PrO-krant 82 Krant voor leerlingen in het praktijkonderwijs Lesbrief voor docenten
Doe meer met de PrO-krant De PrO-krant is geschreven op niveau A2 / B1. Dat is het leesniveau volgens het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader. Wat betekent dat? Teksten op A2-niveau zijn kort en zeer eenvoudig. Teksten op B1-niveau zijn eenvoudig; 95% van de Nederlandse bevolking kan deze teksten lezen en begrijpen. Wat betekent dit voor uw leerlingen? Met behulp van de PrO-krant en de oefeningen uit deze gratis lesbrief, leren leerlingen begrijpend lezen. Als ze in staat zijn de krant te lezen en begrijpen, zijn zij voldoende leesvaardig voor een praktijkopleiding. Leerlingen die deze vaardigheid nog onvoldoende bezitten, kunt u trainen met behulp van de krant. Veel rubrieken in de PrO-krant sluiten aan bij de kerntaken waarmee in gewerkt wordt. Zoals de stage-rubriek ‘Aan het werk’. In deze lesbrief staan tips, ideeën, opdrachten en suggesties om de krant in de klas te behandelen. U kunt de lesbrief downloaden in zowel Word als pdf op de website van de PrOkrant: www.pro-krant.nl > lesbrief. De oefeningen verschillen in moeilijkheidsgraad waardoor er gedifferentieerd gewerkt kan worden. De vragen en opdrachten lenen zich uitstekend voor samenwerkend leren, maar kunnen desgewenst ook makkelijk individueel uitgevoerd worden. De opdrachten vormen zeker geen verplicht onderdeel bij de krant, het zijn slechts handvatten voor de verwerking van uw les. U bent uiteraard vrij in de keuze welke opdrachten u uw leerlingen laat doen. De lesbrief is bedoeld om zelf te kopiëren of anderszins te vermenigvuldigen. Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de lesbrief van Werkze!? Bel dan naar de redactie, telefoon: (020) 520 60 70. Of stuur een e-mail naar:
[email protected]. Rubrieksindeling van de PrO-krant: • Nieuws en actualiteit - pagina 1 & 2. • Het Gesprek - pagina 3. • Sport - pagina 4. • Gezondheid - pagina 5. • Vrije tijd en column - pagina 6. • Natuur en techniek - pagina 7. • Aan het werk - pagina 8. • Op school / Aan het woord - pagina 9. • Mijn Stijl - pagina 10. • Puzzel, colofon en recept- pagina 11. • Wist je dat? / Wat gebeurde er in? – pagina 12.
Hoe zet u de PrO-krant in? Docenten ontwikkelen vaak hun eigen unieke lesmethoden. Iedere docenten heeft sowieso zijn of haar eigen ervaringen met lesgeven. Graag willen we weten hoe ú de PrO-krant inzet de les. De reacties gaan we bundelen in een boek.
Wilt u meedoen? Beschrijf dan ik uw eigen woorden (maximaal 2 A4-tjes) hoe u en uw leerlingen PrO!-krant gebruiken. Mail uw reactie naar
[email protected]. Of stuur het op naar Eenvoudig Communiceren, Antwoordnummer 10554, 1000 RA Amsterdam. Let op: vergeet niet uw naam, school, adres en telefoonnummer te vermelden. We willen u graag kunnen bereiken voor een eventuele toelichting op uw verhaal. Én u krijgt het boek gratis toegestuurd als het klaar is! Vragen op u op weg te helpen * Leest u de krant klassikaal of in groepjes? * Met welk doel leest u de krant: begrijpend lezen, burgerschap, stagekeuze? * Wordt de krant gebruikt voor spreekbeurten? * Welke onderwerpen uit de krant vindt u belangrijk om te behandelen in de les? * Welke onderwerpen vinden uw leerlingen het leukst? * Hoe werkt de lesbrief? * Kunt u iets zeggen van het effect van de krant op de taal- en leesvaardigheid van uw leerlingen? * Heeft u tips voor andere docenten?
WINTER IN NEDERLAND (PAG. 1) 1. Noem drie vormen van overlast die het winterweer veroorzaakt. 2. Wat vind jij van het winterweer? Leg uit waarom je dat vindt. 3. Heb jij last gehad van het winterweer? Leg je antwoord uit. 4. Ga naar www.knmi.nl en klik onderaan bij “Verwachting” “Meer verwachtingen” aan. Kijk dan bij “Verwachting voor de komende 5 dagen” en beantwoord de volgende vragen: - Gaat het de komende vijf dagen nog sneeuwen? Leg je antwoord uit. - Op welke dag is het overdag het koudst? - Op welke dag is het overdag het warmst? 5. Durf jij op natuurijs te schaatsen? Leg je antwoord uit. 6. Waarom zijn winkeliers blij met dit weer? 7. Stel dat jij een dakloze drie goede tips moet geven om warm te blijven. Welke drie tips zou jij dan geven? ZINLOOS GEWELD IN ROTTERDAM (PAG. 1) 1. Vertel in het kort wat er met Wilson Gomes is gebeurd. 2. Waarom wordt dit zinloos geweld genoemd? 3. Wat is een stille tocht? 4. Ga naar www.moed.nl en beantwoord de volgende vragen: - Wat is het symbool (teken) van de stichting tegen zinloos geweld? - Lees het stukje “heb jij moed?” Leg nu in je eigen woorden uit wat moed doet. 5. Wat zou jij doen als je getuige was van zinloos geweld? 6. Zoek op de site op wat je moet doen als je getuige bent van zinloos geweld. Dit kun je vinden bij het kopje “Jongeren”. WEG GELD (PAG. 1) 1. Wat denk jij dat de man (van wie het geld was) tegen zijn vrouw zal hebben gezegd? 2. Wat had de man beter met zijn geld kunnen doen? 3. Wat zou jij doen als je een laars met 40.000 euro zou vinden? Leg je antwoord uit. ONRUST IN CULEMBORG (PAG. 2) 1. Wat was de aanleiding van de onrust in de wijk Terwijde in Culemborg? 2. Vind jij het terecht dat de Marokkanen worden verdacht van een poging tot doodslag? Leg uit waarom wel of niet. 3. Wat betekent ME en wat doen zij? 4. Wat is een samenscholingsverbod? 5. Help de gemeente Culemborg om de problemen op te lossen! Bedenk een manier om rust te brengen tussen de Marokkanen en de Molukkers. 6. Is de onrust in Culemborg nu voorbij? Zoek het antwoord op internet op.
POPULAIRE NAMEN (PAG. 2) 1. Ga naar www.svb.nl en klik onderaan de homepage op “Kindernamen top 20”. Beantwoord de volgende vragen: - Wat vind jij de leukste jongensnaam uit de top 20? - En de leukste meisjesnaam? - Op welke plaats staat Jasmijn in de top 20? - Op welke plaats staat Milan in de top 20? 2. Valt je iets op aan de namen van de top 20? O Nee, niets. O ja, namelijk dat………………………………………………………………………. SPUITJE VOOR DE GEITEN (PAG.2) 1. Zijn de volgende zinnen Waar (W) of Niet Waar (NW). Met de letters van de goede antwoorden kun je een woord maken: - De afgelopen weken zijn er duizenden zieke geiten gedood. W (G) / NW (B). - Q-koorts ontstaat door een bacterie. W (O) / NW (A) - De bacterie komt in de lucht als geiten niezen. W (T) / NW (E) - Mensen nen ook Q-koorts krijgen. W (R) / NW (E) - Q-koorts lijkt op waterpokken. W (J) / NW (E) - Sommige mensne kunnen ernstig ziek worden van de waterpokken. W (N) / NW (S) HET GESPREK MET SCHRIJVER KLUUN (PAG. 3) 1. Wat is de echte naam van Kluun? 2. Hoe heet het boek van Kluun waar een film van is gemaakt? 3. Wat is het belangrijkste onderwerp waar het boek over gaat? 4. Waarom vindt Kluun het zo fantastisch dat zijn boek is uitgegeven in eenvoudige taal? 5. Kluun zegt: “Bij sommige scènes moest ik even slikken.” Wat bedoelt hij daarmee? 6. Zou jij “Komt een vrouw bij de dokter” willen lezen? Leg uit waarom wel of niet. 7. Vind jij het fijn om boeken te lezen? Leg je antwoord uit. 8. Als je leest, wat voor boeken lees je dan het liefst? ALLES OVER FORMULE 1 (PAG. 4) Schrijf iedere keer de zin die waar is over: - Formule 1 is de belangrijkste wedstrijd in de autosport. - Formule 1 is de naam van een raceauto. - De bestuurder van een raceauto heet een chauffeur. - De bestuurder van een raceauto heet een coureur. - Het terrein om te racen noem je een racebaan. - Het terrein om te racen noem je een circuit.
- Het eerste Formule 1 seizoen startte in 1950. - Het eerste Formule 1 seizoen startte in 1960. - Voor de veiligheid dragen de coureurs een brandwerend pak. - Voor de veiligheid rijden de coureurs niet zo hard. - Formule 1 is in Amerika erg populair. - Formule 1 is in Europa erg populair. - Op dit moment rijden er veel Nederlanders in de Formule 1. - Op dit moment rijden er geen Nederlanders in de Formule 1. - Een formule 1 team kost meer dan 100 miljoen euro. - Een formule 1 team kost minder dan 100 miljoen euro. - Een formule 1 team bestaat uit twee medewerkers. - Een formule 1 team bestaat uit vijfhonderd medewerkers. BESTE VOETBALLER VAN DE WERELD (PAG.4) 1. Zoek op internet op wat de afkorting FIFA betekent. 2. Bij welke club voetbalt Messi? 3. Zoek op internet op wie de Nederlandse bondscoach (coach van het Nederlands elftal) is. 4. Wie vind jij de beste voetballer van de wereld en waarom vind je dat? WAT IS ACUPUNCTUUR (PAG.5) 1. Waar komt acupunctuur vandaan? 2. Acupunctuur is een alternatieve geneeswijze. Wat betekent dat? 3. Leg uit wat er bij acupunctuur gebeurt. Gebruik daarbij de volgende woorden: naalden, energiebanen, blokkade, stromen. 4. Noem drie redenen waarom mensen naar een acupuncturist gaan. 5. Waarom is het belangrijk dat de acupuncturist waar je naar toe gaat lid is van een beroepsvereniging? 6. “De meeste zorgverzekeraars vergoeden een acupunctuurbehandeling.” Leg uit wat deze zin betekent. 7. Ga naar www.acupunctuur.com , klik in de menubalk “acupunctuur artsen” aan. Vul nu je postcode of woonplaats in en klik op “zoeken”. Hoeveel acupunctuurartsen zijn er bij jou in de buurt? 8. Zou jij gebruik willen maken van acupunctuur? Leg uit waarom wel of niet. 9. GA naar de site van jouw zorgverzekeraar en zoek op of de kosten voor acupunctuur worden vergoed. HOMEOPATHIE (PAG.5) 1. Waarom kun je geen homeopathische medicijnen bij de apotheek krijgen? 2. Waar zijn homeopathische medicijnen van gemaakt?
3. Noem twee bekende homeopathische merken. 4. Gebruik jij wel eens homeopathische medicijnen? Leg uit waarom wel of niet. DETECTIVE SHERLOCK HOLMES (PAG. 6) 1. Wie was Sherlock Holmes? 2. Wat voor werk doet een detective? 3. Noem de drie acteurs die een hoofdrol in de film hebben. Zet achter hun naam welke rol zij spelen. 4. De regisseur van deze film is Guy Ritchie. Wat doet een regisseur? Als je het antwoord niet weet zoek het dan op. 5. Wat is de belangrijke taak die Holmes in deze film heeft? 6. Zou jij naar deze film toe willen? Leg uit waarom wel of niet. 7. Zoek op internet op in welke bioscoop bij jou in de buurt deze film draait. 8. Zoek op hoeveel een kaartje voor deze film kost. BORSTHAAR (PAG. 6) 1. Waarom was 2009 zo’n slecht liefdesjaar voor Rhija? 2. Denk je dat Rhija zich echt alleen nog maar met haar konijn bezig gaat houden dit laar? Leg uit waarom je dat denkt. 3. Geef Rhija een goed tip om “de ware” (de perfecte man) tegen te komen. WINDMOLENS IN NEDERLAND (PAG.7) 1. Wat doet een dynamo? 2. Leg uit hoe een windmolen voor elektriciteit kan zorgen. 3. Leg uit hoe steenkool voor energie zorgt. 4. Waarom is de stroom van wind beter dan stroom van steenkool? 5. Waarom wordt de elektriciteit van windmolens ook wel ‘groene stroom’ genoemd? 6. Wat is een windmolenpark? 7. Zoek op internet nog een ander voorbeeld van ‘groene stroom’. TEGENSTANDERS (PAG.7) 1. Waarom zijn sommige mensen tegen het gebruik van windmolens? Noem twee redenen. 2. Waarom zijn de inwoners van Urk tegen het molenpark bij hun in de buurt? 3. Wat willen zij doen om te voorkomen dat het molenpark er komt? 4. Ben jij het eens met de inwoners van Urk? Leg je antwoord uit. EERST WAS IK NIET STRENG GENOEG (PAG.8) 1. Wat voor ervaring had Tuba al met het werken van kinderen? 2. Wat voor verschillende werkzaamheden doet Tuba op een dag? 3. Wat heeft Tuba tijdens haar stage geleerd? 4. Waarom is het niet goed om te lachen als een kindje iets stouts doet?
WAT IS EEN PEUTERSPEELZAAL (PAG.8) 1. Voor wie is de peuterspeelzaal bedoeld? 2. Noem twee verschillen tussen een peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf. 3. Wat leren kinderen op bij een peuterspeelzaal? 4. Vind jij de peuterspeelzaal een goede voorbereiding op de basisschool? Leg uit waarom wel of niet. TIPS VAN TUBA (PAG. 8) Lees de tips van Tuba goed door. Is stage lopen bij een peuterspeelzaal iets voor jou? Leg je antwoord uit. EEN NIEUW JAAR, EEN NIEUW GEBOUW (PAG.9) 1. Hoe kan het dat Sjoerd heeft meegebouwd aan de nieuwe school? 2. Wat heeft Cindy gedaan voor haar nieuwe school? 3. Ben jij tevreden over het schoolgebouw waarin je zit? Leg uit waarom wel of niet. 4. Welke dingen zou jij graag anders zien in jouw schoolgebouw? 5. Vind je dat er genoeg rekening wordt gehouden met de smaak van de leerlingen in jullie school? Leg je antwoord uit. AAN HET WOORD (PAG.9) 1. Zet bij de volgende woorden een M als ze bij het stukje van Melissa horen of een O als ze bij Ouarda horen: - vriendinnen - Colombia - gezellig - interessant - stewardess - docenten - kletsen - nuttig - vertrouwen IN EEN JURKJE ZUL JE MIJ NIET ZIEN (PAG.10) 1. Waarom houdt Luca er niet van om haar stijl en naam te geven? 2. Waar haalt Luca ideeën voor haar stijl vandaan? 3. Als jij de stijl van Luca toch een naam zou moeten geven, hoe zou jij haar stijl dan noemen? 4. Luca krijgt wel eens negatieve reacties op haar uiterlijk. Wat doe jij als je een negatieve reactie op je uiterlijk krijgt? Leg je antwoord uit. 5. Kun je aan Luca zien dat zij haar uiterlijk belangrijk vindt? Leg uit waarom wel of niet. 6. Ga naar www.attidudeholland.nl . Wat vind je van de stijl van deze site? 7. Hoe vind je de prijzen van de kleding?
8. Luca luistert graag naar rock, metal en punk. Wat vind jij van deze muziek? 9. Ga naar www.flyleafmusic.com en luister naar een paar nummers van Flyleaf. Wat vind jij van de muziek? Leg je antwoord uit. JONGEREN WILLEN WEER TROUWEN (PAG.12) 1. “Maar liefst driekwart van de jongeren wil later graag trouwen.” Hoeveel procent van de jongeren is dat? 2. Hoe komt het dat er dit jaar dan toch minder mensen getrouwd zijn? 3. Hoe komt het dat het aantal gezinnen met één ouder groeit? 4. Zijn jouw ouders nog bij elkaar? 5. Wat is een latrelatie? 6. Wil jij later trouwen? Leg uit waarom wel of niet. 7. Wat vind jij een goede leeftijd om te trouwen? Leg uit waarom je dat een goede leeftijd vindt. WAT GEBEURDE ER IN… JANUARI 1986? 1. Wat is de hoofdstad van Flevoland? 2. Waarom heet die stad zo? 3. Wat hield de Zuiderzeewet in? 4. Uit welke twee polders bestaat de provincie Flevoland? 5. Waarom moesten er eerst dijken gebouwd worden?