MuseJA! stap voor stap
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
1
Dit is een hapklare gebruiksaanwijzing voor het museJA!pakket in het Museum PlantinMoretus. Met deze handleiding kun je kinderen op een speelse manier en op hun eigen niveau begeleiden bij het museumbezoek. De inleiding, de museumregels en het slot zijn voor iedereen gelijk. Het spel is opgedeeld in verschillende themaʼs waarbij de opdrachten gaan van makkelijk, over moeilijker, naar moeilijk. Dit is aangeduid met een kleurencode.
MAKKELIJK GEMIDDELD MOEILIJK
Elk spel begint met een smaakmaker en het overlopen van de museumregels. Hierna kan er een keuze gemaakt worden uit verschillende themaʼs. De mogelijke themaʼs zijn: 1. Het huis. Lees-zoek-en doe-opdracht. Wat was de functie van de verschillende ruimtes? Deze opdracht kan goed dienen als een eerste kennismaking met het Museum Plantin-Moretus. 2. Familie en vrienden. Lees-en/of kijk-en zoekopdracht. Wie waren de familie en vrienden van het huis? Je kan met hen kennismaken via verschillende portretten. 3. Letters gieten en drukken. Kijk-en/of denk-en doe-opdracht. De houten plaatjes met de fotoʼs tonen je het proces van stempel tot drukletter en van letterzetten tot drukken. 4. Vroeger en nu. Kijk-en denkopdracht. Maak een vergelijking tussen vroeger en nu. 5. Plantijn en de wereld. Kijk-en doe-opdracht. Vergelijk de werelddelen van de huidige wereldkaart met die van de zestiende eeuwse tijd.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
2
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
3
INLEIDING Voordat je het spel kan spelen, moet je aan de balie eerst de sleutel (nr. 13) van het kastje in de letterberg vragen. In die kast vind je meer materiaal en het kijk-en doeblad.
TIPS VOORDAT JE BEGINT
-
Houd de groepjes klein, maximaal 12 kinderen Wandel eerst met de hele groep door het gelijkvloers van het museum. Dan kennen ze de weg. Het nadenken en praten is belangrijker dan het goede antwoord. Meer informatie vind je in het museJA!boekje, te koop in de bookshop. Voor elk kind is er een gratis kijk-en doeblad. Vraag ernaar aan de balie.
Heb je alle voorbereidingen getroffen? Dan is het tijd voor de inleiding. Ga met de kinderen op het tapijt zitten. Praat met hen over het Museum Plantin-Moretus aan de hand van de volgende vragen. -
Waar zijn we? Wat is een museum? Een plaats waar een verzameling wordt bewaard en tentoongesteld. Wat is een verzameling? Wie van jullie heeft een verzameling? Wat? Wat doe je ermee? Is iemand van jullie al eens eerder in dit museum geweest? Of in een ander museum? Wat denk je dat je hier zal zien?
Achtergrondinformatie: het museum Het Museum Plantin-Moretus vormt een harmonische combinatie van een statige patriciërswoning en de belangrijkste drukkerij-uitgeverij uit de tweede helft van de 16de eeuw. Christoffel Plantijn (ca. 1520-1589) bracht zijn ʻGulden Passerʼ in 1576 onder aan de Vrijdagmarkt. Zijn nazaten en opvolgers, de Moretussen, zetten zijn bedrijf nog zoʼn driehonderd jaar voort. De Gulden Passer bleef daarbij ook hun woning, die werd uitgebouwd en verfraaid tot één van de mooiste patriciërswoningen van Antwerpen. Unieke blikvangers zijn de nog compleet ingerichte werkplaatsen van de oude Officina Plantiniana. De gieterij, de drukkerij met de twee oudste drukpersen ter wereld, de lettervoorraadkamer en de correctorskamer, de boekwinkel en het kantoor van de meester van de Gulden Passer bleven intact bewaard uit de 16de, 17de en 18de eeuw.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
4
SMAAKMAKER -
Wil je nu al iets meer weten over etsen en drukken?
Doe het licht van de smaakmaker aan met de schakelaar boven de dozen. Laat de kinderen eens door de twee kijkgaatjes van de smaakmaker kijken. Daarin zie je links een voorbeeld van hoogdruk en rechts eentje van diepdruk. Hierna kan je het kastje openmaken. Zien de kinderen het verschil?
Achtergrondinformatie: diep- en hoogdruk Bij hoogdruk ligt de inkt op een verhoogje op de drager en die inkt wordt met een hoogdrukpers in het papier gedrukt (vb. houtsnede). Bij diepdruk daarentegen ligt de inkt in de groeven van de drukplaat. Deze plaat met inkt wordt met een draaiende diepdrukpers in het papier geperst (vb. ets).
MUSEUMREGELS -
Wat mag wel en wat mag niet?
Haal de kleine houten plaatjes uit de houten bak. Geef ieder kind een plaatje en laat het beschrijven wat er op staat. Wat mag wel en wat mag niet? Waarom? Stop ze terug in de bak.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
5
Wel -
In een kring zitten en vragen stellen (als je niemand stoort) Een vraagstuk oplossen Kijken naar een schilderij (aankomen mag niet!) Een puzzel oplossen of een museumspel doen
Soms wel, soms niet - Fluisteren of zachtjes praten mag - Tekenen op een blad papier mag wel, tekenen op een kunstwerk of de muur mag niet Niet -
Hard lopen mag niet, je kan vallen en andere mensen storen Leunen op een vitrinekast of erop tekenen mag niet, de vitrinekast wordt dan vuil of kan kapot gaan Vechten mag niet in een museum Eten mag niet, je kan overal vlekken maken Met een rugzak in het museum rondlopen mag niet, je kan makkelijk tegen een kunstwerk stoten Roepen en hard praten mag niet, daarmee stoor je andere mensen Een kunstwerk meenemen mag niet want stelen mag nooit Kunstwerken mag je niet aanraken, dan wordt het vuil en kan het kapot gaan
Als je dit nog niet hebt gedaan, wandel dan nu even met de kinderen door het museum, zonder echter bij iedere zaal stil te blijven staan. Beperk je wandeling tot het gelijkvloers. Dan kennen ze de weg en kunnen ze de opdrachten makkelijker zelfstandig oplossen.
Kies nu één van de volgende themaʼs uit en blader door naar die betreffende pagina. - Familie en vrienden p. 2 - Letters gieten en drukken p. 10 - Vroeger en nu p. 14 - Het huis p. 15 - Plantijn en de wereld p. 17
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
6
FAMILIE EN VRIENDEN Open het getralied deurtje en haal er een of meer van de vier kaften uit. In de kaften zitten portretten van de familie en de vrienden van Plantijn en de Moretussen met aan de achterzijde telkens een tekst met meer informatie over de voorgestelde persoon. Haal deze portretkaarten uit de map en neem ook de uitwisbare stiften.
Ga samen met de kinderen naar de familiekamer, kamer 2, en deel de portretten uit. Laat de kinderen op zoek gaan naar het schilderij dat overeenkomt met hun portret. Als ze het gevonden hebben, schrijven ze (als ze kunnen schrijven, anders sla je dit stukje over) de naam van de afgebeelde persoon onderaan met een uitwisbare viltstift. Kom daarna terug samen. Laat ieder kind zijn of haar portret aanwijzen. Lees het verhaal op de achterkant. Probeer dan samen de stamboom van de familie plantin-moretus samen te stellen. Ga samen met de kinderen naar de familiekamer, kamer 2, en deel daar de portretten uit. Laat de kinderen op zoek gaan naar het schilderij dat overeenkomt met hun portret. Als ze het gevonden hebben, schrijven ze de naam van de afgebeelde persoon onderaan met een uitwisbare viltstift. Kom daarna terug samen. Laat ieder kind zijn of haar portret aanwijzen en het verhaal op de achterzijde voorlezen. Probeer dan samen de stamboom van de familie Plantin-Moretus samen te stellen.
Heb je nog tijd? Kies dan nog een ander thema. Geen tijd meer? Ga dan naar Slot.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
7
Stamboom familie
Christoffel Plantijn
Jeanne Rivière
Jan I Moretus
Martina Plantijn
Balthasar I Moretus
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
8
Vrienden
Abraham Ortelius
Pieter Paul Rubens
Justus Lipsius
TIP
Het familieportret van de familie Plantijn vinden jullie in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
9
LETTERS GIETEN EN DRUKKEN Trek de houten plaatjes van de groene kleefstrip aan de installatie: deze reeks bevat het drukproces van letterzetten tot drukken. In het open bakje vind je de reeks over het lettergieten van stempel tot drukletter. Op de achterzijde van sommige plaatjes zit een stuk materiaal gekleefd. Neem de plaatjes van de groene kleefstrip en het open bakje mee en ga naar de drukkerij. Geef de kinderen de tijd om eerst eens goed rond te kijken. Vestig hun aandacht op de verschillende drukpersen en de letterkasten met alle verschillende letterkorpsen. Zoek dan een rustig plekje en ga met ze op de grond zitten.
Geef de kinderen allemaal een houten plaatje. Laat ze goed naar hun foto en het eventuele materiaal kijken. Lees dan het verhaal (op de achterzijde) over het lettergieten en drukken voor. In welk deel van het verhaal past de gekregen foto? Laat ze daarna de fotoʼs in de juiste volgorde leggen. Lees vervolgens het verhaal opnieuw voor en controleer of alles juist is.
Heb je nog tijd? Kies dan nog een ander thema. Geen tijd meer? Ga dan naar Slot.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
10
Letters gieten
Op het einde van een langwerpig stalen staafje wordt met beitels en vijlen een letter in spiegelschrift uitgesneden. Dit staafje heet de stempel.
Deze stempel wordt met een hamer in een blokje koper geslagen zodat er een afdruk ontstaat. Dat is de matrijs.
Het beeld in de matrijs is gewoon leesbaar, dus geen spiegelschrift.
De gietfles of mal wordt gesloten en het koperen staafje, de matrijs, wordt ervanboven opgelegd
Met de gietlepel wordt het gesmolten lood in de gietfles gegoten.
Dadelijk stolt het lood. Op het einde van het loden staafje bevindt zich de letter in reliëf en in spiegelschrift. Met één matrijs kunnen veel letters gegoten worden.
Van rechts naar links zie je hier de stempel, de matrijs en de nieuwe loden letter.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
11
Letters drukken
De zetter zet de letters in de juiste volgorde op de zethaak: een soort liniaal met een richel. Op een zethaak kan men verscheidene regels tekst boven elkaar plaatsen.
De zetter plaatst regel per regel op de galei, een houten of metalen bord, totdat een hele pagina gevormd is. Daarna wordt het zetwerk stevig opgebonden.
De drukker plaatst het zetwerk in het raam dat rust op de steen van de pers. Het touw wordt verwijderd en het zetwerk ingekooid met houten latjes.
De drukker inkt het zetsel in met een halfronde bal gemaakt van hondenleer, de tampon of inktbal genoemd.
Het papier wordt bevochtigd en op het timpaan gelegd. Daarrond wordt op het frisket een stuk linnen of perkament bevestigd om de randen van het papier niet vuil te maken.
Frisket en timpaan worden dicht geplooid en op het zetsel gelegd.
De wagen wordt onder de degel of drukplaat gerold met een rons of draaihendel.
Met een flinke ruk haalt de drukker de hefboom over en komt het volle gewicht van de drukplaat op het druksel.
De wagen wordt weggerold. Het timpaan en het frisket worden open geplooid. De drukker legt het gedrukte papier te drogen.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
12
Achtergrondinformatie: het drukproces Lettergieten Eerst wordt de letter in spiegelbeeld gesneden uit een blokje staal (foto 1). Deze letter heet de stempel. Daarvan wordt een afdruk (foto 2) gemaakt in een blokje koper (foto 3). Dat blokje heet de matrijs. De matrijs wordt in de gietfles -de mal -gestopt (foto 4) en dan wordt er vloeibaar lood in gegoten (foto 5). Zo wordt de gegoten letter gemaakt (foto 6) die gebruikt wordt in het zetsel (foto 7). Voor een heel letterkorps heb je wel negentig matrijzen nodig! Denk maar eens aan hoofdletters, kleine letters, cijfers, letters met accenten, leestekens enzovoort. Die letters worden keurig opgeborgen in een letterkast. Letterzetten In de linkerhand neemt de zetter de zethaak, een soort lineaal met een richel. Daarop plaatst hij de letters in de goede volgorde, maar wel in spiegelbeeld (foto 1). Regel per regel plaatst hij op een galei, een soort bord, totdat het hele blad gevormd is (foto 2). Dat zetsel wordt stevig vastgebonden en in het raam geplaatst (foto 3). Het raam is een houten kader dat rust op de steen van de pers. Het zetsel wordt dan met houten blokjes vastgezet in het raam. Dit wordt ʻinkooienʼ genoemd. Drukken Het papier wordt eerst vochtig gemaakt om het te versoepelen. Anders zou het kunnen scheuren als de loden letters ertegen worden gedrukt. Bovendien wordt de inkt beter door het papier opgenomen als dit enigszins vochtig is. Daarna wordt het op het timpaan gelegd (foto 5). Op het frisket wordt een stuk linnen of perkament bevestigd waarin een vorm is uitgesneden die precies overeenkomt met de afmetingen van de gezette tekst, om de randen van het papier niet vuil te maken. Het zetsel wordt ingeïnkt met een tampon (foto 4). Deze inktballen worden gemaakt uit hondenleer. Dit is omdat een hond het enige dier is dat niet zweet, in plaats hiervan hijgt een hond. Een hondenvel heeft zo dus ook geen porieën en dit is de reden waarom er hondenleer wordt gebruikt. Zo verliezen ze geen inkt doordat die in het leer zou trekken. Frisket en timpaan worden dichtgeplooid (foto 6) en op het zetsel gelegd. Dan wordt de wagen onder de drukplaat -of degel -geschoven (foto 7), die met een flinke ruk aan de persboom (foto 8) op het papier wordt gedrukt (foto 9). Deze handeling kan een drukker wel 2500 keer per dag verrichten. Zo kan hij 1250 paginaʼs recto verso drukken. Een boek drukken Een boek wordt nooit pagina per pagina gedrukt. Elk blad bevat een aantal paginaʼs. Het is de taak van de zetter de bladzijden zo te ordenen dat na het drukken en vouwen de paginaʼs in de goede volgorde zitten. Elk blad wordt aan twee kanten bedrukt!
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
13
VROEGER EN NU Haal een zak uit de doos. Doe de rits open en haal er de voorwerpen uit. Dit zijn e hedendaagse voorwerpen waarvan er 16 eeuwse versies in het museum te vinden zijn.
Geef ieder kind een voorwerp en ga samen op zoek naar voorwerpen van het Museum Plantin-Moretus (van vroeger) die daarmee verband houden. Maak dan de vergelijking tussen vroeger en nu. Let op de kleur, vorm, betekenis, licht/donker, materiaal, gewoontes en gebruiken. Wat is hetzelfde? Wat is anders? Geef ieder kind een voorwerpe en laat ze (bijvoorbeeld in groepjes van twee of drie) zelf zoeken naar de voorwerpen van het Museum Plantin-Moretus (van vroeger) die daarmee verband houden. Laat ze de vergelijking maken tussen vroeger en nu. Let op de kleur, vorm, betekenis, licht/donker, materiaal, gewoontes en gebruiken. Wat is hetzelfde? Wat is anders? Geef ze hiervoor een kwartier de tijd. Kom dan terug samen en wandel door het museum. Ieder kind vertelt aan de klasgenootjes welke oplossing het heft gevonden en waarom.
Heb je nog tijd? Kies dan nog een ander thema. Geen tijd meer? Ga dan naar Slot.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
14
Voorwerpen met mogelijke oplossingen Boekje (meerkleurendruk)
Gedrukte boeken rood/zwart, met leer ingebonden boeken, handgeschreven manuscripten…
Offset plaat
Letters, letterzetsels…
Zaklampje
Kaars, lantaarns, olielamp…
Dictee
Met de hand verbeterde gedrukte teksten
Geldbriefje
Munten met weegschaal
Vloerbekleding
Tapijten, parket, stenen vloer…
Fotokadertje
Versierde lijsten, schilderijen
Balpen
Ganzenveer, drukwerken…
Klokje
Zonnewijzer
Pottenlikker
Schuimspaan, lepel…
Behang
Goudleer, zijden behang, wandtapijten…
Achtergrondinformatie: Offset Deze druktechniek kenmerkt zich door een drukplaat waarvan het geïnkte deel niet in hoogte verschilt van het niet-geïnkte deel. Het steunt op het principe dat water (onbedrukt deel) en vet (inkt) elkaar afstoten. Bij offset wordt het beeld eerst van de plaat op een rubber rol wordt overgebracht en vanop die rol op papier. De drager of drukplaat wordt nat gemaakt. De plaat heeft een behandeld oppervlak zodat op de stukken naast het beeld water blijft hangen. Daarna wordt de plaat ingeïnkt. Water stoot inkt af dus de inkt blijft alleen hangen op het beeld. De plaat drukt op de rubber rol en deze laatste drukt op het papier.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
15
HET HUIS Neem de magneetpuzzelstukken van de installatie. Ze hangen op een geabstraheerde plattegrond van het gelijkvloers van het museum. Er zijn puzzelstukken met fotoʼs en met tekst. Ze stellen verschillende museumzalen voor of een object dat je in een van de zalen kan vinden.
Neem de magneetpuzzelstukken met de fotoʼs. Deel ze uit aan de kinderen. Ga samen op zoek naar de ruimte in het museum die overeenkomt met het puzzelstuk. Bekijk iedere ruimte goed. Laat de kinderen antwoorden op de volgende vragen: wat gebeurde er in deze ruimte? Als iedereen aan de beurt is geweest ga je met de kinderen naar de installatie. Breng dan alle plaatjes samen en rangschik ze tot een plattegrond. Neem de magneetpuzzelstukken met de teksten. Deel ze uit aan de kinderen. Laat de kinderen zelfstandig (bijvoorbeeld in groepjes van twee of drie) zoeken naar de ruimte in het museum die overeenkomt met hun puzzelstuk. Geef ze hiervoor een kwartier de tijd. Laat ze dan allemaal weer samenkomen. Wandel dan samen door het museum. Ieder kind leest op ʻzijnʼ plek de tekst voor en vertelt waarom hij deze ruimte heeft gekozen en geeft antwoord op de volgende vraag: wat gebeurde er in deze ruimte? Als iedereen aan de beurt is geweest ga je met de kinderen naar de installatie. Breng dan alle plaatjes samen en rangschik ze tot een plattegrond. Neem de magneetpuzzelstukken met de teksten. Deel ze uit aan de kinderen. Laat de kinderen zelfstandig (bijvoorbeeld in groepjes van twee of drie) zoeken naar de ruimte in het museum die overeenkomt met hun puzzelstuk. Geef ze hiervoor een kwartier de tijd. Laat ze dan allemaal weer samenkomen. Wandel dan samen door het museum. Ieder kind leest op ʻzijnʼ plek de tekst voor en vertelt waarom hij deze ruimte heeft gekozen en geeft antwoord op de volgende vragen: wat gebeurde er in deze ruimte? Hoe kun je zien dat dit ruimtes van vroeger zijn? Hoe kun je zien dat dit ruimtes van een museum zijn? Als iedereen aan de beurt is geweest ga je met de kinderen naar de installatie. Breng dan alle plaatjes samen en rangschik ze tot een plattegrond.
Heb je nog tijd? Kies dan nog een ander thema. Geen tijd meer? Ga dan naar Slot.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
16
PLANTIJN EN DE WERELD Neem de houten platen uit de bak. Daarop staan delen van geografische kaarten: actuele kaarten van de wereld en wereldkaarten uit de tijd van Abraham Ortelius (16de eeuw).
Leg de werelddelen van de huidige wereld en die van de vroegere wereld in twee stapels. Leg dan de losse werelddelen samen tot de wereldkaart van nu. Maak ook de wereldkaart van in de 16de eeuw. Kijk goed naar de benamingen van de streken en de landen. Vergelijk de twee kaarten. Wat is er veranderd? Hoe zou dat komen?
Heb je nog tijd? Kies dan nog een ander thema. Geen tijd meer? Ga dan naar Slot.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
17
SLOT Ga samen in een kring zitten. -
Wat hebben we vandaag gedaan? Het bezoek even kort overlopen) Wie was Christoffel Plantijn? Wat heb je geleerd over de boekdrukkunst? Wat vond je leuk? (en waarom?) Wat vond je niet leuk? (en waarom?)
Denk je eraan alles op zijn plaats terug te leggen?
Het team van het Museum Plantin-Moretus bedankt jullie voor je bezoek, en hoopt jullie nog eens terug te zien in het museum!
TIP:
Er is ook een museJA!spel in het Museum Mayer van den Bergh, het Rubenshuis, het Etnografisch Museum, het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim, het Nationaal scheepvaartmuseum en het Volkskundemuseum.
MEER INFORMATIE
Prospekta, Culturele Infobalie Grote Markt 13 2000 Antwerpen tel. 03/203 95 85 fax 03/203 95 97
[email protected]
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
Over het museum museum.antwerpen.be/plantin-moretus
[email protected]
18
INTERACTIEVE RONDLEIDING Mogelijke invulling van de actieve rondleiding INLEIDING Zaal 1: het grote salon Doelstelling 1. Museumregels respecteren 2. Besef van oud en nieuw 3. Zicht op stamboom Plantin-Moretus Materiaal - Stempels met logoʼs - Kaarten met portretten familieleden - Stamboom Rondleiding -
Waar zijn we? Hoe heet dit gebouw? Zijn jullie hier al eens geweest? Dit is een museum. Ben je al eens in een ander museum geweest? Een museum is om te kijken. De dingen die hier staan, zijn heel kwetsbaar. Daarom mogen we er niet aankomen. Wat mag er wel? Praten, denken en kijken.
We zitten hier in een heel oud gebouw, uit de zestiende eeuw. Zoʼn vierhonderd jaar geleden woonde hier de familie Plantin-Moretus. Dit is hun salon. Vergelijk de ruimte eens met jullie eigen woonkamer. -
Wat is hetzelfde? Wat is anders? Wat hoort bij het huis? Wat is er in onze tijd bijgezet? Met andere woorden, wat is nieuw en wat is oud?
Hier hebben verschillende mensen gewoond in verschillende perioden. Iedere bewoner heeft het huis aangepast aan de eigen tijd en behoeften. Nog veel later is het een museum geworden. Christoffel Plantijn was de eerste bewoner van dit huis. We weten niet precies wanneer hij is geboren (waarschijnlijk rond 1520), maar wel dat het in de buurt was van de Franse stad Tours. In Caen leert hij Jeanne Rivière kennen. Met haar zal hij later trouwen. Samen krijgen ze zeven kinderen, waarvan er twee al heel jong overlijden. Rond 1548 verhuizen ze naar Antwerpen. -
Weten jullie wat het beroep was van Christoffel?
Eerst werkte hij als boekbinder. Dat betekent dat hij de boekbladeren aan elkaar bond tot een boek en er een boekband rond maakte. Voor dat werk moeten je armen sterk en soepel zijn. Je moet ook heel precies kunnen werken. Maar rond 1555 werd Christoffel op straat aangevallen door een groepje dronken mannen en krijgt hij een zwaard door zijn schouder. Vanaf dat moment kan hij niet goed meer boekbinden en gaat hij als drukker werken. -
Wat is eigenlijk een drukker?
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
19
Een drukker is iemand die teksten en afbeeldingen afdrukt op papier, zoals een stempel. De eerste die boeken ging drukken met losse lettertjes was Johann Gutenberg. Hij wordt nu dus gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst (1450). Hoe dat drukken precies gebeurt zullen we straks laten zien in de drukkerij. -
Waarom was Christoffel Plantijn eigenlijk zoʼn bijzonder drukker?
Hij was in Europa de eerste drukker die een heel grote drukkerij had. Terwijl de grootste drukker in Frankrijk maar 4 persen had, had Plantijn er 16! Hij was de enige drukker die zo veel drukpersen had. De dingen die hij drukte waren voor geleerde mensen. Lang niet iedereen kon lezen in die tijd! Door de boeken die hij drukte hebben de mensen uit die tijd veel geleerd, over de natuur, de wetenschap, over andere culturen en godsdiensten. Extra informatie voor de tweede en derde graad Het was een moeilijke tijd, het einde van de zestiende eeuw. Er was een godsdienstoorlog tussen de protestanten (die de kerk wilden hervormen) en de katholieken. Christoffel was katholiek, maar veel van zijn vrienden en medewerkers waren protestant. Dat heeft voor veel problemen gezorgd. Hij moest dus heel diplomatisch zijn om voor de beide partijen te kunnen drukken. OPDRACHT
We gaan proberen de familie samen te stellen aan de hand van een stamboom. -
Wat is een stamboom?
Op deze stamboom staan allemaal namen. We gaan proberen een gezicht te plakken op die namen. Hoe zou de familie Plantin-Moretus er uitzien? Jullie krijgen allemaal een foto zonder naam. Welke naam past bij welke foto? Misschien kunnen de namen onder de schilderijen in deze kamer je helpen bij je zoektocht. Leg de foto op de naam op de stamboom die er volgens jou bij past. Let op, sommige portretten hangen niet in deze kamer! Als de stamboom vol is, weet je dus ook wanneer de naam Moretus voor het eerst in de familie komt.
Beide families hadden een eigen drukkersmerk, een logo, om zich bekend te maken. Vergelijk het maar eens met automerken en kledingmerken die een eigen logo hebben. De familie Plantijn had een passer als kenmerk, met de tekst labor et constantia (arbeid en standvastigheid). De familie Moretus had een ster als drukkersmerk. Jullie krijgen nu elk een logostempel op je hand gedrukt ( het eerste drukwerk van vandaag!). Jullie behoren nu tot de familie Plantijn of de familie Moretus. Als je je eigen logo ziet, zeg het dan! Kijk bijvoorbeeld maar eens rond in deze kamer…
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
20
VERZAMELEN, BOEKDRUKKEN EN HANDSCHRIFTEN Zaal 2: de manuscriptenzaal Doelstelling 1. Wat is een verzameling? 2. Verschil boekdrukken en handschriften Materiaal - Papier en potlood Rondleiding De families Plantijn en Moretus waren rijke mensen die leefden in een groot huis. Zij hadden een eigen verzameling. -
Verzamelen jullie iets? Wat? Wat zou de familie Plantin-Moretus verzamelen?
Ze waren drukkers, dus ze verzamelden boeken. Een aantal van die boeken zie je hier. Hoe kun je een boek maken? Je kunt een boek met de hand schrijven en je kunt een boek drukken. De boeken van vandaag worden allemaal gedrukt, maar vóór de uitvinding van de boekdrukkunst werden de boeken allemaal met de hand geschreven en versierd. In deze zaal liggen voorbeelden van zulke ʻhandschriftenʼ. OPDRACHT
Schrijf in het groot de eerste letter van je naam, naar de voorbeelden uit de boeken in deze zaal. Je zult zien dat dat niet altijd even gemakkelijk is want veel letters werden toen anders geschreven. (voor de eerste graad: schrijf de eerste letter van je naam) Versier die letter naar eigen fantasie. Kijk ook eens hoe die versieringen vroeger werden gemaakt.
VERKOOP VAN BOEKEN Zaal 4: de boekwinkel Doelstelling 1. Vergelijking boekverkoop vroeger en nu Materiaal - Boek zonder band - Losse band - Geldbriefje Rondleiding Dit is een boekwinkel van vroeger. -
Vergelijk die eens met een boekwinkel van nu?
De boeken hebben veel minder kleuren. Er zijn ook veel boeken zonder band! Dit komt omdat de koper de band zelf kon kiezen, of zelf kon laten maken. (Weet je nog dat Christoffel eerst boekbinder was?) Hoe meer geld je had, hoe mooier de band! Je kon toen ook alleen de inhoud kopen. Stel je eens voor, een boek zonder band…
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
21
-
Voorbeelden tonen.
Hier ligt een weegschaaltje. -
Waarvoor zou dat gediend hebben?
Om te weten of het geld niet vals was ging men het wegen. Of om zeker te zijn dat er niet stiekem kleine stukjes goud waren afgeslepen. Tegenwoordig draagt ons geld een watermerk en zijn er machines om na te kijken of dit wel echt is. -
Watermerk laten zien.
LETTERS MAKEN Zaal 29: Lettergieterij à Via de smalle noodtrap naar de lettergieterij Doelstelling 1. Hoe worden drukletters gemaakt? Materiaal Dit materiaal kan alleen gebruikt worden door een museummedewerker. - gietfles - gesneden letter voorbeeld - matrijs - gegoten letter - materialen: koper, lood,… Rondleiding -
Demonstratie van het lettergieten mits aanvraag bij Prospekta
Eerst wordt de letter in spiegelbeeld gesneden uit een blokje staal. Deze letter heet de stempel. Daarvan wordt een afdruk gemaakt in een blokje koper (zachter metaal). Dat blokje heet de matrijs. De matrijs wordt in de gietfles gestoken (de mal) en dan wordt er vloeibaar lood in gegoten. Zo wordt de gegoten letter gemaakt die gebruikt wordt in het zetsel. Voor een heel letterkorps heb je wel 90 matrijzen nodig! ( denk maar eens aan hoofdletters, kleine letters, cijfers, letters met accenten, leestekens enzovoort). Die letters worden keurig opgeborgen in een letterkast.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
22
HET DRUKPROCES Zaal 14: de drukkerij à Terug naar beneden naar de didactische zaal Doelstelling 1. Zicht krijgen op het zet-en drukproces Materiaal - Potlood - Papier Rondleiding OPDRACHT
Schrijf je naam in spiegelschrift.
-
Demonstratie van het drukken mits voorafgaande, schriftelijke aanvraag aan de balie
In de linkerhand neemt de zetter de zethaak, een soort liniaal met een richel. Daarop plaatst hij de letters in de goede volgorde. Regel per regel plaatst hij op een galei, een soort bord, totdat het hele blad gevormd is. Dat zetsel wordt stevig vastgebonden met een touw en in het raam geplaatst. Het raam is een houten kader dat rust op de steen van de pers. Het zetsel wordt dan met houten blokjes vastgezet in het raam. Dit wordt inkooien genoemd. Het papier wordt eerst vochtig gemaakt om het soepeler te maken. Dan wordt het op het timpaan gelegd. Op het frisket wordt een stuk linnen of perkament bevestigd waarin een vorm was uitgesneden die precies overeenkomt met de afmetingen van de gezette tekst, zodat de randen van het papier niet vuil zullen worden. Het zetsel wordt ingeïnkt met een tampon. Frisket en timpaan worden dichtgeplooid en op het zetsel gelegd. Dan wordt de wagen onder de drukplaat (of degel) geschoven, die met een flinke ruk aan de persboom op het papier wordt gedrukt. Een boek wordt nooit pagina per pagina gedrukt. Elk blad bevat een aantal paginaʼs. Het is de taak van de zetter de bladzijden zo te ordenen dat na het drukken en vouwen de paginaʼs in de goede volgorde zitten. Elk blad wordt aan twee kanten bedrukt! à Via de letterzetterij naar de correctiekamer -
Laten zien waar de zetters het zetsel maakten en waar de drukproeven verbeterd werden.
Vergelijk maar eens met het verbeteren van jullie huiswerk. De proeflezers waren de geleerde mensen, die andere talen konden lezen en verbeteren (Hebreeuws, Grieks Latijn, Arabisch, Nederlands, Frans,…). Zij werden natuurlijk beter betaald.
MUSEUM PLANTIN-MORETUS / PRENTENKABINET
23