studiegids
pre university college studieoriëntatie voor VWO-studenten
2014 | 2015
Open Universiteit
www.ou.nl
Pre University College 2014-2015
Inhoud
Studeren als een echte student
01 Voorwoord
Als vwo’er in de bovenbouw ben je bezig om je voor te bereiden op een volgende studie. Tot nu toe was je lessenpakket redelijk algemeen ook al heb je inmiddels vakken laten vallen die minder geschikt voor je waren. Je hebt aan het einde van het derde jaar een profiel gekozen.
02 Pre University College bij de Open Universiteit 03 Cursusprogramma 04 Aan de slag met studeren 06 Tentamen 08 Cursusbeschrijvingen
Maar hoe gaat het straks na je eindexamen, ga je dan beginnen met een studie aan een universiteit of aan een hogeschool. Weet je al welke richting je uit wil? Waarschijnlijk twijfel je nog en weet je niet welke studie eigenlijk bij je past. Het valt ook niet mee om een studiekeuze te moeten maken als je nog weinig kennis hebt van de werkelijke inhoud van een studierichting. Als je een studierichting hebt gekozen is het ook net zo belangrijk om een idee te hebben wat het studeren nu precies in houdt. Hoe gaat dat straks? Moet je veel zelf doen? Krijg je roosters? Hoe gaat dat met de studiepunten in het eerste jaar? Hoe hoog is het tempo? Hoe moet ik eigenlijk leren? Er komen straks veel nieuwe dingen op je af en het kan prettig zijn als je dit al eens hebt ervaren. Om goed voorbereid aan je nieuwe toekomst te beginnen is het mogelijk om met de Open Universiteit al vóór je eindexamen een klein stukje aan een universiteit proberen te studeren. Zo kun je kennismaken met het academische niveau en proeven van de vakinhoud. Maar je leert vooral zelfstandig te studeren en je studietijd in te plannen. Het is overigens niet niks: als zestien- of zeventienjarige aan universitair onderwijs beginnen is een hele uitdaging. Je zult discipline moeten hebben en hard moeten werken. Maar daar tegenover staat dat je goed kunt oefenen in de vaardigheden die nodig zijn om succesvol te zijn in het hoger onderwijs. Wat is nu precies de bedoeling? Bij de Open Universiteit zijn de wetenschappelijke opleidingen verdeeld over een vastgesteld aantal modulen. Als vwoleerling heb je gelegenheid om een cursus van één module uit het bachelorprogramma te bestuderen. Je krijgt exact dezelfde stof en tentamens als de reguliere studenten. Het echte werk dus. De cursussen waaruit je kunt kiezen staan verderop genoemd. Ze zijn oriënterend op het vakgebied en passen bij de profielen die gelden voor het vwo. Studeren aan de Open Universiteit kan waar en wanneer je wilt, je hoeft niet naar colleges te gaan en je hebt online contact met docenten en medestudenten. Deze zelfstudiemethode vergt wel een doorzettingsvermogen. Je moet zelf zorgen voor de stok achter de deur. Maar als je eenmaal deze ervaring hebt opgedaan kun je vol vertrouwen op naar je (studie) toekomst! Ik wens je veel studiesucces!
Prof. Mr. Anja Oskamp rector magnificus Open Universiteit
Pre University College bij de Open Universiteit De Open Universiteit is de enige (afstands)universiteit in Nederland waarbij iedereen in eigen tempo kan studeren. Dit betekent een grote vrijheid voor een student om toch andere verplichtingen, zoals school/studie, sport of werk te kunnen blijven doen.
De Open Universiteit mag in principe alleen studenten vanaf 18 jaar wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen aanbieden op academisch niveau in een aantal vakgebieden. Deze opleidingen zijn verdeeld over afzonderlijke cursussen. Elke cursus wordt apart bestudeerd en getentamineerd. Een cursus van één module heeft een studieomvang van ongeveer 100/120 studie-uren en vertegenwoordigt normaliter 4,3 studiepunten. Alle Europese universiteiten hanteren hetzelfde waarderingssysteem en dat maakt het uitwisselen met een andere universiteit gemakkelijker. Voor vwo-scholen maakt de Open Universiteit een uitzondering en biedt in samenwerking met de school de bovenbouwleerlingen alvast de mogelijkheid ook een module te bestuderen als oriëntatie op de toekomstige studie.
Studeren via internet Studeren bij de Open Universiteit doe je niet in de les maar thuis of samen met andere studenten. Het cursusmateriaal is speciaal ontwikkeld voor zelfstudie. Het is alsof in de teksten de docent aan het woord is. Het lijkt misschien saai en eenzaam, toch studeer je niet helemaal alleen. Je komt weliswaar niet in een collegezaal maar de Open Universiteit heeft in het hele land studiecentra waar bij sommige cursussen begeleidingsbijeenkomsten worden georganiseerd. Op deze bijeenkomsten ontmoet je andere studenten die dezelfde cursus bestuderen. Maar het meest wordt er gebruik gemaakt van internet. Als student krijg je toegang tot Studienet. Studienet is een besloten elektronische leeromgeving en daar staat alle informatie die je nodig hebt bij je studie. Je kunt er zelf documenten plaatsen en delen met anderen. Zo maak je kennis met je medestudenten en kun je ervaringen uitwisselen.
Begaafde jonge studenten Pre University College is er speciaal voor leerlingen in het voortgezet onderwijs in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe waarvan de leerkrachten aangeven dat het bestuderen van een universitaire cursus een aanvulling is in de persoonlijke ontwikkeling. Het komt regelmatig voor dat er leerlingen zijn die ver vooruit lopen vanwege hun begaafdheid en niet voldoende leerstof ter beschikking hebben. Voor deze leerlingen is het mogelijk individueel te bekijken welke cursus het beste aansluit aan de leerbehoefte. Dit hoeft niet uitsluitend een cursus uit het programma Pre University College te zijn, want maatwerk kan een betere oplossing zijn. Voorop staat dat er met plezier wordt gestudeerd en het een uitdaging blijft om de eigen competenties goed te benutten. Neem voor meer informatie hier over contact op met onze contactpersonen (zie contactgegevens achter in de gids).
Kosten en aanmelden Een cursus bij de Open Universiteit kost € 276,- per module. Dit is inclusief studiemateriaal, begeleiding bij de cursus en 3 tentamenkansen. Je mag 12 maanden over de cursus doen. Als je graag een cursus wilt bestuderen, dan kun je je aanmelden door het formulier in te vullen en te ondertekenen. Daarnaast hebben wij een kopie van je geldig identiteitsbewijs (voor én achterzijde) nodig om je inschrijving geldig te maken. Beiden kun je afgeven op school. De school zorgt dat de aanmelding wordt verzonden. Betaling van het cursusgeld zal via de school verlopen.
2
Cursusprogramma 2014-2015 In overleg met onze faculteiten zijn onderstaande cursussen uitgekozen omdat zij een oriëntatie op het vakgebied vormen en in het begin van de bachelor-opleiding voorkomen. Cultuur en Maatschappij B29121 Politicologie*
CBI - mc
zelf datum bepalen
C01221 Wetenschapsleer
CBI - mc
zelf datum bepalen
C08321 Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
CBI - mc
zelf datum bepalen
C10311 Expressionisme
CBI - mc
zelf datum bepalen
C19111 Kijken naar Amerika*
Opdracht
volgens afspraak
C18211 Cultureel erfgoed
Schriftelijk - mc + ov
jan 2015 - jun 2015 - aug 2015 - jan 2016
C27231 Bewegend beeld
Opdracht
volgens afspraak
C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid
Schriftelijk - ov
jan 2015 - jun 2015 - nov 2015 - jan 2016
R12221 Rechtsgeschiedenis 1
CBI - mc
zelf datum bepalen
R25131 Recht en samenleving
CBI - ov
zelf datum bepalen
R28231 Rechtsfilosofie
CBI - mc
zelf datum bepalen
S09241 Sociale psychologie*
CBI - mc
zelf datum bepalen
S11141 Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie*
CBI - mc
zelf datum bepalen
T38121 Webcultuur
Schriftelijk - ov
apr 2015 – jun 2015 – nov 2015 – apr 2016
S08121 Geschiedenis van de psychologie*
Schriftelijk - mc
jan 2015 - apr 2015 - aug 2015 - jan 2016
B05111 Marketing
CBI - ov
zelf datum bepalen
B13131 Organisatiekunde
CBI - mc
zelf datum bepalen
B08111 Procesmanagement
Schriftelijk - mc
jan 2015 - apr 2015 - aug 2015 - jan 2016
B26121 Productiemanagement*
CBI - mc
zelf datum bepalen
B29121 Politicologie
CBI - mc
zelf datum bepalen
B34111 Administratieve organisatie
CBI - mc
zelf datum bepalen
B38111 Administratieve processen en accounting
CBI - mc
zelf datum bepalen
B02111 Algemene economie voor management
CBI - mc
zelf datum bepalen
S11141 Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie*
CBI - mc
zelf datum bepalen
R05161 Inleiding staatsrecht
Schriftelijk - mc
jan 2015 - aug 2015 - nov 2015 - jan 2016
N32221 Gedragsbiologie
Opdracht
volgens afspraak
N11111 Natuurkunde voor milieuwetenschappen
Schriftelijk - mc
apr 2015 – jun 2015 – nov 2015 – apr 2016
N13121 Levenswetenschappen 1: evolutie
Schriftelijk - ov
jan 2015 - apr 2015 - jun 2015 - jan 2016
N47111 Scheikunde voor milieuwetenschappen 1*
Schriftelijk - mc+ov
jan 2015 - jun 2015 - aug 2015 - jan 2016
S25221 Biologische grondslagen: neuropsychologie en
CBI - mc
zelf datum bepalen
CBI - mc
zelf datum bepalen
N32221 Gedragsbiologie
Opdracht
volgens afspraak
N47111 Scheikunde voor milieuwetenschappen 1*
Schriftelijk - mc+ov
jan 2015 - jun 2015 - aug 2015 - jan 2016
N11111 Natuurkunde voor milieuwetenschappen
Schriftelijk - mc
apr 2015 – jun 2015 – nov 2015 – apr 2016
T28141 Inleiding informatica
CBI - mc
zelf datum bepalen
T38121 Webcultuur
Schriftelijk - ov
apr 2015 – jun 2015 – nov 2015 - apr 2016
T25151 Objectgeoriënteerd programmeren in Java 1
Schriftelijk - ov
jan 2015 – jun 2015 – nov 2015 – jan 2016
T07131 Discrete wiskunde A
Schriftelijk - ov
apr 2015 – jun 2015 – nov 2015 - apr 2016
Economie en Maatschappij
Natuur en gezondheid
psychofarmacologie S60331 Inleiding in de gezondheidspsychologie*
Natuur en techniek
* Engelstalige boeken of teksten zijn onderdeel van de cursus
3
Aan de slag met studeren Het moeilijkst van het zelfstandig bestuderen van een cursus is je houden aan je voornemen om te gaan studeren. Op school betekent uitstelgedrag meestal laatste-minuten-werk. Bij zelfstandig studeren leidt uitstellen tot afstellen. Er is namelijk geen exacte deadline. Het doel om een eindresultaat te halen gaat gepaard met een flinke dosis zelfdiscipline. Je doet het voor jezelf.
Studieplanning Om je een steuntje in de rug te geven adviseren wij je op voorhand een reële studieplanning te maken. Kijk als eerste naar de mogelijke tentamendata. Verwerk alle drie de tentamenkansen in je plan. Hou vooral rekening met proefwerkweken en andere periodes waarbij je schooltaken veel tijd vragen. Ga daarna rekenen hoeveel studie-uren je per week moet reserveren om je planning te halen. Een cursus vraagt 100-120 studie-uren. Deze tijdsplanning kun je al maken vóór je besluit daadwerkelijk deel te nemen aan Pre University College. Je weet dan van te voren of je het komende jaar ook echt tijd hiervoor hebt. Als je hebt besloten een cursus te gaan bestuderen kun je naast de tijdsplanning een inhoudelijke planning maken. Neem je studieboeken er bij en verdeel de inhoudsopgave(n) over je beschikbare studietijd. Het fijne van een inhoudelijke planning is dat je kunt afvinken wat je al hebt gehad. Je krijgt zo ook een goed inzicht van je eigen inschattingsvermogen, klopt het aantal ingeschatte studie-uren per onderdeel? Lever deze studieplanning ook in bij je mentor, zo kunnen jullie samen vinger aan de pols houden bij de studievoortgang.
Studiebegeleiding De cursussen zijn ontwikkeld om zelfstandig te bestuderen met behulp van de elektronische leeromgeving Studienet. Zodra je een studentnummer hebt ontvangen kun je hier voor inloggen. Bij aanvang van je cursus zal onze studiecoach je op weg helpen. Studienet gebruik je om contact te onderhouden met de cursusdocent. Het is verstandig meteen bij aanvang even contact te zoeken met de betreffende docent en je bekend te maken. Want bij zelfstandig studeren hoort het initiatief voor studiebegeleiding bij jezelf. Je kunt alles wat je wilt weten over de studiestof vragen. Op Studienet staat alle benodigde info over jouw cursus bij elkaar. Het is jouw werkplek en van daaruit kun je ook communiceren met medestudenten die dezelfde cursus bestuderen.
Leren studeren Je staat helemaal aan het begin van een nieuwe manier van studeren. Voor het studeren in een vervolgopleiding worden andere vaardigheden van je gevraagd dan op het VWO. Je moet leren plannen, je volgt colleges en geen lesrooster. Je moet veel lezen, samenvattingen maken, voorbereiden, presenteren, schrijven en tentamens afleggen etc. Omdat we bij de Open universiteit weten hoe lastig dat kan zijn hebben we allerlei hulpmiddelen en (online) workshops om je hierin te ondersteunen. Deze online Studiecoach en nog meer onderdelen bieden wij aan op Studieplaza. Ga hier vooral mee aan de slag want alle vaardigheden die je nu aanleert kun je straks uitstekend gebruiken als je moet gaan studeren voor je eindexamen! www.studieplaza.ou.nl
4
Wat kun je verder zelf nog doen? Onze ervaring is dat onderling contact tussen studenten de beste studiestimulans is. Je medestudenten, al dan niet van je eigen school, komen waarschijnlijk dezelfde obstakels tegen. Neem contact op met andere studenten en geef elkaar regelmatig door hoe je vordert met de studie. Dit maakt het studeren veel leuker en je leert nieuwe mensen kennen die dezelfde interesses hebben als jij. Maak samen met je PUC studiecoach een vaste afspraak om te bekijken hoe de studie verloopt. Ben eerlijk tegen jezelf en zeg niet dat het prima gaat terwijl je weet dat je eigenlijk niet goed opschiet. Het helpt als je je mentor een samenvatting geeft van het onderdeel dat je bestudeerd hebt. Bovendien onthoud je de stof veel beter als je iemand anders kort maar krachtig moet vertellen waar iets over gaat.
“Wie gaat nu vrijwillig nog eens extra 100 uur studeren? Ik dus. Het is gewoon hartstikke leuk. De inhoud vind ik heel interessant. Eigenlijk wil ik nu ook wel weten of ik een voldoende haal bij het tentamen. Dan weet ik zeker dat studeren aan een universiteit me gaat lukken, ik heb het nota bene al gedaan!”
5
Tentamen Wanneer je door de studiestof heen bent wil je natuurlijk weten of je het goed hebt gedaan. Je gaat de cursus afronden en hoopt op een goed resultaat. We bieden verschillende vormen van tentamens aan, zie de bijgaande tabel voor de uitleg. Je hebt drie keer de kans om op tentamen te gaan en een goed resultaat te halen. Probeer je aan je planning te houden en ga op tentamen. Ook als je twijfelt of je voldoende bent voorbereid is het zinvol om te gaan. Je leert heel erg veel van de vraagstelling en de mogelijke antwoorden. Als je slaagt, dan heb je het fantastisch gedaan; als je niet slaagt weet je wel heel goed waar dat aan ligt en waar je aan moet gaan werken. Je hebt daarna nog twee keer de kans om wel te slagen.
Tentamenvormen CBI – mc (computergebaseerd individueel tentamen met multiplechoice-vragen) Je ontvangt een selectie vragen uit een totale database. Elke student krijgt een andere selectie. Je maakt het tentamen aan een computer in het studiecentrum. Na dit tentamen krijg je meteen je voorlopige uitslag te zien. Aanmeldtermijn: Uiterlijk 14 dagen voor de zelf gekozen tentamendatum
CBI – ov (computergebaseerd individueel tentamen met open vragen) Je ontvangt een casus waarbij je open vragen moet beantwoorden. Elke student krijgt een andere casus. Je maakt het tentamen aan een computer in het studiecentrum. Aanmeldtermijn: Uiterlijk 14 dagen voor de zelf gekozen tentamendatum
CBG – ov (computergebaseerd groepstentamen met open vragen) Je ontvangt open vragen. Alle studenten krijgen dezelfde vragen. Je maakt het tentamen aan een computer in het studiecentrum. Aanmeldtermijn: Uiterlijk 1 maand voor de vaste tentamendatum
CBG – mc+ov (computergebaseerd groepstentamen met multiplechoice en open vragen) Je ontvangt een combinatie van open vragen met multiplechoice vragen. Alle studenten krijgen dezelfde vragen. Je maakt het tentamen aan een computer in het studiecentrum. Aanmeldtermijn: Uiterlijk 1 maand voor de vaste tentamendatum
Schriftelijk Je ontvangt een tentamen met gesloten vragen (multiplechoice en/of juist-onjuist vragen) en/of open vragen. Alle studenten krijgen dezelfde vragen. Je maakt het tentamen op papier in het examenlokaal van het studiecentrum. Aanmeldtermijn: Uiterlijk 1 maand voor de vaste tentamendatum
Opdracht Je opdracht kan bestaan uit een werkstuk, practicum, paper of een casus. Aanmeldtermijn: Met de examinator spreek je af wanneer je opdracht moet worden ingeleverd.
6
Aanmelden voor het tentamen Bij het Pre University College (PUC) geldt een aparte aanmeldprocedure. Je aanmeldformulier kun je vinden op de website. Vul deze altijd in samen met de PUC studiecoach van je school. Print het formulier, stuur dit op of lever dit in bij het studiecentrum Groningen bij Agnes Hempenius, in studiecentrum Emmen bij Roelie van Oosten en in studiecentrum Leeuwarden bij Désirée Idsinga. Kijk van tevoren ook goed op de website van de studiecentra Emmen, Groningen en Leeuwarden op welke dagen en tijdstippen tentamens worden afgenomen. Let bovendien goed op de aanmeldtermijnen.
Haal ik dat tentamen wel? Als voorbereiding op je tentamen kun je als eerste de oefententamens maken die in het cursusmateriaal zijn opgenomen of op Studienet staan. Hierdoor heb je zelf al een idee of je kennis genoeg hebt voor het tentamen. Maar wil je toch beter voorbereid op tentamen gaan, ga dan kijken bij de Studiecoach op Studieplaza. Daar vind je allerlei tips en krijg je een inzicht in de mogelijke valkuilen. Je kun je natuurlijk ook aanmelden voor één van de tentamentrainingen die regelmatig in de studiecentra voor studenten georganiseerd worden. Als je dan op tentamen gaat, laat je dan niet uit het veld slaan als het niet meteen goed gaat. Het is natuurlijk een teleurstelling als je met onvoldoende resultaat het gebouw verlaat. Vergeet niet dat je erg vroeg aan een universiteit studeert en nog niet eens eindexamen hebt gedaan. Ook van een te laag resultaat leer je ontzettend veel. Je weet precies waar het mis ging en dan kun je daar al je aandacht aan besteden voor de volgende tentamenkans.
Geslaagd! Ben je geslaagd voor je tentamen dan mag je met recht trots zijn op jezelf. Aan het einde van de 12 maanden ontvang je hiervoor een verklaring van het College van bestuur, ondertekend door de rector van de Open universiteit. Op de verklaring staat de titel van de cursus en de zwaarte van de studielast vermeld. Bij de aanmelding voor een vervolgstudie kun je met deze verklaring aantonen dat je serieus aan de slag bent gegaan met je studieoriëntatie. Je hebt nota bene aantoonbare studie-ervaring op academisch niveau!
“Ik dacht eerst: waar ben ik aan begonnen. Maar het hielp om te weten dat mijn medestudenten hetzelfde dachten. We hebben contact gehouden en bereiden ons tegelijkertijd voor op het tentamen. Ik durf het eigenlijk niet te bekennen maar deze manier van studeren smaakt gewoon naar meer!”
7
Cursusbeschrijvingen
Cultuurwetenschappen
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
Wetenschapsleer
Cursuscode: C01221
Cursuscode: C08321
Inhoud
Inhoud
Wat is wetenschap? Waarop is de geldigheid van wetenschappelijke kennis gebaseerd? Hoe komt wetenschap tot stand? Moeten er grenzen gesteld worden aan de wetenschap? Bij de beantwoording wordt niet alleen een beroep gedaan op de filosofie maar ook op de wetenschapsgeschiedenis, de wetenschapssociologie en de wetenschapsantropologie. Je bestudeert de relatie tussen wetenschap en werkelijkheid, tussen theorie en empirie en de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij. Belangrijke stromingen en denkers die daarbij worden besproken zijn onder andere(n): het logisch empirisme, de theorieën van Popper, Lakatos, Kuhn, het wetenschappelijk realisme, het sociaal constructivisme en Latours wetenschapsantropologie. In het onderdeel over de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij wordt onder andere aandacht besteed aan de opvattingen van Foucault en aan de ontwikkeling van vrouwenstudies. In de cursus wordt ook de discussie over de eenheid van wetenschap gepresenteerd. Daarbij staat de moderne, empirisch-analytische natuurwetenschap tegenover de mens- en cultuurwetenschappen en tegenover de biologie. Gaandeweg zal blijken dat ook ten aanzien van de wetenschap rotsvaste garanties en zekerheden een illusie zijn. Deze cursus zet je aan tot reflectie op het bedrijven van wetenschap.
De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. In het Kaartendeel zijn historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw opgenomen. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren je naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in teksten over de ontwikkeling van de stad in de Nederlanden tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten. Bovendien heb je het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking. De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de stedenbouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt nadrukkelijk verkend. Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.
Leerdoelen Hoofddoel van de cursus is je in te leiden in de stedengeschiedenis van de Nederlanden, zij het als ruimtelijk gegeven. Kennis en inzicht in de ruimtelijke ontwikkeling en materiële verschijningsvorm vanaf circa 1500 tot 1900 wordt nagestreefd.
Leerdoelen Vanuit een breed perspectief aandacht besteden aan de eigen aard en functie van wetenschappelijke kennis in onze maatschappij.
Cursusmateriaal
- Tekstboek: Visser (red.), Stedenbouw Systematisch deel (OU, 2011). - Bronnenboek: Visser (samensteller), Stedenbouw Kaartendeel (OU, 2007).
De cursus bestaat uit het cursusboek Wetenschapsleer en een dvd.
Tentamenvorm
Tentamenvorm
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
www.ou.nl/studieaanbod/C08321
www.ou.nl/studieaanbod/C01221
8
Cursusmateriaal
Cultuurwetenschappen
Expressionisme
Cursuscode: C10311
Inhoud Deze cursus is toegespitst op een van de stilistische pijlers van de moderne kunst van de 20e eeuw: het expressionisme. In het algemeen verstaat men onder ‘expressionisme’ een specifieke Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de vorige eeuw. De cursus presenteert het expressionisme als een stroming in de Duitse kunst in de periode 1908-1924 én als een stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen van kunstenaars hebben bediend: fauvisten, expressionisten, Cobra-kunstenaars, abstract-expressionisten en de neo-expressionisten. Kenmerkend voor het expressionisme is de cultivering van emotionaliteit. In de beeldende kunst ligt het accent op de weergave van de innerlijke visie van de kunstenaar op zijn omgeving: het stadsleven, de natuur, vrienden en verwanten. Enkele belangrijke conventionele regels van de kunst werden afgewezen ten gunste van technieken en vormen die als ‘primitief’ werden beschouwd. In de westerse kunstgeschiedenis zagen de expressionisten verwante geesten in de kunstenaars van de gotiek, in schilders als El Greco en Matthias Grünewald, in meer recente schilders als Vincent van Gogh, Paul Gauguin en De Nabis en in tijdgenoten als de Franse ‘fauves’ (wilden). Daarnaast waren kunstuitingen van primitieve volken, geesteszieken en kinderen, maar ook bepaalde elementen van de westerse volkskunst een voorbeeld voor de expressionisten bij hun streven naar een directe representatie van hun zielenroerselen op het beeldvlak. Tekstboek 1 behandelt de argumenten die theoretici, zoals Max Raphael, Wilhelm Worringer en Paul Fechter, en kunstenaars als Kirchner en Kandinsky aanvoeren om het expressionisme te definiëren en te legitimeren tegenover de tegenstanders uit de traditionele hoek. Bovendien wordt onderzocht wat het expressionisme als stroming in de beeldende kunst gemeen heeft met het expressionisme in de bouwkunst, de filmkunst, de literatuur, de muziek en de dans. De vraag naar de ontstaansachtergrond en de juistheid van de terminologie loopt als een rode draad door dit deel.
Tekstboek 2 beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de twintigste eeuw waarop het ‘expressieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Dat vinden we in het werk van de fauvisten en expressionisten, in het werk van de leden van Cobra, in het abstract expressionisme en in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in het werk van de neo-expressionisten.
Leerdoelen - Je krijgt kennis van de actuele kwesties in de bestudering van het Duits expressionisme en de achtereenvolgende expressionismen in de kunst van de twintigste eeuw: Cobra, abstract expressionisme en neo-expressionisme. - Je verwerft inzicht in het verschil tussen een stroming (Duits expressionisme) en een stijl (expressionismen in de beeldende kunst van de twintigste eeuw). - Je bent in staat de gangbare definities van het begrip ‘expressionisme’ te problematiseren en nuanceren. - Je bent in staat te reflecteren op de wijze waarop ander soortige kunstvormen van invloed kunnen zijn op kunst uit de mainstream en welke dat zijn voor het expressionisme respectievelijk de expressionismen. - Je bent in staat de kennis die je hebt opgedaan toe te passen in de analyse van de primaire bronnen uit het werkboek.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit twee tekstboeken: - Ron Manheim, Evocatie door deformatie. Expressionisme in Duitsland 1908-1924 (redactie: Adi Martis en Mieke Rijnders). - Expressionisme en primitivisme in de beeldende kunst van de 20e eeuw (redactie: Adi Martis en Mieke Rijnders). Verder is er een werkboek en een dvd.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/C10311 9
Cultuurwetenschappen
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland
Cursuscode: C19111
Inhoud Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om je heen! Je eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola en leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen met creditcard. We doen aan fitness en gaan naar danceparty’s. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Dr. Phil, films met Orlando Bloom en Brad Pitt, internet, Youtube, Michael Jackson, Madonna of Lady Gaga en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen. Europeanen hebben van oudsher hun idealen en hun spookbeelden geprojecteerd in dat ‘lege’ gebied waar alles nieuw was en waar naar hartelust geëxperimenteerd kon worden. Wat Amerika ook opriep, enthousiasme of afkeer, Europeanen hebben altijd een mening over Amerika gehad. In de twintigste eeuw heeft de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht en heeft het kijken naar Amerika een andere urgentie gekregen, omdat Amerika steeds directer in ons dagelijks leven aanwezig is. Door de cursus zul je meer begrijpen van wat Amerika eigenlijk is en wat Amerika bezighoudt. Ook krijg je meer zicht op hoe wij in Nederland omgaan met onze dagelijkse portie Amerika. Wat is eigenlijk een ‘Amerikaan’, of ‘Amerika’? Is er zoiets als een ‘Amerikaanse cultuur’ en zo ja, hoe ziet die er dan uit? Wat houdt al die Amerikanen met hun heterogene achtergrond bij elkaar, welke bedreigingen zijn er voor de eenheid? Deze vragen vormen het hoofdthema. In het eerste blok vormen de politieke structuur (de ontwikkeling van het stelsel en de discussie rond het minderhedenbeleid) en de economische structuur (kapitalisme, massaproductie en massaconsumptie) van de VS het uitgangspunt voor het verhaal. In het tweede blok passeert de Amerikaanse cultuur de revue, verdeeld in een aantal thema’s zoals: Amerikanisering van immigranten, de rol van religie, literatuur van diverse etnische achtergrond, de amusementsindustrie, muziek, ideologische opvattingen en de Amerikaanse sportwereld, architectuur en beeldende kunst. In het derde blok staat het verschijnsel Amerikanisering 10
centraal. Om te begrijpen waarom Nederland openstaat voor ‘Amerikaanse’ cultuurproducten gaan we in op de politiek-economische banden tussen Nederland en de VS en Nederlandse Amerika-beelden. Tevens krijg je een overzicht van de kanalen waarlangs zich de ‘Amerikaanse’ cultuur in Nederland heeft verspreid. Ten slotte gaat de cursus meer systematisch in op het verschijnsel ‘Amerikanisering’.
Leerdoelen - Het verkrijgen van inzicht in de Amerikaanse identiteit. - Kennis hebben van de grote lijnen van het moderne Amerikaanse politieke bestel. - Kennis hebben van de basisprincipes van massaproductie en massaconsumptie als kenmerkende elementen uit het Amerikaanse economische systeem. - Het verkrijgen en tonen van inzicht in de complexiteit van de Amerikaanse cultuur. - Kennis hebben van een aantal specifieke modern Amerikaanse cultuuruitingen in hun historische context en werking - Inzicht krijgen en tonen in het proces van transmissie van cultuurelementen in het algemeen en in specifieke zin in de transmissie van cultuurelementen vanuit de VS naar Nederland. - Kennis hebben van een aantal voorbeelden van culturele transmissie vanuit de VS naar Nederland in hun eigen historische context en werking. - Enige vaardigheid hebben in het vinden en gebruik van bronnenmateriaal. - Enige vaardigheid hebben in het vinden en gebruik van relevante internetbronnen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit vier delen schriftelijk materiaal en een elektronisch werkboek.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/C19111
Cultuurwetenschappen
Cultureel erfgoed
Cursuscode: C18211
Inhoud
Leerdoelen
Cultureel erfgoed is een containerbegrip dat steeds meer omvat. Vroeger had het uitsluitend betrekking op materiële objecten en gebouwen uit een ver verleden, tegenwoordig wordt ook het recente verleden door een erfgoedbril beschouwd en worden ook immateriële zaken als tradities en gebruiken aangeduid als cultureel erfgoed. De populariteit van het begrip en het wetenschappelijk onderzoek naar het onderliggende waardensysteem bij de selectie van cultureel erfgoed neemt ondertussen ook steeds toe. Impliciet hebben alle onderwerpen die binnen Cultuurwetenschappen worden onderwezen en onderzocht te maken met cultureel erfgoed. Het gaat immers in alle gevallen om zaken uit het verleden die waardevol genoeg worden gevonden om in het heden te bestuderen. De cursus ‘cultureel erfgoed’ maakt deze impliciete verbondenheid tussen de verschillende onderwijs- en onderzoeksgebieden binnen Cultuurwetenschappen expliciet. De cursus is niet in te delen bij een van de vier CW-disciplines geschiedenis, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde, maar verbindt deze met elkaar en stelt uitdagende vragen aan alle vier de vakgebieden. De titel van het gebruikte tekstboek, Het erfgoeduniversum. Een inleiding in de theorie en praktijk van cultureel erfgoed, verwijst naar de alsmaar uitdijende hoeveelheid zaken die als cultureel erfgoed worden aangemerkt. De centrale vraag in het boek is waarom en hoe bepaalde zaken als erfgoed worden aangewezen, behouden en gepresenteerd. Het boek wijkt in een aantal aspecten af van andere boeken over cultureel erfgoed. Omdat het erfgoedveld zo breed is, behandelen de meeste erfgoedpublicaties alleen bepaalde erfgoedterreinen, zoals kunstwerken, monumenten, archeologische voorwerpen, antropologische en historische objecten, media-erfgoed, mobiel erfgoed, cultuurlandschappen et cetera. Of de studies gaan uit van de instellingen (musea, bibliotheken, archieven et cetera) die cultureel erfgoed beheren. Het Erfgoeduniversum gaat over erfgoed in het algemeen, als culturele praktijk, waarbij de voorbeelden uit de breedte van het totale erfgoedveld komen. De inhoud van het boek geldt ook als leidraad voor de cursus en bepaalt de indeling van het bijbehorende werkboek.
- Je verwerft inzicht in wat wordt verstaan onder cultureel erfgoed, in de huidige tijd en in het verleden - Je verwerft kennis over de ontwikkelingen in de omgang met cultureel erfgoed sinds het einde van de achttiende eeuw - Je leert het onderscheid tussen materieel en immaterieel erfgoed - Je leert het onderscheid tussen cultuurlijk en natuurlijk ‘cultureel erfgoed’ - Je verwerft inzicht in de klassieke en de romantische erfgoedcanon - Je verwerft inzicht in verschillende erfgoedwaarden en de historische ontwikkeling van deze waarden - Je krijgt inzicht in de verschillende opvattingen wat betreft restauratie en replicatie, nu en in het verleden - Je leert wat wordt verstaan onder Werelderfgoed, betwist erfgoed en belast erfgoed - Je begrijpt de veranderende rol van experts en het toenemende belang van het publiek bij de omgang met cultureel in de twintigste eeuw - Je verwerft inzicht in de problematiek bij de omgang met cultureel erfgoed voor de toekomst - Je kent de kernbegrippen uit het werkboek
Cursusmateriaal Tekstboek, elektronische werkboek en cursussite.
Tentamen Regulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen en open vragen. (jan 2015 – jun 2015 – aug 2015 – jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/C18211
11
Cultuurwetenschappen
Cultuurgeschiedenis van de Oudheid
12
Cursuscode: C21211
Inhoud
Leerdoelen
In de Ilias beschrijft Homerus Mycene als de machtigste van alle steden op de Peloponnesus en noemt het ‘het goudrijke Mycene’. Volgens de overlevering was Mycene gesticht door Perseus, de zoon van oppergod Zeus en Danae. De stadsmuur zou zijn gebouwd door de reus Cyclops. De beweringen van Homerus waren in de negentiende eeuw een belangrijke reden voor Heinrich Schliemann om de stad te gaan opgraven en onderzoeken. Wat hij en zijn opvolgers vonden was imposant en leek de teksten van Homerus te bevestigen. De opgravingen van Mycene bevestigden het bestaan van de stad en zijn grootheid, maar over haar ontstaan weten we niets meer dan wat de oude Griekse mythen ons vertellen. Zo vertelt de Homerus’ Ilias hoe Agamemnon, de heerser van Mycene, de Grieken aanvoerde in de oorlog tegen Troje. Grieken en Romeinen van later eeuwen beschouwden deze teksten als geschiedenis, als echt gebeurd. Wij weten dat dat niet zo is, maar waar de grens tussen mythologie en werkelijkheid precies loopt, is onbekend. De auteurs van Cultuurgeschiedenis van de Oudheid grijpen de stad Mycene aan om de mythologie te behandelen, die zo’n belangrijke rol speelt in de klassieke teksten. Zo gaan zij voortdurend te werk: twaalf steden dienen als uitgangspunt voor de behandeling van een hoofdthema uit de cultuurgeschiedenis van de klassieke Oudheid in haar geheel. Zo dient Milete voor de filosofie, Athene voor ‘oorlog en vrede’ en ‘beeldende kunst’, Alexandrië voor ‘literatuur’, Delos voor ‘economie en handel’, Rome voor ‘staatsinstellingen en recht’ en ‘de samenleving’, Nijmegen voor ‘centrum en periferie’, Ephese voor ‘stedenbouw en architectuur’, Constantinopel voor ‘religie’ en Ravenna voor ‘de Oudheid na de Oudheid’. De hoofdstukken over de steden en de culturele thema’s worden voorafgegaan door een inleidend hoofdstuk over het Middellandse Zeegebied. Aan het eind van de cursus heb je een uitstekend cultuurhistorisch overzicht gekregen van de Griekse en Romeinse wereld.
Kennis van de cultuurgeschiedenis van de klassieke oudheid in brede zin.
Cursusmateriaal - Tekstboek: N. de Haan en S. Mols (red.), Cultuurgeschiedenis van de oudheid (WBooks, 2012.). - Werkboek: digitaal werkboek op cursuswebsite.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met open vragen. (apr 2014 - aug 2014 - nov 2014 - apr 2015) www.ou.nl/studieaanbod/C21211
Cultuurwetenschappen
Bewegend beeld
Cursuscode: C27231
Inhoud De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand in onze samenleving ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de wetenschap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. De cursus Bewegend beeld wil je leren bewegende beelden, met al hun eigenaardigheden, te analyseren, beoordelen en hanteren. Je kunt met behulp van deze module een degelijke basis leggen, die uit twee componenten bestaat. Ten eerste een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld, zijn geschiedenis en zijn bestudering. Ten tweede een wat diepergaand besef van het bewegend beeld als enerzijds het product van een specifieke historische context, en als anderzijds een historische bron, in de dubbele zin van iets dat geschiedenis maakt en dat de geschiedenis voor de bestudeerder daarvan inzichtelijk maakt. Het voorgaande klinkt je mogelijk erg abstract in de oren. De cursus wil je echter bovenal laten kijken naar beelden, zeker niet alleen geschiedschrijving en theorie over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt dan ook gevormd door vier taken, met de volgende inhoud: taak 1 is inleidend en dient ter algemene oriëntatie; taak 2 is zowel gewijd aan de heuristiek, ofwel de kunst van het zoeken en vinden, als aan de narratieve aspecten, het verhaal van het door jou gekozen filmmateriaal; taak 3 is gewijd aan de context, de cultuurhistorische interpretatie van bewegende beelden; en taak 4 is de synthese, waarin de invalshoeken van de taken 2 en 3 worden samengenomen. Bij de taken 2 tot en met 4 werk je aan de analyse van concrete beelden, beelden die je zelf uitkiest! De taken willen, zo mogelijk, functioneel zijn in je persoonlijke situatie: je maakt zelf bepaalde keuzen, je zet in hoge mate je eigen traject uit, in aansluiting op je belangstelling, je actualiteit, en je studieomgeving. Na afloop zul je met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee je overal geconfronteerd wordt.
Leerdoelen - Kennis en inzicht begrippenapparaat, heuristische vaardigheden, zelfstandige analyse beeldmateriaal aan de hand van analysemodel. - Kennis filmgeschiedenis, inzicht in de cultuurhistorische rol en betekenis van bewegend beeld.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een website met opdrachten en ondersteunend materiaal, en een boek, te weten Chris Vos, Bewegend verleden. Inleiding in de analyse van films en televisieprogramma’s. Amsterdam (Boom), 2004.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/C27231
13
Informatica
Discrete wiskunde A
Cursuscode: T07131
Inhoud Discrete wiskunde is een deelgebied van de wiskunde dat de laatste jaren steeds meer in de belangstelling komt. Enerzijds omdat er steeds meer toepassingen zijn binnen de informatica en andere disciplines, anderzijds omdat het mogelijkheden biedt belangrijke karakteristieken van de wiskunde te behandelen. Het gaat daarbij dan om een zorgvuldige definiëring van problemen, zoeken naar oplosmethoden daarvoor en nagaan of de methoden correct en toepasbaar zijn. Discrete wiskunde omvat onderwerpen die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat er steeds discrete structuren, dat wil zeggen gehelen, bekeken worden. Iets is er wel, of is er niet. Een groep mensen kan uit tien of elf personen bestaan, spreken over tien en een halve persoon is niet zinvol. De cursus bestaat uit een inleidend blok en drie grote blokken die respectievelijk ingaan op de volgende onderwerpen uit de discrete wiskunde: getallen en grafen, verzamelingen en relaties, en logica. In het eerste blok wordt gestart met een inleidende leereenheid die aan de hand van het thema ‘routes van a naar b’ een eerste indruk geeft van de aard en methoden van de discrete wiskunde en vervolgens in vogelvlucht een overzicht geeft van de historie van de discrete wiskunde. Het tweede blok gaat over getallen, grafen en bomen. In de eerste leereenheid wordt aandacht besteed aan het rekenen met gehele getallen en aan eigenschappen van deelbaarheid, belangrijk voor veel toepassingen binnen de informatica. Ook positietalstelsels, zoals het binaire en het hexadecimale, worden besproken. De volgende leereenheid is een introductie tot de theorie van grafen en de representatie ervan in een vorm die door de computer efficiënt kan worden verwerkt. De laatste leereenheid bespreekt een speciaal type grafen: bomen. Boomstructuren zijn cruciaal in vele toepassingen binnen de informatica: efficiënt opslaan en lezen van data, (de-)coderen van gegevens en het in werkbare delen opsplitsen van complexe formules en (computer)taalconstructies. Het derde blok gaat over verzamelingenalgebra, relaties en functies alsmede inductie en recursie.
14
In de eerste leereenheid wordt ingegaan op het werken met verzamelingen en er worden regels afgeleid waarmee die bewerkingen systematisch kunnen worden uitgevoerd. Met name bij het werken met databases spelen deze bewerkingen een grote rol. De volgende leereenheid geeft een inleiding op het begrip relaties en een eerste kennismaking met een bijzondere vorm ervan: functies. De laatste leereenheid behandelt de begrippen inductie en recursie. Met inductie kunnen we bijvoorbeeld beknopt een voorschrift geven om een verzameling met elementen te vullen die aan onze eisen voldoen. Recursie is uitermate belangrijk bij computertoepassingen: er zijn nogal wat (complexe) problemen die compact en elegant in een recursieve vorm kunnen worden geformuleerd, zoals het probleem van de Torens van Hanoi. Computers kunnen dan zo’n probleem relatief efficiënt oplossen. Het laatste blok behandelt de propositielogica en geeft een introductie tot de predikaatlogica. Propositielogica is van groot belang: in de praktijk werken we vaak met beweringen waarin combinaties voorkomen met de woorden ‘en’, ‘of’ en ‘niet’. Er worden regels (‘wetten’) afgeleid waarmee men het al dan niet waar zijn van zo’n bewering kan bewijzen. De propositielogica vormt ook de basis voor het realiseren van de digitale schakelingen in o.a. computers. Om het werken met een nog bredere klasse van uitdrukkingen mogelijk te maken is de predikaatlogica nodig. Daarbij wordt ook het werken met modellen geïntroduceerd als alternatieve bewijsmethode.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit vier delen schriftelijk materiaal van de Open Universiteit.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met open vragen. (apr 2015 - jun 2015 - nov 2015 - apr 2016) www.ou.nl/studieaanbod/T07131
Informatica
Objectgeoriënteerd programmeren in Java 1
Cursuscode: T25151
Inhoud Java is een van de populairste programmeertalen. Java heet objectgeoriënteerd omdat een programmeertaak in Java wordt uitgevoerd door objecten die met elkaar samenwerken. Het is de taak van de programmeur om de structuur en het gedrag van die objecten te beschrijven. De cursus behandelt de basisprincipes van Java en objectoriëntatie en biedt een prima manier om daarmee vertrouwd te raken. Er wordt vanaf het begin met objecten gewerkt. Programma’s worden ontwikkeld binnen de ontwikkelomgeving Eclipse. Al in het eerste blok leer je om eenvoudige programma’s te schrijven en deze te voorzien van een grafische gebruikersinterface. Bij dit laatste neemt Eclipse je veel werk uit handen. In dit eerste blok worden nog niet alle details van de gebruikte programmeerconstructies uitgediept. In het tweede en derde blok volgt een volledige en systematische behandeling van de concepten die wij je in deze cursus willen leren.
komt hier voor het eerst aan de orde. Vervolgens leer je zelf klassen te definiëren. Ook leer je te werken met de uitgebreide Java-bibliotheek en de documentatie daarvan op het internet. De laatste leereenheid van het blok gaat over de manier waarop objecten in het geheugen zijn gerepresenteerd en de consequenties daarvan.
Blok 1 is een inleiding van vier leereenheden, die afwisselend de nadruk leggen op de taal Java en op de ontwikkelomgeving Eclipse. In dit blok maak je kennis met objectoriëntatie door gebruik te maken van bestaande klassen. Eerst ontwikkel je een heel eenvoudig Java-programma en voert dat met minimale hulpmiddelen uit, dus nog zonder ontwikkelomgeving. Dan leer je hoe je programma’s kunt schrijven en verwerken binnen de ontwikkelomgeving Eclipse. Vervolgens leer je programma’s te schrijven die gebruikmaken van eenvoudige vormen van keuze en herhaling. Tot slot van het blok leer je hoe je Eclipse kunt gebruiken om de programma’s te voorzien van een grafische gebruikersinterface. In het hele blok wordt als doorlopend voorbeeld het stemmen met behulp van een stemmachine gebruikt.
De cursus wordt afgesloten met een wat grotere programmeeropdracht, waarmee je je programmeervaardigheid kunt testen en ook verder ontwikkelen. Deze opdracht betreft het uitprogrammeren van het spel yahtzee. Je schrijft dit programma in een iets andere vorm dan de andere programma’s in deze cursus, namelijk als applet. Een applet is een programma dat opgenomen kan worden in een webpagina. Java dankte zijn enorme populariteit aanvankelijk aan deze applets, maar in de loop van de eerste tien jaar van het bestaan van Java is het belang van deze toepassing sterk afgenomen.
In blok 2 leer je alles wat je voor deze cursus moet weten over objectoriëntatie. Dat begint met een inleiding op conceptueel niveau, dus (grotendeels) los van de taal Java. In deze leereenheid worden onder meer de concepten klasse en object uitgediept en worden de relaties tussen klassen verduidelijkt. Ook het in OO belangrijke begrip overerving
Blok 3 behandelt de implementatie van methoden (dit zijn in zekere zin de belangrijkste programma-eenheden, omdat de programmeur hier het gewenste gedrag van de objecten codeert). Door de gevolgde cyclische benadering hadden we daar in blok 1 al een voorschot op genomen. In dit blok worden alle elementaire opdrachten gedetailleerd behandeld: primitieve typen en expressies, keuzeopdrachten, herhalingsopdrachten en het werken met Strings en lijsten (arrays en ArrayLists). Het blok besteedt verder aandacht aan documenteren en testen (JUnit).
Cursusmateriaal Het cursusmateriaal bestaat uit vier schriftelijke delen en een cd met de taal Java en de ontwikkelomgeving Eclipse.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met open vragen. (jan 2015 - jun 2015 - nov 2015 - jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/T25151
15
Informatica
Inleiding informatica
Cursuscode: T28141
Inhoud De cursus bespreekt op inleidende wijze een aantal uiteenlopende onderwerpen uit het vakgebied informatica. Enkele daarvan zijn al bijna klassiek, zoals relationele databases, logica, binair rekenen en besturingssystemen. Maar ook is er veel aandacht voor recente ontwikkelingen, zoals model-driven development van databases, objectgeoriënteerde analyse en ontwerp met UML als ‘diagramtaal’, Java als programmeertaal en het ontwerpen van gebruikersvriendelijke websites. Verder zijn er inleidingen in neurale netwerken en genetische algoritmen, die beide gebaseerd zijn op modellen uit de biologie. Uiteraard komt het internet uitgebreid aan de orde, met speciale aandacht voor de beveiliging ervan.
De cursus geeft een goed beeld van het vakgebied informatica en is daarom geschikt voor zowel diegenen die meer willen weten van het vakgebied of hun kennis willen actualiseren, als voor diegenen die overwegen de bacheloropleiding Informatica te volgen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit drie cursusboeken. De software die nodig is om de practica bij Relationele databases, Modeldriven development en Programmeren in JavaLogo te kunnen uitvoeren, kun je downloaden van de cursussite op Studienet.
Tentamenvorm De behandelde onderwerpen worden met enige diepgang aangeboden. Op die manier ‘proef’ je op een realistische manier iets van het vakgebied. Zo leer je zelf een eenvoudige database te ontwerpen, vragen te stellen aan een gegeven database en een eenvoudige webpagina te schrijven in HTML. Je schrijft zelf programma’s in Java. Daarbij is een opzet gekozen die beginners in staat stelt direct relatief interessante toepassingen te schrijven. Dit wordt mogelijk gemaakt door gebruik te maken van een voor dit doel ontwikkelde programmeeromgeving: JavaLogo. De gekozen onderwerpen worden zoveel mogelijk gekoppeld aan problemen en toepassingen die iedereen herkent. Internet wordt bijvoorbeeld besproken aan de hand van de bekende toepassingen e-mail en het world wide web. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat gebeurt er precies als je een e-mail verstuurt, waar bevindt zich je mailbox en wat houdt het beheren daarvan in; waarom wordt een webpagina op je beeldscherm vaak in onderdelen opgebouwd. Zulke vragen dienen als motivatie om centrale concepten als protocollen en het client-servermodel te bespreken.
16
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/T28141
Informatica
Webcultuur
Cursuscode: T38121
Inhoud ‘Webcultuur’ is een propedeusecursus van de opleidingen Informatica en Informatiekunde, maar richt zich ook op een breder publiek. De cursus gaat in op de wijze waarop internettechnologie het dagelijkse leven beïnvloedt, waardoor nieuwe gedragswijzen, nieuwe subculturen en nieuwe vormen van creativiteit ontstaan. De cursus is bedoeld voor iedereen die zich voor het web interesseert. Internet is veel meer dan een netwerk tussen computers. In de cursus Webcultuur onderzoeken we dat ‘meer’. Hiertoe gaan we op zoek naar de wijze waarop het web de communicatie tussen mensen beïnvloedt en analyseren we diverse aspecten daarvan. Relevante onderwerpen: communicatiemodellen, mediatheorie, semiotiek, usability en webdesign. We moedigen iedere student daarbij voortdurend aan om bewust op het web rond te kijken.
Cursusmateriaal Geschreven cursusmateriaal, cursussite (zie Studienet).
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met open vragen. (apr 2015 - jun 2015 - nov 2015 - apr 2016)
“Ik dacht dat zelfstandig studeren niet zo moeilijk was. Maar nu weet ik beter, ik merk dat ik echt moet plannen. Nu ik dat geleerd heb gaat eigenlijk wel aardig”
www.ou.nl/studieaanbod/T38121
17
Managementwetenschappen
Organisatiekunde
Marketing
Cursuscode: B05111
Cursuscode: B13131
Inhoud
Inhoud
De cursus Marketing nodigt uit tot een kennismaking met het vakgebied marketing. Echter, niet op een traditionele manier, zoals: leer het boek, maak de oefeningen, leer 3.000 begrippen en vul de hokjes in tijdens een multiple-choice tentamen. In de cursus Marketing word je direct en voortdurend aan het werk gezet met realistische praktijkcasussen. Voor het werken met de problemen en de uitdagingen in het vakgebied marketing zul je gebruik willen maken van enerzijds de theorie (begrippen, concepten, methoden en technieken) en anderzijds casussen die ontleend zijn aan de praktijk. Het werken met casussen nodigt je daarbij uit om je in te leven in de rol van de verantwoordelijke manager, aan de hand waarvan je actief het leerproces doorloopt. De kennis en vaardigheden die op deze manier zijn verworven, blijven meer bij dan tijdelijke, eenzijdig ‘ingestampte’ feitenkennis.
In de cursus wordt ingegaan op basisbegrippen rond organiseren, organisatie en management en manieren van kijken in het vakgebied van de organisatiekunde. Vervolgens komt het grotere geheel waarvan organisaties deel uitmaken, nl. de omgeving aan de orde en de positie en koers van organisaties in dit geheel: de strategie. Organisaties functioneren bij de gratie van een combinatie van cultuur, macht en leiderschap. Vervolgens komen de meer formele aspecten van organiseren, de structuur en systemen of instrumenten van sturing aan de orde. In de behandeling daarvan blijkt, vooral bij het onderwerp sturing, dat deze formele aspecten in de praktijk sterk verweven zijn met cultuur, macht en leiderschap. Tenslotte komt de ontwikkeling van hedendaagse organisaties aan de orde. Daarbij wordt gekozen voor een langetermijnperspectief: de ‘nieuwe organisatievormen’ die zich in organisaties ontwikkelen spelen al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw een rol. De innovatie van organisaties is een zaak van lange adem. Zij is ingebed in fundamentele maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen die paradigma’s van management en organisatie grondig veranderen. Zinvol bijdragen aan management en organisaties vereist tegenwoordig dus meer dan het kunnen toepassen van bestaande begrippen en het implementeren van bestaande instrumenten. Het vereist in de eerste plaats een gevoeligheid voor veranderingen in de manier waarop doelgerichte samenwerking tussen mensen - organiseren - tot stand kan worden gebracht.
Kortom, de cursus is: - competentiegericht: beroepsgebonden vaardigheden staan centraal - casusgestuurd: via praktijkcasussen wordt de theorie op natuurlijke wijze opgezocht en ingebracht - digitaal: vooral via internet - te gebruiken als naslagwerk: tekstboek grondslagen van de Marketing van Bronis Verhage
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een interactieve website met casussen en opdrachten. Als kennisdomein en naslagwerk wordt gebruik gemaakt van het tekstboek Grondslagen van de marketing van Bronis Verhage, Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten. De oefencasussen worden tevens schriftelijk aangeboden.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met open vragen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit: - een speciaal voor deze cursus geschreven leerboek - een reader met een aantal state of the art artikelen op het gebied van organiseren en management - een elektronisch werkboek op Studienet met studietaken en opdrachten.
Tentamenvorm www.ou.nl/studieaanbod/B05111
18
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/B13131
Managementwetenschappen
Productiemanagement
Cursuscode: B26121
Inhoud Productiemanagement houdt zich bezig met het ontwerpen en besturen van systemen waarin goederen en/of diensten worden voortgebracht. De cursus biedt een brede oriëntatie op het vakgebied waarin een groot aantal taken en gangbare concepten, methoden en technieken van productiemanagement aan bod komen. In het eerste blok van de cursus wordt het vakgebied productiemanagement geïntroduceerd. Je treft in dit blok een overzicht van beslissingen en activiteiten van productiemanagement. De activiteiten en beslissingen van productiemanagement zijn divers van aard en kunnen ingedeeld worden in twee groepen: beslissingen die te maken hebben met het ontwerpen van productiesystemen en beslissingen die te maken hebben met het besturen van productiesystemen. Na het bespreken van deze twee groepen activiteiten en beslissingen wordt ingegaan op voorraadbeheer. Voorraden spelen een belangrijke rol bij productiemanagement. Ze vormen een middel om een onbalans tussen vraag en capaciteit op te vangen.
In het derde en laatste blok van de cursus wordt een aantal bijzondere taken van productiemanagement toegelicht. Onderwerpen in dit blok zijn de betrokkenheid van productiemanagement bij het ontwerp van arbeidsplaatsen, kwaliteitsmanagement, onderhoud, supply chain management en het belang van informatie- en communicatietechnologie voor productiemanagement.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit één schriftelijk deel.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/B26121
Productiesituaties kunnen sterk verschillen en voor elk type situatie zal een andere invulling van productiemanagement nodig zijn. In de cursus worden de volgende typen productiesituaties onderscheiden: stuk-/kleinserieproductie, projectproductie, serieproductie, procesproductie, massaproductie en dienstverlening. In blok twee van de cursus wordt voor elk van deze typen productiesituaties ingegaan op de accenten in de invulling van productiemanagement en wordt een aantal gangbare technieken en methoden voor productiemanagement behandeld.
19
Managementwetenschappen
Procesmanagement
Politicologie
Cursuscode: B08111
Cursuscode: B29121
Inhoud
Inhoud
Procesmanagement is een visie, een manier om naar organisaties en management te kijken. Het begrip ‘bedrijfsproces’ staat in deze visie centraal. Met processen bedoelen we doelgerichte, samenhangende reeksen van activiteiten. Het opstellen en verzenden van een factuur, het verstrekken van een uitkering of het maken van een product, zijn voorbeelden van bedrijfsprocessen. Door naar bedrijfsprocessen te kijken, bestuderen we de doelstellingen van de organisatie en datgene wat gedaan wordt, het werk dat wordt verzet, om deze doelstellingen te verwezenlijken. Deze cursus gaat over een procesgerichte benadering van organisaties en management.
De cursus is opgedeeld in zeven grote themagebieden. Het eerste deel bevat een algemene inleiding op het begrip ‘politiek’ en op het vakgebied. De diversiteit in het gebruik van het begrip in heden en verleden wordt hier toegelicht. Duidelijk zal worden dat er al heel lang en op vele verschillende manieren aan politiek wordt gedaan. En minstens zo lang wordt daar over nagedacht binnen en buiten de wetenschap van de politiek.
Je leert wat de kenmerken en uitgangspunten zijn van een dergelijke procesbenadering en hoe processen in kaart gebracht kunnen worden met behulp van modellen. Verder maakt je kennis met een aantal procesgerichte managementbenaderingen en mogelijkheden om deze benaderingen te ondersteunen met informatie en informatiesystemen.
Dan volgen vijf delen waarin de centrale begrippen uit de politicologie uitgebreid aan bod komen: macht, democratie, politieke socialisatie en media, verandering en staat. Hierbij komen vragen aan de orde zoals: welke vormen van macht worden onderscheiden en hoe meet je macht, welke vormen van democratie kennen we, welke rol spelen de media in de politiek, hoe komt er verandering tot stand en wat verstaan we onder een staat. Tot slot geven we een overzicht van politieke stromingen en partijen in Nederland en Vlaanderen.
Cursusmateriaal De cursus is opgebouwd uit een aantal blokken of thema’s die elk een ander aspect van bedrijfsprocessen benadrukken: - processen als een ordening van activiteiten - gedrag en dynamiek van processen - besturing van processen - rol van mensen in processen.
De cursus bestaat uit een werkboek en een reader.
De cursus bestaat uit een elektronische handleiding, een bijbehorend elektronisch en schriftelijk kennisdomein, het tekstboek ‘Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen’ van Carl Devos (red.) en het boek ‘Power. A Radical View.’ van Steven Lukes. Aan de hand van de elektronische handleiding met vragen en opdrachten wordt je door de cursus en de tekstboeken geleid. Van jou wordt dus niet verwacht de tekstboeken van a tot z te lezen maar wel de belangrijkste thema’s door te nemen op basis van aanwijzingen in de elektronische handleiding.
Tentamenvorm
Tentamenvorm
Regulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen (mc). (jan 2015 - apr 2015 - aug 2015 - jan 2016)
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
www.ou.nl/studieaanbod/B08111
www.ou.nl/studieaanbod/B29121
Cursusmateriaal
20
Managementwetenschappen
Algemene economie voor management
Cursuscode: B02111
Inhoud Een manager moet veel beslissingen nemen. En deze bepalen de mate waarin een organisatie succesvol is of juist niet. Veel van de beslissingen hebben te maken met de economische omgeving waarin een organisatie opereert. Hoe kan de algemene economie de manager hier bij helpen? Dat kan door inzicht te verschaffen in economische principes en factoren (of variabelen) die ten grondslag liggen aan strategische beslissingen. Want door iets te weten van economische factoren die invloed uitoefenen op een onderneming, kan een manager beter inspelen op de continue veranderende omgeving en zijn strategie daarop aanpassen. Dat kunnen variabelen zijn waar de onderneming wel controle op kan uitoefenen zoals productieomvang, hoogte van de verkoopprijs en marketingbeleid. Maar er zijn ook invloeden van buitenaf waar een manager niets aan kan doen zoals economische groei, overheidsbeleid en inflatie.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit één schriftelijk werkboek.
Tentamenvorm
“Ik verbaas me over de discipline die ik
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
mezelf kan opleggen om regelmatig te
www.ou.nl/studieaanbod/B02111
voor mezelf.”
studeren. Dat is wel een grote ontdekking
21
Managementwetenschappen
Administratieve organisatie
22
Cursuscode: B34111
Inhoud
Cursusmateriaal
Een goede inrichting van de Administratieve Organisatie kan risicomanagement binnen organisaties ondersteunen en op die manier bijdragen aan goed ondernemingsbestuur (corporate governance). Risicomanagement vormt dan ook de rode draad van de cursus, die uit zes delen bestaat. Het eerste deel start met een algemene inleiding in Administratieve Organisatie en haar relatie tot risicomanagement. Er wordt een risicomanagement model geïntroduceerd waarnaar in het vervolg van de cursus zal worden teruggegrepen. Beheersing van processen binnen organisaties vormt het zwaartepunt. Het tweede deel belicht organisatieprocessen vanuit de Nederlandse achtergrond van het vakgebied. Centraal staat de betrouwbaarheid van informatie in relatie tot de aanwezigheid van verschillende soorten processen binnen organisaties. Denk aan inkoop, verkoop, inning en betaling. Er wordt een indeling gemaakt in grondtypen organisaties (typologieën) met elk hun eigen risicoprofiel en beheersingsmaatregelen ten aanzien van de borging van informatiebetrouwbaarheid. In het derde deel wordt het gegeven inzicht in risicomanagement en betrouwbaarheidsborging van informatie middels concrete voorbeeldorganisatie verduidelijkt. Aan de orde komen een handelsorganisatie, een productieorganisatie en een dienstverlenende organisatie. Het vierde deel behandelt organisatieprocessen tegen de internationale achtergrond van Administratieve Organisatie. Centraal staan aanwezige ruiltransacties in verschillende type processen als inkoop, productie en verkoop. Het fraudeaspect in risicobeheersing komt hier duidelijk naar voren. In het vijfde deel zal blijken dat IT een belangrijke ondersteuning kan geven aan betrouwbaarheidsborging van informatie en de beheersing van ruiltransacties en daarmee aan risicomanagement. Echter, duidelijk wordt dat IT-toepassingen zelf ook risico’s met zich meebrengen en ook specifieke beheersingsmaatregelen behoeven. Het zesde deel tenslotte behandelt documentatie. Er worden enkele technieken besproken en er wordt aangegeven waarom goede documentatie noodzakelijk is voor (her) inrichting van processen, evaluatie, lering en sturing in het kader van risicomanagement.
De cursus bestaat uit twee readers in papieren vorm. De digitale versie van de readers staat op de cursuspagina van Studienet.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/B34111
Managementwetenschappen
Administratieve processen en accounting
Cursuscode B38111
Inhoud De cursus geeft je inzicht in de betekenis en functie van de balans en de winst-en-verliesrekening voor de extern geïnteresseerden (financial accounting) en belicht enkele aspecten van de interne verslaggeving (management accounting). De uitleg begint bij de oprichting van een onderneming, volgt de groei van de onderneming en bespreekt de veranderende eisen aan de boekhouding; je kennis van boekhouden neemt toe met het groter worden van de onderneming. De cursus start met een introductie van de balans en de winst-en-verliesrekening en geeft het verband aan tussen deze twee begrippen. De verschillen en overeenkomsten met computerboekhouden worden toegelicht. In het tweede blok komen de posten op de debetzijde (‘links’) van de balans aan de orde, zoals vaste activa, debiteuren en voorraden. Er is aandacht voor de waarderingsproblematiek van onder meer voorraden en de consequenties van de waardering op de balans en winst-en-verliesrekening. Vervolgens komt de creditzijde (‘rechts’) aan bod. Hier staan posten die onder meer afhankelijk zijn van de rechtsvorm van een onderneming, de wijze van financiering en de winst en winstbestemming van de onderneming. Het vierde en laatste blok behandelt de financieel-economische informatie ten behoeve van het beheersen en besturen van een organisatie. Met name wordt aandacht geschonken aan het beheersen van de kosten in een productieonderneming en de administratieve verwerking van deze informatie. Met betrekking tot de kosten worden onder meer kostensoorten en de bepaling van prijs-, efficiency- en bezettingsresultaten besproken.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit schriftelijk cursusmateriaal aangevuld met opgaven en extra uitleg op Studienet.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
“Ik zag op tegen het Engels. Maar met het aanleggen van een woordenlijst kom ik heel ver. Ik hoef nu steeds minder op te zoeken en merk dat mijn Engels ook verbetert. Trouwens straks bij een vervolgopleiding kom ik het sowieso tegen. Weet ik dan tenminste hoe het is.”
www.ou.nl/studieaanbod/B38111
23
Natuurwetenschappen
Levenswetenschappen 1: evolutie
Cursuscode N13121
Inhoud In Bryson’s boek liggen de accenten vooral op de geschiedenis van de natuurwetenschappen, de deugden en ondeugden van de onderzoekers en hun onderlinge rivaliteit. Het is meer een avonturenboek dan een wetenschappelijk boek. Natuurlijk is er ook aandacht voor de vragen die deze onderzoekers probeerden op te lossen, de manieren waarop ze dat aanpakten en de oplossingen die ze vonden. De diepgang daarvan is beperkt. Het boek is immers geschreven voor een breed publiek. Als introductie op een natuurwetenschappelijke opleiding is het een inspirerend, maar verre van compleet verhaal. De leeswijzer Bryson-plus licht daar enkele onderwerpen uit en gaat in op natuurwetenschappelijke (en soms wiskundige) details.
- de belangrijkste boodschappen te halen uit Engelstalige wetenschappelijke reviews - bronnen te vinden met basale achtergrondinformatie.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit het boek ‘Een kleine geschiedenis van bijna alles’ van Bill Bryson, een cursusboek en aanvullend cursusmateriaal (hoorcollege) op de Studienet cursussite.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met open vragen. (jan 2015 - apr 2015 - jun 2015 - jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/N13121
In de daarop volgende studietaken worden de evolutie en evolutionaire verandering besproken. Dat gebeurt om twee redenen: die invalshoek sluit naadloos aan bij het boek van Bryson én biedt een raamwerk dat van grote betekenis is voor álle biologische disciplines. Het gaat daarbij om processen die invloed hebben op de samenstelling van populaties van planten en dieren en uiteindelijk op de eigenschappen van individuen. Deze invalshoek benadrukt de verwantschap tussen alle organismen, de geleidelijkheid waarmee erfelijke eigenschappen van populaties veranderen en de doelmatigheid van eigenschappen van soorten.
Leerdoelen Na bestudering van de cursus heb je kennis van: - de samenhang tussen de natuurwetenschappen en de biologische subdisciplines - de betekenis van de belangrijkste evolutionaire termen. En heb je inzicht in: - de verschillende organisatieniveaus en causale relaties binnen de biologie - het evolutieproces inclusief de rol van erfelijkheid - de verklarende rol van de evolutietheorie voor de gehele biologie. Ben je ook in staat:
24
Natuurwetenschappen
Gedragsbiologie
Cursuscode: N32221
Inhoud Diergedrag speelt de hoofdrol in de cursus Gedragsbiologie, maar er ontbreken zeker geen voorbeelden van parallellen bij de mens. Binnen de milieuwetenschappen draagt de gedragsbiologie onder meer bij (1) aan het inzicht in de wijze waarop organismen (ook de mens) omgaan met korte en lange termijn belangen, (2) aan de ‘verduurzaming’ van de veehouderij, (3) aan het beheer van natuur door het vaststellen van de eisen die dieren aan hun leefomgeving stellen en (4) als uiterst gevoelig hulpmiddel bij het onderzoek naar de schadelijkheid van stoffen. Ook binnen de psychologie, de medische wetenschappen, de criminologie en zelfs de economie wordt steeds meer onderkend dat biologische factoren een belangrijke invloed kunnen hebben op menselijk handelen. De belangstelling voor de gedragsbiologie is daarom groeiende. Gedragsbiologie is extra interessant omdat het vrijwel alle aspecten van fundamenteel natuurwetenschappelijk onderzoek in zich heeft. Natuurwetenschappelijk onderzoek wordt meestal gestuurd door vragen n aar de veroorzaking, of wel de causaliteit. Dergelijke vragen komen ook in de gedragsbiologie aan de orde en hebben dan betrekking op de processen vanaf waarneming tot en met de uitvoering van gedrag. Daarnaast stelt men vragen over de ontwikkeling van gedrag: de erfelijkheid en de invloed van ervaring, waaronder leren. Een derde groep vragen heeft betrekking op de functie van gedrag. Binnen de natuurwetenschappen worden dergelijke vragen alleen gesteld door biologen en gaan dan over de wisselwerking tussen natuurlijke selectie en de eigenschappen van individuen (waaronder gedrag). In de loop van generaties kunnen door veranderingen in de erfelijke samenstelling van een populatie eigenschappen van individuen steeds geschikter worden voor bepaalde functies. De vierde groep vragen, tenslotte, gaat over de evolutie van gedrag, waarbij het accent ligt op het begrijpen van patronen door afstamming. De cursus biedt een gedegen theoretisch kader voor elk van deze vier benaderingswijzen én voor de onderwerpen sociaal gedrag, toepassingen en gedragsbiologie van mensen. Gedragsbiologie is echter niet alleen een manier van denken, vastgelegd in een verzameling van theorieën
en inzichten, het is ook een manier van kijken naar ‘zich gedragende’ organismen. Die manier van kijken kan alleen worden geleerd door praktische oefening: observatie, registratie, analyse en toetsing van hypothesen. In het elektronische materiaal zijn daarom, behalve leerdoelen en opgaven, ook een viertal studietaken opgenomen die een praktische voorbereiding vormen voor het tentamen: aanpak, statistiek, observaties en eindopdracht. Deze taken bevatten veel extra illustratie en oefenmateriaal, zoals films, clips, geluiden, wetenschappelijke artikelen en computerprogramma’s voor waarneming en analyse.
Leerdoelen Na bestudering van de cursus Gedragsbiologie: - heb je kennis van de begrippen die van belang zijn voor de gedragsbiologie - heb je inzicht in veroorzaking, ontwikkeling, functie en evolutie van gedrag, sociale aspecten van gedrag, toepassingen van de gedragsbiologie en in de gedragsbiologie van de mens - ben je in staat om een gedragsbiologisch onderzoekje op te zetten, een ethogram op te stellen, basale waarnemingstechnieken toe te passen, resultaten met eenvoudige statistische methoden te toetsen, conclusies te trekken op grond van onderzoeksresultaten, een onderzoeksverslag te schrijven en om een ander onderzoeksverslag kritisch te analyseren.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een tekstboek en via de Studienet cursussite een elektronisch cursusboek.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/N32221
25
Natuurwetenschappen
Natuurkunde voor milieuwetenschappen
Cursuscode: N11111
Inhoud In deze cursus worden de klassieke natuurkundige principes aangereikt in een milieuwetenschappelijke context. Daarbij is speciaal aandacht geschonken aan de rol die de verschillende facetten van de Natuurkunde - het waarnemen, het modelleren en het monitoren - hebben in het oplossen van milieuproblemen en het bevorderen van duurzaamheid. In de algemene inleiding wordt het maatschappelijk belang van Natuurkunde geschetst en een overzicht van de leerstof gegeven. Daarna volgen de studietaken Klassieke mechanica en Elektromagnetisme. De kennis uit deze studietaken wordt toegepast op het opwekken van elektriciteit met behulp van windenergie. In de studietaken Warmte en Verwarmen worden fysische principes toegepast in en rondom het huis (isolatie en de warmtepomp). De studietaak Optische straling wordt toegepast op het meten van luchtverontreinigingen. De studietaak Radioactiviteit wordt gekaderd in de medische beeldvorming en therapie en de studietaak Geluid wordt toegepast op het terugdringen van geluidshinder. De integrerende studietaak rondom Klimaat toont hoe de verschillende facetten van de Natuurkunde een bijdrage kunnen leveren aan een beter begrip van ons klimaat en de klimaatverandering. Bij deze laatste studietaak hoort ook een reëel op afstand uit te voeren experiment. De cursus wordt afgesloten met een algemene terugkoppeling. Een goede beheersing van de basiskennis wiskunde is een vereiste.
- heb je kennis van klassieke mechanica (met inbegrip van stroming): 1. krachten en energie met inbegrip van elektriciteit en magnetisme (toegepast op het opwekken van elektrici- teit met behulp van windenergie) 2. warmte en warmtetransport toegepast in rondom het huis (verwarming en isolatie), optische straling (toege past op spectroscopische meetsystemen) 3. radioactiviteit en gezondheid (effecten op biomoleculen) 4. geluid en geluidsoverlast (toegepast op geluidsoverlast veroorzaakt door een autosnelweg) 5. rekenen aan het klimaat aan de hand van modellen. - ben je in staat om op afstand een fysisch experiment uit te voeren (het meten van de snelheid van een vloeistof met Laser Doppler Anenometrie) en de resultaten te analyseren en te presenteren in een verslag.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit twee cursusmappen: twee ringmappen met losbladige inhoud.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen. (apr 2015 - jun 2015 - nov 2015 - apr 2016) www.ou.nl/studieaanbod/N11111
Leerdoelen Na het bestuderen van deze cursus: - heb je kennis en inzicht van de verschillende facetten van de Natuurkunde: 1. het waarnemen, het modelleren en het monitoren 2. het oplossen van milieuproblemen en het bevorderen van duurzaamheid.
26
Natuurwetenschappen
Scheikunde voor Milieuwetenschappen 1
Cursuscode: N47111
Inhoud
Tentamenvorm
In de cursus wordt de basiskennis van de scheikunde die een milieuwetenschapper in de dagelijkse praktijk nodig kan hebben aangereikt middels een aantal toepassingsgerichte studietaken. Om deze studietaken te kunnen uitwerken wordt in de cursusboeken de onderliggende leerstof behandeld. Bij elk onderwerp van de leerstof is een aantal oefenopgaven opgenomen. Bij elk onderwerp is indien noodzakelijk een verwijzing opgenomen naar bronnen voor het opfrissen van voorkennis die noodzakelijk is voor het betreffende onderwerp. Soms is het voorkennismateriaal opgenomen in het cursusboek. Om de cursus met goed resultaat te kunnen afsluiten is een goede rekenvaardigheid, een passieve kennis van het Engels en een basiskennis van de scheikunde op vwo niveau noodzakelijk. Kennis van wiskunde, natuurkunde en scheikunde op vwo eindexamenniveau is wenselijk.
Regulier schriftelijk tentamen bestaande uit meerkeuzevragen (mc) en open vragen (ov).
Tentamendata Regulier schriftelijk tentamen. (jan 2015 - jun 2015 - aug 2015 - jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/N47111
Leerdoelen Na bestudering van de cursus heb je - kennis van de basisbegrippen van de chemie, - kennis van de bouw van een atoom, - kennis van de verschillende typen chemische bindingen, - inzicht in de verschillende interacties tussen deeltjes die de aggregatietoestand van een stof bepalen, - inzicht in de verschillende kristalmodellen voor de vaste stof, - kennis van de verschiiledne soorten chemische reacties, met name zuur-basereacties en redoxreacties, - kennis van de verschillende soorten chemische evenwichten, van reactiekinetiek en van reactie mechanismen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit twee cursusboeken en een (losbladig) werkboek. Er wordt van je verwacht dat je een Binas tabellenboekje in je bezit hebt.
27
Psychologie
Geschiedenis van de psychologie
Cursuscode S08121
Inhoud De cursus Geschiedenis van de psychologie bestaat uit twee tekstboeken en een digitaal werkboek. Het eerste boek (Pioneers of Psychology) gaat over het werk van enkele psychologen uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Zij stonden aan de wieg van het vakgebied en hun werk heeft mede de grondslag gelegd voor de hedendaagse wetenschappelijke psychologie. Veel oude controverses blijken nog steeds opvallen actueel. Het tweede boek (A Social History of Psychology) gaat over de professionalisering van de psychologie en de gelijktijdige psychologisering van het sociale leven. Het boek schetst de geschiedenis van deze opmerkelijke wisselwerking vanaf de negentiende eeuw.
Leerdoelen Wanneer je deze cursus succesvol hebt afgerond, beschik je over de volgende kennis en kunde: - je weet te plaatsen waarom en wanneer psychologische vraagstukken konden uitgroeien tot een zelfstandige discipline - je hebt kennis van belangrijke stromingen, theorieën, aandachtsgebieden, begrippen en method en sinds het ontstaan van de academische psychologie - je kunt een tijdlijn schetsen met belangrijke theorieën, thema’s, personen etc. - je kunt verschillende theorieën en begrippen met elkaar in verband brengen, inhoudelijk en historisch - je hebt besef van de maatschappelijke omstandigheden (lokaliteit) waaronder belangrijke psychologische praktijken zich hebben ontwikkeld (professionalisering) - je hebt inzicht in processen van psychologisering van de samenleving; kan aanwijzen op welke alledaagse maatschappelijke domeinen de psychologie werkzaam/ voelbaar is - je kunt de psychologie plaatsen ten opzichte van andere sociale wetenschappen, academisch en maatschappelijk - je hebt kennis van de kruisbestuiving tussen maatschappelijke vooruitgang en de groei van psychologische kennis.
28
Cursusmateriaal De cursus Geschiedenis van de psychologie maakt gebruik van de boeken Pioneers of Psychology van Fancher (1996) en A Social History of Psychology van Jansz & Van Drunen (Eds., 2004). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een digitaal werkboek.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen. (jan 2015 - apr 2015 - aug 2015 - jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/S08121
Psychologie
Sociale psychologie
Cursuscode: S09241
Cursusmateriaal Inhoud Buren, collega’s, vrienden, familieleden of je partner: in het dagelijks leven heb je vrijwel altijd te maken met anderen. De sociale psychologie biedt verklaringen voor veel herkenbare gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen in relatie tot elkaar. Zo weten we door de sociale psychologie bijvoorbeeld onder welke omstandigheden mensen bereid zijn om hulp te bieden, welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van vriendschappen en relaties, en hoe groepen beslissingen nemen. In de cursus Sociale psychologie maak je kennis met de belangrijkste theorieën en inzichten binnen de sociale psychologie. Er zal worden ingegaan op thema’s zoals het waarnemen van individuen, zelfbeeld en zelfwaardering, stereotypen en discriminatie, sociale identiteit, attitudes en attitudeverandering, agressie en conflict, en prosociaal gedrag. Daarnaast krijg je inzicht in sociaal-psychologische methoden van onderzoek en leer je hoe sociaal-psychologische theorieën kunnen worden toegepast om gedrag te veranderen. De cursus Sociale psychologie is een basiscursus voor psychologiestudenten. Je raakt vertrouwd met sociaal-psychologische inzichten.
De cursus bestaat uit een tekstboek, een reader, een digitaal werkboek en een dvd. Er wordt gebruikgemaakt van een Engelstalig tekstboek, Social Psychology (3rd edition) van E.R. Smith en D.M. Mackie. De reader bestaat uit teksten en artikelen die je nodig hebt bij de opdrachten in het digitaal werkboek. Het digitaal werkboek vormt de leeromgeving van de studenten en de cursisten. Dit werkboek bevat opdrachten, meerkeuzevragen, samenvattingen van de hoofdstukken en verwijzingen naar andere interessante literatuur. De dvd bestaat uit twee programma’s. Het ene programma gaat over attitude- en gedragsverandering. Je leert hoe sociaal-psychologische theorieën kunnen worden gebruikt bij het ontwikkelen van een interventie en je maakt kennis met de verschillende stappen die doorlopen moeten worden bij het veranderen van attitudes en gedrag. Het tweede programma is een documentaire over het laboratoriumexperiment in de sociale psychologie. In dit programma maak je kennis met de manier waarop een sociaal-psychologisch experiment wordt opgezet en uitgevoerd.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen.
Leerdoelen Nadat u deze cursus hebt bestudeerd: - heb je inzicht in de huidige stand van zaken binnen het vakgebied van de sociale psychologie - kun je de belangrijkste theoretische kaders omschrijven met betrekking tot de volgende sociaal-psychologische thema’s: het waarnemen van individuen, zelfbeeld en zelfwaardering, stereotypen, vooroordelen en discriminatie, sociale identiteit, attitudes en attitudeverandering, sociale invloed, affiliatie en attractie, groepsprocessen, agressie en conflict en prosociaal gedrag - heb je inzicht in de sociaal-psychologische methoden en technieken van onderzoek - kun je benoemen hoe sociaal-psychologische theorieën kunnen worden toegepast om attitudes en gedrag te veranderen.
www.ou.nl/studieaanbod/S09241
29
Psychologie
Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie
Cursuscode: S11141
Inhoud
Cursusmateriaal
De arbeids- en organisatiepsychologie houdt zich bezig met het menselijk gedrag op het werk en in organisaties. Dit gedrag hoeft niet direct betrekking te hebben op waarneembare acties van mensen. Het kan ook gaan om intenties, attitudes, emoties, gewoonten, motieven, enzovoorts. De inzichten uit de arbeids- en organisatiepsychologie kunnen worden gebruikt om het gedrag van individuele werknemers te begrijpen, te voorspellen en te beïnvloeden.
De cursus bestaat uit een Engelstalig tekstboek en een digitaal werkboek. Het tekstboek Work psychology. Understanding human behavior in the workplace van J. Arnold, C. Cooper en I. Robertson wordt uitgegeven door Pearson Education Limited, Harlow (fourth edition, 2005). Het digitale werkboek vormt de leeromgeving van de studenten en cursisten. Dit werkboek bevat casussen met toepassingsgerichte opdrachten, kennisopdrachten, meerkeuze oefenvragen, een glossarium, samenvattingen van de hoofdstukken en interessante verwijzingen naar andere literatuur.
De cursus Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie geeft inzicht in tal van basistheorieën uit deze discipline. Vragen die aan de orde komen, hebben betrekking op de wijze waarop medewerkers het beste kunnen worden geselecteerd, beoordeeld, gestimuleerd, geleid, geschoold, opgeleid en ontwikkeld. Ook ethische vragen worden ter sprake gebracht. Bovendien is er aandacht voor machtsverhoudingen op het werk, de wijze van samenwerken, en het veranderen van gedrag en organisaties. Het tekstboek geeft een breed theoretisch overzicht van het vakgebied van de arbeids- en organisatiepsychologie. In het digitaal werkboek van de cursus worden de belangrijkste theoretische thema’s uit het boek toegepast op praktische casussen, door middel van verwerkingsopdrachten. Deze opdrachten gaan over het werkterrein van arbeids- en organisatiepsychologen, organisatiecultuur, personeelsselectie, motivatie en arbeidstevredenheid, training en loopbaanontwikkeling, stress en werk, en de geringe doorstroom van vrouwen naar topfuncties. De cursus is voor een brede doelgroep interessant. Behalve voor studenten van de opleiding Psychologie is deze cursus ook geschikt voor studenten managementwetenschappen, personeelsfunctionarissen, leidinggevenden, leden van ondernemingsraden of andere mensen met belangstelling voor gedrag binnen organisaties.
30
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/S11141
Psychologie
Biologische grondslagen: neuropsychologie en psychofarmacologie
Cursuscode: S25221
Inhoud
traumatic brain injury, epilepsie, dementie/alzheimer, parkinson De laatste twee decennia is de kennis over hersenen en aangeven welke behandelmethoden er bestaan gedrag enorm toegenomen. Neuropsychologen bestuderen een overzicht geven van de klinische verschijnselen, in het bijzonder de relatie tussen enerzijds specifieke hervormen, risicofactoren en gevolgen van psychiatrische senstructuren en -processen, neurotransmitters en hormoziektebeelden (i.e. schizofrenie, stemmingsstoornissen, nen, en anderzijds cognities, emoties en gedragingen. Ook autismespectrumstoornissen, ADHD) proberen ze steeds beter inzicht te krijgen in de problemen - psychiatrische ziektebeelden relateren aan hersendie ontstaan bij een hersenbeschadiging. De focus van de structuren klinische neuropsychologie ligt op bestudering van intacte - cognitieve functiestoornissen benoemen behorende bij en gestoorde cognitieve functies en gedrag. Haar inzichten dragen bij aan een betere diagnostiek, behandeling en bege- psychiatrische ziektebeelden leiding van mensen met functiestoornissen. Bij veel psycho- - behandelingsmogelijkheden vanuit de neuropsychologie benoemen van psychiatrische ziektebeelden pathologische aandoeningen, zoals depressie, schizofrenie en ADHD spelen biologische mechanismen een belangrijke - een onderscheid maken tussen farmacie, farmacokinetiek en farmacodynamiek rol. De cursus begint met een algemene inleiding in het werkveld van de neuropsychologie en psychofarmacologie. - verwoorden op welke wijze medicatie kan worden toegediend en wordt opgenomen in het lichaam Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de anatomie van - aangeven wat er bedoeld wordt met dosis-effectrelatie het menselijk brein. Daarna wordt ingegaan op cognitieve en welke factoren van invloed zijn op deze relatie domeinen, zoals het geheugen en de aandacht. Vervolgens - verwoorden hoe communicatie plaatsvindt tussen cellen richt de aandacht zich op ziektebeelden en psychopatho- aangeven wat receptoren zijn, welke soorten receptoren logie waarbij neuropsychologie een belangrijke rol speelt, zoals dementie, epilepsie, bloedingen in het brein, Parkinson, er bestaan en wat het belang van receptoren is voor ADHD en schizofrenie. Hierbij komt ook de psychofarmacolo- medicatie - verwoorden hoe de signaaloverdracht verloopt en welke gie, toegepast op de besproken beelden, aan bod. verschillende soorten er zijn aangeven hoe medicatie de signaaloverdracht kan Leerdoelen beïnvloeden. Na afronding van deze cursus kun je: - een overzicht geven van het werkgebied van de neuropsycholoog, welke vraagstellingen, neuropsychologisch Cursusmateriaal onderzoek en neuropsychologische diagnostiek De cursus bestaat uit een aantal onderdelen: - theorieën benoemen vanuit de geschiedenis van de - een tekstboek: klinische neuropsychologie. Kessels, Eling, neuropsychologie Ponds, Spikman, & Van Zandvoort (2012). Amsterdam: - een overzicht geven van de cognitieve functies (visuele Boom. waarneming, geheugen, taal, aandacht en executieve - enkele pdf bestanden die in het digitaal werkboek staan. functies) - aangeven welke stoornissen er bestaan op het gebied van Tentamenvorm de cognitieve functies, hoe deze stoornissen zich uiten en Computergebaseerd individueel tentamen met welke hersengebieden erbij betrokken zijn meerkeuzevragen. - een overzicht geven van de klinische verschijnselen, vormen, risicofactoren, gevolgen van vasculaire aandoeningen, www.ou.nl/studieaanbod/S25221
31
Psychologie
Inleiding in de gezondheidspsychologie
Cursuscode: S60331
Inhoud
Leerdoelen
Vraag willekeurig aan iemand wat het belangrijkste is in het leven en de kans groot dat hij of zij zal zeggen: gezondheid. Dat wij onze gezondheid serieus nemen, blijkt ook uit het grote aantal publicaties over dit onderwerp. Met de regelmaat van de klok verschijnen allerhande zelfhulpgidsen, die ons moeten helpen te stoppen met roken, af te vallen, een optimaal welzijn te bereiken, of in geestelijk evenwicht te komen. Kortom, de gezondheid houdt ons nogal bezig. Dat wil echter niet zeggen dat ons gedrag erop gericht is om die gezondheid zo optimaal mogelijk te houden. Deze inleidende cursus geeft een overzicht van wetenschappelijke inzichten in relaties tussen gedrag en gezondheid.
Nadat je de cursus hebt bestudeerd, heb je: - kennis van de doelstellingen van gezondheidspsychologie als discipline, de onderwerpen van gezondheidspsychologie en de relatie tussen gezondheidspsychologie en andere disciplines - globaal kennis van de fysiologie van het menselijk lichaam - inzicht in diverse aspecten van de verschijnselen stress en coping - inzicht in de omvang van en risicofactoren voor de belangrijkste chronische aandoeningen - inzicht in diverse aspecten van leefstijl, gezondheidsbelemmerende- en gezondheidsbevorderende gedragingen en in verslavingen - inzicht in psychologische aspecten van (omgaan met) ziekte en het gebruik van medische voorzieningen en in de problematiek van patiëntencommunicatie - inzicht in diverse aspecten van het fenomeen pijn - inzicht in diverse aspecten van chronische en levensbedreigende ziekten - inzicht in de interventiecyclus en hoe die te gebruiken in voor gezondheidspsychologie relevante terreinen. - globaal overzicht in met name het Nederlandse veld van de gezondheidspsychologie (met name door de internetsites te bezoeken waarnaar in het digitaal werkboek wordt verwezen, dit laatste leerdoel omvat geen leerstof ).
De volgende onderwerpen komen aan de orde: de werking van het menselijk lichaam (o.a. de werking van het zenuwstelsel); stressproblematiek (o.a. oorzaken, gevolgen, hoe kunnen we omgaan met stress); theorieën die gezond en ongezond gedrag kunnen verklaren; her- en erkenning en acceptatie van ziekte; gebruik van medische en gezondheidsbevorderende voorzieningen; pijnproblematiek en chronische aandoeningen. Bij deze cursus zijn geen begeleidingsbijeenkomsten. De cursus is zodanig opgezet dat het digitale werkboek van de cursus je leeractiviteiten aanstuurt. Als je het tekstboek, het digitale werkboek en de reader helemaal hebt doorgenomen, is de leerstof in grote lijnen aan de orde geweest. Vanuit het digitale werkboek wordt verwezen naar de hoofdstukken uit het tekstboek en de reader. Je wordt aangeraden om je door middel van de opdrachten in het digitaal werkboek door de stof te laten leiden. Ook kun je in het digitaal werkboek testen of je voldoende kennis hebt opgedaan door zelftoetsen en voorbeeldtentamens te maken.
Cursusmateriaal In de cursus wordt gebruik gemaakt van een Engelstalig tekstboek Health psychology, biopsychosocial interactions van E.P. Sarafino (2008, sixth edition), een reader en een digitaal werkboek (via internet).
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/S60331
32
Rechtsgeleerdheid
Rechtsgeschiedenis 1
Cursuscode: R12221
Inhoud De mededeling dat het recht niet uit de lucht komt vallen mag je gerust als een cliché beschouwen. De zin ‘het recht is een historisch verschijnsel’ klinkt heel anders en bedoelt toch hetzelfde. Maar beide zinnen leiden wel tot de conclusie dat recht zich voortdurend ontwikkelt. Dit betekent in de eerste plaats dat er tussen het moderne recht en dat van voorheen een onverbrekelijke band, een ononderbroken continuïteit of samenhang bestaat. Hieruit volgt dat alleen historisch onderzoek het recht van onze tijd kan doen begrijpen. Of scherper gesteld: een wetenschappelijke beoefening van het recht veronderstelt een inzicht in de historische beoefening ervan. Grondbeginsel van elk wetenschappelijk onderzoek is immers dat van begrip van zaken geen sprake kan zijn zonder kennis van hun samenhang. Op de tweede plaats leidt het onderkennen van recht als een historisch fenomeen onvermijdelijk tot de conclusie dat het recht verandert. Een bonte waaier van maatschappelijke factoren bepaalt de opkomst, verandering en ondergang van rechtsinstellingen. Economische, politieke, kerkelijke en ethische kwesties spelen daarin een rol. Het is de taak van de rechtshistoricus de historische samenhang tussen het recht en andere maatschappelijke verschijnselen zoveel mogelijk boven water te halen en daaruit de ontwikkeling van het recht te verklaren. De cursus beschrijft de belangrijkste gebeurtenissen uit de (rechts-)geschiedenis van verschillende Westeuropese landen. Uitgangspunt daarbij is het achttiende-eeuwse begrip codificatie. Het programma beperkt zich tot het privaatrecht. Het is geen uitputtende opsomming van alle rechtsgeleerden die iets hebben betekend, maar een enigszins verhalende beschrijving van gelukte en mislukte codificatiepogingen tegen de achtergrond van de algemene maatschappelijke en staatkundige ontwikkelingen. Daardoor is de nadruk komen te liggen op de tijd waarin de nationale codificaties zijn ontstaan: de recente rechtsgeschiedenis. Het Romeinse recht en het natuurrecht passeren de revue. Het Romeinse recht had (en het natuurrecht heeft dat nog)
een universele pretentie. Beide stelsels claimen kwaliteiten die overal en altijd gelden, ongeacht tijd en plaats. Daarna volgt de codificatiegeschiedenis van Italië, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland. Verder is een hoofdstuk gewijd aan enkele aspecten van de rechtsontwikkeling in Engeland. Ten slotte een korte beschouwing over het ontstaan van supra-nationale instellingen en het effect daarvan op de nationale codificaties. De cursus is van het tweede niveau en behoort tot de nietpositief rechtelijke vakken van de programma’s van de faculteit. Daarnaast is de cursus zo opgezet dat de stof tot nut kan zijn voor een veel grotere groep belangstellenden dan enkel de wo-studenten. Codificatiegeschiedenis behandelt namelijk de zogeheten uitwendige rechtsgeschiedenis in tegenstelling tot de cursus Rechtsgeschiedenis 2, waarin de inwendige privaatrechtsgeschiedenis aan bod komt. Bovendien zal eenieder die geïnteresseerd is in de Europese geschiedenis de benadering vanuit de eigen gezichtshoek van de uitwendige rechtsgeschiedenis kunnen waarderen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit het studieboek Hoofdstukken uit de Europese Codificatiegeschiedenis door J.H.A. Lokin en W.J. Zwalve, 3e geheel herziene druk (Kluwer, Deventer 2001) en een werkboek.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen. www.ou.nl/studieaanbod/R12221
33
Rechtsgeleerdheid
Rechtsfilosofie
Cursuscode: R28231
Inhoud Rechtsfilosofie is bedoeld om studenten te laten nadenken over hun vak. Welke functies vervullen rechtsregels? In hoeverre moet het gedrag van mensen door het recht worden gereguleerd? Wat is de taak en rol van de overheid daarbij? En moeten we ook onrechtvaardig recht toepassen? Dergelijke vragen kunnen niet door het recht zelf worden beantwoord. Een beroep op wet en jurisprudentie kan antwoord geven op rechtsvragen: vragen naar hetgeen rechtens geldt. Maar in deze rechtsbronnen is geen antwoord te vinden op vragen over het recht. Als we ons afvragen wat de reikwijdte van de overheid moet zijn, welke zaken door het recht geregeld moeten worden, en hoe we met onrechtvaardig recht moeten omgaan, dan kunnen we niet te rade gaan bij het recht zelf, maar moeten we een stapje buiten het recht doen. Kortom, in dit boek wordt het recht niet zozeer gezien als een reservoir aan antwoorden, maar wordt het juist benaderd als een raadsel dat tot veel vragen en discussies aanleiding geeft. Als we ons met die vragen en discussies gaan bezighouden, bevinden we ons op het terrein van de rechtsfilosofie, de poging om enigszins geordend en systematisch na te denken over aard, functie, reikwijdte en legitimiteit van het recht. Een poging, omdat filosofie niet bestaat uit een verzameling weetjes en feiten, maar uit een verzameling beargumenteerde visies en opvattingen. De auteur van een filosofisch boek of artikel zegt niet wat belangrijk is, maar wat hij of zij als belangrijk ziet. Daarbij wordt in het oog gehouden welk soort argumenten men hanteert. In menig televisiedebat of opiniërend artikel zien we vaak dat een bepaalde oplossing (cameratoezicht, strenger straffen) wordt bepleit omdat deze ‘nu eenmaal’ doelmatiger of effectiever is. In zo’n geval zal de filosoof doorvragen. Hij zal zich afvragen of een doelmatigheidsargument wel zaligmakend is. Zijn er niet ook nog andere soorten argumenten aan te voeren, bijvoorbeeld argumenten die betrekking hebben op de rechtvaardigheid of de sociale acceptatie?
34
En zo ja, hoe wegen we die tegen elkaar af? En verder: als we de doelmatigheid al hoger waarderen dan andere criteria, op grond van welke redenen en veronderstellingen doen we dat dan?
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit het studieboek van Pauline Westerman, Recht als Raadsel, een inleiding in de rechtsfilosofie, Uitgeverij Paris 2012; teksten en beelden op de cursussite, waarin een leidraad tot de cursus, filmpjes met extra uitleg door de auteur, en twee proeftentamens zijn opgenomen.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met open vragen. www.ou.nl/studieaanbod/R28231
Rechtsgeleerdheid
Inleiding staatsrecht
Cursuscode: R05161
Inhoud Politiek in Nederland: kranten openen ermee, het journaal is ervan doordrenkt, de actualiteitenrubrieken zijn ermee gevuld. De politiek is dan ook vaak het gesprek van de dag: op school en kantoor, op de werkvloer en in de huiskamer. Praktisch iedereen heeft er immers wel een mening over. Veel minder bekend is dat de politiek zich grotendeels afspeelt binnen de lijnen die het staatsrecht getrokken heeft. Het staatsrecht houdt zich niet alleen bezig met verkiezingen en vergaderingen van de Tweede Kamer, maar bestrijkt een veel breder gebied. De hele organisatie van de staat is erin geregeld. Dat staatsrecht vindt u overigens niet alleen in wetten en voorschriften. Een groot deel ervan staat niet eens zwart op wit. Het aftreden van een minister na een motie van wantrouwen is bijvoorbeeld in geen enkele wet te vinden. Toch behoort hij dat volgens ons staatsrecht wel degelijk te doen. Deze cursus behandelt de elementaire beginselen van het Nederlandse staatsrecht en schetst het systeem in hoofdlijnen. Als je je later verder wilt verdiepen in één of meer onderdelen, dan is deze cursus daarvoor een uitstekende basis.
Niet alle politiek wordt in Den Haag ‘gemaakt’. De provincies en gemeenten zorgen zelf ook voor bestuur en wetgeving. Dit systeem van decentralisatie vormt een wezenlijk onderdeel van het Nederlandse staatsrecht. Daarom verdient dit onderdeel een prominente plaats binnen deze cursus. Per slot van rekening is de lokale democratie voor veel mensen minstens zo belangrijk als het reilen en zeilen binnen het Haagse circuit.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit het tekstboek Beginselen van de democratische rechtsstaat van M.C.Burkens e.a. en een werkboek.
Tentamenvorm Regulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen. (jan 2015 - aug 2015 - nov 2015 - jan 2016) www.ou.nl/studieaanbod/R05161
De cursus Inleiding staatsrecht laat je kennismaken met de hoofdlijnen van het Nederlandse staatsrecht. Door zijn inhoud en opzet is de cursus geschikt voor iedereen die meer inzicht wenst te verkrijgen in de werking van het Nederlandse staatsrecht. De cursus brengt de beginselen van het Nederlandse staatsrecht in kaart. Je krijgt de begrippen rechtsstaat, democratie en decentralisatie onder de knie. Daarbij komt onder meer het legaliteitsbeginsel aan bod. Je raakt vertrouwd met ons kiesstelsel en de spreiding van de overheidsmacht in ons land. Niet alleen de werking van de grondrechten in de Nederlandse rechtsstaat, maar ook het internationale recht wordt behandeld. Hierbij krijgt ook de verhouding met de Europese Unie aandacht. Sinds 1994 is er de Algemene wet bestuursrecht. Die heeft onder meer gevolgen voor de manier waarop je bij de rechter kunt protesteren tegen overheidsoptreden. Ook daarop wordt in deze cursus ingegaan.
35
Rechtsgeleerdheid
Recht en samenleving
Cursuscode: R25131
Inhoud Het recht lijkt in onze samenleving een steeds groter rol te spelen. Vanaf de Tweede Wereldoorlog is het aantal rechters meer dan verviervoudigd en het aantal advocaten ruim vijf keer zo groot geworden. Mensen zijn in toenemende mate geneigd zich op een recht te beroepen. Dat hangt ten dele samen met het feit dat er steeds meer wetten zijn waarop zij zich kunnen beroepen, maar zij zijn ook mondiger geworden en vinden gemakkelijker hun weg naar de rechter doordat rechtshulp toegankelijker is geworden. Het heeft ook te maken met veranderde maatschappelijke omstandigheden, waardoor indien mensen iets gedaan willen krijgen, inschakeling van het recht eerder noodzakelijk is. Dat het recht aan sociale betekenis wint, blijkt tevens uit het feit dat de laatste jaren veel televisieseries het juridisch bedrijf als thema hebben, denk aan Pleidooi, De rijdende rechter en Law and order. Dat lijkt er niet alleen op te wijzen dat het leven van de juridische elite tot de verbeelding spreekt, maar ook op het besef dat er in de rechtszaal belangrijke maatschappelijke problemen aan de orde zijn. Misschien is men, nu religieuze denkbeelden en traditionele waarden steeds minder uitgangspunt van morele oriëntatie lijken te zijn, meer geneigd het recht te beschouwen als een primaire uitdrukking van goed en kwaad. Toch wijzen een aantal tendensen op de grenzen van deze ‘juridisering’. Ten eerste bestaat er sinds de jaren tachtig een groeiende twijfel over de mogelijkheden die de wetgever heeft om maatschappelijke ontwikkelingen met behulp van het recht naar de hand te zetten. Deze scepsis over de sturingsmogelijkheden van het recht komt tot uitdrukking in nieuwe politieke ‘deugden’ als deregulering, privatisering en terugtreding van de wetgever. Ten tweede bestaat er de laatste jaren een grote belangstelling voor alternatieve vormen van geschilbeslechting. In belangrijke mate is dit een reactie op de traagheid en het gebrek aan flexibiliteit van juridische procedures.
36
Ten derde blijkt het besef van de beperkte zegeningen van het recht uit de vaak aangehaalde Amerikaanse toestanden als een onwenselijk voorbeeld; toestanden waarbij bijvoorbeeld het handelen van artsen en andere specialisten volledig beheerst zou worden door de zorg om de risico’s van aansprakelijkheid te vermijden. In deze cursus het rechtssociologisch perspectief centraal. In dit perspectief wordt de verhouding tussen recht en samenleving vanuit een ander gezichtspunt aan de orde gesteld dan in het juridische denken gewoon is. Een en ander wordt gepresenteerd aan de hand van specifieke thema’s. Zo kunnen hedendaagse ontwikkelingen binnen het recht beter gewaardeerd worden door deze in verband te brengen met de opkomst en de recentelijk aangevangen hervormingen van de verzorgingsstaat. Wetgeving gericht op de positie van vreemdelingen in de samenleving kan men beter situeren wanneer men enig inzicht heeft op de omvang en het hoe en waarom van immigratiestromen, en enig begrip heeft van processen van uitsluiting (restrictieve toelating, discriminatie) en insluiting (de behoefte om immigranten als gelijkwaardigen te behandelen). En wijzigingen in de beroepspraktijk en beroepshouding van rechtshulpverleners kan men beter doorgronden wanneer men enige weet heeft van de veranderde wijze waarop hun beroepsuitoefening georganiseerd is.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een tekstboek en een werkboek.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met open vragen. www.ou.nl/studieaanbod/R25131
Vragen over het studieoriëntatie-programma van het Pre University College van de Open Universiteit? Mail dan naar een contactpersoon: Regio Groningen E
[email protected] Regio Drenthe E
[email protected] Regio Friesland E
[email protected]
PUC Projectleider Caroline Visser E
[email protected] T 050 - 313 83 00
Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Juli 2014
De vakgebieden van de Open Universiteit
cultuurwetenschappen
managementwetenschappen
natuurwetenschappen
psychologie
rechtsgeleerdheid
6514293_juli 2014
informatica
Open Universiteit bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen postadres: Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, T 045-576 28 88 www.ou.nl