Presentatie Henk Schrama, manager Focal Point Nederland, op bijeenkomst georganiseerd door het Focal Point België op 24 oktober 2011. Onderwerp: De ervaringen met de Europese campagne 2010-2011: Veilig uitvoeren van onderhoudswerk. 1. Inleiding De campagne 2010-2011 loopt alweer naar zijn eind. Een goed moment dus om de balans op te maken. Was de campagne een succes? Vallen er met het oog op de komende campagne zaken te verbeteren? Om maar met de deur in huis te vallen: over het geheel genomen was de campagne in Nederland, en volgens mij ook in België, een succes. Nu is dat makkelijk gezegd. Het moet ook aangetoond worden. Ik zal dat doen door in te gaan op een aantal belangrijke elementen, die tezamen de campagne gedragen hebben. Deze elementen zijn: • De samenwerking tussen het Agentschap en het Focal Point • Het werken met partners • De Goede Praktijkencompetitie • De samenwerking tussen het Belgische en het Nederlandse Focal Point • De borging van de campagneresultaten 2. De samenwerking tussen het Agentschap en het Focal Point De beslissing om de campagne in 2010-2011 te houden over het veilig uitvoeren van onderhoudswerk is genomen door het bestuur van het Agentschap. Aanleiding was de constatering in diverse Europese onderzoeken dat onderhoudswerk gevaarlijk is. Uit cijfers van verschillende Europese landen bleek dat in 2006 10-15% van alle dodelijke ongevallen met onderhoud verband hield. Uit de gegevens bleek ook dat ongeveer 20% van alle ongevallen die zich in 2005-2006 in België hebben voorgedaan verband hielden met onderhoudswerk. Uit gegevens van Eurostat bleek verder dat de meeste onderhoudsgerelateerde ongevallen zich voordoen in de industrie en de bouw. Volgens de wetenschappelijke literatuur doen de meeste ongevallen zich voor tijdens correctief onderhoudswerk. Op basis van deze gegevens was de voor de hand liggende conclusie dat goed onderhoud essentieel is om gevaren te voorkomen en om risico’s op de werkplek te beheersen. Door goed onderhoud kan het aantal beroepsongevallen in Europa omlaag. Een terechte aanleiding dus om daar een Europees brede campagne op te richten. Een campagne die bedoeld is om mensen bewuster te maken van het belang van onderhoud en van de risico’s wanneer onderhoud niet correct wordt uitgevoerd. Nadat het bestuur van het Agentschap de beslissing genomen had over het veilig uitvoeren van onderhoudswerk in 2010-2011 campagne te voeren, is het Agentschap voortvarend aan de slag gegaan met het bieden van een kader door: • Het genereren van kennis. Al deze kennis is samengebracht in kennisrapporten en casestudies met goede voorbeelden uit de praktijk. De daarop gebaseerde factsheets werden in alle talen vertaald.
• • • • •
Het vervaardigen van allerlei promotiemateriaal, zoals presentaties en tekenfilmpjes, de misschien ook bij u bekende NAPO filmpjes. Het werven van Europese partners. Het organiseren van een Europese Goede Praktijken competitie Het vervaardigen van een aparte website voor de campagne Het aanbieden van diensten aan de Focal Points, zoals het organiseren van bijeenkomsten, via het zogenaamde ECAP programma
In aansluiting hierop hebben de nationale Focal Points hun nationale campagneplan opgesteld. Zo ook het Nederlandse Focal Point. De volgende elementen van het door het Agentschap gegeven kader kwamen in de Nederlandse campagne terug. • De door het Agentschap gegenereerde kennis is gebruikt en verspreid • Het promotiemateriaal van het Agentschap is ingezet • Doelgericht is gewerkt met nationale partners • Een nationale Goede Praktijken competitie werd georganiseerd • De campagne kreeg een bijzondere plaats op de website van het Focal Point • En met gebruikmaking van het ECAP programma werd een aantal conferenties georganiseerd. Soms kwamen de Europese en nationale activiteiten samen, zoals bij de Goede Praktijken competitie. Mijn ervaring in deze campagne is dat de samenwerking tussen het Agentschap en de Focal Points steeds beter loopt. Natuurlijk zijn er verbeterpunten. Zo wordt de kennis van het Agentschap te verbrokkeld en teveel in de tijd gespreid, dus vaak te laat, aangeleverd. Verder is de aansluiting tussen de partners op Europees niveau en die op nationaal niveau onvoldoende geregeld. 3. Het werken met partners In 2008 is het Agentschap gestart met een nieuwe partnerschapsstructuur voor EUcampagnes, die veel bijval oogstte: 43 internationale en pan-Europese organisaties namen deel aan de campagne ‘Een gezonde werkplek 2008-2009’ over risicobeoordeling. Ook in de campagne 2010-2011 over het veilig uitvoeren van onderhoudswerk heeft het Agentschap aan pan-Europese of internationale organisaties of ondernemingen het aanbod gedaan om partner te worden. Daarop hebben ….. bedrijven en verenigingen uit de privé- en overheidssector positief gereageerd, waaronder enkele van Europa’s meest bekende bedrijven. Ook op nationaal niveau is de partnerschapsstructuur ingevoerd voor personen of organisaties die op nationaal niveau actief zijn. Bij het werven van partners is duidelijk aangegeven dat van hen een actieve opstelling verwacht wordt. Het gaat dan om: • actieve promotie van de campagne, zowel via de websites (banner) als via het uitdelen van materiaal bij de achterban en bijvoorbeeld het plaatsen van een artikel over de campagne in een magazine/tijdschrift; • deelname aan, of promotie van, de Goede Praktijken Competitie (bijvoorbeeld via nieuwsbrief/website);
•
het Focal Point op de hoogte houden van georganiseerde activiteiten die een link hebben met veilig onderhoud, en Focal Point hier indien gewenst bij betrekken.
Daar tegenover werd gesteld dat zij als officiële campagnepartner vooral publicitaire voordelen krijgen, zoals • publiciteit op het campagnedeel van de website van het Focal Point, met het logo en contactgegevens prominent in beeld en een link naar de website van de betrokken organisatie; • de mogelijkheid om relevante online persberichten, verslagen en activiteiten onder de aandacht te brengen via de nieuwssectie van de website van het Focal Point en via de elektronische attendering die het Focal Point verstuurt. • publiciteit voor de onderneming/organisatie wanneer het Agentschap de campagne voor een gezonde werkplek promoot op EU-niveau. Uiteindelijk zijn in Nederland 25 organisaties officieel campagnepartner geworden. Tot deze 25 behoren: 5 brancheorganisatie, namelijk: NVDO Arbouw AVAG NOGEPA SBD 6 beroepsorganisaties, namelijk: BA&O NVVK NVvA NVAB NVvE ReN 5 sociale partners, namelijk: FNV CNV Vakcentrale MHP MKB Nederland VNO-NCW Ook 3 tijdschriften werden partner, namelijk: Vakblad Arbo Safety! Industrial Maintenance Tenslotte een 7-tal afzonderlijke organisaties en bedrijven: NEN Start Werk & Blijf veilig D&F consulting Move2gether Arbo Advies Jansen Bouwradius Clefi
Tijdens de duur van de campagne zijn de contacten met de campagnepartners “warm” gehouden doordat verscheidene bijeenkomsten met hen georganiseerd werden. Daarnaast waren er met de meest actieve campagnepartners geregelde werkcontacten. Terugkijkend op het werken met campagnepartners is de conclusie dat het zonder meer een positieve ervaring is. Het bereik van de campagne is daardoor veel groter geworden. En dat eindigt ook niet met het aflopen van de campagne. Een aantal campagnepartners werkt thans samen om de resultaten van de campagne te borgen. Ik zal daar straks nog nader op in gaan. Wel is ook een ervaringsfeit dat niet alle campagnepartners even actief zijn. Voor de komende campagne willen we het dan ook eerder zoeken in de kwaliteit dan in de kwantiteit. Een ander verbeterpunt is de relatie tussen de campagnepartners van het Agentschap op Europees niveau en hun vertakkingen op nationaal niveau. Het zou toch voor de hand liggen dat Europese partners hun nationale vestigingen aanzetten tot acties op nationaal niveau. Een paar uitzonderingen daargelaten, is dat nog onvoldoende van de grond gekomen. 4. De Goede Praktijken competitie Net als bij eerdere campagnes werden ook bij deze campagne bedrijven en organisaties in de EU-landen opgeroepen mee te doen aan de Goede Praktijken Competitie. Met de te winnen prijzen werden organisaties onderscheiden die innovatieve manieren bedachten om van consequent onderhoud een vast onderdeel van hun werkplekbeheer te maken. Voor het eerst werden in deze campagne de prijzen uitgereikt in twee categorieën. Een onderscheid werd gemaakt tussen: • bedrijven of organisaties met minder dan 100 werknemers óf branches • bedrijven of organisaties met 100 of meer werknemers. De jury die de inzendingen moest beoordelen heeft specifiek gelet op de volgende punten: • de ingezonden Goede Praktijken moeten recent zijn, • leiden tot reële, duurzame verbetering van de arbeidsveiligheid of gezondheid van werknemers en • toepasbaar zijn in andere organisaties. • bovendien moeten ze goede doeltreffende voorbeelden zijn van samenwerking met de werknemers en hun betrokkenheid tonen. Binnen elke categorie is een Nederlandse winnaar gekozen. De prijs naar het bedrijf met minder dan 100 werknemers ging naar Glass Handling Technic, dat een systeem ontwikkelde om kasruiten veilig te repareren. De prijs naar het bedrijf met meer dan 100 werknemers ging naar Twence Afval en Energie B.V. dat een veilige ketelsteiger ontwikkelde. Beide prijswinnaars werden ook genomineerd voor de Europese competitie. Op 28 april 2011, tijdens het Europese Good Practice Award Event in Boedapest (Hongarije), kreeg Glass Handling Technic ook een Europese award. Van de meest aansprekende Goede Praktijken is in Nederland een selectie gemaakt, die geplaatst zijn in een E-zine. Dit E-zine krijgt u vandaag uitgereikt.
Terugkijkend op deze en eerdere Goede Praktijken competities moet geconstateerd worden dat het altijd weer moeizaam is om bedrijven zover te krijgen dat zij aan de competitie meedoen. En dat is op zich ook begrijpelijk. Het vraagt om een extra inspanning, die bovenop het normale werk komt. Voor volgende campagnes valt daarbij allicht te leren van de motivatie van bedrijven die wel meededen. Bij het opstellen van het eerder genoemde E-zine is aan de deelnemende bedrijven gevraagd waarom zij zich wel voor de Goede Praktijken competitie hadden ingeschreven. Uit de gegeven antwoorden vermeld ik de volgende citaten: • “Om te laten zien dat je met innovatieve projecten veiliger kunt werken” (Trafic Service Nederland) • “Deze constructie betekent zo’n verbetering van de veiligheid. Als je daar niet mee naar buiten treedt doe je andere bedrijven te kort.”(Twence Afval en Energie B.V.) • “ Het helpt de goede initiatieven zichtbaar te maken voor iedereen” (Glass Handling Technic) • “Wat we doen leidt tot veiliger werken en daar zijn we apetrots op.”(The WAT Group BV en NAM/Shell) • “Het is een competitie die veel aanzien heeft. Aandacht voor deze aanpak geeft een stimulans aan onze medewerkers”. (NedTrain B.V.). En NedTrain vindt de Europese campagne een goed initiatief omdat het geweldig is om op deze manier van elkaar te kunnen leren. 5. De samenwerking tussen het Nederlandse en het Belgische Focal Point In het kader van de campagne is nauw samengewerkt tussen het Belgische en het Nederlandse Focal Point. De samenwerking tussen beide Focal Points kwam al eind 2009 op gang, toen zij samen zaten in een brainstorm over de aanpak van de campagne in onze beide landen en wat wij daarbij gezamenlijk zouden kunnen doen. Het was een inspirerende bijeenkomst die geresulteerd heeft in de organisatie van een aantal activiteiten. Om te beginnen hebben het Belgische en Nederlandse Focal Point een gezamenlijke campagnegids opgesteld. Deze verscheen bij de start van de campagne in april 2010. De campagnegids bevatte een beschrijving van de doelstellingen van de campagne, een overzicht van de informatie die het Agentschap in het kader van de campagne vervaardigd had, een overzicht van het beschikbare campagnemateriaal en een kalender van de voorziene activiteiten in België en Nederland, waaronder die van de gemeenschappelijke activiteiten. Tot deze gemeenschappelijke activiteiten was besloten in een goed overleg, gehouden tussen Bemas, de NVDO, het Belgisch en het Nederlandse Focal Point. Deze activiteiten betroffen: • 22 april 2010: 1e bijeenkomst NVDO & Bemas: Minder onderhoud, meer veiligheid? • 1 juni 2010: 2e bijeenkomst NVDO & Bemas: Onderhoud, doe het veilig! • 30 september 2010: 3e bijeenkomst NVDO & Bemas: Veilig grensoverschrijdend onderhoud, welke hinderpalen? Impact van leiderschap en werkdruk op veiligheid en onderhoud • 5 oktober 2010: 4e bijeenkomst NVDO & Bemas: Impact van leiderschap en werkdruk op veilig onderhoud Ook het feit dat ik vandaag tot u mag spreken is een uiting van deze samenwerking.
Tenslotte is nog een laatste gezamenlijke activiteit voorzien op … .november te Antwerpen. Tussen het Belgische en het Nederlandse Focal Point samen met een selectie van de wederzijdse campagnepartners zal op deze bijeenkomst een uitwisseling plaatsvinden van de ideeën en voorgenomen activiteiten om de resultaten van de campagne in de komende jaren te borgen. Terugkijkend op de samenwerking tussen beide Focal Points kan ik niet anders zeggen dan dat deze vruchtbaar is. Het is inspirerend en het disciplineert; want afspraken moeten nagekomen worden. In het kader van de komende campagne wordt de samenwerking dan ook zeker voortgezet. De eerste afspraken zijn al gemaakt. 6. De borging van de campagneresultaten Een aantal malen kwam de borging van de campagne resultaten al aan de orde. Het idee om de campagne resultaten te borgen rees tijdens de bijeenkomst met de campagnepartners begin dit jaar. Op dit moment is Ernst & Young doende dit document op basis van de inbreng van de campagnepartners te schrijven. Morgen op de sluitingsbijeenkomst van de campagne in Nederland zal dit document worden gepresenteerd. Het document zal geplaatst worden op de website van het Nederlands Focal Point. Verder zal het document besproken worden op de gezamenlijke bijeenkomst op … november in Antwerpen. En tijdens de slotbijeenkomst van de campagne in Bilbao op 22 en 23 november zal een Engelstalige versie gepresenteerd worden. Tenslotte: Met het onderdeel borging heb ik de laatste van de elementen die de campagne gedragen hebben behandeld. Nu de diverse elementen de revue gepasseerd zijn hoop ik dat u het met me eens kunt zijn dat de campagne 2010-2011 over het veilig uitvoeren van onderhoudswerk in onze beide landen geslaagd genoemd mag worden.