PREEK NO. 11 Lezen :
Ez. 11 : 14 – 23 Zach. 6 : 1 - 8 Zach. 14 : 1 – 11 Tekst : Zach. 14 : 4a
22 mei 1966 Psalm : 118 118 96 98
: : : :
11,13 14 5 - 9 4
Gemeente van onze Here Jezus Christus, In het hemelvaartsevangelie van Handelingen is sprake van een terugkeer van de berg, genaamd de Olijf, die dichtbij Jerusalem is. Over het algemeen nemen we die mededeling voor kennisgeving aan, de hemelvaart moest toch ergens plaats vinden? Echter is Christus Jezus zeer stipt in het nakomen van Zijn plan het O.T. te vervullen. Met zorg kiest Hij Zijn plaatsen van Openbaring. Daarom is in het hemelvaartsevangelie de Olijfberg niet een toevallige berg, maar een door de profetie aangewezen berg. Wij spreken u over een oudtestamentische tekst waarin de Olijfberg ter sprake komt. We letten op de Olijfberg en de komst des Heren. a) Historie van de Olijfberg en de komst des Heren b) Profetie over de Olijfberg en de komst des Heren c) Doel van de Olijfberg en de komst des Heren. a) Er zal wel eens een tijd komen, waarin het grootste deel van de gemeente zegt: de Olijfberg? O, maar toen en toen waren we er! Weet je nog wel van die oude olijfbomen voor de Church of All Nations? Met het mogelijk worden van heel ongekende dingen behoort ook een reis naar Palestina tot de bereikbare mogelijkheden. Waarom niet eens op reis naar Nederland, te Lydda/Tel Aviv uitstappen? Er zijn er wel die zeggen dat de wereld slechter wordt, maar daar staan toch ook weer andere dingen tegenover: een pelgrimage naar het z.n. Heilige Land behoort in elk geval niet meer tot de onmogelijkheden. Doch zolang we nog niet met eigen ogen zagen, moeten we het maar hebben van de beschrijving der Schrift en van plaatjes. Zoals u weet ligt Jerusalem op enige bergruggetjes. Maar om die stad heen verheffen zich ook bergen, die hoger zijn dan Jerusalem zelf is. De hoogste berg vlakbij Jerusalem is de berg, de Olijf, zo geheten naar de vele olijfbomen, die daar tegen kalkmassief-helling wel groeien willen. De Olijfberg is hoger dan Jerusalem zelf, wel 40 meter. Komt men over de berg heen, dan ziet men Jerusalem in al zijn glorie vòòr zich. Over de Olijfberg loopt een weg naar het oosten, want de Olijfberg ligt aan de oostzijde. Toen David voor Absalom moest vluchten, ging hij door de ‘opgang der olijven’, onwetend van het feit, dat eens Zijn grote Zoon daar in Gethsemanè zou besluiten om niet te vluchten, doch moedig het gevaar tegen te gaan: wie zoekt gij? Wanneer Ezechiël beschrijft, hoe de heerlijkheid des HEREN zich aarzelend verwijdert van de tempel, dan gaat deze heerlijkheid eerst naar de Oostpoort van de oostelijk van Jerusalem gelegen tempel. Daarna verplaatst de heerlijkheid (de wolk!) zich naar de berg, die ten oosten van de stad ligt. Dat is de Olijfberg. Daar is de halteplek van de Sjechina, de heerlijkheid des Heren! En als deze terugkomt, dan gaat het weer langs dezelfde route: God kan van Paran komen, maar ook van de Olijfberg! Over deze berg lag, a.h.w. het trekpad van de pelgrims naar
Jerusalem, maar daarover ging ook de weg van Jahweh uit en naar Jerusalem, lopend in oostelijke richting. In onze tekst is nu ook sprake van de Olijfberg, en let er eens op, dat evenals in Ezechiël en Handelingen nadrukkelijk gezegd wordt, dat deze berg lag voor het "aangezicht van Jerusalem" aan de oostkant. De berg domineerde dus over de stad. Van achter die berg ging de zon op. Daar was het oosten. De tempel was ook in die richting gebouwd. Van achter de tempel vormde de Olijfberg a.h.w. het decor, het baken van de dagbreek, het morgenrood. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, wachter, wat is er van de nacht? Men zou de berg dus het verlengde van de tempel kunnen noemen. Over die berg kwamen de pelgrims van Jericho af. Van daar af zagen ze de stad en tempel liggen. Vaak kampeerden ze er ’s nachts, zoals ook Jezus deed. En vanuit het tempelplein hadden ze steeds gezicht op die hoge berg in het oosten, die uitstak boven Jerusalem. De Olijfberg voor het aangezicht van Jerusalem (je moest er steeds naar kijken!) - aan de oostzijde, de kant van het licht. b) En nu lezen we in Zach. 14 ook weer van die berg. Er wordt eerst gesproken van een dag waarop Jerusalem door volken vertreden wordt. Het is de dag des Heren! Zacharia ziet in de toekomst: stad genomen, huizen geplunderd, vrouwen geschonden, de helft der bevolking gedeporteerd, een "rest" die behouden blijft. Welke vijanden worden hier bedoeld? Antiochus Epifanes of Pompeius? Herodes? We lezen geen namen van een geweldenaar. Maar we begrijpen: hier is een noodsituatie. Doch dan lezen we iets anders: de Here zal uittrekken ten strijde. De oude, heilige oorlog woedt. Als in de dagen van de tocht om de Rode Zee, de slag tegen Sisera, Midiansdag in Gideon's dagen, de overwinning van Samuel. De Here zal strijden zoals Hij vroeger streed ten dage van de strijd. Het is weer het oude lied (Ex. 15, Richt. 5), dat kan gezongen worden: Jahweh is een Krijgsman! Het O.T. tekent ons de Here als 'n Held, een Strijder. Dit beeld botst niet met wat het N.T. over liefde leert. Jezus Christus zet a.h.w. de strijd voort. Ook thans nog strijdt de Here voor Zijn volk, door Jezus, Zijn Zoon. Hier ligt een enorme troost voor de kerk. Jahweh strijdt voor Zijn kerk. Als Paulus over de wapenrusting spreekt, noemt hij deze een wapenrusting Gods. Het is allereerst de Here die deze militaire uitrusting hanteert, ons ten heil. Welnu, in DIT verhand lezen we: zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor het aangezicht van Jerusalem ligt, aan de oostzijde. In Zijn strijd zal Jahweh de Olijfberg betreden! Hij komt van de oostzijde, van de kant van de daglumier. Dat wil zeggen: als men in de tempel is, ziet men a.h.w. achter die tempel, aan de overzijde van het naast de tempelberg gelegen dal, Jahweh komen! komen ten goede, met al Zijn heiligen. En het vervolg van onze tekst zegt dan ook, wat gebeurt: Jahweh staat op de Olijfberg. Doch deze kan dit niet dragen. De berg splijt en een pas ontstaat, dwars door de berg heen. De vertaling spreekt verder van een vluchten dat daardoor mogelijk wordt. Doch we zullen dit niet hebben te betrekken op mensen, maar op het Kidrondal. Dat zal door de wijkende rotsmassa's verstopt en verhoogd worden, evenzeer als dat het geval was in de dagen van koning Uzzia. Jes. 40 wordt vervuld: bergen vernederd, dalen verhoogd. Nu komt er een verhoogde baan die uit het oosten regelrecht door de Olijfbergpas en via het opgehoogde Kidrondal, regelrecht naar de tempel
voert, een Kerkstraat, een heilige tempelweg. ‘De Here, mijn God, zal Zijn intocht houden en alle heiligen (engelen) met Hem’(vers 5)! Zie, dat bewerken Zijn heilige voeten, Hij bewerkt zelf een baan, voor Hem bereid, die door de vlakke velden rijdt. Zijn naam is Heer der Heren. De Koning gaat Zijn intocht houden in Jerusalem! Jubel, gij dochter Sions! De Olijfbergpas is gemaakt door 's HEREN heilige voeten! Hij komt, Hij komt, om voor Jerusalem te strijden. Hij komt over gebaande wegen. En nu is het van hieruit niet moeilijk het verband met het N.T. te zien en de vervulling aan te wijzen. Johannes de Doper sprak reeds van een bereiden van die weg. Alle bergen geslecht, alle dalen verhoogd. Jezus was het Licht der eeuw. En Hij voelde Zich tot de Olijfberg aangetrokken. Daar kampeerde ook Hij in de feestdagen. Daar bezoekt Hij ook het huis van Maria, Martha en Lazarus te Bethanië op de Olijfbergflank. Van daaruit hield Hij ook Zijn intocht te Jerusalem: naar Zacharia's profetie op een ezel. En ... van de Olijfberg af, sprak Hij ook Zijn oordeelsprofetieën uit over Jerusalem. Jahweh zou komen tegen de heilige stede, tegen het Christus verwerpend volk. Maar Hij zou dit doen tot troost van Zijn jonge kerk. Zie, Hij komt op de wolken! En zie - nu is het wederom juist de Olijfberg, waar Hij ten hemel stijgt. Daar staan Zijn voeten, daar, op de oostelijke berg, voor Hij opgenomen wordt door de Sjechina Gods. De heerlijkheid Gods (Ez. ll) blijkt weer te keren naar de Olijfberg en Jezus mee te voeren. Maar de kerk kon het belijden! Zijn voeten stonden op die berg, aan de oostzijde. Dus: die hemelvaart diende het komen Gods naar Jerusalem om Zijn kerk verder te bevrijden. Die hemelvaart moet gezien worden tegen de achtergrond van Zacharia's profetie over de DAG DES HEREN. In die hemelvaart kwam Jahweh naar Zijn volk toe. We lezen niets van catastrofale gebeurtenissen. Geen berg scheurde. En toch: Jezus' staan en vertrek van de Olijfberg was een troost voor de kerk. Zach. 14 wordt vervuld. Dat de Christus, als de heerlijkheid in Ez. 11, van de Olijfberg vertrok, was voor Jerusalem een oordeel. Zie, uw huis wordt (woest) aan u overgelaten. Doch anderzijds, we lezen dat de discipelen na de hemelvaart van de berg, die de Olijf genoemd wordt, en nabij Jerusalem is, terugkeerden naar Jeroesalêm, de heilige stede. Dat betekent: IN DE APOSTELEN KWAM JAHWEH VAN DE OLIJFBERG AF NAAR JERUSALEM. Juicht, gij dochter Sions uw Koning komt tot u. Hoe? In Zijn Woord. Zo, gemeente, is Zach. 14 vervuld. Petrus heeft het gezegd op Pinkster: De laatste dagen zijn aangebroken. De einden der eeuwen zijn op ons gekomen. Zach. 14 staat daarom ook niet als een onbegrijpelijk hoofdstuk in de bijbel. Het N.T. grijpt er telkens naar terug. Het daghet inden Oosten, het licht schijnt overal. Jahweh kwam van de Olijfberg af naar Jerusalem. Let maar eens op Zach. 14 : 7. Het zal geen dag, het zal geen nacht zijn, maar èèn dag - komt dat niet letterlijk zo voor in Openbaring? Ten tijde des avonds zal het licht wezen. Ja, want de HEER kwam met Zijn heerlijkheid van de opgang der zon om in het nieuw Jerusalem te wonen. Let op Zach. 14 : 8 - levende wateren uit Jerusalem - de paradijsrivier, spreekt daar Openbaring ook niet van? Is Christus niet het Licht en het Water des Levens? En dit kan de kerk verkondigen. Jahweh's voeten stonden op de Olijfberg. En Hij is gekomen. Hij brengt het paradijs voor Zijn kerk in de Christus.
c) En zo gaan onze ogen open voor het doel van 's Heren openbaring over de Olijfberg. Het kan voor ons wel duidelijk zijn dat we niet zoals de chiliasten moeten hopen op een letterlijke vervulling van onze tekst. De chiliasten geloven dat als het zgn. duizendjarige vrederijk aanvangt, inderdaad de Olijfberg onder 's Heren voeten splijten zal, en dat al wat hier staat dan vervuld zal worden in een joods-christelijke staat te Jerusalem, waarover de Christus zelf persoonlijk regeren zal voor Zijn wederkomst. Doch wij zeggen het anders omdat de Schrift het anders zegt. ‘Die dag’ - deze is vervuld bij de hemelvaart. En zal nog schoner vervulling vinden hij de wederkomst. Des HEREN voeten staan op de Olijfberg. Hij schept het' Licht. Hij bereidt de kerkweg. Hij houdt Zijn blijde incomste in Jerusalem. Hij doet dat door Zijn kerk te bekwamen daarin te wonen. De Olijfpoort is open. Verhoogt, o bergen van het oosten, nu uw boog, rijst eeuw'ge deuren, rijst omhoog, opdat ge uw Koning moogt ontvangen. Het dal is gevuld en de berg is vernederd en hoog rijst de kerk, Jerusalem, boven de toppen der bergen uit. En de volken naderen en zeggen: wij willen over die heilige weg opgaan naar de berg des HEREN, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande Zijn wegen en opdat wij Zijn paden bewandelen. (Jes. 2 : 3). En voor ons ligt de toekomst: de lichtende heerlijkheid des Heren en de paradijselijke tempelstad van het nieuw-Jerusalem. Er zijn veel ‘tijdpreken’ gehouden in de loop der eeuwen, die alle klagen over verduistering en demping van het licht. Onze tijd zoekt zelfs het Nieuw—Babylon. Geen duisternis mijdt men, maar begeert deze eerder. Zo zal het ook wel blijven in de wereld. De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht. Maar op de berg van de Zonsopgang staat Jahweh. En Hij komt naar Zijn volk, naar Zijn stad. Geloven we dat, gemeente? Als we DAT geloven, dan IS het niet meer duister om ons heen en WORDT het niet meer donker om ons. Jahweh komt naar Zijn stad en maakt deze tot een lichtstad. Jahweh's voeten staan op de Olijfberg. En Christus voer vandaar ten hemel en zal altijd wederkomen. Voor de kerk komt nu de zon op tussen een gespleten Olijfberg. Zach. 6 vertelt ons van een visioen van zonsopgang: tussen twee koperen bergen rijdt de zonnewagen uit. De Geest trekt het land binnen. Welnu, keert ditzelfde beeld niet terug in onze tekst: een gespleten Olijfberg waartussen de zonnewagen uit komt rijden? En houdt, geliefden, dit beeld nu vast. Ook bij uw persoonlijke vragen en zorgen. Voor de tempelstad houdt geen berg de opgaande zon meer tegen. Des HEREN voeten hebben deze berg getreden en doen zinken. De Olijfboompoort is ook Zonnepoort geworden. Dat wil zeggen: de Geest en het licht komen op ons toe. Dankzij hemelvaart en pinkster. Voeten kunnen wat in de wereld vertreden. Maar ’s Heren voeten staan op de Olijfberg. En nu komt Hij met al Zijn heiligen naar Zijn volk. Hij kwam in Christus in pinkster. Hij komt in het evangelie. Hij doorbreekt bergen en schuift het puin aan de kant. Voor hen, die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak. Dan staan er nog wel veel problemen om ons heen. Maar door de nacht zo zwart, zo dicht, leidt Hij mij naar 't eeuwig licht. Ik zie een poort wijd open staan, die Olijfboompoort, die 's Heren voeten geformeerd hebben. En mijn God. verdrijft de nacht uit mijn gezicht. Met teed're zorg en trouwe hulp, geleidt Hij mij naar 't eeuwig licht (Ps. 41 : 6 ber.) Er is reden, gemeente om rustig verder te gaan. Als kerk na de 5de synode, als land na het 5de jaar van de republiek. De HEER stond op de Olijfberg als Koning. "En nou sal alles
regkom". Gods koningschap zal altijd triomferen. En laat dit nu niet bij een werktuigelijk aanvaarden blijven, gemeente, Christus vraagt dat ge u troosten laat. Situaties zullen dan altijd wisselen. Jong - oud, succes - geen succes. Maar het blijft, ondanks alles: Dit is, dit is de poort des Heren, daar zal de HERE zelf door treên. Maar omdat Zijn voeten op de Olijfberg stonden, geldt het ook: onze voeten zijn staande in U, o Jerusalem. Zie over de kerkweg de voeten dergenen die vrede boodschappen, die tot Jerusalem zeggen? UW GOD IS KONING! Zie, die grote opening in de bergrug achter de tempel in Jerusalem: Daar is uit 's werelds duist're wolken, een licht der lichten opgegaan. AMEN.