ourant DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE LIBERALE BONDEN VAN GEPENSIONEERDEN 4e jaargang
- nr. 2 Prijs per nummer:
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
april - mei - juni 86
Redaktie.:
Livornostraat
25, 1050 Brussel -
02-538 59 05
VRIJE TIJD, ZINVOLLE In tegenstelling tot vroeger kennen heel wat ouderen een periode waarin ze niet meer behoeven te arbeiden en waarin hun zelfs het recht ontzegd wordt om te blijven werken. Met andere woorden de vrije tijd, die normaliter in het arbeidsproces is ingeschakeld om te herstellen van de vermoeienissen van de arbeid, wordt plots «algemene» vrije tijd en betekent vaak voor vele pas gepensioneerden een moeilijke periode. Niet alleen is de pensionering in vele gevallen voor velen een financiële achteruitgang, maar benadrukt zij eveneens de noodzaak tot de zorg voor een eigen tijdsbesteding tijdsindeling. Eveneens betekent zij een verlies aan sociaal contact men raakt de vertrouwde collega's
Prijs abonnement:
35 fr. v.z.w.
Lib. Bond.
Gep.
100 fr.
ISSN 0773-3062
TIJD
kwijt - en een noodzakelijke (her)aanpassing in de gezinsrelaties. De ervaring heeft geleerd dat via een goede voorbereiding op de pensionering, veel problemen voorkomen zijn. Hierbij is zowel voor de toekomstige gepensioneerde als het bedrijfsleven een duidelijke taak weggelegd. Betekent arbeid een ontsnapping, een wegvluchten voor persoonlijke of gezinsproblemen, dan kan de pensionering een bijzondere bedreiging inhouden. Heeft men tijdens zijn vroegere leven naast het werk ook belangstelling voor andere zaken gehad, dan biedt de (vrije)tijd na de pen-
sionering minder problemen. Belangrijk is het dat men én zolang mogelijk aktief blijft én zich lichamelijk goed verzorgt én men ook nieuwe dingen durft aan te pakken. Op grond van eigen aanleg en interesse dient men naar die mogelijkheden te zoeken. In die zin is voor de Liberale Bonden van Gepensioneerden een duidelijke taak weggelegd die er ondermeer in bestaat kansen te bieden en mogelijkheden te onderzoeken opdat de leden op zinvolle wijze hun «vrije tijd» zouden kunnen benutten.
De Redactie
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
KULTUUR
IS
DAN
Kultuurminister Patrick Dewael, 31 jaar, formuleert zijn liberaal beleid met zin voor redelijkheid. Met genoegen citeren wij hier de grote lijnen van zijn beleid die hij tijdens zijn aanstelling van zijn ministerschap formuleerde. De kerngedachten van zijn toespraak zijn: - Ontstaatsing stimuleert, doch kultuur is iets anders dan ekonomie. - Erwordt dus gesubsidieerd, doch niet zonder de effecten daarvan te bekijken. - Potentiële publieke belangstelling en toekomstgerichtheid zijn de criteria voor subsidiëring. - De particuliere sector kan meer tot het kulturele leven bijdragen. Denkt hij te commercieel dan kan de overheid bijspringen. - Het individu is belangrijker dan de struktuur. - Kultuur moet de passiviteit helpen bannen. - Jeugd en jonge kunstenaars verdienen in het kultuurbeleid bijzondere aandacht. "De samenleving anno 1986 is een complex samenspel van mensen en structuren, van economische, sociale en kulturele sferen die op elkaar ingrijpen en elkaar voortstuwen naar wat men 'vooruitgang' noemt. Het is tevens een samenleving in verandering, op weg en op zoek naar haar identiteit. Vooral de jeugd wordt met een identiteitscrisis geconfronteerd. Tegen de eeuwwisseling zal gesofisticeerde technologie een drastisch impact hebben op werk-, leef- en woongewoonten. De bruikbaarheid van een éénmalige beroepsopleiding zal nog verder dalen. Meer dan ooit zal ons aanpassingsvermogen moeten worden aangesproken. Herhaalde re-educatie zal vereist zijn in de loop van één mensenleven, waarin het aandeel van de arbeidstijd verder zal dalen. Meer en meer zal het individu geplaatst worden ten overstaan van technologische ontwikkelingen, zowel in zijn arbeidssituatie, bij zijn home-
2
ANDERS
computer of via de meest geavanceerde communicatietechnieken. Deze ontwikkelingen moeten toegejuicht worden, al is de uitdaging voor de kultuursector wel ertoe bij te dragen dat het individu in dit alles centraal blijft staan. Het kultuurbeleid zal moeten inspelen op de toegenomen vrije tijd, niet door bezigheidstherapieën te ontwikkelen, maar veeleer door mogelijkheden te bieden tot zelfontplooiing en zelfredzaamheid. Kunst en kultuur komen de kreativiteit, de ondernemingszin, de gevoeligheid, de zelfontplooiingsdrang aanscherpen. Een toekomstgerichte kultuurpolitiek moet er dan ook naar streven ze weelderig te ontwikkelen en elke mentaliteit van passiviteit te bannen. Dit is een grote uitdaging, die moet aangepakt worden in sociaal-economisch moeilijke omstandigheden. De krisis die wij momenteel kennen heeft alvast als voordeel opgeleverd dat
EKONOMIE ze een niet onaanzienlijk deel van de bevolking aan het denken heeft gezet over de taak van de overheid in ons economisch bestel. De voortschrijderide verstaatsing van onze samenleving, die in de roes van de gouden jaren als vanzelfsprekend werd ervaren, werd een halt toegeroepen. De praktische toepassing van de begrippen deregulering, debureaukratisering en privatisering blijkt in de economische sfeer stilaan aanvaard te worden. Diezelfde waarden botsen in de kultuursector echter op heel wat weerstand en argwaan. Waar deze principes in de economie tot heropbloei leiden, zouden ze het kultuurlandschap tot een dorre woestijn herleiden. Ik meen dat dit een verkeerde zienswijze is. Het is mijn vaste overtuiging dat minder reglementen, minder bureaucratie en meer privéinitiatief een stimulerende injectie zouden kunnen geven aan heel wat kultuurgebeuren. Let wel, ik heb hier niet aan toegevoegd dat de overheid geen middelen zou moeten ter beschikking blijven stellen. Deze bewering werd mij immers, de jongste tijd verkeerdelijk in de mond gelegd. Liberaliseren in de kultuursector vertalen velen immers als alle geldkanalen toedraaien. Hun interpretatie klopt niet met mijn doelstelling. Economische wetmatigheden, zoals de principes van de vrije markt en vraag- en aanbod, horen thuis in de economische sector en dienen daar tenvolle te spelen. In een recente tribune pleit de Leuvense hoogleraar Paul De Grauwe voor een toepassing van diezelfde principes in de
kultuursector. Volgens hem dient er radikaal komaf gemaakt te worden met de overheidssubsidies aan kultuur omdat het een elitair systeem is dat kultuurvervreemdend werkt ten overstaan van de verbruiker. In zijn optiek is het Ministerie van Kultuur overbodig en dient het opgedoekt te worden.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Ik ben het echter niet helemaal eens met Professor De Grauwe. De kulturele sfeer heeft immers zijn eigen wetmatigheden. Het rendement in de kultuursector kan niet altijd in economische maatstaven worden uitgedrukt. Houdt deze stellingname dan in dat alle thans beschikbare financiële middelen drastisch moeten toenemen? Niet noodzakelijk!
Wie «kultuur» zegt, voegt daar vaak «subsidiëring door de overheid» aan toe. Het lijkt wel een automatische associatie te zijn geworden. Subsidiëring is ook de gemakkelijkste oplossing voor een overheid om een kultuurbeleid te voeren. In de florissante jaren '60 en begin jaren '70 werd er dan ook gretig betoelaagd. Daarenboven werden in de «golden sixties» nooit die vragen gesteld, die mijns inziens moesten gesteld worden en pertinent zijn. Het gaat tenslotte om gemeenschapsgeld.
- Heeft de overheidsbetoelaging de vernieuwing in de kunsten de kultuur gestimuleerd ? - Heeft ze de mens dichter bij het kultuurgebeuren gebracht? - Heeft ze kwalitatief hoogstaande kunst en kultuur opgeleverd?
Het antwoord op deze vragen lijkt me niet zonder meer positief. Een positief antwoord is echter noodzakelijk om méér overheidsgeld te verantwoorden. Ik pleit dan ook voor een heroriëntatie van de beschikbare middelen en het oordeelkundig aanwenden ervan.
Twee uitgangspunten dienen daarbij voorop te staan. Vooreerst moet elk initiatief vertrekken van een potentiële publieke belangstelling. De kultuurconsument als vertrekgegeven dient weer centraal gesteld. Het tweede aandachtspunt is de stelselmatige stimulans die moet gegeven worden aan nieuwe toekomstgerichte, experimentele initiatieven en beginnende kunstenaars. Het afstemmen van de subsidiëringsmechanismen op deze golflengte zou heel wat heersende verstarring doorbreken. Een projectmatig beleid opent mijns inziens hiertoe perspectieven. Kunst- en kultuurfinanciering
is evenwel
geen zaak van de overheid alleen. De privé-sektor dient via fiscale stimuli verder aangemoedigd te worden tot het financieren van de kultuur in zijn meest diverse uitingen. Uitbreiding van de mogelijkheden om giften aan kulturele instellingen belastingsaftrekbaar te maken is één van de stappen. Kunstsponsering geraakt trouwens meer en meer ingeburgerd in Vlaanderen. Een I.B.M.-verantwoordelijke zei onlangs in een interview dat het beschikbaar stellen van geld voor kultuur door de winstgevende privé-sektor een evidentie is. Ik zou zelfs verder gaan. De kultuur is mede essentieel voor de relance van de ondernemingen, omdat kultuur juist creativiteit in de hand werkt. Vele kunstmiddens kijken tegen deze groeiende privé-inbreng argwanend aan. Enkel het commerciële circuit zou er wel bij varen. Er moet inderdaad een mentaliteit groeien waarbij niet alleen prestigeprojecten van privé-sponsoring kunnen profiteren. De overheid kan indien nodig corrigerend optreden. In het spanningsveld van kultuur en kommercie kan de overheid trouwens een stimulerende taak vervullen ten aanzien van «minder commerciële» projecten. Zo kregen bioscopen in het Frankrijk van vóór Jack Lang (om precies te zijn onder De Gaule), belastingsvermindering wanneer ze aantoonden dat ze jaarlijks een aantal films van buiten het commerciële circuit vertoonden. Wie in dit land de term «cornrnerciolisotie» in de mond neemt, denkt onmiddellijk aan de discussies over de media en de explosie van mogelijkheden die daar verscholen liggen. Via satelliet, kabel of abonnee-TV zal het beeldscherm in de Vlaamse huiskamers rond de klok bevoorraad worden met binnen- en buitenlandse programma's. Zal dit leiden tot nog meer, traditioneel vrij passief, T.V.-kijken of zal daarentegen het kreatief en selectief zoeken van informatie, kultuur en ontspanning hierdoor gestimuleerd worden? De moderne T.V.kultuur heeft reeds sporen nagelaten bij de jeugd. Vanuit de V.S. komen signalen dat de schoolgaande kinderen geen geduld meer kunnen opbrengen voor uitgebreide lezingen. Dit zou een rechtstreeks gevolg zijn van de visuele beeldkultuur waarin we beland zijn. Deze en andere evoluties dienen van dichtbij gevolgd te worden door de Vlaamse Gemeenschap. Haar beleid wordt momenteel spontaan, maar te éénzijdig geassocieerd met technologie en robotica. De Vlaamse regering heeft echter ook een andere, levende hand
,------
met warme vingertoppen. Hoe noodzakelijk ook, het volstaat niet ieder Vlaams kind te leren spelen met home-computers. Het is onze plicht eveneens toe te zien op de brede kulturele vorming van de jeugd. Die plicht die we ons stellen dient echter steeds ingevuld te worden vanuit de overtuiging dat de mens, met zijn individuele capaciteiten en geluksstreven, het uitgangspunt moet vormen. Meer dan waar ook; moet in de kulturele sfeer de uitdrukking «de mens superieur aan structuren» van toepassing zijn. Ook als Martin Gray het in «Het Nieuwe Boek» heeft over kultuur, stelt hij dat elk individu in zijn kultuurbeleving gerespecteerd dient te worden. Ik citeer: 'Laat ontwikkelde mensen - dat zijn zij die van kultuur hun privé-bezit' maken - geen hekken optrekken om de kultuur. De kultuur begint hier en eindigt daar, zeggen ze. Het zijn douanebeambten die van kultuur niets begrepen hebben. Nederigheid kennen ze niet, het zijn bewakers in plaats van liefhebbers van de menselijke scheppingskracht. Ze kennen de namen van auteurs zoals anderen telefoonnummers uit hun hoofd kennen, maar zijn ze ook maar één keer ontroerd geweest door een gedicht ?' Wegen openen naar ontroering, naar gevoeligheid, naar zelfontplooiing, dat zijn de uitdagingen die ik mij stel met mijn kultuurbeleid. Daarvoor doen.»
gaan
wij
nu
ons
best
Patrick DEWAEL Gemeenschapsminister van Kultuur 3
Waarde Redactie
LENTEFEEST TE DILSEN zaal Astrid te Stokkem vierden de leden van de Liberale Bond van Gepensioneerden fusie Dilsen hun lentefeest. Dit feest ging tevens gepaard met de jaarlijkse algemene statutaire vergadering. Vooreerst werden de talrijke leden vergast op een smakelijk eetmaal, waarna bondsvoorzitter Jozef Sleutelings het woord voerde. Hij verwelkomde de talrijke aanwezigen, waaronder provinciaal voorzitter Pieron; P.V.V.voorzitter en gewezen burgemeester Snijkers. de heren Jan Vandeweerd en Jean Otten van de Liberale Mutualiteit.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
11"1
Zoals de traditie het wi I, werden de 75 jaar geworden leden gehuldigd en mochten zij namens de L.B.G. een herinneringsschaal in ontvangst nemen. Dit waren mevr. Dedroog-Deflem, mevr. Cornips-Opdekamp, mevr. Helena Vandebeek, mevr. Daenen-Noben, mevr. Stouten-Reynders, de heer Nicolaas Hermans en de heer Mathieu Venken. Na lezing van het kasverslag had bij wijze van stemming een gedeeltelijke bestuursaanvulling plaats. Mevrouw Mia Schoofs-Janssensen de heren Albert Bisschops en Lambert Bormans werden bij meerderheid van stemmen verkozen voor een bestuursfunctie. De voorzitter deed verder het programma uit de doeken met als hoofdbrok de provinciale reis naar Namen, de bootreis van Maaseik naar Maastricht en de reis noor het buitenland. Bovendien zullen er nog heel wat nevenactiviteiten plaats hebben. Het Bestuur Dilsen
IETS OVER SUIKER Als we nu een klontje in onze koffie gebruiken, vermoeden we geenszins dat suiker zo'n lange geschiedenis heeft en vooral niet dat zijn lotgevallen telkens gepaard gaan met oorlogen. Het suikerriet vindt zijn oorsprong in Indië, van waar het naar China emigreert. In de Sde eeuw vóór Christus, tijdens de veldtochten van Darius, 4
brengen de Perziërs het suikkerriet naar hun land. In de 4de eeuw vóór Christus ontdekken de Griekse soldaten van Alexander de Grote het suikerriet en wordt het naar Griekenland, later naar Italië gebracht. Als ze Perzië binnenvallen, in de óde eeuw na Christus, nemen de meer pragmatische Arabieren het gebruik van suiker en het verbouwen van suikerriet over en proberen ze het te planten in hun gebieden (Egypte, Rhodos, Cyprus, Noord-Afrika en ZuidSpanje). In de 11de eeuw is het de beurt aan de kruisvaarders om kennis te maken met die "dure» specerij. Spanjaarden en Portugezen, de grote ontdekkers van de 16de eeuw, planten suikerriet op de Canarische Eilanden, Madeira en later Amerika. Maar wanneer begint dan de geschiedenis van de suikerbiet? In de 18de eeuw slagen twee Duitse scheikundigen, Marggraf en zijn leerling Achard erin op industriële wijze suiker te winnen uit bieten. Maar het zal alweer een oorlog zijn, die de bloei van de suikerbiet zal bevorderen. De Continentale Blokkade door Napoleon heeft als gevolg dat rietsuiker uit de overzeese gebieden, Europa niet meer kan bereiken zodat Napoleon het verbouwen van suikerbieten aanmoedigt, en dat de kultuur van suikerbieten ook in België begint te bloeien. Helaas, na de opheffing van de blokkade in 1813, zal de jonge bietsuikerindustrie achteruitgaan: het slavenwerk in de suikerrietvelden van Amerika valt immers veel goedkoper uit. Eerst als slavernij wordt afgeschaft, komt er een eerlijke concurrentie tussen bietsuiker en rietsuiker, die nog steeds in 60 % van de wereldproduktie voorziet tegen 40 % voor biet-
suiker.
De «Bete Vulgaris» (= suikerbiet) is een plant, die verbouwd wordt in streken met gematigd klimaat en vaste grond; ze wordt geoogst tussen september en november. Zo kregen we dit jaar de gelegenheid, tijdens de bietencampagne, de suikerraffinaderij van Tienen te bezoeken. We zagen er de aankomst van talloze vrachtwagens geladen met bieten, uit alle streken van het land (ook uit ons Pajottenland) en konden het pro-
Individuele lezersbrieven zijn welkom voor zover de naam en adres van de schrijver bekend zijn. Anonieme brieven gaan in de prulIemand. De redactie houdt zich het recht voor teksten in te korten en persklaar te maken zonder de essentie van de brief te raken. Aan manifesten, moties en andere onwantbrieven wordt geen gevolg gegeven. De Redactie
ces van de suikerraffinage van dichtbij volgen, dankzij de uitleg van onze jonge gidsen. M. De Winter - Janssens (Galmaarden)
WELLEVENDHEID In onze schooltijd werd in de lessen van «Scvoir vivre» opgelegd dat wanneer een man in tegenwoordigheid van het zwakke geslacht wilde roken, daar eerst toestemming van de vrouwtjes geboden was. Met de emancipatie is daar verandering in gekomen. De meisjes roken als Turken en zelfs meer dan hun mannelijke collega's. Kijk maar even naar de jeugdige affiche over roken in de gang van Ten Hove. Ook in de wachtkamer van de geneesheer heb ik een folder gevonden "Stoppen met roken? Waarom ?", uitgegeven door Bios N.V. De gebruikte titels vertellen waarom men met het paffen van een sigaretje niet kan ophouden. AI deze argumenten worden weerlegd. Roken ontspant orndot uw zenuwstelsel gewend is geworden aan regelmatige nicotinestootjes telkens u inhaleert. Is nicotine goed voor de gezondheid? Een hoofdrede om te stoppen. Heb je als roker al naar uw vingers en tanden gekeken? Zijn die zuiver van tabaksvlekken ? Komen die ook niet voor in uw ademha[ingsstelsel ? Ende geur die in de kIeren hangt van verstokte rokers, alsook de aspot in de woning. En de dampaanslag op de ruiten, ook die van de auto, gevolg van de rook. Bij rokers wordt menigmaal longkanker als doodsoorzaak vastgesteld. Een andere titel van een krantenberichtje zegt: "Leven met een zware roker verhoogt het risico op het krijgen van kanker». Dit is het resultaat van een studie bij meer dan 1.000 personen van het Amerikaans vervolg zie blz. 5
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
NAMUR
1986
Onder de begeleiding van een zeer bekwame gids, de heer Verbrugghe, hebben talrijke leden van onze Bond van Gepensioneerden genoten van een prachtige daguitstap naar de provincie Namen. Dit gebeurde tevens onder een stralende zon. Bezoek aan de Citadel, rondrit in de Maasvallei met zijn prachtige omgeving, het lekkere middagmaal met bezoek aan de abdij van Floreffe, het bezoek aan de abdij van Maredsous en mogelijkheid tot shopping in het centrum van Namen. Het was nogmaals één van de vele activiteiten die er al in de Bond zijn geweest en zoals altijd met een groot succes. Hartelijk dank aan de deelnemers en tot een volgende keer. Frans Beyens (Tessenderlo)
L.B.G.-DANSGROEP
UIT GENT VIERDE HAAR 4 X 20 PLUSSERS
Op 17 maart 1986 was het groot feest in onze vereniging. In het vererend gezelschap van de heer Raoul Wijnakker, schepen van de stad Gent en van Mevrouw J. De Clercq, moeder van E.G.-commissaris Willy De Clercq, werd hulde gebracht aan de tachtigjarige clubleden. In onze club zijn namelijk acht leden met een leeftijd gaande van 80 tot 86 jaar. Deze leden vervoegen nog regelmatig ons gezelschap en vijf onder hen staan nog steeds elke maandagnamiddag op de dansvloer. leder van ons had op zijn (of haar) manier ertoe bijgedragen om dit feest zo goed mogelijk te doen verlopen. Of we daarin geslaagd zijn merkten we aan de stralende gezichten van de gevierden! Onze leidster, Mevrouw Georgette Dobbeleire, had een zeer goed programma in elkaar gestoken. Na het aperitief met de nodige toemaatjes, werd een vitaminenrijke schotel opgediend. Niet alleen was deze schotel zeer lekker en smakelijk, maar hij was eveneens een streling voor het oog. Proficiat aan de leden die dit verwezenlijkt hebben! Tussen het dessert en de koffie met taart werd de tafelrede gehouden met een afzonderlijk woordje aan elk van de gevierden. Daarbij werd hen bloemen, een heerlijke fruitkorf en een fles wijn overhandigd. Mooie en onvergetelijke ogenblikken hebben we toen meegemaakt. Gelukkig had een danslid eraan gedacht een fototoestel mee te brengen zodat menig moment op de vervolg van blz. 4
Instituut voor milieustudies. Hoeveel branden met zware gevolgen zijn al ontstaan bij' het roken in bed of het onachtzaam weggooien van een brandend peukje? Je hoeft maar het dagblad open te slaan. Er is ook de financiële kant. Een pakje per dag aan 68 Fr. Voor een gans jaar is dit een uit-
gevoelige plaat werd gebracht. Na het ernstig gedeelte volgde een welgeslaagde show, samengesteld en uitgevoerd door enkele van onze leden. Plezier ontbrak zeker niet en of we gelachen hebben! We zouden geen dansgroep zijn moesten we dit luisterrijk feest niet besluiten met enkele gemeenschapsdansen. Tot slot was iedereen dan ook op de dansvloer om flink mee te huppelen en om het bloed nog eens goed door onze aderen te laten stromen. L. MERMOD (Gent)
gave van 24.820 Fr die in rook opgaat, die lieve centen. Alleen vadertje Staat, of moet het moedertje staat zijn, heeft er een niet te versmaden inkomen van. Volksgezondheid verbiedt nochtans reclame voor sigaretten. In de trein en ook in menig restaurant zijn afdelingen voorzien voor niet-rokers. Men hoeft niet meer in de onaangename rook van derden te zitten of te tafelen. Men kan
de Skandinavische landen als voorbeeld nemen, waar roken in de auto zelfs verboden is. Kan een roker voldoende eerbied opbrengen voor zijn medemens nietroker? Dan zijn we een stukje dichter bij milieuvriendelijke plaatsen. Jules De Bie (Gentbrugge ) 5
SAMEN DOEN, SAMEN ZIJN
GEEN TIJD
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
«Het nieuwe programma L.B.G. Oost-Vlaanderen werd uitvoerig voorgesteld en toegelicht tijdens de algemene statutaire vergadering. Het leggen van nieuwe aksenten op de lokale werking en organisatie werd beklemtoond. Vele van de bestuursleden waren hierop aanwezig en betuigden hun grote interesse en solidariteit! Hierna volgen bondig enkele belangstellingspunten door de voorzitter O. De Pessemier uiteengezet: - De L.B.G.-kadervorming eind 1985 met als titel «Leeftijd, wat is dat, wat doe je eraan en hoe ?» kende een groot succes. Ongeveer 125 kaderleden waren hierop aanwezig. Vele bestuursverantwoordelijken zullen de theorie aan de praktijk toetsen en zullen o. m. in het voorjaar '86 via een huisarts enkele aspekten m. b. t. de preventieve gezondheidszorg toelichten in een spreekbeurt in de plaatselijke afdeling.
In onze moderne maatschappij speelt de factor «tijd» een belangrijke rol .. Binnen onze actieve werking hebben wij doorgaans weinig tijd en over het algemeen lijden wij aan een soort fenomeen van «tijd tekort». De fenomenologie van «tijd tekort» uit zich op de meest uiteenlopende wijze. In het productieproces betekent tijd, geld. Wij doen dan ook aardig ons best om zo snel mogelijk te werken ... een soort verplichte arbeidsdeugd. Ook hebben wij weinig tijd om nog even grondig na te denken. Het moet allemaal een beetje vlug gaan en vele van onze uitspraken betekenen gemeengoed. Zodoende krijgen wij de gewoonte om geestelijk af te vlakken. Ook binnen onze sociale relaties speelt de factor tijd zijn belangrijke rol. Wie heeft nog tijd voor iemand? En is het bijv. niet verontrustend dat de wetgeving de verplichting moet opleggen om anderen te helpen in geval van gevaar? Wij worden dus verplichte Samaritanen! Infeite zijn wij aardig met onszelf bezig. Het doet mij denken aan de carrière-klimmer die - na zijn vrouwen kinderen te hebben kwijtgespeeld - steeds maar hogerop geraakt op de maatschappelijke ladder, maar uiteindelijk geen tijd heeft om zijn gezondheid te verzorgen ... geen tijd heeft om dood te gaan. Het doordenken, het verinnerlijken, openheid voor anderen, meevoelen, echte solidariteit, zoveel oude deugden, die voor het leven zo belangrijk zijn ... maar heel wat tijd vragen voor anderen. FILO
6
- Een B.T.K.-ploeg zal instaan voor de werkgroep: «Doe iets ... met je fiets !». Zij zullen o.a. zorgen voor een gloednieuw «gesmeerd» aanbod in de Home «De Blauwe Distel" te ,De Panne, Fiets en beweging staan hier centraal. - De L.B.G.-zangkoren onder leiding van de heer Roger Bracke zullen in het voorjaar een cassette opnemen. Een mobiele studio werd reeds gecontacteerd. - Eind mei en begin juni is een toneelvoorstelling gepland in het N(ederlands) T(oneel) G(ent). Op het programma staat: «Een oogje op Amélie» (een blijspel van G. Feydeau). De voorzitter dankt alle bestuursverantwoordelijken die reeds jarenlang op basis van vrijwilligerschop hun afdeling bezielen met hun enthousiasme en inzet. Ten einde de nieuwe generatie gepensioneerden eveneens bij de werking van de L.B.G.-organisatie te betrekken, zal gestreefd worden om via breed-forum-gesprekken nieuwe initiatieven te creëren. Daarbij wordt gerekend én op de ervaring én op de kreativiteit van de bestuursleden. Dit denkwerk zal bepalend zijn voor de toekomst van de L.B.G. In die optiek opgevat, zal «Samen doen, samen zijn» een niet te onderschatten faktor betekenen bij de zingeving van het menselijk bestaan. P.D.R.
«'T IS VOOR DE BA.KKER» Het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel van Gent, Gewad 13 (091/24.17.32) bereidt voor de Gentse Feesten van dit jaar een tentoonstelling voor rond het thema «Bakkerij-Patisserie». De tentoonstelling zal van 19 tot 28 juli 1986 te zien zijn in het Groot-Vleeshuis en in het Stadhuis. Het is de bedoeling de evolutie die zich in de voorbije eeuw voltrokken heeft in de bakkerij, te belichten aan de hand van litho's, gravures, oude foto's en vooral veel voorwerpen afkomstig uit de kollekties van verzamelaars, bakkers, musea en bibliotheken.
DE NOTARIS ANTWOORDT ZIJN ALLE SCHENKINGEN
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Het kenmerk van een schenking bestaat erin dat iemand zich principieel onherroepelijk «om niet» van iets ondoet met het inzicht de begunstigde een voordeel te verlenen. Wegens het gevaar voor misbruik (dwang, afpersing, beinvloeding enz.) was de wetgever tegenover de schenkingen destijds nogal wantrouwig en heeft hij voor de schenkingsakte niet alleen een notariële vorm vereist, doch er zelfs een plechtige akte van gemaakt; de schenkingsakte moet steeds getekend worden in aanwezigheid van 2 getuigen. Niettegenstaande deze formele vereiste, is het leven vaak sterker dan elke wet en bestaat er een eeuwenoude gewoonte dat : roerende voorwerpen (meubelen, juwelen, munten), titels aan toonder (bankbriefjes, aandelen, kasbons), met andere woorden alles waarbij de eigendom kon overgedragen worden door «overhondiqinq», zo maar kunnen geschonken worden, zonder notariële akte. Hoewel hiervoor dus geen wettekst bestaat, wordt de geldigheid van zulke schenkingen mits de nodige bewijsvoeringen door de rechtbanken erkend, en is dat in de praktijk ook de meest voorkomende schenking : «Het codecu», Wanneer mijn zoon trouwt, kan ik hem dus zonder notariële akte op volkomen geldige wijze een televisietoestel schenken, doch ook bijv. 500.000 Fr in bankbiljetten. In beginsel zij~ hierop niet de minste schenkingsrechten verschuldigd, op voorwaarde dat de schenker niet sterft vooraleer er drie jaar verlopen zijn na de handgifte. Zo evenwel voor de Ontvanger der successierechten vaststaat dat de schenker binnen de drie jaar vóór zijn overlijden een grote som heeft opgetrokken van de verkoop van een onroerend goed, en daarvan niets meer wordt aangegeven in de successie-aangifte, dan zal de Ont-
BELASTBAAR?
vanger vragen wat daarmee gebeurd is, m.a.w. ofwel moet u de wederbelegging bewijzen, b. v. aandelen gekocht (doch die moeten dan aangegeven worden!) ofwel moet verklaard worden dat die som geschonken werd aan de zoon. In dat geval wordt die som volgens het successiewetboek geacht door de zoon verkregen te zijn «als een bijzonder (fiskaal) leqoct», en wordt daarop successierechten geheven. Indien het bewijs geleverd wordt dat die gif te werd gedaan meer dan 3 jaar voor het overlijden is er echter niets meer verschuldigd. Hoewel de schenking van hand tot hand per definitie niet kan gebeuren bij een akte, doch door de overhandiging (traditio), is het nochtans aan te raden een geschrift op te stellen dat kan gelden als bewijs, en dit om verschillende redenen : 1° Tegenover andere erfgenamen kan de begiftigde er belang bij hebben het bewijs te kunnen leveren dat hij die som of TV gekregen heeft, en niet geleend, of gestolen, of in bewaring heeft gekregen. (De schenker zal er dan niet meer zijn om hem ter hulp te komen). De schenker maakt dus best een eenzijdig ondertekend geschrift op, waarop hij bevestigt bij wijze van gifte van hand tot hand een som van x Fr in bankbiljetten of die TV (voorafgaandelijk) geschonken te hebben aan zijn zoon. Dit geschrift kan de begiftigde bewaren om het zo nodig als bewijs voor te leggen. (N.B. Zo beide ouders schenker zijn, zuIlen zij schrijven «wij bevestigen ... ). 2° De begiftigde kan ook in een eenzijdig geschrift erkennen dat hij dit of dat van hand tot hand gekregen heeft van bijv. zijn ouders. Dit stuk LOl door de ouders dienen bewaard te worden. Waarom? Het is best mogelijk dat de begiftigde sterft voor de schenker en dat zijn afstammelingen niet weten dat hun vader reeds iets gekregen heeft, en denken dat ze misdeeld zijn. In zo'n geval kunnen de ouders (of de overlevende ouder) bewijzen dat die aanspraken niet opgaan.
3° Het is ook mogelijk dat die schenking van hand tot hand gebeurde onder bepaalde voorwaarden, bijv. als voorschot op erfenis, of als niet aan te rekenen op het erfdeel van de begiftigde; of onder zekere lasten bijv. : ik schenk u mijn aandelen, op last voor u, uw broer de helft van de waarde ervan uit te betalen. (De schenking met last blijft een schenking zolang er nog een werkelijk voordeel overblijft voor de begiftigde) - of nog: ik geef u mijn aandelen op last mij het vruchtgebruik af te staan (doch de afgifte der aandelen is wel verplicht). 4° Op fiskaal gebied kan het belonqrijk zijn dat de begiftigde kan bewijzen dat hij die of die uitgave heeft gedaan met gekregen geld. (i.z. direkte belastingen). Vooral met het oog op de successierechten is het ook belangrijk te kunnen bewijzen dat de gif te dagtekent van vóór drie jaar. Wanneer zu Ik geschreven bewi js bestaat, zal de Ontvanger der successierechten moeten bewijzen dat de gifte wel binnen de drie jaar gebeurde, indien hij daarop successierechten wil heffen. Welnu, wanneer het bewijs bestaat uitgaande van de schenker, gedagtekent van vóór 3 jaar, en tevens aan de werkelijkheid beantwoordt, zal nooit het tegendeel kunnen bewezen worden. Wanneer het schenkingen van geld betreft, kan het doerenboven zeker geen kwaad het bewijs nog te verstevigen als volgt : 1) de schenker haalt het geld eerst af van zijn financiële rekening; 2) hij doet de schenking door overhandiging in bankbiljetten aan de begiftigde, en beiden maken onmiddellijk hiervan ieder een bewijsstuk op zoals boven uiteengezet; 3) de begiftigde plaatst daarna het geld op een financiële rekening of boekje op zijn naam.
vervolg
zie blz.11
7
VAN DIERENHUID TOT SPIJKERBROEK DEEL 11DE OUDE KULTUREN (vervolg)
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Onze tijdsreis door de wereld van de mode brengt ons ditmaal bij de Grieken, de Etrusken, de Romeinen en de Byzantijnen.
1. De oude Grieken De Grieken streefden in hun levenswijze naar waarheid. Hierdoor werden de kunstuitingen en ook de mode gekenmerkt. Hun kleding verplichtte niet alleen indirekt tot lichaamsverzorging, een juiste lichocrnshoudinq en een gezonde levenswijze, maar eiste van de dragers aandacht voor schoonheid en harmonie. De kleding van de man onderscheidt zich niet wezenlijk van deze van de vrouw. Ze heeft een esthetisch, geen erotisch effekt. Naaktheid werd volkomen normaal gevonden. Aanvankelijk toverde men de kleren uit twee rechthoekige lappen stof. Belangrijk was de plooival van het kledingstuk wat ook de grootste mogelijkheid bood tot verandering van lijn. Het oudste kledingstuk van de Grieken uit de prehomerische tijd, dat vooral door de Dorische stam gedragen werd, was de langwerpige wollen doek, die ongegordeld slechts omgeslagen en op de schouders met spelden van . goud of een ander kostbaar metaal bijeengenomen werd. Voor beide geslachten was hij hetzelfde: bij de
mannen noemde men hem chlaina, door de vrouwen gedragen werd hij peplos genoemd. Uit de peplos ontwikkelt zich de chiton. Men stapte af van de Dorische mode en nam het gewaad over van de Semietische buren in het Oosten. Hoewel de Grieken vooral wol gebruikten staat het woord chiton voor keton of katoen. De chiton werd in de vorm gesneden en had naden. Naar Griekse gewoonte werd het in plooien gelegd en door omgording ontstond de zgn. kolpos, een overbloezing die soms als zak diende. Deze zomerkledij werd in de winter vervangen door een grotere rechthoekige himation. Evenals de chiton was er weinig verschil bij man en vrouw. Vrouwen sloegen hem wel eens over het hoofd wat het effekt van een lange cape met capuchon gaf. De goede zeden verlangde dat de vrouwen hun handen in de himation verborgen. Als schoeisel droeg men sandalen. Vaak echter liep men blootvoets. Onbeklede voeten waren geen teken van armoede. De dames besteedden veel aandacht aan de hoofdtooi. Het kunstig gekrulde en opgestoken haar was het modeobjekt bij uitstek en rijkere dames voorzagen hun kapsel daarenboven van juwelen. De Grieken waren kleurrijk gekleed met voorliefde voor donkerrood en paars. De geliefde siermotieven waren circels, ruiten en strepen.
2. De Etrusken Dit volk behoorde tot de machtigste zeeen landmacht van de Middellandse Zee. Tot op heden weet niemand precies waar de Etrusken vandaan komen. Of .hét was een oud-inheems volk, of het waren immigranten uit klein Azië. Hun grafschildering, vooral op de begraafplaatsen van de grotere steden geven een kleurrijke indruk van hun leven. In de 6de eeuw voor Chr. strekte de heerschappij van deze stedenbond zich uit van de Po-vlakte tot voorbij Rome. Ze stonden in onmiddellijk kontakt met de Griekse kolonisten in Zuid-Italië. Kunst en ambacht speelden een belangrijke 8
rol in hun steden in het huidige Toscane. Hun invloed op de Italiaanse bevolking was aanzienlijk. De mannen droegen net als de Grieken de chiton die tot de knieën reikte en wel of geen mouwen had. Oudere mannen verlengden de chiton en rijkere voegden er een sierzoom aan toe. Over de chiton droegen zij een mantel zoals de Griekse himation die tebenna werd qencernd. Typisch voor de Etrusken is de mantel uitgesneden in een cirkelsegment. Vrouwen namen deel aan het openbaar leven. Ze droegen een langere met de Griekse chiton overeenkomstige tuniek vaak met een rand versierd waarover de tebenna gedragen werd die soms ook over het hoofd werd geslagen. Het haar werd gevlochten of in gecompliceerde wrongen gelegd. De halsuitsnijding werd opgesierd door gouden halskettingen, de tuniek door spelden, gouden armbanden en ringen behoorden tot de verplichte sieraden. De Etrusken droegen aanvankelijk, voor ze de Grieken in Zuid-Italië leerden kennen en van hen de sandalen overnamen, hoge laarzen met opgekru Ide neus en een vetersluiting, zoals de modellen uit klein Azië. In smeedkunst, keramiek en ivoorsnijwerk waren ze ongeëvenaard bedreven. Met de opkomst van de Romeinen verdween de Etruskische beschaving.
3. De Romeinen De grondbeginselen van de Griekse kleding werden door de Romeinen overgenomen. Bij hen veranderde de bescheiden, eenvoudige kleding uit het begin van de republiek in de nadrukkelijk luxueuze dracht van de late keizertijd. In deze tijd was het de gewoonte om verschillende soorten gewaden over elkaar heen te slaan en vaak van kleding te wisselen. Zo vermeldt Martial, een jonge dandy, die tijdens een diner zich 7 x omkleedde. Bij elke gang droeg hij een ander gewaad. De nationale dracht van de Romeinen was de toga analoog aan de Griekse himation. Tegen het einde van de 3de eeuw voor Chr. was de toga een symbolische betekenis. De toga zelf was een halvemaanvormige lap stof met een rechte kant die 4,5 tot 5,5 m en over de grootste breedte gemeten 1 tot 2 m lang was. Er waren diverse soorten toga's aangepast aan diverse situaties zoals: "leeftijd, rouw, officiële plechtigheden ... Hoe rijker de versiering werd hoe meer de toga evolueerde tot een wansmakelijk gedrocht. De in plooien gelegde, ongenaaide kledingstukken zoals de Griekse chiton en de Romeinse toga schiepen de mogelijkheid tot een individualistische
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
mode. De drager kon elke keer dat hij zich aankleedde, de stof enigszins anders schikken zodat hij in beperkte mate een ander kledingstuk ontwierp. De toga verleende de drager een «air". Ze vereiste langzame, losse bewegingen en vormde een scherpe tegenstelling met de eenvoudige kleding van de man in de straat (plebijer). Onder de toga werd door de mand een lendenschort gedragen en een tunica. De tunica reikte bij de man tot even aan de knie en bij de vrouw was deze iets langer. Hij was een soort hemd, zonder naden. De mouwen waren meestal kort. Was de tunica heel wijd dan reikten deze tot over de ellebogen. Een riem in de lenden bepaalde de lengte van dit recht naar beneden lopende kledingstuk. De tunica werd vervaardigd uit katoen of wol. Met lange mouwen was deze tunica de voorloper van de toga die nu nog in kerk gedragen wordt. Over de tunica werd in een latere periode de stola gedragen. Het was een lang stuk stof dat in het midden werd vastgehouden. Het model was parallel met deze van de tunica maar was wel van mouwen voorzien die de opperarm bedekte. Ook de dames droegen de stola. Zij versierden hun kledij met parels en gouden spelden die ze rond de halsuitsnijding aanbrachten en aan de mouwen. Naarmate de keizerrijken elkaar opvolgden . en de decadentie toenam getuigde de Romeinse kledij van een zodanige overtollig- en wansmakelijkheid dat zelfs wetten op het overdadige ontstonden. Uit praktische noodzaak droegen de Romeinse soldaten een soort broek die aanvankelijk heel nauw was. De broek werd van de Galliërs overgenomen. Als schoeisel droeg men sandalen of korte laarsjes, die sierlijk afgewerkt waren. De haardracht van de Romeinen was eenvoudiger dan deze van de Grieken. Later droegen ze gekrulde haren. Naar het voorbeeld van keizer Adrianus (117-138) lieten veel mannen hun baard groeien. Dit duurde tot de 3de eeuw vóór Chr. Het glad scheren werd ingevoerd door Alexander de Grote van Griekenland. Veel mannen lieten hun baard knippen wanneer deze grijs begon te worden. Een baard was het teken van jeugd. De kapperszaken in Rome en het gehele verdere Rijk werden grotendeels door Grieken gedreven. Ook de vrouwen droegen hun haar eenvoudig in de tijd van de republiek. Tijdens de keizertijd werden de kapsels reeds gecompliceerder en de echtgenoten van rijke patriciërs konden met het opmaken van hun kapsel enkele slavinnen enige uren aan het werk houden. Kapsels waren zeer aan mode onderhevig. De kapsels werden zeer hoog tot zelfs twee
maal de hoogte van het gezicht zelf. Hierbij werden valse haarstrengen en pruiken gebruikt. Daar de kapsels zo snel veranderden werd bij het portretteren voorzien dat men het kon wijzigen in iets moderner. Evenals wi j hadden de dames kammen, borstels, haartangen, gouden netjes, spelden, pinnen, spiegels, diverse pommades, bleek- en verfmiddelen. Vooral goudharige en roodharige dames waren heel in trek. Om het haar te bleken gebruikten de dames een bijzondere zeep van geitentalk en beukenas. Het gebruik van poeder en schmink als schoonheidsmiddelen was in Rome algemeen bekend. Er waren diverse soorten rood voor wangen en lippen, zo ook voor wenkbrauwen en wimpers. Witte schmink moest de schoonheid van een verzorgde huid doen uitkomen en een bleekblauwe tint moest de nadruk leggen op de aders. De kennis betreffende kleur, rijkdom en luxe van de Romeinse kleding en sieraden zijn te danken aan de vondsten die bij de opgravingen te Herkulaneum en Pompei werden gedaan.
beeld. De Byzantijnse kleding wilde niet in de eerste plaats nuttig of aantrekkelijk zijn, maar rang en stand van de drager onderlijnen. Ze omhulde volkomen de menselijke gestalte zodat deze verdween in een stijve waardige verschijning.
4. Byzantium De grote volksverhuizingen in het Frankische tijdperk en de val van het Westerse keizerrijk veroorzaakten een omwenteling in de mode. Het drapperen is niet langer een gewoonte en de broek doet haar intrede. Daarenboven wordt naast wol en katoen de zijde qeintroduceerd (11e-12e eeuw) door de Byzantijnen. Sinds het midden van de 6de eeuw had dit rijk een eigen zijdeproduktie. Volgens de legende zouden twee monniken in een holle wandelstok zijderupsen uit China hebben meegesmokkeld. Zo leerde Byzantium zijn eigen zijde spinnen en weven en verspreidde deze kennis over Europa. Fabrikage van zijdeweefsels en purperen kleurstoffen was in het rijk staatsmonopolie. Dure zijden stoffen mochten enkel door hoqe staatsambtenaren gedragen worden en de duurste ervan kwam aan de keizerlijke familie. Met toenemende macht, stijgende rijkdom en fijn ontwikkeld vormgevoel nam Byzantium invloed op de Europese mode, vooral in Duitsland. Zowel Otto II en de Russische grootvorst Wladimir huwden destijds Byzantijnse dochters. Zelfs na de val van Byzantium werkte de uitstraling verder in Bulgarije en aan het russische hof tot de tijd van Peter de Grote. De Russisch orthodoxe geestelijken dragen nog steeds gewaden die niet erg verschillen van de Byzantijnse klederdracht. Ook in het Westen was deze invloed merkbaar, Karel de Grote kleedde zich bij officiële gelegenheden naar Byzantijns voor-
Nadine Loones Van Dierenhuid Gent 1984.
tot Spijkerbroek
-
PROVINCIALE ACTIVITEITEN WEST-VLAANDEREN Benevens de 10-daagse reis naar Cap d'Agde in het mooie Zuiden van Frankrijk, brengt het Provinciaal Bestuur West-Vlaanderen nog twee andere activiteiten, nl. : - Witte Paard show op zaterdag namiddag 5 juli 1986te Blankenberge in zaal «Het Wit Paard" met optreden van vele bekende artiesten, zangers, ballet en orkest. Ruim 600 leden worden verwacht. - Vijfdaagse reis naar Bohan van 29/9 tot 3/10/86. Op het programma staat elke namiddag een cartripo.m. naarSt. Hubert, Bouillon, de FranseArdennen, Sedon.... Animatie (dansavond) en uitgelezen maaltijden.
Prijs: slechts 5.450 fr., inbegrepen: car, fooi, B.T.W., alle maaltijden vanaf eerste tot laatste middag en ook cartrips. Alle inlichtingen bij de plaatselijke besturen van West-VI. of bij de WestVlaamse Voorzitter, L. VAN TORRE. Tel. 050/51.47.68 (voormiddag). L. VAN TORRE 9
«SOCIAAL-CULTUREEL MET VOLWASSENEN PASSIEF
VERBRUIKEN
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Sinds de industriële revolutie is de werktijd regelmatig gedaald. Zo is het aantal werkuren in de administratie thans op 36 uren gebracht. Deze vermindering van werktijd is over het algemeen geldig voor de gemiddelde werknemer, maar dit is niet altijd het geval voor kaders en zelfstandigen. Tevens kunnen wij ons de vraag stellen naar de situatie van de buitenhuis werkende vrouw. Voor velen is nog steeds een dubbele werktijd geldig: buitenhuis, maar tevens achteraf nog alle te verrichten huishoude lijke en familiale taken. Er komt dus voor ieder van ons in meer of in mindere mate een stuk tijd los dat we voor andere activiteiten of situaties kunnen gebruiken dan diegenen waarmee we dagelijks in het productieproces geconfronteerd worden. In de eerste plaats is er de noodzaak aan rust als compensatie van de dagelijkse vermoeidheid die elkeen in de werksituatie of in familiale en sociale situaties opdoet. Ten tweede kan er gesteld worden dat hetgeen de meeste mensen doen, infeite zeer monotoon is. Dezelfde bewegingen of taken worden permanent herhaald, velen vervelen zich in hun activiteit, velen doen er ook bepaalde zorgen op. Hier is de ontspanningsfunctie belangrijk. Ten derde moet onderlijnd worden dat het statuut dat iemand in zijn omgeving bereikt vaak frusterend is. Velen trachten naar meer, naar anders, en daar biedt de vrije tijd voor sommigen een oplossing via vorming. Van vrijetijdsbesteding 10
kan dus
OF
ACTIEF
VORMINGSWERK»
INVESTEREN
IN
gezegd worden dat het een geheel is van niet remunereerbare bezigheden op dewelke iemand zich naar genoegen kan toeleggen of om zich uit te rusten, of om zich te vermaken, of om verder door vorming zijn eigen creativiteit en persoonlijkheid bij te schaven, nadat hij zich van alle professionele, familiale of sociale verbintenissen heeft vrijgemaakt. We kunnen het bijna noemen «met zichzelf zijn zoals dat zichzelf best schikt». Van hieruit vertrekkende, kunnen we ons volgende belangrijke vragen stellen. - Voor welke functie zullen de mensen kiezen indien hun omgeving meer en meer frusterend en vermoeiend op hen gaat inwerken? - Voor welke keuze opteren nietproductieven en/of slachtoffers van de werkloosheid? - Als veel vrije tijd voorkomt, wat het geval is in bepaalde beroepen, wat kiezen mensen dan? Remunereerbare tijd of vrije tijd? - In hoeverre worden vrijetijdsbehoeften commercieel geleid en/of geëxploiteerd? - Ten slotte is er de open vraag naar waar de vri je keuze van ti jdsbesteding eindigt en begint in een stuk consumentgerichte maatschappij. : Soms kan de idee van een vrijeti jdsmaatschappi j wat verdacht over komen. Het is in elk geval zo, dat in onze samenleving meer tijd vrij komt en dat teveel vrije tijd concrete problemen stelt aan bepaalde mensen. Dit werd vlug begrepen en de oprichting van vri jeti jdsgroeperingen zi jn hiervan het gevolg. «Tijd vullen» is de slogan van het merendeel onder hen en dit is tevens hun meest essentiële doelstelling. Het is overduidelijk dat onze samenleving last heeft met «passiviteit». Zij tolereert niet
HET
VRIJETIJDSKADER
wat niet georganiseerd niet actief is.
is, wat
Zo verdwijnt het manisch karakter van sommige bezigheden onder het motief «normaal voor onze tijd». Alles wat passief is wordt zoveel mogeli jk vermeden, er is dus wel plaats voor «depressiviteit» het symptoom dat bij uitstek opvalt in onze tijd. Veel communicatiemiddelen, die tot onze beschikking gesteld worden vragen echter veel minder persoonlijke inspanning dan verondersteld wordt. De participatie van de mens is vaak ver te zoeken! Vaak wordt de mens gereduceerd tot simpele toekijker zonder dat er sprake is van de minste stimulering en het gebruik van de persoonlijke mogelijkheden van welke aard ook. Anonieme autoriteit speelt hierin een belangrijke rol. Onder de slogan «anders», zijn velen alleen maar conform. «Opleggen» wordt hier vervangen door «negeren». Ook in het zogezegde vormingswerk speelt «suggereren» een uiterst belangrijkerol. Dit wordt trouwens voortdurend verwisseld met «niet-directief» werken met mensen. We kunnen ons hier afvragen welke rol het sociaalcultureel vormingswerk kan spelen als bewustmaker voor deze problematiek. In die tak van de tijdsbesteding wordt inderdaad wel oproep gedaan voor het gebruik van de persoonlijke potenties. Daar is de vri je ti jd een levensbron, eerder dan een nieuw consumptieprodukt. In een volgend artikel zullen we de versch i Ilende werkwi jzen met mensen (zie groepen) van' naderbij bekijken.
G.V.
vervolg van blz. 7 Aldus bekomt men 'naast de zelf opgestelde bewijzen aan de hand van de bankuittreksels, nog twee andere die zeker niet zullen betwist worden.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Tot slot weze benadrukt bedrog alles verbreekt.
dat
De respektievelijke 'stukken, opgemaakt om als bewijs te dienen, moeten niet geregistreerd worden. Wordt zulk stuk toch aan de registratie aangeboden, dan heft de Ontvanger 225 Fr. registratierecht op het stuk, ondertekend door de schenker, maar zal hij schenkingsrechten heffen op het stuk waarin de begiftigde erkent de schenking van hand tot hand gekregen te hebben, ook als dit stuk reeds ouder is dan drie jaar.
Zo het stuk dat ondertekend is door de schenker, geregistreerd werd tegen het vast recht van 225 Fr. moeten drie jaar voor het overlijden van de schenker, de som of waarde niet meer aangegeven worden en zijn er hierop geen successierechten meer ·verschuldigd. Het is dus aan te raden de twee bewijzen afzonderlijk te maken. Zelfs wanneer zulk een bewijs voorgebracht wordt aan de Controleur der direkte belastingen om de herkomst van gelden te staven, bestaat er geen registratieverpi ichti ng. Hoewel de gifte van hand tot hand dus geen notariële akte vereist, zal het vaak voor belangrijke giften aangewezen zijn de zaak met een jurist of notaris te bespreken, omdat zulke gif te een weerslag zou kunnen hebben op de latere verdeling van de nalatenschap van de schenker.
Onder het motto werking met de werking van de Congrescentrum
«kleur je leeftijd» organiseert het O.C.M.W.-Gent in samenInternationale Jaarbeurs van Vlaanderen en met de medeStad Gent van 11 tot 19 oktober a.s. in het Internationaal te Gent (Casino) Seniorama 1986.
Het is in 1984 dat deze happening voor 55-plussers voor het eerst georganiseerd werd. Het was toen enkel gericht op de Gentse agglomeratie. Nieuw is dus de grootse aanpak en de uitbouw naar de Vlaamse gemeenschap toe. Hoofddoel blijft kansen te bieden aan alle jonge én oude senioren door informatie, animatie en re(creatie). Dit kan volgens de organisatoren door zowel een beroep te doen op de organisaties die zich met ouderen bezighouden maar ook én vooral op de betrokkene zelf. Seniorama is in de eerste plaats een sociale infobeurs over alle mogelijke voorzieningen, organisaties, clubs en bonden van en voor bejaarden en vormt in de tweede plaats een soort verbruikersbeurs, waar mensen met pensioen alles vinden over vrijetijdsbesteding, voeding, etc. Daarnaast worden studiedagen en symposia voor o. m, beleidsverantwoordelijken georganiseerd met als thema «veiligheid thuis, zelfstandig en beschermd wonen, enz. uitgediept worden. Het geheel wordt uiteraard omlijst met animatie 55-pl ussers. Inlichtingen:
L.B.G. Oost-Vlaanderen, Tel. 091/23.23.74
Brabantdam
109 te 9000 Gent
PETER'S PANACEE V Wees uw eigen held
Een held is per definitie iemand die handelt uit eigen vrije wil, die méér doet dan van hem verwacht wordt of het tegenovergestelde. Hoe dikwijls blikken wij niet terug naar de heldendaden uit het verleden.
Informatie overgemaakt door de Nederlandstalige Regionale Commissie van de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen, Bergstraat 30-32 te 1000 Brussel.
en spektakel voor en door
Noéhtans zijn er veel mensen die hoewel hun verhaal niet op papier beschreven staat wel helden zijn; zij het op een bescheidener manier. Telkens als u zelfstandig een beslissing moet nemen, moet u zich afvragen : «Wat kan ik en wat geloof ik ?»
- zoek uw innerlijke sterke punten op - gebruik ze creatief. Indien u het tot een goed einde hebt gebracht, wees dan trots op uw handelingen, geef uzelf een pluim. Dit zal uw identiteit versterken en uw gevoel voor eigenwaarde verhogen. Bijv. een roker die ophoudt met roken omdat hij vindt dat hij eraan verslaafd is; is zijn eigen held. (wordt vervolgd) M.V.H. 11
EEN OO.GJE OP AMELIE Zoals elders in deze Courant gemeld, woonden L.B.G. Oost-Vlaanderen voorstellingen bij tijdens de maand juni. Hierna volgt de korte inhoud oogje op Amélie.
een aantal N.T.G. het stuk: Een
van
Van Georqes Feydeau (Occupe-toi d'Amélie, 1908) Regie: Jean-Pierre de Decker en Herman Gillis; Vertaling: Frans Redant en Walter len; Decor en Kostuums: Marc Cnops (a.g.); Licht: Jan Gheysens.
van
Uffe-
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Marcel Courbois zit lelijk in de knoei; hij kan de erfenis van zijn vader niet opstrijken alvorens hij goed en wel getrouwd is. Maar omdat hij zich liever toelegt op zijn maitresse, is hij verplicht naar de ultieme noodoplossing te grijpen: een schijnhuwelijk! Wanneer zijn oom in Parijs aankomt, verkeert deze bijgevolg in de waan dat Marcel verloofd is met Amélie. In werkelijkheid is Amélie echter een dametje van lichte zeden, én de minnares van Etienne, die op zijn beurt de beste vriend van Marcel is. Wanneer Etienne door het leger opgeroepen wordt, brengt Amélie haar nachten niet altijd thuis door ... Met de precisie van een horlogemaker maakte Georges Feydeau (1862-1921) van elk stuk een dolle komediemachine, waar geen speld is tussen te krijgen. Feydeau, die een expert bleek in het opzetten van de waanzinnigste lachsituaties, vond het bovendien heerlijk om de burgerij zowel letterlijk (I) als figuurlijk in haar hemd te zetten. Maar zijn zijn stukken inderdaad het onschuldige amusement waarvoor men ze gewoonlijk houdt? Of zijn ze even huichelachtig als de hypocrise die hij hier en daar aan de kaak stelt? En gaat onder de hilariteit van deze zwierige personages geen hysterie, geen angst schuil? "Een oogje op Amélie» : een uitgebreid NTG-gezelschap stort zich in het krankzinnigste van complotten, intriges en verwikkelingen dat u zich maar kunt indenken!
ADIEU MARCEL ... Tussen de Tower Bridge en Picadilly Circus te Londen zat hij aandachtig en sterk geïnteresseerd op onze bus te luisteren naar de deskundige uitleg van onze reisgids die de historische waarde van diverse eminente gebouwen en monumenten toelichtte. Zijn charmante geest repliceerde plots met pikante details op een nogal kort gejurkte juffrouw wiens frivole gedaante blijkbaar tot achter zijn fijn brilletje was doorgedrongen in zijn kleine oogjes. Dit zette hem aan deze verschi jning met "Deinzische» humor te versieren. Daar er voor mij geen kamer geboekt was in ons hotel, restte er maar 1 oplossing : een geschikte compagnon vinden met wie ik de bedsponde kon delen. Marcel stelde zich voor en al vlug werd in de bor geklonken op ons nachtelijk lot. "Wie gaat er eerst naar de badkamer ?» vroeg hij mij op een vaderlijke toon. Bescheiden liet ik hem als eerste gaan naar dit met grote spiegels versierde oord waar onze beide tandenborstels vorstelijk naast 12
doolhof
mekaar lagen. Met zijn gestreepte, bruine pyama slenterde hij op zijn sloffen de badkamer uit. Daarna was het mijn beurt. Onder de wollen dekens sliepen wij vlug in. 's Morgens werd op de deur «qenockt». Een mooie Thaïsche schone serveerde ons de continental breakfast. Samen op de rand van ons bed slurpten wij onze engelse thee en namen de plannen door van de rijkelijk gevulde dag. Die ene resterende avond wou ik als enige jonge kerel van het seniorengezelschap de bloemetjes even buiten zetten in het beruchte, liederlijke londense uitgangsleven. Marcel vroeg mij zeer bezorgd toch niet te lang weg te blijven. Na een vermoeiende kroegentocht belandde ik terug in de London Ryan Hotel en trachtte geruisloos op mijn licht beschonken tenen de kamer binnen te treden. Tot mijn grote verbazing zat Marcel naar de voetbal te kijken op T.V. tijdens dit nachtelijk uur en had zorgzaam mijn komst afgewacht om slapen te gaan. Dit edel gebaar raakte mij heel eventjes zeer diep ... en ik werd stil. ..
Als ik hem later tegenkwam maakte hij altijd met een kwinkslag gewag van onze english vader-zoon relatie en Londen. " ... De goeie tijd,» zei hij "hé Marc !I». Dank Marcel voor uw fijne vriendschap, uw inzet voor uw LBGafdeling "De Voorzorg» - Deinze, onze Holdupper, uw kook lessen en raadgevingen voor het leggen van mijn terras. M.V.H.
GEL
STOORT HET LAWAAI IN MIJN HOOFD U NIET TEVEEL ?
0
Na de nieuwe 5 fr. stukken zal in de loop van volgend jaar een nieuwe munt worden geslagen ter waarde van vijftig frank. Dit nieuw muntstuk zal kleiner zijn dan een stuk van twintig en groter dan het nieuwe vijffrankstuk. I
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
OVER GEHEUGEN In een vorig artikel stelde ik dat geheugenstoornissen bij dementie een centrale rol spelen. Daarom bekijken we thans eventjes wat eigenlijk met «geheugen» bedoeld wordt. . Gedurende ons ganse leven ontvangen wij een massa aan informatie. Hiervoor hebben we receptoren nodig (onze zintuigen). Deze zintuigen zullen via de zenuwbanen de informatie naar de hersenen doorsturen. Aldaar wordt de informatie verwerkt. Niet alle aangebrachte informatie wordt door ons weerhouden! Heel veel van wat onze hersenen aangeboden krijgen wordt heel vlug opnieuw vergeten. Allereerst komt de informatie terecht bij hetgeen men "het korte-termijn» geheugen noemt. Dit soort geheugen blijkt sterk beperkt in mogelijkheden en de sporen verdwijnen zeer vlug. Tests hebben uitgewezen dat de maximum foutloze stockage zeven plus twee elementen bedraagt (woorden, getallen, cijfers). Consollidatie is dan absoluut noodzakelijk door herhaling. Het lange-termijn geheugen is daarentegen zonder grenzen. Het is belangrijk voor het leren. Sommige zaken moeten wij herhaaldelijk zien of horen of structureren vooraleer wij ze echt onthouden. Weer anderen kunnen op ons zo'n indruk nalaten dat slechts één keer beleven voldoende is. . Waar de herinneringen opgestapeld liggen is nog een mysterie. Verschillende delen uit de .hersenen zijn er in elk geval bij betrokken. Stoornissen in bepaalde hersendelen leren ons veel op dit vlak. Opdat het korte- en lange-termijn geheugen dus optimaal zouden functioneren, is een correcte hersenwerking noodzakelijk. Het met de leeftijd slechter gaan functioneren van de hersenen heeft men lange tijd willen verklaren door de vermindering van het aantal hersencellen vanaf de geboorte (zowat 250 miljoen op ongeveer 12 - 16 miljard). Op zichzelf leidt dit feit echter niet tot dementie. Voor het dagelijkse leven is het korte-termijn geheugen van groot belang (heb ik de gaskraan dichtgedraaid, zijn de deuren wel op slot, heb ik mijn medikamenten ingenomen, waar zijn mijn sleutels of geldbeugel, wat heb ik reeds verteld, enz.). Opgelet hier! Vermoeidheid, gebrek aan belangstelling, geneesmiddelmisbruik, overdreven alcoholgebruik, zijn hier zeer belangrijk! We mogen dus niet onmiddellijk aan dementie denken. Het lange-termijn geheugen is een ingewikkeld proces van opnemen van informatie, codering ervan, vastleggen, kunnen hervinden en hercodering. Hierbij speelt het perfect functioneren van onze hersenen opnieuw een grote rol. Bij het normale verouderen zullen bij het korte- en lange-termijn geheugen ook soms enkele veranderingen optreden. Grote moeilijkheden brengen deze echter niet mee. Maar wanneer het functioneren echt gestoord gaat verlopen, kunnen ernstige stoornissen optreden. In een volgend artikel meer hierover.
G.V.
Ook wordt het vervaardigd van nikkel om het verschil met de twee andere muntstukken duidelijker te maken. Ten behoeve van slechtzienden kri jgt het stuk van vijftig een diepgekartelde rand. Mocht dit voor de herkenbaarheid niet volstaan, dan kan het ontwerp alsnog worden gewijzigd. In juni van dit jaar werd het ontwerp inderdaad voorgelegd aan een i nformatievergaderi ng, waarop vertegenwoord igers van het Nationaal Komitee van het Belgisch Blindenwezen voor advies werden uitgenodigd. In kringen van blinden was grote ongerustheid ontstaan naar aanleiding van geruchten dat het muntstuk van vijftig dezelfde afmetingen zou hebben als dat van twintig en op de tast nauwelijks te herkennen zou zijn. Ter informatie: men gaat langzaamaan een aantal papiermunten (briefjes) uit de circulatie nemen omdat zij economisch niet langer verantwoord zijn. Het drukken van papiergeld is een vrij dure aangelegenheid en papiergeld kent een vrij korte levensloop - het verslijt vlug, scheurt, enz. Munten daarentegen hebben dit nadeel niet. Zo werd o. m. om die reden de briefjes van twintig uit de omloop genomen en zullen dus binnenkort de briefjes van vijftig voor een metalen munt de plaats moeten ruimen.
P.D.R.
13
ook als reden kan worden opgegeven.
IK HOU NOG VAN
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
JE
••••
I
Bij de vrouw betekent de menopauze het einde van de voortplantingsmogelijkheden. Statistisch gezien situeert ze zich omstreeks de leeftijd van 50 jaar en gaat ze gepaard met onmiskenbare lichamelijke en geestelijke veranderingen. De vraag is nu of een gelijkaardig verschijnsel bij de man, ook wel eens andropauze genoemd, bestaat. Ja en nee. Niet in die zin dat er onder invloed van veranderende hormoonproduktie iets plotseling verandert. De hormoonspiegels van een man dalen geleidelijker dan bij een vrouwen dat geeft over het algemeen niet zulke direkte lichamelijke gevolgen. Algemeen is vastgesteld dat - dit verschilt aanzienlijk van man tot man - met het stijgen van de leeftijd de vitaliteit afneemt, waardoor ze minder bestand zijn tegen spanningen die op hun beurt problemen doen ontstaan die globaal beschouwd verband houden met het moeilijk aanvaarden van de realiteit van het ouder worden. Zuiver lichamelijk zijn er evenwel geen vergelijkbare biologische gegevens. Toch zijn er wel degelijk mannen, vooral rond de leeftijd van 50 jaar, die zich met klachten over hartkloppingen, transpireren en nervositeit tot de dokter wenden. Duidelijk psychologische symptomen zijn zeldzaam en kunnen meestal verklaard worden door andere omstandigheden in het leven van een man zoals de reactie op het met pensioen gaan, op het ouder worden, enz. Dit alles heeft uiteraard op zijn seksuele leven een invloed. Indien de man, de idee bestendigt dat oud worden tot seksueel onvermogen leidt, kan hij inderdaad impotent worden. Het probleem heeft een psycholo14
gische oorzaak en daarvoor kan men het best terecht bij een psycholoog of een psychiater. MASTERSen JOHNSON hebben tijdens hun onderzoeken zes algemene categoriën van factoren gevonden die bij de man verantwoordelijk zijn voor het verlies aan seksuele belangstelling bij het ouder worden bij de man: 1. seksuele sleur, die meestal geuit wordt in een sfeer van verveling met de echtgenote; 2. beroepsbekommernissen en aanverwanten; 3. mentale en fysische vermoeidheid; 4. overdaad aan voeding en alcohol; 5. mentale en fysische ziekten bij de man of vrouw of bij beiden; 6. faalangst. Het probleem van de eentonigheid of beter nog de "psychologische vermoeidheid» mag wellicht als enig en voornaamste factor worden aangegeven voor het verlies van de seksuele belangstelling. Vastgesteld werd dat de seksuele relatie die gesteund is op geen of weinig variaties of vernieuwing, zich op de lange duur uit in verveling. Ook werden veel gevallen van impotentie vastgesteld tegenover de eigen vrouw - niet tegenover derden. Wel dient hierbij gezegd te worden dat behoudens verveling in de seksuele relatie, fysische afkeer bij de partner
Het zou uiteraard verkeerd zijn alles op de vrouw te willen schuiven. Beroepsbekommernissen evenzeer als overmatig eten en drinken, alsmede de lichamelijke toestand zowel bij de man of de vrouw kunnen hun invloed hebben. Het blijft dus een controversiële vraag of de man al of niet een fysische overgang doormaakt die vergelijkbaar is met het vrouwelijk climacterium, wanneer er een produktievermindering is van mannelijke hormonen (androgenen). De aanmaak van androgeen vermindert geleidelijk maar zeer langzaam tot ongeveer de leeftijd van 60 jaar. Daarna blijft die constant. Het is evenwel geen vaste regel. Sommige 80-jarigen zijn op dit vlak nog te vergelijken met jonge volwassenen. Nietlemi n vertonen sommige mannen analoge symptomen die vergelijkbaar zijn met deze van vrouwen. Ze manifesteren zich zowat 10 à 15 jaar later dan dat ze bij de vrouwen worden waargenomen. Net zoals bij de vrouw wordt hier soms ingegrepen met hormonen. Deze mannelijke hormonen hebben in tegenstelling tot de vrouwelijke hormonen een stimulerende werking op de seksuele drift. Vrouwelijke hormonen hebben die beïnvloeding niet. Wel bevorderen ze het algemeen welzijn. Hoewel de meeste gevallen van impotentie berusten op louter psychische factoren en dus enigszins verbonden zi jn met het verouderi ngsproces, maakt het verl ies van vermogen van de man om een erectie te krijgen die groot genoeg is om gemeenschap te kunnen hebben geen deel uit van het verouderingsproces. Wanneer impotentie wordt ervaren is het van groot belang een arts te raadplegen. Vaak zijn geneesmiddelen - middelen tegen hoge bloeddruk of kalmerende en opwekkende middelen - hiervoor verantwoordelijk. Alcohol is als voorname oorzaak aan te wijzen. Ook neurologische factoren (zenuwstelsel) evenals een slechte bloedsomloop kunnen aan impotentie ten grondslag liggen. Toediening van hormonen of operatief ingri jpen kan verbeter ing brengen. P.D.R.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gen
o Helpt dit niet dan maet u uw gerieven schriftelijk aan de organisatie richten met een schadevordering. o Gebeurt er nog niets dan kunt u een proces aanspannen in het land van de organisatie.
d. Telefoon
naar huis
U GAAT MET VAKANTIE?
Ziehier
enkele
nuttige
wenken:
THUIS
Wie met onbekende bestemming naar het buitenland vertrekt doet er verstandig aan naar huis te telefoneren, om de uiteindelijke vakantiebestemming mede te delen. Zo telefoneert
NUTTIGE VAKANTIETIPS
u naar België :
- draai eerst het internationaal nummer - wacht op de zoemtoon - draai daarna, zonder anderbreken * 32 landnummer van België * het netnummer zonder de * het abonneenummer - toegangsnummer voor België zijn:
°
Spanje 07, Luxemburg 00, Zweden 009, West-Duitsland 00, Zwitserland 00, Nederland 09, Frankrijk 19, Ierse Republiek 16, Italië 00, Joegaslavië 99, Oostenrijk 00, Groot-Britannië 010, Noord-Ierland 010.
e. Verder o o o o
Drink nooit ongekookt water Drink nooit frisdrank met ijs, «voorkern de buikloop». Vermijd overdadig zonnebaden. Let op bij het zwemmen: zwem nooit met een volle maag, af als u bezweet bent, zwem oak nooit te ver als u vermoeid bent, let op de temperatuur (koude is gevaarlijk). o Hou uw kinderen/kleinkinderen goed in het oog, een ongeluk schuilt in een klein hoekje. o Gaat u naar een warm land, neem dan ook een warme vest mee ('s avands koelt het af).
o Ramen en deuren goed afsluiten. Vergeet vaoral de W.c.-raampjes niet en de deuren van garage en kelder. o Laat geen sleutels aan de binnenzijde in de sloten zitten. o Binnendeuren niet afsluiten. Kostbaar meubilair ook niet. Extra schade w.ordt daarmede voarkomen. o Geen geld, waardevalle papieren en/of sieraden thuis achterlaten. In een kluis bij de bank is het veilig. o Laat niet zien dat u weg bent. Dus geen berichten op de deur. Sluit de overgordijnen niet. Haal de planten niet van de vensterbank. Etaleer geen kastbaarheden. o Vraag familie of kennissen uw brievenbus dagelijks te ledigen. o Ladders en andere dingen die inklimming kunnen vergemakkelijken, veilig wegbergen. o Gebruik registratiekaarten of iets dergelijks, waarop uw kastbaarheden duidelijk geïdentificeerd staan. De kans wordt groter dat, bij gebeurlijke diefstallen, de opsporing vergemakkelijkt wardt. o Zet uw fiets/brommer ook altijd op slat, zelfs binnen. Tijdens een langere afwezigheid kunt u ook het best de banden laten leeglopen. o Laat geen valle vuilniszakken bij uw huis achter. o Zorg voor een geldig paspoort en nateer het nummer. o Noteer uw bloedgroep, rhesusfactor, allergie, vaccinaties en eventueel gebruik van medicamenten. Breng de reisapotheek in orde (Laat een Medische identiteitskaart door uw arts invullen - zo'n kaart kunt u gratis bij de L.B.G. bekomen). o Denk aan de verzorging van de huisdieren. o Schakel elektrische apparaten uit en sluit gas- en waterkraan af. o Vertel familie en kennissen wanneer en waar u met vakantie bent. Zorg ervoor dat ze in geval van nood uw waning in kunnen. Vraag ze een beetje op te letten. o Geef uw aankomstpunten op en tevens de kenmerken van uw wagen. ONDERWEG In uw anmiddellijk
PRETTIGE VAKANTIE
bereik:
reisbiljetten, reserveringsbewijs, paspoort-visum, identiteitskaart, inentingscertificaat, inentingsbewijs huisdier, rijbewijs, reserve-autosleutel, geld (aok buitenlands geld). postcheques, bankcheques, eurocheques, eurochequebankkaart, reischeques, ziekenfondsformulier (E 111) en ziekenboekje, reisverzekering, huissleutel, (zonne)bril, zakdoeken, adresboekje, schrijfgerei, flesopener, kurketrekker, zakmes, aansteker of lucifers, uw geneesmiddelen.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gen
Neemt u het vliegtuig of gaat u per schip of per trein, zorg ervoor dat alles wat u onderweg nodig hebt bij u houdt. Blijft u onderweg slapen zorg dan voor nachtgoed en toiletgerief. Reist u per auto zorg don voor het nodige comfort. Vergeet niet op tijd te rusten.
Vergeet verder niet: B-kenmerken op de auto, reisverzekeringspapier, inschrijvingsbewijs en groene kaart, landkaarten, adreslijst dealers, instructieboekje, gevarendriehoek, reservelampjes en zekeringen, brandplusapparaat, reparatiekoffer, sleepkabel en startkabel, hotelgids, kampeerlijst, reisdocumentatie, laken of deken, rol keukenpapier, plastic tossen, spelletjes voor de kinderen, vesten of anoraks, zaklamp, koeltas met lekkere hapjes en dranken, washandje in afsluitbaar bakje water, mes, plastic of papieren bekers, E.H.B.O. trommel. o Als u ergens parkeert, sluit dan uw auto goed af. Laat er nooit geld of waardepapieren i nachter. o Laat niet iedereen zien wat u bij u heeft. Camera's, kijkersen radio's dus niet in het zicht achterlaten.
OP HET VAKANTIEADRES o Sluit auto en hotelkamer goed of. Vergeet niet waardevolle goederen of voorwerpen mee te nemen of in bewaring te geven (laat waardevolle voorwerpen en sieraden thuis). o Op plaatsen waar het druk is, op het strand bijvoorbeeld, moet u zo' min mogelijk bij u hebben. o Bewaar cheques en betaalpassen altijd gescheiden. o Oriënteer u op uw vakantiebestemming op eventuele vluchtwegen. Hotelbranden zijn legio in de vakantie.
UW REISAPOTHEEK VERGEET ZEKER UW EIGEN MEDICA TIE NIET Pijnstillende middelen, hoofdpijntabletten, middelen tegen reisziekte, slaaptabletten, laxeermiddel, tabletten tegen darminfecties, spijsverteringsstoornissen, kooltabletten tegen vergiftiging, neusdruppels, middel tegen insectenbeten, flesje alcohol, busje talkpoeder, antiseptische zelf. doosje vaseline voor het wateraf- . stotend maken van een verband, flesje zonnebrandolie, doosje insektenpaeder, waterzuiveringstabletten, anti-malariatabletten, koortsthermometer, schaar, splinterpincet, veiligheidsspelden, verpakt verband en watten in waterdicht materiaal, tabletten en vloeistoffen kan u best in plastic flacons verpakken.
OOK
HANDIG
Noaigerief, vlekkenmiddel, papier en enveloppen, plakband, touw, reservebril of brilrecept, (handig bij eventueel verlies of ongeluk), waslijn, wasknijpers, kleerhangers. HANDIGE
TIPS
a. Identiteitskaart
af paspoort weg, wat nu ?
o Doe eerst aangifte bij de politie. o Informeer naar de dichtsbijzijnde ambassade of het consulaat. o Vraag daar een laisser-passer, waar u de grens mee over kan. o Als u tevens uw geld, cheques, enz. kwijtbent, dan kan u bij het consulaat geld vragen om terug mee naar huis te keren. b. U wordt ziek o Gaat u op reis naor een E.E.G.-land, dan haalt u bij uw plaatselijk ziekenfonds een formulier E 111. . o Ga dadelijk bij uw aankomst in het vakantieland eens naar het ziekenfonds. o Voor de verschillende ziekenfondsen in het buitenland gelden andere vergoedingssystemen, vraag daarom steeds bij ziekte kwitanties. o Uw reisdoel is een land met bilaterale overeenkomst, bijv. Algerije, Spanje, Griekenland, Turkije, Joegoslavië, Marokko, Portugal en Tunesië. Vraag voor deze landen ook een formulier E 111 aan. Voor Marokko zijn er geen formulieren en dienen de ter plaatse betaalde rekeningen te worden meegebracht. Voor de andere landen is het noodzakelijk bij uw aankomst een bezoek te brengen aan het Ziekenfonds, het formulier E 111 is immers enkel een bewijs dat u sociaal verzekerd bent. U kon dit formulier inruilen tegen een chequeboekje waarmede u de dokter kan betalen. o We raden u ook aan : _ een speciale reisverzekering te nemen. Deze kunt u via uw verzekeringsmakelaar of -kantoor, reisbureau, bank, mutualiteit, enz. aanvragen, _ een medische identiteitskaart te hebben, die dienstig kan zijn voor de hulpverleners bij eventueel ongeval. U vermeldt hierop: bloedgroep, rhesusfactor, eventuele afwijkingen en allergieën voor het toedienen van geneesmiddelen of inentingen. Bewaar deze kaart bij uw identiteitskaart. De medische identiteitskaart is gratis te bekomen bij de L.B.G. c. Huisje of appartement
niet in orde
o Hebt u gehuurd van een buitenlandse verhuurorganisatie, ga dan onmiddellijk uw beklag doen bij degene waar u de sleutel haalt, of bij de contactpersoon.
HET HOEKJE VAN DE GENEESKRUIDEN SALIE
(Salvia officinalis)
Gebruikte delen:
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Eigenschappen:
bladeren,
bloemen,
extrakt.
is samen met thym een van de meest gebruikte neesmiddelen. tonicum krampwerend anticeptisch diuretisch bloeddrukverhogend regulator van de menstruatie wondhelend
ge-
Gebruik: Uitwendig:
witte vloed, keelontsteking, insektenbeten.
besmette wonden, dermatozen,
Inwendig:
stimulerend, nachtelijk zweten bij zieken, lage bloeddruk, menstruatiestoornissen, winderigheid.
Bereiding: Infusie:
20 gr bladeren en bloemen voor 1 I kokend water. 10 minuten trekken, 3 tassen daags.
Extrakt:
2 à 4 druppels,
3 maal daags in honing.
Poeder : 1 à 4 gr per dag. Voor mondbaden
: zie hoeveelheid
Tegen insektenbeten
infusie.
: geplette bladeren, brengen.
onmiddellijk
op de beet aan-
G.V
S,dvia oûh.inalis.
NADENKERTJES - Hij die verliefd - Vragen
wordt op zichzelf
zal geen rivalen
hebben.
«wie moet de baas zijn ?" is net zoiets vragen:
- Het mooiste
van oud worden
- Onze fouten
irriteren
- Indien verkiezingen
«wie moet tenor zingen ?"
is dat het zo lang duurt.
ons het meest als we ze bij anderen wijzigingen
brachten,
dan waren
zien.
ze reeds lang afgeschaft.
17
VARIA
ZEEP Dit voor ons alledaags produkt is heel wat minder evident dan wij denken. Er zijn tijden geweest waarin de hygiëne wel bijzonder verwaarloosd werd.
ZE ZIJN ER WEER
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Vanaf begin juli kunnen wij opnieuw genieten van een schotel heerlijk dampende Zeeuwse mosselen al of niet met brood of frites en overgoten met een heerlijke pint of een lekker glaasje witte wijn. Mosselen zijn schelpdieren, die gekookt of gebakken een uiterst smakelijk gerecht vormen. Hoe ze groeien? Heel snel gezegd, maar langzaam gedaan. Het mosselzaad (ca. 1 cm grote mosseltjes) wordt in mei/juni en veelal ook in september gevist en daarna uitgezet in mosselpercelen in de Waddenzee en de Oosterschelde. Daar «spinnen» ze zich met de «byssusdrcden» aaneen tot één grote mat. Ze groeien dan tot «halfwas» (4 à 5 cm lengte). Dat alleen al duurt een heel seizoen. Dan wordt het «halfwas» opgevist en naar «vettere» percelen overgebracht, die rijk zijn aan plantaardig plankton. Daar blijven de mosselen tot ze consumptierijk zijn. AI met al gaat er van mossellarve tot consumptiemossel zo'n 2 à 2 1/2 jaar heen. Daarna worden de mosselen opgevist en naar de mosselveiling gevoerd, waar handelaren de mosselen op monster kopen. Na de koop worden de mosselen naar de verwaterplaatsen in de Oosterschelde gebracht. Dit zijn percelen onder de kust van Yerseke, beschut en met een harde bodem. Onder' water opent de schelp van de schaal zich. Door de stroming van het water wordt het zand en het slijk uit de mossel gespoeld. Uiteindelijk worden de mosselen door de handelaren van deze «voorraadschuur» opgevist en aan de wal gebracht. Daar worden zij «geschoond» (van de byssusdraden en andere ontreinigingen ontdaan), gewassen en in balen verpakt om zo naar de vele verbruikers in binnen- en buitenlond vervoerd te worden. Momenteel omvat de mosselhandel zo'n 1.000.000 ton mosselen per jaar (1 mosselton is 100 kg.). Naar aloude traditie zijn de beste mosselmaanden deze waarin de letter «r» . voorkomt': dus januari, februari, maart, april, september en oktober. Doch de laatste decenia kan men reeds vanaf medio juli tot medio april overal mossels-op-z'n-best eten. Smakelijk! P.D.R. 18
Iedereen zal zich wel periodes uit de geschiedenis kunnen voorstellen wcorin netheid een blijkbaar onbekend fenomeen was. Een schrijnend voorbeeld zijn wel de Mongolen: in de 13e eeuw beschouwden zij het wassen van hun kleren als een misdaad. Marco Polo vertelt in dat verband dat hij op het grondgebied van de Aga Khan zijn hemd stiekem 's nachts moest wassen. Bij de Romeinen daarentegen werd zindelijkheid als een plicht beschouwd, al beschikte men over karige middelen om dit te verwezenlijken. AI dan niet geparfumeerde olie werd gebruikt om het lichaam in te smeren, en daarom bestond er een soort lange lepel waarmee men het aaneengekoekte mengsel van stof en olie van het lichaam schraapte. Daarna werd een soort voorloper van onze zeep, gemaakt van natrium of kalium en een vetstof, gebruikt. Om te spoelen waren er geen problemen: de Romeinse badhuizen zijn nog steeds een begrip. Zij beseften het dus: water alleen is niet voldoende. Detergent (zoals zeep) laat het water toe om het oppervlak waarmee het in kontakt komt volledig te bevochtigen, weekt het vuil los en verspreidt het in het water. Tussen de Romeinse tijd en de 16e eeuw werd er op dit vlak geen wezenlijke vooruitgang geboekt. In 1791 ontdekte Leblanc dat men soda kon bereiden uitgaande van keukenzout, maar het duurde nog tot 1900 voor de eerste echte toiletzepen op de markt kwamen. Hoe werkt die zeep nu? Wanneer men zich met zeep wast komt er enerzijds soda vrij en anderzijds oplosbare vetzuren. Bevat de zeep te veel soda, dan wordt de huid beschadigd, slaan de vetzuren neer, dan kunnen ze aan de huid een zwakke, ranzige geur geven. Sommige zepen bevatten neutraliseermiddelen en beschermen aldus de huid, en daarbij desodorizeren ze en voorkomen de verstopping van de poriën. Van gewoon reinigingsprodukt evolueerde de zeep nadien nog naar de kosmetika-sfeer toe: zeep mookrde huid zachter en bezit een aangenaam parfum. Sommige zepen bezitten ook dermatologische eigenschappen, met een Iichte bactericide werk i ng en een acné-bestri jdend effect. A.V.
DE ACHTERKANT VAN DE VRIJHEID Dit jaar wordt zij honderd. Een eeuw lang al waakt zij over de grootste haven van de nieuwe wereld. Maar wie is zij eigenlijk? Oorspronkelijk had zij een andere bestemming. De Fransman FrédéricAuguste Bartholdi ontwierp haar als een symbool van «Het westen dat het licht van de vooruitgang naar Azië brengt». Zij zou tronen bij de opening ván het Suez-kanaal in Egypte. Maar bij gebrek aan geld zag Ismaël Pacha af van het project. Toen Bartholdi in 1871 in de ban van New Vork kwam, besliste hij h~t beeld aan de Amerikanen te schenken als symbool van «de vrijheid die de wereld verlicht». Eiffel, die later de Eiffeltoren zou bouwen, ontwierp een metalen structu ur van 120 ton om het koperen kleed van de dame te dragen. Het idee om de toorts als vuurtoren te gebruiken gaf geen voldoening. Bartholdi was zo overtuigd van het succes dat zijn werk zou kennen, dat hij in het atelier «Gaget, Gauthier et (ie» miniatuurbeeldjes liet maken. De verraste Amerikanen gaven ze de naam «gadgets». Dit was nog een andere gebe_urtenis waar de Amerikanen versteld van stonden.
SIMONE DE BEAUVOIR (1908-1986) Op 78-jarige leeftijd overleed Simone de Beauvoir, de Franse romancière en essayiste. Zij werd geboren te Parijs op 9 januari 1908. In 1929 beëindigde zij met succes de filosofiestudie, tegelijk met Jean-Paul Sartre wiens levensbeschouwing, het exintentialisme, haar eigen denken in hoge mate zou bepalen.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Aanvankelijk was zij lerares filosofie, doch in 1943wijdde zij zich volledig aan het schrijverschap. Haar eerste roman «Uinvitée» waarin het probleem van de jaloezie aan de orde komt, dateert uit die periode. Daarna volgen «LeSong des autres» (1944) en «Tousles hommes sont mortels» (1946), die het illusoire karakter van ieder streven naar onsterfelijkheid duidelijk wil maken. Samen met Jean-Paul Sartre zocht ze naar een moraal van een persoonlijke absolute vrijheidscultus en een socialistische samenleving. De vrijheid van de mens staat in haar filosofie centraal. In «l e deuxième Sexe» (1947) stelt zij vast dat de sociale positie van de vrouw in de westerse gemeenschap niet in overeenstemming is met de idee van absolute vrijheid. Het huwelijk wordt derhalve door haar verworpen maar niet de seksualiteit. Ook in andere werken zoals "La femme rompu» (1961) en "La Vieillesse» (1972) propageert zij de ernoncipotie van de vrouw. In dit laatste werk kwam ze tot de vaststelling dat het geheim van een zinvol oude dag was intellectueel bezig te blijven. Verder meent zij dat de mens de morele verplichting heeft ook de vrijheid van de medemens te bewerkstelligen wat meteen voor een deel haar sympathie voor het Marxisme verklaart. Bekend waren verder haar roman "Les Mandarins» (1954) en een serie autobiografieën. Tot ze zeventig werd, zei ze te berusten in haar eindigheid, doch geen zin te hebben tachtig te worden en de verschrikkingen van de volle ouderdom te beleven. Van haar is ook de uitspraak "De graad van beschaving van een samenleving kan je meten aan de manier waarop zij haar bejaarden behandeli>•.
P.D.R.
BOEK IN EEN NOTEDOP
KRACHTLIJNEN VOOR EEN VERNIEUWD BEJAARDENBELEID IN VLAANDEREN Het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën (CBGS) publiceerde in de reeks CBGS-Monografieën hierboven vermelde studie. In dit rapport worden - naast een aantal recente demografische gegevens - enkele u iteenlopende voorzieningen voor bejaarden besproken: individueel wonen, de sociale woningen voor bejaarden van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, beschut wonen voor bejaarden, dienstencentro en bejaardentehuizen. Diverse facetten worden belicht: historische achtergrond, wettelijke beschikkingen, gelijkaardige initiatieven uit het buitenland en alternatieve vormen. Het rapport eindigt met een voorstel voor programmatiecriteria bij het dekreet tot regeling van de erkenning en subsidiëring van voorzieningen voor bejaarden. Deze studie is de neerslag van een project "Programmering en instrumentarium voor een bejaardenbeleid » gestart in 1983 in opdracht van Mevrouw R. Steyaert, gemeenschapsminister voor Gezin en Welzijnszorg. Het rapport kan bijgevolg worden beschouwd als wetenschappelijke achtergrond en ondersteuning van de domeinen die in het bejaardendekreet aan bod komen.
ALARMERINGSSYSTEMEN
VOOR BEJAARDEN
Evenals hierboven vermelde publicatie is deze editie ondergebracht in de reeks CBGS-werkdokumenten van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën. De studie is tot stand gekomen uitgaande van de bezorgdheid van de overheid - eveneens Mevrouw Steyaert - om via ondersteunende maatregelen het zelfstandig wonen van oudere mensen te bevorderen. In het bijzonder werd de evaluatie van alarmeringsmoeilijkheden benadrukt. De vraagstelling waarin de overheid is geïnteresseerd, kan als volgt worden geformuleerd: bevordert de installatie van een alarmeringssysteem het zelfstandig wonen van bejaarden en minder-validen en welke systemen komen hiervoor het best in aanmerking. Benadrukt is evenwel dat een alarmeringssysteem nooit een vervanging betekent van hulp die wordt verleend door familie, buren, professionals, enz. doch eerder als middel moet worden gezien om in noodsituaties een snelle en efficiënte hulpverlening mogelijk te maken.
Beide uitgaven, CBGS-Monografieën 1985, zijn te verkrijgen bij het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Nijverheidsstraat 37 - 1040 BRUSSEL.
19
PENSIOENEN
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
FICHES In de loop van de maand april hebben alle gepensioneerden, zonder bijkomende formaliteit hun belastingsfiches opgestuurd gekregen. Het zijn de fiches model 281.11 en 281.13. Aan deze fiche was een strook vastgehecht met de details van de laatste maandelijkse uitkeringen. Hierop waren ook de individuele inhoudingen vermeld. Aan de hand van die toegestuurde documenten konden de gepensioneerden hun aangifteformulier voor de personenbelasting invullen. Wie nog geen fiche ontvangen heeft, kan navraag doen bij de Rijkskas voor Rust-en Overlevingspensioenen, Fiscale Dienst, Zuidertoren 5 te 1060 Brussel. U kunt uiteraard ook terecht bij de diverse diensten voor maatschappelijk dienstbetoon.
NUTTIG OM TE WETEN: GEWAARBORGD INKOMEN Omtrent het gewaarborgd inkomen is onzekerheid ontstaan of deze al dan niet moet aangevraagd worden. Het is zo dat wie voor 1.1.1986 reeds het gewaarborgd inkomen genoot en wiens bestaansmiddelen dezelfde bleven, automatisch de aanpassing gekregen heeft waarop hijlzij recht heeft. Hetzelfde zal geschieden voor wie nu een aanvraag in onderzoek heeft of dit later zal doen en moet evenmin een aanvraag tot aanpassing indienen. Dus maakt u zich geen zorgen en doe vooral geen nutteloze aanvragen.
PENSIOENSPAREN De sociale partners zijn het in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven niet eens geraakt over het pensioensparen. Zo vinden de werknemers dat het toekennen van een gunstige fiskale regeling aan het pensioensparen, eenzijdig de hogere inkomens bevoordeelt. De vertegenwoordigers van de middenstand vinden dat het aanmoedi20
(Samenstelling
P.D. R.)
gen van het beleggen in risicodragend kapitaal eenzijdig de grote ondernemingen bevoordeelt. De werkgevers daarentegen zijn resoluut gewonnen voor het pensioensparen en vinden dat de regering niet meer moet wachten om een beslissing te nemen.
OUDE PROFESSOREN MOCHTEN (EVEN) TERUG Tot het begin van de jaren zeventig werden professoren aangeworven in een stelsel dat hen toeliet tot 70 aan de slag te blijven. Ze genoten nadien geen pensioen maar een «emeritaat», gelijk aan hun laatste wedde. Voor hen die nadien aangeworven werden, geldt een «normale» pensioenregeling (75 % van de wedde op 65 jaar). Om de pensioen leef tijd te harmonizeren, om jongere academici doorstromingsmogelijkheden te geven en om de universiteiten toe te laten aanzienlijk te besparen door de hoge eindeloopbaanweddes van deze professoren te schrappen, legde de vorige regering bi j wetsbesluit de verplichte pensionering op aan de nog overblijvende professoren die onder het oude stelsel vielen (dr. Courant nr. 4, jrg 3, 1985. Sommigen vochten deze beslissing aan en kregen gelijk van de Raad van State: de regering had niet de (bi jzondere) macht om zoiets op te leggen; alleen het parlernent kan dat bij wet, aldus de Raad. Daar een arrest van de Raad van State moet nagevolgd worden, konden de verplicht gepensioneerde hoogleraren, die ondertussen nog geen 70 geworden waren, hun wederopname vragen in het actieve academische korps. Of er problemen ontstaan zijn met die personen die ondertussen in hun plaats aangesteld werden en die derhalve door die uitspraak weer moesten verdwijnen is niet geweten. Vermoedelijk zal dan wellicht de ontstane «chaos»aan bepaalde universiteiten nooit ruchtbaarheid verleend worden. Doch zoals bij alle sprookjes, ook hier «eind goed, al goed». Inderdaad, de verplichte pensionering is nu bij wet geregeld.
TOEGELATEN BEROEPSACTIVITEIT Zoals wij in een vorige bijdrage konden lezen, is het de gepensioneerden (zowel de private werknemers als de zelfstandigen als het overheidspersoneel) toegelaten om nog een beroepsactiviteit uit te oefenen. Men maakt evenwel onderscheid tussen bezigheden die aangegeven moeten worden en activiteiten waarvoor geen aangifte nodig is. A. Bezigheden waarvoor geen aangifte nodig is Het betreft voornamelijk activiteiten met een sterke socia Ie inslag : - het lesgeven in een school voor mijnwerkers. - de uitoefening tot het verstrijkt van een politiek mandaat of een mandaat in een O.CM.W. - de uitoefening tot het verstrijkt van een mandaat bij een instelling van openbaar nut of een vereniging van gemeenten. Wat deze laatste twee activiteiten betreft, moet het mandaat evenwel ingaan voor de ingangsdatum van het pensioen en uiterlijk de laatste dag van de maand van de 65ste verjaardag van de mandataris of het moet een mandaat betreffen dat op 1 april 1979 lopend was. B. Bezigheden waarvoor aangifte vereist is Deze aangifte geschiedt op een speciaal formulier dat bij het gemeentebestuur kan bekomen worden. Wetenschappelijke of artistieke arbeid is mits een aangifte onbeperkt toegelaten. De arbeid van werknemers of zelfstandigen is evenwel aan inkomensgrenzen onderworpen. Deze grenzen verschillen naargelang men als werknemer hetzij als zelfstandige of in beide hoedanigheden blijft voortwerken. (dr. Courant nr. I, jrg. 4, blz. 19) Voor de berekening van deze grenzen neemt men 80 % van het bruto-inkomen in aanmerking indien het een werknemer betreft. De netto-bedrijfsinkomsten van zelfstandigen worden bepaald door
RIJSEL:
de stad met een
veelbewogen
verleden
van de bruto-bedrijfsinkomsten de bedrijfslasten af te trekken. De inkomensgrenzen worden met 50 % verhoogd indien het een gepensioneerde betreft met ki nderlast. Weerslag op de pensioenbetalingen als werknemer of zelfstandige
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Indien de beroepsinkomsten de enkelvoudige grens niet overschrijden, behoudt de betrokkene zi jn pensioen volledig. Indien de beroepsinkomsten de enkelvoudige grens overschrijden, doch niet het dubbele ervan, wordt het pensioen voor het jaar met 1/3 verminderd behalve voor de maanden waarvoor de maandgrens niet werd overschreden. Indien de beroepsinkomsten de dubbele grens overschri jden verl iest de betrokkene zijn pensioen voor dat jaar behalve voor de maanden waarvan de maandgrens (volledig pensioen) of de dubbele grens (113 verminderd/pensioen) niet werd overschreden. Weerslag op de pensioenbetalingen in de overheidssector
Voor de overheidsambtenaren geldt hetzelfde principe en dezelfde inkomensgrenzen als hierboven beschreven. Een aantal specifieke regels zijn echter voorzien. Zo maakt men onderscheid tussen het rustpensioen en het overlevingspensioen en alnaargelang het pensioen voor of vanaf 1/7/1982 ingaat. Opmerking: Gepensioneerden kunnen hun pensioen nooit cumuleren met een werkloosheids- of ziektevergoeding. Het pensioen wordt geschorst voor de hele maand waarin, ook al is het maar voor één dag, werkloosheid of ziekteverzekering wordt getrokken. In die omstandigheden kan een gepensioneerde er belang bij hebben aan zijn werkloosheids- of ziektevergoeding te verzaken of ze terug te betalen om een schorsing van zijn pensioen te vermijden.
Rijsel of in het Frans Lille (wat insuia = eiland betekent) werd in 1066 gesticht en dankt haar naam aan de rivier de Deûle, die destijds wijd vertakt de stad doorkruiste. Deze rivier die op een bepaalde plaats onbevaarbaar was, maakte het lossen van de schepen noodzakelijk. Hierdoor ontstond ter plaatse een kleine stads. kern met een bloeiende handelsaktiviteit. Het gebied Nord Pas-de-Calais, ook Frans Vlaanderen genoemd is in de loop der eeuwen maar al te vaak het stri jdperk van West-Europa geweest. Lange tijd maakte het deel uit van de Lage Landen, vervolgens behoorde het bij Noord-Frankrijk en er ging geen tijdperk voorbij of het werd wel door één of ander leger doorkruist. Talrijk zijn hier de veldslagen waar over het lot van keizerrijken en de toekomst van volkeren werd beslist. Maar zoals een tijdgenoot van de zonnekoning zei: «Die lieden uit Vlaanderen en de Hainaut, waar je ze aan de ene kant plat brandt, komen ze aan de andere kant weer op l». Na achtereenvolgens onder Frans, Bourgondisch, Habsburgs en Spaans bewind te hebben gestaan werd Lille uiteindelijk in de tweede helft van de 17de eeuw een Franse stad. Ter gelegenheid van de glorierijke intrede van Lodewijk XIV werd de Porte de Paris gebouwd. Terzijde van de stad werd de praktisch intakt gebleven citadel opgericht; een
uniek voorbeeld van de toenmalige militaire architektuur. In het begi n van de 18de eeuw werd Lille tijdens de Spaanse successieoorlog nog éénmaal heroverd door de Hollanders, doch vijf jaar later opnieuw bij Frankrijk gevoegd. Gedurende een latere Oostenrijkse invasie bleef de stad ondanks zware bombardementen standhouden door de heldhaftigheid van haar inwoners. Van Keizer Napoleon Bonaparte werden hoge verwachti ngen gekoesterd doch zijn oorlogszucht maakte hem snel ongeliefd bij het volk. Lille bleef ook niet gespaard van de verwoestingen van de twee Europese wereldoorlogen doch telkens werd een intense politiek van wederopbouw doorgevoerd. Thans telt Lille zo'n 170.000 inwoners en is een jonge en dynamische universiteitsstad geworden; leidinggevend op de arbeidsmarkt en tevens hoofdstad van het departement Nord Pas-de-Calais; maar in de eerste plaats een kunststad bij uitstek dank zij haar rijk historisch verleden. Wenst u verdere informatie over Rijsel of wenst u een ééndagsuitstap ernaar te organiseren, kontakteer L.B.G. -Oost-Vlaanderen, Brabantdam 109 - 9000 Gent. Tel. 091/23.23.74. Dominique
Arits
VORMINGSCURSUS Van 20 tot 25 oktober 1986 richt de L.B.G.-nationaal een vormingscursus in voor bestuursverantwoordelijken. Deze cursus die als algemeen thema heeft «werken met mensen» gaat door te Baronviiie. De bestuursverantwoordelijken Informatie
en inschrijvingen
worden
persoonlijk
op het L.B.G.-secretariaat
uitgenodigd. te Brussel.
21
UIT IN EIGEN LAND
(Samenstelling
P,D, R,)
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
BESTEMMING BRUSSEL, MUSEUMKAART WALLONIE EN DE FRONTSTEDEN OOSTKANTONS Het «Kornitee der drie Frontsteden» De dienst voor de bevordering in het Toerisme en de Franstalige Federaties in België hebben een brochure samengesteld waarin voorstellen zijn opgenomen die tot doel hebben de rijkdommen van ons gastvrij land, meer bepocld het zuidelijk deel van België, voor zowel groepen als gezinnen te ontdekken. Deze brochure verleent ruime aanschouwelijke informatie over tal van toeristische attracties, zowel bestemd voor ééndagstoerisme of een langer verblijf, Ze is gratis te bekomen: plo de heer R. Ketels, Kapelanielaan 3-5 te 2690 Ternse.
NIEUWE TOERISTISCHE BROCHURES BELGISCH LUXEMBURG De Toeristische Federatie van de provincie Luxemburg heeft twee nieuwe brochures uitgegeven: «Campings 1986 en Luxembourg Beige» en «Héberqernent 1986», De eerste uitgave is een krantje van 24 pagina's, dat 90 van de 120 bestaande campings in Belgisch Luxemburg vermeldt. Tabellen geven voor de opgenomen parkeerterreinen alle inlichtingen over komfort, ontspanningsmogelijkheden, enz. Deze brochure is gratis verkrijgbaar, «Hébergement 1986» bevat 128 pagina's gewijd aan de overnachtingsmogelijkheden, De viertalige folder vermeldt 122 hotels, 275 verhuringen van appartementen, chalets en vakantiedorpen, 17 hoeveverblijven en 21 kamers bij partikulieren. Daarenboven vindt men in de brochure 13 inrichtingen voor sociaal toerisme en 10 vakantiedorpen. Beide 'brochures kunnen verkregen worden bij de Toeristische Federatie van de provincie Luxemburg, Quai de l'Ourthe 9 - 6980 La Roche. Bij de aanvraag dienen postzegels ter waarde van 26 frank gevoegd te worden' voor de verzendingskosten,
22
dat Nieuwpoort, Diksmuide en leper toeristisch verenigt, start dit jaar met een nieuw initiatief: de museumkaart. Met zo'n kaart van 100 fr. krijgt men toegang tot zes musea: het stedelijk- en vredesmuseum in Diksmuide, het stedelijk museum en het herinneringsmuseum Ypres Salient in leper, het ornitologisch en het stedelijk museum in Nieuwpoort. De kaarten zijn te verkrijgen bij de toeristische diensten van de respectievelijke gemeenten,
WESTVLAAMSE WEGENKAART
NIEUW TOERISTISCH LOGO LIMBURG
Westtoerisme, de provinciale dierist voor Toerisme van West-Vlaanderen, heeft een nieuwe toeristische wegenkaart van West-Vlaanderen uitgegeven, Een herdruk van de bestaande kaart was nodig, omdat in West-Vlaanderen nieuwe wegen werden aangelegd en omdat de nieuwe internationale wegnummering werd ingevoerd, De nieuwe uitgave, die 30 frank kost, bestaat uit een wegenkaart op de voorzijde en een toeristische kaart op de andere zijde. Tevens staan in kleur afgedrukt de circuits van 14 Westvlaamse toeristische autoroutes. De kaart is te bekomen bij Westtoerisme, Vlamingenstraat 55 te 8000 Brugge of bij de toeristische diensten van West-Vlaanderen,
Voor het komend toeristisch seizoen - en nog vele seizoenen erna - heeft het provinciaal Verbond voor Toerisme van de provincie Limburg (PVTL)een nieuw logo «De Limburgers heten u welkom» geschapen, Hij symboliseert twee limburgse troeven die het PVTL wenst te spelen: de heerlijke rustgevende natuur én het sympathieke onthaal dat de toerist in Limburg te beurt valt. Vanaf heden zal dit logo centraal staan in elke publicatie en advertentie van het PVTL. Alvast liggen 4 brochures voor u klaar: «Dagtrips voor groepen 1986», «Lokroep van het water», «Limburg vakantieland 1986» en «De groene gids 1986», Alleen voor dit laatste dient men 30 Ir. te betalen, Ze zijn te bekomen op het Provinciaal Verbond voor Toerisme, Domein Bokrijk B - 3600 Genk.
GEZELLIG UIT TE BREDENE Een kleine gemoedelijke badplaats midden in de roos van de Belgische Noordzeekust, Duizenden en nog eens duizenden vakantiegangers komen er elk jaar opnieuw genieten van de onvervalste natuurlijke schoonheid van strand, zee en duinen, van de aantrekkelijke bezienswaardigheden en van een rijk gevarieerd feestprogramma, Ze komen vooral in het toeristisch hoogseizoen, Nochtans, ook buiten de zomermaanden kun je in Bredene heel wat beleven, Voor' groepen bestaat een kant-en-klaar programma tegen een zeer voordelige prijs, Informatie : V.V,V.-Bredene v.z.w, Driftweg 6 te 8401 Bredene. Tel. 059/32,09,98.
N.M.B.S.-BROCHURES Zoals beloofd in de vorige Courant kan ik u mededelen dat zopas de brochure «Tips voor treintrips 1986», alsmede «Reislustige senioren» en «Treinvokcntie 1986» gratis ter beschikking liggen voor al dezen die eens op een andere wijze, zowel binnen als buitenland met de trein wensen te bezoeken. Behoudens een aantal heel voordelige prijsreducties voor personen maar ook voor groepen, bieden deze brochures een waardevol informatiepakket over de diverse toeristische evennementen in ons land. Deze brochures kunnen gratis bekomen worden bij de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen, Handelsdirectie, Ravensteinstraat 36/Bus 7 te 1000 Brussel of in de commerciële agentschappen en infostands in diverse stations. U zult merken dat de trein in onze samenleving nog vele mogelijkheden biedt en, wat meer is, niet altijd zo duur is als men beweert.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
PLANTENTUIN MEISE OPEN Tot en met de laatste zondag van oktober kunnen wij opnieuw de serres van de Nationale Plantentuin te Meise bezoeken. Zij zijn elke zon- en feestdag open. Het grote serrecomplex, dat de naam «Plontenpcleis» meekreeg, beslaat een oppervlakte van tienduizend vierkante meter en herbergt meer dan tienduizend verschillende plantensoorten. Daarnaast kan men een wandeling maken in het Domein van Bouchout met zijn middeleeuws kasteel, vijvers, grasvelden en bosmassieven. Het geheel is open van 14 tot 18 uur.
BADEN IN ZEE NIET ZONDER GEVAAR
De kustburgemeesters hebben na overleg met het provinciebestuur en het ministerie van Openbare Werken beslist deze zomer aan de kust een sensibilizeringscampagne te houden om de vakantiegangers te wijzen op de gevaren die verbonden zijn aan het baden in zee. De campagne zal worden opgezet door de interkommunale kustreddingsdienst. In een folder die op 100.000 exemplaren wordt verspreid, zullen de gevaren van baden in zee worden beschreven en zal uitleg worden gegeven bi j de signal isatie op de stranden. De folder zal worden verspreid via de toeristische diensten, de immobiliënkantoren en· de horeca-sector. Wellicht zullen ook op radio en T.V. informatiespots worden uitgezonden. De kustburgemeesters spraken voorts hun tevredenheid uit over de werking van de kustreddingsdiensten. Vorig jaar werd tijdens het hele seizoen maar één geval van verdrinking genoteerd. Het was iemand die in een onbewaakte zone was gaan zwemmen.
AANPASSINGEN
PENSIOENEN Ter gelegenheid van de bespreking van de rijksmiddelbegroting konden wij via de krant «l.e Soir» het lange termijnplan van pensioenminister Mainil vernemen. In korte woorden samengevat komt het erop aan dat naast een aantal maatregelen om de fiskale druk op de brugpensioenen en de pensioenen niet meer te verhogen en zelfs lichtjes te verminderen, de minister sleutelt aan de leeftijd waarop men met pensioen kan gaan. Hij schaft daarmee op termijn het brug-rustpensioen af. Hij stelt voor dat men tussen 60 en 65 jaar op pensioen kan gaan, maar dat zou dan steeds in vijfenveertigsten berekend worden, zodat het pensioenbedrag met vijf vijfenveertigsten wordt verminderd als men bijv. op 60 op pensioen gaat en nog geen volledige beroepsloopbaan van vijfenveertig jaar achter de rug zou hebben. Voor vrouwen zou, volgens zijn voorstellen, dezelfde regeling van toepassing zijn. Deze regeling roept meteen een aantal vragen op. Meer informatie omtrent deze toch belangrijke aangelegenheid kan tot op heden, via het Kabinet van de Minister niet bekomen worden. Wij houden u evenwel op de hoogte.
SNELHEID Onlangs konden wij via de beeldbuis vernemen dat het in de bedoeling ligt van onze verkeersminister de snelheidsbeperking van 120 km op te trekken tot 130 km/uur op autosnelwegen. Omtrent dit voorstel zijn uiteraard zowel tegen- (verhoogd risico, verhoogd energieverbruik, enz.) als voorkantingen (sneller ter plaatse' zijn en Europese uniforme normen, enz.) gehoord en zullen wellicht nog het voorwerp uitmaken van al dan niet (verhitte) discussies. Wat mij betreft is 120 al meer dan genoeg en ik meen te weten dat gepensioneerden eerder neigen naar de 100 km norm. Wat er ook moge van zijn stel ik vast - en ik ben niet de enige - dat reeds tal van prominenten de toekomstige nieuwe normen al enkele jaren (strafloos ) toepassen of is het uittesten in het belang van het algemeen (?). Wie zei ook: «Iedere Belg is gelijk voor de wet ?»
Het zomeruur is opnieuw in voege en opnieuw gaan er stemmen op om ertegen te ageren. In dit verband verwijs ik naar mijn artikel in de Courant n° 3, jrg 3 - 85. Zo spreekt men van een ongeoorloofd ingrijpen in ons bioritme, laakt men de daarmee beoogde energiebesparing en meent men dat door dit tijdsingrijpen de natuur eveneens nadeel ervaart door toename van de zure regen (volgens een studie zouden de uitlaatgassen 2 uur per dag langer onderhevig zijn aan zon en licht). Verder meent men dat de opgelegde uuraanpassing ondemocratisch in voege werd gebracht. Of u er nu voor bent of tegen laat ik in het midden, maar als men al overgaat tot het ingrijpen in het tijdsgebeuren ware het dan niet interessant om meteen een aantal data, meer in het bijzonder bijv. de paasperiode eveneens aan vaste tijdstippen te koppelen. Meteen zouden wij een betere vakantiespreiding kennen en met iets meer geluk ook tijdens de vakantieperiode van een vroege zon kunnen genieten.
ALARMSYSTEMEN In juli 1984 lanceerde minister Steyaert een experiment met een alarmsysteem om de zelfstandigheid van o. m. oudere mensen te bevorderen. Dit éénjarig experiment, als renoverend beschouwd, werd aan de beoordel ing van het Centrum voor Gezins- en bevolkingsstudiën voorgelegd. Om het opzet mogelijk te maken werd met een Antwerpse privéfirma een akkoord gesloten. Terstond werden door de L.B. G. contacten gelegd met dè diensten van Steyaert en met betrokken firma om duidelijke informatie te krijgen (dr. Courant nr 1. 1986). AI deze gegevens werden heden ontvangen en voor de geïnteresseerden wordt uiteraard naar de studie «Alcrrneringssystemen voor bejaarden», dr. hoger en in «Boek in een notedop» verwezen. Wijzelf drukken in een volgende editie onze eigen «bevindingen» af, temeer daar een eigen studie reeds het levenslicht zag in 1973 maar ingevolge administratieve problemen en politieke oninteresse van de (eigen) toenmalige mandatarissen in de stroom der vergetelheid is terechtgekomen ...
23
SPREKEND
VERLEDEN
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE TIENSE SUIKERRAFFINADERIJ
24
Léon Matthijs verteld aan onze redaktie zijn leven in de Tiense Suikerraffi naderi j.
R : Léon, is het indiskreet
uw leeftijd te vragen? L: Helemaal niet, ik ben bijna 73 jaar en van die 73 jaar heb ik er 50 in de suikerfabriek doorgebracht. R : Hoe kwam men in die tijd in de suikerfabriek terecht? L: Mijn ouders waren ook werkende mensen. Papa werkte in de suikerfabriek. In die tijd was de raffinerie een soort groot familiebedrijf. Voorrang werd verleend aan de kinderen van de arbeiders. Zo werkten, in sommige families de ouders, de zonen en de dochters samen in hetzelfde bedrijf. Ik kan niet juist meer zeggen wanneer papa in "het fabriek» begonnen is. Het enige dat ik mij nog herinner is dat toen ik dertien jaar was, papa toen nog werkte en op dat moment zestien frank tachtig verdiende voor een arbeid van 10 uren per dag. R : Waarom is dat cijfer je nu juist bijgebleven? L : Omdat ik tijdens de vakantie toen reeds aan vakantiewerk in de fabriek deed. Ik bakte daar de krakelen. Krakelen zijn stenen. Met die stenen werd in die tijd de fabriek verder uitgebreid of werden herstellingen uitgevoerd. Voor een kind was dat zwaar werk dat werd uitgevoerd. van 's morgens 5 uur tot 's avonds 7 uur. Om terug te keren naar die zestien frank tachtig, dat komt omdat ik mij herinner dat ik voor het bakken van die stenen als jongen van dertien jaar 20 frank per dag verdiende. De eerste week dat ik mijn geld fier naar huis bracht, was vader echt kwaad omdat ik meer verdiend had dan hij die alle dagen werken moest. R : Werkte mama ook in het fabriek? L : Neen. U moet weten dat er thuis tien kinderen waren. Daar had moeder werk genoeg mee. Van
de tien kinderen zijn er later negen in de suikerfabriek tewerkgesteld. Een kind studeerde verder maar is vroegtijdig gestorven. R : Wanneer ontstond de Tiense Suikerraffinaderij? L : De suikerfabriek is ontstaan in 1838. Voordien werd te Tienen slechts op kleine schaal suiker gemaakt door enkele particulieren. In 1988 vieren we dus het 150-jarig bestaan van de Tiense Suikerraffinaderij. R : Wanneer werd u definitief in de raffinaderij tewerkgesteld? L : Op mijn vijftiende jaar, dat was in 1928. Toen waren er zowat 3.000 arbeiders in het bedrijf tewerkgesteld. Tijdens de campagne (bietenseizoen) was dat meer. Je moet rekenen dat er tijdens die periode nog zowat 600 tot 700 seizoenarbeiders meer werkten. Ik ben dus aan vijftien jaar in die grote machinerie terechtgekomen en ik verdiende toen 1 fr. per uur. Gehuwde mensen hadden in die tijd 4 fr. per uur en het salaris van iemand van 21 jaar bedroeg 4 fr. per uur. Op zestienjarige leeftijd heb ik in korte tijd mijn heide ouders verloren. Ik heb toen kennis gemaakt met mijn echtgenote die ook in de fabriek werkte en omdat wi j er beiden belang bij hadden onze volle wedde te verdienen zijn we vroeg met elkaar getrouwd. Dat was op 18-jarige leeftijd. Tevens ontvingen wij een trouwpremie van 3.000 fr. R : Er wordt wet eens verteld dat op sociaal vlak de Tiense Suikerraffinaderij altijd vooruitstrevend geweesi is voor zijn arbeiders. Is dat zo ? L: Inderdaad! Stel u voor, alleen reeds die trouwpremie ! Dat was in andere bedrijven niet zo evident! Maar er waren nog heel wat andere voordelen ! Zo werd er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de uurroosters van de echtgenoten aan elkander werden aangepast opdat het huishouden optimaal kon verlopen. De suikkerfabriek bood tevens aan zijn arbeiders de kans om verder gratis school te lopen en daardoor achteraf hogerop te klimmen. Ook aan het sociale
en culturele leven van de werknemers werd gedacht. Zo bestond er een reusachtige harmonie van muzikanten, een turnvereniging alsmede een zondagse hooi voor de kinderen van de arbeiders. Er waren ook verwarmingspremies voor de wintermaanden. Die premies bestonden uit het recht op een zekere hoeveelheid kolen. Later werd dit overgeschakeld op 2.000 liter mazout per winter. Nu we gepensioneerd zijn trekken we nog steeds een jaarlijkse vergoeding voor brandstofverbruik. R : Hebt u van de gelegenheid gebruik gemaakt om de geboden schoolkansen te benutten? L : Natuurlijk. Dat was een avondschool. Om ons in staat te stellen die avondschool te volgen, werden onze werkploegen aangepast. We gingen toen elke dag 's morgens voor vijf uur aan de slag tot één uur 's middags. Op die manier kregen we de kans om elke avond van 18 uur tol 21 uur school te lopen en dit gedurende een periode van vier jaar! In die school werden de lessen gegeven door mensen van de fabriek zelf. Infeite betrof het hier de herziening van wat men toen de vierde graad noemde. Er was tevens de mogelijkheid om zich verder te scholen in de provinciale beroepsschool. Het vak dat men daar leerde, zoals mechanicien, draaier, smid of andere, gaf onmiddellijk werkgelegenheid in de suikerfabriek ! Geen enkele persoonlijke inspanning ging dus verloren. Men werd door het bedrijf telkens met beter werk beloond.
In ons volgend nummer vertelt Léon Matthijs ons wat meer over het leven in het bedrijf en het ontstaan van de gepensioneerdenbond van de Tiense Su i kerraffi naderi j. G.V.
WAARHEEN
DIT JAAR?
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Wellicht stelt u zich als reisleid(st)er de vraag: waarheen in 1986 voor de jaarlijkse groepsuitstap ? De provincies, en met name de Toeristische Federaties en diensten voor toerisme, hebben ten behoeve van het publiek een aantal (gratis) brochures uitgegeven die zowel gericht zijn op individuele uitstappen als op groepsuitstappen. Interessant is wel de formule dagexursies met vrije keus met «alles inbegrepen» prijs. Op die wijze voorkomt men onaangename verrassingen, terwijl een degelijke gidsbegeleiding en verzorgde maaltijd borg staan voor een onvergetelijke uitstap. Voor die algemene informatie kunt u steeds terecht bij de infodiensten van uw provincie. Zij worden hierna vermeld. Bijzondere informatie kan bekomen worden bij de diverse stadsinfo's of stadsdiensten voor toerisme. Ook de liberale Bonden kunnen u desgevallend informeren of verwijzen naar de betrokken dienst. Tot slot wens ik erop te wijzen dat ook door ons een aantal specifieke uitstappen georganiseerd worden. Hiervoor verwijs ik naar de programmamap 1986 : «Op stap te ... » De adresse n va n de V.V.V.'s zijn: - Toeristische Federatie van de provincie Antwerpen, KarelOomstraat 11 - 2000 ANTWERPEN - tel. 03/216.28.10 - Toeristische Federatie in de provincie Brabant en het CommissariaatGeneraal voor Toerisme, Grasmarkt 61 1000 BRUSSEL tel. 02/513.07.50 en 513.90.90 - Provinciaal Verbond voor Toerisme in limburg, Domein Bokrijk - 3600 GENK - tel. 011/22.29.58 - Federatie voor Toerisme in OostVlaanderen, Koningin Maria. Hendrikaplein 64 - 9000 GENT- tel. 091/22.16.37 - Westloerisme (provincie WestVlaanderen), Vlamingenstraat 558000 BRUGGE - tel. 050/33.73.44
BEJAARDEN GELIJK VOOR DE ZIEKTEVERZEKERING Het bejaardenbeleid is de jongste jaren nogal grondig vernieuwd met ondermeer de oprichting van nieuwe rust- en verzorgingstehuizen, de inrichting van geriatrische diensten in de ziekenhuizen en een tegemoetkoming voor patiënten die een beroep doen op thuisverzorging. Een koerswijziging in het bejaardenbeleid was nodig. Immers, het aantal mensen ouder dan 65 jaar bedraagt nu 14,3 % van de bevolking, maar zal tegen 2025 stijgen tot 19,6 %. Vooral de groep hoogbejaarden, die veel zorgen nodig heeft, groeit enorm aan. Anderzijds werken een aantal voorzieningen die in de jaren zestig werden opgezet, niet zoals men destijds verwachtte, ondermeer de zgn. R- en V-diensten in de ziekenhuizen, resp. voor revalidatie-geriatrie en langdurig zieken. Uitgangspunt van het vernieuwd beleid is de idee dat de bejaarde zo lang mogelijk in het eigen thuismilieu moet verzorgd worden. Pas als de oudere mens zich thuis niet meer kan behelpen, moet hij naar een thuisvervangend milieu verhuizen. In een ziekenhuis zou hij in principe slechts mogen opgenomen worden als hij voortdurend gespecialiseerd medisch toezicht nodig heeft. Tussen patiënten die een beroep doen op de diverse voorzieningen mag geen financiële discriminatie bestaan. In het verleden werden daarom reeds de rust- en verzorgingstehuizen opgericht. De bejaarden die hier verblijven, krijgen een forfaitaire tussenkomst in de kosten voor verpleegkundige en paramedische zorgen en de hulp bij de dagelijkse levensactiviteiten, dus niet voor de verblijfs- en hotelkosten. Dergelijke forfaitaire tussenkomst werd ook ingevoerd voor de mensen die na een verblijf in het ziekenhuis een beroep doen op een dienst voor thuisverzorging. In de ziekenhuizen werden nieuwe G-diensten (G staat voor geriatrie, ter vervanging van de R-diensten) opgericht. Zieke bejaarden krijgen hier een korte, intensieve behandeling, waarna ze terug naar huis of naar een tehuis kunnen. De leiding van deze dienst komt in handen van een arts-specialist in de inwendige geneeskunde, die bovendien een specialisatie in de geriatrie volgde. Verder werden de ziekenhuizen aangespoord om de V-diensten, waarvan de feitelijke ontwikkeling niet overeenstemde met de oorspronkelijke bedoeling, om te schakelen tot rust- en verzorgingsbedden. Vele bejaarden verbleven immers in de V-diensten louter en alleen omdat de vergoeding van het Riziv hier groter was, wat een discriminatie tegenover de andere bejaarden betekende. Ondertussen verhoogde men de Riziv-tussenkomst voor de rust- en bejaardentehuizen. Hierdoor zal meer personeel kunnen aangeworven worden. Ook het aantal rust- en verzorgingsbedden dat een ziekenhuis in ruil krijgt wanneer het een V-bed opdoekt werd verhoogd, nl. tot 2,5. Verder krijgen de ziekenhuizen voor deze bedden nog een schadevergoeding. De V-diensten die niet omschakelen, zullen worden doorgelicht en op basis daarvan zal worden nagegaan in hoeverre zij kunnen blijven bestaan. Bovendien werd het aantal G-bedden opgetrokken van 4.900 tot 7.000 in heel het land. Tenslotte bepaalde de wet houdende sociale bepalingen nog dat in het raam van de ziekteverzekering geëxperimenteerd kan worden. Ondermeer wordt gedacht oen experimenten met dagbehandelingen voor bejaarden, zodat het ziekenhuisverblijf fel wordt ingekort.
KOEKELBERG Wie Brussel bezoekt wordt ongetwijfeld geconfronteerd met de naar het voorbeeld van de Sacré-Coeur te Parijs opgetrokken Basiliek van Koekelberg. In deze Basiliek worden geleide bezoeken georganiseerd. Behoudens een fototentoonstelling kan je vanuit de koepel genieten (bij mooi weer) van een prachtig uitzicht op Brussel. (Er is een lift !) Verder zijn er de prachtige glasramen die een bezoek de moeite waard maken. Indien u naar Brabant komt of in Brussel moet zijn, kunt u best een uurtje uittrekken voor een leerri jk bezoek. Ter informatie: groepsingangsprijs met gidsing : 25 fr./persoon. Er is mogelijkheid tot koffie. Infor 02/425.88.22 - Voorplein Basiliek 1, 1080 Brussel.
25
niumfolie
GEZONDHEID
verpakte
vis.
In water:
De vis behoudt al zijn smaak en geeft een heerlijke visbouillon.
Geroosterd:
Geef er verschillende kruiden bij en besprenkel de vis rijkelijk met citroensap.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
BIJNA VAKANTIE Vakantie! We zijn er allemaal weer hard aan toe. Toch is een vakantie pas geslaagd als we genoeg energie hebben om er op een fijne manier aan te beginnen.
Wat moet u drinken?
Aluminiumfolie
Anderhalve
schijfjes citroen niumfolie sluit.
Zit uw haar goed, kijkt u nog min of meer helder uit uw ogen, is uw huid gaaf en gezond, bent u niet te nerveus ? Als u als een wrak aan uw vakantie begint, hebt u er niets aan. U kunt beter vooraf een goede voorbereiding nemen. Dat betekent niet alleen wat meer aan uw uiterlijk, maar vooral iets extra's aan uw innerlijk doen. Een goede, gezonde voeding is daarbij belangrijk.
Niet koolzuurhoudend mineraalwater is het beste, het geeft niet zo'n opgeblazen gevoel als water met koolzuur.
Water * Gekookte
of gestoomde
groente.
Gestoomd:
Ze behouden al hun vitamines en minerale zouten en ook hun natuurlijke smaak.
Tafelbier Gekookt: Met een licht alkoholgehalte. Het is heel goed voor het organisme, mits het met mate wordt gedronken. Het bevat de zeldzame vitamine Bl.
De ideale manier om de voedingswaarde te behouden is er een voedzame groentesoep mee maken. U kan ze ook apart gekookt opdienen en het kookwater gebruiken voor saus of soep.
Kruidenaftreksels Doe het eens met wat minder. U moet in geen geval beginnen met het slikken van pillen of met het volgen van een streng dieet, dat het laatste restje krachten uit u wegzuigt. Doe het alleen eens met een klein beetje minder. Let eens beter op wat u eet en hoeveel u eet. Een goede voeding is heel belangrijk in een mensenleven, en wie zich goed en evenwichtig voedt, heeft eigenlijk helemaal geen behoefte aan modeverschijnselen als een vermageringsdieet. Goede voeding betekent: aanvoer van vitamines en mineralen, vermijden van overvloedige kalorieën en «vergiften» voor het lichaam.
Evenwicht.
Wat moet u eten, wat moet u drinken? Hoe bereidt
Ze zijn helaas nog niet genoeg gekend, maar zeer doeltreffend. Kamillethee en muntthee zijn goed voor de spijsvertering. Munt heeft bovendien een antiseptische werking. Lindenthee en aftreksel van ijzerkruid (verbena) hebben een kalmerende werking.
Fruitsap Vers fruitsap dat u zelf perst en aanstonds drinkt, bevat een schat aan vitamines. Het fruitsap uit blik of glas, bevat aanzienlijk minder vitamines. Zelfgeperst fruitsap dat u een tijdje laat staan verliest ook veel van zijn waarde.
Geroosterd, vlees.
gebakken
Rauwkost.
Alle soorten sla, geraspte wortelen, tomaten, komkommer, enz.
Met vinaigrettesaus
: Op basis, van citroensap, olijfolie, mosterd, zout, peper en aromatische kruiden. Of op basis van geplette harde eieren, met citroensap, een paar lepels yoghurt, zout, peper en paprika. *
Witte kaas en yoghurt.
Ze vervolledigen
iedere
maaltijd.
Met verse vruchten:
Wat moet u eten ?
*
*
of gebraden
smaken beide nog lekkerder. Yoghurt wordt aanbevolen voor personen die ingewandsstoornissen hebben, want ze vernieuwen de darmflora.
Geroosterd:
Een mens voelt zich alleen lekker als hij het evenwicht heeft gevonden tussen alle vitale voedingsmiddelen waaraan hij behoefte heeft: u hoeft echt niet iedere dag kolorieën te teIlen. U moet alleen goede voedingsgewoontes aannemen.
u de maaltijden?
Er zijn mogelijkheden genoeg die een goede, gezonde voeding garanderen.
26
tot twee liter per dag.
: Doe er kruiden en op, voor u het alumi-
U' kunt de smaak ophalen door er verschillende aromatische kruiden op te strooien.
Gebraden
: In de oven, alleen met peper en met mosterd besmeerd, zonder boter of met wat gezouten water toegevoegd op het einde van de braadtijd. Gevogelte is heerlijk als u het met citroensap besprenkelt. Gebakken:
Als u een pan met teflonlaag gebruikt, hoeft u bijna geen vetstof te gebruiken.
*
Gekookte,
geroosterde
of in alumi-
*
Vruchten.
Alle vruchten believen.
van
het seizoen,
naar
GOEDE GEWOONTES 1. Schil groente en fruit altijd zo dun mogelijk, zodat de vitamines behouden blijven. Was ze wel altijd zorgvuldig.
vervolg
zie blz. 27
vervolg van blz. 26
OVERVERHIT
2. Als u vruchtenmoes maakt, hoeft u de vruchten niet te schillen. Wel moet u ze zorgvuldig wassen, want de schil kan bespoten zijn met insekticiden.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
3. Eet sla en rauwkost zo vers mogelijk, liefst op de dag van het plukken. Bewaar ze eventueel niet langer dan 24 uur in de groentela van de koelkast, verpakt in plastic of folie. Stel ze niet bloot aan de lucht of licht tijdens het bewaren. 4. U kunt nog beter vers ingevroren groente en fruit eten, dan groente en fruit die al dagen oud zijn.
5. Vermijd kant en klaar belegde broodjes, vooral als ze belegd en wel uren in een etalage liggen. Ze kunnen bakteriën bevatten.
6. Als u groente of vlees moet bakken of braden op zeer hoge temperatuur (bijvoorbeeld frituren), neem dan olie die een temperatuur van rond 300 graden verdraagt zonder giftig te worden (bij voorkeur maïs- of arachideolie).
WAT U ABSOLUUT MOET BEPERKEN.
In het Schoolmuseum Michel Thierry te Gent loopt momenteel onder de titel «Oververhit» een belangwekkende tentoonstelling over energie. Energie is één van die onderwerpen waarvan het niet mogelijk is een korte uiteenzetting te geven zonder te vervallen in oppervlakkige en onjuiste uitspraken. Daarom wordt in de tentoonstelling gepoogd de vele aspecten van energie en de stand van zaken op het vlak van de energieproblematiek te inventariseren. Bovendien wordt het onderwerp geplaatst in zijn maatschappelijke en historische context. De tentoonstelling valt uiteen in vier grote delen. In het eerste deel wordt uitgelegd wat energie is. Dit gebeurt aan de hand van een aantal wetten uit de fysica. De kennis hiervan is immers een voorwaarde om de beperkte bruikbaarheid van energie te begrijpen. Vervolgens wordt aangetoond hoeveel warmte er verloren gaat en hoe men zinvoller kan omspringen met energie. Tenslotte wordt besproken hoe energie vrijkomt bij splijting of fusie van atoomkernen, vandaar de naam «kernenergie». In dit deel worden ook veelgebruikte termen als «verrijkt uranium» en «kweekreactor» op een bevattelijke manier uitgelegd. Het tweede deel toont dat het instandhouden van alle leven op aarde afhangt van de zon, de bron van alle energie. Van de uitgestraalde energie van de zon zijn alle zogenaamde «energiedragers» afgeleid. Het meest bekend zijn de «niet-hernieuwbare» energiedragers: steenkool, aardgas, aardolie, uranium ... De aardkorst bevat echter slechts een eindige voorraad van elk van die brandstoffen. Het snel tempo waarmee men ze nu verbruikt staat in schril kontrast met de miljoenen jaren die ze nodig hadden om gevormd te worden. Vroeg of laat zullen de voorraden dan ook uitgeput raken. Anders is het gesteld met de «hernieuwbare» of «duurzame» energiedragers: zonnestraling, wind, stromend water, aardwarmte, biomassa (d.i. hout, organisch afval) ... Deze worden zo genoemd omdat ze onuitputtelijk zijn zolang de zon straalt. Reeds geruime tijd houden ecologen een pleidooi voor de toepassing van deze «zachte» energietechnologieën : de milieuhinder is hier vrijwel onbestaande en afval wordt niet geproduceerd. In het derde deel wordt de vraag naar energie in historisch perspektief geplaatst. De bezoeker leert hoe de mens, sedert het ontstaan der mensheid, steeds gebruik heeft gemaakt van energie. Toch is het een zeer recent fenomeen in de menselijke beschavingsgeschiedenis dat de start gaf aan een op massale energieproduktie gerichte economie: de industrialisatie. Maar ook het ontstaan van de na-oorlogse welvaartstaat was in dit opzicht belangrijk: een stijgend gemiddeld inkomen en relatief goedkope energieprijzen zorgden voor een expansief en weinig rationeel energieverbruik. In het vierde deel bekijken de makers van de tentoonstelling energie vanuit politiek-economisch standpunt: de kloof tussen de rijke en arme landen, de aardoliecrisis en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen (en meer recent prijsdalingen). Tot slot wordt het Belgisch energiebeleid onder de loupe genomen: de nucleaire energie, de problematiek van de steenkoolmijnen ... Deze bijzonder interessante tentoonstelling in het Schoolmuseum, Sint-Pietersplein 14 - 9000 Gent, loopt nog tot eind augustus en is alle dagen toegankelijk van 9 u. tot 12.15 u. en van 13.30 u. tot 17.15 u. Gesloten op vrijdagnamiddag en op feestdagen. Inkom Gratis. P.D.R.
- gebraden vetstof - gefrituurde
gerechten
- gebak (vol suikerwaren en vetstof) . - opwekkende middelen (koffie, alkohol, wijn) - vette of melige sauzen - deegwaren en wit brood - snoepgoed (bonbons, chocolade en suiker) A.V.
VAKANTIEFOLDERS
1986
De Liberale Mutualiteitsfederatiën van België stellen drie nieuwe folders voor die voor het vakantieseizoen 1986 werden gerealiseerd. Het betreft: - De folder «Het is maar een weet, de Liberale Ziekenfondsen hebben alles voorzien voor uw vrijetijd», een algemene folder die onder 4 grote thema's een beeld geeft van de activiteiten van de Liberale Gezondheidsinstellingen, het Nationaal Verbond der Liberale Jonge Mutualisten, de Liberale Bonden van Gepensioneerden en de Liberale Landsbond van de Gehandicapten. - De folder «De ontspannings- en vrijetijdscentra van de Liberale Ziekenfondsen» met daarbij het programma van 1986. - De folder «De Blauwe Distel te De Panne» die het detail geeft van alle verblijven die in 1986 in de Blauwe Distel ingericht worden. Geïnteresseerden kunnen deze folders bestellen op ons secretariaat.
27
FILMS
MARGE /d',
IN DE
••••• . OP WANDEL Originele Regie:
titel:
Fotografie: Vertolking:
Ahrne
Marianne
Ahrne, Simonne de Beauvoir,
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Pépo Angel,
B, Hurault
Hans Wel in, Ivan Kozelka Simonne de Beauvoir, Mademoiselle van de tehuizen van Nanterre,
Produktie:
DE OUDERDOM
Promenade au pays de la vieillesse
Marianne
Scenario:
IN HET LAND VAN
Dessauit, de bejaarden en verplegers
Ivry, Champceuil
TVJZweden
Zweden - Frankrijk 1974 16 mm - optisch - Frans - NL ondertiteld Dokumentaire
/ 3de leeftijd
- standaard - 76 min, - kleur
- gezondheidszorg
Marianne Ahrne heeft kunnen gebruik maken van enquêtes in de bejaardentehuizen uitgevoerd door medewerksters van S. de Beauvoir. Zij had evenwel 1 voordeel: zij mocht filmen in de bejaardenhuizen zelf, omdat het voor de Zweedse T.V. was. Het is namelijk de vraag of "PROMENADE» een kans zou maken om op de Franse T.V. vertoond te worden. Deze film is namelijk een scherpe aanklacht tegen de misbruiken in de bejaardenhuizen zelf in Frankrijk, vooral in 't gesticht van Nanterre. Maar er komen ook scènes in van het ziekenhuis van Ivry, Champceuil, interviews op straat, in een café, in een mijnwerkerswijk in Noord-Frankri jk. Als zodanig is de film een wandeling afgewisseld met bedenkingen (beschouwingen) van S. de Beauvoir, een vrouw die zelf gekonfronteerd werd met het oud worden en die een uitgediepte analyse heeft gemaakt van haar eigen reakties. Zij vond dat de gemeenschap het pro-
/ Bevrijdingsfilm
bleem van de ouderdom doodzwijgt. Ze noemde dit de «samenzwering van de stilte». Dit is te wijten aan het schandalige lot dat men aan de ouderen voorbehoud in deze op winst gerichte maatschappi j. Door een fi Im te maken heeft Marianne Ahrne een moedige daad gesteld, omdat het een onderwerp betreft dat de mensen met weerzin bekijken. Het is inderdaad geen mooi zicht: die oude man in het bad, die vertwijfeld poogt er alleen uit te geraken, maar er een uur later als de kamera terug langs komt, nog in zit. Of die oude vrouw, die zich schminkt alsof ze 30 was en zich tracht mooi te maken om haar geliefde te ontvangen, terwijl ze met krassende stem een liedje zingt. Of dat oude koppel dat elkaar ontmoette in een café 3 jaar geleden en dat getrouwd is. In het gesticht leven ze gescheiden en kunnen elkaar maar 3 dagen op de maand ontmoeten (en dan nog in een hotel) omdat in het
gesticht alle kontakten tussen mannen en vrouwen verboden zijn. Ze leven ieder in hun eigen afdeling, ze hebben nauwelijks de tijd en het recht om elkaar te zien. Een jonge man die in Nanterre aan welzijnswerk doet vertelt: «In Nanterre trof men enkele jaren geleden in het park een bord aan waarop stond : «Verboden voor honden en bejaarden uit het gesticht». Toen daarop gereageerd werd dat zoiets toch schandalig was, heeft men de tekst op het bord veranderd. Nu staat er «Verboden voor de bejaarden van het gesticht». «OP WANDEL IN HET LAND VAN DE OUDERDOM» maakt een rondgang in de laatste periode van ons leven.
PERSRECENSIES Nauwkeurig trekt S. de Beauvoir conclusie uit elke getuigenis. Zij legt uit dat zij «de samenzwering van de stilte» wou breken, maar ze zegt ook : «Ik heb willen weten» nl. wat haar te wachten stond, weten wie ze was, op de leeftijd die ze had. Het is de koppige moed van heel haar leven die we eens te meer bewonderen, meer uiteindelijk dan de filosofische draagwi jdte van haar betoog. Ie Monde, 21 juni 1978.
GEEF ME DE VIJF - «Uw pols is erg onregelmatig», zegt de dokter. «Drinkt u soms veel ?» «Wel ja, dokter, heel regelmatig; dus dat kan de oorzaak niet zi]n.» - Kapper tegen klant:
«En hoe moet uw haar geknipt ?» Klant:
«gratis».
- Een dame komt in een boekenwinkel en zegt: «Ik zou graag een boek kopen». Verkoopster: «Iets in het lichte genre ?» Dame: «Om het even; ik heb de wagen toch voor de deur staan [» - «Wat doet uw man voor werk ?» «Binnenhuisorchltect». buiten ?»
28
«Enwat doet hij dan
'n onbezorgde derde leeftijd in de SERVICE
- RESIDENTIES
Wij bieden onze 60 plus residenten:
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
- een totaal vernieuwd succesvol initiatief - een eigentijdse standingvolle woonvorm, (een individueel appartement met behoud van eigen meubelen) :- een "manier van leven" met vrijwaring van - volledige zelfstandigheid - vrijheid - privacy - veiligheid - klasse bediening en -verzorging (verpleegkundige dienst dag en nacht aanwezig) - sociale kontakten en ontspanning Vraag gratis en vrijblijvend onze informatiekrant of, beter nog, breng ons een bezoek. U bent van harte welkom! (Weekdagen en weekends tussen 14 en 17 uur of na afspraak).
Service Residentie 8erkenhof Dhr. F. Brigitta, Direkteur Daverlostraat 170 8320 Brugge-Assebroek 050/35.11.08
Service Residentie Lindenhof Dhr. B. Warson, Direkteur Zilverlindendreef 21 2080 Kapellen-Antwerpen 03/665.00.96
Service Residentie Popu lierenhof Mevr. Rooryck, Direktrice Populierenlaan SA 3030 Heverlee - Leuven 016/20.14.64
Antwoordcoupon. De Heer/Mevrouw Straat Gemeente Telefoon
(te sturen naar de gewenste residentie).
nr Postcode .
Wenst gratis en vrijblijvend een informatiebrochure te ontvangen omtrent
o Service o Service o Service LBG-211984
Residentie Berkenhof (Brugge) Residentie Lindenhof (Kapellen - Antwerpen) Residentie Populierenhof (Heverlee - Leuven)
. . .
PUZZEL nr. 6 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1 2
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
3 4 Oplossing
5 1
t--+--t--+----'
2
1---1-+-+-,
3
7
t--+-+--
4
8
5
9
7
6 8
I----'--+-"+-+'---'--I--'--=-~~-+--~+--+~~
9
10
10
Horizontaal
Hilde
Niet kunnen zwijgen Insecteneter - vroeger - windrichting Anti-meridionaal - zwarte lijster Bloeiwijze - roofdier Geslacht van mensen of dieren - stekelig dier Kunst (fr.) - vorm van mij Naam van een film -' deel van een schrijfmachine Teken van dierenriem - bijbelse naam - ezelsgeluid Anti-Alcohol - vuurspuwende berg Lang en zwaar stuk hout - dierenverblijf
VAN WAES
DE l.B.G.·COURANT Driemaandelijks liberale Bonefen
tijdschrift van de van Gepensioneerden
V,J.,W.
Telefoon
Vertikaal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
nr. 5
2345678
6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
puzzel
02/5385905
Zakelijke leider Duikereend - niet mals Oosterlengte - praatvogel - persoon Maand Hoogleraarschap Europeaan - oude maat Voorkomingen Dik, lomp - sportevenement Voorzetsel - snijwerktuig (omgekeerd) Lijm - wettig
Redactie Mevrouw
V DE BROUWER N DE MAESSCHAlCK A VERNIMMEN De heren J DE ClERCQ J DE LEEVER P DE RAEDT O. HOENGENAERT J VANDEWEERD M VAN HOEY G VERBRUGGHE
loy-out . Preree DE RAEDT Redacties.eretaris Gurdo VERBRUGGHE
- meisjesnaam
Hoofdredacteur Omer HOENGENAERT Briefwissellnf,l Alle briefWisseling In verbond meI de redecue. de abonnemenlen en de odvertenues dienen gericht aan:
Zend de oplossing naar ons adres met vermelding naam en uw adres uiterlijk tegen 28.8.86
van
uw
De l.B.G.-Courant,
Ltvor nostro ct 25 - 1050
~?8-ÓOC>5~~~~ 1~e~~~n3e~PB.'èf! rekeningnummer Prqs per afzonderlqk.
Winnaar:
ARNOLD KOSOLOSKY - VEURNE
nummer
- 35 fr.
VerontF;~~;dÖ~M~iE.utt:~::~5eloon 55 _ 3300 Druk
30
Brussêl
Abonnementen
liberale Mulual.leilsfederallen
Tienen
ven Belqre