Pre University College Studieoriëntatie voor VWO-studenten
Studiegids 2012-2013
Vragen over het studie oriëntatie programma van het Pre University College (PUC)? Mail dan naar een contactpersoon:
[email protected] voor de regio Groningen.
[email protected] voor de regio Drenthe en Friesland.
[email protected] voor de regio Overijssel. PUC Projectleider:
[email protected] T: 050-3138300.
Open Universiteit
www.ou.nl
Deze gids is een uitgave van de afdeling Studiecentra. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. 5712414
Augustus 2012.
S T U D I E G I D S VWO-studenten
2 0 1 2 - 2 0 1 3
Inhoud
Klaar voor de toekomst?
01
Voorwoord
02
Studeren bij de Open Universiteit Studeren via internet Voorbereidingscursussen en voortentamens Hoogbegaafde jonge studenten
Als vwo’er in de bovenbouw word je voorbereid op wetenschappelijk onderwijs. Straks, na je eindexamen, ga je beginnen met een studie aan een universiteit of hogeschool. Misschien weet je al vrij precies welke richting je uit wil. Maar misschien twijfel je nog en heb je nog geen idee welke studie eigenlijk bij je past. Het valt ook niet mee om een studiekeuze te moeten maken als je nog weinig kennis hebt van de werkelijke inhoud van een studierichting.
03
Pre University College (PUC) Profielen en cursussen
04
Studietempo Kosten en inschrijving Begeleiding Tentamen
06
Cursussen
Maar naast het kiezen van een studierichting is het minstens zo belangrijk om inzicht te hebben wat studeren nu precies inhoudt. Hoe hoog is het niveau en het studietempo? Hoe moet je zelfstandig de nieuwe kennis verwerken? Er komen straks veel nieuwe dingen op je af en het kan prettig zijn hier al voorbereid aan te kunnen beginnen. Om goed voorbereid aan je nieuwe toekomst te beginnen is het bij de Open Universiteit mogelijk al vóór je eindexamen een klein stukje aan een universiteit te studeren. Zo kun je kennismaken met het academische niveau en proeven van de vakinhoud. Maar je leert vooral zelfstandig te studeren en je studietijd in te plannen. Het is overigens niet niks: als zestien- of zeventienjarige aan universitair onderwijs beginnen is een hele uitdaging. Je zult discipline moeten hebben en hard moeten werken. Maar daar tegenover staat dat je goed kunt oefenen in de vaardigheden die nodig zijn om succesvol te zijn in het hoger onderwijs. Wat is nu precies de bedoeling? Bij de Open Universiteit zijn de wetenschappelijke opleidingen verdeeld over een vastgesteld aantal cursussen. Als vwo-student heb je gelegenheid om één cursus uit het bachelorprogramma te bestuderen. Je krijgt exact dezelfde stof en tentamens als de reguliere studenten. Het echte werk dus. De cursussen waaruit je kunt kiezen staan verderop genoemd. Ze zijn speciaal uitgezocht omdat ze aansluiten aan de profielen die gelden voor het vwo. Studeren aan de Open Universiteit doe je waar en wanneer je wilt, je hoeft niet naar colleges maar je studeert met internet voor het contact met docenten en medestudenten. Zelfstudie-cursussen vergen wel een doorzettingsvermogen. Je moet zelf zorgen voor de stok achter de deur. Maar als je eenmaal deze ervaring hebt opgedaan kun je vol vertrouwen op naar je (studie) toekomst! Ik wens je veel studiesucces!
Prof. Mr. Anja Oskamp rector magnificus Open Universiteit
1
Studeren bij de Open Universiteit De Open Universiteit is de enige (afstands)universiteit in Nederland waarbij iedereen in eigen tempo kan studeren. Dit betekent een grote vrijheid voor een student om toch andere verplichtingen, zoals school/ studie, sport of werk te kunnen blijven doen.
De Open Universiteit biedt studenten vanaf 18 jaar wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen aan op academisch niveau in een aantal vakgebieden. Deze opleidingen zijn verdeeld over afzonderlijke cursussen. Elke cursus wordt apart bestudeerd en getentamineerd. Een cursus van één module heeft een studieomvang van ongeveer 100/120 studie-uren en vertegenwoordigt normaliter 4,3 studiepunten. Alle Europese universiteiten hanteren hetzelfde waarderingssysteem en dat maakt het uitwisselen met een andere universiteit gemakkelijker. De Open Universiteit geeft vwo-studenten alvast de mogelijkheid ook een cursus te bestuderen als oriëntatie op de toekomstige studie.
Studeren via internet Studeren bij de Open Universiteit doe je niet in de les maar thuis of samen met studiegenoten. Het cursusmateriaal is speciaal ontwikkeld voor zelfstudie. Het is alsof in de teksten de docent aan het woord is. Het lijkt misschien saai en eenzaam, toch studeer je niet helemaal alleen. Je komt niet in een collegezaal maar de Open Universiteit heeft in het hele land studiecentra waar bij sommige cursussen begeleidingsbijeenkomsten worden georganiseerd. Op deze bijeenkomsten ontmoet je andere studenten die dezelfde cursus bestuderen. Maar het meest wordt er gebruik gemaakt van internet. Als student krijg je toegang tot Studienet. Studienet is een besloten elektronische leeromgeving en daar staat alle informatie die je nodig hebt bij je studie. Je kunt er zelf documenten plaatsen en delen met anderen. Zo maak je kennis met je medestudenten en kun je ervaringen uitwisselen.
Verkeerd profiel gekozen? Het is natuurlijk mogelijk dat je een profiel hebt gekozen maar nu toch constateert dat je een bepaald vak niet in je pakket hebt zitten of onvoldoende beheerst terwijl je het eigenlijk wel nodig hebt bij je vervolgstudie. Voor de vakken Biologie, Natuurkunde, Scheikunde en Wiskunde is het mogelijk bij de Open Universiteit tentamen af te leggen om alsnog je kennis te kunnen aantonen of bij te spijkeren. Je kunt zowel de voorbereidingscursus volgen en daarna tentamen doen, maar je kunt ook alleen de cursus volgen of alleen tentamen doen. www.ou.nl/voorbereidingscursussen en www.voortentamen.nl
Hoogbegaafde jonge studenten Pre University College (PUC) is er speciaal voor leerlingen in het voortgezet onderwijs waarvan de leerkrachten aangeven dat een pré-universitaire studie een aanvulling is in de persoonlijke ontwikkeling. Het komt regelmatig voor dat er leerlingen zijn die ver vooruit lopen vanwege hun hoogbegaafdheid. Voor deze leerlingen is het mogelijk individueel te bekijken welke cursus het beste aansluit aan de leerbehoefte. Dit hoeft niet perse een cursus uit het Pre University College programma te zijn. Voorop staat dat er met plezier wordt gestudeerd en het een uitdaging blijft om de eigen competenties goed te benutten. Neem voor meer informatie hierover contact op met de regio contactpersoon: regio Groningen;
[email protected], Regio Friesland en Drenthe: Karin.
[email protected]. Regio Overijssel:
[email protected].
2
Pre University College In onderstaand overzicht staat een selectie van cursussen van de diverse faculteiten. In overleg met de faculteiten zijn deze cursussen uitgekozen omdat zij het beste aansluiten aan de vwo-profielen, ze horen in het begin van de bacheloropleiding en zijn qua onderwerp meer aansprekend voor jonge studenten.
Profielen en cursussen vwo-profielen
OU-cursussen
Blz
Cultuur en Maatschappij
B29121 Politicologie*
16
C08321 Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
9
C10311 Expressionisme
7
C19111 Kijken naar Amerika*
8
C27231 Bewegend beeld
R12221 Rechtsgeschiedenis 1
24
R28231 Rechtsfilosofie
23
S09241 Sociale psychologie*
22
S11131 Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie*
19
Natuur en Gezondheid
N32221 Gedragsbiologie
18
S25211 Inleiding in de neuropsychologie en psychofarmacologie**
21
S60331 Inleiding in de gezondheidspsychologie*
20
Natuur en Techniek
N32221 Gedragsbiologie
18
T28141 Inleiding informatica
10
T36131 Communicatietechnologie
11
Economie en Maatschappij
B05111 Marketing
14
B13121 Organisatie en management
15
“Zelfstandig studeren
B26121 Productiemanagement*
17
B29121 Politicologie*
16
is wel wennen,
B38111 Administratieve processen en accounting
12
maar nu ik heb leren
E01131 Inleiding in de Nederlandse economie
13
S11131 Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie*
19
plannen, lukt het
6
aardig.”
* Engelstalige boeken zijn onderdeel van de cursus ** Pittige cursus
3
Studietempo In onderstaand tijdspad staat de studieplanning aangegeven. In de 14 maanden durende inschrijving zijn er een aantal momenten waarop tentamen kan worden gedaan. Dit wordt door de studiecoach ruim van te voren bekendgemaakt. Je kunt zelf bepalen wanneer voor jou het beste moment is. De tentamens worden zo veel mogelijk gezamenlijk met medestudenten Pre University College (PUC) afgenomen in het studie centrum van de Open Universiteit
Kosten en Inschrijving Een cursus bij de Open Universiteit kost € 284,- per module. Dit is inclusief studiemateriaal, begeleiding bij de cursus en 3 tentamenkansen. Je mag 14 maanden over de cursus doen. Als je graag een cursus wilt bestuderen, dan kun je je inschrijven door het formulier in te vullen en te ondertekenen. Daarnaast hebben wij een kopie van je geldig identiteitsbewijs (voor én achterzijde) nodig om je inschrijving geldig te maken. Beiden kun je afgeven op school. De school zorgt dat de inschrijving wordt verzonden. Betaling van het cursusgeld zal via de school verlopen.
Begeleiding De cursussen zijn ontwikkeld om zelfstandig te bestuderen met behulp van Studienet. Zodra je een studentnummer hebt ontvangen kun je inloggen in Studienet. Bij aanvang van je cursus word je door ons even op weg geholpen hoe je moet werken met deze elektronische leeromgeving. Maak ook alvast een studieplanning zodat je enig houvast hebt. Daarnaast wordt je tijdens het hele studieproces geregeld gevraagd naar je studievorderingen. Onduidelijkheden of knelpunten kunnen daardoor worden herkend en opgelost. Vakinhoudelijke vragen kun je het beste stellen aan de docent van de cursus. Deze kun je via Studienet vinden. Afhankelijk van de gekozen cursus zijn ook andere bijeenkomsten mogelijk die specifiek bij de cursus horen. Alle andere vragen kun je stellen aan de studiecoach die je krijgt toegewezen. Natuurlijk is het verstandig om ook op school raad en daad te vragen als je dat nodig hebt.
Wat kun je zelf doen? Onze ervaring is dat onderling contact tussen studenten de beste studiestimulans is. Je medestudenten, al dan niet van je eigen school, komen waarschijnlijk dezelfde obstakels tegen als jij. Wij adviseren je contact op te nemen met andere studenten en regelmatig je studievorderingen onderling te bekijken en elkaar te toetsen. Dit maakt het studeren veel leuker en je leert nieuwe mensen kennen.
“Sommige boeken zijn in het Engels. Maar met het aanleggen van een woordenlijst kom ik heel ver. Het kost in het begin wel wat meer tijd maar op den duur gaat het prima. Trouwens straks bij een vervolgopleiding kom ik het sowieso tegen. Weet ik dan tenminste hoe het is.”
4
Hoe helpen wij je? Omdat wij een ruime ervaring hebben met studieproblemen bij studenten, en dat vinden wij net zo vervelend als onze studenten, hebben wij voor iedereen die studeert de digitale studiecoach ontwikkeld. Deze studiecoach staat online en geeft je sturing tijdens je studie. Zelfs vóór je gaat beginnen met studeren in het heel nuttig om te weten hoe je de studie gaat aanpakken. Weet je bijvoorbeeld al hoe je ook effectief kunt studeren? Of hoe je sneller leert lezen? Of hoe het maken van een mindmap je kan helpen je studiestof te structureren? Kijk alvast even rond op de website. Uiteraard is dit ook heel erg handig voor je eindexamen! www.ou.nl/studiecoach
Tentamen De meeste cursussen worden getentamineerd door middel van een computergebaseerd tentamen (CBI). Dit tentamen bestaat meestal uit meerkeuzevragen en wordt afgenomen op een computer in het studiecentrum. Voor elke student wordt er een bepaald aantal tentamenvragen geselecteerd uit een database. Elke student krijgt een andere selectie. Als je klaar bent met je tentamen kun je wachten op de voorlopige uitslag. Sommige cursussen worden getentamineerd met een opdracht. Over het inleveren van de opdracht maak je afspraken met de examinator van je cursus.
“Welke idioot gaat nu nog eens extra 100 tot 120 uur thuis aan een studie werken? Ik dus. Het is gewoon hartstikke
Haal ik dat tentamen wel? Als voorbereiding op je tentamen kun je als eerste de oefententamens maken die in het cursusmateriaal zijn opgenomen of op Studienet staan. Hierdoor heb je zelf al een idee of je kennis genoeg hebt voor het tentamen. Je krijgt tijdens je studie ook de gelegenheid om een tentamentraining te volgen. Tijdens deze training krijg je tips over de beste voorbereiding en leer je dat het lezen van de vragen uitermate belangrijk is. Zo kom je de valkuilen tijdens de training tegen en ben je tijdens het tentamen hierop voorbereid. Als je dan op tentamen gaat, laat je dan niet uit het veld slaan als het niet meteen goed gaat. Het is natuurlijk een teleurstelling als je met onvoldoende resultaat het gebouw verlaat. Vergeet niet dat je erg vroeg aan een universiteit studeert en nog niet eens eindexamen hebt gedaan. Ook van een te laag resultaat leer je ontzettend veel. Je weet precies waar het mis ging en dan kun je daar al je aandacht aan besteden voor de volgende tentamenkans. Want je hebt drie keer de mogelijkheid een tentamen af te leggen.
leuk. Ik beleef er veel plezier aan en de inhoud interesseert me ook echt. Natuurlijk, het is niet altijd even leuk, maar geldt dat niet voor alles? Ik ben ook benieuwd naar het tentamen. Hoe zou dat gaan? Als ik het tentamen gehaald heb weet ik tenminste zeker dat ik gerust aan een
Geslaagd! Ben je geslaagd voor je tentamen dan mag je met recht trots zijn op jezelf. Aan het einde van de 14 maanden ontvang je dan een verklaring, ondertekend door het College van bestuur van de Open universiteit. Op de verklaring staat de titel van de cursus en de zwaarte van de studielast vermeld. Bij de aanmelding voor een vervolgstudie kun je met deze verklaring aantonen dat je serieus aan de slag bent gegaan met je studieoriëntatie. Je hebt nota bene aantoonbare studie-ervaring op academisch niveau!
universiteit kan gaan studeren. Ik heb het nota bene al gedaan.”
5
Cursusbeschrijvingen
Faculteit Cultuurwetenschappen
Bewegend beeld
Cursuscode: C27231 Niveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand in onze samenleving ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de wetenschap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. De cursus Bewegend beeld wil je leren bewegende beelden, met al hun eigenaardigheden, te analyseren, beoordelen en hanteren. Je kunt met behulp van deze module een degelijke basis leggen, die uit twee componenten bestaat. Ten eerste een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld, zijn geschiedenis en zijn bestudering. Ten tweede een wat diepergaand besef van het bewegend beeld als enerzijds het product van een specifieke historische context, en als anderzijds een historische bron, in de dubbele zin van iets dat geschiedenis maakt en dat de geschiedenis voor de bestudeerder daarvan inzichtelijk maakt. Het voorgaande klinkt je mogelijk erg abstract in de oren. De cursus wil je echter bovenal laten kijken naar beelden, zeker niet alleen geschiedschrijving en theorie over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt dan ook gevormd door vier taken, met de volgende inhoud: - taak 1 is inleidend en dient ter algemene oriëntatie; - taak 2 is zowel gewijd aan de heuristiek, ofwel de kunst van het zoeken en vinden, als aan de -narratieve aspecten, het verhaal van het door u gekozen filmmateriaal; - taak 3 is gewijd aan de context, de cultuurhistorische interpretatie van bewegende beelden; en - taak 4 is de synthese, waarin de invalshoeken van de taken 2 en 3 worden samengenomen.
6
Bij de taken 2 tot en met 4 werk je aan de analyse van concrete beelden, beelden die je zelf uitkiest! De taken willen, zo mogelijk, functioneel zijn in je persoonlijke situatie: je maakt zelf bepaalde keuzen, je zet in hoge mate je eigen traject uit, in aansluiting op je belangstelling, je actualiteit, en je studieomgeving. Na afloop zul je met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee je overal geconfronteerd wordt.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een website met opdrachten en ondersteunend materiaal, en een boek, te weten Chris Vos, Bewegend verleden. Inleiding in de analyse van films en televisieprogramma’s. Amsterdam (Boom), 2004.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/C27231.htm
Faculteit Cultuurwetenschappen
Expressionisme
Cursuscode: C10311 Niveau: 3 Studielast: 1 module
Inhoud Deze cursus is toegespitst op een van de stilistische pijlers van de moderne kunst van de 20e eeuw: het expressionisme. In het algemeen verstaat men onder ‘expressionisme’ een specifieke Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de vorige eeuw. In deze cursus echter krijgt dit begrip een ruimere betekenis. De cursus presenteert het expressionisme als een stroming in de Duitse kunst in de periode 1908-1924 én als een stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen van kunstenaars hebben bediend: fauvisten, expressionisten, Cobra-kunstenaars, abstract-expressionisten en de neo-expressionisten. Kenmerkend voor het expressionisme is de cultivering van emotionaliteit. In de beeldende kunst ligt het accent op de weergave van de innerlijke visie van de kunstenaar op zijn omgeving: het stadsleven, de natuur, vrienden en verwanten. Enkele belangrijke conventionele regels van de kunst werden afgewezen ten gunste van technieken en vormen die als ‘primitief’ werden beschouwd. In de westerse kunstgeschiedenis zagen de expressionisten verwante geesten in de kunstenaars van de gotiek, in schilders als El Greco en Matthias Grünewald, in meer recente schilders als Vincent van Gogh, Paul Gauguin en De Nabis en in tijdgenoten als de Franse ‘fauves’ (wilden). Daarnaast waren kunstuitingen van primitieve volken, geesteszieken en kinderen, maar ook bepaalde elementen van de westerse volkskunst een voorbeeld voor de expressionisten bij hun streven naar een directe representatie van hun zielenroerselen op het beeldvlak. Tekstboek 1 behandelt de argumenten die theoretici, zoals Max Raphael, Wilhelm Worringer en Paul Fechter, en kunstenaars als Kirchner en Kandinsky aanvoeren om het expressionisme te definiëren en te legitimeren tegenover de tegenstanders uit de traditionele hoek. Bovendien wordt onderzocht wat het expressionisme als stroming in de beeldende kunst gemeen heeft met het expressionisme
in de bouwkunst, de filmkunst, de literatuur, de muziek en de dans. De vraag naar de ontstaansachtergrond en de juistheid van de terminologie loopt als een rode draad door dit deel. In het tweede deel van de cursus zal blijken dat de onderscheiden kenmerken niet exclusief zijn voor het expressionisme, maar dat zij vaker aanwijsbaar zijn in de kunst van de twintigste eeuw. Tekstboek 2 beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de twintigste eeuw waarop het ‘expressieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Wat zochten de (expressionistische) kunstenaars in de uitingen die niet tot de traditionele kunst behoren, zoals ‘kunst’-werken van ‘primitieve’ volken en van geesteszieken, kindertekeningen en vormen van westerse volkskunst? De momenten waarop het expressieve en het primitieve elkaar raken, vinden we in het werk van de fauvisten en expressionisten, in het werk van de leden van Cobra, in het abstract expressionisme (een stijl die zich in de Verenigde Staten ontwikkelde) en in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in het werk van de neo-expressionisten.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit twee tekstboeken: - Ron Manheim, Evocatie door deformatie. Expressionisme in Duitsland 1908-1924 (redactie: Adi Martis en Mieke Rijnders). - Expressionisme en primitivisme in de beeldende kunst van de 20e eeuw (redactie: Adi Martis en Mieke Rijnders). Verder is er een werkboek en een videoband.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/C10311.htm
7
Faculteit Cultuurwetenschappen Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland
Cursuscode: C19111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om je heen! Je eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola, leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden en leest Peanuts met Charley Brown. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen in de supermarkt met creditcard. We doen aan fitness of basketbal, en gaan uit naar de danceparty’s. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Dr. Phil, films met Orlando Bloom en Brad Pitt, internet, Youtube, Michael Jackson, Madonna of Lady Gaga en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen. Kijken naar Amerika is een oude hobby in Europa. Europeanen hebben van oudsher hun idealen en hun spookbeelden geprojecteerd in dat ‘lege’ gebied waar alles nieuw was en waar naar hartenlust geëxperimenteerd kon worden. Wat Amerika ook opriep, enthousiasme of afkeer, Europeanen hebben altijd een mening over Amerika gehad. In de twintigste eeuw heeft de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht en heeft het kijken naar Amerika een andere urgentie gekregen, omdat Amerika steeds directer in ons dagelijks leven aanwezig is. Door de cursus zul je meer begrijpen van wat Amerika eigenlijk is en wat Amerika bezighoudt. Ook krijg je meer zicht op hoe wij in Nederland omgaan met onze dagelijkse portie Amerika. Wat is eigenlijk een ‘Amerikaan’, of ‘Amerika’? Is er zoiets als een ‘Amerikaanse cultuur’ en zo ja, hoe ziet die er dan uit? Wat houdt al die Amerikanen met hun heterogene achtergrond bij elkaar, welke bedreigingen zijn er voor de eenheid? Deze vragen vormen het hoofdthema van de cursus. In diverse vormen keren steeds de twee tegenpolen homogeniteit en fragmentatie terug. In het eerste blok van de cursus vormen de politieke structuur (de ontwikkeling van het stelsel en de discussie rond het minder-
8
hedenbeleid) en de economische structuur (kapitalisme, massaproductie en massaconsumptie) van de VS het uitgangspunt voor het verhaal. In het tweede blok passeert de Amerikaanse cultuur de revue, verdeeld in een aantal thema’s zoals: Amerikanisering van immigranten, de rol van religie, literatuur van diverse etnische achtergrond, de amusementsindustrie, muziek, ideologische opvattingen en de Amerikaanse sportwereld, architectuur en beeldende kunst. Al deze onderwerpen komen aan bod in het brede panorama van hedendaagse Amerikaanse cultuur. In het derde blok staat het verschijnsel Amerikanisering centraal. Om te begrijpen waarom Nederland openstaat voor ‘Amerikaanse’ cultuurproducten gaan we in op de politiek-economische banden tussen Nederland en de VS en Nederlandse Amerika-beelden. Tevens krijg je een overzicht van de kanalen waarlangs zich de ‘Amerikaanse’ cultuur in Nederland heeft verspreid. Ten slotte gaat de cursus meer systematisch in op het verschijnsel ‘Amerikanisering’.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit vier delen schriftelijk materiaal en een elektronisch werkboek.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/C19111.htm
Faculteit Cultuurwetenschappen
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
Cursuscode C08321 Cursusniveau 3 Studielast 1 module
Inhoud De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. Daarbij ga je eerst heel praktisch te werk. In het prachtig uitgevoerde Kaartendeel zijn historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw opgenomen, die je dankzij de opgaven in het Systematisch deel, leert lezen en op geografische kenmerken leert duiden. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren je naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in teksten over de ontwikkeling van de stad in de Nederlanden tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten. Bovendien heb je het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking, op grond waarvan weer andere, nu interactieve opgaven uitgewerkt kunnen worden tot en met het samenstellen van ‘tentoonstellingen’ over stedenbouwkundige onderwerpen aan toe. De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de stedenbouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt nadrukkelijk verkend. Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.
Tentamenvorm Computergebaseerd groepstentamen met meerkeuzevragen (CBG). Deze cursus zal waarschijnlijk in de loop van het academisch jaar getentamineerd worden via een computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/C08321.htm 9
Faculteit Informatica Inleiding informatica
Cursuscode: T28141 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud De cursus bespreekt op inleidende wijze een aantal uiteenlopende onderwerpen uit het vakgebied informatica. Enkele daarvan zijn al bijna klassiek, zoals relationele databases, logica, binair rekenen en besturingssystemen. Maar ook is er veel aandacht voor recente ontwikkelingen, zoals model-driven development van databases, objectgeoriënteerde analyse en ontwerp met UML als ‘diagramtaal’, Java als programmeertaal en het ontwerpen van gebruikersvriendelijke websites. Verder zijn er inleidingen in neurale netwerken en genetische algoritmen, die beide gebaseerd zijn op modellen uit de biologie. Uiteraard komt het internet uitgebreid aan de orde, met speciale aandacht voor de beveiliging ervan.
De cursus geeft een goed beeld van het vakgebied informatica en is daarom geschikt voor zowel diegenen die meer willen weten van het vakgebied of hun kennis willen actualiseren, als voor diegenen die overwegen de bacheloropleiding Informatica te volgen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit drie cursusboeken. De software die nodig is om de practica bij Relationele databases, Modeldriven development en Programmeren in JavaLogo te kunnen uitvoeren, kun je downloaden van de cursussite op Studienet.
Tentamenvorm De behandelde onderwerpen worden met enige diepgang aangeboden. Op die manier ‘proef’ je op een realistische manier iets van het vakgebied. Zo leer je zelf een eenvoudige database te ontwerpen, vragen te stellen aan een gegeven database en een eenvoudige webpagina te schrijven in HTML. Je schrijft zelf programma’s in Java. Daarbij is een opzet gekozen die beginners in staat stelt direct relatief interessante toepassingen te schrijven. Dit wordt mogelijk gemaakt door gebruik te maken van een voor dit doel ontwikkelde programmeeromgeving: JavaLogo. De gekozen onderwerpen worden zoveel mogelijk gekoppeld aan problemen en toepassingen die iedereen herkent. Internet wordt bijvoorbeeld besproken aan de hand van de bekende toepassingen e-mail en het world wide web. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat gebeurt er precies als je een e-mail verstuurt, waar bevindt zich je mailbox en wat houdt het beheren daarvan in; waarom wordt een webpagina op je beeldscherm vaak in onderdelen opgebouwd. Zulke vragen dienen als motivatie om centrale concepten als protocollen en het client-server-model te bespreken.
10
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/T28141.htm
Faculteit Informatica Communicatietechnologie
Cursuscode: T36131 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud Fenomenen als digitaal winkelen, afstandsleren en virtuele organisaties zijn voorbeelden van toepassingen van informatie- en communicatietechnologie (ict). De populariteit van de term ict ten opzichte van de term it markeert een verschuiving van accenten in het werken met computers: er wordt een steeds groter beroep gedaan op de communicatietechnologische hulpmiddelen bij de interactie tussen personen en systemen en niet meer zozeer op het opslaan, verwerken en presenteren van informatie. Complementair aan het vakgebied informatietechnologie groeit en bloeit het technologiedomein voor moderne communicatie: het onderwerp van deze cursus. Je krijgt een overzicht van toepassingsgebieden van communicatietechnologie, een grondig inzicht in onderliggende principes en een raamwerk (ook wel architectuur genoemd) voor het analyseren en beoordelen van netwerkinfrastructuren en -toepassingen.
ontwikkelingen in de communicatietechnologie wil begrijpen en beoordelen: zowel gebruikers, (toekomstige) ontwikkelaars en beleidsontwikkelaars van informatie- en communicatietechnologie (ict).
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit vier cursusboeken en ondersteunend materiaal op Studienet.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/T36131.htm
De cursus is opgedeeld in vier blokken en start met een aantal concrete toepassingen en de wisselwerking tussen context en technologie. Zo kun je een beeld vormen van wat onder communicatietechnologie wordt verstaan. In de volgende twee blokken leer je de wezenlijke fundamenten van het vakgebied communicatietechnologie kennen en krijg je een raamwerk gepresenteerd waarmee je zelf actuele communicatietechnologieën en toepassingen kunt analyseren. Een aantal concepten wordt verduidelijkt aan de hand van animaties. In het vierde en laatste blok worden actuele communicatietechnologieën en toepassingen besproken. Aan bod komen openbare netwerken als ISDN, basisprincipes van mobiele netwerken als gsm, Bluetooth, WiFi, UMTS en hoge capaciteit local-areanetwerken. Alle concepten in de cursus worden uitgelegd aan de hand van actuele communicatietechnologieën en toepassingen als het internet, het world wide web, ADSL, en TCP/IP. De cursus is bedoeld voor iedereen die actuele
11
Faculteit Managementwetenschappen
Administratieve processen en accounting
Cursuscode: B38111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud
Tentamenvorm
De cursus geeft je inzicht in de betekenis en functie van de balans en de winst-en-verliesrekening voor de extern geïnteresseerden (financial accounting) en belicht enkele aspecten van de interne verslaggeving (management accounting). De uitleg begint bij de oprichting van een onderneming, volgt de groei van de onderneming en bespreekt de veranderende eisen aan de boekhouding; je kennis van boekhouden neemt toe met het groter worden van de onderneming. De cursus start met een introductie van de balans en de winst-en-verliesrekening en geeft het verband aan tussen deze twee begrippen. De verschillen en overeenkomsten met computerboekhouden worden toegelicht. In het tweede blok komen de posten op de debetzijde (‘links’) van de balans aan de orde, zoals vaste activa, debiteuren en voorraden. Er is aandacht voor de waarderingsproblematiek van onder meer voorraden en de consequenties van de waardering op de balans en winsten-verliesrekening. Vervolgens komt de creditzijde (‘rechts’) aan bod. Hier staan posten die onder meer afhankelijk zijn van de rechtsvorm van een onderneming, de wijze van financiering en de winst en winstbestemming van de onderneming. Het vierde en laatste blok behandelt de financieel-economische informatie ten behoeve van het beheersen en besturen van een organisatie. Met name wordt aandacht geschonken aan het beheersen van de kosten in een productieonderneming en de administratieve verwerking van deze informatie. Met betrekking tot de kosten worden onder meer kostensoorten en de bepaling van prijs-, efficiency- en bezettingsresultaten besproken.
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/B38111.htm
“Met leerlingen die ik niet kende hebben we een studiegroepje gevormd omdat we allemaal dezelfde cursus bestudeerden. We leven samen naar het tentamen toe
Cursusmateriaal
en we helpen elkaar. Straks gaan we zelfs
De cursus bestaat uit schriftelijk cursusmateriaal aangevuld met opgaven en extra uitleg op Studienet.
samen naar de Open dagen om ons te
12
oriënteren op een vervolgstudie.”
Faculteit Managementwetenschappen
Inleiding in de Nederlandse economie
Cursuscode: E01131 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud
Cursusmateriaal
De koning van Tonga, een eilandengroep in de Stille Zuidzee, bepaalt zelf de regels. De koning stelt zelf zijn rechters aan en leidt zelf de economie van zijn land in banen: elke jongeman krijgt voor zijn zestiende verjaardag van de koning een stuk land in bruikleen. Door verhandeling van (een deel van) de producten die op dit stuk land worden verbouwd is elk gezin naar verwachting minimaal voorzien van de eerste levensbehoeften. In andere economieën, zoals de Nederlandse, is geen sprake van een dergelijke sterk centralistische sturing. De vragen ‘wie, wat en hoe’ worden hier via de markt opgelost. De Nederlandse overheid stuurt slechts op afstand. Toch is het uitgangspunt voor beide vormen identiek: het gaat om het maken van keuzen omtrent de verdeling van geld, tijd en goederen. Op individueel niveau, op bedrijfsniveau, op nationaal en internationaal niveau.
De cursus bestaat uit vijf schriftelijke delen.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/E01131.htm
De economische wetenschap bestudeert de maatschappij vanuit de invalshoek dat elk goed, maar ook geld slechts één keer kan worden gebruikt, terwijl er meer mogelijkheden zijn om het geld of goed te gebruiken. De cursus legt uit hoe deze keuzes tot stand kunnen komen, maar ook welke gevolgen keuzes kunnen hebben. Een andere benadering van de economische wetenschap beschrijft haar als de wetenschap die zich bezighoudt met zaken als produceren, verhandelen en consumeren van goederen en diensten. De cursus geeft aan de hand van de feitelijke ontwikkeling van de Nederlandse economie sinds de Tweede Wereldoorlog een overzicht van die economische realiteit en de manier waarop economen tegen deze realiteit aankijken. Achtereenvolgens komen aan bod: - de Nederlandse economie: een beschrijving - consumentengedrag, producentengedrag en de markt - de overheid - de monetaire sector: geld en financiële instellingen - de wereldeconomie: handel, valuta en beleid. 13
Faculteit Managementwetenschappen
Marketing
Cursuscode B05111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud De cursus Marketing nodigt uit tot een kennismaking met het vakgebied marketing. Echter, niet op een traditionele manier, zoals: leer het boek, maak de oefeningen, leer 3.000 begrippen en vul de hokjes in tijdens een multiplechoice tentamen. In de cursus Marketing worden studenten direct en voortdurend aan het werk gezet met realistische praktijkcasussen die via de cursussite en grotendeels via een reader worden aangeboden. Voor het werken met de problemen en de uitdagingen in het vakgebied marketing zul je gebruik maken van enerzijds de theorie (begrippen, concepten, methoden en technieken) en anderzijds casussen die ontleend zijn aan de praktijk. Dit sluit goed aan op de manier waarop (marketing)managers gebruik maken van boeken en naslagwerken en de daarin aangetroffen theorie toepassen: eerst een totaalbeeld vormen van het probleemgebied en vervolgens de theorie vertalen naar en toepassen op een praktisch probleem. Het werken met casussen nodigt daarbij uit om je in te leven in de rol van de verantwoordelijke manager, aan de hand waarvan je actief het leerproces doorloopt. De kennis en vaardigheden die je op deze manier verwerft, blijven meer bij dan tijdelijke, eenzijdig ‘ingestampte’ feitenkennis. Kortom, de cursus is: - competentiegericht: beroepsgebonden vaardigheden staan centraal - casusgestuurd: via praktijkcasussen wordt de theorie op natuurlijke wijze opgezocht en ingebracht - digitaal: vooral via internet - te gebruiken als naslagwerk: tekstboek grondslagen van de Marketing van Bronis Verhage
14
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een interactieve website waar je kunt werken met casussen en opdrachten. Op Studienet wordt tevens een handleiding gegeven voor het gebruik van het cursusmateriaal. Als kennisdomein en naslagwerk wordt gebruik gemaakt van het tekstboek Grondslagen van de marketing van Bronis Verhage, Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten. De oefencasussen worden tevens schriftelijk aangeboden.
Tentamenvorm Opdracht in de vorm van een casus. www.ou.nl/studieaanbod.nl/B05111.htm
Faculteit Managementwetenschappen
Organisatie en management
Cursuscode: B13121 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud Waarom zien fast-food-restaurants er overal op de wereld hetzelfde uit? Waarom is de sociale dienst in Maastricht anders georganiseerd dan die in Alkmaar? Waarom werken de medewerkers van de ene autofabriek in kleine teams aan één auto en staan die in de andere fabriek aan de lopende band? De cursus Organisatie en management is een inleiding in de organisatiekunde en laat zien hoe de samenwerking binnen bedrijven, overheidsinstellingen en non-profit instellingen tot stand komt. De cursus biedt inzicht in organisaties, én in mogelijkheden deze te veranderen. De huidige theorie benadert organisaties vanuit het structuurdenken, het sociaal-psychologische denken, en in hun historische context. De cursus behandelt een aantal basisbegrippen ten aanzien van het verschijnsel ‘organisatie’ en de aard van de organisatiekunde als vak, taakverdeling en coördinatie, bevoegdheden, informatiestromen en procedures van besluitvorming, individu en organisatie, management en managers. Verschillen in prestaties tussen ondernemingen of instellingen zijn voor een groot deel te herleiden tot verschillen in organisatie. Een van de thema’s van de organisatiekunde die in de cursus worden behandeld, betreft de manier waarop het werk onder de diverse mensen verdeeld wordt, en vervolgens hoe hun bijdragen weer tot een zinvol geheel worden samengevoegd. Het gaat hier om zaken als taken, bevoegdheden, afstemming van werkzaamheden, informatiestromen en procedures van besluitvorming. Een tweede thema betreft het individu in de organisatie. Uiteindelijk bestaan organisaties uit mensen en de resultaten van de onderlinge samenwerking zijn afhankelijk van de inzet van individuen. De samenwerking van mensen in de organisatie vereist leiding en mensen die deze leiding kunnen geven. De toepassing van deze stof ligt op het gebied van algemeen management en het op managers gerichte personeelsmanagement. Op basis van deze drie
thema’s, aangevuld met een groot aantal basisbegrippen over het verschijnsel ‘organisatie’ en organisatiekunde als vak, ben je in staat door verschillende brillen naar organisaties te kijken.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een tekstboek in vier delen en een studeerwijzer.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/B13121.htm
15
Faculteit Managementwetenschappen
Politicologie
Cursuscode B29121 Cursusniveau: n.v.t. Studielast: 1 module
Inhoud
Tentamenvorm
De cursus is opgedeeld in zeven grote themagebieden. Het eerste deel bevat een algemene inleiding op het begrip ‘politiek’ en op het vakgebied. De diversiteit in het gebruik van het begrip in heden en verleden wordt hier toegelicht. Duidelijk zal worden dat er al heel lang en op vele verschillende manieren aan politiek wordt gedaan. En minstens zo lang wordt daar over nagedacht binnen en buiten de wetenschap van de politiek.
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI).
Dan volgen vijf delen waarin de centrale begrippen uit de politicologie uitgebreid aan bod komen: macht, democratie, politieke socialisatie en media, verandering en staat. Hierbij komen vragen aan de orde zoals: welke vormen van macht worden onderscheiden en hoe meet je macht, welke vormen van democratie kennen we, welke rol spelen de media in de politiek, hoe komt er verandering tot stand en wat verstaan we onder een staat. Tot slot geven we een overzicht van politieke stromingen en partijen in Nederland en Vlaanderen.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een elektronische handleiding, een bijbehorend elektronisch en schriftelijk kennisdomein, het tekstboek ‘Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen’ van Carl Devos (red.) en het boek ‘Power. A Radical View.’ van Steven Lukes. Aan de hand van de elektronische handleiding met vragen en opdrachten word je door de cursus en de tekstboeken geleid. Van jou wordt dus niet verwacht de tekstboeken van a tot z te lezen maar wel de belangrijkste thema’s door te nemen op basis van aanwijzingen in de elektronische handleiding.
16
www.ou.nl/studieaanbod/B29121.htm
Faculteit Managementwetenschappen
Productiemanagement
Cursuscode: B26121 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud Onder productiemanagement wordt verstaan het ontwerpen en besturen van systemen waarin goederen en/of diensten worden voortgebracht. De cursus biedt een brede oriëntatie op het vakgebied waarin een groot aantal taken en gangbare concepten, methoden en technieken van productiemanagement aan bod komen.
en het belang van informatie- en communicatietechnologie voor productiemanagement.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit één schriftelijk deel.
Tentamenvorm In het eerste blok van de cursus wordt het vakgebied productiemanagement geïntroduceerd. Je treft in dit blok een overzicht van beslissingen en activiteiten van productiemanagement. De activiteiten en beslissingen van productiemanagement zijn divers van aard en kunnen ingedeeld worden in twee groepen: beslissingen die te maken hebben met het ontwerpen van productiesystemen en beslissingen die te maken hebben met het besturen van productiesystemen. Na het bespreken van deze twee groepen activiteiten en beslissingen wordt ingegaan op voorraadbeheer. Voorraden spelen een belangrijke rol bij productiemanagement. Ze vormen een middel om een onbalans tussen vraag en capaciteit op te vangen. Productiesituaties kunnen sterk verschillen en voor elk type situatie zal een andere invulling van productiemanagement nodig zijn. In de cursus worden de volgende typen productiesituaties onderscheiden: stuk-/kleinserieproductie, projectproductie, serieproductie, procesproductie, massaproductie en dienstverlening. In blok twee van de cursus wordt voor elk van deze typen productiesituaties ingegaan op de accenten in de invulling van productiemanagement en wordt een aantal gangbare technieken en methoden voor productiemanagement behandeld. In het derde en laatste blok van de cursus wordt een aantal bijzondere taken van productiemanagement toegelicht. Onderwerpen in dit blok zijn de betrokkenheid van productiemanagement bij het ontwerp van arbeidsplaatsen, kwaliteitsmanagement, onderhoud, supply chain management
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/B26121.htm
17
Faculteit Natuurwetenschappen
Gedragsbiologie
Cursuscode: N32221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud Diergedrag speelt de hoofdrol in de cursus Gedragsbiologie, maar er ontbreken zeker geen voorbeelden van parallellen bij de mens. Binnen de milieuwetenschappen draagt de gedragsbiologie onder meer bij (1) aan het inzicht in de wijze waarop organismen (ook de mens) omgaan met korte en lange termijn belangen, (2) aan de ‘verduurzaming’ van de veehouderij, (3) aan het beheer van natuur door het vaststellen van de eisen die dieren aan hun leefomgeving stellen en (4) als uiterst gevoelig hulpmiddel bij het onderzoek naar de schadelijkheid van stoffen. Ook binnen de psychologie, de medische wetenschappen, de criminologie en zelfs de economie wordt steeds meer onderkend dat biologische factoren een belangrijke invloed kunnen hebben op menselijk handelen. De belangstelling voor de gedragsbiologie is daarom groeiende. Gedragsbiologie is extra interessant omdat het vrijwel alle aspecten van fundamenteel natuurwetenschappelijk onderzoek in zich heeft.
evolutie van gedrag, waarbij het accent ligt op het begrijpen van patronen door afstamming. De cursus biedt een gedegen theoretisch kader voor elk van deze vier benaderingswijzen én voor de onderwerpen sociaal gedrag, toepassingen en gedragsbiologie van mensen. Gedragsbiologie is echter niet alleen een manier van denken, vastgelegd in een verzameling van theorieën en inzichten, het is ook een manier van kijken naar ‘zich gedragende’ organismen. Die manier van kijken kan alleen worden geleerd door praktische oefening: observatie, registratie, analyse en toetsing van hypothesen. In het elektronische materiaal zijn daarom, behalve leerdoelen en opgaven, ook een viertal studietaken opgenomen die een praktische voorbereiding vormen voor het tentamen: aanpak, statistiek, observaties en eindopdracht. Deze taken bevatten veel extra illustratie en oefenmateriaal, zoals films, clips, geluiden, wetenschappelijke artikelen en computerprogramma’s voor waarneming en analyse.
Natuurwetenschappelijk onderzoek wordt meestal gestuurd door vragen naar de veroorzaking, of wel de causaliteit. Dergelijke vragen komen ook in de gedragsbiologie aan de orde en hebben dan betrekking op de processen vanaf waarneming tot en met de uitvoering van gedrag. Daarnaast stelt men vragen over de ontwikkeling van gedrag: de erfelijkheid en de invloed van ervaring, waaronder leren. Een derde groep vragen heeft betrekking op de functie van gedrag. Binnen de natuurwetenschappen worden dergelijke vragen alleen gesteld door biologen en gaan dan over de wisselwerking tussen natuurlijke selectie en de eigenschappen van individuen (waaronder gedrag). In de loop van generaties kunnen door veranderingen in de erfelijke samenstelling van een populatie eigenschappen van individuen steeds geschikter worden voor bepaalde functies. De vierde groep vragen, tenslotte, gaat over de
Cursusmateriaal
18
De cursus bestaat uit een tekstboek, een elektronisch cursusboek op cd-rom en de studentenversie van een professioneel observatieprogramma op een tweede cd-rom.
Tentamenvorm Opdracht. www.ou.nl/studieaanbod/N32221.htm
Faculteit Psychologie
Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie
Cursuscode: S11131 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module
Inhoud De arbeids- en organisatiepsychologie houdt zich bezig met het menselijk gedrag op het werk en in organisaties. Dit gedrag hoeft niet direct betrekking te hebben op waarneembare acties van mensen, maar het kan hierbij ook gaan om intenties, attitudes, emoties, gewoonten, motieven, enzovoorts. Veel onderwerpen binnen de arbeids- en organisatiepsychologie hebben betrekking op het gedrag van het individu. De inzichten uit de arbeids- en organisatiepsychologie kunnen worden gebruikt om het gedrag van individuele werknemers te begrijpen, te voorspellen en te beïnvloeden. De cursus Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie geeft inzicht in tal van basistheorieën uit deze discipline. Verschillende vragen komen aan de orde, zoals op welke wijze kunnen medewerkers het beste worden geselecteerd, beoordeeld, gestimuleerd, geleid, geschoold, opgeleid en ontwikkeld. Maar ook ethische vragen en aandacht voor machtsverhoudingen op het werk, de wijze van samenwerken, het veranderen van gedrag en organisaties worden ter sprake gebracht.
De cursus is voor een brede doelgroep interessant. Behalve voor studenten van de opleiding Psychologie is deze cursus ook geschikt voor studenten managementwetenschappen, personeelsfunctionarissen, leidinggevenden, leden van ondernemingsraden of andere mensen met belangstelling voor gedrag binnen organisaties.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een Engelstalig tekstboek, een cd-rom en een digitaal werkboek. Het tekstboek Work psychology. Understanding human behavior in the workplace van J. Arnold, C. Cooper en I. Robertson wordt uitgegeven door Pearson Education Limited, Harlow (fourth edition, 2005). De cd-rom bevat gesprekken die eveneens onderdeel zijn van de opdrachten in het digitale werkboek. Het digitale werkboek vormt de leeromgeving van de studenten en cursisten. Dit werkboek bevat casussen met toepassingsgerichte opdrachten, kennisopdrachten, meerkeuze oefenvragen, een glossarium, samenvattingen van de hoofdstukken en interessante verwijzingen naar andere literatuur.
Tentamenvorm Het tekstboek geeft een breed theoretisch overzicht van het vakgebied van de arbeids- en organisatiepsychologie. In het digitaal werkboek van de cursus worden de belangrijkste theoretische thema’s uit het boek toegepast op praktische casussen door middel van verwerkingsopdrachten. Deze opdrachten gaan over het werkterrein van arbeids- en organisatiepsychologen, organisatiecultuur, personeelsselectie, motivatie en arbeidstevredenheid, training en loopbaanontwikkeling, stress en werk, en de geringe doorstroom van vrouwen naar topfuncties.
Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/S11131.htm
19
Faculteit Psychologie
Inleiding in de gezondheidspsychologie
Cursuscode: S60331 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module
Inhoud Wanneer aan een willekeurige Nederlander wordt gevraagd wat het belangrijkste is in het leven, is de kans groot dat hij of zij zal antwoorden: gezondheid. Dat wij onze gezondheid belangrijk vinden, blijkt ook uit het grote aantal publicaties over dit onderwerp. Zogenaamde zelfhulpgidsen, die ons moeten helpen te stoppen met roken, af te vallen, een optimaal welzijn te bereiken, of in geestelijk evenwicht te komen, verschijnen met de regelmaat van de klok. Kortom, de gezondheid houdt ons nogal bezig. Dat wil echter zeker niet zeggen dat het gedrag van de gemiddelde Nederlander er vooral op gericht is om die gezondheid zo optimaal mogelijk te houden. Deze cursus geeft een overzicht van wetenschappelijke inzichten in relaties tussen gedrag en gezondheid, tussen lichaam en geest. Deze inleidende cursus is een goede voorbereiding op een verdere verdieping in de gezondheidspsychologie. De volgende onderwerpen komen aan de orde: de werking van het menselijk lichaam (o.a. de werking van het zenuwstelsel); stressproblematiek (o.a. oorzaken, gevolgen, hoe kunnen we omgaan met stress); theorieën die gezond en ongezond gedrag kunnen verklaren; her- en erkenning en acceptatie van ziekte en het gebruik van medische en gezondheidsbevorderende voorzieningen; pijnproblematiek; chronische aandoeningen. Bij deze cursus zijn geen begeleidingsbijeenkomsten. De cursus is zodanig opgezet dat het digitale werkboek van de cursus je leeractiviteiten aanstuurt. Als je het digitale werkboek helemaal hebt doorgenomen, is de leerstof in grote lijnen aan de orde geweest. Vanuit het digitale werkboek wordt verwezen naar de hoofdstukken uit het tekstboek en de reader. Je wordt aangeraden om vanuit het digitaal werkboek te werk te gaan en je daar te laten aansturen
20
door de studietaken met de bijbehorende opdrachten. Je kunt in het digitaal werkboek testen of je voldoende kennis hebt opgedaan door de opdrachten en de zelftoetsen te maken. Daarnaast kun je ter voorbereiding van het tentamen de voorbeeldtentamens maken (zie cursussite).
Cursusmateriaal In de cursus wordt gebruik gemaakt van een Engelstalig tekstboek, een reader en een digitaal werkboek (via internet).
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/S60331.htm
Faculteit Psychologie
Inleiding in de neuropsychologie en psychofarmacologie
Cursuscode: S25211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud De laatste twee decennia is onze kennis op het gebied van hersenen en gedrag enorm toegenomen. Door de biologische revolutie binnen de psychologie kijken psychologen heden ten dagen heel anders aan tegen menselijk gedrag en het ontstaan van psychopathologie. Zo blijken gedragsstoornissen of psychosomatische aandoeningen niet alleen te maken te hebben met een subjectief gevoel, maar vooral ook met hormonen en neurotransmitters in de hersenen. Neuropsychologie bestudeert de relatie tussen hersenen en cognitie, emotie en gedrag. Er wordt getracht een beter inzicht te verwerven van hoe specifieke hersenstructuren menselijk gedrag realiseren en hoe dit teloorgaat bij een hersenbeschadiging. Klinische neuropsychologie onderzoekt in algemene zin de relatie tussen hersenen en gedrag bij zowel intacte als beschadigde individuen. Haar focus ligt op de bestudering van intacte en gestoorde cognitieve functies en gedrag. Dergelijke kennis leidt ertoe dat psychologen en andere mensen die in de gezondheidszorg werken een betere bijdrage kunnen geven aan de diagnostiek, behandeling en begeleiding van mensen met functiestoornissen. Niet alleen de cognitieve vaardigheden zijn hierin van belang, maar ook de wijze waarop de patiënt met die vaardigheden omgaat en de interactie van deze persoon met de omgeving. De neuropsychologie is een multidisciplinaire wetenschap geworden waarin kennis over psychologische fenomenen wordt geïntegreerd met kennis over biologische en medische variabelen. Bij psychopathologische aandoeningen, zoals depressie, schizofrenie en ADHD spelen biologische mechanismen en psychofarmacologische procedures een zeer belangrijke rol. Merendeel van de psychopathologische aandoeningen heeft een duidelijke biologische basis en inzicht in deze basis, even als in de therapeutische effecten van psychofarmaca, is een onontbeerlijk onderdeel van psychologisch onderzoek, interventie en diagnostiek. Neuropsychologie
draagt ertoe bij mensen met psychopathologie beter te begrijpen en met meer inzicht te revalideren. Psychofarmaca verwijst naar een verzameling geneesmiddelen en stoffen die worden gebruikt ter behandeling van psychopathologische beelden dan wel op de een of andere manier ons gedrag, stemming, cognitie en psychisch welzijn beïnvloeden. Naast psychofarmacologische middelen in engere (farmaceutische) zin komen ook andere middelen aan de orde die van invloed zijn op ons gedrag. Bij deze laatste middelen kun je denken aan; de effecten van verschillende drugs, nicotine tot voedingsmiddelen als koffie, thee, alcohol en koolhydraten op onze stemming, cognitie en gedrag. In deze cursus zal aandacht worden besteed aan verschillende aspecten van de neuropsychologie en psychofarmacologie. Na een algemene inleiding in het werkveld, wordt nader ingegaan op cognitieve domeinen, zoals het geheugen en de aandacht. Vervolgens richten we ons op ziektebeelden waarbij neuropsychologie een belangrijke rol speelt, zoals dementie, epilepsie, bloedingen in het brein, ADHD en schizofrenie. Tot slot nemen we de psychofarmacologie onder de loep.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een aantal onderdelen: - een tekstboek: klinische neuropsychologie. Deelman, Eling, de Haan, Van Zomeren (2004). Amsterdam: Boom - een reader - een dvd: Braintool.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/S25211.htm
21
Faculteit Psychologie
Sociale psychologie
Cursuscode: S09241 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud Buren, collega’s, vrienden, familieleden of je partner: in het dagelijks leven heb je vrijwel altijd te maken met anderen. De sociale psychologie biedt verklaringen voor veel herkenbare gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen in relatie tot elkaar. Zo weten we door de sociale psychologie bijvoorbeeld onder welke omstandigheden mensen bereid zijn om hulp te bieden, welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van vriendschappen en relaties, en hoe groepen beslissingen nemen. In de cursus Sociale psychologie maak je kennis met de belangrijkste theorieën en inzichten binnen de sociale psychologie. Er zal worden ingegaan op thema’s zoals het waarnemen van individuen, zelfbeeld en zelfwaardering, stereotypen en discriminatie, sociale identiteit, attitudes en attitudeverandering, sociale invloed, affiliatie en attractie, groepsprocessen, agressie en conflict, en prosociaal gedrag. Daarnaast zul je inzicht krijgen in sociaal-psychologische methoden van onderzoek. Ook zul je leren hoe sociaalpsychologische theorieën kunnen worden toegepast om gedrag te veranderen.
De reader bestaat uit teksten en artikelen die je nodig hebt bij de opdrachten in het digitaal werkboek. Het digitaal werkboek vormt de leeromgeving van studenten. Dit werkboek bevat opdrachten, meerkeuzevragen, samenvattingen van de hoofdstukken en verwijzingen naar andere interessante literatuur. De dvd bestaat uit twee programma’s. Het ene programma gaat over attitude- en gedragsverandering. Je leert hoe sociaal-psychologische theorieën kunnen worden gebruikt bij het ontwikkelen van een interventie en je maakt kennis met de verschillende stappen die doorlopen moeten worden bij het veranderen van attitudes en gedrag. Het tweede programma is een documentaire over het laboratoriumexperiment in de sociale psychologie. In dit programma maak je kennis met de manier waarop een sociaal-psychologisch experiment wordt opgezet en uitgevoerd.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod.nl/S09241.htm
De sociale psychologie biedt verklaringen voor veel interpersoonlijke gedragingen en groepsprocessen. De cursus is daarom interessant voor iedereen die hier meer over wil weten. De cursus Sociale psychologie is een basiscursus voor psychologiestudenten.
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit een tekstboek, een reader, een digitaal werkboek en een dvd. Er wordt gebruikgemaakt van een Engelstalig tekstboek, Social Psychology (3rd edition) van E.R. Smith en D.M. Mackie.
22
Faculteit Rechtswetenschappen
Rechtsfilosofie
Cursuscode: R28231 Niveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud Rechtsfilosofie is bedoeld om studenten te laten nadenken over hun vak. Welke functies vervullen rechtsregels? In hoeverre moet het gedrag van mensen door het recht worden gereguleerd? Wat is de taak en rol van de overheid daarbij? En moeten we ook onrechtvaardig recht toepassen? Dergelijke vragen kunnen niet door het recht zelf worden beantwoord. Een beroep op wet en jurisprudentie kan antwoord geven op rechtsvragen: vragen naar hetgeen rechtens geldt. Maar in deze rechtsbronnen is geen antwoord te vinden op vragen over het recht. Als we ons afvragen wat de reikwijdte van de overheid moet zijn, welke zaken door het recht geregeld moeten worden, en hoe we met onrechtvaardig recht moeten omgaan, dan kunnen we niet te rade gaan bij het recht zelf, maar moeten we een stapje buiten het recht doen. Kortom, in dit boek wordt het recht niet zozeer gezien als een reservoir aan antwoorden, maar wordt het juist benaderd als een raadsel dat tot veel vragen en discussies aanleiding geeft. Als we ons met die vragen en discussies gaan bezighouden, bevinden we ons op het terrein van de rechtsfilosofie, de poging om enigszins geordend en systematisch na te denken over aard, functie, reikwijdte en legitimiteit van het recht. Een poging, omdat filosofie niet bestaat uit een verzameling weetjes en feiten, maar uit een verzameling beargumenteerde visies en opvattingen. De auteur van een filosofisch boek of artikel zegt niet wat belangrijk is, maar wat hij of zij als belangrijk ziet. Daarbij wordt in het oog gehouden welk soort argumenten men hanteert. In menig televisiedebat of opiniërend artikel zien we vaak dat een bepaalde oplossing (cameratoezicht, strenger straffen) wordt bepleit omdat deze ‘nu eenmaal’ doelmatiger of effectiever is. In zo’n geval zal de filosoof doorvragen. Hij zal zich afvragen of een doelmatigheidsargument wel zaligmakend is. Zijn er niet ook nog andere soorten argumenten aan te voeren, bijvoorbeeld argumenten die betrekking hebben op de rechtvaardigheid of de sociale acceptatie? En zo ja, hoe wegen we die tegen elkaar af? En verder: als we de doelmatigheid al hoger waarderen dan andere criteria,
op grond van welke redenen en veronderstellingen doen we dat dan?
Cursusmateriaal De cursus bestaat uit het studieboek van Pauline Westerman, Recht als Raadsel, een inleiding in de rechtsfilosofie, Uitgeverij Paris 2012; teksten en beelden op de cursussite, waarin een leidraad tot de cursus, filmpjes met extra uitleg door de auteur, en twee proeftentamens zijn opgenomen.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met open vragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/R28231.htm
“Ik denk dat ik Rechten ga studeren maar ik weet het nog niet zeker. Nu maak ik echt kennis met het vak. Het helpt me vooruit met mijn keuze.”
Faculteit Rechtswetenschappen
Rechtsgeschiedenis 1
Cursuscode: R12221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module
Inhoud De mededeling dat het recht niet uit de lucht komt vallen mag je gerust als een cliché beschouwen. De zin ‘het recht is een historisch verschijnsel’ klinkt heel anders en bedoelt toch hetzelfde. Maar beide zinnen leiden wel tot de conclusie dat recht zich voortdurend ontwikkelt. Dit betekent in de eerste plaats dat er tussen het moderne recht en dat van voorheen een onverbrekelijke band, een ononderbroken continuïteit of samenhang bestaat. Hieruit volgt dat alleen historisch onderzoek het recht van onze tijd kan doen begrijpen. Of scherper gesteld: een wetenschappelijke beoefening van het recht veronderstelt een inzicht in de historische beoefening ervan. Grondbeginsel van elk wetenschappelijk onderzoek is immers dat van begrip van zaken geen sprake kan zijn zonder kennis van hun samenhang. Op de tweede plaats leidt het onderkennen van recht als een historisch fenomeen onvermijdelijk tot de conclusie dat het recht verandert. Een bonte waaier van maatschappelijke factoren bepaalt de opkomst, verandering en ondergang van rechtsinstellingen. Economische, politieke, kerkelijke en ethische kwesties spelen daarin een rol. Het is de taak van de rechtshistoricus de historische samenhang tussen het recht en andere maatschappelijke verschijnselen zoveel mogelijk boven water te halen en daaruit de ontwikkeling van het recht te verklaren.
schappelijke en staatkundige ontwikkelingen. Daardoor is de nadruk komen te liggen op de tijd waarin de nationale codificaties zijn ontstaan: de recente rechtsgeschiedenis. Het Romeinse recht en het natuurrecht passeren de revue. Het Romeinse recht had (en het natuurrecht heeft dat nog) een universele pretentie. Beide stelsels claimen kwaliteiten die overal en altijd gelden, ongeacht tijd en plaats. Daarna volgt de codificatiegeschiedenis van Italië, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland. Verder is een hoofdstuk gewijd aan enkele aspecten van de rechtsontwikkeling in Engeland. Ten slotte een korte beschouwing over het ontstaan van supra-nationale instellingen en het effect daarvan op de nationale codificaties. De cursus is van het tweede niveau en behoort tot de nietpositief rechtelijke vakken van de programma’s van de faculteit. Daarnaast is de cursus zo opgezet dat de stof tot nut kan zijn voor een veel grotere groep belangstellenden dan enkel de wo-studenten. Codificatiegeschiedenis behandelt namelijk de zogeheten uitwendige rechtsgeschiedenis in tegenstelling tot de cursus Rechtsgeschiedenis 2, waarin de inwendige privaatrechtsgeschiedenis aan bod komt. Bovendien zal eenieder die geïnteresseerd is in de Europese geschiedenis de benadering vanuit de eigen gezichtshoek van de uitwendige rechtsgeschiedenis kunnen waarderen.
Cursusmateriaal De cursus beschrijft de belangrijkste gebeurtenissen uit de (rechts-)geschiedenis van verschillende West-Europese landen. Uitgangspunt daarbij is het achttiende-eeuwse begrip codificatie. Het programma beperkt zich tot het privaatrecht. Het is geen uitputtende opsomming van alle rechtsgeleerden die iets hebben betekend, maar een enigszins verhalende beschrijving van gelukte en mislukte codificatiepogingen tegen de achtergrond van de algemene maat-
De cursus bestaat uit het studieboek Hoofdstukken uit de Europese Codificatiegeschiedenis door J.H.A. Lokin en W.J. Zwalve, 3e geheel herziene druk (Kluwer, Deventer 2001) en een werkboek.
Tentamenvorm Computergebaseerd individueel tentamen met meerkeuzevragen (CBI). www.ou.nl/studieaanbod/R12221.htm
24
Pre University College Studieoriëntatie voor VWO-studenten
Studiegids 2012-2013
Vragen over het studie oriëntatie programma van het Pre University College (PUC)? Mail dan naar een contactpersoon:
[email protected] voor de regio Groningen.
[email protected] voor de regio Drenthe en Friesland.
[email protected] voor de regio Overijssel. PUC Projectleider:
[email protected] T: 050-3138300.
Open Universiteit
www.ou.nl
Deze gids is een uitgave van de afdeling Studiecentra. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. 5712414
Augustus 2012.