proef n i e j n a p s n a v e t s e b t he
REIZ& Magazine TENERIFE
WANDELEN IN DE WOLKEN
CAMINO DEL CID
BURGOS - VALENCIA
MÁLAGA
SARDINAS & CERVEZA
FLY-DRIVE: A CORUÑA - BILBAO CATALONIË, ACHTER DE COSTA
Spanje Inhoud COLOFON
EL CAMINO DEL CID
900 jaar geleden vocht El Cid zich een weg van Burgos naar Valencia, een 1000 kilometer lange veldtocht. Wie vandaag El Cid volgt, ziet bruggen, poorten en kastelen uit zijn tijd. Plus: wrede natuur, smakelijk eten en heel veel ruimte. Pagina 8-13
Deze bijlage hoort bij REIZEN Magazine 3 2013 Samenstelling: Redactie REIZEN Magazine Vormgeving: Colorscan BV, Voorhout, www.colorscan.nl Drukker: Habo DaCosta BV, Vianen Bladcoördinatie: MMU Realisatie ANWB Uitgever: ANWB Media Sales
Deze special is een initiatief van het Spaans Verkeersbureau in Den Haag.
[email protected] www.spain.info/nl SpanjeinNederland SpanjeNederland
PRAKTISCH Pagina 26-27
MÁLAGA
TENERIFE
Je landt, laat de stad links liggen en rijdt naar een badplaats aan de Costa del Sol. REIZEN Magazine blijft juist in Málaga en ontdekt een Spaanse oase. Pagina 14-17
2 | PROEF SPANJE
Te voet over strand, uiteraard, maar ook door bizarre kloven, lavavelden en mysterieus bos. Pagina 4-6
PROEF SPANJE
Spanje Voorwoord
Milagros Montes, Directeur Spaans Verkeersbureau
FLY-DRIVE A CORUÑA – BILBAO
Autoroute over de kruin van het Iberisch schiereiland, langs kliffen, baaien en verukkelijke pinchos. Pagina 22-25
Harri Theirlynck, Hoofdredacteur REIZEN Magazine (ANWB)
A Coruña Bilbao Burgos
Girona Valencia
Málaga
roef p SPANJE in REIZEN Magazine
Tenerife
CATALONIË ACHTER DE COSTA Bij Girona rechtsaf. Een fly-drive via boogbrugdorpen, de wieg van Gaudí en een kloof die de Gorges du Verdon doet verbleken. Pagina 18-21
Ervaren, experimenteren, proeven, meemaken, beleven... oftewel PROEF SPANJE. Wij nodigen u hierbij uit. De afgelopen drie jaar heeft het Spaans Verkeersbureau de beste verhalen over Spanje willen belonen. Verschillende jury’s hebben zo’n honderd reportages over gastronomie, cultuur en natuur in Spanje gelezen en beoordeeld. En de allerbeste is ieder jaar bekroond met de Proef Spanje-prijs. Maar liefst vijf finalisten (twee daarvan hebben de prijs gewonnen) werden in REIZEN Magazine gepubliceerd. Hun reportages presenteren wij vol trots in de voor u liggende special: ‘Het beste van Spanje in REIZEN Magazine’. Maar u als Spanje-liefhebber heeft zeker ook mooie verhalen over Spanje te vertellen. We zouden ze graag willen lezen. U kunt ze ons toesturen via
[email protected]. Proef
Spanje en geniet!
Veel leesplezier! PROEF SPANJE | 3
p Tenerife oWINTERWANDELEN 4 | PROEF SPANJE
Spanje Tenerife
Het geheimzinnige Pino Alto
W
Druppels vallen van met baardmos behangen takken, ze ploffen op het zachte tapijt van dennennaalden. Een laaghangende wolk kleurt de omgeving witgrijs. Terwijl ik mijn voeten geluidloos op de verende bodem plaats, doemen vanuit de melkachtige mist grillige gestaltes op. Knoestige stammen van eeuwenoude pijnbomen. In het woud van Pino Alto realiseren we ons dat deze omgeving toch wel heel anders is dan het beeld dat veel mensen van Tenerife hebben: een zon & zee-eiland, met betonnen vakantieparken, boulevards vol touringcars en overvolle zwembaden. Maar in Pino Alto is niets van dit alles te bekennen. Hier heerst een serene stilte, die slechts wordt onderbroken door het gedruppel van gecondenseerde mist en het zachte suizen van de naaldtakken in de wind. Hier ruik je geen zonnebrandolie noch frituurvet, maar geurt het naar hars en dennennaalden. In dit bos ontmoet je de natuur van Tenerife zoals je die niet in de brochures ziet: ruig en ongepolijst. We wandelen over het scheenbeen van de enorme reus die het eiland heeft gevormd: El Teide. Qua volume de derde vulkaan op aarde; een kegel die 3718 meter uit de golven van de Atlantische Oceaan oprijst. De hoogste piek van Spanje. Pijnbomen wortelen in poreus puimsteen. Brokstukken, ooit door El Teide uitgebraakt. Vulkaanas heeft een vruchtbare bodem opgeleverd, waarop een waslijst aan planten groeit die je nergens anders tegenkomt. Je kunt dus zeggen: El Teide is Tenerife en Tenerife is El Teide. Ook zorgt de berg voor een klimaatscheiding. De noordoostpassaat stuwt vochtige lucht tegen de noordflank waardoor zich wolken vormen. En mede door het zeewater en die wolken is de temperatuur in alle seizoenen vrijwel gelijk. Een natuurlijke broeikas met sprenkelinstallatie, want het resultaat van de continue aanvoer van vochtige lucht is dat het aan de noordkust veel regent. Op de lagere noordelijke hellingen van het eiland tref je daardoor wijnranken, bananenbomen en palmen. Een tweede gevolg van de noordoostpassaat is dat het aan de andere kant van de berg weinig regent. Hoe zuidelijker je op Tenerife komt, hoe droger het is. Alleen daar, op die zuidelijkste uitlopers van Tenerife, vind je de badplaatsen. Wij weten dat, maar we zien ze niet. Want wij wandelen door een nevelbos dat is versierd met in de wind wapperend baardmos. Grijsgroen en geheimzinnig.
In Tibet in mei 2011 overleed de volstrekt unieke Ronald Naar. Met instemming van zijn nabestaanden publiceerden wij dit artikel, dat Ronald eerder dat jaar voor REIZEN Magazine schreef.
Eerste associatie bij Tenerife? Volle stranden & luid discogedreun. Maar dit vooroordeel klopt alleen in enkele enclaves aan de zuidkust. Wie die kust de rug toekeert, zwerft al snel in nevelwoud of door bizarre kloven. Tekst en fotografie: Ronald Naar
PROEF SPANJE | 5
La Oratava
Hoogtepunt: Pico del Teide Dat Tenerife uit totaal verschillende landschappen bestaat, is een direct gevolg van de enorme hoogteverschillen op het eiland (de Mascakloof ligt tweeduizend meter lager dan de Canadas del Teide) en van de extreme verschillen in klimaat (in La Orotava regent het vrijwel dagelijks en in Los Gigantos schijnt vrijwel altijd de zon). Tel daarbij de vruchtbare vulkanische bodem op, en je doorziet het geheim van Tenerife: extremen in landschap binnen een straal van nog geen tien kilometer. In nog geen drie kwartier rijden over smalle (maar goed geasfalteerde) bergweggetjes kom je van de woestijn in het oerwoud, of van een zwart kiezelstrand op de besneeuwde bergtop. Een indrukwekkende ervaring, en dan hebben we nog niet eens op het letterlijke hoogtepunt gestaan: de Pico del Teide. Onze beklimming van Spanjes hoogste berg begint bij het barretje bij El Portillo. Via een bizar landschap vol heuveltjes van knalrode en geeloranje puimsteen bereiken we in drie uur stijgen de Refugio Altavista, een hut 3300 meter hoog. Hier laten we mist en wolken onder ons. Voor de hut strekt zich een panorama over 270 graden uit. De refugio is weinig gastvrij. De ramen van het natuurstenen gebouwtje zijn door middel van stalen platen afgegrendeld. Alleen de voordeur is open. Binnen een betegelde ruimte met
6 | PROEF SPANJE
een schouw en leren bankstellen. Het is er ijzig koud. Pas na een paar keer roepen verschijnt er een jongeman. De student praat niet veel meer dan een lokaal dialect, we kunnen elkaar alleen met handen en voeten verstaan. Hij regelt de overnachting en heeft niets meer dan een paar flesjes bronwater te koop. Ons is verteld dat het zien van de zonsopkomst of ondergang vanaf de top van de Teide onvergetelijk is. Daarom besluiten we tegen half zes door te klimmen. We volgen een breed pad tussen zwart stollings-gesteente. Af en toe passeer ik een plak sneeuw, een restant van een depressie die nog geen week geleden Tenerife heeft geteisterd. Tegen de tijd dat we de rand van de kleine krater van de Pico del Teide bereiken, is de zon gezakt tot vlak boven de horizon, een golfjeslijn tussen wolkendek en hemel. Een vuurbal die de lucht oranje en paars kleurt. Uit de minicaldera borrelt zwavelgas omhoog, rooksignalen die oplichten in de oranje waas van de ondergaande zon. In de schaduw van de kraterrand gaan we op een steen zitten. Onder mijn billen voel ik de Teide: de rots is heet. Het voelt als een luxe, verwarmde bioscoopfauteuil, maar vanavond wordt er geen film vertoond. Wat we zien is echt. Geprojecteerd in het stof van de hemel tekent zich de driehoekige schaduw van de Pico del Teide af. Opnieuw worden we ondergedompeld in een mystieke ervaring.
Spanje Tenerife De zwarte Mascakloof De taxi zet ons af in het dorpje Masca, een vroegere schuilplaats voor piraten. Er staan witbepleisterde huisjes tussen trapsgewijs gebouwde akkertjes waarop sinaasappelboompjes groeien. Naar beneden toe gaat het in cultuur gebrachte landschap over in zwart vulkanisch gesteente. Iets verderop ligt de oceaan, een lichtgrijze vlakte onder het grauwe wolkendek. In de verte tekent zich een schim af: La Gomera, een van de zes andere Canarische eilanden. We blijken vandaag niet de enigen te zijn die hebben bedacht dat het wellicht aardig is om af te dalen via de bekende Masca-kloof. Twee grote touringcars manoeuvreren zich door de smalle straat van het dorp. Groepjes wandelaars wurmen zich onder leiding van een gids omlaag langs het pad dat via de kloof omlaag leidt, een blubberig en glad spoor. Als een van de wandelaars wegglijdt en een wortel van een palmboom vastgrijpt, ontstaat er meteen een file. Maar eenmaal op de bodem van de kloof bereiken we de rust. Links en rechts van ons domineren honderden meters hoge, gitzwarte kliffen. Vanuit de basaltbulten hangen slierten gifgroen gras wals groengeverfde punkhoofden die van boven op ons neerkijken. Uren zigzaggen we door de spelonk omlaag, waarbij we af en toe op groepjes wandelaars stuiten. Het lopen is telkens anders, nooit saai, altijd verrassend. En dan ineens komen we bij een groepje dadelpalmen op een keienstrand: Playa de Masca. Buitengaats liggen vissersbootjes voor anker, wachtend op de toeristen die nog in de kloof onderweg zijn. Vanaf dit punt zullen ze terugvaren naar ‘betondorp’ Los Gigantos. •
Pino Alto
Praktische informatie vind je op pagina 26. Vragen?
[email protected] En op reizen.nl vind je nog 2 wandelingen, uitgebreide informatie & een pdf van het volledige verhaal. Pico del Teide
El Teide op de achtergrond
De Mascakloof PROEF SPANJE | 7
Spanje Camino del Cid
CAMINO DEL CID
8 | PROEF SPANJE
Spanje Camino del Cid
Zo’n 900 jaar geleden vocht El Cid zich een weg van Burgos naar Valencia. Een 1000 kilometer lange veldtocht waarbij menige Moor het leven liet. Wie vandaag El Cid volgt, ziet bruggen, poorten en kastelen uit zijn tijd. En wat ook niet verdwenen is: de woeste natuur en het zeer smakelijke eten. Tekst: Kees Lucassen Foto’s: Paul Tolenaar
‘Is dit de plek?’
lees verder op pagina 12
Praktische informatie vind je op pagina 27. Vragen?
[email protected] En op reizen.nl vind je extra informatie over de Camino del Cid, plus een pdf van het volledige artikel. PROEF SPANJE | 9
W
Kille wind giert door Vivar del Cid, een gehucht iets boven Burgos. Langs de kloostermuur en over de nu, half april, nog lege ooievaarsnesten. Snel vluchten we café Molina del Cid in. Tussen twee schilderijen van El Cid ontvangt de kastelein, Javier Alfonso Perez, ons glimlachend met een Camino del Cid-folder, een stempelkaart en twee café solo van het huis. Een huis dat eeuwenlang een watermolen was. In een muur is gekrast: Rodrigo Díaz de Vivar, El Cid Campeador. ‘Is dit de plek?’, vraagt reisgenoot Paul. ‘Ja, hier is El Cid geboren.’ We verlaten het dorp en rijden recht naar de kathedraal van Burgos. Werelderfgoed waarin naast duizend andere bezienswaardigheden het graf van El Cid en zijn doña Jimena is te bewonderen. En de akte van hun huwelijk, in 1074. ‘Hij heeft dus écht bestaan?’, fluistert Paul. ‘Ja, maar hij werd pas een legende door het Cantar de Mío Cid, een middeleeuws gedicht waarin Rodrigo Díaz een avontuurlijke edelman is, trouw aan koning en kerk, en onmisbaar in de strijd tegen de wrede Moren. Bekend is echter dat hij met zijn huurleger, een verzameling uitschot, ook voor de Moren vocht, als dat genoeg opleverde.’ ’s Avonds in Café Casino op de Plaza Mayor bestellen we het menu del dia. Tongstrelend voor € 12, inclusief wijn. Morgen begint onze tocht naar Valencia. ‘Por qué Valencia?, wil Paul weten. In 1094 veroverde El Cid Valencia en vijf jaar later stierf hij er. Op dat moment stonden de Moren voor de poort. De legende wil dat zijn lijk in zijn harnas is gestopt, dat op zijn trouwe Babieca werd gezet, en die stormde de poort uit, in volle galop. De Moren wisten niet wat ze zagen en sloegen in paniek op de vlucht.’
Spanje Camino del Cid
10 | PROEF SPANJE
Het Castillo de Gormaz dat El Cid Veroverde, was toen het grootste kasteel van Europa
PROEF SPANJE | 11
Vaya con Dios
5 hoogtepunten in telegramstijl:
1 2 3 4 5
San Pedro de Cardeña, de eerste stop na Burgos. Ook in dit klooster vertoefde onze held, zowel dood als levend. Hier leefden zijn vrouw en kinderen. En zijn paard, Babieca, ligt hier begraven. Broeder-portier sloft voor ons uit naar een kleine kamer waarin we ons derde stempel krijgen. Waarna hij ons uitzwaait met een welgemeend ‘Vaya con Dios!’ De BU-903: het lint van asfalt dat naar Covarrubias en Santo Domingo de Silos slingert: scenic route aldus de Michelin-kaart, mede dankzij waanzinnig gevormde rotswanden en geelvlammende brem. De Sierra de la Demanda: een ruig Nationaal Reservaat, waarin de Rio Arlanza brult en de witgetopte Neila, het besneeuwde opperhoofd (2094 m), schittert. De Cañón del Rio Lobos. Lobos betekent wolven, maar die zien we niet. Wel spotten we een dertigtal vale gieren, zwijgend zwevend, en een bekoorlijk kerkje. El Burgo de Osma, met een fijne Plaza Mayor en de middeleeuwse kathedraal waarin het Cantar de Mío Cid is gevonden. Stel nu, dit was niet gevonden. Was El Cid dan vergeten? We vragen het aan Juan, de uitbater van Cafétaria Capitol, bij wie we tortilla bestellen. Hij haalt zijn schouders op en keert hoofdschuddend terug naar zijn toog.
Schier oneindig niets Vooruit, nog 5 hoogtepunten:
1 2 3 4 5
Spookdorp Navapalos. El Cid verliet hier Castilla en stak d Duero over, aldus regel 401 van het heldendicht. Dit had hij ook iets verderop kunnen doen, via een brug die werd beschermd door het toen grootste kasteel van Europa: het Castillo de Gormaz, gebouwd door een rijke kalief en veroverd door onze held. Anno nu is het een leeg karkas. Vanaf de muren kijken we uit over schier oneindig niets, in de schaduw van overdrijvende wolken. Via weer een scenic way schampen we het mozarabische kerkje van San Baudelio, ‘ver van alle routes’, aldus Cees Nooteboom in De omweg naar Santiago, maar dat klopt dus niet.. Het ommuurde middeleeuwse dorp Rello. Medinacelli (= Stad van Salim), waar El Cid ooit, zoals het een Campeador betaamt, man tegen man vocht. Hier, in de oude bovenstad, vinden we een kamer con vistas (= pakweg 100 kilometer uitzicht) in Hostal Babieca.
12 | PROEF SPANJE
Spanje Camino del Cid
Los Amantes, dat is een droef verhaal
1 2 3 4 5
Weet u wat? We doen er nog 5:
De Gargantas del Jalón, met rode rotswanden en grillig geboomte. El Poyo del Cid: een stip op de landkaart en in werkelijkheid niet veel meer. Oké, er staat een kerkje aan een Plaza Mayor (formaat zakdoek) en er is een kroeg, goed voor een stempel, maar verder… Maar dan laat de barvrouw ons jamon proeven die smelt op je tong én ze verklapt dat er hier een beeld van El Cid staat. En jawel, tussen onkruid en puin vinden we onze held, onversaagd kijkend. Het Oficina de Turismo in de oude joodse wijk van Molina de Aragón, waar een Margaret Thatcher-achtige verschijning sist: ‘Een stempel? Doe eerst de deur dicht, ik heb de kachel aan!’ Albarracín, een plaatsje in een kloof verstopt, dat één groot monument is. De pátron van Café Aben Razin vertelt: ‘In de roerige tijd van El Cid heette dit Santa Maria de Aben Rázin. Het was een mini-staatje waarin zowel aanbidders van Allah als die van Maria vreedzaam woonden.’ Teruel, een oude stad die om drie dingen bekend staat: jamon, mudéjar-torens en Los Amantes. Terwijl Ana, de kapster die onder de San Salvador-toren haar nering drijft, mijn kin inzeept, legt ze uit: ‘Mudéjares is Arabisch voor: ‘zij die mogen blijven’. De kunstenaars onder de Moren die na de Reconquista in Spanje bleven, hielpen mee kerken te bouwen. In mudéjar-stijl. Begrijpt u?’
Net als ik ja wil knikken, zet Ana haar mes op mijn keel. ‘En Los Amantes, dat is een droef verhaal. Ergens in de 13de eeuw waren Diego en Isabel smoorverliefd op elkaar. Maar de vader van Isabel vond Diego te weinig man van de wereld. Hij moest zich eerst maar eens bewijzen. Daarop trok Diego voor vijf jaar de wereld in. Op de dag dat hij als rijk man terugkeert, blijkt Isabel diezelfde ochtend te zijn getrouwd. Diego vraagt haar om een laatste kus, Isabel weigert, waarna hij aan een gebroken hart sterft. Als Isabel zijn begrafenis regelt, hier in de San Pedro, kust ze hem alsnog, en valt dan dood in zijn armen. Nu nog liggen ze samen in de San Pedro, gaat u maar eens kijken.’
Versteend in galop
1 2 3 4 5
Vamos! De laatste 5 richting finish: A-226: de weg over vier bergpassen tussen Teruel en Cantavieja. De Puente de San Miguel de la Pobla die al zes eeuwen lang de Rio de las Truchas overspant. Het wordt warmer en we ruiken tijm en lavendel, zien vlinders en sinaasappels. Heel veel sinaasappels. Geen twijfel mogelijk, Valencia nadert. Montenejos: bergdorp annex bronnenplaatsje, vol bouwsels uit vele tijden, en op elke maandag markt. De Torre de Serranos, een stadspoort uit de 14de eeuw die vandaag in Valencia staat. Te bereiken via een rijstebrijmuur van betonbouw en billboards, maar achter deze poort ligt dan toch de Stad van het Licht, aldus het Cantar de Mío Cid.
Hier zien we de kathedraal, waarin we de Heilige Graal aanschouwen. Vervolgens lezen Paul en ik, op een oude, vergeelde kaart die in het stadhuis hangt, duidelijk de volledige naam van de stad: Valencia del Cid. En daarna, vlakbij de arena, zien we de legende zelf. Hoog op zijn Babieca, versteend in galop. •
PROEF SPANJE | 13
Málaga. Dat klinkt naar overvolle stranden, bierhallen en pizza all you can eat. Maar niets is minder waar. De warme stad is als een van de weinige plaatsen aan de Costa del Sol volkomen zichzelf gebleven. Een Spaanse oase, waar de Malagueños het leven vieren.
Tekst en fotografie: Hans Avontuur
14 | PROEF SPANJE
Spanje Málaga
Churros met koffie
Eten & drinken in Pedregalejo
MÁLAGA ‘Pedro, cinco churros!’ van churros, maar kon als peuter het woord nog niet zeggen. Dus tekende de kleine kunstenaar lange spiralen en kreeg hij alsnog zijn zin. Dit beviel hem uitstekend, met kunst de wereld naar je hand zetten, met alle gevolgen van dien.
Kleine Pablo Sinds de tijd dat Picasso hier is geboren (1881) en naar school ging, is de casco antiguo, de oude stad, niet veel veranderd. De kleine Pablo zou nog altijd moeiteloos de weg naar huis vinden. Ook zónder de bordjes die naar het pand aan het Plaza de la Merce wijzen. En hetzelfde geldt voor de kerk waar hij gedoopt is, het kantoor waar zijn vader werkte en de school waar het hoogbegaafde kereltje zich stierlijk verveelde. Picasso. Er is geen ontkomen aan. Ook al woonde de meest geniale schilder van de vorige eeuw slechts tot z’n tiende in de havenstad, en keerde hij er daarna slechts vier
keer terug. Deels omdat dictator Franco geen liefhebber van hem was én deels omdat Picasso geen fan van Málaga was. Zo zou de grote kunstenaar hebben gezegd dat hij enkel de zigeunermuziek in de stad de moeite waard vond. Maar daarmee doet Picasso zijn geboorteplaats toch echt tekort. Sterker, in Málaga is misschien wel meer basis voor Picasso’s kunst gelegd dan hem lief was. Zo is zijn passie voor kubisme volgens kenners terug te voeren op de rechthoekige vormen van de witte dorpen in de omgeving en ook de corrida, het stierengevecht waar de kleine Pablo aan de hand van z’n vader naartoe ging, speelt een belangrijke rol in het werk van de man die 92 jaar oud zou worden.
Schoenen aan de muur Zeven uur ’s avonds. De Calle Marqués de Larios glittert en glanst. Málaga’s belangrijkste winkelboulevard met exclusieve PROEF SPANJE | 15
W
‘Cinco churros Pedro!’ ‘Tres Pedro!’ ‘Pedro, cinco más!’ In een pijpenla in de oude stad van Málaga bevinden zich deze ochtend meer mensen dan er in passen. Malagueños verdringen zich rond een smalle toog voor een traditioneel ontbijt: chocolademelk met churros, deegstengels die naar oliebol smaken. Terwijl ze hun bestellingen naar de keuken roepen, snellen obers in wit en zwart tussen toog en tafeltjes. Hier in de Calle Sagasta, halverwege de oude markthal en de winkelstraten, komt de stad op gang. Collega’s delen churros voor ze naar hun werk gaan, krantenverkopers schreeuwen het laatste nieuws door de straten, voetstappen galmen over pleintjes en de eerste zonnestralen zetten de mooie panden in een gouden gloed. Alles glimt en glundert: houten erkers, ronde gevels, zwierige straatlantaarns. Pablo Picasso, kind van de stad, hield ook
Spanje Málaga
Gegaarde sardientjes
merken stroomt langzaam vol. Heren en dames keurig in kostuum en mantelpak, de jeugd naar de laatste mode. Arm in arm lopen mannen, vrouwen, vrienden en vriendinnen de straat op en neer. De siësta is genoten, de avond is nog lang. Aan de bar van Bodega El Pimpi, iets verderop, vloeit de wijn en gaan tapas rond, een Andalusische uitvinding. Nee, het is geen koop- of stapavond. Zo gaat het dagelijks. Er wordt gewinkeld, geflaneerd en geflirt. Terwijl straatmuzikanten hun maaltijd bij elkaar spelen, waaiert het publiek uit over de oude stad. Hoewel de Calle Marqués de Larios de faam geniet, is de Calle San Juan
16 | PROEF SPANJE
Zee, haven en stad slapen uit in het zachte licht
Manquita, zo wordt Málagas kathadraal in de volksmond genoemd
de meest Spaanse winkelstraat. De geur van gebraden haantjes en geroosterde gamba’s zweeft langs etalages met bruidsjurken en hip schoeisel. Ook leuk: Farmacia Suc Bonifacio Gomeze met houten vitrines vol medicijnpotten of Calzados Hinojosa, waar schoenen en pantoffels niet op mooie planken staan uitgestald, maar aan de muren zijn gespijkerd. ‘Welke wilt u hebben?’ Elke avond in Málaga eindigt aan de eet-tafel. Thuis of bij het favoriete restaurant zoals Laboratorio aan het Plaza de San Pedro de Alcantara. Dit houdt het midden tussen een gezellig buurtcafé en een
PROEF SPANJE
hippe eettent die ook in New York of Londen had kunnen staan. En het is dé ontmoetingsplek van jong en alternatief Málaga. Hier wordt gelachen, gezoend, besteld en bijbesteld. En bijbesteld.
Leuk voor later Ochtendgymnastiek: de beklimming van het Castillo de Gibralfaro. De zee, de haven en de stad slapen uit in het zachte licht. Vanaf de muren – het enige wat van dit kasteel nog echt overeind staat – is er een uitzicht van 360 graden. Links ligt het reisdoel van zo dadelijk: Pedregalego, het vissersdorp van Málaga. Een kwartier later
Flaneertijd op de Calle Marqués de Larios
Modern Málaga blijft op en top katholiek
stap ik uit bus 11 en in een andere wereld: kleine huizen, vissersboten, palmen en een goudgeel strand. Goed, in het mondaine Malagueta kun je ook naar het strand. Dat is dichter bij het centrum, maar ook minder bijzonder. Bij Pedregalejo liggen piekfijne baaien naast elkaar. Kies uit, lig en geniet. De wind ruist en alle overige geluiden verwaaien boven zee. Logisch dat Pedregalejo bij de Malagueños populair is. Tussen de middag en ’s avonds komen zij hier naartoe om over de Paseo te wandelen of vis te eten. Dé specialiteit: espeto de sardinas. Hierbij worden sardientjes aan een stok geregen en in de hitte van een open vuur
langzaam gegaard. Een van de broertjes Muñoz, die een restaurant aan zee runnen, legt uit: ‘Op de grill, dat gaat te snel: de buitenkant brandt aan en de binnenkant droogt uit. Op onze manier houden de sardientjes hun smaak.’ Loungebars en visrestaurants zorgen voor de juiste mix van klassiek en modern. Worden er op het ene adres sardientjes met witte wijn geserveerd, doet de buurman aan fingerfood en koude Corona’s. Het past perfect bij het publiek dat bestaat uit trotse Malagueños en studenten van de universiteit en van de talrijke taalscholen, want Málaga is hét Spaanse centrum voor taalonderwijs.
Eenmaal onderuit op de veranda van La Chancla vernevelt het heilige middagprogramma tot iets volkomen onbelangrijks. De arena, de oude markthal, het museum voor moderne kunst en de Moorse vesting? Leuk voor later, misschien. ‘Camarero, una cerveza por favor.’ •
Praktische informatie vind je op pagina 27. Vragen?
[email protected]
PROEF SPANJE | 17
CATALONIË ACHTER DE COSTA
bij Girona rechtsaf
18 | PROEF SPANJE
Catalonië, de eigenzinnige Spaanse regio, heeft een achterland om je vingers bij af te likken. Romaanse boogbruggen, dorpen waar de tijd geen vat op krijgt, rode tafelbergen en een kloof die de Gorges du Verdon doet verbleken. Wie er komt? Catalanen die Costa-moe zijn en een enkele toerist. Dus slaan wij bij Girona nu ook eens rechtsaf.
Tekst: Jacques van der Linden Fotografie: Paul Tolenaar
PROEF SPANJE | 19
Truckstop aan de N-260 in El Pont de Suer
In de kloosterkerk van Sant Joan de les Abadesses
‘Bwwhoeeem, bwwhoemm, bwwhoemmm.’ Drie donderslagen klinken door het dal. Het startsein voor Remigius Fluvii is gegeven. We zijn vandaag niet de enigen op de brug van Besalú. Families verdringen zich voor de balustrade van de Romaanse boogbrug. Beneden in el Fluvià (zo heet de rivier echt) plonzen en peddelen hun vrienden, neven en nichten, collega’s, dorpsgenoten, de bakker en de slager. Het is eind september, tijd voor een onvervalst dorpsfeest. En in Besalú begint dat jaarlijks met een regatta van zelfgemaakte bootjes. Het is alsof we een live opname meemaken van ‘Ter land, ter zee en in de lucht’. Een optocht van pallets op autobanden en vlotten op bidons dobbert vrolijk voorbij. Het enige wat ontbreekt is de stem van Jack van Gelder.
TUSSEN VULKANEN Vanuit Girona, waar we vanochtend onze huurauto afhaalden, zijn we in een half uurtje naar Besalú gereden. Met één doel voor ogen: het échte Catalunya ontdekken. Zona Volcanicà de la Garrotxa klonk al aanlokkelijk toen we het op de kaart zagen staan. Meer dan veertig vulkanen, die al 11.500 jaar een slapend bestaan leiden rond de plaats Olot. De oeroude kegels hebben iets geheimzinnigs. Sommige vulkanen vind je zonder omrijden, vlakbij de weg, andere liggen verstopt tussen de bergen. Daar is Volcà Croscat er een van. Je zou hem alleen bijna niet herkennen. Croscat is, om het zo te zeggen, nogal toegetakeld. De kegel mag dan met 160 meter een van de hoogste van Spanje zijn; er is hier gewroet en gegraven naar tufsteen en mineralen tot er nog net een halve rotte kies van lavasteen overbleef.
20 | PROEF SPANJE
Spanje Catalonië Zo’n afgekloven vulkaan vormt een ideale speelplek voor kinderen. Zeker tegen het eind van de middag, als je na een lange zondagmiddagmaaltijd eindelijk met je ouders naar buiten mag. En dan willen ze vulkanen gaan bekijken! Een jochie in Barça-shirt ziet zijn kans schoon en roetsjt van een lavahelling. Als z’n broertje hem achternagaat, vindt papa het genoeg. In niet mis te verstane woorden buldert het tegen de helling: ‘Hernando, stupido. Kom onmiddellijk hier. Idiota! Hoe dieper je het Catalaanse achterland ingaat, hoe rustiger het wordt. Het is stijgen en draaien op bergweg N-260. Op een enkele Transporte de Carne-bestelauto en een groepje wielrenners na, is het uitgestorven. Zonde. Want Catalonië in de nazomer is een patchwork van kleuren, met grashellingen vol dauwdruppels, weidse berggezichten en her en der al een roestbruin randje. Coll del Canto doet er nog een schepje | bovenop. Rond het uitzichtpunt, bovenop de pas, zweven roofvogels door het luchtruim. Wat het zijn? ‘Griffon vultures’ (vale gieren), leren we van een informatiepaneel. Hun vleugelspanwijdte is enorm: ‘ruim 2,50 meter’ (met dank aan het info-paneel). Ik tel er vijf. Geluidloos cirkelen ze boven ons, loerend naar prooi. En zo gaat het ’s middags nog een tijdje door aan de N-260. We rijden van panoramapunt naar mirador. Congost de Collegats (een nauwe kloof) zijn we nog niet uit of de Rode Tafelbergen (El Flamen in het Catalaans) doemen voor ons op. Zie dan maar eens door te rijden.
MONT-REBEI KLOOF ‘When a man - loves a woman…’ Tremp is de plaats, Hotel Segle XX de naam van het hotel-restaurant waar Percy Sledge van stal wordt gehaald. Een hotel waar geen touw aan vast te knopen valt. Het begon al bij de receptie. Een schattig omaatje – haar in de krul, oorbellen in – doezelde achter de balie. Goed, het was ruim na achten toen we aanklopten voor een kamer. Daarna volgde een eetzaal met jaren ’70 meubilair en wij tweeën als enige eters. Een serveerster van pak-hem-beet 55 veerde op. Dachten wij nog dat de kok er de pest in zou hebben om op
woensdagavond – terwijl Barcelona op de buis is – het fornuis op te moeten stoken. Welnee. We krijgen mals vlees en een assortiment aan seizoensgroenten. Een beetje vet, maar à la. En geen kwaad woord over de bediening. Keurig. Verrassing twee volgt ’s ochtends bij het ontbijt. Als niet de ‘jongedame’ van de bediening ons beleefd had gevraagd of we de omgeving van Tremp kenden, en wij haar niet hadden laten vertellen over Mont-Rebei, dan hadden wij niet de dag gehad die nu volgt. Congost de Mont-Rebei is een kloof. Klip en klaar. Maar wat voor één. Een van de buitencategorie, 80 miljoen jaar oud en ontstaan in het Late Krijt-Mesozoïcum. De weg erheen is een zoekplaatje. Je rijdt Tremp uit over de C-1311 naar het oosten, richting de grens met Aragón. Bij de rivier, de Riu Noguera Ribagorçana, ga je aan Catalaanse zijde zuidwaarts, tot het asfalt ophoudt. Daar begint de Congost. Parkeer de auto bij het infopunt, strik de wandelschoenen, loop in drie kwartier naar het begin van de kloof en je bent verkocht. De canyon ligt bijna moederziel alleen mooi te zijn op de grens van Catalonië en Aragón. Op z’n hoogste – of zo je wilt diepste – punt rijzen de bergwanden vijfhonderd meter loodrecht omhoog, met soms niet meer dan twintig meter afstand tussen beide kloofwanden. Wat als voordeel heeft dat je vaak in de schaduw van de rotswanden loopt. Wij kwamen welgeteld vijf hikers tegen op het smalle pad. Onbegrijpelijk, want deze canyon steekt de Gorges du Verdon naar de kroon. Wellicht is hij te onbekend (de Spaanse Guía Verde Cataluña van Michelin rept er met geen woord over) of ligt hij te ver weg voor dagtoeristen. En dat terwijl je geen cent entree betaalt voor dit natuurwonder. • Praktische informatie op pagina 26. Vragen?
[email protected] En op reizen.nl ]PUKQLLLUÄSTWQL nóg meer informatie en een pdf van het volledige artikel.
Girona
Congost de Mont-Rebei PROEF SPANJE | 21
Galicië, Asturië en Cantabrië staan garant voor stille stranden, grillige bergtoppen en pinchos: het lekkerste fingerfood van Spanje. Een autoroute over de mossige kruin van het Iberisch schiereiland met start in A Coruña en finish in Bilbao. Onmisbaar onderweg? Zonnebril én paraplu. Tekst: Matthijs de Winter Fotografie: Paul Tolenaar
22 | PROEF SPANJE
Spanje Coruña – Bilbao
OVER DE KRUIN
VAN SPANJE Fly-drive A Coruña – Bilbao PROEF SPANJE | 23
Playa del Silencio in Asturië
Bilbao: huevos frescos
Oviedo: Monumentos del Naranco Visser in Viveiro
24 | PROEF SPANJE
Bilbao: Guggenheim Museum
Woody Allen in Oviedo
Spanje Coruña – Bilbao
Ruige uithoek Als een jachthond bij het haardvuur, zo krult A Coruña zich rond de baai Ria da Coruña. Alles in de stad lijkt beschutting achter elkaar te zoeken: de gebouwen, de auto’s en de mensen. De balkons zijn zelfs afgeschermd, straten vol met deze galerias zie je in het centrum van de sobere havenstad. Beetje Vlissingen of Scheveningen zou je zeggen, maar oordeel niet te snel. Er staat een sierlijk gemeentehuis en een trammetje rammelt over de boulevard. Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van de stad is de Torre de Hércules. De vierkante stenen vuurtoren van 55 meter hoog en 1900 jaren jong staat eenzaam op een landtong. Iedere avond seint de toren als een ongeruste vissersvrouw een bundel licht over de schuimkoppen naar varende schepen. Vanuit A Coruña vertrekken we in noordelijke richting. We volgen de weg naar Ferrol (waar de Spaanse dictator Franco werd geboren) en Ortigueria, langs een woeste en grillige rotskust, ‘de hanenkam’ van Spanje. Regelmatig vragen we ons af of we wel echt in Spanje zijn: het weer is Iers, de weg met gele middenstreep Canadees en de kustlijn lijkt op de Noorse fjordenkust. Diepe inhammen, rias zeggen ze hier, zorgen ervoor dat we grote lussen maken, bruggen zijn hier dun gezaaid. Het maakt van de eerste etappe een echte slentertocht, met als hoogtepunt Cabo Ortegal, de moeder aller rotspunten. Diep onder ons slaan zwartblauwe golven in schuimvlokken uiteen op scherpe rotsen. Hoe meer we oostwaarts rijden, hoe slechter het weer wordt. Oudtestamentische buien teisteren de kust. Je kunt hier op het land verzuipen met zicht op de zee. De Galiciërs halen hun schouders op: het is de prijs die men betaalt voor het mooie groene landschap. Een keurige relativering, terwijl onze ruitenwissers zich richting burn-out zwiepen.
Oviedo We rijden Galicië uit en Asturië in, en keren de zee de rug toe voor een bezoek aan de hoofdstad van dit prinsdom: Oviedo. Niet groter dan Eindhoven, maar vele malen boeiender. De stad heeft iets adellijks en daardoor ook iets arrogants. Hier hebben de Spaanse vorstenhuizen hun wortels,
stond de wieg van prinses Letizia en ook die van Formule 1-kamipoen Fernando Alonso. ‘Oviedo is heel compact’, vertelt Liliona (41), die zelf uit Gijon komt, maar Oviedo toch ook wel mooi vindt. ‘Het oude centrum met de kathedraal en de markt kun je in een middag zien. De Basílica de San Salvador is niet te missen. Die kerk is populair bij pelgrims en ligt op de route naar Santiagó de Compostela.’ Voor de deur komen we Gerard (65) en Marisette (62) tegen, pelgrims uit het Franse Bouchemaine. Ze zijn al 51 dagen onderweg en genieten van iedere stap. Ondanks het weer, want ook in Oviedo regent het pijpenstelen. ‘We wisten het’, zegt Marisette vanonder haar regenkap. ‘In dit deel van Spanje moet je altijd een paraplu én een zonnebril bij je hebben.’ Misschien wel de grootste schatten van Oviedo liggen iets buiten de stad: de Monumentos del Naranco. Kerken uit de negende eeuw en hoogtepunten van de Asturische architectuur. Toen Amsterdam nog gesticht moest worden, stonden deze godshuizen van zandsteen al overeind. Wonderbaarlijk is vooral dat de kerkjes zo goed bewaard zijn gebleven.
De Goegg & pinchos Jarenlang was Bilbao de Assepoester van Spanje, een grauwe industriestad vol steenkool en staal. De redding, zoals zo vaak: de economie. De industrie kwijnde weg door de crisis in de jaren tachtig en de stad ontdekte, noodgedwongen, het toerisme. Een mooi moment om de stad eens stevig schoon te borstelen. Assepoester kreeg een paar nieuwe muiltjes: Calatrava bouwde een brug over de Rio Nervión en het pièce de résistance van de facelift werd het Guggenheim Museum: de ‘Goegg’, zoals ze hier liefkozend zeggen. Als een vis op het droge glimt het zilveren museum op de kade. Bilbao verhuisde uit het rijtje met Palermo en Zeebrugge en nestelde zich met stip tussen populaire museumsteden als Nice en Salzburg. Even later ontdekken we in de smalle steegjes van de oude binnenstad van
Bilbao het lekkerste fingerfood van Spanje: pinchos. Je kunt hier in groezelige huiskamercafés fantastisch pinchos eten. Het zijn kleine broodjes met boterzachte vis, pittige worstjes of warm vlees die (bijna altijd) bij elkaar worden gehouden met een stokje. Vooral de pinchos met vis zijn beroemd in heel Spanje. Bij toeval komen we terecht in het Restaurante Plaza Nueva van de broers Jon en Txema. Een Breugheliaans eetfestijn ligt op hun bar uitgestald: gevulde pepers, verse calamari, olijven met basilicum en héél veel vis. Al veertien jaar maken de broers pinchos en elke week proberen ze weer nieuwe smaken en combinaties uit. ‘Deze moet je eens proberen’, zegt Jon. Hij geeft me een platte lepel met daarin drie verse ansjovisjes op zuur. Ze smelten op mijn tong. ‘Nieuw recept, gisteren bedacht. Lekker?’ Met een volle mond knik ik ja. Glas witte wijn erbij en als je niet oppast zit je zo een complete middag in de bar. Bilbao bevalt ons wel. Zeker bij Txema en Jon, die bij elk gerecht ook nog een mooi verhaal hebben. Trots halen ze een foto van de plank waar ze allebei op staan, groen en geel, verkleed als The Simpsons. ‘Dit was tijdens het carnaval. Dat doen we ieder jaar’, zegt Txema. ‘Moet jij ook eens meemaken en dan weer bij ons pinchos komen eten.’ Als ik Txema en Jon vraag of ze nog meer buitenlandse bezoekers over de vloer willen hebben, kijken ze elkaar even aan. ‘Ach,’ lacht Txema. ‘Het is net als de James Bond-film die hier in Bilbao is opgenomen: The World is Not Enough.’ •
Praktische informatie vind je op pagina 27. Vragen?
[email protected] En op reizen.nl vind je 5 eettips, ÄSTWQLZLULLUWKM]HUOL[ volledige artikel. PROEF SPANJE | 25
Spanje Praktisch
SPANJE praktisch
Tenerife
OVERNACHTEN Er zijn weinig overnachtingsmogelijkheden aan het begin of einde van de wandelingen in het binnenland. TIP: als je een week de tijd hebt, logeer dan drie dagen in het La Orotava aan de noordkust en drie dagen in Vilafor op de zuidhelling van Las Canadas del Teide. Vanuit beide dorpen bereik je binnen een half uur rijden het beginpunt van minimaal vijf diverse wandelingen.
HOE KOM JE ER? Transavia.com vliegt 3 keer per week rechtstreeks (4,5 uur vliegen) van Amsterdam naar Tenerife v.a. € 290. Lowcoster Vueling is iets goedkoper (v.a. € 254), maar dan heb je een overstap in Barcelona. Autohuur: kan op de luchthaven. REIZEN-lezers kunnen bij Sunny Cars 10% korting krijgen, kijk daarvoor op www.reizen.nl
BESTE REISTIJD & BESTE WANDELGIDS Wandelen kan het hele jaar, maar tussen november en april heb je boven de 1500 meter kans op sneeuwval. Bovenop de Teide kan zelfs het hele jaar door sneeuw vallen. Er bestaan vele wandelgidsen voor Tenerife (zie reizen.nl). De meest handzame vinden wij: Rother Walking Guide Tenerife, the finest walks on the coast and in the mountains (2010/€17) die 70 wandelingen bevat, van licht tot zwaar. • spain.info/nl/disfruta, info over wandelen in Spanje
Catalonië HOE KOM JE ER? Transavia.com vliegt van Schiphol en Rotterdam naar Girona, ticket v.a. € 110. En vanaf 31-3-2013 vliegt Ryanair van Groningen naar Girona.
BESTE REISTIJD Rondom Girona en Olot, en vanaf Lleida tot aan Reus: het voor- en najaar, als de hitte tempert. In de Pyreneeën zijn de zomers zachter en koeler.
2X PRETTIG SLAPEN
Hostal Olot*** (www.hostalolot.com) ligt aan een zijstraatje in het centrum van Olot. Aircokamers aan een galerij op een binnenplaats. Strakke badkamer, fris bed. Adres: St. Père Màrtir 29. 2-pk: € 62 - € 74, incl. ontbijt. Hotel Segle XX in Tremp. (www.hotelseglexx.info), Pl. De la Creu 8. Gedateerd, maar wat deert dat? Schoon, verzorgd en met een zwembad naast het hotel. 2-pk v.a. € 90, incl. ontbijt.
FLY-DRIVE CATALONIË Wij reden in 5 dagen 727 kilometer over uitstekende N- en C-wegen (de carreteras). In de Pyreneeën kom je onderweg soms geen auto tegen. Maar ook in het vlakke en heuvelachtige gebied van Lleida tot Reus is het filevrij toeren. Onderweg is er nog veel meer moois te zien (op www.reizen.nl vind je extra routetips Catalonië). Daarom dit advies: trek een volle week of meer uit voor het Catalaanse achterland.
26 | PROEF SPANJE
• spain.info/nl/ turismo_interior, info over reizen in het binnenland van Spanje.
Spanje Praktisch
Málaga HOE KOM JE ER? Transavia.com vliegt dagelijks van Amsterdam en Rotterdam naar Málaga en enkele keren per week van Eindhoven. Retourticket v.a. € 170. Vueling vliegt van Amsterdam v.a. € 140 en Ryanair vliegt van Eindhoven voor ca. € 100.
FERIA & SEMANA SANTA Een bezoek aan Málaga tijdens de Heilige Week (van Palmzondag tot Goede Vrijdag) of de Feria (augustus) is een belevenis. Hoewel Sevilla de naam heeft, is de Feria van Málaga volgens kenners nóg spectaculairder. Maar om hiervoor een bed in de stad te vinden, moet je er wel al vroeg bij zijn.
VERVOER TER PLEKKE Een taxi van de luchthaven naar de stad kost ca. € 15. Of pak de bus (€ 1,20/ 30 min.) of de trein (€ 1,70/12 min.) Vanaf het station in Málaga is het centrum nog maar tien minuten lopen. In de stad zelf heb je nauwelijks vervoer nodig, de meeste beziens-waardigheden zijn op loopafstand. • spain.info/nl/ven, info over steden • spain.info/nl/saborea, info over gastronomie
A Coruña - Bilbao HOE KOM JE ER? Je kunt naar Bilbao vliegen (ca. 2 uur) en terug van A Coruña (ca. 2,5 uur), maar andersom kan ook. Vueling vliegt vanaf eind maart van Schiphol naar Bilbao en vanaf half juni naar A Coruña. Prijs: enkeltje Bilbao-Amsterdam v.a. € 50 en enkeltje A Coruña v.a. € 65. Let wel op de extra kosten voor bagage. Vroegboeken loont en er zijn regelmatig scherpe aanbiedingen. Meer informatie: www.vueling.com. Auto: tussen Utrecht en A Coruña ligt 1933 kilometer.
BESTE REISTIJD Mei tot oktober. Het oceaanwater is dan niet zo koud meer. Let wel op: in de zomermaanden zijn de stranden druk, de Spanjaarden gaan hier zelf graag op vakantie. Nadeel: de onvoorspelbaarheid van het weer. Vooral West-Galicië staat bekend om de hoeveelheid regen die er ieder jaar valt. Vanaf oktober jagen de herfststormen vanuit de Atlantische Oceaan over het land.
Camino del Cid ZELF DOEN?
Wij vlogen met Air Europa van Schiphol naar Madrid voor € 109 en van Valencia naar Schiphol met Transavia.com voor € 75. Burgos ligt op 2,5 uur rijden van Madrid. Op het vliegveld bij Madrid kun je een auto huren die je in Valencia weer in kunt leveren. De route fietsen? Dat kan ook.
HOTELS & HOSTALS Langs de route, die wij in 6 dagen reden, zijn voldoende hotels en hostals. Die kun je vooraf boeken, wij vonden het echter avontuurlijker om ‘s morgens niet te weten waar we ’s avonds zouden slapen.
VERVOER TER PLAATSE
Wij huurden een auto bij Sunny Cars, kijk voor prijzen/info op www.sunnycars.nl. REIZEN Magazine-lezers krijgen hier 10% korting, zie www.reizen.nl. Ophalen in A Coruña en inleveren in Bilbao kost niks extra. Aardig alternatief: de trein. Er is geen frequente dienstregeling, maar per spoor kom je op plaatsen waar je met de auto niet komt, zie www.renfe.com. De Treinreiswinkel biedt zelfs een reis langs de Costa Verde aan, zie www.treinreiswinkel.nl bij ‘rondreizen Spanje’.
• spain.info/nl/conoce, info over kunst & cultuur
BESTE REISTIJD De zomer is heet, de winter koud. Vandaar dat wij september en oktober, maar vooral mei en juni de meest geschikte maanden vinden. Veel andere toeristen kom je dan niet tegen, wat het gevoel door het échte Spanje te reizen nog eens versterkt.
• spain.info/nl/conoce, info over diverse routes • spain.info/nl/saborea, info over gastronomie
PROEF SPANJE | 27