PROTESTANTSE GEMEENTE TE WOENSDRECHT
liturgie voor de Drie Dagen van Pasen 2016
MAALTIJD - GEDACHTENIS - LICHT
Witte Donderdag
24 maart 2016
aanvang
20.00 uur
Goede Vrijdag
25 maart 2016
aanvang
20.00 uur
Paaswake
26 maart 2016
aanvang
21.00 uur
Paasmorgen
27 maart 2016
aanvang
9.45 uur (apart boekje)
In deze diensten heeft u naast dit liturgieboekje ook een liedboek nodig!
Witte Donderdag
de kleur is wit teken van blijdschap over het voorbij gaan van de dood
SACRUM TRIDUUM
voorganger: ds. Klaas Vos organist: mw. Gertie van Elsäcker m.m.v. de cantorij o.l.v. dhr. Karel Smagge
orgelspel we bereiden ons in stilte voor op de dienst (de kerkenraad komt binnen) welkom aansteken van de kaarsen en het openleggen van de bijbel – de gemeente gaat staan –
aanvangslied 81 : 1, 2 en 3 groet v: de Heer is met u allen g: ZIJN VREDE IS MET U bemoediging v: onze hulp is de Naam van de Heer g: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT v: die trouw houdt tot in eeuwigheid g: EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN zingen 81 : 4 en 5 schriftlezing Hebreeën 10 : 11 – 18 zingen 81 : 8 en 9 – de gemeente gaat zitten –
de cantorij zingt KYRIE gebed van de Witte Donderdag schriftlezing Exodus 12 : 1 – 20 (Naardense Bijbel) 1 Dan zegt de Ene tot Mozes en tot Aäron,- in het land van Egypte zegt hij: 2 deze nieuwemaan is voor u hoofd van de nieuwemanen, hoofd-en-begin is hij voor u van de nieuwemanen van het jaar; 3 richt het woord tot heel Israëls samenkomst en zeg: op de tiende na deze nieuwemaan zullen ze zich nemen ieder een lam voor een vaderhuis, een lam per huis; 4 en als het te weinig is, het huishouden, dat er een lam zou kunnen zijn, neemt hij er een samen met wie het naast bij zijn huis woont,naar het aantal zielen; naar wat ieders mond eet zult ge optellen voor het lam;
5 volgaaf, mannelijk, ‘zoon van een jaar’ zal een lam voor u wezen; uit de schapen of uit de geiten zult ge het nemen; 6 het zal bij u in bewaring zijn tot de veertiende dag na deze nieuwemaan; dan zullen ze het slachten, heel de vergadering van Israëls samenkomst, ‘tussen de avonden’; 7 nemen zullen ze van het bloed en dat prijsgeven op de twee deurposten en op de bovendorpel,- op de huizen waarin ze het eten; 8 eten zullen ze het vlees in deze nacht: geroosterd op vuur, met matses,ongegiste broden ; met bitterheden zullen ze het eten; 9 eet er niet van als het nog rauw is of gekookt is, gekookt in water; nee, alleen geroosterd op vuur; met kop, poten en binnenste; 10 ge zult daarvan niet overlaten tot ’s ochtends; wat ervan overblijft tot ’s ochtends zult ge in het vuur verbranden; 11 en zó zult ge het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw stok in uw hand; overhaast zult ge het eten: een Pesach,- passéren , is dit voor de Ene; 12 oversteken zal ik in het land van Egypte, in deze nacht, en alle eersteling op het land van Egypte slaan, van mens tot dier; en aan alle goden van Egypte voltrek ik gerichten, ik, de Ene!13 wezen zal het bloed voor u tot een teken op de huizen waarin ge woont; zie ik het bloed dan ‘passeer ’ ik u; er zal bij u geen plaag ten verderve wezen als ik mijn slag toebreng in het land van Egypte!14 worden zal deze dag voor u tot een gedachtenis en vieren zult ge hem als een viering voor de Ene,- voor al uw generaties zult ge hem vieren als een inzetting voor eeuwig; 15 zeven dagen zult ge matses eten,- let wel, op de voorste dag zult ge het gezuurde uit uw huizen keren; want al wie iets gegists eet: weggesneden zij die ziel uit Israël, van de voorste dag tot de zevende dag; 16 op de voorste dag: een oproep tot heiliging, en op de zévende dag zal er een oproep tot heiliging voor u wezen; wélk-werk-ook wordt níet gedaan bij u; echter wat gegeten wordt door alle ziel, dát alleen zal door u worden klaargemaakt; 17 en bewaken zult ge: de matses!- want op deze huidige dag heb ik uw strijdscharen uitgeleid uit het land van Egypte; bewaken zult ge deze dag voor uw generaties als een inzetting voor eeuwig!18 in de voorste (maand), op de veertiende dag na de nieuwemaan in de avond, zult ge matses eten,- tot dag eenentwintig na nieuwemaan in de avond; 19 zeven dagen lang zal niets gezuurds worden gevonden in uw huizen; want al wie eet van wat gegist is:
weggesneden zij die ziel uit Israëls samenkomst,zo met de zwerver-te-gast en met de landgenoot; 20 al wat gegist is zult ge niet eten; overal waar ge zetelt zult ge matses eten! zingen 556 : 1, 2 en 3 schriftlezing Lukas 22 : 14 – 30 (Naardense Bijbel) 14 Wanneer het uur aanbreekt, gaat hij aanliggen, en de apostelen met hem. 15 Hij zegt tot hen: vol verlangen heb ik ernaar verlangd vóór mijn paaslijden dit pesach met u te eten; 16 want ik zeg u dat ik het niet meer zal eten tot wanneer het vervuld wordt in het koninkrijk van God! 17 Hij verwelkomt een drinkbeker, dankzegt en zegt: neemt deze en deelt hem met elkaar; 18 want ik zeg u, ik zal van nu af niet drinken wat de wijnstok genereert totdat het koningschap van God komt! 19 Hij neemt een brood op, dankzegt, breekt het en geeft het aan hen, zeggend: dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis! 20 Evenzo met de beker ná de maaltijd, zeggend: deze drinkbeker is het nieuwe verbond door mijn bloed, dat voor u vergoten wordt; 21 alleen, zie, de hand van wie mij prijsgeeft is met mij aan de tafel; 22 omdat de mensenzoon voortgaat overeenkomstig wat bepaald is, alleen wee díe mens door wie hij wordt prijsgegeven! 23 Dan beginnen zij onder elkaar samen te zoeken wie van hen dat wel mag zijn die dat gaat uitvoeren. 24 Maar er geschiedt ook onenigheid onder hen, over wie van hen de grootste denkt te zijn. 25 Maar hij zegt tot hen: de koningen der volkeren spelen de heer over hen, en hun gezagsdragers laten zich tot weldoeners uitroepen; 26 maar gíj, niet zo!- nee, laat de grootste onder u als de jongste worden en wie aanvoert als wie bedient; 27 want wie is groter: wie aanligt of wie bedient?níet wie aanligt!- ík ben in uw midden als degene die bedient!28 maar gíj zijt het die bij mij gebleven zijt in mijn beproevingen, 29 en ík verleen ik u, zoals mijn Vader mij verleend heeft, koningschap, 30 zodat ge in mijn koninkrijk zult eten en drinken aan mijn tafel, en gezeten op tronen de twaalf stammen van Israël zult oordelen;
zingen 556 : 4 en 5
overweging meditatief orgelspel zingen 547 : 1 cantorij; 2 gemeente; 3 cantorij; 4 gemeente; 5 en 6 allen voorbeden inzameling van de gaven eerste collecte: Diaconie tweede collecte: Pastoraat en Eredienst tijdens de collecte zingen Ubi caritas Waar vriendschap is en liefde, daar is God
tafellied 395 – de tafel wordt in gereedheid gebracht –
tafelgebed v: Wij mogen delen in de gaven van Hem, die de uittocht heeft volbracht, geworden tot ons brood voor onderweg. Hij is ons Paaslam, Die op de avond voor zijn dood – deze avond – Het brood nam, de Vader dankte , het brak en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor u’ En na de maaltijd, de beker, En de woorden sprak: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, drinkt allen hieruit en blijft dit doen om Mij te gedenken’. g: AMEN
v: Zo mogen wij delen in zijn gaven, zijn liefde, zo mogen we in Hem één lichaam zijn,
tot liefde bestemd, tot liefde geroepen, voor elkaar en voor de wereld, op weg naar Gods toekomst, Zijn komst, waarheen we ons verlangend uitstrekken. g: MARANATHA (O Heer, kom) aanroeping v: Kom zo met Uw Geest adem uw gaven tot leven, opdat wij leven, voor U en met elkaar. g: ONZE VADER DIE IN DE HEMEL ZIJT UW NAAM WORDE GEHEILIGD UW KONINKRIJK KOME UW WIL GESCHIEDE OP AARDE ZOALS IN DE HEMEL GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN ZOALS OOK WIJ ONZE SCHULDENAARS VERGEVEN EN LEID ONS NIET IN VERZOEKING MAAR VERLOS ONS VAN DE BOZE WANT VAN U IS HET KONINKRIJK EN DE KRACHT EN DE HEERLIJKHEID IN EEUWIGHEID AMEN
vredegroet v: de vrede van Christus met u! g: ZIJN VREDE MET U! – rondom ons wensen wij elkaar de vrede van Christus – – de gemeente neemt haar plaats in in de kring –- (liturgieboekje meenemen)
tijdens Avondmaal zingt de cantorij WANT ZO DIKWIJLS GIJ DIT BROOD EET gemeenschap van brood en wijn v: Geeft niet het brood dat wij breken gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is, vormen wij, hoevelen ook, één lichaam want wij hebben deel aan het ene brood.
– delen van het brood –
v: Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken gemeenschap met het bloed van Christus? – delen van de wijn en (laatste beker) druivensap –
slotlied 512 : 1 gemeente; 2 cantorij; 3 gemeente; 4 cantorij; 5 allen; 6 cantorij; 7 allen 1. O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, uw naam die mij geloven doet: Gij gaat mij reddend voor; 2. uw naam die onze wonden heelt en ons met manna spijst, die onze dood en zonde deelt en onze vrees verdrijft. 3. Mijn herder en mijn held, mijn vriend, mijn koning en profeet, mijn priester die mijn schuld ontbindt, mijn weg waarop ik treed; 4. al wat ik doe, al wat ik wil, het is te zwak, te koud, maar sterk en vurig wordt de ziel wanneer zij U aanschouwt. 5. Zolang Gij nog onzichtbaar zijt, een zon diep in de nacht, roep ik uw nadering reeds uit omdat ik U verwacht. 6. O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, als ik van alles scheiden moet gaat nog die naam mij voor.
7. O naam, eeuwige ademtocht, een sterveling ben ik, als eens mijn eigen adem stokt dan draagt mij uw muziek. slottekst Lukas 22 : 31 – 38
HEENZENDING v: Dit is het woord waarmee Hij bij ons blijft, dat wij de liefde delen waardoor Hij zich aan ons gaf.
uitleidend orgelspel – wij verlaten de kerk – – morgenavond wordt de dienst voortgezet –