Jaargang 16 | nr 3 | 2015
KIDDO HÉT PEDAGOGISCH VAKBLAD VOOR DE KINDEROPVANG 0-12
www.KIDDO.net Minireeks deel 3!
De derde pedagoog volgens Malaguzzi:
ruimte en materialen
KIDDO
AL RUIM 15 JAAR PEDAGOGISCH ACTIEF!
Pikler op de buitenschoolse opvang
Natuurbeleving 2.0 Speel- en ontdektips voor een groene zomer
Prettige kennismaking! Waarom wennen ook in de buitenschoolse opvang zo belangrijk is
En verder: Ook poppen moeten in bad!
Welkom Het kind centraal Bij het werken aan dit nummer viel me ineens extra
Om bij de buitenschoolse opvang te blijven: op
op dat in veel artikelen ‘het kind centraal staat’.
pagina 32 lees je waarom ieder kind ook tijdens de
Dat is natuurlijk het dagelijks streven van iedere
allereerste start op de opvang centraal zou moeten
pedagogisch medewerker en begeleider maar in
staan. Hoe zorg je voor een prettig ontvangst voor
de praktijk kan het soms lastig zijn om ieder kind
de kinderen en hun ouders?
voldoende te zien en in te spelen op ieders behoefte.
Rond dit onderwerp verscheen ook onlangs een
Daarom lees je in dit nummer allerlei eyeopeners en
nieuw boek: Pleidooi voor het kind. De ontwikkeling
reminders waarmee je met vernieuwde inspiratie
centraal, met hierin adviezen voor de brede school
naar de kinderen in je groep kijkt.
van de toekomst. Kijk op www.swpbook.com/1828.
In het laatste deel van onze minireeks (zie pag. 10)
Ook bij ons thuis is het tijd om ‘het kind centraal te
belichten we de derde pedagoog volgens M alaguzzi:
stellen’. Ik ga met zwangerschapsverlof en hoop in
door oog te hebben voor de inrichting van de
juni ons tweede kind te mogen verwelkomen.
ruimte en de materialen, speel je bewust in op de
De komende maanden neemt Maartje van der
mogelijkheden en interesses van de kinderen. Hoe
Zedde mijn werk over. Maartje, veel plezier bij
ziet jullie ruimte eruit? Kan die misschien een
het maken van mooie KIDDO’s met liefdevolle
opfrisbeurt gebruiken? Na het lezen van dit artikel
aandacht voor ieder kind en voor àlle kinder
kun je aan de slag gaan met concrete tips!
opvangprofessionals!
Dé totaaloplossing voor kinderdagverblijven de g a Vra ATIS ! GR o aan dem
Vanuit rust, respect en gelijkwaardigheid met kinderen omgaan, vond kinderarts Emmi Pikler
PS: Nu het mooie weer zich langzaam maar zeker
heel belangrijk (zie pag. 18). Deze visie helpt je stil
aandient, kun je lekker vooruit met alle natuur
te staan bij je eigen aanpak en handelen, ook bij
spelletjes en -activiteiten op pagina 23. Vergeet de
oudere kinderen op de buitenschoolse opvang.
Internationale Modderdag op 29 juni niet. ☺
Op de cover: Maties (3) en Loeka (bijna 2) Merel van Reenen (27) begon als stagiaire bij Partou, op
ADMINISTRATIE
WERKVLOER
Met één druk op de knop plannen, factureren en rapporteren
Het registreren van activiteiten is zeer eenvoudig
085 4015151
Hoofdredacteur Nederland
bitcare.com
de vestiging aan het Molenpark in Utrecht: ‘Vanaf het eerste moment voelde ik me hier helemaal thuis. Ik was daarom erg blij dat ik na mijn stage gelijk aan de slag kon als pedagogisch medewerker. De eerste vijf jaar heb ik op de babygroep gewerkt en sinds anderhalf jaar sta ik op de dreumesgroep. De Partou vestiging aan het Molenpark is een unieke locatie. ‘s Ochtends stap ik op mijn fiets en race door het drukke centrum van Utrecht, en ineens kom ik bij een oud ophaalbruggetje en stap ik een klein paradijsje binnen. Op het erf zie je geitjes, varkens en een mooie molen. Tussen al dit schoon staat ons kinderdagverblijf. Een van de dingen die ik zo fijn vind is de kleinschaligheid. We zijn daardoor een hecht team. Door het vele contact tussen de groepen bieden we ook veel veiligheid aan kinderen. Zusjes en broertjes zien elkaar bijvoorbeeld vaak, alle kinderen kennen alle pedagogisch medewerkers en de overgang naar een volgende groep is daardoor een stuk vertrouwder. Ik vind het heerlijk om binnen te komen en al die blije gezichten te zien. Na een dag vol muziek, knutselen, dansen en knuffelen ga ik naar huis met de gedachte: Dit is toch de mooiste baan die je je kunt wensen! Op de cover staan Maties en zijn zusje Loeka. Maties zit nu op de peutergroep maar ik heb hem een lange tijd meegemaakt op de dreumesgroep. Loeka zit nu bij mij op de dreumesgroep. Ze hebben allebei een heerlijk, vrolijk en zachtaardig karaktertje. Loeka ken ik met een constante lach op haar gezicht. Ze heeft duidelijk lol in het leven. Zowel Maties als Loeka hebben duidelijk de creativiteit van hun ouders geërfd. Ze vinden het heerlijk om te knutselen maar zijn vooral dol op muziek en dansen.’
OUDERS
Ouders zijn altijd op de hoogte
[email protected]
KIDDO
AL RUIM 15 JAAR PEDAGOGISCH ACTIEF!
KIDDO voor en door de praktijk! KIDDO is een grensoverschrijdend blad en wordt gemaakt voor én door professionals in Nederland en Vlaanderen. Pedagogisch medewerkers en gastouders, kinderbegeleiders in groeps- en gezinsopvang, pedagogisch c oaches, pedagogen, studenten en het middenkader blijven met KIDDO up-to-date! Het is het streven van de r edactie dat alle opvangvormen zich in KIDDO kunnen herkennen.
Online toegang Ga naar www.kiddo.net voor meer verdieping en a ctiviteiten. Het wachtwoord voor online toegang tot de pedagogische dossiers en het activiteitenarchief is: materialen. Geldig tot de volgende editie van KIDDO verschijnt.
KIDDO 3 • 2015
3
In dit nummer
(advertenties)
10
Pikler op de buitenschoolse opvang
18
Een greep uit het cursusaanbod Effectief communiceren met ouders in de kinderopvang Een goede samenwerking tussen ouders en kinderopvang is, als partners in de opvoeding, erg belangrijk. Deze training geeft kennis van en vaardigheid in het effectief vormgeven én behouden van een positieve samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Docent: Lidwien Boudens
Datum: 20 mei 2015
Locatie: Utrecht
Creatief communiceren met kinderen (ook incompany) Door gebruik te maken van creatieve communicatietechnieken (verbaal,-, teken,-, spel en knutseltechnieken) leert u kinderen beter kennen en bent u ook in staat om moeilijke situaties met kinderen bespreekbaar te maken. Datum: 05 juni 2015
Docent: Ben Baarda
De derde pedagoog volgens Malaguzzi: ruimte en materialen
Locatie: Utrecht
Pedagogisch Actief! Pedagogisch Actief! is een zienswijze, waarbij het pedagogisch beleid direct wordt aangesloten op de uitvoering van taken van pedagogisch medewerkers. Deze methode biedt handvatten waarmee een kwalitatief sterk en eenduidig pedagogisch beleid wordt bereikt. Docent: Imke Odé & Cor Schuurman
Datum: 11 juni 2015
Bij De Knuffelboom in Gent staat de pedagogiek van Malaguzzi centraal. Begeleiders vertrekken vanuit het krachtige kind en kijken en luisteren om op hun behoeften en interesses te kunnen inspelen. Ze hebben ook oog voor ruimte: de derde pedagoog volgens Malaguzzi. Een doordachte inrichting en goed gekozen materialen kunnen kinderen aanzetten tot beweging, interactie of rust.
Locatie: Utrecht
Bekijk het complete aanbod op www.kinderopvangschool.nl Postbus 12010, 1100 AA Amsterdam-Zuidoost
Kinderopvangschool_adva5_halvepagina_maart_2015 BBMP.indd 1
20-4-2015 14:43:55
KIDDO BIEDT MEER! Gratis activiteiten op www.kiddo.net Op zoek naar fantasievolle en uiteenlopende activiteiten om met kinderen te ondernemen? Op www.kiddo.net/activiteiten vind je allerlei ideeën voor kinderen van 0 tot 12. Alle activiteiten zijn gemakkelijk te downloaden en te printen.
Observeren en spel creëren ‘Kinderen begrijpen de code van spel. Geef hen wat volwassenen een prul zouden noemen, een touwtje of een doos met steentjes, en
Natuurbeleving 2.0
Speel- en ontdektips voor een groene zomer Met deze leuke, avontuurlijke en uitdagende spelideeën komen jij en de kinderen de zomermaanden wel door. Geschikt voor goed en slecht weer. En plezier gegarandeerd!
observeren en analyseren van kinderspel zo essentieel!’ Uit: Okiddo 0 t/m 4 jaar, Iedereen pikt een graantje mee.
Om in te loggen gebruik je het wachtwoord dat je op pagina 3 van iedere KIDDO vindt. Geldig tot het volgende nummer verschijnt.
23
Prettige kennismaking! Waarom wennen ook in de buitenschoolse opvang zo belangrijk is Wennen aan de buitenschoolse opvang, vol onbekende gezichten en nieuwe indrukken: het vraagt veel van kinderen, zeker in combinatie met een nieuwe school. Caramea Walraeve, coördinator van De Kereltjes in Ledeberg, onderzocht met haar team hoe kinderen, ouders en begeleiders samen een comfortabele start kunnen maken.
ze gaan er vanzelf mee spelen. Maar als volwassene zie je niet altijd welke speelkansen dergelijke materialen bieden. Juist daarom is het
Vanuit rust, respect en gelijkwaardigheid met kinderen omgaan, dat staat centraal in kinderdagverblijven waar begeleiders de benaderingswijze van kinderarts Emmi Pikler hanteren. Volgens Piklertrainer Helen Janssen kan ook de buitenschoolse opvang deze manier van met kinderen omgaan omarmen. ‘Je behandelt kinderen zoals je zelf behandeld wilt worden.’
32
En verder 6 Uit het werkveld 9 High Five! 14 Okiddo voor 0 t/m 4 jaar: Ook poppen moeten in bad 16 De pedagogische visie van… Jean Piaget 20 Sociale functie van de kinderopvang (BE) 20 Interactievaardigheden – Kleine veranderingen, grote gevolgen… (NL) 26 Kinderboeken én KIDDO-Leespluim! 28 Waarom werkt een dikke duim niet altijd? 30 Okiddo voor 4 t/m 12 jaar: Samen op het picknicklaken 35 Meetinstrument Pedagogische Kwaliteit Gastouderopvang 38 Column van Stef KIDDO 3 • 2015
5
■
Speelbank.be
Oproep naar interessant en inspirerend materiaal! EXPOO wil het werk in de Vlaamse Huizen van het Kind in de kijker plaatsen. Interessante documenten, materialen, praktijkvoorbeelden en tools komen op één plek zodat ze beschikbaar zijn voor iedereen die timmert aan een Huis van het Kind. De oproep vind je op www.expoo.be/ nieuws/oproep-interessant-en-inspirerend-materiaal
Onderwijs en opvang eisen ruimte
Samen Goed Voor Later Met veel enthousiasme hebben de Nederlandse KINDwijzer-organisaties tussen 2011 en 2015 gewerkt aan het project Samen Goed Voor Later. Het is uitgegroeid tot een pedagogische werkwijze voor burgerschapsvorming met 0- tot 12-jarigen. De InspiratieKid Samen Goed Voor Later is een toegankelijke website met instrumenten, methodieken en good practices. Vier belangrijke thema’s staan centraal: Samen meedoen (een mening hebben, participeren, compromissen sluiten), Samen verantwoordelijk zijn voor de groep en voor elkaar (samenwerken, behulpzaam zijn, initiatief nemen), Samen conflicten oplossen (onderhandelen, omgaan met boosheid, zelfstandig constructieve oplossingen zoeken), en Samen omgaan met verschillen (respectvol omgaan met andere meningen, leefstijlen, gezinnen, culturen, kwetsbare kinderen). Zo leren kinderen sociale en democratische vaardigheden, goed voor nu én later! Je vindt de InspiratieKid op www.samengoedvoorlater.nl
Afscheid van Geert Keersmaekers Directeur van het VBJK Jan Peeters dankt stafmedewerker Beleid en Kwaliteit bij Kind & Gezin Geert Keersmaekers voor haar inzet voor de kinderopvang in Vlaanderen. ‘Na een lange ziekteperiode is Geert Keersmaekers midden maart rustig ingeslapen. Toen ik kort daarvoor afscheid ging nemen, liet ze trots foto’s zien van een cruise met haar levensgezel langs de Noorse fjorden, van het schitterende feest dat ze in september gaf, van een winteruitstap in een natuurpark. Geert blikte tevreden terug op de mooie momenten die ze nog beleefd had en keek zonder vrees vooruit naar de dood die onvermijdelijk was. Zo groots als ze was in haar laatste levensmaanden, zo groot is ook haar verdienste voor de kinderopvang geweest. Haar inbreng in het decreet, meer specifiek voor de professionalisering, kan moeilijk overschat worden. Geert was een gepassioneerd ambtenaar, die er op een strategische maar gedreven manier in geslaagd is het beleid daadwerkelijk te beïnvloeden. De bacheloropleiding, de pedagogische coaching en de kwalificatievereisten zouden er nooit gekomen zijn zonder Geert. Ik zal haar missen, maar ze blijft in mij verder leven als iemand uit één stuk, een moedige sterke vrouw die met stijl haar laatste strijd aanging. Laten we haar gedenken, ze was een grote dame.’
6
KIDDO 3 • 2015
In de kinderopvang spelen we veel en goed met kinderen. Toch bleek uit een bevraging dat het niet altijd makkelijk is om originele en zinvolle spelactiviteiten voor baby’s en peuters te bedenken. Daarom is er nu speelbank.be, de online inspiratiebron met pedagogisch onderbouwde spelactiviteiten en speeltips. Dit initiatief van VVSG (Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten) is toegankelijk voor alle opvangorganisaties.
De PO-Raad, MOgroep en Brancheorganisatie Kinderopvang willen ruimte om te experimenteren zodat ze integrale kindcentra voor kinderen tot 12 jaar kunnen realiseren. Dat staat in het actieplan 'Geef kinderen de ruimte' dat werd gepresenteerd aan staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs en minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken. Het bevat tien voorstellen, onder meer om overbodige regels af te schaffen. Zo gelden voor scholen andere regels voor speeltoestellen dan voor de buitenschoolse opvang, terwijl ze dezelfde toestellen gebruiken. Het schrappen van de regels schept ruimte om te experimenteren. Ook moet het toezicht op onderwijs en kin-
Lang leve het hangkind!
deropvang beter op elkaar worden afgestemd,
Buiten spelen geeft kinderen de kans om vrienden te vinden en hun plaats in de samenleving te veroveren. Om ouders en grootouders daar warm voor te maken, lanceert onderzoekscentrum Kind en Samenleving een onderzoek, een manifest op kindermaat en een heerlijke reeks postkaarten. Meer tekst en uitleg vind je op k-s.be/kindgerichte-publieke-ruimte/speelruimte/langleve-het-hangkind, de prachtige postkaarten kun je bestellen via
[email protected]
in dat kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp,
stellen de organisaties. De voorstellen houden welzijn en andere partijen op lokaal niveau mogen experimenteren met integrale kindcentra. De politiek moet daarvoor ruimte bieden aan lokale organisaties als zij gezamenlijk een goed onderbouwd plan indienen. Het actieplan is voorzien van handtekeningen van schoolbesturen, wethouders en bestuurders uit de kinderopvang en welzijn.
Invloed oudere broer of zus groter dan gedacht Jongere kinderen hebben meer inlevingsvermogen, delen meer met anderen en zijn gehoorzamer dan hun oudere broer of zus op dezelfde leeftijd. Dat concludeert Sheila van Berkel uit onderzoek waarop zij op 10 maart promoveerde aan de Universiteit Leiden. Volgens Van Berkel komt dit doordat kinderen binnen een gezin elkaars ontwikkeling al op jonge leeftijd beïnvloeden. Ook kunnen ouders bij een tweede kind meer ervaring hebben en dat kind meer stimuleren. De conclusies gelden voor zowel jongens als meisjes. Alleen bij impulsiviteit is een verschil tussen jongens en meisjes geconstateerd. Een jonger zusje van een oudere broer vertoont minder impulsief gedrag. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de invloed van broers en zussen op de ontwikkeling van kinderen, aldus Van Berkel. Zij volgde 390 gezinnen met twee kinderen gedurende vier jaar. Ze filmde de interactie tussen ouders en kinderen en de ouders vulden een vragenlijst in. Bron: Universiteit Leiden
UIT HET WERKVELD Tekst: Jessica Crezee & Wendy De Weyer
Wurm: workshop voor kleuters in de buitenschoolse opvang ‘Wurm’ is een Vlaams kunsteducatief project op maat van kleuters (2,5 tot 6-jarigen), geïnspireerd op het werk van beeldend kunstenaar Erwin Wurm. In een workshop van 1,5 uur krijgen de kleuters in jouw buitenschoolse opvang een inspirerende boost. Meer info en inschrijven kan via www.kunstinzicht.be/kinderenen-jongeren/wurm
Leren met beelden Communiceren via beelden gebeurt overal. Ook kinderen hebben via smartphones en tablets vlot toegang tot fotocamera’s. Het pakket ‘Leren met beelden’ geeft begeleiders en leerkrachten handvaten om concreet met beelden en beeldtaal aan de slag te gaan. Zo leren kinderen lezen, schrijven en spreken, niet alleen met woorden, maar ook met beelden. Dit gratis lespakket vind je op mediawijs.be/nieuws/educatiefpakket-leren-met-beelden
De ontwikkeling van het kind centraal!? In ieder Nederlands schoolplan of pedagogisch beleidsplan van een brede school staat ‘het kind in zijn ontwikkeling centraal’. Veelal in mooie pedagogisch verantwoorde volzinnen, die het op papier goed doen. De overheid heeft ‘de school’ en kinddiensten omgevormd tot maatschappelijk dienende instrumenten, maar het huidige aanbod van kindvoorzieningen, procedures en afspraken is te uitgebreid, versnipperd en niet op elkaar afgestemd. De brede ontwikkeling van het kind is daardoor uit beeld geraakt. Dit boek blikt terug op de ontwikkeling van de brede school en verzamelt ingrediënten voor het ontwerp van een duurzame nieuwe structuur voor de toekomst. Thom Roozenbeek, e.a. Pleidooi voor het kind. De ontwikkeling centraal. Uitgeverij SWP. € 29,50, www.swpbook.com/1828
Vernieuwde website voor kinderopvang Als je naar www.kindengezin.be/kinderopvang surft, merk je meteen dat de website een kleine transformatie onderging. De inhoud werd geüpdatet en kreeg een betere indeling. Alles is visueler met foto’s, films en brochures. Zo vind je makkelijker de weg naar de juiste informatie.
Bron: PO-Raad; ANP
Door de ogen van een kind
Verhalen voor tijdens het wandelen
Met een ontroerend filmpje wil Noemi onze kijk op mensen met een zorgbehoefte veranderen. Het filmpje dat al duizenden keren gedeeld werd via sociale media zet inderdaad aan het denken: hoe kijk jij naar mensen met een zorgbehoefte? Op een positieve manier en met respect voor hun waardigheid? Het filmpje vind je op youtube via de zoekterm ‘eyes of child noemi’. Meer info op www.assonoemi.fr
Wist je dat de statige blauwe reiger van koninklijke afkomst is? Of dat de scherpe ogen van een zeearend eigenlijk gestolen zijn? En dat de waterkip ooit wit was en net zo snel vloog als een duif? Els Baars brengt in De jaloerse waterkip 23 nieuwe sprookjes, mythen en legenden over planten en dieren in Nederland en België bijeen. Een prachtig vormgegeven boek met verrassende verhalen, die elke activiteit in de natuur extra leuk maken en bovendien interessante wetenswaardigheden bevatten. Zie ook www.natuurverhalen.nl
Kinderen krijgen een stem in de Stadsmonitor Zijn de Vlaamse steden voldoende afgestemd op kinderen? Die vraag leeft al langer bij beleidsmakers, alleen werd ze tot nu toe vooral aan volwassenen gesteld. Toen Kind & Samenleving en Hogeschool Gent deze vraag aan kinderen stelden, werd meteen duidelijk dat zij hierover een verhaal te vertellen hebben dat breder gaat dan alleen kindgerichte thema’s. Benieuwd hoe het er aan toe ging? Zoek op Youtube naar ‘kinderen mening stad’.
KIDDO 3 • 2015
7
■
Agenda • 15 mei: Internationale Dag van het •
Gezin
16 mei: een burenbezoekje of buren
De zes pedagogische interactievaardigheden – sensitieve responsiteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, begeleiding van interacties tussen
op de koffie want het is feest van de
kinderen, ontwikkelingsstimulering
buren in Vlaanderen
– zijn hiervan de basis. Train ze tijdens
• 18 mei: tijd voor een uitstapje want het is Dag van het Park
• 21 mei: Internationale Dag van de
Foto: Kristof Vrancken
Het voorjaar zit boordevol leuke themadagen:
de Kinderopvang Bootcamp op 29 mei in de Reehorst Ede. Meer info op www. kinderopvangcongressen.nl/bootcamp
Culturele Diversiteit
• 27 mei: een dag waarop adoptie bijzondere aandacht verdient
• 14 juni: papa’s in de bloemetjes op Vaderdag
• 29 juni: lekker vies worden
op Internationale Modderdag
Vlaamse Week van de Opvoeding
Wie zijn toch je collega’s? Wat motiveert hen? In elke KIDDO vertelt een pedagogisch medewerker of iemand anders die vol overtuiging in de kinderopvang werkt wat hem of haar beweegt. Deze keer is dat Iris de Bruin (34) uit Almere. Als gastouder (begeleider gezinsopvang, red.) vangt ze kinderen van nul tot vier jaar op.
Cursus: Effectief communiceren met ouders in de kinderopvang
Babelut festival
Met de start op 20 mei organiseert
door van 5 tot 7 juni in het Vlaamse
Het begin
uit school mee konden nemen. Inmid
Kinderopvangschool de training Ef-
Neerpelt. Dit internationaal festival
‘Ik stond op het punt aangenomen te
dels begrijpen ze dat ik dankzij dit werk
fectief communiceren met ouders in de
dompelt 0- tot 4-jarigen onder in de
worden voor een kantoorbaan, toen de
er elke dag voor ze kan zijn. Dat vinden
kinderopvang, gebaseerd op het com-
wondere wereld van muziek, klankkunst
twijfel toesloeg. Wilde ik wel in
ze fijn. Vaak doen ze mee met activitei
municatiemodel van Thomas Gordon.
en theater. Drie dagen boordevol ver-
loondienst werken? Na de geboorte van
ten. Laatst had een van mijn dochters de figuren van een voorleesverhaal
De 4de editie van Babelut gaat dit jaar
Door dit model ontstaat de bereidheid
rassende voorstellingen en workshops
mijn twee dochters was ik gestopt met
Het is zover: de Vlaamse Week van
naar elkaar te luisteren en rekening te
voor baby’s, peuters en kleuters en
werken, maar deed ik wel vrijwilligers
getekend, uitgeknipt en op een satéprik
de Opvoeding is van 16 tot 23 mei,
houden met elkaar. In totaal bestaat de
iedereen die muzikaal aan de slag wil
werk. Ik hielp mee op de peuterspeel
ker geplakt. Terwijl ik voorlas, beeldde
met als thema ‘Opvoeden in je buurt’!
training uit vier dagdelen van drie uur.
met jonge kinderen. Meer info op
zaal en op school en genoot van het
zij vanachter de bank het verhaal uit.’
Zin om mee te doen? Het kan nog
Kijk voor meer informatie en aanmel-
www.babelutfestival.be.
omgaan met kinderen. Ik zou bij een
steeds! Inspiratie en materiaal vind
den op www.kinderopvangschool.nl
Geef me de vijf!
bank gaan werken, en stelde me voor
je op www.weekvandeopvoeding.be
hoe ik te maken zou hebben met niet
De ouders
altijd goed gehumeurde klanten.
‘In een schriftje houd ik voor ouders
Waarom zou ik daarvoor kiezen als ik
bij hoe het gaat met de voeding en de
ook met kinderen kon werken? Op mijn
slaapjes. Als ze hun kinderen ophalen,
2e Congres Kind en Trauma
De Nederlandse Week van de Opvoeding –
Voor het 2e Congres Kind & Trauma
dit jaar van 5 tot en met 11 okto-
veertiende paste ik al op mijn neefje en
vertel ik ook iets over de dag. Overdag
Een goed overleg, fijne samenwerking
is een aantal experts bijeengebracht
ber 2015 – bestaat vijf jaar. Met als
nichtje. Ik haalde ze op van school,
vertel ik ze via WhatsApp hoe het met
en duidelijke en heldere communicatie
die ieder vanuit een eigen invalshoek
motto ‘Geef me de vijf!’ nodigt het
kookte voor ze. Plezier hebben met
hun kinderen gaat en wat we doen.
met elkaar over
informatie bieden over zienswijze,
Nederlands Jeugdinstituut ouders,
kinderen, het zit er gewoon bij me in.
Ik verstuur foto’s en korte berichtjes.
wederzijdse verwachtingen en aan-
diagnostiek, behandeling en bege-
beroepsopvoeders, vrijwilligers,
Gastouder worden was uiteindelijk een
Ouders worden blij van die foto’s, en ik
pak zijn van essentieel belang in de
leiding aan of over kinderen met een
kinderen en jongeren uit om zelf
logische stap.’
maak ze graag blij. Het schept ook ver
begeleiding en ondersteuning van
trauma. Het congres vindt plaats
activiteiten te organiseren in de
een kind met een zorgbehoefte. De
op 28 mei in het Spant in Bussum.
Week van de Opvoeding. Thuis, op
Kijk op www.traumacongres.nl voor
school, op de kinderopvang, op de
De kinderen
met hun kinderen terwijl ze werken.’
kinderopvang gaat die uitdaging aan: hoe kun je met ouders een open
meer informatie en aanmelden.
Partnerschap met ouders van kind met zorgbehoefte
trouwen als ze weten dat het goed gaat
peuterspeelzaal, in het Centrum voor
‘Ik vang vier kinderen op, twee baby’s
dialoog aangaan? Zij zijn immers de
Jeugd en Gezin, in de bibliotheek,
en twee peuters. Sommigen zijn hier
Mijn kijk op de opvang
belangrijkste partners in het leer- en
bij sport-, cultuur- of welzijnsvereni-
een dagje, anderen zijn er vaker. Ik
‘Hier in Almere wemelt het van de
maak de kinderen mee van de periode
gastouders. Alleen al in mijn wijk zijn
even na de kraamtijd totdat ze naar de
er dertig, en in dit huizenrijtje ben ik
basisschool gaan. Van bijna elk stapje
de derde. Om mezelf te blijven ontwik
dat ze maken ben ik getuige, en dat
kelen en me van anderen te onderschei
vind ik mooi. Het geeft me zoveel ener
den, volg ik de Kiki-training. Kiki is een
gie. Elk lachje, elke babygiechel doet me
programma voor voor- en vroegschoolse
genieten.
educatie, speciaal voor de gastouder
hulpverleningsproces van kinderen!
Talentvol opgroeien
Daarover gaat deze studiedag op 21 mei
Ben je betrokken bij de (door)ontwik-
én voor andere informatie www.
te Antwerpen. Het programma vind je
keling van een Brede School, Venster-
weekvandeopvoeding.nl in de gaten.
op www.kindengezin.be/img/Studie-
school of IKC? Dan is het symposium
dagCommuniceren2015.pdf, inschrij-
Talentvol opgroeien in een Vensterschool,
ven kan via
[email protected]
Brede School of IKC iets voor jou! Een
gingen, enzovoort. Houd hiervoor
‘Plezier hebben met kinderen, het zit gewoon in me’
dag vol nieuwe ideeën, inspirerende
Vierde Jaarcongres Leve het Jonge Kind
sprekers en boeiende discussies. Het
Zet vast in je agenda: het vierde
Ik heb geen directe collega’s, maar wel
opvang. Binnenkort volg ik een
symposium wordt op 4 juni georgani-
Jaarcongres Leve het Jonge Kind vindt
een gezin waarmee ik in mijn werk
intervisieprogramma voor gastouders.
seerd door de Vensterscholen en de
plaats op 3 november in Utrecht. Kijk
rekening houd. In het begin hadden
Ik onderscheid me, maar het is ook een
Pedagogische kwaliteit hangt samen
gemeente Groningen en word je aange-
op www.hetjongekind.nl
mijn eigen kinderen er soms moeite
manier om mezelf bij de les te houden
met de vaardigheden en beroepshou-
boden door Onderwijsstad Groningen.
mee dat ze maar twee middagen per
en bewust met mijn beroep bezig te
week, op woensdag en vrijdag, kinderen
zijn. Ik wil meer bieden dan oppas.’
Train je interactievaardigheden! ding van de pedagogisch medewerker.
8
HIGH FIVE
Tekst: Mandy Pijl • Foto's: Privébezit
KIDDO 3 • 2015
KIDDO 3 • 2015
9
Tekst: Nathalie Van Laecke • Foto's: Caroline Boudry & Knuffelboom XL
Bij De Knuffelboom in Gent staat de pedagogiek van Malaguzzi centraal. Begeleiders vertrekken vanuit het krachtige kind (zie KIDDO 1 2015) en kijken en luisteren om op hun behoeften en interesses te kunnen inspelen (zie KIDDO 2 2015). Ze hebben ook oog voor ruimte: de derde pedagoog van Malaguzzi. Een doordachte inrichting en goed gekozen materialen kunnen kinderen aanzetten tot beweging, interactie of rust.
W
ie bij De Knuffelboom op bezoek gaat, moet een beetje zoeken. De groepsopvang ligt verscholen in een kleine straat, te midden van het groen dat de campus van het Universitair Ziekenhuis van Gent omzoomt. Het is moeilijk te geloven dat in deze opvang in totaal honderd baby’s en peuters zijn, een breed opgezette indruk geeft De Knuffelboom niet. Toen de opvang van UZGent in 2006 verhuisde en in zee ging met Stad Gent, werden gekozen voor drie afzonderlijke eenheden, waarin telkens twee verticale leefgroepen zijn ondergebracht. ‘Honderd kinderen opvangen in één groot pand zagen we niet zitten’, zegt coördinator Ann Van de Cauter. We wilden het knus en kleinschalig houden, om kinderen en ouders een vertrouwd en geborgen gevoel te geven. Dus kozen we op één plek voor drie afzonderlijke gebouwen: tijdens zijn hele opvangtijd komt het kind in hetzelfde gebouw.’
8 8 graden
L3
MINIREEKS - DEE
De derde pedagoog:
ruimte en materialen Volgens Malaguzzi zet ruimte kinderen aan tot beweging, interactie of rust 10
KIDDO 3 • 2015
De drie gebouwen liggen naast elkaar, omgeven door een imposante tuin met hoog helmgras en speelgroen. Vanbuiten hebben ze een verschillend kleurtje, vanbinnen zijn ze alle drie hetzelfde opgebouwd. In de centrale hal zit telkens een medewerker als rechtstreeks aanspreekpunt voor ouders en medewerkers. Tegelijk bevat deze hal in het ene gebouw een ballenbad, in het andere gebouw staan grote zachte blokken. Nog een andere hal wordt in beslag genomen door fietsjes en loopauto’s. Overal staat ook een lage ladenkast, vol materiaal waar kinderen graag mee experimenteren: keien, schelpen, papiersnippers, bobbelplastiek, houtblokjes… Aan weerszijden van de hal ligt een leefruimte. Daar komen de hoge ramen uit op een veranda en afgebakend tuintje. Op die manier heeft elke leefgroep zijn eigen stukje groen met enkele speeltuigen. Achteraan, aan de koele noordzijde van de gebouwen, zijn slaapkamers, kantoren en logistieke ruimtes ondergebracht. Ann ziet de voordelen van passiefbouw (milieuvriendelijk bouwen, met een zo laag mogelijk energieverbruik, red.)
voor de kinderopvang. ‘Het is zuinig, er is een overvloed aan daglicht en in de veranda wordt het nooit kouder dan 8 graden. Kinderen kunnen dus zomer en winter buiten spelen. Een minpunt is de akoestiek: als je met veel beton en glas werkt, wordt het geluid langs alle kanten weerkaatst. De centrale ruimtes waren één grote echokamer, rust creëren in de groep bleek haast onmogelijk. Om het lawaai in te dijken, hebben we overal geluidspanelen en -kubussen opgehangen. Een prijzige zaak, maar het rendeert: we zien dat kinderen nu meer opgaan in hun spel.’
6 6 tuinen
Door die technische problemen ondervond De Knuffelboom hoe waar het is wat Malaguzzi zegt over de ruimte als derde opvoeder. Kinderen kunnen veel geconcentreerder bezig zijn wanneer ruimte en materialen goed op hun behoeften aan spel, beweging, rust en zorg zijn afgestemd. Als de indeling afgestemd is op de functie, lukt dat beter en krijgen kinderen rijkere ervaringen. Binnen bij leefgroep de Bijtjes ligt in de hoge box een baby te slapen. Een andere baby kruipt op de mat nieuwsgierig naar een stuk speelgoed. Een meisje van anderhalf speelt in de poppenhoek, de andere peuters zijn buiten te vinden. Ze leven zich uit in het gras en op de glijbaan. Eén van de begeleiders speelt mee en helpt de kinderen waar nodig. Ann is heel gelukkig met de buitenruimte van de opvang. ‘Dat we in een stuk bos terechtkwamen, was een ontzettende meevaller. Maar net zoals we geen mastodontgebouw wilden, kozen we bewust voor een tuin >
KIDDO 3 • 2015
11
‘Wat prikkelt kinderen? Wat sluit aan bij hun leefwereld? Wat mag zeker niet ontbreken?’
Verder is de leefruimte zo ingericht dat de kinderen er zelf op onderzoek kunnen. Een selectie van het spelmateriaal staat op ooghoogte van de kinderen, ze kunnen alles zelf nemen en terugzetten. Volgens Ann blijft het voortdurend zoeken. ‘We hebben de neiging om teveel aan te bieden. Er hoeven geen twintig auto’s bij de garage te staan, het gaat erom dat het aanbod gevarieerd genoeg is zodat er voor elk wat wils is en kinderen in kleine groepjes of individueel kunnen spelen.’
3
3 fantasieruimtes
De tuin van De Knuffelboom is het visitekaartje geworden: stukken natuur worden afgewisseld met speelgroen.
per leefgroep. Natuurlijk spelen kinderen ook in de grotere tuin – en hoe! Maar zo’n aanpalende, kleinere tuin schept rust. Omdat elke leefgroep ook een eigen veranda heeft – met zandtafel, kabouterhuisje, houten klimboot, ballen… – is de drempel naar de tuin veel kleiner. Medewerkers en kinderen kunnen op ieder moment naar buiten. Begeleiders houden een goed overzicht en hebben alles bij de hand.’
te zien en te vinden. Het geasfalteerde pad leidt langs alle leefgroepen en speelplekjes, op een wandeling in onze tuin kom je altijd wel iemand tegen om een praatje mee te houden. En de tuin komt uit op het grote bos hier in de buurt. Daar zijn heel andere uitdagingen: dichte struiken, plassen, takken… Het is moeilijker toegankelijk, maar toch gaan we ook daar regelmatig met onze kinderen naartoe.’
2 wilgenhutten
x porseleinen borden
2
x
In verticale groepen zijn buitenspeelmomenten vaak moeilijk te organiseren: altijd is er wel een kind dat slaapt of eet. Een aanpalende tuin waar je de kinderen ook van binnenuit kunt zien, is een goede oplossing. Ann vertelt ook dat collega’s onderling afspreken om apart met drie of vier kinderen naar buiten te gaan. ‘Weer of geen weer, dagelijks gaan begeleiders met een aantal kinderen op stap in onze grote tuin. We hebben laarzen en regenjasjes. En zelfs mobiele luiertafels: een kind dat een schone broek nodig heeft als je verderop in de tuin zit, is geen probleem.’ De tuin van De Knuffelboom is onderhand het visitekaartje geworden: stukken natuur worden afgewisseld met speelgroen. Er zijn heuvels om op te klimmen en heggen om je achter te verstoppen. Er is een moestuin, een kruidentuin, er zijn fruitbomen en bessenstruiken. En ook nog een knuffelbos met een lage boomhut, bankjes van boomstronken en picknicktafels. Samen met de ouders werden ook twee wilgenhutten gebouwd. ‘Daar lezen we voor, knutselen we… Het heeft een heel aparte sfeer en de kinderen vinden het fantastisch.’ De tuin verrast nog meer. ‘Als kinderen naar buiten trekken, gaan ze graag op ontdekkingstocht. Dus valt hier van alles
12
KIDDO 3 • 2015
Natuur speelt een aanzienlijke rol bij De Knuffelboom. Ann: ‘De leefruimtes zijn afgestemd op buiten. De hoge ramen halen het groen naar binnen en we besloten om binnen e nkel sobere, natureltinten te gebruiken. Geen schreeuwerige kleuren, maar veel groen, beige, bruin… We kiezen ook resoluut voor hout: geen metalen bedden of boxen, zo weinig mogelijk plastic. We gaan voor een warme en huiselijke sfeer, onze leefruimtes lijken één grote woonkamer. Ook dat was een heel bewuste keuze, we willen geen steriele look.’ Daar slagen ze wonderwel in: de leefruimte heeft een gezellige sfeer met veel daglicht, leuke speelhoeken, een open badkamer en open keuken. De logistiek medewerker maakt de soep, het middagmaal en het vieruurtje ter plaatse klaar. Kinderen kunnen een handje toesteken als ze daar zin in hebben. Ann toont hoe de eethoek voor de oudere kinderen met lage panelen is afgebakend. ‘Zo worden ze tijdens het eten niet afgeleid door kruipers die aan het spelen zijn. De oudere kinderen vinden het leuk om in de potten te kijken. Ze dekken zelf de tafel. Bij ons eten ze uit porseleinen borden en drinken ze uit echte glazen. We zorgen voor de nodige rust en het is opvallend hoe weinig scherven we moeten ruimen.’ (lacht)
Toen de begeleiders merkten dat kinderen intenser en aandachtiger speelden wanneer er minder prikkels van buitenaf zijn, maakten ze een gedurfde keuze. Elk gebouw offerde een bergruimte op. Het eerste gebouw heeft een levensecht huis op kindermaat: met een bed, zeteltjes en een keukenblok met echte kranen, potten en pannen. In het tweede gebouw installeerden begeleiders een vertelgrot. Een knusse tent met zachte kussens, bibliotheekkasten op peuterhoogte, een kamishibai en voorleeszakjes met daarin een boek en de voorwerpen uit het verhaal. De derde ruimte heeft een snoezelplaneet waar kinderen allerlei zintuiglijke ervaringen kunnen opdoen. Er hangen witte en zwarte gordijnen en een discobal, er zijn allerlei materialen om aan te voelen en er is een ballenbad. ‘De begeleiders observeren de kinderen dagelijks en weten dus het beste waar hun interesses liggen’, vertelt Ann. ‘In werkgroepen dachten ze na over hoe de fantasieruimte er moest uitzien. Wat sluit aan bij de leefwereld van kinderen? Waardoor worden ze geprikkeld? Wat mag zeker niet ontbreken? En die aanpak werkt: kinderen van de drie gebouwen gaan bij elkaar op bezoek om in deze speciale ruimten te komen spelen. Omdat het ons maar bleef opvallen dat ze heel gefocust met keukenspullen bezig zijn, hebben we intussen ook een mobiele kookmodule met op kinderhoogte een keukenrobot (keukenmachine, red.), oven, pannenkoekenmaker, blender en inductiekookplaat. Het kookeiland verhuist van de ene leefgroep naar de andere: kinderen vinden het ontzettend leuk om onder begeleiding echt te koken. Omdat die kookmomenten vaak vrij druk zijn, willen we er in de toekomst een aparte ruimte voor vrijmaken. Ik kan nu al voorspellen dat de kinderen dan nog aandachtiger in hun bezigheid zullen opgaan. We blijven onze inrichting aanpassen, ons gebouw en de tuin evolueren constant.’ <
2 2 tips
• Lades van doorzichtig plastiek, op ooghoogte van kinderen, nodigen hen uit om erin te gaan neuzen.
• Maak een plek waar kinderen de schatten die ze buiten vinden, kunnen bewaren. Bijvoorbeeld in allerlei mandjes,in een ladekast, op een tafeltje.
Meer lezen? • Sporen van Reggio, een introductie in de Sporen-pedagogiek, Margot Meeuwig, Tienke van der Werf en Wilma Schepers, SWP, reggio.swpbook.com • Documenteren voor jonge kinderen, Laura Malavasi en Barbara Zoccatelli, SWP, pedagogischdocumenteren. swpbook.com • Ontvlambare vingers, Caroline Boudry en Herwig de Weerdt, SWP, www.swpbook.com/1087 • Het VormingsCentrum voor Opvoeding en Kinderopvang – www.vcok.be – geeft in Vlaanderen de cursus ‘Inspiratie uit de Reggio Emilia-centra’.
KIDDO 3 • 2015
13
■
OKIDDO 0 t/m 4 jaar Tekst & foto's: Caroline Boudry
Of het nu in een speelkeukentje is of op een nagemaakte bouwwerkplaats, in hun symbolisch spel kunnen kinderen
Pop voelt eerst met de voetjes of het water niet te warm of te koud is
heel goed ‘doen alsof’. Meer zelfs, soms lijkt dat alsof-spel levensecht. En misschien is dat voor de kinderen ook wel zo? In de poppenhoek worden ze in hun beleving echt de mama of papa van een baby’tje dat al hun zorg en aandacht nodig heeft.
Van symbolisch spel naar de echte leefwereld en terug
Poppen wassen S
14
tel je even baby Pia voor. Ze is 4 maanden oud en gaat heel graag in bad. Kleertjes uitdoen vindt ze minder leuk, maar als ze eenmaal in het water drijft wordt ze helemaal rustig. Je ziet Pia genieten. Ze beweegt haar armen en benen heen en weer, voelt onverwachte druppels op haar huid en luistert naar het geluid van water. Na het wassen slaat papa een handdoek om haar heen: zachte stof, lekker warm. Terwijl papa tegen haar praat, voelt ze hoe mama haar buik en rug afdroogt. Armen, handen, vingers. Benen, voeten, tenen. Pia kijkt mama en papa om de beurt aan en kirt.
Een beetje warmer
Een beetje tederheid
Een beetje nat
Carine, begeleidster van een groep kinderen van 0 tot 3 jaar, ziet in het badspel van kinderen dezelfde tederheid. ‘De poppen in de poppenhoek waren een beetje uit de belangstelling geraakt. Nadat ik de hoek had aangevuld met poppenpyjama’s en -kleertjes, met dekens en slaapzakjes waren de kinderen opnieuw geïnteresseerd. Ze kleden de poppen aan en uit, stoppen ze in bed, nemen ze op schoot voor een flesje. Toen dacht ik: ik laat hen de poppen in bad doen. Alles wat kinderen zelf ervaren, dus ook het badritueel, verwerken ze in symbolisch spel.’
Felix laat zijn pop eerst met de voeten de temperatuur van het water voelen. Pas daarna laat hij zijn pop in het water glijden. De anderen dompelen hun babypoppen ook in bad. ‘En dan nu een beetje zeep’, zegt Felix na een tijdje. Carine vertelt de kinderen dat ze hun baby’s op een handdoek makkelijker kunnen inzepen. Zoals ze had verwacht is het zeeppompje een succes. Nina en Felix zepen hun pop in. Lotte wil met haar washand water uit het bad halen om haar pop goed te kunnen wassen. Ze wringt het niet uit en merkt: ‘Oei, het is een beetje
KIDDO 3 • 2015
Carine, Felix, Lotte en Nina gaan de poppen wassen. Ze verzamelen alles wat ze daarvoor denken nodig te hebben: washandjes, zeep, handdoeken, een verzorgingskussen, het badje zelf. Ze dragen alles naar de aparte ruimte waar ze de poppen straks in alle rust een bad kunnen geven. Daarna vullen ze samen een emmer met lauw water. Om beurt houden ze hun handen onder het stromende water. Is het niet te warm voor de babypop? Of te koud? ‘Het mag iets warmer’, zegt Nina. Carine draait de rode kraan verder open. ‘Nu is het goed’, knikt Nina.
In het badspel zit dezelfde tederheid als bij een echt badritueel
nat’. Als Carine haar toont hoe ze een washandje kan uitwringen, kan Lotte weer verder.
Een beetje baby ‘Ik word altijd geraakt als ik zie hoe kinderen opgaan in hun spel’, zegt Carine. ‘Maar ik ben nog meer verrast hoe ze in hun spel de reële wereld nabootsen. Het is opmerkelijk hoe goed kinderen kunnen observeren.’ Na het inzepen en spoelen, gaan zeep en water aan de kant. Tijd om de babypoppen af te drogen. Met een puntje van de handdoek droogt Felix heel secuur de vingers van zijn pop. Nina draait haar pop heel voorzichtig op de buik, zo kan ze het rugje goed afdrogen. De kinderen besteden aan hun poppen zo veel aandacht en zorg dat het haast echte baby’s lijken. Met hun pyjama’s aan en lekker ingepakt in een speelslaapzak, stappen de kinderen met baby in de armen terug naar de groep. Lotte gaat recht naar de poppenhoek en legt haar baby in een bedje. Nina en Felix
leggen hun pop elk in een relaxzitje. Enkele andere kinderen komen nieuwsgierig naar de poppenhoek, ze willen de poppen ook eens vasthouden. Maar Felix schermt zijn baby vastberaden af. ‘Ssst, mijn baby slaapt.’ ‘De poppenhoek heeft duidelijk een nieuwe dimensie gekregen’, besluit Carine. ‘Ik zie hen zo zorgend spelen dat de poppen levend worden. Het zijn echte baby’s die op tijd en stond slapen en eten en graag in bad gaan.’ < Met dank aan de kinderen en begeleiders van leefgroep de Bloemetjes in groepsopvang Knuffelboom in Gent.
Meer activiteiten
Nog meer originele activiteiten vind je op www.kiddo.net/activiteite n. Het wachtwoord staat op pagina 3 van deze editie.
KIDDO 3 • 2015
15
■
DE PEDAGOGISCHE VISIE VAN... Tekst: Mandy Pijl • Foto: BigStock
De cognitieve ontwikkeling van kinderen verloopt in fases. Pas als ze daar psychologisch aan toe zijn, gaan kinderen over naar een volgende fase waarin ze nieuwe dingen leren. Dat is kort gezegd de pedagogische visie van de Zwitserse psycholoog Jean Piaget. Handel je vanuit diens ideeën, dan
Piaget zie je nu terug in…
Meer weten?
sluit je met taal en activiteiten aan op de ontwikkelingsfase
Kleuteronderwijs hebben we onder meer aan Piaget te danken. De Nederlandse wet op het kleuteronderwijs (1955) kwam er mede door de inspanningen van de kleuterpedagoge Cornelia Philippi-Siewertsz van Reesema. Zij ontwierp kleuteronderwijs met onder meer werk- en speelhoeken, ruime aandacht voor vrij spel en het veelvuldig observeren van kinderen tijdens het vrije spel. Philippi haalde Piaget destijds naar Nederland voor een lezing, en geïnspireerd door zijn bevindingen was het haar verdienste dat de wet sprak van aansluitend onderwijs. Leerkrachten moesten aansluiten bij de ontwikkelingsfase van kinderen op dat moment.
Ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet deed onderzoek in de lijn van Piaget. In zijn boek Groeienderwijs – Psychologie van 0 tot 3 jaar geeft hij uitleg over de psychologische ontwikkeling van de eerste drie levensjaren. Meer informatie over aansluitend kleuteronderwijs vind je op wegwijs.in/kleuteronderwijs
waarin een kind zich bevindt.
TOEN
Jean Piaget
Levensloop
meer, maar gaan ze dingen Jean Piaget groeit op in de Zwitserse stad Neuchâtel. Zijn vader Arthur ook beter begrijpen. Piaget is hoogleraar geschiedenis en Franse letterkunde en is getrouwd De ontwikkeling van kinderen verloopt volgens Piaget met de Engelse Rebecca-Suzanne Jackson. Als kind heeft Piaget een via vier fases (zie kader). voorliefde voor de natuur en verdiept zich in vogels, fossielen en schelpen. Na zijn eindexamen aan het lyceum studeert hij biologie, en Om naar een volgende na vier jaar promoveert hij op een proefschrift over weekdieren. Piaget fase over te kunnen gaan, is het belangrijk dat een kind lichamelijk en psychologisch door ervaringen, een groei raakt geïnteresseerd in filosofie, met name in de kennistheorie, het onderdeel van de filosofie dat gaat over waar kennis vandaan komt en heeft doorgemaakt. Zodra een kind een volgende fase bereikt, verandert hoe we aan kennis komen. Zijn interesse leidt ertoe dat Piaget psycho- de manier waarop hij naar de wereld kijkt en erin handelt. Kinderen doen volgens Piagets theorie dan ook geen kennis op door logisch onderzoek gaat doen naar de ontwikkeling van kinderen van feiten die ze van anderen gecommuniceerd krijgen. Kennis is volgens nul tot veertien jaar. Hij verwacht dat hij daarmee zo’n vijf jaar bezig hem uiteindelijk het resultaat van motorisch gedrag, van handelen. Pas zal zijn. In werkelijkheid doet hij er de rest van zijn leven onderzoek als ze in een bepaalde fase zijn en dus over een bepaalde psychologische naar. Tijdens zijn leven is Piaget onder meer hoogleraar in de psychostructuur beschikken, kunnen ze bijvoorbeeld begrijpen hoe voorwerpen logie, ontwikkelingspsychologie en sociologie. Voor zijn onderzoeken observeert hij samen met zijn vrouw Valentine – zij is ook psycholoog de grond raken en welk geluid ze daarbij maken. In een bekend experiment laat Piaget een vierjarig kind twee even volle – veelvuldig hun eigen drie kinderen. glazen zien. Een van de glazen wordt overgeschonken in een breder glas: het waterniveau komt lager. Daarna wordt het kind gevraagd in welk Theorie en visie glas meer zit. Volgens de meeste vierjarigen is dat het smalle glas: het Volgens Piaget doorlopen kinderen in een vaste volgorde een aantal cognitieve ontwikkelingsstadia. Gaandeweg leren ze niet alleen steeds waterniveau staat daar hoger. Vanaf een jaar of zeven zijn kinderen in staat te begrijpen dat de inhoud van beide glazen gelijk is. Piaget toont daarmee aan dat leren een interactief proces is, dat zich voltrekt op basis van allerlei biologische gegevenheden zoals zintuigen en spieren. Objectpermanentie kennen we ook dankzij Piaget. Dat is het gegeven RT AA SK ID EN TI TE IT dat een baby pas als hij anderhalf is, begrijpt dat een speeltje of persoon NAAM: Jean Piaget DATUM: RF TE -/S TE die hij niet meer kan zien, toch nog bestaat. OR BO GE 16 september 1980 * 9 augustus 1896, † euchâtel, :N GEBOORTEPLAATS Zwitserland KERNGEDACHTE:
cognitieve Aansluiten op de van een kind ontwikkelingsfase ontwikkeling. helpt hem bij zijn
16
KIDDO 3 • 2015
NU
Meer recent verdiepte ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet zich in het werk van Piaget. Volgens hem is van aansluitend onderwijs nog maar weinig te merken in Nederland sinds het kleuteronderwijs in 1985 onderdeel werd van de basisschool. En dat heeft zijn weerslag op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Volgens Vervaet is er sprake van verschoolsing van het peuterleven. ‘Peuters leren al volop te tellen. Tenminste, ze leren de getallen tot en met tien opdreunen als een versje, maar begrijpen niet wat ze zeggen. Dat is echt zonde van hun tijd, ze kunnen ondertussen zo veel andere leuke ervaringen opdoen. Vergelijk het met het uit je hoofd moeten leren van pagina’s uit het telefoonboek, terwijl je ook boeken van grote schrijvers kunt lezen.’ Piaget gaat uit van aansluitend onderwijs. ‘Nu hebben we eerder vooruitlopend onderwijs, geïnspireerd door de ideeën van Vygotsky die zegt dat je de ontwikkeling van een kind stimuleert door hem iets te laten doen wat net buiten zijn vermogen ligt. Piaget zegt juist dat je een kind pas moet onderwijzen als hij daar psychologisch aan toe is, en dat je vooral moet aansluiten bij wat een kind al kan. Heeft een baby al het vermogen tot objectpermanentie? Doe dan kiekeboespelletjes: hij vindt het leuk en is er aan toe. Die kiekeboespelletjes moet je niet op voorhand doen, om objectpermanentie te stimuleren, dat heeft geen zin. Schotel je een kind te vroeg bepaalde (schoolse) leertaken voor, dan ontneem je hem de tijd en energie om dingen te leren waar hij psychologisch aan toe is.’
Realisaties Dankzij Piaget weten we dat kinderen niet meteen àlles kunnen begrijpen. Bepaalde dingen leren ze pas op een bepaalde leeftijd, wanneer ze daar aan toe zijn. Overigens klinkt er ook kritiek op zijn fasetheorie: sommige wetenschappers zeggen dat de ontwikkeling niet in fases maar in ‘golven’ verloopt. Kinderen zouden zich geleidelijker ontwikkelen dan Piaget stelt.
Inspiratie anno 2015 Laat kinderen in de geest van Piaget op hun eigen niveau handelen in een speels kader. Vervaet: ‘Verpak in spel geen taal of rekenen, maar sluit aan bij de belevingswereld. Laat jonge kinderen rondrijden op driewielers, lees verhalen voor over eendenkuikens die hun moeder kwijt zijn, en houd het schoolse voorlopig nog bij ze weg.’
De fasetheorie van Piaget Volgens Piaget doorloopt de cognitieve ontwikkeling van kinderen de volgende vier fasen. Sensomotorische fase (0-24 maanden) - Zintuiglijke ontwikkeling: tasten, voelen, proeven - Motorische ontwikkeling: rollen, kruipen, geleid lopen, los lopen - Rond anderhalf jaar: objectpermanentie, kinderen realiseren zich dat objecten die uit hun gezichtsveld zijn verdwenen, nog bestaan - Klankontwikkeling: klinkers, medeklinkers, brabbelen, klanknabootsingen Preoperationele fase (2-7 jaar) - Ontwikkeling van het spreken: woorden, zinnen, eerste grammaticale structuren (zoals lidwoorden, meervouden, verkleinwoorden, verleden tijd) - Verfijning van de motorische ontwikkeling - Ontwikkeling van het ik: het kind leert dat het een eigen identiteit heeft - Animisme: het kind beschouwt levenloze dingen als levend - Egocentrisch denken en centratie, je op slechts één ding kunnen concentreren - Non-conservatie: de inhoud die van een breed in een smal glas wordt overgegoten, zou meer worden (vanwege de grotere hoogte) Concreet operationele fase (7-12 jaar) - Ontwikkeling van het figuratieve denken - Ontwikkeling van decentratie, je op meerdere aspecten tegelijk kunnen richten - Ontwikkeling van het kunnen ordenen, tellen en rekenen - Conservatie: de inhoud die van een breed glas in een smal glas wordt overgegoten, blijft gelijk (de grotere hoogte wordt gecompenseerd door de kleinere doorsnee) Formeel operationele fase (vanaf 12 jaar) - Ontwikkeling van het abstracte denken - Ontwikkeling van het meetkundige denken - Ontwikkeling van het vermogen verbanden te leggen en daaruit conclusies te trekken, zonder dat die verbanden aan concrete voorwerpen te zien zijn
KIDDO 3 • 2015
17
Tekst: Mandy Pijl • Foto's: Helen Janssen
Vanuit rust, respect en gelijkwaardigheid met kinderen omgaan, dat staat centraal in kinderdagverblijven waar begeleiders de benaderingswijze van kinderarts Emmi Pikler hanteren. Volgens Piklertrainer Helen Janssen kan ook de buitenschoolse opvang deze manier van met kinderen omgaan omarmen. ‘Je behandelt kinderen zoals je zelf behandeld wilt worden.’
‘Je helpt kinderen zich te ontwikkelen tot warme, samenwerkende mensen’
Pikler op de buitenschoolse opvang
Hoe ben je op het spoor van Pikler gekomen? ‘Ik werkte vijftien jaar geleden op een babygroep toen ik op de beurs KindVak een lezing bijwoonde over de ideeën van Emmi Pikler en hoe je die in de praktijk kon toepassen. In de opvang waar ik toen werkte ben ik dat samen met collega’s in de babygroep gaan doen. Ik was op slag verliefd op die manier van omgaan met kinderen.’
Wat sprak je zo aan? ‘Als je werkt volgens de ideeën van Pikler, geef je kinderen de ervaring hoe het voelt om vanuit rust, respect en gelijkwaardigheid te worden behandeld, door fysiek contact met jou en door de omgeving die je voor ze inricht. Je benadert ze als mensen met wie je volledig kunt communiceren, gebruikt hun naam en geen koosnaampjes of andere betuttelende bewoordingen. Het is een andere manier van naar kinderen kijken.’
Hoe kunnen we volgens Pikler naar kinderen kijken? ‘Als pedagogisch medewerker kijk je naar wat ze wel kunnen, naast wat ze nog te leren hebben. Je fungeert als een gids en hebt een meer begeleidende rol. Vanuit rust en ontspanning bezie je wat kinderen nodig hebben en van daaruit werk je met hen samen. Als je de wond van een kleuter verzorgt, vertel je vooraf de stappen die
18
KIDDO 3 • 2015
je neemt. Je kondigt aan dat je de pleister plakt en vraagt zijn voet op de kruk te zetten. Je bent je bewust van jouw handen en de knie van het kind. Het is een moment van samen zijn en elkaar beter leren kennen. Deze manier van omgaan geeft een kind de mogelijkheid coöperatief te zijn en in verbinding te blijven met wie het is. Omdat je aandacht hebt voor wie het is en je daarnaar handelt, heeft het kind vertrouwen in zichzelf en zijn omgeving. Ik merk dat dit een kind helpt actief, alert, warm en samenwerkend te blijven.’
Je traint inmiddels ook begeleiders van de buitenschoolse opvang. Waarom is de methode van Pikler ook zinvol voor de opvang van schoolgaande kinderen? ‘Als je werkt volgens Pikler, behouden kinderen hun nieuwsgierigheid en zelfvertrouwen. Ook oudere kinderen willen actief zijn en met respect en vanuit gelijkwaardigheid behandeld worden.’
Hoe gaat het er op een Piklerbuitenschoolse aan toe? ‘De ruimte is, net als op de dagopvang, ingedeeld in drie delen. Een deel is voor de volwassenen, een tweede gedeelte voor ontdekhoeken voor de kinderen en er is ruimte vrijgemaakt voor bewegen. Als
volwassene ben je de facilitator in zorg- en speelmomenten. Je zorgt voor variatie en je zorgt voor de materialen die een kind nodig heeft en waar het veilig mee kan spelen. Je zorgt ook dat er voldoende materiaal is, bijvoorbeeld meer dan één schaakbord, zodat alle kinderen die graag schaken dat ook daadwerkelijk kunnen doen en er misschien wel toernooien kunnen ontstaan. Als veilig baken bevind je je op de rand van het zorg- en speelgebied, zodat de kinderen zich kunnen concentreren op hun spel, en jij de individuele aandacht kunt geven, ook tijdens zorgmomenten.’
kunnen inschenken en hun beker kunnen opruimen en gaan doen wat ze willen doen. Observeer je dat er geknoeid wordt doordat de kannen te vol zitten, om een eenvoudig voorbeeld te geven, dan doe je er de volgende keer minder in. Je schept de voorwaarden voor kinderen om zelfstandig te kunnen zijn. Is er een conflict over speelgoed? Zit de bak misschien overvol, waardoor kinderen niet weten wat ze moeten kiezen? Of is er te weinig en moet er meer van hetzelfde zijn, zodat ze niet hoeven te wachten op ‘lievelingsspeelgoed’?’
Waar blijkt een respectvolle houding uit? ‘Uit je houding, de verzorgde omgeving en de voorwaarden die je schept. Maar ook in je taal en de omgang met kinderen. Je gaat met ze om op een manier waarop je ook met een volwassene zou omgaan die op dat moment zorg of hulp nodig heeft.’
Wat is nog meer in de geest van Pikler? ‘Kinderen waarderen het enorm als ze mogen meedenken over de inrichting van de ruimte, de spullen en de omgang met hen en met elkaar. Die inspraak doet een appel op hun eigenwaarde en het gevoel mee te tellen. Kinderen geven elkaar ook graag een stem. Tijdens het spel, soms met wel
veertien kinderen samen, zie je hoe ze om beurten leiding nemen zonder dat iemand overheersend is. Dit zie je veel bij kinderen die begeleid zijn door volwassenen met een Piklerachtergrond.’
Wat vraagt het van je als pedagogisch medewerker? ‘Ik denk dat vooral doeners, degenen die graag mét kinderen dingen doen, moeten wennen. Pikler gaat ervan uit dat kinderen van leeftijdgenoten meer en natuurlijker leren dan van volwassenen. Ga maar na, als wij met kinderen spelen is er vaak een afstand. Want hoe gaat stoeien ook alweer? Bovendien zijn we geneigd kinderen te vertellen hoe ze dingen moeten doen. Zo ontnemen we hun de ervaring het zelf te doen.’
Veel van Piklers ideeën klinken zo logisch, waarom zou een training zinvol zijn?
Wie was Emmi Pikler?
‘Er zijn in Nederland een paar buitenschoolse opvanglocaties waarvan de medewerkers trainingen volgen om volgens Pikler te werken. In zo’n training ontdek je met collega’s hoe kinderen jouw handelen ervaren. Je leert hoe je kinderen terug kunt brengen naar zelf en samen spelen, wat daarvoor nodig is in de ruimte en hoe je je houding nog respectvoller maakt.’
Oostenrijk-Hongarije. Haar uit-
Emmi Pikler (1902-1984) was een kinderarts uit het voormalige gangspunt: een kind kan zich pas echt goed ontwikkelen als het de ruimte krijgt om te onderzoeken en te leren in zijn eigen tempo. In het kindertehuis in Boedapest waarover ze de leiding had, stond de rust waarin alle kinderen de ruimte kregen, voorop. Kinderen aten hooguit met zijn tweeën aan een tafel en ze dronken al jong uit een glas. Er werd niet gestraft en
Wat is nodig in je handelen?
de verzorgingsmomenten, zoals het
‘Je bent voorspelbaar en informatief. Je informeert kinderen over wat je gaat doen en over wat zij kunnen doen. Bij conflicten reageer je vanuit rust en begrip. Je bent alert op non-verbale communicatie, kijkt verscherpt om te zien wat je kunt doen bij emoties of andere signalen die aangeven dat er iets aan de hand is. Vervolgens handel je zonder de dingen voor kinderen op te lossen. Voorwaardelijk handelen, dat is belangrijk.’
verschonen van baby’s, waren hét moment om kinderen veel aandacht te geven. Een respectvolle behandeling en een warm contact stonden daarbij centraal. (bron: Emmi Pikler Stichting)
Meer weten? Over het gedachtegoed van Emmi Pikler lees je meer in KIDDO 4 van
Wat houdt dat in? ‘Je maakt werk van de voorbereide omgeving, je zorgt ervoor dat kinderen zelf aan de slag kunnen. Je zet bijvoorbeeld bekers en gevulde kannen met limonade klaar als ze binnenkomen, zodat ze zelf hun drinken
‘Als je aandacht hebt voor wie het kind is en je daarnaar handelt, heeft het vertrouwen in zichzelf en zijn omgeving’
2013 en op de site van de Emmi Pikler Stichting: www.pikler.nl. Informatie over de trainingen van Helen Janssen vind je op De inrichting volgens Pikler: een ruimte met
veel hoeken waar je je geborgen voelt
www.helenjanssen.nl/emmi-piklercursus
KIDDO 3 • 2015
19
Tekst: Channah Zwiep • Foto's: BigStock
‘De juiste combinatie van interactievaardigheden draagt bij aan de kwaliteit’ ‘Het videofragment was zo'n mooi emotioneel moment dat de pedagogisch medewerker tijdens het terugkijken begon te huilen!’
zich aan haar onderzoek en promoveerde hierop afgelopen najaar.
Wat maakt die kwaliteit van de opvang zo interessant?
Kleine veranderingen, grote gevolgen… E
Hoe kan de wisselwerking tussen jou en een kind bijdragen aan zijn ontwikkeling en welbevinden? Deze vraag stond centraal in het onderzoek dat promovendus Katrien Helmerhorst (32) uitvoerde voor het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) aan de Universiteit van
Amsterdam. De afgelopen jaren bekeek zij honderden videobeelden van de interacties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen van 0 tot 4 jaar. Conclusie: het gaat goed met de kwaliteit van de kinderdagopvang (van 0 tot 4 jaar). Maar er valt ook nog winst te behalen.
20
KIDDO 3 • 2015
en kind dat goed in zijn vel zit, zich prettig voelt en gestimuleerd wordt binnen een veilige pedagogische basis, kan zich optimaal ontwikkelen. Dit vormt een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van de kinderopvang. Aan de ene kant lijkt dat een open deur, maar tegelijkertijd is het helemaal niet zo vanzelfsprekend. Het vraagt immers veel van een pedagogisch medewerker om ieder kind in de groep hierin te ondersteunen. Voor Katrien reden om te onderzoeken hoe een pedagogisch medewerker met haar interactievaardigheden nog beter kan inspelen op het welbevinden en de ontwikkeling van jonge kinderen. Met hart en ziel wijdde zij
Katrien: ‘Het ging lange tijd in de kinderopvang om opvangen in plaats van opvoeden. Het was vooral belangrijk dat de leidster heel lief was voor kinderen. Dat blijft natuurlijk een essentieel gegeven. Maar de kinderopvang is inmiddels een professionele sector waar kinderen veel tijd doorbrengen. Ik zie het daarom als een gemiste kans om niet méér dan dat te bieden. Je kunt door de kwaliteit van de opvang bijdragen aan het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen. Die kwaliteit staat centraal in het onderzoek van het NCKO dat in 2002 startte. Toen ik daar in 2006 tijdens mijn studie pedagogische wetenschappen een onderzoekstage gedaan had, merkte ik dat ik aan de wieg stond van de mogelijkheden tot groei van de kwaliteit. Dat maakt de kinderopvang interessant voor mij. Na mijn studie ben ik als promovendus verder gegaan met dit onderzoek. Elke dag die ik als onderzoeker op de groepen meemaakte, zag ik die groei letterlijk voor mijn neus gebeuren. Dat maakt het ontzettend leuk.’ De kwaliteit van de kinderopvang gaat over de vraag hoe je ervoor kunt zorgen dat kinderen zich optimaal ontwikkelen en hoe ze prettig gedijen in de kinderopvang. Daarbij is een adequate reactie van de pedagogisch medewerker van invloed op zowel het welbevinden als op de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Dit vraagt van de leidster om basale en educatieve interactievaardigheden. Katrien: ‘Basale vaardigheden van de pedagogisch medewerker dragen bij aan de sociaal-emotionele veiligheid van kinderen. Daarbij kun je denken aan de
bekende sensitieve responsiviteit, respecteren van de autonomie van een kind en kunnen structureren en grenzen stellen. Stel dat de leidster ziet dat een kind verdrietig is en zij biedt het vervolgens troost zodat het kind zich veilig en prettig voelt op de groep. Dan reageert de leidster op dat moment adequaat op een signaal. Dat heeft vooral invloed op het welbevinden van een kind, omdat hij zich 'gezien' voelt. Basale vaardigheden zijn essentieel voor een pedagogisch medewerker. Die moet daarop hoog scoren willen kinderen zich fijn voelen op de groep. Educatieve vaardigheden van de leidster stimuleren eerder de ontwikkeling van een kind. Het gaat hierbij om praten met een kind of iets uitleggen, of het stimuleren van sociale vaardigheden van kinderen. Zowel basale als educatieve vaardigheden zijn van belang.’
Wat levert jouw onderzoek op? Katrien: ‘Ik bezocht voor mijn onderzoek vaak de kinderopvang en zag heel veel goeds gebeuren op de groepen. Bij de meeste pedagogisch medewerkers is er een adequate interactie tussen hen en de kinderen. Daardoor verloopt de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen prima en binnen een veilig pedagogisch klimaat. Tegelijkertijd zag ik ook dat het hier en daar soms op een heel simpele manier iets beter kon. Ik vermoedde dat de leidsters die vaardigheden gewoon in huis hadden, maar soms zelf nét even niet wisten hoe zij anders konden reageren dan zij gewend waren. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn, omdat je met heel kleine veranderingen die kwaliteit al kan verhogen. Het gaat om simpele dingen als: ga eens op ooghoogte van het kind zitten, praat met een rustige, warme stem, geef een kind een aai over zijn bol; dat
soort dingen. Ik vind het leuk pedagogisch medewerkers daarvan bewust te maken, want ik snap wel dat het soms lastig is daaraan te denken op een drukke dag waarop al zoveel moet. Maar het is net dat verschil waardoor je stapje voor stapje de kwaliteit vergroot. Het is heel leuk om pedagogisch medewerkers die eyeopener te bieden. Dat is mijn drijfveer.’ Katrien ontwikkelde als onderdeel van haar onderzoek ook een training waarin pedagogisch medewerkers kunnen werken aan hun vaardigheden. Katrien: ‘De training van vijf bijeenkomsten is simpel, maar intensief en pittig. In de ochtend train ik twee uur lang een individuele leidster op interactievaardigheden aan de hand van videofeedback. We kijken dan naar wat er eventueel anders kan. We zien bijvoorbeeld op de film dat zij een kind helpt met aankleden. Dan vraag ik haar hoe zij kan zorgen dat het meisje dit zelf gaat doen. Daardoor kan de leidster een volgende keer haar interactie veranderen, waardoor ze de zelfredzaamheid van een kind stimuleert. Door de videobeelden komt mijn boodschap bewuster aan. Ik film diezelfde pedagogisch medewerker daarna als ze op de groep aan het werk is, zodat ik kan zien of ze de nieuwe inzichten kan toepassen. Die beelden bespreken we samen tijdens de volgende trainingbijeenkomst. In de middag begeleid ik op dezelfde manier de andere medewerker van dezelfde groep. Zo ontstaat dus steeds een duo dat samen op die groep aan de slag gaat met die interactievaardigheden. De bevindingen van het onderzoek zijn vaak heel herkenbaar voor pedagogisch medewerkers. Uit de evaluatie blijkt dat de leidsters de training heel leuk vinden om te volgen. Ze ervaren vooral de intensieve sa-
KIDDO 3 • 2015
21
Tekst: Weija Steffens • Foto's: Ernst Dirksen, Staatsbosbeheer en Bigstock
Hoofdpunten uit het onderzoek Het onderzoek naar de kwaliteit van de kinderopvang laat zien dat videofeedback de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers kan verbeteren:
• Pedagogisch medewerkers doen het goed op het gebied van basale interactievaardigheden (sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie en structureren en grenzen stellen).
• Op de educatieve vaardigheden
Natuurbeleving 2.0 Speel- en ontdektips voor een groene zomer!
(praten en uitleggen, ontwikBasale vaardigheden van de pedagogisch medewerker dragen bij aan de sociaal-emotionele veiligheid van kinderen
kelingsstimulering en begeleiden van interacties) doen pedagogisch medewerkers het gemid-
menwerking als nieuw. Het is overigens vaak wel confronterend voor een pedagogisch medewerker om zichzelf op film te zien. Zo zagen een leidster en ik een keer hoe zij met tips aan de slag ging om het vertrouwen van een kind te winnen. Het kind maakte heel moeilijk contact en praatte ook niet op het kinderdagverblijf. Op die film zie je hoe het kind voor het eerst tegen de leidster ging praten. Dat was zo'n mooi emotioneel moment dat de leidster tijdens de videofeedback begon te huilen! De training is ook geëvalueerd en is daarmee evidence based. Dat houdt in dat er bewijs is dat deze training werkt in de praktijk. De interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers worden echt beter door de training. Hij is in principe geschikt om overal in de kinderopvang te gebruiken. Dat is een mooi gegeven.’
Wat zijn leuke momenten tijdens jouw onderzoek? Katrien: ‘Het was leuk dat ik het onderzoek als het ware mijn eigen 'winkeltje' was. Ik heb weliswaar veel hulp gehad van een prima onderzoeksteam dat veel werk uit handen nam. Maar ik was zelf verantwoordelijk voor alle fasen van het onderzoek; vanaf het filmen op de groep tot de ontwikkeling en uitvoering van de training.
22
KIDDO 3 • 2015
Dat geeft wel een enorme druk, want je moet het binnen de tijd die ervoor staat tot een goed einde brengen. Overigens was ik geen 'ervaringsdeskundige' toen ik aan dit onderzoek begon. Ik heb zelf als kind geen kinderopvang bezocht en heb er verder ook geen ervaring mee. Ik had daardoor een relatief onbevangen blik zonder vooroordelen of verwachtingen. Dat gaf veel vrijheid als onderzoeker.’ Wat zijn je plannen voor de toekomst? Katrien: ‘Ik vind de kinderopvang enorm gegroeid de laatste vijf à zes jaar. Er valt echter nog een grote slag te slaan bij de opleidingen. Ik zie het als mijn missie om roc's hierbij te ondersteunen. We hebben nu subsidie om de training die ik voor mijn promotie onderzoek ontwikkelde, ook op roc's te gaan uitzetten. De roc's kunnen vervolgens zelf hun studenten gaan trainen in interactievaardigheden. Een aantal roc's heeft hiervoor belangstelling getoond. Het Koning Willem I College in Den Bosch gaat de aftrap doen. Hun studenten krijgen straks als zij de opleiding hebben afgerond een NCKO-certificaat. Dat staat goed op je cv. Zo hebben we een stevig raamwerk om de kwaliteit te waarborgen.’ <
Met deze leuke, avontuurlijke en uitdagende spelideeën komen jij en de kinderen de zomermaanden wel door. Geschikt voor goed en slecht weer. En plezier gegarandeerd!
deld minder goed en soms zelfs onvoldoende.
• Pedagogisch medewerkers in
Duik ’ns in de prullenbak!
binnengaat, verzamelen jullie zo snel mogelijk het
De mooiste spelideeën liggen in de vergaarbak,
gebruikte materiaal.’
de babygroepen (0-2 jaar) zijn
daarvan is buitenspeelcoach Marja van Delden van
minder sensitief responsief dan
Kommee Buitenspelen overtuigd. ‘Met kosteloze
Plezier op verschillende manieren
collega's in de peutergroepen
materialen als dozen en lege flessen maak je van
Van Delden gelooft bij het (buiten)spelen in de
(2-4 jaar).
buitenspelen een feest. Vraag kinderen thuis schoe-
meervoudige intelligentie-theorie. ‘Niet ieder kind
nendozen, (schoongespoelde) melkpakken en plastic
wordt op dezelfde manier uitgedaagd. Elk kind heeft
boodschappentassen te verzamelen. Of denk aan
zijn eigen voorkeuren en ontwikkelt zich op zijn eigen
afgeleefde kleding en restmaterialen als plankjes,
manier. Het ene kind leert door te doen, het andere
touwen en tuinslangen. Ook kun je met de kinderen
door te observeren. Sommigen willen buiten alleen
in een park of bos zoeken naar natuurmaterialen als
maar voetballen, stoeien en klimmen en klauteren en
stenen, bladeren en takjes. En zo zijn er nog veel meer
zijn dus heel lichamelijk ingesteld. Anderen zijn meer
varianten te bedenken. Die gratis spulletjes kun je
geïnteresseerd in de natuur om zich heen, ze obser-
op allerlei manieren inzetten en hiermee het spel van
veren insecten en planten en verzamelen materialen
Katrien Helmerhorst: 'Child Care
kinderen verrijken. Zo kunnen zij onderzoeken, obser-
om daarmee te knutselen.’ Als je dit in gedachten
Quality in The Netherlands: From
veren, stapelen, construeren, meten, wegen, tellen
houdt, snap je waarom het ene kind iets wel en het
Quality Assessment to interven-
en sorteren.’ Ideeën voor spelactiviteiten heeft Van
andere kind iets niet leuk vindt. Daar kun je in de
tion'. Proefschrift. Universiteit van
Delden genoeg: ‘Je kunt gaatjes prikken in de bodem
kinderopvang rekening mee houden als je activiteiten
Amsterdam, 2014.
van een kartonnen koffiebekertje, deze vullen met
aanbiedt, adviseert Van Delden. ‘Als je veel dozen
water en hiermee tekeningen maken op het school-
verzamelt vindt de een het leuk om er een zo’n hoog
In principe kan elke organisatie
plein. Met pvc-buizen, tuinslangen, koppelstukken
mogelijke toren van te maken, terwijl de ander vooral
voor kinderopvang de training
en water kun je in de zandbak allerlei grachten en
zijn energie kwijt kan in het plattrappen van de dozen
van Katrien volgen. Er is, naast
ander moois creëren. Ga op je rug in het gras liggen
aan het einde van de spelmiddag. Door die variatie in
de training voor pedagogisch
en kijk welke figuren je in de voorbijdrijvende wolken
de activiteiten te scheppen, bied je ieder wat wils.’
medewerkers, inmiddels ook een
ziet. Organiseer een speurtocht: de ene groep hangt
Train-de-trainer-training. Voor
de lintjes op, de andere groep haalt ze op. Maak van
Meer leuke speelideeën vind je in de Buitenspeelmap die
meer informatie over de moge-
plastic flessen en andere materialen bootjes en laat
Marja van Delden samenstelde. Je kunt deze bestellen via
lijkheden en kosten, mail je naar:
ze drijven in de regenplassen. En zo kan ik nog wel
www.kommee.com. Kommee Buitenspelen organiseert
[email protected]
even doorgaan. En als laatste spel, voor iedereen naar
ook inspiratiesessies, lezingen en gastlessen.
Meer lezen of informatie over de training?
>
KIDDO 3 • 2015
23
Natuurbeleving 2.0 Meer tijd en aandacht besteden aan natuurbeleving
• Haal je diploma hulpboswachter! Kinderen tussen 6
Leesvoer!
Doe ’ns wat anders!
Wil je nog meer inspiratie opdoen, duik dan eens in deze
• Prikkel de fantasie van de kinderen en neem ze
boeken:
mee naar een openluchttheater midden in het bos.
• Download gratis het Natuur-ideeënboek van de Stichting
Bezoek samen een (poppen)theater- of muziekvoor-
blijft ook in de kinderopvang belangrijk, want steeds
en 11 jaar ontdekken de natuur tijdens een wandeling.
SWKGroep in samenwerking met CurZus&Zo. Hierin vind je
stelling. Of creëer zelf met elkaar een toneelstuk
meer kinderen weten niet dat een spin acht poten heeft.
De kinderen krijgen een rugzak met alle toebehoren
25 dingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde jaar.
(bijvoorbeeld gebaseerd op een favoriet kinder-
Dat kevers heel veel poep opruimen. Dat regenwormen
van een echte boswachter te leen: een hulpboswach-
Wat dacht je van het dansen van de paddenstoelendans,
boek), maak een podium en decor en geef in de
de grond voorzien van voedingsstoffen voor alle planten
terjas, verrekijker, kompas en Het hulpboswachters-
schatgraven op het strand, het maken van je eigen mod-
openlucht een voorstelling. www.natuurtheater.nl/
die erin wortelen. Dat bomen de lucht zuiveren en ons
handboek. Doorloop je alle opdrachten goed, dan
derschilderij, het vangen van de wind en mozaïeken met
poppentheater of www.theateralacarte.nl of
zuurstof geven. Het is ook handig als je weet hoe je een
ontvang je een heus diploma van de Boswachter
graansoorten? www.swkgroep.nl/natuur-ideeenboek.php
hut kunt bouwen of in een boom kunt klimmen. Onder
Academie.
(Agentschap voor Natuur en Bos) staat boordevol kant-en-klare Buiten Benen is een uitgave
van Inverde vzw met steun
gende en leerzame activiteiten voor kinderen van alle
van Natuurpunt in Vlaanderen. Leen een Boeboeks-
spelletjes in bos en natuur, weetjes
leeftijden. Ook bij jou in de regio:
rugzakje en help mee de opdrachten en raadseltjes
over planten en dieren, originele
• Laat de kinderen ravotten in een van de vele speelzo-
op te lossen.www.natuurpunt.be/op-stap-met-de-
kooktips, en doe-ideeën die inspi-
boeboeks-0
ratie geven voor natuurvriendelijke
nes in bossen of natuurgebieden. In speelzones mag
van de Vlaamse overheid
buiten benen
www.staatsbosbeheer.nl/hulpboswachter • Ga met de Boeboeks op stap in een van de gebieden
ren leren wat een boswachter precies doet, wat er groeit en leeft in het bos en waarom het belangrijk is dat er bossen zijn. Of ga met de boswachter mee
buiten HANDBOE K VOOR NATUURV RIENDELIJ
K SPELEN
naar buiten op zoek naar kabouters, kriebeldiertjes, waterbeestjes en andere natuurwonderen. www.natuurmomenten.nl
je naar hartenlust ravotten zonder dat je op de paden
• Het Dierenvriendjespad: in verschillende bossen en
moet blijven. Deze gebieden zijn meestal vrij toegan-
natuurgebieden kunnen kinderen tussen 3 en 7 jaar
kelijk tussen 8.00 en 22.00 uur. Sommige speelzones
samen met de Dierenvriendjes 1,5 uur op ontdek-
zijn enkel in de zomermaanden toegankelijk.
kingstocht. Zij beleven allerlei avonturen bij het
tuureducatiecentrum De Vroente. Hierin staan 16 hapklare
ken. Gratis te downloaden via www.lne.be/campag-
Op www.natuurenbos.be (onder De Natuur in! -> Spe-
uitvoeren van een aantal opdrachten. www.staatsbos-
natuurspelen. Ideeën voor grote en kleine groepen, van rus-
nes/speelgroen/over-speelgroen/zelf-aan-de-slag.
len in het Bos) zie je op de kaart waar de speelzones
beheer.nl en zoek op Dierenvriendjespad.
tig tot actief. www.lne.be/organisatie/centra/de-vroente/
Voor tips en advies hierover kun je ook aankloppen
vroentespelenboek.pdf
bij www.pimpjespeelplaats.be, www.springzaad.be,
liggen in Vlaanderen en vind je meer tips voor natuur-
• Via het BloteVoetenPad ontdek je de natuur op blote
activiteiten in de vier seizoenen. www.inverde.be/Buitenbenenboek • Download gratis het Natuurspelenboek van het Vlaamse na-
beleving. Op www.staatsbosbeheer.nl/speelbossen
voeten. Je vindt ze in Zutendaal (www.lieteberg.be),
zie je de Nederlandse speelbossen.
in Brunssum (www.blotevoetenpark.nl) en in Twello
gelijke buitenavonturen voor baby’s, peuters en kleuters.
(www.hofvantwello.nl). Of maak in jullie tuin een
www.a3boeken.nl
• Kinderen vanaf 8 jaar kunnen op expeditie in een van de vele klimbossen in Nederland. Hoog boven de grond, klimmend en klauterend door de boomtoppen.
• In Kaboutersoep en wonderblaadjes lees je alles over zintui-
en adviezen hoe je natuuractiviteiten start, uitbouwt en
worden er heel wat activiteiten aangeboden en spel-
afstemt op verschillende leeftijdsgroepen tussen 0-12 jaar.
www.staatsbosbeheer.nl/klimbossen
materiaal ontwikkeld. Zie www.weekvanhetbos.be en
En hiervoor hoef je echt niet naar een bos of boerderij. In de
tinyurl/wvhb-voorbij voor activiteiten van de eerdere
directe omgeving van de kinderopvang is vaak al genoeg te
edities.
beleven. natuur.swpbook.com
loop je met z’n allen het Kabouterpad, een route van 500 tot 1.500 meter door het bos. Onderweg luiste-
• Altijd al het grijze speelplein willen omtoveren tot een groen en avontuurlijk terrein? Met de praktische tips uit het Handboek Speelgroen moet dit gaan luk-
www.springzaad.nl, www.groencement.nl of www.veldwerknederland.nl
• In het boek Horen en zien, ruiken, voelen, proeven vind je tips
eigen blotevoetenpad! • Tijdens de Week van het Bos (ieder jaar in oktober)
Met wiebelbruggen, tokkelbanen en touwladders. • Met een puntmuts op en je wangen rood geschminkt,
• BOS+ heeft heel wat bosspelen voor verschillende
• Voor concrete bestemmingen of het opdoen van ideeën die
Wist je dat? • De natuur altijd anders, inspirerend, leuk, uitdagend en leerzaam is? • 60% van de kinderen tot 12 jaar minder televisie zou kijken wanneer het buiten spelen minder saai zou zijn?
ren de kinderen (van 0 tot 4 jaar) naar een verhaal uit
leeftijdscategorieën gebundeld op haar site. Kijk op
je ook dichterbij kunt uitvoeren: het boek 1000 dingen doen
• Buiten spelen goedkoop én gezond is? Ga eens bra-
het kabouterboek en doen ze kabouteropdrachten. Er
tinyurl.com/bosplus-bosspelen voor een kleuterbos-
in Nederland, De leukste tips, trips en ideeën voor
men plukken, kijken naar de opkomende zon of pluk
zijn in Nederland zeven kabouterpaden te vinden, kijk
spel (i.s.m. Marc De Bel) of ga op zoek naar de Schat-
een heerlijk dagje weg. www.kosmosuitgevers.
maar op: www.staatsbosbeheer.nl/kabouterpad
kist van Boris de Bostrol.
nl/boek/1000-dingen-doen-in-nederland • Een leerzame natuurgids om kinderen kennis te laten maken met de wondere wereld van insecten: Insectendetective, inclusief vergrootglas! www.kosmosuitgevers.nl/ boek/insectendetective
Trek eropuit! • Organiseer in de (zomer)vakantie een onvergetelijk out-
KIDDO 3 • 2015
len, in de regenplassen stampen en in bomen klimmen. • Buiten spelen niet gevaarlijk hoeft te zijn: volgens onderzoek vallen er jaarlijks meer kinderen uit hun bed dan uit een boom. Bron: Natuur-ideeënboek/SWKGroep
Educatieboeren van Boerderij in de kijker (regio MiddenNederland) bieden speciaal voor de buitenschoolse opvang een aangepast programma of een belevingsroute.
de survivalactiviteiten maken het feest compleet: zoek in
Wat dacht je van speuren in de natuur of leren hoe je kaas
het bos naar bramen, beukennootjes en/of kastanjes om
maakt? Leuk voor de vakantie of een woensdagmiddag! www.boerderijindekijker.nl
rooster een marshmellow), spring over beekjes en balan-
• Vaak organiseren kinderboerderijen ook programma’s
ceer over boomstammen, bouw een vlot en zet samen het
speciaal voor de kinderopvang en/of buitenschoolse
tentenkamp op. Laat je inspireren op www.opkamp.be,
opvang. Kinderen leren er van alles over dieren en/of de
of door de vijftig bosdingen die je gedaan moet hebben
herkomst van voedsel. Ook bestaan er rijdende kinder-
voor je 12 wordt op www.deboomin.eu (checklist).
boerderijen en dier-o-theken. Kijk eens op
• Kinderen houden van dieren. Hoe leuk is het om koeien, Met dank aan BOS+
appels uit de bomen! • Vies worden mag? Laat kinderen door de modder rol-
door-vakantiekamp voor de oudere kinderen. Uitdagen-
te poffen, maak een kampvuur (en zing gezellig liedjes of
24
www.muziekmethetjongekind.nl • Nodig eens een keer een boswachter uit! Kinde-
SPELEN
voor Natuur en Bos in Vlaanderen organiseren uitda-
HANDBOEK VOOR NATUURVR IENDELIJK
meer Staatsbosbeheer in Nederland en het Agentschap
• Het Buiten Benen Boek van Inverde
paarden of schapen zelf te mogen voeren en aaien?
www.roelsbeestenboel.nl, www.cantecleer.com of www.thomasbeestenbus.nl
KIDDO 3 • 2015
25
■
KINDERBOEKEN Tekst: Jessica Crezee & Ellen Rutgeerts
Elke maand ontvangt de KIDDO redactie nieuwe peuter-, kleuter- en kinderboeken. Deze exemplaren haalden we deze maand uit de boekenberg!
Geschiedenis met een twist Pieter Van Oudheusden & Benjamin Leroy, De jacht op de sabeltandtijger. De Eenhoorn. Prijs: € 16,95. Leeftijd: 5+ In de groep van Olun zijn de mannen jagers en de vrouwen pluksters. Tot daar de geschiedenis zoals wij ze kennen. Wanneer de medicijnman voorspelt dat de sabeltandtijger komt, wil Olun mee op dat dier gaan jagen, al was het maar om indruk te maken op Uma… Hoe leefden mensen vroeger? Waar kwam de eerste tekening vandaan? Verschillen meisjes en jongens minder dan we denken? Leroy maakte kleurrijke, haast stripachtige tekeningen bij dit verhaal. Een boek voor jonge en al wat oudere kinderen, voor jongens en meisjes, voor artistiek en avontuurlijk aangelegde lezers.
KIDDO
Wat hoort Nijntje allemaal?
De cirkel is rond
Dick Bruna, nijntjes geluidenboek, wat hoor je nijntje? Mercis Publishing B.V. € 14,95. Leeftijd: 1-4 jaar
Guido van Genechten, Misschien. Clavis. Prijs: € 16,95. Leeftijd: 5+
Nijntje wordt wakker en beleeft een mooie dag. Welk geluid maakt de koe en herken je de fietsbel? Zing mee met het Nijntje-lied op de cover en droom weg bij het slaapliedje op de laatste pagina. Luister wat Nijntje hoort gedurende een dag in dit vrolijke geluidenboek. De handige knopjes met mooie geluiden zijn een vrolijke aanvulling op de bekende illustraties. En kleine Nijn is in juni jarig en viert haar zestigste verjaardag in het Centraal Museum in Utrecht, met maar liefst 1000 vierkante meter educatief speelplezier! Geopend van 20 juni tot 20 september. Kijk op www.centraalmuseum.nl/Nijntje.
Hoe begint iets? Met niets? Volgens van Genechten start alles met kleuren, daarna komen de vormen. Zo maakt hij planten, dieren, dingen, mensen. Worden deze origami-achtige figuren, als ze stuk gaan, gewoon weer stukjes? Zo maakt van Genechten de cirkel rond. Als
Twee straffe oma’s Inge Misschaert & Riske Lemmens, Heb geluk. De Eenhoorn. Prijs: € 13,50. Leeftijd: 9+ Jinke praat niet meer, daarom moet ze naar haar oma. Zijn het de herinneringen aan haar zus Jutta die haar doen verstommen? En zal Jinke ooit opnieuw de woorden vinden om haar verdriet te uiten? Oma heeft geduld. Een bijzonder boek over onuitspreekbaar verdriet. Ingetogen tekst en suggestieve illustraties grijpen de lezer naar de keel en naar het hart. Stefan Boonen & Milvin, Hier waakt oma. De Eenhoorn. Prijs: € 13,95. Leeftijd: 8+ Het jaarlijks weekend bij oma heeft een aantal vaste rituelen: een rammelbus, ontbijt met muizenkeutels, ontdekkingstocht door het bos en kampvuur. Bij oma doen de kleinkinderen alles wat niet mag. Kleintje vindt het soms echt eng, maar hij lijkt er ook van te groeien… Stripachtige tekeningen maken van dit boek een grafische novelle voor jonge kinderen. Op Youtube onder ‘hierwaaktoma’ vind je alvast een voorproefje.
!!! WIN
Pimm van Hest & Kristof Devos, Het weerjongetje. Clavis. Prijs: € 15,95. Leeftijd: 6+ Een jongetje wordt geboren, de zon breekt door de wolken. Maar wanneer hij begint te huilen, vallen dikke druppels uit de wolken. Al snel begrijpt iedereen dat het humeur van deze jongen het weer beïnvloedt. Al gauw heeft Weerjongetje er genoeg van. Hij wordt koud vanbinnen, en de wereld met hem. Wie kan hem overtuigen om het opnieuw te laten dooien? In dit verhaal ontdekken kinderen de kracht van vriendschap en hoe belangrijk het is om voor jezelf op te komen en in jezelf te blijven geloven. De potloodtekeningen van Devos gaan goed samen bij de poëtische taal die Van Hest gebruikt. Een mooi nieuw sprookje is geboren.
Avonturen in de zee… Diep, dieper, diepst Mariken Jongman & Yoko Heiligers, Grote kleine potvis. Uitgeverij Marmer. € 14,95. Leeftijd: 3-6 jaar Kleine Potvis is groot. Groot genoeg voor een duikje dieper, vindt hij zelf. Naar beneden, steeds verder, want daar is het
Op maat van beginnende lezers
avontuur! Hij ontmoet zeebewoners met
Evelien De Vlieger & Noëlle Smit, Job en de duif schrikken
reuzenogen. Lekker spannend. Maar span-
zich een bult. Lannoo. Prijs: € 14,99. Leeftijd: 7+
nend kan gevaarlijk zijn. Kleine Potvis mag
In dit Job-boek slaagt De Vlieger er opnieuw in om met
dan groot zijn, de zee is nog veel groter!
makkelijke woorden en korte zinnen heel wat te laten ge-
Grote kleine potvis is een spannend pren-
beuren. Zo komt er een kat bij kijken en een trip naar Parijs.
tenboek over een kleine potvis die zichzelf
Een boek voor beginnende lezers dat allesbehalve saai en
groot genoeg vindt voor een duik die hem
kinderachtig is.
tot diep, dieper, diepst in de zee brengt.
messcherpe tanden, met sliertige poten en
Kan hij daarna zijn familie nog wel terugvinSylvia Vanden Heede & Marije Tolman, Hond weet alles en Wolf niets. Lannoo. Prijs: € 14,99. Leeftijd: 7+
den? De tekst en typografie staan in dienst
In dit boek worden korte dialoogjes tussen Hond en Wolf
mooi geheel vormt.
van de fraaie illustraties, waardoor het een
ketten en de maan aangevuld met weetjes en doe-opdrach-
Op zoek naar nummer 10
ten en quizvragen. De spannende en grappige onderwerpen
Anita Bijsterbosch, De zoektocht van papa
De KIDDO-Leespluim van april 2015 gaat
moet door een donkere tunnel. Aan het eind schrikt hij zich
slaan zeker aan en doordat het niet om één lang verhaal
Zeepaardje. Clavis Uitgeverij.
naar De grote hond van Andrea Hensgen en
een hoedje van een woest blaffende hond! Daarna moet hij
gaat, blijven beginnende lezers geboeid.
€ 14,95. Leeftijd: vanaf 2,5
Béatrice Rodriguez, uitgeverij De Eenhoorn.
een dreigende man passeren. Gelukkig kan hij zich rennend in
€ 13,95. Vanaf 3 jaar
veiligheid brengen en komt hij aan op het schoolplein, waar
jaar Papa Zeepaardje is een van
ook nog een boze vader met de juf staat te praten. Later op
Sylvia Vanden Heede & Thé Tjong-Khing, Vos en Haas vieren feest en Vos en Haas. Vos schept op. Lannoo. Prijs: € 7,50.
Een verhaal zonder woorden spreekt al je
de dag moet hij ook weer terug naar huis… Een verrassend,
Leeftijd: 7+
kwijt. Hij zoekt achter het
zintuigen aan. Je verliest je in de tekenin-
spannend en ontroerend verhaal dat herkenbare emoties
Wanneer Vos na uren koken eindelijk wil opscheppen,
koraal, in de schelp en
oproept en veel gespreksstof kan opleveren.
protesteert Haas: hij mag het eten wel opscheppen, maar
onder de stenen. Hij vindt
hij mag niet over zichzelf opscheppen. In het feestboek is
vooral heel veel andere baby’s die in zee
gen en vertaalt het verhaal dat zich daarin
verschuilt met al je zintuigen: geuren stijgen op,
26
Weer werkt op het humeur
over mummies en skeletten, robots, ridders en piraten, ra-
April
bekende kinderboekenauteur- en illustrator levert hij met Misschien iets heel anders af, een combinatie van diepzinnig denken en kinderlijke verwondering. Een prachtig boek dat je steeds opnieuw kunt bekijken en bespreken. De twaalf vormen kun je downloaden via www.clavisbooks.com/wosmedia/627/misschien__ figuren.pdf, kinderen kunnen hiermee hun eigen creaties maken.
zijn tien babyzeepaardjes
spanning is duidelijk voelbaar, je proeft de sfeer en ziet de
Deze titel winnen? KIDDO geeft 5 exemplaren van de
er een soortgelijk probleem. Vieren doe je met z’n vieren,
wonen. Waar is zijn baby toch? Een vrolijk
ontwikkeling op iedere bladzijde. Zo’n verhaal is De grote
Leespluimwinnaar weg. Winnen? Mail dan naar leespluim@
maar er zijn maar drie toetjes! Wat nu? Zoals steeds speelt
zoek- en telboek met flapjes voor peuters
hond. Je ziet een jongetje wat onzeker op weg gaan naar
mailswp.com o.v.v. de titel van het boek! Vergeet niet je
Vanden Heede met de gelaagdheid van taal. Dat maakt deze
vanaf 30 maanden met de taalontwikkeling
school. Zijn moeder zwaait hem bemoedigend toe. O jee, hij
adres erbij te vermelden!
boeken voor beginnende lezers dubbel zo leuk en interessant.
van het kind als thema.
KIDDO 3 • 2015
KIDDO 3 • 2015
27
■
WAAROM? DAAROM! Tekst: Christine Faure • Foto: Caroline Boudry
WAAROM
werkt een dikke duim niet altijd?
‘Een kind hoeft niet steeds “flink” te zijn om de aandacht te krijgen die het verdient’
Als kinderen zich goed gedragen, geven we ze een dikke duim, een pluim, een compliment of een sticker. Dit werkt omdat alle kinderen verlangen naar aandacht: als ze beloond worden krijgen ze die volop. Tot kinderen zich enkel nog goed gedragen als er een beloning volgt... Zijn er ook andere manieren om kinderen te motiveren en ze te ondersteunen in hun ontwikkeling? KIDDO vraagt het aan Maarten Vansteenkiste, professor motivatiepsychologie aan de Universiteit Gent.
‘K
inderen hebben een natuurlijk groeiritme en een natuurlijke drijfveer om te groeien en inzicht te verwerven’, stelt Vansteenkiste. ‘Op psychologisch vlak hebben ze behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie. Dat zijn voor mij de drie psychologische vitamines voor groei. 1. Autonomie betekent dat het kind zelf de motor mag zijn, dat het kind zichzelf trouw kan zijn. Dat wil ook zeggen dat het emoties mag uiten: blij, boos, verdrietig. Een kind hoeft niet steeds “flink” te zijn om de aandacht te krijgen die het verdient. 2. Verbondenheid staat voor nabijheid en warmte. Als het kind relaties heeft met volwassenen en andere kinderen, voelt het zich gezien en erkend. 3. Competentie verwijst naar het gevoel iets te kunnen, iets tot een goed einde te brengen.’
Drie vitamines gaan samen Deze drie vitamines voor groei en ontwikkeling dragen volgens Vansteenkiste bij aan het zelfvertrouwen en welbevinden van kinderen. ‘Vaak gaan deze vitamines hand in hand. Als je kortaf reageert, bijvoorbeeld met: ‘Stop nu toch eens met huilen’, dan heeft dat voor een kind negatieve invloed op 1. het autonomiegevoel: het kind mag zijn gevoelens niet tonen; 2. de verbondenheid: het kind ervaart afstand tot jou; en 3. het competentiegevoel: het kind denkt dat het iets fout heeft gedaan.’ Volgens Vansteenkiste kom je wél aan de vitamines tegemoet wanneer je rekening houdt met de natuurlijke groeiprocessen en de motivatie die in het kind zelf aanwezig zijn. ‘In de opvoeding blokkeren we die innerlijke motivatie soms. Of we gaan het kunstmatig versnellen. Denk aan een beloning voor gewenst gedrag. In een sticker zit natuurlijk positieve feedback: op zich speelt dat in op de drie behoeften van een kind. Maar het subtiele gevaar schuilt in het feit dat de motivatie van het kind verschuift naar de beloning. Als je steeds een beloning krijgt wanneer je je speelgoed deelt met andere
28
KIDDO 3 • 2015
kinderen, dan ga je nog meer delen. Niet om leuk samen te kunnen spelen met anderen, maar omdat je een sticker krijgt. Dit is de alsdan-strategie. Als je helpt, dan krijg je een speelgoedje. Als je op het potje gaat, dan krijg je een sticker. Zo ondergraven we de interne motivatie: samen spelen voedt de vitamine van verbondenheid en geeft het kind vanzelf voldoening. Is het dan nog nodig om dat ook extern te belonen?’
Voorwaardelijk karakter Kan een beloning nu echt zo veel kwaad? Onderzoek toont aan dat, als je stopt met belonen,het gewenste gedrag weer kan wegblijven. Vansteenkiste ziet bij systematisch werken met beloningen in de opvoeding nog andere gevolgen. ‘Het leert kinderen om zich te oriënteren naar wat van hen verwacht wordt. Maar het zorgt ook voor druk en gaat soms gepaard met angst om te falen. Een dikke duim is bevestigend. Maar wat als je het niet krijgt? Dat ondermijnt bij het kind zowel het autonomie- als het competentiegevoel.’ ‘Bovendien is er het risico dat je aan een kind begint te trekken, terwijl het nog niet rijp is om de volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Wat is bijvoorbeeld de meerwaarde van een beloningssysteem in het zindelijkheidsproces? Als het kind hiervoor nog niet klaar is, krijgt het een gevoel van tekortschieten. Als het kind er wel klaar voor is, heeft het zo’n beloning niet nodig. Dan is het kind vanzelf trots dat het lukt. Vaak volstaat in dit proces onze gewone ondersteuning: leuk dat je het al wil proberen, ik zal je er vaak aan herinneren, enzovoort.’ ‘Een ander bijeffect is dat kinderen de beloning als een vorm van aandacht gaan zien. Vaak zijn ze zelf heel trots op de pluim die ze hebben gekregen. Maar eigenlijk heeft dit soort aandacht van volwassenen een heel voorwaardelijk karakter. In plaats van te ondersteunen, richten we ons op sturen en controleren. En we
gaan voorbij aan de eigen waarde en het eigen ritme van het kind. Klassiek voorbeeld: een jong kind valt en huilt. Omdat je snel wil troosten, zeg je: ‘Ach, niet huilen. Zo, dat is beter. Flink hoor, dikke duim!’ Op dat moment leert het kind om de eigen emotie onder de mat te vegen. Als we dit systematisch doen, kan het kind geen intern kompas opbouwen. Het leert niet naar zichzelf te luisteren.’
Zoek de obstakels Vansteenkiste haalt er beeldspraak bij. ‘We houden kinderen een wortel voor om ze te bewegen in de richting die wij voor ogen hebben. Als een kind dat niet doet, waarom vragen we ons dan niet af wat de obstakels zijn? Waarom ergeren we ons alleen maar, in plaats van ons in te leven en nieuwsgierig te zoeken naar de reden van het verzet? Natuurlijk, soms heeft het te maken met de nogal heftige manier waarop kinderen kunnen reageren. Denk aan een baby die krijst omdat de papfles te warm is. Of een peuter die stampvoet omdat hij niet buiten mag spelen. Jonge kinderen hebben soms geen andere manier om heftige emoties te uiten. En als we rekening houden met vitamine A, autonomie, dan kunnen we dit beter proberen te respecteren. Maar als we heel eerlijk zijn, lokken we het soms ook uit. Vaak hebben we onze eigen agenda. We vinden dat het kind zindelijk moet zijn voor het naar school gaat. Het puzzelen duurt te lang. We hebben geen zin om jas en schoenen aan te trekken om met een kind naar buiten te gaan. Enzovoort. We projecteren onze eigen verlangens, leggen een bepaald ritme op en ontnemen het kind de kans om te leren. Natuurlijk leidt dat bij hen op den duur tot frustratie, en dus tot verzet.’
Het nieuwe grenzen stellen Een grote inleving in het kind leidt voor Vansteenkiste niet tot controleverlies. ‘Ik pleit niet voor het loslaten van grenzen, wél voor een bepaalde manier van grenzen stellen. Ik denk dat we soms onderschatten wat kinderen op zeer jonge leeftijd kunnen begrijpen. Als we een kind leren om niet bij de haard te komen, zeggen we: ‘Blijf weg, het is gevaarlijk!’ Maar je kunt het kind op zijn niveau ook laten begrijpen waarom niet. Ga op je knieën zitten en strek samen met het kind je hand in de richting van het vuur, laat het kind voelen hoe warm het vuur is. Door die ervaring zal het inzicht bij het kind groeien en ook de wil om zich te houden aan de grens die getrokken wordt. Autonomie, verbondenheid en competentie ondersteunen betekent niet het weglaten van grenzen. Je doet het alleen meer afgestemd op de mogelijkheden en het ritme van elk kind.’ <
Meer lezen? Vitamines van groei. Over de motiverende rol van ouders in de opvoeding. Maarten Vansteenkiste & Bart Soenens. Academia Press.
Meer doen met dit onderwerp? Dit artikel kun je ter verdieping en reflectie op je eigen aanpak gebruiken in je team, met je collega’s of bij je studie. Aanvullende tips en tricks bij dit onderwerp vind je op www.kiddo.net/tipsandtricks. Gebruik hiervoor het wachtwoord op pagina 3 van deze KIDDO!
KIDDO 3 • 2015
29
■■
OKIDDO 4 t/m 12 jaar Tekst & foto's: Veerle Derave
Soms begin je met een klein idee en eindig je met een onverwacht groot resultaat. Afgelopen jaar kwam de buitenschoolse opvang in Dendermonde via een tekenactiviteit met textielstiften tot een patchwork laken en een heuse picknick. Zo groeide een eenvoudige activiteit in de buitenschoolse opvang uit tot een prachtig project met kinder- en ouderparticipatie. Met dit verslag wil KIDDO laten zien waar de kansen liggen om van klein naar groot te gaan.
Samen op het pick nicklaken April: Flower Power-vakantie Begeleidster Félicité weet nog niet dat een activiteit van een halve dag zal uitmonden in een langetermijnproject. ‘Het thema in de lentevakantie is Flower Power. De kinderen kunnen onder meer kleine lapjes stof versieren met textielstiften. Eerst tekenen ze vooral bloemen, maar al snel gaat de creativiteit van de kinderen met het onderwerp aan de haal en verschijnen er prachtige tekeningen op de doekjes. Daar blijft het niet bij. Ook nadien willen de kinderen op woensdagnamiddagen lapjes tekenen en knippen. De resultaten zijn zo mooi dat er iets meer mee moet gebeuren. Met naald en draad naaien enkele oudere kinderen de lapjes aan elkaar.’ En dan gaat de bal aan het rollen.
Mei: Een plan en een oproep In het hoofd van Félicité broeit een plan: ‘Het doek waarop we soms met de kinderen picknicken, is eigenlijk veel te zwaar. Als we van de lapjes nu eens een picknickdeken zouden maken? Maar dan moet het natuurlijk wel groot genoeg zijn.’ De naaimachine wordt erbij gehaald en enkele begeleiders verwerken alle creaties tot een mooi picknickkleed. Het is groot genoeg voor de oudere kinderen maar nog niet voor de hele opvang. Dus gaat Félicité nog een stapje verder. ‘Met een brief en door ouders persoonlijk aan te spreken, brengen we iedereen op de hoogte van ons plan. De oproep om restjes stof mee te geven naar de
30
KIDDO 3 • 2015
opvang, heeft heel wat respons. De stoffenvoorraad die de gezinnen aanleveren, vullen we zelf verder aan met doeken uit de kringloopwinkel en de rommelmarkt.’
Juni: Naaidagen Félicité is maar wat blij met de opkomst tijdens de naaidagen. ‘Veel ouders kunnen zich niet vrijmaken op een werkdag. Toch hebben we tijdens de twee geplande ochtenden enkele goede naaisters en ook voldoende andere ouders om alle stof tot lapjes te knippen. Met koffie en koekjes wordt het extra gezellig. Tijdens het naaien komen de gesprekken op gang. Over koetjes en kalfjes maar ook over de kinderen en de opvang. Er is tijd om rustig met elkaar te praten en informatie uit te wisselen. Het is niet alleen leuk om hulp te krijgen van de ouders, de gesprekken zijn voor mij minstens even waardevol.’ Op de grond ligt het afgewerkte laken van de kinderen: tekeningen op restjes stof en daartussen ook gewone lapjes. Daarnaast ligt een nog grotere lap met al enkele stroken kleine lapjes erop. Aan een tafel zitten een paar ouders gezellig te werken en babbelen. Samen met vijf anderen knipt Nele gelijke vierkantjes uit. ‘Toen ze me aanspraken om mee te werken dacht ik dat ik niet kon helpen omdat ik niet kan stikken. Maar er is ook ander werk.’ Stefaan werkt parttime en kon zich makkelijk vrijmaken. ‘Het laken wordt gemaakt met oude materialen, dat vind ik echt goed’, zegt Stefaan. Alle restjes gaan in
een doos. ‘Daarmee gaan we later met de kinderen knutselen’, verduidelijkt Félicité. Niks gaat verloren. Aan een andere tafel razen de naaimachines, met z’n vieren s tikken de moeders alle lapjes in lange stroken. Het vordert goed. De naaisters leggen alles op een gewatteerde ondergrond van 3 bij 3 meter. Het wordt nog een krachttoer om het geheel in elkaar te krijgen. ‘Ik werk hier graag aan mee’, zegt Anneke. ‘Alle initiatieven om kinderen buiten te krijgen, vind ik goed. Hoe minder de kinderen achter een scherm plakken, hoe beter.’ Waarmee het gesprek verder gaat over buiten spelen en het belang van natuur voor kinderen.
Juli-augustus: Picknick In de vakantie staan twee data aangekruist. ‘We willen met de hele opvang naar het park om daar samen te picknicken. Toch minstens één van die twee dagen moet het mooi weer zijn, niet? Dan kunnen we onze grote picknick doen.’ En inderdaad, midden juli is het zover. Al vroeg in de ochtend maken twee begeleidsters de picknickplek klaar. In het park zetten ze tentjes op en plaatsen ze parasols in vrolijke kleuren tegen elkaar. Het reuzegrote picknicklaken wordt de centrale plek. De plek die de buitenschoolse opvang van Sint-Gillis inpalmt, lijkt wel een camping! Even later komen de kinderen vanuit de opvang aangestapt. Ze hebben het enorm naar hun zin op ‘Camping Sint-Gillis’. Ze
kruipen in en uit de tentjes. Hun fantasie krijgt vleugels. ‘Hier was de keuken, en nu moest je gaan slapen.’ ‘Jij moet in de gevangenis, want je was stout!’ roepen twee kleuters terwijl ze een derde kind onder een parasol duwen. Tegen het middaguur komt een begeleider met een bolderkar vol brooddozen. Alle kinderen doen hun schoenen uit en zoeken een plekje op het kleed. Opvallend is de gezelligheid en rust waarmee kinderen van hun boterhammen genieten. Groot en klein door elkaar, ieder op zijn eigen tempo, eten de kinderen hun boterhammendoos leeg. ‘Eet jij ook met ons mee? Ik vind het superleuk op het laken’, komt een kleutertje vertellen. Wie klaar is, kan meteen weer gaan spelen. Het groepje trage eters verkleint en schuift steeds dichter bij Félicité. Tijd voor wat extra aandacht en gekeuvel. Begeleidsters Félicité en Wendy genieten duidelijk mee. ‘Straks gaan we nog kriebelbeestjes zoeken voor in onze beestenpotjes’, zegt ze terwijl ze nog enkele kinderen insmeert met zonnebrandolie. Die gaan nog lang niet naar huis. <
Met dank aan Félicité Mukazibera en het team, ouders en kinderen van IBO Sint-Gillis-Dendermonde.
Meer activiteiten
Nog meer originele activiteiten vind je op www.kiddo.net/activiteite n. Het wachtwoord staat op pagina 3 van deze editie.
KIDDO 3 • 2015
31
Tekst: Lien Van Laere • Foto's: Caroline Boudry
5 tips voor een warm welkom = Besteed ook bij kinderen die alleen in de (zomer)vakan-
tie komen aandacht aan een goede ontvangst, zeker bij bijzondere behoeften. = Wijs elk kind een aandachtsbegeleider/vaste pedago-
gisch medewerker toe. Het biedt rust en houvast, zeker in de beginperiode. = Laat maximaal 3 weken tijd tussen de kennismakings- en
instapdatum. Zo kennen de kinderen de ruimte en de gezichten nog. = Plan de kennismaking tijdens de openingsuren. Als ouders
Wennen aan de buitenschoolse opvang, vol onbekende gezichten en nieuwe indrukken: het vraagt veel van kinderen, zeker in combinatie met een nieuwe school. Caramea Walraeve, coördinator van De Kereltjes in Ledeberg, onderzocht met haar team hoe kinderen, ouders en begeleiders samen een comfortabele start kunnen maken.
Prettige kennismaking! Waarom wennen ook in de buitenschoolse opvang zo belangrijk is
T
ot 3 jaar kunnen kinderen bij De Kereltjes terecht in voorschoolse groepsopvang, vanaf 3 jaar in de buitenschoolse opvang (anders dan in Nederland waar kinderen met 4 jaar naar de basisschool en buitenschoolse opvang gaan, red.). Omdat De Kereltjes georganiseerd wordt door Stad Gent is dit STIBO – Stedelijk Initiatief voor Buitenschoolse Opvang – verbonden aan een stadsschool. Kinderen en ouders die nieuw starten in de school, maken automatisch kennis met het STIBO. Tijdens de schoolvakanties komen ook kinderen van andere scholen naar de buitenschoolse opvang, dan is er een aparte kennismaking.
Een grote stap Caramea en haar team zien dat tijd maken voor een ontspannen en persoonlijke kennismaking loont. Het maakt niet alleen de start makkelijker, het verbetert ook het latere contact tussen ouders, kind en begeleiders. ‘De kinderen uit onze voorschoolse opvang kwamen al in het STIBO-lokaal meespelen om er vertrouwd mee te raken. Vorig jaar realiseerde ik me dat de overgang voor nieuwkomertjes eigenlijk nog groter is. Zij komen zowel in een nieuwe school als opvang terecht. Ook voor kinderen van andere scholen die hier alleen tijdens de vakanties komen, is alles nieuw. Daarom investeren we nu voor elk nieuw kind in een uitgebreide kennismaking en rondleiding. We hebben daarnaast een buddysysteem ontwikkeld waarbij oudere kinderen nieuwe kinderen onder hun vleugels nemen. De meerwaarde is voelbaar, zowel voor kinderen, ouders als begeleiders.'
32
KIDDO 3 • 2015
Eerst de praktische afspraken… Je kunt met de ouders en het nieuwe kind natuurlijk ook eerst ontspannen kennismaken en dan pas praktische zaken overlopen. Bij De Kereltjes kozen ze ervoor om eerst praktische zaken te regelen. Caramea: 'Onze opvang is opgenomen in een school, dus ook het onthaal en de inschrijving doen we samen met de school. Eerst vult de contactpersoon op school met de ouders een inlichtingenfiche in. Daarna maken de ouders een afspraak met de leerkracht en met mij, om respectievelijk de school en de buitenschoolse opvang te leren kennen. Ik overloop met de ouders vooral praktische zaken, zoals financiële en aanwezigheidsafspraken, contactpersonen, medische gegevens, eventuele dieetwensen of zorgvragen. Ik houd dit formele deel zo beknopt mogelijk: paperassen geven een gesprek al gauw een onpersoonlijk tintje. Het is fijn dat de administratie achter de rug is als we overgaan naar de rondleiding in het STIBO-lokaal. Daar neemt de toekomstige vaste begeleider van het kind de kennismaking over.'
… dan een ontspannen kennismaking Stefanie Depreitere is een van de begeleidsters die nieuwe gezinnen bij De Kereltjes rondleidt: ‘Ik leg onze manier van werken zo concreet mogelijk uit. Ik toon het lokaal, bespreek de dagindeling en probeer tot een ontspannen gesprek te komen met ruimte voor vragen in twee richtingen. Bij jonge kinderen wil ik bijvoorbeeld weten of het kind zelfstandig eet, hoe hij slaapt, of hij nog een luier draagt, en-
zelf de sfeer, aanpak en activiteiten kunnen ervaren,
zovoort. Aan het kind zelf vraag ik meestal: “Zie je hier speelgoed waar je graag mee speelt? Ken je hier al andere kinderen? Heb je er zin in?’’’
vertelt dat zoveel meer dan een brochure vol informatie. = Creëer een laagdrempelige sfeer. Laat ouders weten
dat ze altijd mogen bellen bij vragen. Nodig ze uit om ’s ochtends of ’s avonds even te blijven, dit leidt tot meer
Caramea vertelt dat ouders en kinderen voor die eerste kennismaking bewust samen uitgenodigd worden. ‘Bij voorkeur tijdens de openingsuren. Met de ouders in de buurt kan het kind ondertussen op eigen tempo de ruimte, de begeleiders en de andere kinderen leren kennen. Met de ouders erbij voelt het kind zich voldoende veilig.‘ Stefanie beklemtoont dat het ook voor ouders zelf fijn is om te kunnen zien hoe het er aan toegaat. ‘Ook voor ons is zo’n kennismaking met alle betrokken partijen een grote meerwaarde. Als het kind onmiddellijk begint mee te spelen, vraag ik de ouders of het altijd zo makkelijk gaat. Als een kind afwachtend blijft, pols ik of hun kind meestal eerst wat tijd nodig heeft. Door het live mee te maken, kun je er met de ouders meteen dieper op ingaan. Ook de interactie tussen ouders en kind geeft waardevolle informatie: je ziet bijvoorbeeld meteen of het kind een kordate of eerder een losse aanpak gewend is.’
spontane gesprekken met de begeleiding. Dat alles maakt de overgang tussen opvang en thuis ook voor de kinderen minder bruusk.
Concrete ideeën Tijdens hun stage bogen twee studenten ‘Pedagogie van het Jonge Kind’ zich over de eerste kennismaking met de buitenschoolse opvang. Dursun Akbel en Liesbet Meert werkten enkele concrete ideeën uit. = Wie is wie? – Maak een collagemuur met de namen en foto’s van alle kinderbegeleiders en logistieke medewerkers en de dagen waarop zij werken. Dit portret kun je uitbreiden met tekeningen, talenten, uitspraken,
Nadien geeft de school een kleurrijk boekje op kindermaat mee. Daarin staat het dagverloop, geïllustreerd met tekeningen en foto’s van de ruimtes, de leerkrachten en de kinderbegeleiders. Volgens Caramea gebruiken ouders dit thuis om met hun kind te praten over de eerste kennismaking en over de start van de nieuwe school en opvang. ‘“Dit is Stefanie, weet je nog? En hier in dit klasje ga je ’s middags je boterhammen eten en wat spelen.” Het wordt heel concreet zo.’
leuke weetjes, de werkdagen, de leefgroep, enzovoort. Met dit creatief en leuk infobord krijgen nieuwe kinde=
goed te leren kennen. Je kunt zo’n checklist ook leuk en interactief maken door bijvoorbeeld een kind te tekenen en samen verschillende tekstballonnen in te vullen met informatie over favoriet speelgoed, vriendjes (hoe speel ik met anderen), wat eet ik graag, hoe slaap ik,
Bijzonder buddysysteem Caramea legt uit dat een van de begeleiders recent ook een ‘helpertjes’-systeem heeft ontwikkeld. ‘We werken met kinderen van 2,5 tot 6 jaar. Oudere kinderen die dat willen, kunnen een nieuwkomertje onder hun vleugels nemen om het te helpen wennen. Ze laten dan bijvoorbeeld de weg naar het juiste lokaal zien en helpen aan tafel bij het opscheppen van de maaltijd. Het sluit mooi aan bij onze visie: door voor elkaar te zorgen en elkaar dingen bij te leren, groeien de kinderen samen in zelfstandigheid. De helperduo’s gaan samen op de foto en komen op onze helpertjesmuur. Zeker tijdens de eerste weken is het systeem een meerwaarde, al houden sommige duo’s langer stand. We bepreken samen met de kinderen hoe lang ze het fijn en nodig vinden.’ <
ren en ouders meteen een goed zicht op het team. Kindportret – Een checklist helpt om het nieuwe kind
hoe kan ik getroost worden, enzovoort. Informatie die collega’s meteen nodig hebben, deel je via een logboek, =
de teamvergadering of op andere manieren. Kennismakingskoffer – De informatie uit het eerste gesprek kun je bundelen in een folder. Je kunt dit aanvullen met een brief van de begeleiders, een knuffel, een korte film over het dagverloop, een fotoverslag van feesten en leuke activiteiten, een tekening van het gebouw en alle ruimtes... Gezinnen die dit kennismakingspakket mee naar huis krijgen, kunnen zich goed voorbereiden op de eerste dag. Dat voelt zeker als een warm welkom!
KIDDO 3 • 2015
33
Tekst: Belinda Fallaux. Met medewerking van: Mirjam Gevers en Lisette Vermeulen. • Foto's: BigStock
(advertenties)
Leer- en Leefomgeving voor baby’s en dreumesen
Beoordelingsschaal Pedagogische Kwaliteit Vertaald door renée de Kruif en louis tavecchio
Er is tot op heden nog
Thelma Harms, Debby Cryer en Richard M. Clifford
ISBN 9789088505584 Omvang 92 pagina’s Prijs € 24,90 Bestel online op: www.swpbook.com/1790
De Beoordelingsschaal pedagogische kwaliteit. Leer- en leefomgeving voor baby’s en dreumesen is ontwikkeld om zicht te krijgen op de mate waarin de baby- of dreumesgroep een veilige, gezonde en stimulerende omgeving biedt voor een optimale ontwikkeling van jonge kinderen. Het is de Nederlandse vertaling van de Infant/Toddler Environment Rating Scale – Revised Edition (ITERS-R). De schaal bevat items met indicatoren op zeven verschillende kwaliteitsniveaus, die specifieke en praktische handreikingen bieden voor het optimaliseren van de dagelijkse praktijk. De beoordelingsschaal kan daarom gebruikt worden voor zelfevaluatie door pedagogisch medewerkers; voor monitoring door leidinggevenden, schoolhoofden en coaches; en voor systematische beoordeling door getrainde observatoren (bijvoorbeeld voor inspectiedoeleinden of wetenschappelijk onderzoek).
geen goed beeld van de pedagogische kwaliteit van de gastouderopvang in Nederland. Daarom gaf het ministerie van SZW recent de opdracht aan het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) en het Kohnstamm Instituut om een meetinstrument te ontwikkelen dat de k waliteit van gastouderopvang in kaart brengt. In november 2014
UitgaVen Van UitgeVerij swP zijn o.a. VerKrijgBaar in de (online) BoeKhandels en in onze weBshoP Postbus 257 | 1000 ag amsterdam | t. 020 330 72 00 | www.swpbook.com | @swP01
werd het M eetinstrument Pedagogische Kwaliteit Gastouderopvang voltooid.
850558 1-2_KIDDO.indd 1
14-4-2015 11:36:50
Gastouderopvang onder de loep!
KIDDO BIEDT MEER! Ken je onze pedagogische dossiers al? Deze zijn te vinden op www.kiddo.net/dossiers. Hier kun je lezen over en kijken naar filmpjes over diverse thema’s, zoals baby’s in de opvang, kwaliteitsverbetering, professionele communicatie en nog veel meer. Zo kun je gemakkelijk je kennis opfrissen en nieuwe ideeën opdoen.
G
Een tipje van de sluier: Dossier: Kwaliteitsverbetering & welbevinden Kijk naar filmpjes over:
• Elkaar helpen • Emotionele veiligheid • Haal- en brengcontacten Lees achtergrondinformatie over:
• Contact en verzorging • Wennen • Binnenkomst •… En nog veel meer!
Ga snel naar www.kiddo.net/dossiers
Om in te loggen gebruik je het wachtwoord dat je op pagina 3 van iedere KIDDO vindt. Geldig tot het volgende nummer verschijnt.
Meetinstrument Pedagogische Kwaliteit Gastouderopvang
astouders. In Nederland zijn er bijna 40.000 werkzaam. Maar wie zijn zij eigenlijk? Hoe werken ze? En vooral: hoe is het gesteld met de kwaliteit die ze bieden? Vragen waarop tot voor kort geen heldere antwoorden waren, maar het nieuwe meetinstrument gaat daar verandering in brengen. Een goede zaak, vindt Mirjam Gevers, senior researcher bij het Kohnstamm Instituut en medewerker van het NCKO. Zij is een van de ontwikkelaars van het meetinstrument. ‘Er zijn al een tijd gevalideerde meetinstrumenten beschikbaar om de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang (0-4 jaar) en de buitenschoolse opvang (4-12 jaar) te peilen, namelijk het NCKO-instrumentarium. Maar we willen de kwaliteit van álle opvangvormen in kaart brengen. Gastouders bieden professionele kinderopvang en de pedagogische kwaliteit moet gewoon goed zijn. Daarom zijn we erin geïnteresseerd hoe het bij gastouders gesteld is met die kwaliteit. Dat willen we kunnen meten. Met een goed meetinstrument kan ook deze vorm van kinderopvang gemonitord en waar nodig verbeterd worden.’ Het meetinstrument voor de gastouderopvang sluit volledig aan
bij de al bestaande meetinstrumenten voor de kinderopvang. ‘Het voordeel daarvan is dat je de diverse opvangvormen met elkaar kunt vergelijken’, aldus Mirjam. ‘Daarnaast kun je de uitkomst van een landelijke peiling van de kwaliteit van de Nederlandse gastouderopvang ook vergelijken met die in andere landen waar hetzelfde instrument wordt gebruikt, zoals de Verenigde Staten.’
Kwaliteit vaststellen Het meetinstrument peilt zowel de proceskwaliteit als de s tructurele kwaliteitskenmerken van de gastouderopvang. Mirjam: ‘Simpel gezegd komt het hier op neer: je kijkt naar wat kinderen ervaren op de werkvloer. Hoe groot is de groep? Hoe staat het met de inrichting en de omgeving? Welk aanbod aan speelgoed en activiteiten is er? Vervolgens kijken we naar de gastouder. Zij is de sleutelfiguur als het gaat om de pedagogische kwaliteit. We zoomen in op haar interactievaardigheden met de kinderen en kijken bijvoorbeeld hoe zij de kinderen begeleidt in hun onderlinge interacties. Daartoe maken we onder meer gebruik van video-opnames.’ De scores en >
KIDDO 3 • 2015
35
Gastouders, wie zijn dat eigenlijk?
‘Hopelijk zetten veel gastouders hun deuren open voor een meting’
Een inventarisatiestudie Het Meetinstrument Pedagogische Kwaliteit Gastouderopvang is onder-
Orthopedagoge Lisette Vermeulen maakte in 2014 deel uit van een g etraind inventarisatie- en observatieteam van NCKO dat betrokken was bij de ontwikkeling van het Meetinstrument Pedagogische Kwaliteit Gastouderopvang. Samen met andere leden van het team bezocht zij een aantal gastouders om het meetinstrument te testen.
deel van een tweeledig project dat ook een inventarisatiestudie onder Nederlandse gastouders omvat. Hierbij verzamelden de onderzoekers via een landelijke steekproef en een grootschalige enquête gegevens over zaken zoals de achtergrond van gastouders, de groepsgrootte en leeftijdssamenstelling van de gastkinderen, het professionele netwerk van de gastouders en hun visie op het vak. Uit de inventarisatie blijken een aantal interessante zaken: - Binnen de gastouderopvang zijn er enkele subgroepen te onderscheiden, namelijk die van de grootouders (gastouders die alleen/voorname-
Hoe reageerden gastouders op de oproep van het NCKO
lijk hun kleinkinderen opvangen) en de fulltimers (gastouders die 32 uur
om zich aan te bieden als ‘testcase’?
per week of meer werkzaam zijn als gastouder).
Lisette: ‘Heel positief! We kregen veel aanmeldingen. Dat dit meetinstrument is o ntwikkeld geeft het signaal af dat
- Een groot deel van de gastouders heeft een hogere opleiding dan het
gastouders als beroepsgroep serieus worden genomen en
minimaal vereiste mbo-2niveau.
we merkten dat gastouders die erkenning waarderen.’
- Veel kinderen blijven lang bij dezelfde gastouder (ook als zij naar de basisschool gaan). - Gastouders zijn van mening dat gastouderschap een vak is.
Wat deden jullie tijdens zo’n testbezoek?
- De meeste gastouders hebben weinig contacten met andere professio-
Lisette: ‘Doorgaans duurde ons bezoek een dagdeel, in
nals. Ook van het verplichte contact met de bemiddelingsmedewerker
ieder geval minimaal drie uur. In die tijd maakten we met
van het gastouderbureau is vaak maar mondjesmaat sprake.
behulp van een scorelijst observaties van alle aanwezige
- De arbeidsvoorwaarden van gastouders zijn zwak.
materialen – zoals boeken en speelgoed – en de ruimte.
Bron: Kohnstamm Instituut
Ook observeerden we de interactie van de gastouder met de gastkinderen, bijvoorbeeld tijdens spel- en lunchmomenten. Voor dat laatste maakten we gebruik van video.’ Hoe ervoeren de gastouders jullie bezoek?
gegevens worden verzameld en later geanalyseerd. ‘Alles wordt anoniem verwerkt, het gaat niet om individuele gastouders. Het doel is om de gemiddelde kwaliteit van gastouders te kunnen vaststellen.’
Wetenschappelijk instrument De ontwikkeling van het meetinstrument nam ongeveer een jaar in beslag. Mirjam: ‘We hebben het eerst op papier ontwikkeld. We namen een Amerikaans meetinstrument als uitgangspunt en pasten het aan de Nederlandse context aan. Daarna hebben we het instrument uitgebreid in de praktijk getoetst, om te zien of het valide en verantwoord is. Zo’n veertig gastouders stelden zich beschikbaar om als ‘testcase’ te dienen. Getrainde observatoren – veelal studenten pedagogie of psychologie of met een andere wetenschappelijke opleiding – bezochten de betreffende gastouders.’ Inmiddels is het meetinstrument af. Mirjam: ‘Er zijn altijd verbeterpunten en we zullen het hier en daar nog finetunen, maar het is klaar om er een eerste, echte peiling mee te doen.’ Voordat het zover is, zal het ministerie van SZW hiertoe officieel opdracht moeten geven. ‘Het wachten is nu dus op groen licht van de overheid. Wanneer dat zal gebeuren, weten we niet. We hopen vóór de zomer van 2015.’ Het meetinstrument is een wetenschappelijk onderzoeksinstrument, benadrukt Mirjam Gevers, dus geen praktijkinstrument.
36
KIDDO 3 • 2015
‘Meten is weten, en dit instrument is puur bedoeld om onderzoek mee te kunnen doen. We hopen dat we te zijner tijd ook een verzoek van het ministerie zullen krijgen om een instrument te ontwikkelen met handvatten voor de praktijk. Voor de kinderopvang en de buitenschoolse opvang zijn die er al, namelijk de NCKO-Kwaliteitsmonitor en de Kwaliteitsmonitor BSO. Maar ook al is het meetinstrument slechts een onderzoeksmiddel, het geeft in ieder geval inzicht in de kwaliteit van de gastouderopvang. Het zal duidelijk maken wat de verbeterpunten zijn en geeft de mogelijkheid om een gedegen vergelijking te maken tussen verschillende opvangvormen. Al die informatie zal ongetwijfeld in rapporten verschijnen die voor iedereen inzichtelijk zijn, ook voor gastouders zelf.’ De onderzoekers waren aangenaam verrast door het enthousiasme en de bevlogenheid van de gastouders die in de testfase meewerkten. Mirjam: ‘Onze indruk is dat gastouders professioneel werken en echt zorg voor kinderen hebben. Veel gastouders doen dit werk vanuit hun hart en dat is hoopgevend. De bereidheid om in de eigen keuken te laten kijken is groot en dat geeft vertrouwen. Gastouders nemen zichzelf serieus als professional en stellen het op prijs dat we hen hiermee als een formele vorm van kinderopvang benaderen, als een serieuze kinderopvangsector. Dat is bovenal in het belang van het kind. Waar een kind opgevangen wordt moet niet uitmaken, het moet overal goed zijn.’ <
De onderzoekers waren aangenaam verrast door het enthousiasme en de bevlogenheid van de gastouders die meewerkten
Lisette: ‘Sommige gastouders waren een beetje nerveus, bang dat er een complete cameraploeg zou komen. Bij binnenkomst legden wij altijd uit wat we gingen doen en gaven we aan dat we geen inspectie zijn, maar alleen komen observeren. We drukten de gastouders op het hart gewoon te doen wat ze gewend waren. Achteraf vonden alle g astouders het ontzettend meevallen, en leuk om te doen. Gastouders werken doorgaans alleen en de meesten gaven aan het fijn te vinden om nu eens te laten zien hoe ze het doen.’
Gezinsopvang in Vlaanderen
Wat viel jullie op tijdens de observaties?
In Vlaanderen verscheen recent een kadertekst over
Lisette: ‘Ik heb gezien dat gastouders erg betrokken
kwaliteit in de kinderopvang. Dit pedagogische
zijn bij hun gastkinderen. Ze kennen hen en hun ouders
raamwerk is er voor groeps- én gezinsopvang. Ook
goed. Als een kind ziek is mogen de ouders het toch vaak
het bijhorende onderzoek gaat door in groeps- én
gewoon brengen en zorgt de gastouder er goed voor. Die
gezinsopvang. Meer informatie lees je op de Vlaamse
persoonlijke betrokkenheid sprong er voor mij wel uit.’
middenpagina’s van KIDDO 1 2015.
In de toekomst zal het meetinstrument echt ingezet
Verder lezen?
worden. Wat kunnen gastouders daar concreet mee? Lisette: ‘Het zou mooi zijn als veel gastouders hun deuren
Op de website van het Kohnstamm Instituut kun je
willen openzetten voor een meting. Uiteindelijk is dat
zowel het rapport Gastouders in beeld. Een inventa-
ook in hun eigen belang. Hoewel het meetinstrument
risatiestudie onder gastouders in Nederland als het
een onderzoeksinstrument is, zullen de onderzoeksre-
rapport Ontwikkeling Meetinstrument. Pedagogi-
sultaten eruit leiden tot handreikingen voor de praktijk.
sche Kwaliteit Gastouderopvang downloaden. Kijk
En daar kan iedere gastouder zijn of haar kwaliteit en
op www.kohnstamminstituut.uva.nl
professionaliteit mee vergroten!’
KIDDO 3 • 2015
37
■
COLUMN STEF VAN DEN EIJNDEN
■
COLOFON
Bruno
Het gaat niet goed met de buitenschoolse
geen zin heeft in wat hij leuk vindt,
opvang in Nederland. Overal loopt het
zoekt hij wel een andere vriend. Mocht
aantal kinderen terug. Ook bij ons is
hij op school in zijn klas geen aanslui
daardoor reorganisatie noodzakelijk.
ting vinden, dan loopt er in de opvang
Hoe dat komt? Door de duurdere opvang
altijd wel iemand met wie hij kan spelen.
en de gevolgen van de crisis regelen
Heeft hij thuis niet het speelgoed of de
ouders andere opvangmogelijkheden. In
spelletjes waar hij dol op is, dan liggen
het uiterste (ergste) geval gaat een ouder,
die misschien wel bij ons in de kast. Als
meestal de moeder, helemaal niet meer
hij gek is op toneelspelen, dan loop ik
werken. De overheid heeft een tweeslach
daar toevallig rond.
tig beleid: zo veel mogelijk mensen de arbeidsmarkt op, maar bezuinigen op de
Bruno ís gek op toneelspelen. Het liefst
opvang. Ergens klopt iets niet.
met de oudere kinderen. Meestal werk ik apart met een groep vier- of negenja
Bruno gaat vanaf het nieuwe school
rigen, maar soms meng ik ze. Dat geeft
jaar niet meer naar de buitenschoolse
andere spelmogelijkheden. Bruno is zo’n
opvang. Zijn ouders vinden de opvang te
jongen die het liefst stoere, wilde en
duur, zijn moeder gaat minder werken.
brutale rollen speelt: boef, leeuw, politie
Bruno is enig kind en wordt nu afhanke
agent, zombie, circusartiest of boswach
lijk van de inventiviteit van zijn ouders
ter. Andere oudere kinderen vinden het
om zijn speeltijd na school in te vullen.
dan weer fantastisch om kleuter, puppy,
Zal hij kunnen spelen met kinderen uit
vlinder of prinsesje te spelen. Ik zie hoe
de straat of de buurt?
Bruno geniet om, in de rol van boze buurman, te schelden op een meisje van
Ik hoop het. Kinderen moeten
tien, dat het ondeugende buurhondje in
vooral samen kunnen spelen.
zijn voortuin speelt.
Als jongste kind van ons gezin speelde ik nauwelijks samen
Bovendien, in zo’n gemengde groep
met mijn vier jaar oudere
genieten die grotere van de jongere
broer en nóg oudere zussen.
kinderen en de kleintjes vinden het
In plaats daarvan ging ik de
fantastisch om met de groteren te
straat op. Met andere kinde
spelen. Zoals ik, toen ik op een middag
ren naar een voetbalveldje,
op het voetbalveldje mee mocht doen
de bossen in, rotzooien op
met de grote jongens van twaalf jaar.
een landje. Soms waren die
Als zesjarige moest ik op doel staan, ik
vriendjes ergens anders
floreerde toen ik een keiharde bal uit het
bezig, lag ik tijdelijk uit de
doel wist te werken.
groep of had ik ruzie met mijn beste vriend. Dan ver
Nu Bruno niet meer naar de opvang
maakte ik mezelf. Wat ook
komt, hoop ik alvast dat zijn ouders
weer gezond was, het bracht
hem later, als hij wat ouder is, de ruimte
de fantasie aan de gang.
durven te geven om zijn speeltijd na school met andere kinderen in te vullen.
Bruno kan in de buiten schoolse opvang kiezen
De bekende lijst van ’Vijftig buitendin
uit telkens weer andere
gen die je voor je twaalfde jaar gedaan
kinderen. Als zijn vriend
moeten hebben’ * zou ik willen uitbrei den met: ‘Doe de deur open en
Stef van den Eijnden (63) brengt als toneelmaker de passie voor het spelen over op kinderen in de b uitenschoolse opvang. De namen van de kinderen, over wie hij rake en verrassende observaties schrijft, zijn niet hun echte namen. 38
KIDDO 3 • 2015
+H OE JE DE SENSOMOTORISCHE ONTWIKKELING EEN HANDJE HELPT: ‘Bewegen is de basis van alles wat een kind leert’
Pedagogisch vakblad KIDDO Nr. 3, mei 2015
(6 jaar)
geef een kind – binnen of buiten – drie uur eigen speeltijd.’
B.V. Uitgeverij SWP, Amsterdam, i.s.m. Kind en Gezin, Brussel en VBJK, Gent
m
Uitgeverij B.V. Uitgeverij SWP, Postbus 257, 1000 AG Amsterdam Tel. NL: 020 330 72 00 Tel. B: 09 232 47 35 Fax NL: 020 330 80 40 Fax B: 09 232 47 50 E-mail redactie:
[email protected] Internet: www.swpbook.com en www.kiddo.net
+D rie gastouders aan het woord: ‘Jonge kinderen helpen zich te ontwikkelen is het mooiste dat er is’
Uitgever Trude van Waarden,
[email protected]
+H IGH FIVE: Kinderopvang naast een rusthuis. Geen hinder, integendeel!
Hoofd- & eindredacteur Vlaanderen Ellen Rutgeerts,
[email protected] Hoofd- & eindredacteur Nederland Jessica Crezee,
[email protected], Maartje van der Zedde (ad interim),
[email protected]
+O kiddo 0-4: Een hal waar ook broers en zussen kunnen spelen
Redactieraad Nederland Marloes Abbink (SKSG), Hester Baars (Kiki, Kansen in Kinderen), Monique van den Bosch (NulVier), Kees Broekhof (Sardes), Mirjam Gevers Deynoot-Schaub (Kohnstamm Instituut, UvA), Agnes van Hoesel (Kindermaatwerk), Ileen Purperhart (Hestia Kinderopvang), Anja Schlüter (SKSG), Janneke Verdiesen (Kanteel Kinderopvang), Su’en Verweij-Kwok (NJi), Ardi van Wiechen (Partou)
+ Pedagogische visie van… Paulo Freire + Extra veel leesplezier: kunst- en actieboeken voor de zomer
Redactieraad Vlaanderen Caroline Boudry, Sven Bussens, Linds De Maere, Isabelle Desegher, Neelke Dewulf, Christine Faure, Kristel Geers, Katleen Govaert, Elke Mussche, Els Pauels, Brecht Peleman, Ellen Rutgeerts, Eline Schmidt, Mady Van Herreweghe, Lies Vernieuwe, Lien Werbrouck Medewerkers aan dit nummer Bos+, Caroline Boudry, Kantrien Brys, Veerle Derave, Wendy De Weyer, Ernst Dirksen, Hester Doove (coverfotograaf), Stef van den Eijnden, Belinda Fallaux, Christine Faure, Mirjam Gevers DeynootSchaub, Helen Janssen, Knuffelboom XL, Elke Mussche, Mandy Pijl, Weija Steffens, Nathalie Van Laeke, Lien Van Laere, Lisette Vermeulen, Channah Zwiep Vormgeving & ontwerp Susy Cascado, Amsterdam
VOLGENDE KEER
+ IK TEL MEE! Kinderen in de buitenschoolse opvang
Een KIDDO gemist of een ouder tijdschrift aanvragen? Ga naar epub.nl en bestel het nummer naar keuze als pdf!
+W aarom?Daarom! Over aandachtsbegeleiders en aandachtskinderen (Onderwerpen onder voorbehoud)
De volgende KIDDO verschijnt op 30 juni
Drukwerk Drukkerij Holland bv, Alphen a/d Rijn Abonnementen Abonnementen kunnen elk moment ingaan. Kijk voor alle voorwaarden op www.kiddo.net, www.aboland.nl of www.epo.be/abonnementen Prijzen vanaf 1 januari 2015 voor een tweemaandelijks jaarabonnement, inclusief online dossiers en extra’s: Particulieren: € 52,50 Instellingen: € 109,Studenten: € 39,Gastoudertarief: € 34,90 Voor abonnees in Nederland: Abonnementenadministratie KIDDO, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest. Tel.: 0900 22 652 63. Online: www.aboland.nl of
[email protected] Voor abonnees in België: Epo Abonnementendienst, Lange Pastoorstraat 25-27, 2600 Berchem. Tel. 03 287 08 74. Online:
[email protected] of www.epo.be Advertenties Voorwaarden en tarieven worden op aanvraag toegezonden. Neem contact op met Bureau Van Vliet, via accountmanager Maarten de Wit: 023 571 47 47 of
[email protected] Verschijningsdata in 2015: 12 mei, 30 juni, 22 sept en 17 nov. © 2015 Uitgeverij SWP, Amsterdam Alle rechten voorbehouden ISSN 1568-4598 De Algemene Voorwaarden van Uitgeverij SWP zijn van toepassing.
KIDDO: al ruim 15 jaar pedagogisch actief!
Ontvang een gratis boek of 20% korting bij een abonnement
* De lijst vind je terug via krt. be/50dingenvoor12jaar.
KIDDO 3 • 2015
39
Tekst: Katrien Brys • Foto's: Caroline Boudry
Het decreet Kinderopvang van Baby’s en Peuters stimuleert opvangorganisaties om kinderopvang toegankelijk te maken voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Hoe meer
‘Pas na zes maanden stellen we met de ouders een definitief opvangplan op. Tot dan is het een oefenopvangplan’
inspanningen je levert, hoe hoger de subsidietrap waarop je aanspraak kunt maken. Tegelijk komen er met het decreet nieuwe regels en praktische toepassingen die de opvang net minder toegankelijk maken. Hoe r ealiseer je het dan concreet? KIDDO toetst het bij twee ervarings deskundigen: Hilde Schockaert en Anne Lambrechts.
Sociale functie van de kinderopvang
‘Het gaat soms om details die eigenlijk geen details zijn’
een sollicitatie hebben of mensen die om medische of sociale redenen urgent kinderopvang nodig hebben.’
Opvangplan Het decreet vraagt dat opvangorganisatie en ouders in een opvangplan samen afspraken vastleggen over het
Trap 3 = plussubsidie
Trap 1 = basissubsidie
Trap 2 = subsidie voor inkomenstarief
Trap 2 = subsidie voor inkomenstarief
Trap 1 = basissubsidie
Trap 1 = basissubsidie
Module voor inclusieve kinderopvang
Module voor flexibele kinderopvang
Positief is alvast dat het decreet de sociale functie van kinderopvang erkent. Als doelstelling staat immers expliciet ‘toegankelijke, kwaliteitsvolle en betaalbare opvang bieden voor elk kind’. Deze doelstelling is bovendien concreet vertaald in de subsidietrappen: hoe meer maatschappelijke opdrachten je opneemt, met andere woorden hoe groter de inspanningen voor sociale functie, hoe hoger de subsidie. Tegelijk komen er met het decreet nieuwe regels en praktische toepassingen die de opvang net minder toegankelijk maken. Hoe kun je daarmee omgaan?
Attest inkomenstarief
Dit principe van ‘opvang bestellen is opvang betalen’ geldt enkel voor opvangorganisaties die subsidies krijgen voor het inkomenstarief (trap 2): de overheid wil zo veel mogelijk ouders aan een inkomensgerelateerde opvangplaats helpen. Er zijn twee uitzonderingen: ouders betalen niet voor collectieve sluitingsdagen en voor gerechtvaardigde afwezigheidsdagen (minimum 18 voor een voltijds jaar). Bedoeling is evenwel om daar, bijvoorbeeld vanuit sociaal oogpunt, flexibel mee om te gaan. Hoe gebeurt dat concreet?
ID-Kit Anne Lambrechts
Om de ouderbijdrage te berekenen van inkomens-
Mezennestje, Aalst
Elmer, Schaarbeek
gerelateerde opvang, hebben ouders een attest
Hilde Schockaert: ‘Omgaan met wisselende opvangplan-
Gesubsidieerd volgens trap 2
Gesubsidieerd volgens trap 3
inkomenstarief nodig. Met een eID-kaartlezer of
en de module voor inclusieve
en de module voor inclusieve
Token registreren ze zich online. Dat is niet altijd even
kinderopvang
kinderopvang
vanzelfsprekend. Hoe ondersteun je daarin?
63 plaatsen
135 plaatsen
nen was al een specialiteit van het Mezennestje. We zijn verbonden aan een ziekenhuis, ouders die als dokter of verpleegkundige werken, hebben flexibele uurroosters. Voor kansengroepen leggen wij eenzelfde soepelheid aan de dag. Ouders kunnen bijvoorbeeld een ‘oefenopvangplan’ opstellen. Zo krijgen ze eerst zicht op de dagen die ze werkelijk nodig hebben. Pas later komen we samen tot een vast opvangplan. Ouders met een wisselend uurrooster, krijgen bij ons wisselende opvangplannen. Bij kinderen met een zorgbehoefte, weet je op voorhand meestal ook niet hoe de opvang zal verlopen. Enzovoort. Starten met kinderopvang is voor de meeste gezinnen echt wennen. Elke ochtend moet je je kind op tijd klaar krijgen en dan zijn er nog al die nieuwe regels en afspraken. Wij nemen onze tijd om dat af te stemmen, soms tot zes maanden. Gezinnen die bij ons terechtkomen via Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen of via de gezinsondersteuner van een Huis van het Kind, duw ik niet meteen een contract van twintig pagina’s onder de neus. Als ze na een tijdje de opvang gewoon zijn, kan ik veel makkelijker afspra- >
I
KIDDO 3 • 2015
dat ouders betalen voor de afgesproken opvangdagen.
ID-Kit Hilde Schockaert
n het groeipad bij het decreet staat dat elk gezin met nood aan kinderopvang vanaf 2020 binnen een redelijke termijn en binnen een redelijke afstand een kwaliteitsvolle en betaalbare opvangplaats krijgt. Dat is belangrijk: wanneer ouders geen opvang vinden, kunnen de gevolgen groot zijn. Sommigen moeten een job weigeren, een opleiding opgeven of (tijdelijk) stoppen met werken. De meest kwetsbare gezinnen lopen hier het grootste risico. Omdat kinderopvang goed is voor kinderen en hun ouders, is het belangrijk dat er een plek is voor iedereen die opvang nodig heeft. Dit is de ‘sociale functie’ van kinderopvang.
20
aantal dagen opvang, vakantie, enzovoort. Het idee is
Hilde Schockaert: ‘We willen dat onze opvang een spiegel van de maatschappij is. Mezennestje is ingebed in een kansarme buurt, logisch dat mensen uit maatschappelijk kwetsbare groepen ook in Mezennestje terechtkunnen. Bovendien geef je verdraagzaamheid mee van in de wieg.’ Anne Lambrechts: ‘Focussen op de sociale functie van kinderopvang zit in het DNA van onze organisatie. In Elmer kunnen álle ouders terecht, maar we reserveren ook bewust plaats voor gezinnen die moeilijk terechtkunnen in de gewone opvang waar je lang op voorhand je plaats moet reserveren. Veel ouders zoeken opvang op korte termijn: werkzoekenden die een opleiding kunnen starten of
Anne Lambrechts: ‘In de vier locaties van Elmer is er wekelijks een halve dag permanentie. Ouders zonder computer, internet of mailadres helpen we ter plekke. Ik begrijp de administratieve efficiëntie van het nieuwe systeem, maar in de praktijk ervaar ik nog haperingen. Mensen uit Tibet hebben bijvoorbeeld geen voornaam: het systeem aanvaardt dat niet. Nieuwkomers die (nog) geen fiscale info kunnen voorleggen gaan automatisch naar het volle tarief. Het is een hele rompslomp om dan te gaan bewijzen dat ze recht hebben op een lager tarief.’ Hilde Schockaert: ‘We nodigen ouders ook uit om het hier ter plaatse te doen. Wie thuis geen kaartlezer heeft, kan onze computers gebruiken. Als het om bijzondere dossiers gaat, begeleid ik de ouders zelf bij de aanvraag van het verminderd tarief via Kind en Gezin of het OCMW.’
KIDDO 3 • 2015
21
‘Op elk moment kunnen wij de opvangplannen veranderen. Verder krijgen ouders een onbeperkt aantal respijtdagen’
ken maken over bijvoorbeeld respijtdagen (gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, red.). Het nieuwe systeem is bedoeld om beschikbare plaatsen beter te kunnen inzetten, maar kwetsbare gezinnen mogen daar niet de dupe van worden.’ Anne Lambrechts: ‘Omdat onze ouders vaak deeltijdse en kortdurende opvang nodig hebben, werken we met wisselende opvangplannen die we zo goed mogelijk invullen. Flexibiliteit en puzzelen zijn bij ons de codewoorden. Op elk moment kunnen wij de opvangplannen veranderen. Verder geeft Elmer de ouders een onbeperkt aantal respijtdagen. Slechts twee gevallen gelden voor ons als ongewettigde afwezigheid: als de ouders de gereserveerde dag ’s ochtends niet afbellen én als ze niet lang op voorhand doorgeven dat ze bijvoorbeeld een maand lang afwezig zullen zijn. Bij deze twee overtredingen vragen we de ouders om de helft van hun inkomensgerelateerd dagtarief te betalen. Elmer past de meerkost zelf bij. Het is een keuze die we financieel kunnen dragen omdat we ook elders naar subsidies zoeken.’ Hilde Schockaert: ‘In Mezennestje krijgen ouders 20 respijtdagen. Die komen boven op de dagen voor gezinsvakanties en langdurige ziekte. Dat aantal is vastgelegd in samenspraak met onze ouderraad. Door ons oefenopvangplan kunnen we de eerste zes maanden aftoetsen en uitproberen: dat geldt voor iedereen, het is geen uitzonderingsmaatregel voor mensen uit kansengroepen. Als we nadien met de ouders het definitieve plan opstellen, reageren we op ‘overtredingen’ ook nooit overdreven streng.’
Extra mogelijkheden Welke mogelijkheden zien jullie nog om extra in te zetten op de sociale functie, ook voor opvangorganisaties die niet in de hoogste subsidietrappen zitten? Hilde Schockaert: ‘Ik wil daar eerlijk in zijn. Met goodwill
kun je zeker een aantal zaken realiseren. Je kunt bijvoorbeeld
22
KIDDO 3 • 2015
flexibel omgaan met het aantal respijtdagen en de ‘boete’ die je voor het overschrijden van die respijtdagen opneemt hoeft niet het maximum tarief te zijn. Maar het klopt natuurlijk wel dat je in een hogere subsidietrap nog meer kunt realiseren. Mezennestje voldoet bijvoorbeeld aan de vereisten voor trap 3, op termijn zie ik ons toch graag in die richting evolueren. We zouden dan dat extra beetje ademruimte hebben om de sociale functie en toegankelijkheid nog meer te waarborgen.’ Anne Lambrechts: ’Ik pleit in de mate van het mogelijke voor meer plaatsen voor dringende opvang. Mensen die een opleiding kunnen starten of gaan solliciteren, worden te vaak over het hoofd gezien. Als ze geen opvang vinden, heeft dat voor hen vaak grote consequenties. Daarom hoop ik dat organisaties uit trap 1 of 2 toch proberen, al was het maar voor een à twee kinderen per leefgroep, om aan die kortetermijnnood tegemoet te komen. Ik spreek me niet uit over de landelijke gebieden waar het misschien complexer is, maar in de grotere steden krijg je dergelijke plaatsen volgens mij altijd wel ingevuld. En je bereikt er veel mee.’ Hilde Schockaert: ‘We hadden in het verleden het voorrecht om te werken met iemand die opgeleid was als ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting. Dat heeft ons enorm veel inzicht bijgebracht in de drempels die mensen in kwetsbare situaties ervaren. Sindsdien laat ik ouders bijvoorbeeld toe om wekelijks stukjes van de opvangfactuur te betalen. Dat gebeurt cash, rechtstreeks bij mij op bureau. En het werkt: ik heb geen wanbetalers. Een ander detail dat voor mensen in armoede geen detail is, is de zogenaamde ‘administratieve kost’. Ik reken ze niet aan, onze organisatie draagt die zelf: 2,5 euro extra betekent voor mensen in armoede een dag opvang. Dat is geen correcte verhouding. Anne Lambrechts: ‘Het zijn inderdaad dergelijke details die een wereld van verschil kunnen maken. En inzetten op een duurzame relatie, dat is van essentieel belang.’ <