 2 cases met bijbehorende open vragen. Het werkelijke examen PsBK3 bestaat uit 6 cases met bijbehorende open vragen. Duur van het examen PsBK3 is 90 minuten.
© 2015, CECZ Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Dit proefexamen bestaat uit 2 cases met daarover, in totaal, 6 vragen. Dit proefexamen is bedoeld om u een indruk te geven van wat u kunt verwachten op het werkelijke examen. U kunt aan dit proefexamen geen rechten ontlenen.
Casus 1 Manja is een vrouw van 37. Ze is moeder van 2 kleine kinderen, een tweeling van 1,5 jaar. Manja zit niet lekker in haar vel. Ze voelt zich down, slaapt slecht en denkt negatief over zichzelf. Ze vindt zichzelf een waardeloze moeder. Manja gaat naar een hulpverlener toe uit uw vakgebied, met als doel zich weer beter te voelen.
Vraag 1 Waar hangt het van af of, in het geval van Manja, gesproken kan worden van een depressieve stoornis? Noem 2 essentiële punten. (max. aantal te behalen punten: 8). Vraag 2 Later in het hulpverleningstraject blijkt dat Manja moeite heeft met het verzorgen en opvoeden van de tweeling. Zo verschoont Manja soms de hele dag geen luiers. Ze kan het niet aan en weet niet goed hoe het moet. De hulpverleenster stelt voor dat Manja hulp (informele hulp dan wel professionele hulp) vraagt bij de verzorging en opvoeding van de tweeling. Maar dat wil Manja absoluut niet. Ze wil niet dat andere mensen denken dat ze een slechte moeder is. Beschrijf het dilemma waar de hulpverlener voor staat (max. aantal te behalen punten: 8). Vraag 3 De volgende keer dat de hulpverlener Manja ziet, heeft ze haar man meegenomen. Deze wacht in de wachtkamer tot Manja klaar is. De hulpverlener ziet de man dus maar kort. Toch heeft de hulpverlener sterk de indruk dat de man onder invloed is van alcohol. Geef 5 lichamelijke signalen van de man die hierop kunnen wijzen (max. aantal te behalen punten: 5).
2
Casus 2 Een vrouwelijke hulpverlener uit uw vakgebied ziet, als cliënt, geregeld een vrouw van 44 jaar die last heeft van werkstress, waar ze graag van af wil. Daarom is ze ook naar de hulpverleenster gekomen. Tijdens de sessies met de hulpverleenster wil de vrouw haar verhaal kwijt en vertelt ze veel. Op een dag vertelt de cliënte hoe haar man verschillende keren is vreemdgegaan en haar slecht behandelt. De hulpverleenster leeft mee, en probeert te troosten. Als de vrouw tijdens dit verhaal begint te huilen geeft de hulpverleenster de cliënte een knuffel en zegt ze: ‘We zoeken samen wel een oplossing’.
Vraag 4 Als de hulpverleenster aan een collega vertelt hoe ze met de huilende cliënte is omgegaan, vindt deze dat de hulpverleenster dat niet goed heeft aangepakt. Geef twee argumenten voor zijn standpunt en licht deze toe (max. aantal te behalen punten: 6). Vraag 5 Wat had, in het geval van deze casus, de hulpverleenster beter kunnen zeggen en doen in reactie op het verhaal van de cliënte en waarom? Geef 2 punten aan die de hulpverleenster het beste kan doen en 2 citaten van wat de hulpverleenster het beste kan zeggen (max. aantal te behalen punten: 8). Vraag 6 Later blijkt dat er, twee jaar geleden, bij de cliënte een histrionische persoonlijkheidsstoornis (ook wel theatrale persoonlijkheidsstoornis genoemd) is vastgesteld. Welk licht werpt dit feit op het verhaal van de cliënte over de situatie met haar man? Leg ook uit waarom (max. aantal te behalen punten: 6).
3
Antwoordmodel Proefexamen PsBK3
Casus 1 Vraag 1 (maximaal te behalen punten: 8) Kandidaat dient de volgende 2 punten te benoemen: Duur van de symptomen: De klachten moeten minimaal 2 weken bijna dagelijks aanwezig zijn, waarbij de centrale klacht is: sombere stemming en/of verlies van interesse en plezier. (4 punten) Gevolgen voor functioneren: De symptomen veroorzaken lijdensdruk en zorgen ervoor dat Manja niet goed meer kan functioneren. (4 punten) Niet: opnoemen van allerlei losse symptomen, deze staan ook al in de casus. Het gaat echt om de duur van de symptomen en de gevolgen ervan voor het functioneren. Vraag 2 (maximaal te behalen punten: 8) Modelantwoord met puntenverdeling: Er staan hier 2 zaken tegenover elkaar. De kinderen hebben recht op hulp, hun (levens)belang staat op het spel (3 punten). Manja heeft echter ook het recht om geen hulp te willen: het recht op autonomie (3 punten). De kinderen helpen, bijvoorbeeld door de huisarts in te schakelen, betekent dat de hulpverleenster dit recht op autonomie schendt. Bovendien zou ze dan haar beroepsgeheim schenden (2 punten). Vraag 3 (maximaal te behalen punten: 5) Modelantwoord met puntenverdeling: Het gaat om zichtbare symptomen van alcoholgebruik. Per correct punt 1 punt (max 5): De man lijkt het erg warm te hebben/transpireert De man komt lichamelijk onhandig of traag over De man heeft verwijde pupillen De man praat met dubbele tong. De man lijkt nogal ongeremd in zijn uitlatingen en emoties De man heeft rode ogen Man komt warrig over
4
Casus 2 Vraag 4 (maximaal te behalen punten: 6) Modelantwoord met puntenverdeling: De student dient 2 van onderstaande argumenten te geven, waaronder per se het eerste. Per correct argument 3 punten, maximaal 6 punten. 1. Met de opmerking ‘we zoeken samen wel naar een oplossing’ suggereert de hulpverleenster dat ze hulp gaat bieden bij de huwelijksproblemen van de cliënte. De hulpvraag van de vrouw – dus de reden dat deze bij de hulpverleenster zit – betreft een vermindering van werkstress. De huwelijksproblemen vallen buiten deze hulpvraag. 2. Het ongevraagd aanraken en omarmen van een cliënt kan goed bedoeld zijn vanuit de hulpverleenster, maar ongewenst zijn vanuit de cliënte. De hulpverleenster betreedt hier teveel de persoonlijke ruimte van de cliënte. 3. De ongevraagde knuffel kan het verkeerde signaal afgeven en door de cliënte worden opgevat als een teken van seksuele interesse of intimidatie in plaats van troost. Vraag 5 (maximaal te behalen punten: 8) Modelantwoord met puntenverdeling: Doen: Student dient de volgende 2 zaken te benoemen. (per correct punt 2 punten, maximaal 4 punten): Luisteren/meeleven Als de man dat wil, hem doorverwijzen naar iemand die hem kan helpen bij de huwelijksproblemen. Zeggen: Mogelijk goede antwoorden dienen de volgende te zijn of varianten daarop (per correct punt 2 punten, maximaal 4 punten) Iets meelevends, zoals: ‘Wat ontzettend vervelend voor u’ Vragen of de man hulp zoekt bij zijn huwelijksproblemen: ‘Wilt u ook hulp bij uw huwelijksproblemen? Dan kan ik u doorverwijzen naar een relatietherapeut’. Niet: een oplossing voor de vrouw zoeken, zelf helpen bij de huwelijksproblemen als de men hiertoe niet bevoegd is, de emoties negeren omdat deze niet gaan over werkstress. Vraag 6(maximaal te behalen punten: 6) Modelantwoord met puntenverdeling: (per correct punt 3 punten, maximaal 6 punten) De hulpverleenster weet nu niet meer of het verhaal wel helemaal waar is. Reden: De histrionische of theatrale persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door overdreven heftige emoties en dramatisch gedrag. Men wil voortdurend het middelpunt van de aandacht zijn en probeert steeds de aandacht te trekken. Het kan dus best zijn dat de cliënte de verhalen over vreemdgaan heeft verzonnen of overdreven en helemaal niet zo intens verdrietig is als ze deed blijken. Niet: de diagnose is al 2 jaar geleden en geldt dus niet meer. Persoonlijkheidsstoornissen zijn chronisch stoornissen die niet zomaar over gaan.
5