Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING DATUM AGENDAPUNT BIJLAGE
: : : :
Bestuur 1 november 2007 4 3
Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN......................................................................................................................2 1.1. Voortgang Digitale RI&E bakkerijen.......................................................................2 1.2. Arbeidsinspectie checkt gevaren en risico’s. .......................................................2 1.3. Actualiteiten effectief middelenpakket ..................................................................2 1.4. Ontwikkelingen middelenpakket periode april - oktober 2007 ...........................4 1.5. Fonds Kleine Toepassingen ...................................................................................6 2. ONVERWERKTE PRODUCTEN ......................................................................................7 2.1. Verwerking van tarwe door de maalindustrie in de eerste twee kwartalen van de kalenderjaren 2005, 2006 en 2007 .....................................................................7 2.2. Producentenprijzen van granen, zaden en peulvruchten in maart, april en mei 2007 In Є/100 kg, franco pand, incl. BTW ..............................................................7 2.3. Marktprijzen in de periode van 11 september tot en met 23 oktober 2007.........8 2.4. Marktsituatie Granen ...............................................................................................8 2.5. Marktverstoring bij zaaizaden...............................................................................10 3. Bakkerijaangelegenheden............................................................................................11 3.1. Commissie Brood en Banket ................................................................................11 3.2. Ingrediëntendatabank SpecsPlaza.......................................................................12 4. INDUSTRIÉLE LANDBOUWPRODUCTEN ( NA – I PRODUCTEN).............................14 4.1. Budgettaire situatie ...............................................................................................14 5. LEVENSMIDDELENAANGELEGENHEDEN .................................................................15 5.1. Algemeen................................................................................................................15 5.2. Nederland: Regulier Overleg Warenwet (ROW) ..................................................15 5.3. Europese LevensmiddelenwetgevingVerslagen van de bijeenkomsten van Permanent Comités en EG-Commissiewerkgroepen zijn op te vragen bij het Hoofdproductschap Akkerbouw, afdeling Voedsel en Voeding........................16
1
1.
ALGEMEEN
1.1.
Voortgang Digitale RI&E bakkerijen
In het kader van het arboconvenant ontwikkelde het productschap Granen, Zaden en Peulvruchten een branchespecifieke risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Deze RI&E is afgestemd met FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond. Deze RI&E werd ter beoordeling aangeboden aan Commit BV. Commit is van mening dat deze papieren versie volledig is. Alle binnen de branche belangrijke voorkomende risico’s komen aan bod. De sociale partners hebben de RI&E goedgekeurd en inmiddels is deze opgenomen in de nieuwe CAO. Nu kleine bedrijven gebruik kunnen maken van deze erkende branchespecifieke RI&E zal de arbodienst in het algemeen een lichte toets toepassen. Dit geldt voor ondernemingen met ten hoogste 25 werknemers. De lichte toets houdt in dat een bedrijfsbezoek door de arbodienst in principe niet meer nodig is. Het is ook niet meer nodig om alle kerndeskundigen (bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist en deskundige arbeid & organisatie) bij de toetsing te betrekken. Als het bedrijf al gebruik heeft gemaakt van erkende instellingen, hoeft de ondernemer ook geen nieuwe metingen meer te laten doen. De branchespecifieke RI&E zal in december 2007 digitaal beschikbaar zijn waardoor de bedrijven zelfstandig de belangrijkste risico’s in kaart kunnen brengen en een plan van aanpak kunnen opstellen. 1.2.
Arbeidsinspectie checkt gevaren en risico’s.
Tussen februari en mei 2008 bezoekt de Arbeidsinspectie (AI) een groot aantal brood- en banketbedrijven. De inspecties vinden plaats tijdens reguliere werktijden. Zij zijn gericht op gevaren en risico’s. Onder andere bekijkt de AI de arbeidstijden, machineveiligheid, fysieke belasting, gevaar van stofexplosies (ATEX) en gebruik van meelstof en hulpstoffen. De AI spreekt met diverse partijen over de uitvoer van dit inspectieproject. De betrokken brancheorganisaties informeren hun achterban zoveel mogelijk over de inhoud van de inspecties zodat de bedrijven zo optimaal mogelijk geïnformeerd zijn. Zo heeft het NBOV een artikel geschreven in ‘Bakkerswereld’. Hierin maakt het NBOV melding dat zij de AI tijdig over de onlangs gemaakte CAO-afspraak met betrekking tot nachtarbeid informeert. Het nieuwe Arbeidstijdenbesluit (1 april 2007) biedt namelijk in paragraaf 5.4 (brood- en banketbakkerij) de mogelijkheid om via de CAO in ambachtelijke bakkersbedrijven af te wijken van het maximum aantal nachturen. Na een succesvol lobbytraject van de NBOV via MKB-Nederland, Sociaal Economische Raad, Raad van State, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Tweede Kamer worden na de gemaakte CAO-afspraak nu de vruchten geplukt in deze inspectieronde. Uit het arboconvenant zijn ook instrumenten naar voren gekomen die arbeidsrisico’s verminderen. Zo dragen de hulpmiddelen, de ATEX- databank en deze digitale RI&E bij aan een veiligere werkplek. Nagegaan zal worden op welke wijze aanvullende informatie nodig is om de sector breed te informeren zodat de AI merkt dat binnen de sector aandacht is voor dit onderwerp. 1.3.
Actualiteiten effectief middelenpakket
1.3.1. Nieuwe Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden De nieuwe Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden is op 17 oktober 2007 in werking getreden. De wet is vooral een ‘opschoning’ van de lappendeken aan wet- en regelgeving die was ontstaan sinds de vorige Bestrijdingsmiddelenwet van 1962; er zijn niet zo veel directe veranderingen voor de land- en tuinbouw. LNV heeft hierover een informatieve folder
2
verspreid (www.hetlnvloket.nl, planten en plantenziekten, gewasbescherming, folder wet gbm en biociden). De belangrijkste wijzigingen zijn: • een verbod op vliegtuigspuiten per 1 oktober 2012: • een verplicht gewasbeschermingsplan (het bijhouden van een logboek vervalt) • het alleen nog maar melden van grondontsmetting. • de handhaving (door AID, VROM-inspectie, VWA, waterschap en Arbeidsinspectie) gebeurt op basis van risicoanalyse en de AID kan bestuurlijke boetes uitdelen. Wèl een groot zorgpunt voor de land- en tuinbouw, en voor de gewasbeschermingsindustrie, is de zogenaamde herprioriteringslijst. Als gevolg van een uitspraak van het College voor Beroep Bedrijfsleven (CBB) dit voorjaar dreigden 800 middelen op deze lijst hun toelating te verliezen, omdat zij onvoldoende beoordeeld zouden zijn. Deze zomer heeft het CTB daarom in opdracht van de minister een herbeoordeling uitgevoerd. Op grond hiervan zal de toelating van een aantal middelen en/of toepassingen van middelen vervallen. We hebben als agrarische sector op dit moment geen inzicht in de lijst middelen die zou komen te vervallen, maar het kan behoorlijke gevolgen hebben voor het effectief middelenpakket. Kritiekpunt van de gewasbeschermingsindustrie en de agrarische sector is dat het CTB bij de herbeoordeling alleen heeft gekeken naar bestaande, dus verouderde dossiers. De minister heeft nu toegezegd dat de nieuwe lijst eerst besproken zal worden met branchevertegenwoordigers voor deze definitief van kracht wordt. Daarbij wordt ook besproken welke nieuwe informatie alsnog geleverd kan worden en door het CTB beoordeeld zal worden. Verder is toegezegd dat er voor de middelen/toepassingen die vervallen een redelijke aflever- en opgebruiktermijn zal komen. Toelatinghouders kunnen in die periode hun middel opnieuw aanmelden en eventueel weer toegelaten krijgen. Naar verwachting is eind 2007 duidelijk welke middelen/toepassingen vervallen of wijzigen. Met de ingang van de nieuwe Wet heeft het CTB haar naam veranderd in Ctgb = College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. 1.3.2. Nieuw Europese Gewasbeschermingsrichtlijn Ook de Europese Gewasbeschermingsrichtlijn (91/414) wordt herzien. De lobby van de Nederlandse agrarische sector richt zich op inpassing van een aantal voor Nederland belangrijke elementen, zoals wederzijdse erkenning van toelatingen en voorzieningen voor kleine toepassingen. 1.3.3. Effectief Middelen & Maatregelen Platform en Expertgroep Middelenmonitor In het Convenant Gewasbescherming is geconstateerd dat het realiseren en behouden van een effectief gewasbeschermingspakket, ook één van de doelstellingen van het Convenant, onder druk staat. Er is daarom een Effectief Middelen & Maatregelen Platform in het leven geroepen, waarin beleidsmatig gekeken worden welke ontwikkelingen het pakket bedreigen, en hoe dit omgebogen kan worden. Onder dit Platform is een Expertgroep Middelenmonitor gehangen, getrokken door LTO Nederland, en verder bestaande uit de PD, de vier coördinatoren effectief middelenpakket, Agrodis, LNV, Nefyto en CTB. De Expertgroep is nu enkele malen bijeen geweest en heeft gesproken over enkele gezamenlijke gewasbeschermingsproblemen (bijvoorbeeld onkruid mede als gevolg van intrekken paraquat, trips, bodeminsecten) en mogelijke oplossingen. Ook wordt getracht vooruit te kijken welke middelen zouden kunnen verdwijnen (bijvoorbeeld door Europese besluitvorming over de stof), of hier knelpunten door ontstaan en hoe dit voorkomen/opgelost kan worden. 1.3.4. Evaluatie Fonds Kleine Toepassingen Het Fonds Kleine Toepassingen (periode 2004-2008) wordt momenteel geëvalueerd door de PD. De evaluatie is gericht op de vraag in welke mate en wijze het Fonds heeft bijgedragen aan het verminderen van de problematiek kleine toepassingen en wat eventuele verbeterpunten zijn. 3
Uit de voorlopige conclusies blijkt dat het Fonds zeker in een behoefte voorziet, dat er nog steeds gewasbeschermingsknelpunten zijn, en in de toekomst voorzien worden, en dat voortzetting van het Fonds daarom gewenst is. Aandachtspunt is de onderbesteding van het Fonds, terwijl er getuige bijvoorbeeld de sectorplannen en de vrijstellingsaanvragen wèl nog veel knelpunten zijn. Op moment van de evaluatie (voorjaar 2007) waren er 89 aanvragen ingediend en was circa 25% van het potentieel beschikbare budget (tot en met 2008) toegekend (sector akkerbouw is hiermee in lijn). Er zijn diverse redenen waarom het budget niet volledig benut wordt, zoals de criteria die het Fonds hanteert waardoor lang niet elke knelpuntoplossing in aanmerking komt voor financiering door het Fonds, en het feit dat oplossingen soms op andere wijzen worden gerealiseerd (bijvoorbeeld de toelatinghouder doet toch zelf een uitbreidingsaanvraag of er zijn toch residustudies in het buitenland beschikbaar die gebruikt kunnen worden). Overigens vinden de meeste geïnterviewden het geen probleem dat het Fonds niet volledig benut wordt (Fonds alleen inzetten waar het echt nodig is). De PD buigt zich momenteel over aanbevelingen voor een vervolg. 1.4.
Ontwikkelingen middelenpakket periode april - oktober 2007
1.4.1. Activiteiten voor behoud van middelen Door verschillende oorzaken zijn of dreigen de afgelopen periode een aantal voor een effectief middelenpakket belangrijke middelen (te) vervallen. Al dan niet in samenwerking met andere sectoren proberen we die essentiële middelen te behouden. Het voor de graszaadteelt belangrijke herbicide ethofumesaat (Tramat) heeft per 1 maart 2007 de toelating voor graszaad verloren, met een opgebruiktermijn van 1 jaar. We zijn al circa 2 jaar in gesprek met de toelatinghouders van de producten en de overheid, om te kijken hoe we deze toelating toch zouden kunnen behouden. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat de toelatinghouders augustus 2007 toch nieuwe toelatingsaanvragen voor graszaad hebben ingediend. Vanuit het project effectief middelenpakket hebben we de aanvragen ondersteund, door richting overheid aan te geven dat er een groot knelpunt ontstaat als het middel niet meer beschikbaar is (bevestigd door een PD-analyse waarin het knelpunt wordt erkend) en aan te dringen op voortvarende behandeling van de toelatingsaanvragen. Als gevolg van Europese besluitvorming moest het CTB het herbicide paraquat (Actor, Gramoxone, Agrichem Paraquat) per direct intrekken, er geldt een opgebruiktermijn tot 1 december 2007. Vanuit diverse sectoren hebben we bij de partijen die hier invloed op kunnen uitoefenen aangegeven dat dit de Nederlandse land- en tuinbouw voor aanzienlijke problemen plaats, waarbij we voor de akkerbouw met name op doodspuiten van het antistuifdek (gerst) voor opkomst bij zetmeelaardappelen hebben gewezen. Momenteel wordt bekeken of een langere opgebruiktermijn kan worden toegekend, ter overbrugging naar de ontwikkeling van alternatieven en/of een nieuwe toelating van paraquat. Ook de toelating van het loofdodingsmiddel Reglone (diquat) zou nationaal onder druk staan. Dit terwijl diquat Europees niet ter discussie staat, en in diverse omringende landen een toelating heeft voor een heel aantal jaren. We hebben richting overheid aangegeven dat Reglone voor de aardappelteelt een belangrijk middel is, waar we ook gezien het ‘level playing field’ over willen blijven beschikken. 1.4.2. Toelatingen op basis van derdenaanvragen De derdentoelating voor Ohaya (fluazinam) en de afgeleide toelating Shirlan in ginseng is toegekend. Shirlan werd al enkele jaren op basis van de vrijstellingsregeling ingezet tegen bodemschimmels. De aanvraag is gefinancierd door het Fonds Kleine Toepassingen. 1.4.3. Verder toelatingsnieuws Enkele belangrijke toelatingsbesluiten voor de akkerbouw in de afgelopen maanden:
4
• • • •
• •
• •
•
Efect en Oblix 200 EC (beide ethofumesaat) en Kontakt 320 SC (fenmedifam) zijn toegelaten voor onkruidbestrijding in onder andere suiker- en voederbieten. Andere producten met deze werkzame stoffen waren al toegelaten in bieten. De toelating van het fungicide Sphere (trifloxystrobin en cyproconazool), dat was toegelaten in winter- en zomertarwe, is uitgebreid naar triticale, suiker- en voederbieten en de graszaadteelt van Engels raaigras, veldbeemdgras en roodzwenkgras. Het fungicide Comet Duo (epoxiconazool en pyraclostrobin) is toegelaten in de teelt van wintertarwe, zomertarwe, triticale, wintergerst, zomergerst en winterrogge Er zijn enkele nieuw fungiciden toegelaten voor bestrijding van Phythophthora in aardappelen: InFinito (op basis van de nieuwe werkzame stof fluopicolide, en propamocarb), Zetanil solo (cymoxanil) en Revus (op basis van de nieuwe werkzame stof mandipropamid). Totril (ioxynil-octanoaat) is toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van planten zaaiuien, lente-ui, knoflook, sjalot, plant- en zaaiprei en vlas. Ook het herbicide Lentagran WP (pyridaat) is weer toegelaten, in de teelt van boerenkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, zaaiuien, 1e jaars plantuien, 2e jaarsplantuien, zaaisjalotten, plantsjalotten, prei en asperges. Cruiser 350 FS (thiamethoxam) is toegelaten als zaadbehandelingsmiddel tegen ritnaalden en fritvlieg in snijmaïs en korrelmaïs. Mesurol FS (methiocarb) is weer toegelaten als zaadbehandelingsmiddel tegen fritvlieg en vogelschade in maïs. Hiermee is import van behandeld zaaizaad, wat onder de nieuwe Wet nog tot 1 september 2009 zonder toelating gedoogd wordt, niet langer meer nodig. De toelating van Sencor WG is uitgebreid met een naopkomst LDS behandeling in consumptie- en zetmeelaardappelen, graszaadteelt van Engels raaigras en peen. Onder andere via het project effectief middelenpakket is al vaker gevraagd om een toelating in pootaardappelen: de toelatinghouder werkt hier nu zelf aan.
1.4.4. Vrijstellingen Met de CBB-uitspraak (zie eerder stuk over de 800 middelen) dreigden ook de besluiten over de vrijstellingen nietig verklaard te worden. Uiteindelijk zijn de vrijstellingen 2007 behouden gebleven. Het heeft wel voor ‘oponthoud’ voor de laatste nog te nemen besluiten voor 2007 geleid. Uiteindelijk is in september de aangevraagde vrijstelling voor een najaarstoepassing (september tot en met november) van Talstar tegen emelten in grasland toch nog toegekend. Er is geen vrijstelling verleend voor een najaarstoepassing van Brabant Slakkendood tegen slakken in wintergranen, graszaad en koolzaad, conform de vrijstelling voor Caragoal Gr. Voor 2008 zijn voor de akkerbouw de 9 nog niet opgeloste knelpunten opnieuw aangemeld. Er zijn geen nieuwe knelpunten voor de vrijstellingsregeling aangemeld. Voor de vlasteelt was 2007 een zeer slecht seizoen. Aan het beging van de teelt werd al duidelijk dat er een noodsituatie dreigde te ontstaan: door de extreem droge voorjaarsomstandigheden en dientengevolge zeer ongelijke kieming en zeer ongelijke gewasstand sloegen meeldauw en secundaire schimmelziekten toe, terwijl er geen fungiciden zijn toegelaten in vlas om een bestrijding uit te voeren. We hebben daarom namens de vlassector bij de Minister een ontheffing aangevraagd voor het éénmalig mogen toepassen van het uit Frankrijk bekende middel Punch (carbendazim en flusilazool). Hoewel het probleem door de overheid werd erkend, is er vanwege potentiële risico’s van het middel geen vrijstelling toegekend. 1.4.5. Essential Uses Op 30 juni 2007 is de toelating afgelopen van een aantal stoffen die nog via een zogenaamde ‘essential use’ beschikbaar waren. Het gaat onder andere om Temik (aldicarb) en metoxuron (Purivel voor loofdoding in aardappelen en Dosanex voor onkruidbestrijding in
5
peen) en Birlane (chloorfenvinfos) in onder andere wortel, uien en kool. Op verzoek van de sectoren is uiteindelijk een opgebruiktermijn vastgesteld tot 31 december 2007. 1.5. Fonds Kleine Toepassingen Vanuit de akkerbouw zijn in de ronde mei 2007 de volgende aanvragen ingediend en toegekend: • Vlas – diverse schimmelziekten waaronder meeldauw die opbrengstvermindering geven: toelatingsaanvraag voor een fungicide; • Vlas – onkruid, met name straatgras: toelatingsaanvraag voor een herbicide; • Graszaadteelt – onkruid: uitbreiding van de toelating van een middel naar rietzwenk. Voor de ronde oktober 2007 zijn ingediend: • Vlas, blauwmaanzaad, suikermaïs – onkruid: toelatingsaanvragen voor twee vooropkomst herbiciden; • suikerbieten – emelten: aanvullend werkzaamheidsonderzoek en kosten derdentoelatingsaanvraag. Van een aanvraag voor een herbicide voor uien is afgezien: over een beoogd middel waren te veel onzekerheden, en verder zijn onlangs enkele herbiciden toegelaten waardoor het knelpunt niet zo groot meer lijkt. Voor ethofumesaat in graszaad hoefde geen fonds aangevraagd te worden, omdat de toelatinghouders uiteindelijk zelf de aanvraag hebben ingediend en het daarvoor benodigde aanvullende dossier hebben gefinancierd. Ook aan een andere vaak geuite wens wordt nu toch door de fabrikant zelf gewerkt: Sencor met LDS in pootaardappelen.
6
2.
ONVERWERKTE PRODUCTEN
2.1.
Verwerking van tarwe door de maalindustrie in de eerste twee kwartalen van de kalenderjaren 2005, 2006 en 2007
Verwerkt van januari t/m juni
2005 Tonnen
Inlandse tarwe Andere EU tarwe Totaal EU tarwe Derde landen tarwe Totaal Generaal
63.569 557.037 620.606 14.261 634.867
2006 %
Tonnen
10,0% 87,7% 97,7% 2,3% 100%
2007 %
Tonnen
100.044 541.295 641.339 6.128
15,5% 83,6% 99,1% 0,9%
54.970 488.952 543.922 6.279
647.467
100,0%
% 10,1% 89,8% 99,9% 0,1%
544.601
100,0%
In de eerste twee kwartalen van 2007 nam de totale vermaling ten opzichte van de eerste twee kwartalen in 2006 en met ruim 100.000 ton af evenals ten opzichte van de eerste twee kwartalen in 2005. Het aandeel van de inlandse tarwe was met name in 2006 hoger. Het aandeel andere EU tarwe neemt gestaag toe. Het aandeel van derde landen tarwe in de melange is verwaarloosbaar klein. 2.2.
Producentenprijzen van granen, zaden en peulvruchten in maart, april en mei 2007 In Є/100 kg, franco pand, incl. BTW
Product Voertarwe Maaltarwe Baktarwe ROGGE Triticale Maalgerst Brouwgerst Hoofdproductschap Akkerbouw Verrekeningen Maïs Voererwten Capucijners Bruine bonen Karwijzaad Blauwmaanzaad Koolzaad
maart 2007 14,70 14,90 15,20 13,30 13,90 14,30 17,80 18,00
april 2007 15,00 15,10 15,40 13,30 14,05 14,50 17,95 18,10
mei 2007 15,25 15,40 15,65 13,50 14,15 14,75 18,00 18,25
15,45 17,20 22,00 66,50 66,50 177,50 25,50
16,25 17,65 22,00 64,50 66,50 180,00 25,50
16,35 18,65 22,00 67,00 66,50 182,00 25,50
Bron: LEI Deze cijfers werden al vermeld in de mededelingen ten behoeve van de (geannuleerde) vergadering van 6 september jongstleden. Van de oogst 2007 zijn nog geen producentenprijzen beschikbaar.
7
2.3.
Marktprijzen in de periode van 11 september tot en met 23 oktober 2007 11 september 2007
2 oktober 2007
263,00 Geen notering 265,00
254,00 Geen notering 260,00
EU Voertarwe
272,00
257,00
235,00
EU Voergerst
268,00
270,00
246,00
EU maïs
260,00
235,00
225,00
Groene erwten
200,00
200,00
200,00
Kapucijners
500,00
600,00
600,00
Bruine Bonen
700,00
775,00
775,00
255,00 900,00 2.100,00
270,00 1.000,00 2.600,00
270,00 1.100,00 2.800,00
In euro/ton Voertarwe Brouwgerst Voergerst 61/62 kg/hl
Voererwten Karwijzaad Blauwmaanzaad
23 oktober 2007 236,00 Geen notering 250,00
Na een scherpe stijging in de tweede helft van augustus en begin september begonnen de noteringen voor granen geleidelijk aan te dalen. De maïsproductie in Frankrijk is goed te noemen, er is sprake van een zekere verkoopdruk en er komt ook GGO vrije maïs uit met name Brazilië beschikbaar. Tarwe en ook gerst, als gevolg van exportvraag, zijn ten opzichte van maïs te duur. Va de zijde van de verwerkers is er dan ook weinig belangstelling. De stemming ten opzichte van peulvruchten en zaden is goed prijshoudend. 2.4.
Marktsituatie Granen
2.4.1. marktsituatie EU – Marktbeheer – Voorstel tot schorsing van de invoerrechten De EU graanoogst voor het seizoen 2006/2007 wordt vooralsnog geraamd op 258 miljoen ton, lager dan die in het seizoen 2005/2006 (266 miljoen ton) en aanzienlijk lager dan die in het sezioen 2004/2005 (ruim 283 miljoen ton met 25 lidstaten). Bij aanvang van het seizoen 2007/2008, 1 juli 2007 bedroeg de interventievoorraad 2.6 miljoen ton waarvan op 11 oktober 2007 nog 500.000 ton beschikbaar was (maïs en tarwe in Hongarije) Verwacht mag worden dat voor eind december de gehele interventievoorraad zal zijn verkocht hetgeen alleen al voor de verkopen van dit seizoen een bruto winst op zal leveren voor de Commissie van ruim € 175 miljoen (kosten interventieopslag ongeveer € 18 per miljoen ton per jaar). De Commissie verwacht voor dit seizoen een toename van de invoer van graan tot 17.3 miljoen ton (vorig seizoen 11.3 miljoen ton) waardoor bij aanvang van het seizoen, in theorie ruim 328 miljoen ton graan beschikbaar zou zijn (eindvoorraad+oogst+invoer) hetgeen 15 miljoen ton minder is dan het vorig seizoen. Het totale EU verbruik wordt geraamd op 266.7 miljoen ton, gelijk aan het verbruik van het vorig seizoen waarbij er een daling wordt voorzien voor diervoeder verbruik en een stijging van 1 miljoen ton voor de productie van biobrandstoffen tot 4.5 miljoen ton. 8
Door de relatief hoge interne marktprijzen verwacht de Commissie een daling van de uitvoer (de eerste 12 weken werd er voor 5.4 miljoen ton aan uitvoercertificaten afgegeven) maar duidelijk is wel dat de EU voorraad aan het eind van dit seizoen lager zal zijn dan bij aanvang van het seizoen. Door de afschaffing van de 10% braakverplichting voor 2008 zal het graanareaal volgend seizoen toenemen. De prognose van de Commissie dat de graanoogst et 10 á’17 miljoen ton graan meer geproduceerd zal gaan worden lijkt echter niet correct omdat een groot gedeelte van het braakareaal al werd gebruikt voor de productie van non food – non –feed gewassen. Landbouwcommissaris Fisler Boell heeft gedurende de Landbouwraad van september positief gereageerd op het verzoek van de Spaanse delegatie om schorsing van de invoerrechten voor alle basisgranen tot maximaal 30 juni 2008. Het Commissie voorstel moet nog worden ingediend bij de Raad en zal uitsluitend betrekking hebben op de basisgranen zoals tarwe, gerst en maïs en niet voor de verwerkte producten zoals tarwebloem en mout etc. Verwacht mag worden dat niet alle lidstaten (b.v. Frankrijk en Polen) het Commissievoorstel zullen ondersteunen omdat schorsing van de invoerrechten zou kunnen leiden tot een verlaging van de interne graanprijzen.
2.4.2.. EU oogstverwachting seizoen 2007/2008 De oogstverwachtingen voor dit seizoen worden de laatste weken regelmatig in negatieve zin aangepast. De meeste recente officiële oogstraming van het Directoraat Landbouw van de Commissie van 11 oktober 2007 gaat uit van een totale productie van 258 miljoen ton graan. Spanje, Italië, Polen en de Baltische Staten hebben een goede oogst; Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en het VK hebben een mindere oogst terwijl de situatie in Bulgarije, Hongarije en Roemenie rampzalig is (maximaal 40% van de oogst van het vorig seizoen)
2.4.3. Nederlandse oogstverwachting seizoen 2007/2008 Mede door het droge voorjaar en het ontbreken van een echte zomer dit jaar zal de Nederlandse graanoogst 20 á 25% lager zijn dan het vorig seizoen. De eerste prognoses gaan uit van maximaal 1.16 miljoen ton tarwe en 0.26 miljoen ton gerst waarbij de kwaliteit per regio erg verschilt. 2.4.4.. Wereldmarkt. Wereldwijd wordt er niet bijzonder goed geoogst; Australië heeft voor het tweede jaar op rij te kampen met droogte waarbij analisten uitgaan van een tarweoogst van minder dan 10 miljoen ton. De oogst in de Verengde Staten lijkt normaal waarbij voor de (GMO) maïs een recordoogst wordt verwacht. De wereldproductie van granen zal achterblijven bij het te verwachten verbruik. Er is dus sprake van een gespannen vraag/aanbod situatie met hoge wereldmarktprijzen als gevolg. Mede door de relatief hoge graanprijzen verwachten analisten een forse uitbreiding van het graanareaal de komende tijd. 2.4.5. Invoering maximum hoeveelheid maïs voor overname in interventie – voornemen om interventie te beperken tot tarwe. Begin 2007 werd in de Raad gesproken over een voorstel van de Commissie om maïs als interventiegrondstof te schrappen omdat, bij ongewijzigd beleid, er in 2010 minimaal 35 miljoen ton maïs in interventie zou zijn opgeslagen. De meeste maïsproducerende lidstaten
9
maakten bezwaar tegen de conclusies van het Commissierapport omdat er onjuiste oogstreferenties werden toegepast en de impact van de productie van biobrandstoffen ontbrak. De uiteindelijke oplossing was een maximale overname ter interventie van 1.4 miljoen ton voor het seizoen 2007/2008, 0.7 miljoen ton voor 2008/2009 en geen overname meer in de jaren erna tenzij de marktsituatie daartoe aanleiding geeft. Verwacht mag worden dat de Commissie in de Health Check, met een vergelijkbaar voorstel zal komen voor tarwe. De overige granen zoals maïs, gerst en sorghum wil de Commissie definitief schrappen als interventiegrondstof. 2.4.6. Productie van biobrandstoffen De huidige doelstelling van de Commissie is een minimale bijmenging aan de fossiele brandstoffen in 2020 van 10%, vooralsnog op basis van een richtlijn en niet op basis van een verordening (harde wetgeving). De oorspronkelijke doelstelling voor een bijmenging van 5,75% in 2010 zal, mede door de hoge graanprijzen en het vrijblijvende karakter van de richtlijn, niet worden gehaald (maximaal 4% in 2010). Voor 2020 wordt een graanverbruik van 59 miljoen ton verwacht ondanks de industriële productie van de z.g. tweede generatie in 2014. De Commissie is van mening dat Europa niet afhankelijk mag worden van de invoer van biobrandstoffen en dat de toenemende vraag naar graan voor de productie van biobrandstoffen zal leiden tot een maximale van 3 á 4% voor levensmiddelen. 2.5.
Marktverstoring bij zaaizaden
Het graszaadbedrijfsleven stelt vast dat er de laatste maanden sprake is van de invoer van nietgecertificeerd zaad van grassen vanuit de Verenigde Staten. Dit gebeurt in Italië en Spanje waar opmenging met gecertificeerd zaaizaad plaatsvindt. Het gaat vooral om Italiaans raaigras. De lage dollarkoers in combinatie met de stijging van de graszaadprijzen is er de oorzaak van dat deze marktverstorende praktijk in omvang toeneemt.
10
3.
BAKKERIJAANGELEGENHEDEN
3.1.
Commissie Brood en Banket
Op 10 oktober jl. is de Commissie Brood en Banket bijeengeweest. In deze vergadering lag een aanvraag voor van de Stichting Samenwerkende Sociale Fondsen Brood en Banket voor de uitvoering van opleidingen van werkenden in de bakkerijbranche. Voor de uitvoering van dit scholingspakket wordt, in verband met het tijdelijk vervallen van andere subsidiemogelijkheden, verzocht om een eenmalig subsidiebedrag van Є 508.100,-. Hoewel de subsidieaanvraag nog nader zal moeten worden uitgewerkt, heeft de commissie uitgesproken niet onwelwillend te staan tegenover toekenning van de gevraagde subsidie. Op verzoek van de Stichting Nebato heeft de commissie een subsidie toegekend van maximaal Є 30.000,- ter ondersteuning van de organisatie van de verkiezing “Bakkerij van het Jaar” in 2008. De commissie meent dat dit evenement het imago van de bakkerij en van ondernemerschap in de bakkerij versterkt en daarmee past binnen de doelstelling van de structuurmaatregelen voor de bakkerij. Een ander onderwerp dat binnen de commissie aan de orde is geweest, is de heffing waarmee de structuurmaatregelen voor de bakkerijsector worden gefinancierd. Zo heeft de commissie kennis genomen van de ontwerp-Verordening GZP structuurversterking bakkerij, jaar 2008. De commissie adviseert het bestuur positief over deze verordening, die, ten opzichte van de verordening voor 2007, op enkele punten is aangepast om de uitvoering te vereenvoudigen. Aan de commissie is tevens gerapporteerd over de controles die de Afdeling Financiën, Planning en Control (voorheen: Interne Auditdienst) van het hoofdproductschap heeft uitgevoerd op de naleving van de structuurversterkingsheffing in 2006. Sinds 2005 voert genoemde afdeling jaarlijks circa 130 controles uit. De commissie heeft voorts gesproken over een aantal onderwerpen dat samenhangt met het onderwerp grondstofallergie. Zo heeft de commissie het reglement goedgekeurd van de Begeleidingscommissie Grondstofallergie. Deze begeleidingscommissie beslist over de toekenning van een loopbaanvoorziening aan werknemers in de bakkerij met een zodanige allergische belasting voor (meel)stof dat, alle inspanningen ten spijt, de werknemer elders zijn loopbaan zal moeten voortzetten. De faciliteit wordt bekostigd uit middelen van de Commissie Brood en Banket en vormt “het sluitstuk” van het Arboconvenant Grondstofallergie. Voorts is aan de commissie gerapporteerd over de activiteiten van de Werkgroep “Voor de Bakker”. De activiteiten van de werkgroep (eerstelijnsadvisering, borgstelling vanuit het BakkersFinancieringsFonds, (thema)bijeenkomsten voor starters) richten zich onder meer op het vergemakkelijken van de overdracht van bedrijven en het versterken van ondernemerschap in de ambachtelijke bakkerij. Afgelopen zomer heeft de werkgroep een werkconferentie met allochtone bakker-ondernemers gehouden. Doel van deze bijeenkomst, waaraan door circa 25 ondernemers is deelgenomen, was een uitwisseling van informatie over de activiteiten van het productschap in het algemeen en de werkgroep in het bijzonder. Daarnaast zijn de knelpunten aan de orde geweest die deze groep ondernemers ervaart in hun bedrijfsvoering. Aan de commissie is eveneens gerapporteerd over de stand van zaken van het Project Beheersing Voedselveiligheid Bakkerij-ingrediënten en over de ingrediëntendatabank SpecsPlaza. Elders in deze mededelingen wordt over deze onderwerpen apart gerapporteerd. Tenslotte heeft de commissie kennis genomen van die onderdelen van de concept-begroting 2008 van het productschap die bakkerijaangelegenheden betreffen. Deze onderdelen gaven de commissie geen aanleiding tot opmerkingen.
11
3.2.
Ingrediëntendatabank SpecsPlaza
Zoals bekend heeft het productschap op verzoek van de organisaties in de bakkerijketen een ingrediëntendatabank voor de bakkerijketen (SpecsPlaza) ontwikkeld en gebouwd. Met gebruikmaking van door de grondstoffenleveranciers in de databank ingevoerde specificaties, een computer met internetverbinding, een abonnement op SpecsPlaza en etiketteringssoftware is het voor de bakker mogelijk een warenwettelijk juist etiket samen te stellen. In het voorjaar is het voor achtereenvolgens leveranciers en afnemers mogelijk geworden via de website gegevens in de databank in te voeren respectievelijk gegevens uit de databank op te vragen. Inmiddels hebben ook de eerste leveranciers door middel van een elektronische koppeling een verbinding gemaakt tussen hun eigen database met productspecificaties enerzijds en SpecsPlaza anderzijds. De databank bevat inmiddels ca. 2.600 specificaties van 40 à 50 leveranciers. Het productschap zal bij zijn inspanningen het aantal specificaties verder te verhogen, zich concentreren op leveranciers van producten die nog ondervertegenwoordigd zijn in de databank. Circa 60 afnemers (bakkerijen) zijn inmiddels aangesloten op SpecsPlaza. De afgelopen periode is op verzoek van partijen uit de bakkerijketen gewerkt aan uitbreiding van de ingrediëntendatabank. Deze uitbreidingsfase bevat twee onderwerpen: de totstandkoming en implementatie van een uniforme nomenclatuur en de uitbreiding van de productspecificaties met die onderdelen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de informatiebehoeften van (groot)afnemers. In samenspraak met een werkgroep van ketendeskundigen is een uniforme nomenclatuurlijst opgesteld. Met een uniforme nomenclatuur wordt voorkomen dat in de etiketteringsinformatie hetzelfde ingrediënt meerdere keren voorkomt onder verschillende benamingen. Een uniforme nomenclatuur stelt bakkerijsoftware in staat om te kunnen rekenen met hoeveelheden van ingrediënten die een zelfstandige grondstof vormen danwel een bestanddeel van een grondstof vormen (bijvoorbeeld zout als zodanig en zout als bestanddeel van een samengestelde bakkerijgrondstof). In de laatstgehouden vergadering van voorzitters en secretarissen van organisaties in de bakkerijketen (het Voorzittersoverleg bakkerijketen) hebben de partijen in de bakkerijketen deze lijst goedgekeurd en een procedure voorgesteld voor het beheer van de lijst. Tevens is gekozen voor een zodanige geautomatiseerde ondersteuning van de toepassing van de uniforme nomenclatuur dat invoering van de uniforme nomenclatuur geleidelijk kan plaatshebben en geen belemmering vormt voor het vergroten van het aantal specificaties. Het streven is op uiterlijk 1 januari 2009 nog uitsluitend specificaties in SpecsPlaza te hebben die voldoen aan de uniforme nomenclatuur. Aan de hand van een aantal “retailpaspoorten” heeft genoemde werkgroep van ketendeskundigen de door de (groot)afnemers van de bakkerijketen gewenste informatie geanalyseerd. Deze analyse heeft geleid tot een “eindproductspecificatie” die bestaat uit een aantal clusters met - ten opzichte van de informatie over de samenstelling van het product aanvullende gegevens, zoals bijvoorbeeld marketinginformatie, voedingswaarde-informatie, allergeneninformatie, etc. Bij de informatie-uitwisseling zal gebruik worden gemaakt van de internationale standaard van GS1 (“Food and Beverage Extension”). Beide onderdelen (de geautomatiseerde ondersteuning van de uniforme nomenclatuur en de uitgebreide eindproductspecificatie) zullen de komende maanden in de ingrediëntendatabank-software worden ingebouwd. De oplevering en de implementatie zal per onderdeel plaatshebben. De meerkosten voor de uitbreiding van de ingrediëntendatabank worden op basis van de thans voorliggende wensen en informatie geraamd op Є 105.000,- à Є 110.000,-. Omdat de uitbreiding van de ingrediëntendatabank
12
met name van belang is voor de bakkerij, heeft de Commissie Brood en Banket ingestemd met het voorstel deze meerkosten geheel ten laste te brengen van de reserves van het Fonds Structuurversterking Bakkerij. De exploitatiekosten van de databank worden gedekt uit gebruikerstarieven. Door onder meer vertragingen bij de bouw van de databank zullen in 2007 en 2008 exploitatietekorten ontstaan. De Commissie Brood en Banket schaart zich achter het voorstel 75% van deze begrote tekorten ten laste te brengen van de reserves van het Fonds Structuurversterking Bakkerij.
13
4.
INDUSTRIÉLE LANDBOUWPRODUCTEN ( NA – I PRODUCTEN)
4.1.
Budgettaire situatie
In het budgetjaar 2006/2007 werd voor een bedrag van Є 204,2 miljoen aan restitutiecertificaten afgegeven. Aangezien er geen kortingspercentages werden vastgesteld konden ook dagelijks restitutiecertificaten worden aangevraagd met wekelijkse goedkeuring door de Europese Commissie. De exporteurs waren dus niet gehouden aan de uiterste data die voor de zes tranches zijn vastgesteld en die twee maanden uit elkaar liggen. De restitutiebetalingen op basis van de regeling kleine exporteurs hebben naar schatting Є 19 miljoen bedragen. Het totale beslag op het budget heeft dus Є 223,2 miljoen bedragen. Voor het budgetjaar 2007/2008 is Є 198 miljoen begroot. Het WTO budget bedraagt Є 415 miljoen en de verdeling van het budget over de zes tranches blijft op dit bedrag gebaseerd. Voor de eerste tranche in het budgetjaar 2007/2008 was beschikbaar 30% van Є 415 miljoen verminderd met de reserve kleine exporteurs van Є 40 miljoen ofwel Є 112,5 miljoen. Tot 7 september – de sluitingsdatum van de eerste tranche – werd voor iets meer dan Є 30 miljoen aangevraagd. Er werd dus geen kortingspercentage vastgesteld en dus konden er weer dagelijks aanvragen worden ingediend met wekelijkse goedkeuring door de Europese Commissie. Tot en met medio oktober was voor een bedrag van Є 37 miljoen aan restitutiecertificaten afgegeven. In de huidige situatie geldt alleen nog voor suiker verwerkt in NA – I producten een restitutiebedrag van enige betekenis, namelijk Є 34,00/100 kg. Voor zuivelproducten zijn de restituties sinds medio juni op 0 gesteld en voor granen geldt alleen nog een zeer bescheiden restitutiebedrag voor maïs van Є 0,377/100 kg.
14
5.
LEVENSMIDDELENAANGELEGENHEDEN
5.1.
Algemeen
5.1.1. Broodzout/bakkerszout Op 19 september 2007 is het convenant bakkerszout voorgelegd aan het Regulier Overleg Warenwet van het ministerie van VWS. De stakeholders in het ROW stellen de inzet van de bakkerijsector zeer op prijs. Het ministerie van VWS zal het convenant binnenkort ter notificatie voorleggen in Brussel. Hierna (na ca. 3 maanden) kan de ondertekening door de convenantpartijen plaatsvinden. Er zal een communicatietraject worden voorbereid door NBOV, NVB, NBC en GZP. 5.1.2. Granen en Gezondheid De werkgroep Brood & Gezondheid heeft de kansen, belemmeringen en lopende initiatieven/activiteiten ten aanzien van zoutreductie en ten aanzien van vezels en volkoren uitgewerkt. In opdracht van de Stuurgroep Graan & Gezondheid zal de werkgroep een plan van aanpak uitwerken over de zoutreductie in brood. De werkgroep zal verder de feiten, belemmeringen, kansen en lopende initiatieven/activiteiten over vetzuursamenstelling, mout en obesitas (GI) uitwerken. 5.1.3. Specsplaza Voor dit onderwerp wordt verwezen naar hoofdstuk 3: Bakkerijaangelegenheden 5.1.4. Project Beheersing Voedselveiligheid Bakkerij-ingrediënten en RiskPlaza Op 18 september jl. heeft het voorzittersoverleg de werkwijze rondom de audit+ certificering en de inhoud van RiskPlaza vastgesteld. Met deze vaststelling is het mogelijk om de RiskPlaza-website te lanceren en van start te gaan met de audit+-certificering. Echter voordat de website en het audit+-systeem gelanceerd worden heeft er op 18 oktober een overleg met de VWA plaatsgevonden over de wijze waarop het BVB-systeem (Beheersing Voedselveiligheid Bakkerij-ingrediënten) formele goedkeuring van de VWA kan krijgen. In dit overleg is besproken dat nog voor het eind van dit jaar, de VWA een 0-audit zal uitvoeren op het systeem en de database. Tijdens de 0-audit wil de VWA zich er van vergewissen dat de RiskPlaza-database in voldoende mate gevuld is en de juiste informatie bevat. Daarnaast zal worden bekeken of het BVB-systeem de beoogde waarborg biedt, om er voor zorg te dragen dat er bij afname van een audit+-gecertificeerde leverancier geen verificatie van de aangekochte grondstoffen meer hoeft plaats te vinden. De verwachting is dat rond 1 januari 2008 GZP en de VWA gezamenlijk kunnen berichten wat de voordelen van het gebruik van de RiskPlaza-database en het BVB-systeem zijn en welke effecten dit heeft voor bedrijven in het kader van toezicht door de VWA. Leveranciers van bakkerijgrondstoffen kunnen hun borging van de in bovengenoemde factsheets opgenomen gevaren naar verwachting vanaf 1 januari 2008 laten verifiëren door certificerende instellingen. In de komende periode zal hier communicatie in verscheidene media over plaatsvinden 5.2.
Nederland: Regulier Overleg Warenwet (ROW)
Verslagen van de ROW zijn te vinden op website www.row.minvws.nl. 5.2.1. Algemeen Overleg (AO): Handhavingsbeleid De VWA heeft in de vergadering van het ROW-AO op 12 september uitgelegd hoe zij haar rapport “Handhaven met verstand en gevoel” zal uitwerken. Op grond van Verordening 882/2004, de Controleverordening, moeten overheden de kosten van herinspecties in
15
rekening brengen. Bedrijven kunnen een herinspectie voorkomen door schriftelijk aan de VWA te melden hoe tekortkomingen zijn verholpen. Voor herinspecties brengt de VWA € 85 in rekening bij de bedrijven, een monstername met analyse kost € 165 en een herinspectie inclusief monstername en analyse kost € 225. De VWA zet zich ook in met “nalevingshulp” met name bij beginnende bedrijven. 5.2.2. Deskundigenoverleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen(DGL): Het ROW-DGL heeft op 19 september gesproken over het Convenant Bakkerszout, zie boven. Daarnaast is het oriëntatiedocument van de EG-Commissie over het stellen van maximum- en minimumhoeveelheden voor vitaminen en mineralen besproken. De vergadering stemde in met het voorstel om geen maxima in te stellen voor vitaminen en mineralen waarvoor geen schadelijke dosis bekend is. 5.2.3. Deskundigenoverleg Hygiëne Levensmiddelen (DHL) Het ROW-DHL heeft op 25 september gesproken over diverse hygiënecodes voor gebruik in de varkenssector, visverwerkende industrie, kinderopvang en de AGF-detailhandel. Alle hier besproken hygiënecodes zullen op korte termijn voor goedkeuring aan de minister van VWS voorgelegd worden. Daarnaast is in deze vergadering gesproken over een discussienota van de VWA over de “ongekoelde presentatie van bederfelijke producten, geborgd in een hygiënecode”. 5.3.
Europese LevensmiddelenwetgevingVerslagen van de bijeenkomsten van Permanent Comités en EG-Commissiewerkgroepen zijn op te vragen bij het Hoofdproductschap Akkerbouw, afdeling Voedsel en Voeding.
5.3.1. Additieven Op 4 oktober 2007 heeft de EG-Commissiewerkgroep Additieven gesproken over de vraag of bepaalde additieven wel of niet in bepaalde levensmiddelen mogen woren gebruikt. Bij diverse kwesties besloot de Commissie in de aanstaande nieuwe wetgeving dit beter te regelen. 5.3.2. Etikettering De regels over algemene etikettering en de voedingswaarde-etikettering zullen in één verordening worden opgenomen. De Commissie zal medio december een ontwerptekst voor de nieuwe verordening publiceren. EG-Commissiewerkgroep Etikettering heeft op 5 oktober 2007 gesproken over de herziening van de regelgeving voor de voedingswaardedeclaratie. Geconstateerd werd dat indien de voedingswaardedeclaratie verplicht wordt, uitzonderingsregels opgesteld moeten worden voor een aantal producten. Een voorstel is de vermelding van de vier belangrijkste voedingsstoffen (vet, verzadigde vetten, suikers en zout) op de voorkant van de verpakking te verplichten. EG-Commissiewerkgroep Etikettering heeft op 8 oktober 2007 gesproken over de herziening van de etiketteringsregelgeving. De Commissie heeft de stand van zaken rond het traject voor het opstellen van de nieuwe verordening weergegeven. Net als in de vorige bijeenkomsten van de Commissiewerkgroep zijn de algemene en de technische kwesties besproken.
16
5.3.3. Novel Foods De EG-Commissiewerkgroep Novel Food heeft op 1 oktober 2007 vergaderd over de voortgang van de behandeling van de aanvragen voor een beoordeling van novel foods. Het voorstel voor een nieuwe Novel Foodverordening wordt in oktober verwacht. De Commissie zal de catalogus van stoffen waarvan de status (novel food of levensmiddel of voedingssupplement) is beoordeeld binnenkort op internet zetten. 5.3.4. Voedings- en gezondheidsclaims De EG-Commissiewerkgroep Claims heeft op 11 september 2007 vergaderd over richtsnoeren voor de uitvoering van de Claimsverordening. Het betreft de interpretatie van vergelijkende claims, grensgevallen tussen generieke claims en ziekterisicobeperkende claims en de verhouding van de Claimsverordening met de Dieetrichtlijn en de Novel Foodverordening. Daarnaast is de stand van zaken besproken over het verzamelen van de generieke claims in de lidstaten. 5.3.5. Genetisch gemodificeerde organismen Op 9 oktober heeft de EG-Commissiewerkgroep gg-voedsel en diervoeding gesproken over de aanvraag voor toelating van de amylopectine aardappel EH92-527-1, het EFSA advies over soja A 2704-12 en de EFSA-richtsnoeren voor de beoordeling van stacked events. Daarnaast is er verslag gedaan van de uitkomsten van de bijeenkomst van de Codex Task Force Biotechnologie eind september in Japan. Op 10 oktober heeft het Permanent Comité voor de Voedselketen en diergezondheid, sectie GM voedsel en diervoeding gestemd over vier conceptbeschikkingen met betrekking tot de toelating van de gg-aardappel EH92-527-1 en de hybride maïsrassen MON 863xNK603, MON 863xMON810 & MON 863xMON810xNK603. In alle gevallen was er geen sprake van een gekwalificeerde meerderheid voor of tegen toelating. Daarnaast is er gesproken over de stand van zaken met LL601- en Bt63 rijst. 5.3.6.Landbouwcontaminanten De EG-Commissiewerkgroep Landbouwcontaminanten heeft op 14 september 2007 gesproken over bijzondere maatregelen voor de invoer van grondnoten uit Brazilië. Dit naar aanleiding van overschrijdingen van de EU-limiet voor aflatoxinen en een missie van de FVO naar Brazilië. 5.3.7. Persistente Organische Contaminanten De EG-Commissiewerkgroep Persistente organische contaminanten heeft op 13 september vergaderd over de stand van zaken rond de verontreiniging van guar gom met dioxinen en Pentachloorfenol. Daarnaast heeft de werkgroep gesproken over andere actuele gevallen van verontreiniging van levensmiddelen en dioxinen in (vis)lever. 5.3.8. Hygiëne De EG-Commissiewerkgroep Uitvoeringsmaatregelen voor de hygiëneverordeningen heeft op 24 september vergaderd over een voorstel voor het verplicht vermelden van de datum van productie en de datum van invriezen en de datum van minimale houdbaarheid op bevroren producten van dierlijke oorsprong voor zover zij niet direct voor de consument zijn bestemd. Daarnaast is een voorstel besproken welke informatie beschikbaar moet zijn bij bevroren dierlijke producten t.b.v. de traceerbaarheid van deze producten. Vervolgens zijn de wensen van de lidstaten besproken om de hygiëneverordeningen aan te passen. 5.3.9. Biologische productie Op 20 september 2007 en op 16 oktober 2007 heeft het Permanent Comité Biologische Landbouw (SCOF) gesproken en gestemd over het gebruik van voeders afkomstig van percelen in het eerste jaar van omschakeling. Daarnaast zijn aan de orde geweest; een verlenging van de derogatie voor de in tijd gescheiden voederlijnen, de consultatie voor de uitvoeringsmaatregelen, het toevoegen van stoffen aan de additievenlijst (o.a. nitraat en
17
nitriet) en de lijst met technische hulpstoffen (HCl in pekelbaden) en de beschikbaarheid van biologische diervoeders. 5.3..10 Toxicologie Het Permanent Comité voor de Voedselketen en diergezondheid sectie Toxicologie heeft op 5 oktober 2007 ingestemd met commissiebeschikkingen voor het vaststellen van installaties voor doorstraling van levensmiddelen in Thailand, een verhoogde controlefrequentie van aflatoxine bij pinda’s uit Brazilië en een verlaging controlefrequentie op aflatoxine in pinda’s uit de VS. Daarnaast is er gesproken over een incident met hoge gehalten pentachlorophenol en dioxinen in guargom uit India, vertaalverschillen m.b.t. gebruik van E385 in richtlijn 95/2 en de conceptrichtlijnen voor recyclage van plastic bedoeld om in contact met levensmiddelen te komen. 5.3.11 Algemene levensmiddelenwetgeving Het Permanent Comité voor de Voedselketen en diergezondheid sectie algemene levensmiddelenwetgeving heeft op 15 oktober 2007 ingestemd met een beschikking over verkoop van rijstdranken met phytosterolen/phytostanolen. Het comité heeft daarnaast ingestemd met een wijziging van bijlage IIIa van de Etiketteringsrichtlijn betreffende allergenen. Voorts is ingestemd met een beschikking die Griekenland aanspoort om af te zien van wetgeving om te verplichten dat het land van oorsprong en de productiedatum van bevroren deeg op het eindproduct moet worden vermeld. ----------------------------------------------------------
18