1
Preek over Rechters 14 Zondag 30 augustus 2015, Protestantse Gemeente te Heusden Gemeente van Christus, Het boek Rechters (voorheen Richteren) is niet zo heel geliefd in de kerk, o.a. vanwege al het geweld. Spannende verhalen zijn het, dat wel. Maar wat moet je ermee? Die Simson was natuurlijk een held, en een heldenverhaal spreekt altijd aan. Zoals die helden die in de Thalys van Amsterdam naar Partijs onlangs een terrorist uitschakelden. Goddank dat ze er waren en een ramp voorkwamen. En mooi dat ze er nog zijn: gewone mensen die als het erop aankomt opstaan en doen wat er gedaan moet worden. Of neem die Dafne Schippers uit het kleine Nederland die vrijdag opeens een gouden medaille op de WK atletiek won. ‘Dafne Schippers tilde ons allemaal even op’, las ik in een krant. Zij doet ons volk goed. Een samenleving kan niet zonder helden. De wereld kan niet zonder helden. Maar ja, die Simson, was dat nu een held aan wie we ons allemaal een beetje kunnen optrekken? Laten we eerlijk zijn: die Simson gedroeg zich meer als een playboy dan als een profeet. Hij maakt zich ogenschijnlijk drukker om het veroveren van mooie Filistijnse vrouwen, dan om de verdediging van Israel. Als het erop aankomt, dan ‘vaart de Geest van de Heer in hem’, en krijgt hij bovenmenselijke kracht. We lazen het vandaag twee keer in Rechters 14. De eerste keer doodt Simson dan een leeuw met blote handen. Dat is knap. En ook wel stoer. De tweede keer doodt hij na een uit de hand gelopen weddenschap uit persoonlijke wraak dertig Filistijnen. Dan vragen we ons toch af, of het heilzaam is om zo met de kracht die God geeft om te gaan? Goed, de schade bij de Filistijnen is aanzienlijk. De Filistijnen vertegenwoordigen in het boek Rechters de ‘tegenmacht’. De Filistijnen dwarsbomen de wil van God. Zij dwarsbomen Isräels grote project van het Beloofde Land, waar mensen in vrede en vrijheid samen kunnen leven voor Gods aangezicht. De Filistijn bij uitstek zal Goliath zijn: groot, sterk, grof, brutaal, een patser die zich van God noch gebod iets aantrekt. Simson laat zien dat de Israëlieten als het moet ook wel een vuist kunnen maken tegen dit soort types. Maar om hem nu aan onze kinderen ten voorbeeld te stellen... Wat is nu de betekenis, de theologie van het boek Rechters? Welnu, het boek Rechters gaat over leiderschap. Rechters vertelt ons de geschiedenis van twaalf rechters (= leiders, aanvoerders) die onder vaak moeilijke
2
omstandigheden leiding geven aan het volk. Heel verschillend types zijn het. We doen een greep. Otniël is de eerste en meteen de beste: de ideale Rechter, weinig op aan te merken. Ehud: dappere vent! Deborah: een vrouw, zij het een tikkeltje harde tante, met die tentpin die ze door het hoofd van Sisera timmerde. Gideon: uitstekende militair, maar wel met een zwak voor vrouwen. Gideon had een enorme harem aan bijvrouwen, die allemaal hun eigen goden meenamen, hij leek de latere Salomo wel. Jefta: de tragische vader die zei: ‘God, als ik deze veldslag win, zal ik het eerste dat me bij thuiskomst tegemoet komt offeren. En wie was de eerst die hem tegemoet kwam? Zijn eigen dochter... En de laatste, rechter nummer twaalf is dan Simson. We zouden de geschiedenissen van die twaalf rechters kunnen beschouwen als voorstudies van de koningen van Israel. Hoe zou een koning van Israel eruit kunnen zien? In het boek Rechters, komen twaalf studiemodellen voorbij. Twaalf schetsen. Twaalf ‘oefenlapjes’, zo u wilt. En na die oefenmodellen krijgen we de boeken Samuel en Koningen en Kronieken, over de koningen die daadwerkelijk over Israel hebben geheerst. Wat blijkt: die oefenmodellen waren behoorlijk levensecht! Israël had kunnen weten wat het te wachten stond in zijn verlangen naar een koning. In het boek Rechters is Israel is nog een staat-in-wording. De bevrijde slaven zijn amper aangekomen in het Beloofde Land. De samenleving is nog een vuist los zand. Na Mozes kwam Jozua, maar wat kwam na Jozua? Antwoord: anarchie. Enerzijds heerste de vreugde van de vrijheid en de onafhankelijkheid. Anderzijds was er nog niets: geen infrastructuur, geen eenheid, geen nationaal leger, geen centraal gezag. De economie moest nog opgebouwd worden. Zelfs het godsdienstige leven is nog amper georganiseerd. De tempel moest nog gebouwd worden. Ondertussen werd het jonge landje van bedreigd van binnenuit (‘ieder deed wat goed was in zijn ogen’) en van buiten (de Filistijnen lustten de Hebreeën rauw). Denk maar aan de Arabische Lente die losbarstte in Libie en in Egypte en in Syië. Dat leek zo’n mooi nieuw begin, maar wat heerst er nu een chaos in die landen. Geen wonder dat Israël dan verlangt naar een sterke man, een koning. Naar sterk leiderschap. Maar niet zomaar een sterke man. Israël verlangt naar een sterke man met het hart op de goede plaats. Een koning die weet dat er nog een koning boven hem is. De hemelse koning. God! Israel droomt van een koning die weet dat hij er dus niet voor zichzelf zit, maar voor de gewone man en de gewone vrouw. Een leider die kan dienen! Daar verlangt Israel naar. Maar waar vindt je zo’n leider? Daar gaat het boek Rechters over. Wat is goed leiderschap?
3
Leiderschap is ook modern thema. Er bestaan tegenwoordig tal van boeken, cursussen, trainingen die je leren hoe je een goede leider wordt. Je kunt als politieke partij nog zo’n mooi partijprogram hebben, maar je hebt ook een leider nodig, iemand die van het scherm afspat, die de boodschap weet te verkopen. Deels is leiderschap het een aangeboren gave: je krijgt het met je geboorte mee. Zoals Simson al bij zijn verwekking een bijzondere gave kreeg van God. Bijzondere kracht. Deels is leiderschap te leren, te oefenen. Net zoals de ene leraar van nature orde kan houden, en de ander daar enorm zijn best voor moet doen. Wat is goed leiderschap? Ook een vraag die in de kerk speelt in tijden van ontkerkelijking. In gemeenten als de onze, in de landelijke kerk. wat is nu goed leiderschap? Ga d’r maar aanstaan. In Rechters 13-17 wordt leiderschapsmodel nummer 12 besproken. Is Simson het leiderstype dat Gods volk nodig heeft? Positief aan Simson is zijn moed, zijn kracht. Zijn moed. Positief is dat God hem wil gebruiken om een begin te maken met de bevrijding van Israel (R. 13: 5). Van de veertig jaar dat de Filistijnen de Israëlieten overheersen, zal Simson 20 jaar optreden als rechter/leider (R. 15: 20). Dat is precies de helft. Het is een begin. Later zal David die verlossing voltooien. Maar het boek Rechters maakt Simson allerminst mooier dan hij is. Hij is geen volmaakte held. Negatief aan Simson is: zijn opvliegendheid. Zijn gewelddadigheid. Hij is een vrouwengek. Egocentrisch. Lijkt meer om zichzelf te geven dan om zijn volk. Hij vergeet dat een echte leider allereerst een dienaar is. Pas in de nood leert hij bidden. En daarmee concludeert Rechters: leiders zijn ook maar mensen. Zodra leiders macht hebben, gebeurt er iets met hen. Macht corrumpeert. Hoe langer een leider de macht heeft, des te groter is dan kans dat hij arrogant wordt, verwaand, zich omgeeft met ja-knikkers, geen kritiek meer toelaat. En hoe sterk een leider ook is, hij heeft altijd wel een zwakke kant. Bij de één is dat geld, bij de ander is dat ijdelheid. De zwakke kant van Simson is: mooie vrouwen. De enige die hem van zijn kracht kan beroven is een vrouw. In de naam Simson zit het Hebreeuwse woord sjèmes, zon. Zonnetje. Sunny Boy. Simson is geroepen om een zon te zijn voor zijn volk, het zonnetje in Beit-Jisraël, het Huis van Israël . Maar hij gedraagt zich maar al te vaak als een zonnekoning, en zijn levensverhaal kent veel duistere bladzijden. De schrijver van Rechters speelt in hoofdstuk 14 met het werkwoord jarad, dat afdalen betekent. Vijf keer komt het voor (in vers 1, 5, 7, 10 en 19) – vijf
4
keer: neerdalen. De geschiedenis van Simson vertoont al heel snel een neergaande lijn. Dat zal ook de lijn zijn van het koningshuis van Israel! We trekken een paar conclusies. 1. Rechters is een realistisch boek. Met die twaalf verhalen over 12 leiders bereidt het boek Rechters ons voor op de koningen die Israel zal krijgen. We worden alvast gewaarschuwd. Dat gaat wat worden met de Koningen van Israel! Koningen zijn leiders, en leiders zijn mensen, en mensen die falen. Zo zit de werkelijkheid in elkaar. Falen hoort bij de werkelijkheid, waarin mensen hun roeping niet waarmaken. Waarin mensen hun naam niet waarmaken. Waarin mensen gebrekkig zijn. Waarin mensen zondaars zijn. De neerdalende lijn. 2. Het boek Rechters bevat een duidelijke waarschuwing aan Israel, en door Israel ook ons. Loop nooit blind achter een leider aan. Vergeet nooit dat een leider ook maar een mens is. En dus een zondaar. Of het nu je directeur is of je afdelingschef of je politieke leider, of de een of andere voorzitter, of je leraar, of je sportheld, of de een of andere geestelijke leider (daar zitten ook heel aparte exemplaren tussen), of je beste vriend, of je rijkste vriend... Het kan ook gaan om de een of andere leidende opinie. Respect en eerbied is altijd goed, maar nooit blind achternalopen! Dat is afgoderij, en daar doen we niet aan in Israel en in de kerk. 3. Het boek Rechters biedt leiders zelf een spiegel om eens in te kijken. ‘Ik ben misschien wel een hele Piet, of een hele Petra, maar wat voor leider ben ik nu werkelijk? Ben ik echt zo goed als ik het voordoe? Kan ik nog luisteren naar mensen die niet alleen maar ja-knikken? Ben ik een leider die nog een beetje kan dienen? Of ben ik inmiddels zo’n Zonnekoning geworden die vooral zichzelf bewondert? Met bijbehorend diva-gedrag? Ben ik inderdaad de self-made man die ik beweer te zijn, of ben ik uiteindelijk ook maar een mensje dat afhankelijk is van Gods leiding? Simson moet door schade en schande leren dat hij met al zijn spieren uiteindelijk van God afhankelijk is, en dat hij voor Israel alleen iets kan uitrichten als God hem wil gebruiken. 4. Rechters is een kritisch boek, maar ook een hoopvol boek. Op ieder bladzijde van het boek Rechters voelen we het diepe verlangen naar een leider/een koning naar de snit van David. Naar een leider die voor alles een herder wil zijn. Een goede herder die het volk meeneemt op de weg van God. En als we dan het boek Rechters lezen, en daarna de boeken Samuël en Koningen en Kronieken, en de grote en de kleine profeten, al die verhalen
5
over koningen en falend leiderschap (zelfs de grote leider David vloog grandioos uit de bocht, zoals wij weten)... Dan groeit en groeit het verlangen naar een heel andere koning. Naar een koning die werkelijk een dienaar is. Een echte herder. Een Koning die niet alleen leiding geeft, maar die ook naast zijn mensen staat. Volledig. Onvoorwaardelijk. Met hart en ziel. In voor- en tegenspoed. In leven en zelfs in de dood. Dan groeit het verlangen naar Koning Jezus, die wij vanmorgen tegen zijn leerlingen (ons dus!) hoorden zeggen: Jullie weten dat heersers hun eigen volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Zo zal het bij jullie niet mogen gaan... Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen... (Mat.20: 25-28) Wat een leider, deze Jezus! Volgende week zondag mogen wij deze leider gedenken in de tekenen van brood en wijn. We zouden ons de komende week, in de aanloop naar het Heilig Avondmaal, ons aan de hand van de vreemde boek rechters bezinnen op de vraag: welke rol spelen leiders en leiderschap eigenlijk in mijn eigen leven? Door wie of wat laten wij ons leiden? We zouden ons de komende week kunnen afvragen: en hoe zit het dan in mijn eigen leven met het leiderschap en koningschap van Jezus? Staat er in mijn leven een troon voor Hem gereed? Amen.