JAN TRUIJENS MARTINEZ
PRIKKELDRAAD IN EEN GRENZELOZE WERELD OKTOBER 2010 Essaywedstrijd Het Vreemde en het Eigene in Globaal Perspectief Onderdeel van het FORUM‐project De mens als vreemdeling
[…]we knew nothing were we were, or upon what Land it was we were driven, whether an Island or the Main, whether Inhabited or not inhabited … What the Shore was, whether Rock or Sand, whether Steep or Shoal. (Defoe 3) Het verhaal van Robinson Crusoe is één van de verhalen die bij elke generatie nieuwe bewonderaars aantrekt. Misschien spreekt dit avontuur ons nu zo aan, omdat het verhaal een heimwee oproept naar een tijd waarin er nog zwarte gaten op de wereldkaart bestonden, vol met eilanden waar nog nooit iemand van had gehoord. Slaan we het boek dicht dan staan we oog in oog met de grenzeloosheid van onze eigen wereld. Met de reiscultuur, de iPhone met GPS applicatie en de TomTom die zelfs is in te spreken door je partner, is de periode van zwarte gaten een lang vervlogen tijd. Deze veranderingen zijn slechts een paar van de vruchten die we te danken hebben aan de toenemende globalisering. Maar kan men nog wel spreken van een globalisering die nog aan het toenemen is? Zeker vanuit het westerse perspectief lijken de meeste grenzen al doorbroken te zijn. We kunnen overal heen vliegen, onze kleren laten we overkomen vanuit China en zelfs wanneer je in de diepste jungle bent heb je internet op je telefoon indien het nodig is om je Facebook‐status te controleren. Maar de globalisering heeft ook neveneffecten: samen met het inkrimpen van de (relatieve) afstand is het gevoel ontstaan dat niet alleen de wereld aan onze voeten ligt, maar dat we onszelf tegelijkertijd hebben blootgesteld aan gevaar. Een bevestiging van dit gevoel waren de aanslagen van elf september in de Verenigde Staten. Een paar van de mensen die verantwoordelijk worden gehouden voor de aanslagen hadden een vliegopleiding genoten in de Verenigde Staten en hadden dus voor een tijd deel uitgemaakt van de Amerikaanse samenleving. Of neem Mohammed Bouyeri: een voormalig HBO‐student opgegroeid in Nederland, die besloot om zijn initialen met een slagersmes in de Nederlandse geschiedenis te kerven. De Ander, het gevaar, het kwaad of welke naam we het willen geven is niet ver weg, maar woont om de hoek. Treffend is het begin van de film United 93 (2006), geregisseerd door Paul Greengrass.i Dit is een van de films uitgebracht na de aanslagen van elf september, die het verhaal vertelt over de groep passagiers die één van de aanslagen wist te verijdelen. Het begin van de film is hier interessant, omdat de regisseur ons een beeld wil tonen dat niet langer denkbaar is na het moment van de aanslagen. De scène toont ons de kapers voordat ze aan boord gaan van het vliegtuig. Het ondenkbare van deze situatie is dat geen van de andere passagiers deze Arabische mannen ook maar één moment vreemd aankijkt. De andere passagiers zijn alleen zorgeloos met zichzelf bezig. Dit moment van onschuld, of beter gezegd onvoorzichtigheid, hebben wij verloren. De globalisering heeft in zijn nasleep niet alleen de grenzen doen vervagen, maar tegelijkertijd de roep om nieuwe grenzen doen toenemen: zichtbare grenzen als de muur tussen Israël en de Westoever, en onzichtbare grenzen als de strengere migratiepolitiek die ondertussen niet meer alleen tot het programma behoort van extreemrechts. In de film The Village (2004), geregisseerd door M. Night Shyamalan, wordt een dorpsgemeenschap getoond die geen genoegen neemt met het oprichten van nieuwe grenzen, maar zichzelf plaatst binnen een compleet begrensde wereld.ii Het dorp bevindt zich in een natuurreservaat dat is opgekocht en voortdurend wordt bewaakt, zodat andere mensen niet meer binnen kunnen komen. De wereld van The Village is het fictionele evenbeeld van de
1
gated communities. In de Verenigde Staten wordt het aantal inwoners van dit soort omheinde gemeenschappen geschat op meer dan zeven miljoen.iii Ondanks de gestage groei van de vraag naar dergelijke omheinde gemeenschappen blijven ze een mysterieus verschijnsel in een wereld die pretendeert grenzeloos te zijn. Wat met name interessant is, zijn de verhoudingen tussen de mensen die binnen deze omheinde gemeenschappen wonen en de mensen die buiten de metershoge hekken vallen. In de fictionele wereld van The Village worden deze verhoudingen blootgelegd. De film zelf werd zeer negatief ontvangen door de media, met steeds de vergelijking met het succes van Shyamalans vorige horrorfilm The Sixth Sense. Door de film te zien als de volgende Sixth Sense werd echter over het hoofd gezien dat The Village geen horrorfilm is, maar een scherpe kritiek op een huidig politiek en sociaal probleem: de angst voor de Ander. Een anachronistisch dorp De dorpsgemeenschap die de hoofdrol speelt in The Village lijkt zich te bevinden aan het einde van de negentiende eeuw. De bewoners van het dorp leven een rustig, voorspelbaar en gemeenschappelijk leven. Het enige minpunt van dit bestaan verschuilt zich in de bossen die het dorp omringen: daarin bevinden zich monsters waar een broos pact mee is gesloten. Zolang de bewoners de bossen niet in gaan, laten de monsters hen met rust. Na verloop van tijd blijkt dat het dorp een constructie is van de ouderlingen, de zelfaangewezen leiders van het dorp, die na confrontaties met afgrijselijk geweld hebben besloten de moderne samenleving de rug toe te keren. Een kilometerslange muur werd gebouwd, vliegverkeer werd omgeleid en om de mensen in het dorp te houden, bedachten de ouderlingen de mythe van de monsters. De wereld van The Village is een complexe wereld. Niet alleen is ze afgesloten in ruimtelijk opzicht, maar ook zijn de dorpelingen afgesloten van de buitenwereld door middel van tijd. Iedereen, behalve de dorpsoudsten, denkt dat ze leven aan het einde van de negentiende eeuw. Met opzet is deze tijd door de ouderlingen uitgekozen, aangezien het een tijd is van conservatievere omgangsnormen die voor iedereen duidelijk waren. Het is een tijd waarin de samenleving homogener was. Zaken als dubbele paspoorten, integratieproblematiek en extreemrechts waren nog geen hoofdpunten op de politieke agenda. Het dorp wordt zo een ruimte die de chaos van de buitenwereld buitensluit om een harmonieuze gemeenschap te hebben, waarin men op een duidelijke en voorspelbare manier met elkaar omgaat. Toch is deze binnenruimte niet zo harmonieus als het lijkt. In The Village is er sprake van angst die zich concretiseert in de bossen die het dorp omringen. Angst is een noodzakelijk onderdeel om de harmonie te bewerkstelligen binnen het dorp. De gated communities verkeren in eenzelfde situatie. Net zoals het dorp van The Village proberen deze omheinde gemeenschappen een speciale plaats te creëren waarin de samenleving homogeen is en waar de Ander niet bij hoort. Inkomenseisen en een oplettende bewonersvereniging zorgen dat wonen in dergelijke gemeenschappen alleen voor een bepaalde groep is weggelegd. Angst speelt in dergelijke gemeenschappen ook een belangrijke rol. Zonder angst zouden er geen metershoge hekken met prikkeldraad nodig zijn, noch patrouillerende bewakers. Maar het paradoxale effect van deze maatregelen is dat de hekken en bewakers niet zozeer een gevoel van veiligheid creëren, maar eerder een
2
bekrachtiging zijn van het gevoel dat de buitenwereld een daadwerkelijk gevaar vormt voor de inwoners van de omheinde gemeenschappen. De heterotopie versus de normale ruimte Het incorporeren van het kwaad van buiten de muren, neemt niet weg dat de ruimte binnen de muren een afgezonderde ruimte is. Het is belangrijk om deze scheiding niet uit het oog te verliezen, omdat het enerzijds van belang is om de structuur van de machtsrelaties te kunnen ontleden en anderzijds omdat de ruimte van invloed is op de wijze waarop de mensen zichzelf en elkaar zien. Michel Foucault beschreef in een college aan een groep jonge architecten het begrip heterotopia dat op deze gedachtegang aansluit. Een heterotopie is een bijzondere ruimte die een andere interne structurering heeft dan de conventionele ruimte die deze speciale ruimte omringt. Kenmerkend voor de heterotopieën is dat ze de ruimte buiten hun grenzen tegelijkertijd representeren, tegenspreken en omkeren.iv
De heterotopie heeft volgens Foucault een functie in relatie tot de overige ruimte, met name dat wat Foucault de “heterotopia of compensation” noemt, wat als doel heeft een andere perfecte ruimte te creëren die de plaats moet innemen van de chaotische “normale” ruimte.v Het dorp in The Village en de omheinde gemeenschappen zijn een vorm van dergelijke heterotopieën. Maar een heterotopie is meer dan een toevluchtsoord om aan de normale ruimte te ontsnappen: een belangrijk kenmerk is ook hun verstorende functie. De heterotopieën verdraaien de normale ruimte, contrasteren gelijkheid en veranderen wat standaard is.vi Deze interpretatie van de heterotopie valt samen met de wijze waarop de omheinde gemeenschappen zich als ruimte positioneren. Hoge hekken, gewapende bewakers, prikkeldraad. Het lijkt meer op een vesting die de oorlog verklaart aan de normale ruimte, dan op een rustige woonwijk. Dat waar deze gemeenschappen oorlog tegen voeren is niet de normale ruimte zelf, maar het idee van het wegvallen van het verschil tussen de mensen binnen die normale ruimte. Het wegvallen van het verschil is de essentie van de mechaniek van de globalisering: minder grenzen en standaardmaten om zo goedkoper te kunnen produceren en meer te kunnen verkopen. Maar vanwaar komt dan de angst voor de uniformiteit en de homogenisering? De reden hiervoor schuilt in de angst dat er niet voldoende ruimte is tussen Ik en de Ander. Men wil niet met de Ander bij dezelfde supermarkt boodschappen doen of erachter komen dat men elk weekend naar dezelfde bioscoop gaat. Waar de omheinde gemeenschap naar verlangt is een radicale scheiding die doet denken aan de rassensegregatie van vroegere tijden. De wereld wordt verondersteld als een broeinest van kwaad en om je daartegen te beschermen moet je jezelf afzonderen. In The Village zijn de ouderlingen degenen die van dichtbij hebben meegemaakt wat er gebeurt als je jezelf niet afzondert: de naasten die de ouderlingen verloren hebben zijn allemaal het slachtoffer geweest van geweld. De broer van August Nicholson was verpleger en werd neergeschoten door een patiënt die hij probeerde te redden, de vader van Lucius Hunt werd in de ochtend vlakbij zijn huis ontvoerd en drie dagen later naakt in een rivier teruggevonden, Mevrouw Clack verloor haar zus aan een groep mannen die haar verkrachtten voor ze haar vermoordde in een steeg niet ver van hun huis. Het zijn stuk voor
3
stuk gruwelijke daden, maar het opvallende is dat het allemaal momenten en tijden zijn die we als relatief veilig ervaren: de ochtend, rondom het huis en op het werk. De boodschap die hiervan uitgaat, is dat het ergste eenieder altijd en overal kan overkomen. Het is dan van het uiterste belang om een zekere afstand te hebben van mensen die niet op jou lijken en derhalve nooit helemaal te vertrouwen zijn. Het is de uniformiteit van het verschil, geconcretiseerd in de anonieme massa, waar de mensen binnen de omheinde gemeenschappen tegen willen optreden. De massa functioneert als de bossen van The Village: de angst voor de altijd aanwezige kans dat binnen de massa een moordenaar of serieverkrachter je aan het opwachten is. Het is dit gedachtegoed dat de omheinde gemeenschappen helpt ontstaan. ‘Killing the Crowd’ Maar in hoeverre heeft de buitenwereld last van deze omheinde gemeenschappen? Kijken we naar het dorp in The Village dan is er geen reden om ons druk te maken. Voor de buitenwereld is het dorp onzichtbaar, met als gevolg dat buitenstaanders er geen last van hebben. Maar hierin verschilt de fictie van de realiteit. In de tastbare wereld zijn de muren die de binnen‐ en buitenwereld van elkaar scheiden niet genoeg, omdat het kwaad altijd als te dichtbij wordt ervaren. In het boek City of Quartz beschrijft Mike Davis hoe de omheinde gemeenschappen in Los Angeles meer en meer samen gaan met nieuwe vormen van ruimtelijke repressie. Wat er nu aan het ontstaan is, doet denken aan de veiligheidszones die het leger hanteert rondom hun kampen. De ruimtes waar al controles worden uitgevoerd zodat de eerste filtering van de bezoekers plaatsvindt, ruim voordat ze aankomen bij het kamp zelf. Om deze veiligheidszones te ontwikkelen moet er wel ruimte worden opgeofferd. De enige ruimte die hiervoor overblijft is de publieke ruimte. Waar Los Angeles volgens Davis eerst leek op een semiparadijs met vrije stranden, luxueuze parken en ‘cruising strips’, zijn deze publieke ruimtes meer en meer aan het verdwijnen. In plaats daarvan is er een ruimtelijke apartheid gekomen, die de mensen scheidt door middel van het al dan niet kunnen betalen van een geprivatiseerde publieke ruimte. Het doel hiervan is volgens Davis ‘killing the crowd’.vii De menigte met de huidige diversiteit moet verdwijnen. Het ideaal is een egale menigte, niet de mix van allerlei klassen, rassen en leeftijden. Zodat de vermenging van mensen binnen de publieke ruimte tegen wordt gegaan. Een selecte groep moet de plaats innemen van de massa. De mensen binnen de omheinde gemeenschappen willen nieuwe grenzen oprichten om niet tot de mensen te behoren die op straat rondlopen. Daar bevinden zich niet alleen de mensen die een gevaar kunnen vormen, maar het zijn ook de mensen die zich niet kunnen verweren tegen welk gevaar dan ook. Er is de roep om een scheiding die verder gaat dan de omheining van de gemeenschap zelf. Om deze te verwezenlijken worden de zichtbare hekken versterkt door onzichtbare barrières. Voorbeelden hiervan zijn de afwezigheid van openbare toiletten in Los Angeles, en het verdwijnen van waterkraantjes. Ook ingenieuze systemen als sproeisystemen die op willekeurige momenten het gras van parken besproeien en zo het slapen daar onmogelijk maken worden ingezet in deze strijd.viii Voorbeelden van een dergelijke sadistisch omgeving komen we ook tegen buiten Los Angeles, zelfs in een liberale stad als Amsterdam. Op het centrale station van Amsterdam dat voor vele de eerste plek is waar ze aankomen in onze hoofdstad zijn er bankjes verschenen met leuningen die elke individuele zitplaats afbakenen.
4
Niet zozeer vanwege de luxe van een armleuning, maar vanwege het feit dat men het zo anderen onmogelijk maakt om op deze banken te liggen of te slapen. In de publieke ruimte wordt er steeds meer aan gedaan om de publieke voorzieningen te minimaliseren, zodat zwervers en ander tuig uit de buurt blijven. Van een staat van beleg zijn we langzaam aan het gaan naar een situatie van actieve oorlogsvoering. Niet om de situatie te verbeteren, maar om dat wat niet past binnen ons plaatje buiten ons gezichtsveld te verplaatsen. Los Angeles is een voorbode van de gevolgen wanneer private en publieke machten zich vermengen tot een tweekoppig monster dat de mensen buiten de hekken reduceert tot een ongemak. Formules als de rechten van de mens, gelijkheid en vrijheid ogen hol naast de wijze waarop de mensen buiten de hekken straffeloos het leven onmogelijk wordt gemaakt. Het zijn deze mensen die steeds dichterbij komen bij wat Giorgio Agamben de Homo Sacer noemde: “een leven dat zonder meer gedood kan worden en blootstaat aan een geweld dat zowel de sfeer van het recht als van het heilige te buiten gaat”.ix De mens aan beide kanten van het prikkeldraad Hoe anders lijkt het leven in de binnenwereld, waar de mensen het hoogste goed vormen. Ze vinden het leven zo belangrijk, dat ze zichzelf willen conserveren achter metershoge hekken. Maar door dat te doen hebben ze zichzelf ook overgeleverd aan de wereld van de omheinde gemeenschappen. In The Village zien we hier de uiterste consequentie van: wanneer de dorpsgek zich verkleedt als monster en in een ongelukkige samenloop van omstandigheden wordt gedood door Ivy Walker, wordt zij niet gestraft. In plaats daarvan verdraaien de ouderlingen het verhaal door te doen alsof de dorpsgek is gedood door de monsters. Hiermee verraadt het dorp zijn ware gezicht. Wanneer een mens, zoals de dorpsgek, in de weg staat van de gemeenschap, dan moet de mens wijken. De mens is niet het hoogste goed, het hoogste goed is het idee van de veilige gemeenschap. De ouderlingen vormen de soevereine macht binnen het dorp en opereren alsof ze in een permanente noodsituatie verkeren waarin geen wetten zijn. Het is dezelfde juridische structuur als dat van een concentratiekamp, zoals omschreven door Agamben. Het al dan niet begaan van mensonterende handelingen hangt niet af van een wet, maar meer van de beschaving van de soevereine macht binnen het kamp of dorp. The Village toont een grimmig toekomstbeeld van de omheinde gemeenschap waarin het verschil tussen de homines sacri en de buitenwereld kleiner wordt dan aanvankelijk bleek. Het antwoord op de vraag hoe de mensen binnen de omheinde gemeenschap zich verhouden tot de mensen die buiten deze metershoge hekken vallen, is niet eenduidig. Enerzijds vormen de mensen buiten de avatar van het kwaad – zij worden gezien als de Ander die op het punt staat iemand te verkrachten of te beroven, of als het tegenzit beide. De mensen in de buitenwereld zijn samengesmolten tot één dikke brei, die niet meer te redden is. Ze moeten ver weg blijven van de veilige haven die de omheinde gemeenschap vormt. Om ze weg te houden zijn vele middelen toegestaan, zelfs het onmogelijk maken van het leven in de publieke ruimte die de omheinde gemeenschappen omringt. Anderzijds hebben de mensen binnen en buiten het kamp iets gemeen: wanneer het moet, zullen beide groepen moeten wijken voor een hoger ideaal. Toch gaat het uiteindelijk te ver om te zeggen dat de mensen binnen en buiten de hekken in hetzelfde schuitje zitten. Dat de staat
5
of de bewonersvereniging een verregaande invloed heeft op iemands leven is minder erg wanneer je slaapt op je boxspring, dan wanneer je om de tien minuten nat wakker wordt van de automatische sproeiers. Tot slot is er de wrange constatering dat deze mensen die de globalisering het meest vrezen, het meest van de positieve effecten van de globalisering hebben geprofiteerd en zullen profiteren. Het is de globalisatie die in veel gevallen de situatie mogelijk heeft gemaakt dat de mensen zich in weelde hebben kunnen opsluiten, wat onherroepelijk heeft geleid tot het uitbreiden van de kloof tussen arm en rijk. Maar zodra de globalisatie haar andere gezicht laat zien en de Ander aan de poorten van de samenleving brengt, besluit men om nieuwe grenzen op te trekken. Wanneer de horizon wordt versierd door prikkeldraad, is het moeilijk om nog te spreken van een grenzeloze wereld. i
United 93. Greengrass, Paul, dir. Universal Studios, 2006.
ii
The Village. Shyamalan, M. Night, dir. Touchstone Pictures, 2004.
iii
Low, Setha. “The Gated Community as Heterotopia.” Heterotopia and the City: Public Space in a
Postcivil Society. Red. Lieven de Cauter en Michiel Dehaene. Abingdon: Routledge, 2008: 154. iv
Foucault, Michel. Different Spaces.” Aesthetics, Method and Epistemology. Red. James Faubion.
Vert. Robert Hurley et al. Londen: Penguin Books, ltd.: 178 v
Ibidem184.
vi
Sohn, Heidi. “Heterotopia: anamnesis of a Medial Term.” Heterotopia and the City: Public Space in
a Postcivil Society. Red. Lieven de Cauter en Michiel Dehaene. Abingdon: Routledge, 2008: 44. vii
Davis, Mike. City of Quartz: Excavating the Future in Los Angeles. New York: Vintage Books, 1992: 231 viii Ibidem 233 ix Agamben, Giorgio. Homo Sacer: de soevereine macht en het naakte leven. Vert. Ineke van der Burg. Amsterdam: Boom, 2002: 97.
6